Door de ontspanknop in te
drukken, kunnen in elke
willekeurige stand foto’s worden
gemaakt. Zie pagina 27 voor
meer informatie.
Ontspanknop
Neem films opmet de filmopnameknop.
Door op de filmopnameknop te
drukken in de standen
automatisch (0 40), creatief
(0 49) en geavanceerde film
(0 77) kunnen films worden
opgenomen.
Filmopnameknop
3
Maak opnames onder water.
Bevestig een special-purpose waterdicht objectief om foto’s te
maken bij diepten tot maximaal 15 m gedurende 60 minuten per
keer. Zie pagina 61 voor meer informatie. De camera beschikt
over de volgende functies die handig kunnen zijn tijdens
onderwaterfotografie:
• Corrigeren van de blauwe zeem in
onderwaterfoto’s (0 65).
• Vertekeningscorrectie voor
onderwaterfoto’s en -films (0 67).
• Een ingebouwde flitser die kan worden
gebruikt voor extra verlichting onder
water (0 67).
Toegang tot hoogte, diepte, koers , virtuele horizon, locatiegegevens
(GPS/GLONASS) en logopties.
Bij opnamen op plaatsen met onbelemmerd uitzicht kunt u:
• Verschillende soorten informatie, inclusief een virtuele horizon
en uw koers en hoogte of diepte raadplegen (0 25).
• Locatiegegevens opnemen (0 101).
• Uw locatie of diepte registreren (0 101).
4
Gefeliciteerd met de aanschaf van deze Nikon digitale camera. Voor
een volledige gids over het gebruik van uw digitale camera, zie de
Naslaggids (0 6). Lees deze Gebruikshandleiding grondig door om
de camera optimaal te benutten en bewaar de handleiding op een
plaats waar iedereen die het product gebruikt deze kan lezen.
Camera-instellingen
Deze handleiding gaat er steeds van uit dat de standaardinstellingen worden
gebruikt.
Symbolen en conventies
Om u te helpen de gewenste informatie gemakkelijker te vinden, worden de
volgende symbolen en conventies gebruikt:
Dit pictogram staat bij waarschuwingen; informatie die voor gebruik
D
moet worden gelezen om schade aan de camera te vermijden.
Dit pictogram staat bij opmerkingen; informatie die voor gebruik van
A
de camera moet worden gelezen.
Dit pictogram staat bij verwijzingen naar andere pagina’s in deze
0
handleiding.
Het objectief in deze handleidin g dat over het algemeen wordt gebruikt voor
illustratieve doeleinden is een 1 NIKKOR AW 11–27,5mm f/3.5–5.6.
A Voor uw veiligheid
Lees eerst de veiligheidsinstructies en andere voorzorgsmaatregelen in
“Voor uw veiligheid” (0 7–9) op pagina 10–19 en in “Onderhoud van de
camera en batterij: waarschuwingen” (0 115) alvorens u de camera voor
het eerst in gebruik neemt.
5
De Naslaggids
Download voor meer informatie over uw Nikon-camera een
pdf-kopie van de Naslaggids op de hieronder vermelde website. De
Naslaggids kan worden bekeken met behulp van Adobe Reader of
Adobe Acrobat Reader 5.0 of hoger.
1 Start op uw computer een internetbrowser en open de volgende
pagina: http://nikonimglib.com/manual/
2 Kies een taal en download de Naslaggids.
3 Dubbelklik op het gedownloade bestand.
6
Voor uw veiligheid
Als u schade aan uw Nikon-product of letsel aan uzelf of anderen wilt voorkomen,
dient u de volgende veiligheidsinstructies goed door te lezen voordat u dit product
gaat gebruiken. Bewaar deze veiligheidsinstructies op een plaats waar iedereen die
het product gebruikt ze kan lezen.
De mogelijke gevolgen van het niet in acht nemen van de veiligheidsinstructies in
dit hoofdstuk worden met het volgende pictogram aangegeven:
Dit pictogram staat bij waarschuwingen. Lees om mogelijk letsel te
A
voorkomen alle waarschuwingen voordat u dit Nikon-product gebruikt.
❚❚WAARSCHUWINGEN
Zorg dat de zon buiten beeld blijft. Zorg er bij
A
onderwerpen met tegenlicht voor dat
de zon ver buiten beeld blijft. Als
zonlicht in de camera convergeert
doordat de zon zich in of dicht bij het
beeld bevindt, kan dit brand
veroorzaken.
Zet het apparaat onmiddellijk uit in geval van
A
storing. Indien er rook of een ongewone
geur vrijkomt uit het apparaat of de
lichtnetadapter (apart verkrijgbaar),
haalt u onmiddellijk de stekker van de
lichtnetadapter uit het stopcontact en
verwijdert u de batterij. Pas daarbij op
dat u zich niet verbrandt. Voortgaand
gebruik kan leiden tot letsel. Nadat u de
batterij hebt verwijderd, brengt u het
apparaat voor onderzoek naar een door
Nikon geautoriseerd servicecenter.
Gebruik het apparaat niet in de nabijheid van
A
ontvlambaar gas. Gebruik elektronische
apparatuur niet in de nabijheid van
ontvlambaar gas, omdat dit kan leiden
tot explosie of brand.
Wees voorzichtig in aanwezigheid van water
A
of regen of wanneer u de camera met natte
handen gebruikt. Alleen wanneer het
special-purpose waterdichte objec tief is
bevestigd en de deksels van het
batterijvak/de geheugenkaartsleuf
gesloten zijn, kan de camera onder
water worden gebruikt en veilig met
natte handen worden bediend. Dompel
niet onder in of stel niet bloot aan water
en houd niet vast met natte handen
tenzij aan deze voorwaarden wordt
voldaan. Het niet in acht nemen van
deze voorzorgsmaatregel kan schade
aan het product, brand of een
elektrische schok tot gevolg hebben.
Haal het apparaat niet uit elkaar. Aanraking
A
van interne onderdelen k an tot letsel
leiden. In geval van een defect mag dit
product uitsluitend worden
gerepareerd door een gekwalifice erde
reparateur. Mocht het produc t
openbreken als gevolg van een val of
ander ongeluk, verwijder dan de batterij
en/of koppel de lichtnetadapter los en
breng het product voor onderzoek naar
een door Nikon geautoriseerd
servicecenter.
7
Buiten bereik van kinderen houden. Het niet
A
in acht nemen van deze waarschuwing
kan leiden tot letsel. Bovendien dient u
er rekening mee te houden dat kleine
delen verstikkingsgevaar kunnen
opleveren. Mocht een kind een
onderdeel van dit apparaat hebben
ingeslikt, raadpleeg dan onmiddellijk
een arts.
Voordat de camera onder water wordt
A
gebruikt, moeten eerst de riemen worden
verwijderd die uitsluitend bedoeld zijn voor
gebruik aan land. De riem kan uw keel
omwikkelen, wat verstikking of
verdrinking veroorzaakt.
Plaats de polsriem niet om de hals van
A
kinderen. Het dragen van de
camerapolsriem om de nek kan bij
kinderen leiden tot verstikking.
Volg de instructies van
A
vliegtuigmaatschappij- en
ziekenhuispersoneel. Deze camera zendt
radiofrequenties die kunnen
interfereren met medische apparatuur
of vliegtuignavigatie. Schakel de
locatiegegevens en alle
routelogfuncties uit en ontkoppel alle
draadloze apparaten van de camera
voordat u aan boord gaat van een
vliegtuig, en schakel de camera uit
tijdens het opstijgen en landen. Volg in
medische instellingen de instruc ties van
het personeel met betrekking tot het
gebruik van draadloze apparaten en
satellietnavigatiesystemen.
Vermijd langdurig contact met de camera,
A
batterij of l ader zo lang als de app araten
ingeschakeld of in gebruik zijn
apparaat kunnen zeer warm worden.
Langdurige aanraking van het apparaat
met de huid kan lichte brandwonden tot
gevolg hebben.
. Delen van het
Laat het product niet achter op plaatsen waar
A
het wordt blootgesteld aan extreem hoge
temperaturen, zoals in een afgesloten auto of
in direct zonlicht. Het niet in acht nemen
van deze voorzorgsm aatregel kan
schade of brand veroorzaken.
Richt de flitser niet op de bestuurder van een
A
motorvoertuig. Het niet in acht nemen
van deze waarschuwing kan leiden tot
ongelukken.
Wees voorzichtig bij het gebruik van de flitser
A
• Het gebruik van de camera met de
flitser terwijl deze zich dicht bij de huid
of andere voorwerpen bevindt, kan
brandwonden veroorzaken.
• Het gebruik van een flit ser dicht bij de
ogen van het onderwerp ka n tijdelijke
vermindering van het
gezichtsvermogen veroorzaken. De
flitser mag niet minder dan één meter
van het onderwerp zijn verwijderd. Let
extra goed op bij het fotograferen van
kleine kinderen.
Vermijd contact met vloeibare kristallen.
A
Indien het scherm breekt, moet erop
worden opgelet dat letsel door
gebroken glas wordt voorkomen en dat
de vloeibare kristallen van het scherm
niet in aanraking komen m et de huid of
in de ogen of mon d terechtkomen.
Draag geen statieven met een objectief of
A
camera eraan bevestigd. U kunt struikelen
of per ongeluk anderen raken, wat letsel
tot gevolg heeft.
8
Neem de juiste voorzorgsmaatregelen in acht
A
bij het gebruik van batterijen. Batterijen
kunnen bij onjuist gebruik gaan lekken
of ontploffen. Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht bij het
gebruik van de batterijen bij dit product:
• Gebruik alleen batterijen die zijn
goedgekeurd voor gebruik in dit
apparaat.
• U mag de batterij niet kortsluiten of uit
elkaar halen.
• Zorg ervoor dat het product is
uitgeschakeld voordat u de batterij
vervangt. Als u een lichtnetadapter
gebruikt, moet u deze eerst
loskoppelen.
• Plaats batterijen niet ondersteboven
of achterstevoren.
• Stel batterijen niet bloot aan vuur of
hoge temperaturen.
• U mag batterijen ni et blootstellen aan
of onderdompelen in water.
• Plaats het afdekkapje van de batterij
terug wanneer u de batterij vervoert.
Vervoer of bewaar de batterij niet
samen met metalen voorwerpen, zoals
halskettingen of haarspelden.
• Volledig ontladen batterijen kunnen
gaan lekken. Als u schade aan het
product wilt voorkomen, dient u een
ontladen batterij te verwijderen.
• Als de batterij niet in gebruik is, plaatst
u het afdekkapje op de contactpunten
en bergt u de batterij op een koele,
droge plaats op.
• Direct na gebruik of als het product
gedurende een langere periode op de
batterij heeft gewerkt, kan de batterij
zeer warm zijn. Zet de came ra daarom
uit en laat de batterij afkoelen voordat
u deze verwijdert.
• Stop onmiddellijk met het gebruik van
een batterij als u veranderingen
opmerkt, zoals verkleuring of
vervormi ng.
Neem de juiste voorzorgsmaatregelen in acht
A
bij het gebruik van de lader:
• Houd het product droog. Het niet in
acht nemen van deze waarschuwing
kan leiden tot brand of een elektrische
schok.
• U mag de ladercontacten niet
kortsluiten. Het niet in acht nem en van
deze waarschuwing kan leiden tot
oververhitting en schade aan de lader.
• Verwijder stof op of bij metalen
onderdelen van de stekker met een
droge doek. Voortgaand gebruik kan
leiden tot brand.
• Tijdens onweer mag u niet in de buurt
van de lader komen. Het niet in acht
nemen van deze waarschuwing kan
leiden tot een elektrische schok.
• Houd de stekker of de lader niet met
natte handen vast. Het niet in acht
nemen van deze waarschuwing kan
leiden tot een elektrische schok.
• Gebruik het product niet met
reisadapters of adapters die
ontworpen werden om een voltage
om te zetten naar een ander voltage of
met omzetters voor gelijkstroom naar
wisselstroom. Het niet in acht nemen
van deze voorzorgsmaatregel kan
schade aan het product,
oververhitting of brand veroorzaken.
Gebruik geschikte kabels. Als u kabels op de
A
in- en uitgangen aansluit, gebruik dan
uitsluitend de meegeleverde kabels of
kabels die Nikon voor het beoogde doel
verkoopt. Zo weet u zeker dat u de
voorschriften voor dit product naleeft.
Cd-roms: Cd-roms met software of
A
gebruikshandleidingen mogen niet op
audio-cd-apparatuur worden
afgespeeld. Het afspelen van een
cd-rom op een audio-cd-speler kan
gehoorverlies of schade aan de
apparatuur veroorzaken.
9
Schok-, water- en stofbestendigheid
Het product voldoet aan de volgende normen:
Schokbestendigheid
De camera, met het special-purpose waterdichte objectief bevestigd, heeft testen
1
conform
met MIL-STD-810F methode 516.5: schok, goed doorstaan. 2 Deze in-
house testen geven geen garantie dat het product ongevoelig is voor schade of
vernieling.
Water- en stofbestendigheid
Met het special-purpose waterdichte objectief bevestigd, voldoet de camera aan
de JIS IP68 waterbestendigheidsstandaard, zodat deze kan worden gebruikt tot
diepten van maximaal 15 m gedurende 60 minuten per keer.
garantie dat het product in alle omstandigheden waterbestendig is of ongevoelig is
voor schade of vernieling.
1 Met behulp van een testmethode afgeleid van MIL-STD-810F methode 516.5:
schok, laat men het product van een hoogte van 200 cm op een
multiplexoppervlak van 5 cm vallen. Externe vervorming en oppervlakteschade
zijn niet getest.
2 Een Amerikaanse militaire teststandaard dat bestaat uit het laten vallen van 5
monsters per keer vanaf een hoogte van 122 cm om de impact van 26
oppervlakken (12 randen, 8 hoeken en 6 vlakken) te testen, met de vereiste dat
de test bij 5 monsters is geslaagd (als er een probleem optreedt tijdens de test,
wordt de test herhaald met 5 nieuwe monsters, me t de vereiste dat de test bij 5
monsters is geslaagd).
3 Dit betekent dat volgens testen uitgevoerd met behulp van Nikon-methoden,
het product geschikt is voor gebruik bij de gespecificeerde waterdruk voor de
gespecificeerde tijdsperiode.
3
Dit is geen algemene
10
Belangrijk: Waterdichte objectieven
15 m
Het product is niet gegarandeerd schok-, water- of
stofbestendig als het special-purpose waterdichte
objectief niet is bevestigd. Lees, samen met de
instructies in “Voor uw veiligheid” (0 7–9) en
“Onderhoud van de camera en batterij:
waarschuwingen” (0 115–118), eerst de volgende
paragrafen voordat u dit product gebruikt. Lees eerst
de waarschuwingen in “Onderwaterfotografie”
(0 61–76) voordat u dit product onder water
gebruikt.
Voorzorgsmaatregelen: Schokbestendigheid
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht bij
het gebruik van de camera met special-purpose
waterdichte objectieven:
• Het product is niet gegarandeerd schokbestendig
als de flitser is opgeklapt.
• Stel het product niet opzettelijk bloot aan hevige
fysieke schokken, plaats het niet onder zware
voorwerpen en probeer het niet geforceerd in te
kleine tassen of andere opbergruimten te drukken.
• Stel het product niet bloot aan diepten die dieper zijn dan 15 m of aan
stroomversnellingen, watervallen of ander water onder hoge druk.
• Schade door een gebruikersfout wordt niet gedekt door de garantie.
Voorzorgsmaatregelen: Water- en stofbestendigheid
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht bij het gebruik van de camera
met special-purpose waterdichte objectieven:
• Met uitzondering van het special-purpose waterdichte objectief, zijn de met de
camera meegeleverde accessoires niet waterdicht. Special-purpose waterdichte
objectieven op zich zijn alleen waterdicht wanneer ze aan de camera zijn
bevestigd.
• Het product is alleen bestand tegen schoon water (zoals zwembaden, rivieren en
meren) en zeewater. Gebruik het niet in heetwaterbronnen of baden.
• Stel niet bloot aan diepten die dieper zijn dan 15 m
of aan stroomversnellingen, watervallen, krachtige
waterstralen uit de kraan of ander water onder
hoge druk. Het niet in acht nemen van deze
voorzorgsmaatregel kan het product blootstellen
aan druk die hoog genoeg is om binnendringen
van water te veroorzaken.
• Laat niet langer dan 60 minuten per keer
ondergedompeld in water.
15 m
15 m
11
• Interne onderdelen worden beschadigd door water en stof. Om binnendringen
van water te voorkomen, verwijder niet het objectief, open niet de connector of
het deksel van het batterijvak/de geheugenkaartsleuf en bedien niet de
objectiefontgrendeling of de vergrendelingen of veiligheidssloten op de
connector en de deksels van het batterijvak/de geheugenkaartsleuf met natte
handen, wanneer de camera nat is, of op plaatsen blootgesteld aan nevel, wind,
zand of stof. Zorg ervoor dat geheugenkaarten en batterijen droog zijn alvorens
ze te plaatsen. Mocht het product lekken, stop dan onmiddellijk het gebruik,
droog de camera en het objectief en raadpleeg een door Nikon geautoriseerde
servicevertegenwoordiger.
•
Water en andere vloeistoffen op de O-ringafdichting van het objectief of aan de
binnenzijde van de connector en deksels van het batterijvak/de
geheugenkaartsleuf moeten onmiddellijk worden verwijderd met een zachte,
droge doek. Ander vuil moet met een blaasbalgje van deze oppervlakken worden
verwijderd. Zorg ervoor dat alle kleine deeltjes uit de zijden en hoeken van de
waterdichte sleuven worden verwijderd. Vuil op de camerabody kan worden
verwijderd met een zachte, droge doek. Gebruik geen zeep, reinigers of andere
chemische middelen en verwi jder onmiddellijk zonnebrandolie, sunblock, badzout,
reinigingsmiddel, zeep, organische oplosmiddelen, olie, alcohol en dergelijke.
• Laat het product niet voor langere tijd achter op plaatsen die worden
blootgesteld aan temperaturen onder het vriespunt of temperaturen hoger dan
50 °C zoals in afgesloten voertuigen, aan boord van boten, op het strand, in direct
zonlicht of in de buurt van verwarmingsapparaten. Het niet in acht nemen van
deze voorzorgsmaatregel kan het product gevoelig maken voor binnendringen
van water.
12
• Het product is niet gegarandeerd waterbestendig als deze hard is geraakt, is
geva llen of an derszins is blootge steld aan sterke d ruk of hevi ge fysiek e schokk en
of vibratie. Als het product is beschadigd door een val of andere fysieke schokken,
brengt u het naar Nikon geautoriseerd servicepersoneel en laat testen of het
product nog steeds waterbestendig is. Merk op dat er kosten in rekening worden
gebracht voor deze dienst.
• Schade door een gebruikersfout wordt niet gedekt door de garantie.
Gebruiksomgeving
De camera en special-purpose waterdichte objectieven zijn getest en
goedgekeurd voor gebruik bij temperaturen tussen –10 °C en +40 °C aan land en
tussen 0 °C en +40 °C in water. Let op de volgende voorzorgsmaatregelen:
• Batterijprestaties nemen af bij lage temperaturen. Houd de camera warm of leg
een reservebatterij klaar en bewaar de batterij op een warme plaats.
• Bij lage temperaturen is het moge lijk dat de monitor niet naar verwachting werkt,
onmiddellijk nadat de camera wordt ingeschakeld: er kunnen bijvoorbeeld
nabeelden verschijnen of de monitor kan er donkerder uitzien dan normaal.
• In koude omgevingen moeten sneeuw en regen onmiddellijk worden verwijderd.
Knoppen, schakelaars en andere camerabedieningen kunnen moeilijk te
bedienen zijn als ze bevriezen, terwijl de geluidskwaliteit kan worden beïnvloed
als water zich ophoopt in de gaten in de microfoon- en luidsprekerafdekking.
• Langdurig contact met koud metaal kan een blootliggende huid beschadigen.
Draag, bij lage temperaturen, handschoenen bij het langdurig vasthouden van
de camera.
• Selecteer een d roge locatie bij het bevestigen of verwijderen van special-purpose
waterdichte objectieven en laat de camera niet zonder bodydop of het
batterijvak/de geheugenkaartsleuf of het aansluitingendeksel geopend of
zonder achterlensdop op het objectief achter op vochtige plaatsen. Het niet in
acht nemen van deze voorzorgsmaatregelen kan condensvorming aan de
binnenzijde van het objectief tot gevolg hebben wanneer het product mee het
water in wordt genomen. Bovendien kan er condensvorming optreden aan de
binnenzijde van het objectief of de monitor als het product wordt blootgesteld
aan snelle temperatuurswisselingen, bijvoorbeeld wanneer het product vanuit
een warme locatie aan land in koud water wordt gelegd, vanuit koude
buitenlucht in een warme kamer wordt gelegd of het deksel van het batterijvak/
de geheugenkaartsleuf wordt geopend of gesloten, of wanneer objectieven op
een vochtige plaats worden bevestigd en verwijderd. Dergelijke cond ensvorming
veroorzaakt geen defect of andere schade en moet verdwijnen als het product
eerst naar een ruimte wordt gebracht met een stabiele temperatuur—vrij van
warmte, vochtigheid, zand en stof—en vervolgens wordt uitgeschakeld en
achtergelaten met de batterij en geheugenk aart verwijderd en de deksels van het
batterijvak/de geheugenkaartsleuf open totdat de camera de
omgevingstemperatuur heeft bereikt. Raadpleeg door Nikon geautoriseerd
servicepersoneel indien de condensvorming niet verdwijnt.
13
Belangrijk: Locatiegegevens (GPS/GLONASS)
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht bij het gebruik van de
locatiegegevens en routelogfuncties:
• Routelogs: Terwijl Ja is geselecteerd voor Locatiegegevens > Locatiegegevens
opslaan in het setup-menu, zullen locatiegegevens worden geregistreerd voor
alle gemaakte foto’s en blijft de camera locatiegegevens volgen, zelfs wanneer de
camera uit is. Radiogolven geproduceerd door het apparaat kunnen medische
apparatuur en vliegtuignavigatiesystemen beïnvloeden; in situaties waarin het
gebruik van satellietnavigatie-apparaten beperkt of verboden is, zoals in
ziekenhuizen of een vliegtuig, moet de huidige routelog worden beëindigd,
selecteer Nee voor Locatiegegevens opslaan en schakel de camera uit.
• Locatiegegevens delen: Merk op dat adressen en andere persoonlijke informatie
kunnen worden afgeleid uit de locatiegegevens opgeslagen in routelogs of
ingesloten in beelden. Wees voorzichtig bij het delen van beelden en
routeloggegevens of bij het plaatsen van beelden op het internet of andere
locaties waar ze door anderen kunnen worden bekeken. Zie “Wegwerpen van
opslagmedia” (0 18) voor informatie over het wissen van locatiegegevens
alvorens u de camera of geheugenkaarten weggooit.
• Navigatie: De positie, hoogte, diepte en ander locatiegegevens geregistreerd door
het apparaat zijn slechts benaderingen en niet bedoeld voor onderzoek of
navigatie. Vergeet niet de juiste kaarten of andere navigatieapparaten mee te
nemen wanneer u het product tijdens buitenactiviteiten zoals varen, duiken,
bergbeklimmen of wandelen gebruikt.
• Gebruiksrestricties: De locatiegegevensfunctie kan in bepaalde landen en regio’s,
inclusief (vanaf oktober 2013) China en in de buurt van de Chineze grens niet naar
verwachting werken. In sommige landen is ongeautoriseerd gebruik van
satellietnavigatie en andere locatiegegevensapparaten verboden; voordat u op
reis gaat, controleer dit bij uw reisagent of de ambassade of het toerismebureau
van de landen die u wilt bezoeken. Waar gebruik verboden is, selecteer Nee voor
Locatiegegevens > Locatiegegevens opslaan.
14
Kennisgevingen
• Niets uit de handleidingen die bij dit
product horen, mag in enigerlei vorm
of op enigerlei wijze worden
verveelvoudigd, uitgezonden,
overgezet of opgeslagen in een
geautomatiseerd gegevensbestand of
worden vertaald in een andere taal
zonder voorafgaande schriftelijke
toestemming van Nikon.
• Nikon behoudt zich het recht voor de
specificaties van de hardware en de
software die in deze handleidin gen zijn
beschreven op elk gewenst moment
zonder aankondiging te wijzigen.
• Nikon is niet aansprakelijk voor enige
schade die voortkomt uit het gebruik
van dit product.
• Hoewel al het mogelijke in het werk is
gesteld om ervoor te zorgen dat de
informatie in deze handleidingen
accuraat en volledig is, stellen we het
ten zeerste op prijs als u eventuele
fouten of onvolkomenheden onder de
aandacht wilt brengen van de Nikonvertegenwoordiger in uw land/regio
(adres apart vermeld).
15
Kennisgevingen voor klanten in Europa
WAARSCHUWING: GEVAAR VOOR EXPLOSIE ALS BATTERIJ WORDT VERVANGEN
DOOR EEN ONJUIST TYPE. VOER BATTERIJEN AF VOLGENS DE INSTRUCTIES.
Dit pictogram geeft aan dat
elektrische en elektronische
apparaten via gescheiden
inzameling moet worden
afgevoerd.
Het volgende is alleen van
toepassing op gebruikers in Europese
landen:
• Dit product moet gescheiden van het
overige afval worden ingeleverd bij
een daarvoor bestemd
inzamelingspunt. Gooi niet samen met
het huishoudelijk afval weg.
• Gescheiden inzameling en recycling
helpt bij het behoud van natuurlijke
bronnen en voorkomt negatieve
consequenties voor mens en milieu die
kunnen ontstaan door onjuist
weggooien van afval.
• Neem voor meer informatie contact op
met de leverancier of de gemeentelijke
reinigingsdienst.
Dit symbool op de batterij
duidt aan dat de batterij
afzonderlijk moet worden
ingezameld.
Het volgende is alleen van toepassing
op gebruikers in Europese landen:
• Alle batterijen, al dan niet voorzien van
dit symbool, moeten afzonderlijk
worden ingezameld op een geschikt
inzamelpunt. Gooi dit product niet
weg als huishoudafval.
• Neem voor meer informatie contact op
met de leverancier of de gemeentelijke
reinigingsdienst.
16
Mededeling betreffende het verbod op kopiëren en reproduceren
Let erop dat alleen al het bezit van materiaal dat digitaal is gekopieerd of
gereproduceerd door middel van een scanner, digitale camera of ander apparaat
wettelijk strafbaar kan zijn.
• Voorwerpen die volgens de wet niet mogen
worden gekopieerd of gereproduceerd
Kopieer of reproduceer geen
papiergeld, munten, waardepapieren
of obligaties van (plaatselijke)
overheden, zelfs niet als dergelijke
kopieën of reproducties worden
voorzien van een stempel “Voorbeeld”
of “Specimen”.
Het kopiëren of reproduceren van
papiergeld, munten of
waardepapieren die in het buitenland
in omloop zijn, is verboden.
Tenzij vooraf toestemming is verleend,
is het kopiëren of reproduceren van
ongebruikte door de overheid
uitgegeven postzegels of briefkaar ten
verboden.
Het kopiëren of reproduceren van door
de overheid uitgegeven postzegels en
gecertificeerde wettelijke documenten
is verboden.
• Waarschuwingen met betrekking tot het
kopiëren of reproduceren van bepaalde
waardepapieren
De overheid heeft waarschuwingen
uitgevaardigd met betrekking tot het
kopiëren of reproduceren van
waardepapieren uitgegeven door
commerciële instellingen (aandelen,
wissels, cheques, cadeaubonnen en
dergelijke), vervoerspassen of coupons,
behalve als het gaat om een minimum
aantal kopieën voor zakelijk gebruik
door een bedrijf. Het is eveneens niet
toegestaan om door de overheid
uitgegeven paspoorten, vergunningen
van overheidsinstellingen en andere
instanties, identiteitsbewijzen,
toegangsbewijzen, pasjes en
maaltijdbonnen te kopiëren of te
reproduceren.
• Auteursrechten
Het kopiëren of reproduceren van
creatief materiaal waarop het
auteursrecht rust, zoals boeken, muziek,
schilderijen, houtsneden, afdrukken,
plattegronden, tekeningen, films en
foto’s, is onderhevig aan nationale en
internationale auteurswetten. Gebruik
dit product niet om illegale kopieën te
maken of voor andere activiteiten die
het auteursrecht schenden.
17
Wegwerpen van opslagmedia
Merk op dat het verwijderen van beelden of formatteren van geheugenkaarten of
andere gegevensopslagapparaten de originele beeldgegevens niet volledig wissen.
Soms kunnen verwijderde bestanden op weggegooide opslagapparaten worden
hersteld met behulp van commercieel verkrijgbare software, wat mogelijk misbruik
van persoonlijke beeldgegevens tot gevolg kan hebben. Voor privacybescherming
van dergelijke gegevens is de gebruiker zelf verantwoordelijk.
Alvorens een gegevensopslagapparaat weg te gooien of het eigendom aan een
ander persoon over te dragen, selecteer Nee voor Locatiegegevens >
Locatiegegevens opslaan en wis alle gegevens met behulp van commerciële
verwijderingssoftware of formatteer het apparaat en vul vervolgens geheel met
beelden die geen persoonlijke informatie bevatten (bijvoorbeeld foto’s van de
lucht). Om routeloggegevens van de geheugenkaart te verwijde ren, selecteer Log verwijd eren en wis alle logs. Wees voorzichtig en voorkom letsel bij het fysiek
vernietigen van gegevensopslagapparaten.
De camera kan warm aanvoelen tijdens gebruik; dit is normaal en duidt niet op een
defect. Bij hoge omgevingstemperaturen, na langdurig continu gebruik, of nadat
verschillende foto’s in snelle opeenvolging werden gemaakt, wordt mogelijk een
temperatuurwaarschuwing weergegeven, waarna de camera automatisch wordt
uitgeschakeld om schade aan de interne schakelingen te beperken. Wacht tot de
IEhttp://www.mpegla.com
camera is afgekoeld voordat het gebruik wordt her vat.
Gebruik uitsluitend elektronische accessoires van het merk Nikon
Nikon camera’s zijn ontwikkeld volgens de hoogste normen en bevatten complexe
elektronische schakelingen. Alleen elektronische accessoires van het merk Nikon
(inclusief batterijladers, batterijen, lichtnetadapters en objectiefaccessoires) die
door Nikon speciaal zijn gecertificeerd voor gebruik met deze digitale camera, zijn
ontwikkeld om binnen de operationele eisen en veiligheidseisen van deze
elektronische schakelingen te werken en zijn met het oog daarop getest en
goedgekeurd.
Gebruik van niet-originele elektronische accessoires kan schade
aan de ca mera tot gevolg hebben die niet on der de Nikon-garantie
valt. Het gebruik van oplaadbare Li-ionbatterijen van andere
fabrikanten, die niet zijn voorzien van het holografische zegel van
Nikon (zie rechts), kan de normale werk ing van de camera verstoren of ertoe leiden
dat de batterijen oververhit raken, vlam vatten, scheuren of gaan lekken.
Neem voor meer informatie over originele Nikon-accessoires contact op met een
door Nikon geautoriseerde leverancier.
18
D Gebruik uitsluitend accessoires van Nikon
Alleen originele Nikon-accessoires die door Nikon specifiek zijn gecertificeerd
voor gebruik met uw digitale camera van Nikon, zijn ontworpen en getest om te
voldoen aan de geldende veiligheids- en functioneri ngsvoorschriften. H
De camera is een p recisieapparaat dat regelma tig onderhoud vereist. Nikon raadt
aan de camera jaarlijks te laten inspecteren door de oorspronkelijke winkelier of
een door Nikon geautoriseerde ser vicevertegenwoordiger en dat er elke drie tot
vijf jaar onderhoud wordt uitgevoerd (merk op dat er kosten in rekening worden
gebracht voor deze diensten). Regelmatige inspectie en onderhoud worden
vooral aanbevolen wanneer de camera voor professionele doeleinden wordt
gebruikt. Het wordt aanbevolen om tegelijkertijd met uw camera veelgebruikte
accessoires, zoals objectieven, te laten nakijken en onderhouden.
A Voordat u belangrijke foto’s gaat maken
Voordat u foto’s gaat maken van belangrijke gelegenheden (zoals een huwelijk of
reis), kunt u het beste enkele testopnamen maken om te controleren of de
camera goed werkt. Nikon is niet aansprakelijk voor schade of gederfde winst
veroorzaakt door het onjuist functioneren van het product.
A Permanente kennisoverdracht
Als onderdeel van Nikons inzet voor “permanente kennisoverdracht” met het oog
op doorlopende productondersteuning en - educatie is voortdurend bijgewerkte
informatie online beschikbaar op de volgende sites:
• Voor gebruikers in de VS: http://www.nikonusa.com/
• Voor gebruikers in Europa en Afrika: http://w ww.europe-nikon.com/support/
• Voor gebruikers in Azië, Oceanië en het Midden-Oosten: http://www.nikon- asia.com/
Bezoek de sites om up-to -date te blijven met de nieuwste productinformatie, tips,
antwoorden op veelgestelde vragen (FAQs) en algemeen advies over digital
imaging en digitale fotografie. Aanvullende informatie kan mogelijk worden
verstrekt door de Nikon-importeur in uw land/regio. Bezoek de volgende website
voor contactgegevens: http://imaging.nikon.com/
19
Inleiding
s
Pakketinhoud
Controleer of het pakket de volgende items bevat:
s
Bodydop BF-N2000
O-ringbescherming PA-N1000
Nikon 1 AW1 digitale camera (wordt geleverd met O-ring WP-O2000 bevestigd;
controleer de O-ring voor gebruik op schade)
EN-EL20
oplaadbare
Li-ionbatterij
(met afdekkapje)
Objectief (alleen
meegeleverd als
objectiefset samen
met de camera is
aangeschaft; wordt
met voorste en
achterste
objectiefdoppen
geleverd)
Riem AN-N1000
(uitsluitend bedoeld voor
gebruik aan land)
Siliconenvet
USB-kabel UC-E19
Geheugenkaarten worden afzonderlijk verkocht.
Cd ViewNX 2/
Short Movie Creator
Gebruikshandleiding
(deze handleiding)
20
Batterijlader MH-27
(lichtnetadapter meegeleverd
in landen of regio’s waar
vereist; vorm is afhankelijk
van land van verkoop)
Onderdelen van de camera
Neem even de tijd om vertrouwd te raken met de
bedieningsonderdelen en aanduidingen van de camera. Leg
eventueel een boekenlegger in dit hoofdstuk, zodat u het
gemakkelijk kunt terugvinden terwijl u de rest van de handleiding
leest.
Druk op $ om door de opname- of
weergaveaanduidingen te bladeren.
$-knop
Zie ook
A
Zie pagina 100 voor informatie over het aanpassen van de helderheid van
de monitor.
s
25
De G-knop
Menu
opnamestand
(0 27):
Kies een
opnamestand.
De opnamestand en de meeste opname-,
weergave- en instelopties zijn toegankelijk
via de cameramenu’s. Druk op de
s
G-knop om het onderstaande
menuselectievenster weer te geven,
gebruik vervolgens de multi-selector om
het pictogram voor het gewenste menu te
markeren en druk op J.
Weergavemenu (0 98):Opnamemenu (0 99):
Pas de weergave-instellingen aan.
Pas de fotografie-instellingen
aan.
G-knop
Filmmenu (0 100):Setup-menu (0 100):
Pas de filmopnameopties aan.
Beeldverwerkingsmenu (0 100):
Pas witbalans, ISO-gevoeligheid, Picture Controls en andere
beeldverwerkingsinstellingen voor foto’s en films aan.
26
Pas de basisinstellingen van de
camera aan.
❚❚ Een opnamestand kiezen
Om het menu voor de opnamestand weer te
G
geven, druk op de
Opnamestand
en druk op J. Gebruik de
-knop, markeer
multi-selector om een opnamestand te
J
markeren en druk op
om de gemarkeerde
optie te selecteren.
Stand Bewegingssnapshot
Stand Beste moment vastleggen
Automatische stand (0 40)
Creatieve stand (0 49)
Geavanceerde filmstand (0 77)
Opties voor elke stand kunnen worden
weergegeven door de stand te markeren en
op 2 te drukken. Druk op 4 om naar het
menu van de opnamestand terug te keren.
z Stand Bewegingssnapshot: Kies een thema voor Bewegingssnapshots
die foto’s met korte filmvignetten combineert.
• Schoonheid (1)• Ontspanning (3)
• Golven (2)• Tederheid (4)
s
De C-knop
A
Wanneer het beeld via het objectief in de
monitor wordt weergegeven, kunt u eveneens
de opnamestand selecteren door de C-knop
ingedrukt te houden, de camera naar links of
rechts te kantelen om de gewenste optie te
markeren en vervolgens de knop te ontspannen
(0 95).
27
u Stand Beste moment vastleggen: Selecteer Trage weergave om de
juiste timing voor een opname te kiezen als de scène in slow motion
wordt afgespeeld, of kies Slimme fotoselectie om de camera
automatisch de beste opname te laten kiezen op basis van
beweging en compositie.
s
• Trage weergave (t)
• Slimme fotoselectie (y)
C Automatische stand: Maak foto’s met behulp van live-aanpassingen
(0 47).
v Geavanceerde filmstand: Kies tussen HD (0 77) en slow motion-films
(0 83).
• Automatisch programma (P)• Handmatig (M)
• Sluitertijdvoorkeuze (S)• Slow motion (y)
• Diafragmavoorkeuze (A)
& (functie)
A
De opties voor elke stand kunnen bovendien
worden weergegeven door op de 1 (&) op de
multi-selector te drukken na het selecteren van
de opnamestand.
s
29
❚❚ De menu’s gebruiken
Gebruik de multi-selector om door de
weergave-, opname-, film-,
beeldverwerking- en setup-menu’s te
navigeren.
s
Multi-selector
Selecteer een item.
1
Druk op 1 of 3 om menu-opties te
markeren en druk op 2 om opties voor
het gemarkeerde item te bekijken.
Selecteer een optie.
2
Druk op 1 of 3 om de gewenste optie
te markeren en druk op J om te
selecteren.
De menu’s gebruiken
A
De vermelde items kunnen variëren afhankelij k van de camera-instellingen.
Grijs weergegeven items zijn momenteel niet beschikbaar. Druk de
ontspanknop half in om de menu’s te verlaten en naar de opnamestand
terug te keren (0 42).
Een menu kiezen
A
Om een ander menu weer te geven, druk op 4
in stap 1 en druk vervolgens op 1 of 3 om het
gewenste pictogram te markeren. Druk op 2
om de cursor in het gemarkeerde menu te
plaatsen.
30
Eerste stappen
Batterij
laadt op
Opladen
voltooid
Bevestig de riem.
1
De met de camera meegeleverde riem AN-N1000 is uitsluitend voor
gebruik aan land. Bevestig de riem stevig aan de twee
cameraoogjes.
Verwijder de AN-N1000 voordat de camera onder water wordt
gebruikt. Een handriem (apart verkrijgbaar bij uw winkelier)
wordt aanbevolen om verlies van de camera bij
onderwatergebruik te voorkomen.
Laad de batterij op.
2
Plaats de batterij in de lader
stopcontact
w. Een volledig lege batterij laadt in ongeveer twee
uur op. Haal de lader uit het stopcontact en verwijder de batterij
zodra het opladen is voltooid.
De stekkeradapter
A
Afhankelijk van het land of de regio van
aankoop, wordt er mogelijk ook een
stekkeradapter meegeleverd. De vorm van
de adapter varieert afhankelijk van het land
of de regio van aankoop. Als een
stekkeradapter is meegeleverd, richt de
lichtnetstekker omhoog en sluit de
stekkeradapter aan zoals rechts afgebeeld
en zorg ervoor dat de stekker volledig in het stopcontact is gestoken.
Een poging om de stekkeradapter met overmatige kracht te
verwijderen, kan het product beschadigen.
q en steek de lader in het
s
31
s
Achterzijde
32
Plaats de batterij en een geheugenkaart.
3
Maak het veiligheidsslot van het batterijvak/de
geheugenkaartsleuf los (q) en ontgrendel (w) en open
langzaam het deksel (e). Nadat u de juiste richting hebt
gecontroleerd, plaatst u de batterij en geheugenkaart als volgt:
gebruik de batterij om de oranje batterijvergrendeling naar één
zijde ingedrukt te houden, schuif de batterij in de camera totdat
de oranje batterijvergrendeling vergrendelt (r) en schuif
vervolgens de geheugenkaart in de camera totdat deze op zijn
plaats klikt (t). Sluit (y), vergrendel (u) en doe (i) het deksel
op slot en controleer of de vergrendeling en het veiligheidsslot
zich in de getoonde posities bevinden (A).
Geheugenkaarten formatteren
A
Als dit de eerste keer is dat de
geheugenkaart in de camera wordt gebruikt
of als de kaart in een ander apparaat werd
geformatteerd, selecteer Geheugenkaart formatt. in het setup-menu en volg de
aanwijzingen op het scherm om de kaart te
formatteren (0 100). Merk op dat hierdoor
alle gegevens op de kaart permanent worden
verwijderd. Kopieer daarom eerst foto’s en
andere gegevens die u wilt bewaren naar
een computer alvorens verder te gaan
(0 105).
Bevestig het special-purpose waterdichte objectief.
Verwijder de
achterste
objectiefdop
Verwijder de bodydop van de camera
Inspecteer de O-ring:
• Is het gekerfd of gebarsten? In dat geval
moet u de O-ring vervangen (0 108).
• Is het uit positie? In dat geval moet u de
O-ring van positie veranderen (0 73).
• Zit er stof of vuil op de O-ring? In dat
geval verwijdert u het van de O-ring
(0 73 ).
4
De camera wordt gebruikt met special-purpose waterdichte
objectieven die als volgt worden bevestigd (voor informatie over
het bevestigen van niet-waterdichte 1 NIKKOR-objectieven, zie
pagina 110). Het objectief in deze handleiding dat over het
algemeen wordt gebruikt voor illustratieve doeleinden is een
1 NIKKOR AW 11–27,5mm f/3.5–5.6. Bij het bevestigen van het
objectief moet u voorzichtig te werk gaan om schade aan de
camera en het objectief te voorkomen en om er zeker van te zijn
dat er geen stof en ander vuil de camera binnendringt of aan de
O-ring of het gebied eromheen hecht.
s
33
s
Bevestigingsmarkering (c amera)
Bevestigingsmarkering
(objectief)
Leg de bevestigingsmarkeri ngen
op één lijn
Plaats het objectief over de O-ring
en druk het in positie
Draai het objectief in de
aangeduide richting tot het stopt
Controleer het objectief: Verwijder stof of
ander vuil van de O-ringafdichting van het
objectief (0 73).
Wanneer het objectief over de O-ring wordt geplaatst, moet u
opletten dat de camera of het objectief niet beschadigd raakt;
gebruik niet teveel kracht.
34
Waterdichte objectieven bevestigen
A
Controleer of de camera uit is bij het
verwijderen of verwisselen van objectieven.
Om het objectief te verwijderen, houd de
objectiefontgrendeling (q) ingedrukt
terwijl er volgens de afbeelding aan het
objectief wordt gedraaid (w) en verwijder
vervolgens het objectief van de camera.
Plaats na het verwijderen van het objectief
de objectiefdoppen en de bodydop terug op respectievelijk het
objectief en de camera.
Waterdichte objectieven bevestigen en verwijderen
D
Voordat een waterdicht objectief word bevestigd of verwijderd, moet u
controleren of het objectief en de camera volledig droog zijn, of de
O-ring niet gebarsten, beschadigd, gedraaid of uit positie is en of de
O-ring van de camera en de O-ringafdichting van het objectief vrij zijn
van haar, stof, zand en ander vreemd materiaal. Verwissel geen
objectieven wanneer uw handen nat of met zout bedekt zijn op
plaatsen die worden blootgesteld aan wind, neve l, stof of zand, en let op
dat er geen water in het binnenste van de camera of het objectief valt.
Siliconenvet
A
De O-ring kan met het meegeleverde
siliconenvet of met optionele siliconenvet
WP-G1000 worden gesmeerd, waardoor
slijtage wordt voorkomen en waterdichte
objectieven gemakkelijker kunnen worden
bevestigd (0 108). Om het vet aan te
brengen, plaats een druppel in een plastic
zakje en gebruik uw vingers om het vet in
het zakje te verdelen (q), plaats vervolgens
de O-ring en masseer het zakje om de ring
van een laag te voorzien (w). Gebruik alleen
siliconenvet dat speciaal bedoeld is voor
gebruik met dit product. Het niet in acht
nemen van deze waarschuwing kan ervoor zorgen dat de O-ring wordt
uitgerekt of anderszins vervormd.
s
35
s
Zet de camera aan.
5
Druk op de hoofdschakelaar om de
camera in te schakelen. Het aan/
uit-lampje brandt korte tijd groen en de
monitor schakelt in. Vergeet niet de
objectiefdop te verwijderen voordat u
gaat fotograferen.
De camera uitschakelen
A
Druk nogmaals op de hoofdschakelaar om de camera uit te schakelen.
De monitor schakelt uit.
Kies een taal.
6
Zodra de camera voor de eerste keer
wordt ingeschakeld, zal een
taalselectievenster worden
weergegeven. Gebruik de multi-selector
en J-knop om een taal te kiezen.
36
Stel de klok in.
7
Gebruik de multi-selector en J-knop
(0 22) om de tijd en datum in te stellen.
Merk op dat de camera een 24-uurs klok
gebruikt.
s
Druk op 4 of 2 om de tijdzone te
markeren en druk op J.
Druk op 1 of 3 om de zomertijdoptie
te markeren en druk op J.
Druk op 4 of 2 om uren, minuten of
seconden te selecteren en druk op 1
of 3 om te wijzigen. Druk op J
zodra voltooid.
Druk op 1 of 3 om de datumnotatie
te markeren en druk op J.
Druk op 4 of 2 om jaar, maand of
datum te selecteren en druk op 1 of
3 om te wijzigen. Druk op 2 om
verder te gaan.
Opmerking: Taal en klok kunnen op elk
gewenst moment worden gewijzigd
met behulp van de opties Taal
(Language) (0 101) en Tijdzone en
datum (0 101) in het setup-menu.
37
s
38
Lees de instructies over het waterdicht houden van uw camera.
8
Zodra de klok is ingesteld, geeft de
camera een serie berichten weer over
het in stand houden van een waterdichte
afdichting, die wij u aanraden te lezen
voordat u de camera voor de eerste keer
gebruikt. Druk op
berichten te bladeren. Om af te sluiten,
J
druk op
wordt weergeven.
Opmerking
A
Als u de batterij verwijdert en weer
terugplaatst is het mogelijk dat het eerste
bericht van deze berichten opnieuw wordt
weergegeven gedurende een paar
seconden. Om alle berichten te bekijken,
druk op $ terwijl het eerste bericht
wordt weergegeven en druk vervolgens op
4 of 2 om door de resterende berichten te bladeren. Om af te sluiten,
druk op J.
4
of 2 om door de
zodra het laatste bericht
9
Batterijniveau
Resterende opnamen
Controleer het batterijniveau en de capaciteit van de
geheugenkaart.
Controleer het batterijniveau en het
aantal resterende opnamen in de
monitor (0 24).
s
39
Foto’s maken en bekijken
z
De camera biedt u de keuze uit de automatische stand voor
“richten-en-maken”-fotografie waarbij de camera de instellingen
kiest, de creatieve stand waarbij u de instellingen aanpast aan uw
onderwerp of creatieve wensen, en een verscheidenheid aan
andere standen voor moeilijk te timen opnamen of om het gevoel
z
van speciale momenten vast te leggen.
Richten-en-maken-fotografie (Automatische stand)
Volg de onderstaande stappen om foto’s te maken in de
automatische stand, een “richten-en-maken”-stand waarbij de
camera automatisch het type onderwerp detecteert en de
instellingen aanpast overeenkomstig het onderwerp en de situatie.
Zet de camera aan.
1
Druk op de hoofdschakelaar om de
camera in te schakelen.
Selecteer de C-stand.
2
Druk op de G-knop om de menu’s
weer te geven. Selecteer
Opnamestand, markeer vervolgens
C (automatisch) en druk op J (0 27).
40
Maak de camera gereed.
3
Houd de camera met beide handen
stevig vast en let daarbij op dat u het
objectief, de AF-hulpverlichting of de
microfoon niet blokkeert. Draai de
camera zoals rechtsonder weergegeven
wanneer u foto’s in de portretstand
(staand) maakt.
Kadreer de foto.
4
Plaats uw onderwerp in het midden van
het beeld.
Een zoomobjectief gebruiken
A
Gebruik de zoomring om op het onderwerp in te zoomen, zodat het een
groter gebied van het beeld vult, of zoom uit om het zichtbare gebied in de
definitieve foto te vergroten (selecteer langere brandpuntsafstanden op de
schaal van de brandpuntsafstand om in te zoomen, kortere
brandpuntsafstanden om uit te zoomen).
Inzoomen
Uitzoomen
z
Zoomring
41
z
Scherpstelveld
Stel scherp.
5
Druk de ontspanknop half in
om scherp te stellen. Als het
onderwerp slecht belicht is,
kan de AF-hulpverlichting
(0 21) gaan branden om
hulp te bieden bij de
scherpstelbewerking.
Als de camera kan scherpstellen, wordt het
geselecteerde scherpstelveld groen
gemarkeerd en klinkt een signaal (er
klinkt mogelijk geen signaal als het
onderwerp beweegt).
Als de camera niet kan scherpstellen, wordt
het scherpstelveld rood weergegeven.
42
Maak de foto.
6
Druk voorzichtig de
ontspanknop volledig in om
de sluiter te ontspannen en
de foto vast te leggen. Het
toegangslampje van de
geheugenkaart brandt en de
foto wordt enkele seconden
weergegeven in de monitor
(de foto verdwijnt
automatisch uit de
schermweergave wanneer
de ontspanknop half wordt
ingedrukt). Werp de
geheugenkaart niet uit en
verwijder niet de batterij
voordat het lampje uit is en de
opname is voltooid.
Het raster
A
Er kan een raster worden weergegeven door in
het setup-menu Aan voor Schermweergave >
Rasterweergave te selecteren (0 100).
Toegangslampje geheugenkaart
z
43
Foto’s bekijken
Druk op K om uw meest recente foto
schermvullend in de monitor weer te geven
(schermvullende weergave).
z
Druk op 4 of 2 om andere foto’s te
bekijken.
K-knop
Druk op X om op de huidige foto in te
W-knop
zoomen. Om meerdere foto’s te bekijken,
druk op W wanneer een foto
schermvullend wordt weergegeven.
Om het afspelen te beëindigen en naar de opnamestand terug te
keren, druk de ontspanknop half in.
De C-knop
A
Tijdens weergave kunt u eveneens foto’s voor
schermweergave selecteren door de C-knop
ingedrukt te houden, de camera naar links of
rechts te kantelen om het gewenste beeld te
markeren en vervolgens de knop te ontspannen
om de gemarkeerde foto schermvullend weer te
geven (0 96).
Zie ook
A
Zie pagina 98 voor diashowopties.
44
X-knop
Foto’s wissen
Druk op O om de huidige foto te wissen. Merk op dat eenmaal
gewiste foto’s niet kunnen worden hersteld.
Geef de foto weer.
1
Geef de foto weer die u wenst te wissen, zoals beschreven op de
voorgaande pagina.
Druk op O.
2
Er wordt een bevestigingsvenster
weergegeven.
Wis de foto.
3
Druk opnieuw op O om de foto te wissen
en ga terug naar weergave, of druk op
K om af te sluiten zonder de foto te
wissen.
z
O-knop
Meerdere foto’s wissen
A
De optie Wissen in het weergavemenu (0 98) kan worden gebruikt om
alle of geselecteerde foto’s te wissen.
45
Gezichtprioriteit
A
De camera detecteert en stelt scherp op
personen (gezichtprioriteit). Een dubbele gele
rand wordt weergegeven wanneer de camera
een persoon voor de camera detecteert
(wanneer de camera meerdere gezichten,
maximaal vijf, detecteert, selecteert de camera
het onderwerp dat het dichtst bij is). Druk de
z
ontspanknop half in om scherp te stellen op het onderwerp in de dubbele
gele rand. De rand verdwijnt uit de schermweergave als de camera niet
langer in staat is het onderwerp te detecteren (omdat het onderwerp
bijvoorbeeld wegkijkt).
Automatische onderwerpselectie
A
In de automatische stand analyseert de camera
automatisch het onderwerp en selecteert de
geschikte scène. Het geselecteerde onderwerp
wordt in de monitor weergegeven.
c Portret: Portretten van mensen.
d Landschap: Landschappen en stadsgezichten.
f Nachtportret: Portretten tegen een donkere achtergrond.
e Close-up: Onderwerpen dicht bij de camera.
g Nachtlandschap: Slecht belichte landschappen en stadsgezichten.
Automatisch: Onderwerpen die niet in de hierboven vermelde
Z
categorieën vallen.
Automatisch uitschakelen
A
Als er gedurende ongeveer één minuut geen handelingen worden
uitgevoerd, zal de camera automatisch uitschakelen en begint het aan/uitlampje te knipperen. De camera kan opnieuw worden geactiveerd door de
ontspanknop te bedienen. Als er gedurende ongeveer drie minuten geen
handelingen worden uitgevoerd nadat het weergavescherm werd
uitgeschakeld, zal de camera automatisch uitschakelen.
Scènepictogram
46
Livebeeldaanpassing
Met livebeeldaanpassingen kunt u
instellingen aanpassen zonder de
opnameweergave te verlaten, zodat u van
tevoren kunt bekijken hoe de wijzigingen
van invloed zijn op uw foto’s. Druk op 1 (&)
om beschikbare livebeeldaanpassingen in
de automatisch stand te bekijken. Markeer
een aanpassing en druk op J om te
selecteren, druk vervolgens op 1 of 3 om
de aanpassing aan te passen en druk op J
om naar de opnamestand terug te keren.
Druk opnieuw op 1 (&) om de aanpassing
te annuleren.
Actieve D-Lighting: Behoud details in hoge
lichten en schaduwen voor een natuurlijk
contrast.
z
Meer effect
Actieve D-Lighting: Hoog
Actieve D-Lighting: Laag
Achtergrond verzachten: Verzacht
achtergronddetails om een onderwerp er
uit te laten springen, of stel zowel
achtergrond als voorgrond scherp.
Achtergrond verscherptAchtergrond verzacht
Minder effect
Achtergrond verscherpen
Achtergrond verzachten
47
Bewegingsaanpassing: Suggereer beweging
door bewegende voorwerpen onscherp te
maken, of “bevries” bewegingen om
bewegende voorwerpen duidelijk vast te
leggen.
z
Beweging stilzetten
Beweging onscherp
maken
Beweging stilzettenBeweging onscherp
maken
Helderheidsaanpassing: Maak foto’s lichter of
donkerder.
Livebeeldaanpassing
D
Continu-opname is niet beschikbaar (0 87) en de ingebouwde flitser kan
niet worden gebruikt wanneer livebeeldaanpassing actief is. Het indrukken
van de filmopnameknop annuleert livebeeldaanpassing.
48
Lichter
DonkerderLichterDonkerder
Een creatieve stand kiezen
Kies de creatieve stand om instellingen aan het onderwerp of de
situatie aan te passen, om foto’s te maken met behulp van speciale
effecten of om sluitertijd en diafragma te regelen.
Selecteer w-stand.
1
Druk op de G-knop om de menu’s
weer te geven. Selecteer
Opnamestand, markeer vervolgens
w (creatieve stand) en druk op J
(0 27).
Kies een scène.
2
Druk op 1 (&) en markeer een scène
met behulp van de multi-selector
(0 50).
Druk op J om de gemarkeerde scène te
selecteren. Uw selectie wordt
aangeduid door een pictogram in de
schermweergave.
z
49
Een stand kiezen die overeenkomt met het onderwerp of de
situatie
Kies een creatieve stand overeenkomstig het onderwerp of de
situatie:
OptieBeschrijving
z
Automatisch programma (P)
Sluitertijdvoorkeuze (S)
Diafragmavoorkeuze (A)
Handmatig (M)U regelt zowel sluitertijd als diafragma (0 55).
Onder water
(4 (5, 6))
Nachtlandschap (j)
De camera stelt de sluitertijd en het diafragma in
voor een optimale belichting (0 52). Aanbevolen
voor snapshots en in andere situaties met weinig tijd
om de camera-instellingen aan te passen.
U kiest de sluitertijd; de camera selecteert een
diafragma voor de beste resultaten (0 53). Gebruik
om beweging stil te zetten of onscherp te maken.
U kiest het diafragma; de camera selecteert een
sluitertijd voor de beste resultaten (0 54). Gebruik
om de achtergrond onscherp te maken of om zowel
de voorgrond als achtergrond scherp te stellen.
Maak onderwaterfoto’s (0 65, 66).
Leg weinig licht vast in nachtscènes. Telkens
wanneer de ontspanknop volledig wordt ingedrukt,
maakt de camera een serie opnamen en combineert
ze; tijdens het verwerken wordt een bericht
weergegeven en kunnen er geen foto’s worden
gemaakt. De flitser flitst niet en de randen van foto’s
worden bijgesneden. Merk op dat de gewenste
resultaten mogelijk niet kunnen worden verkregen
als de camera of het onderwerp tijdens de opname
beweegt; als de camera de afbeeldingen niet kan
combineren, wordt een waarschuwing
weergegeven en wordt er slechts één foto gemaakt.
50
OptieBeschrijving
Nachtportret (o)
Tegenlicht (m)Fotografeer onderwerpen met tegenlicht (0 57).
Eenvoudig panorama (p)
Zacht (q)
Miniatuureffect (r)
Selectieve kleur (s)
Leg een verlichte achtergrond vast in portretten die's
nachts of onder weinig licht zijn gemaakt. Telkens
wanneer de ontspanknop volledig wordt ingedrukt,
maakt de camera een serie opnamen, sommige met
en sommige zonder de flitser, en combineert ze;
tijdens het verwerken wordt een bericht
weergegeven en kunnen er geen foto’s worden
gemaakt. Klap de ingebouwde flitser op voordat u
gaat fotograferen; er wordt geen foto gemaakt als de
flitser niet is opgeklapt. Merk op dat
foto’s worden uitgesneden en dat
resultaten mogelijk niet worden verkregen als de
camera of het onderwerp beweegt tijdens het
vastleggen; als de camera niet in staat is om de
beelden te combineren, wordt een waarschuwing
weergegeven en maakt de camera één foto met de
flitser.
Maak panorama’s om ze op een later moment op de
camera te bekijken (0 58).
Maak foto’s met een
zacht filtereffect. Druk op
J
om de hoeveelheid
verzachting te kiezen
wanneer het beeld via
het objectief wordt
weergegeven, markeer
een optie met behulp
van de multi-selector en druk op J om te selecteren.
De boven- en onderkant van elke foto worden
onscherp gemaakt, zodat het onderwerp op een
diorama lijkt dat op korte afstand werd
gefotografeerd. Werkt het best bij het fotograferen
vanaf een hoog zichtpunt.
Maak foto’s waarin
alleen een
geselecteerde tint in
kleur verschijnt. Druk op
J om de tint te kiezen
wanneer het beeld via
het objectief wordt
weergegeven en
gebruik de multi-selector en J-knop.
de randen van
de gewenste
z
51
Foto’s maken in de standen P, S, A en M
W-knop
X-knop
De standen P, S, A en M bieden verschillende regelniveaus voor
sluitertijd en diafragma. Kies een stand en pas de instellingen aan
uw creatieve wensen aan.
❚❚ P Automatisch programma
In deze stand past de camera automatisch de sluitertijd en het
diafragma aan voor een optimale belichting in de meeste situaties.
z
Deze stand wordt aanbevolen voor snapshotfoto’s en andere
situaties waarin u de sluitertijd en het diafragma door de camera
wilt laten bepalen.
Een combinatie van sluitertijd en diafragma kiezen
A
Hoewel de door de camera gekozen sluitertijd
en het diafragma optimale resultaten
produceren, kunt u ook uit andere combinaties
kiezen die dezelfde belichting (“flexibel
programma”) produceren. Druk op X voor grote
diafragma’s (lage f-waarden) die
achtergronddetails onscherp maken of korte
sluitertijden die beweging “bevriezen”, W voor
kleine diafragma’s (hoge f-waarden) die
scherptediepte vergroten of lange sluitertijden
die beweging onscherp maken. U wordt
weergegeven terwijl flexibel programma actief
is.
Standaardinstellingen voor sluitertijd en diafragma herstellen
A
Om de standaardinstellingen voor sluitertijd en diafragma te herstellen,
druk op X of W tot U niet langer wordt weergegeven of schakel de camera
uit. De standaardinstellingen voor sluitertijd en diafragma worden
automatisch hersteld wanneer de camera naar de stand-by-stand gaat.
52
❚❚ S Sluitertijdvoorkeuze
W-knop
X-knop
In sluitertijdvoorkeuze kiest u de sluitertijd terwijl de camera
automatisch het diafragma selecteert dat de optimale belichting
oplevert. Gebruik lange sluitertijden om beweging te suggereren
door bewegende voorwerpen onscherp te maken en beweging van
snelle sluitertijden te “bevriezen”.
z
Korte sluitertijd (
1
/
1600 sec.)Lange sluitertijd (1 sec.)
Een sluitertijd kiezen
Gebruik de X- en W-knoppen om te kiezen
uit sluitertijden tussen 30 sec. en
1
/
16.000 sec.
Druk op X voor kortere sluitertijden, W
voor langere sluitertijden.
Continu-opname
A
De geselecteerde sluitertijd kan veranderen als de beeldsnelheid voor
continu-opname (0 87) hoger is dan 15 bps.
53
❚❚ A Diafragmavoorkeuze
W-knop
X-knop
In diafragmavoorkeuze kunt u het diafragma kiezen terwijl de
camera automatisch de sluitertijd selecteert die de optimale
belichting oplevert. Grote diafragma’s (lage f-waarden)
verminderen de scherptediepte, zodat voorwerpen achter en voor
het hoofdonderwerp onscherp zijn. Kleine diafragma’s (hoge
f-waarden) verhogen de scherptediepte, zodat details in de
z
achter- en voorgrond er uitspringen. Een beperkte scherptediepte
wordt doorgaans gebruikt in portretten om achtergronddetails
onscherp te maken, terwijl een grote scherptediepte wordt gebruikt
voor landschapsfoto’s om zowel de voorgrond als de achtergrond
scherp te stellen.
Groot diafragma (f/5.6)Klein diafragma (f/16)
Een diafragma kiezen
Druk op W voor grotere diafragma’s (lagere
f-waarden), X voor kleinere diafragma’s
(hogere f-waarden).
54
❚❚ M Handmatig
W-knop
X-knop
Sluitertijd
Druk op 2 om diafragma
te markeren.
Diafragma
Druk op 2 om sluitertijd te
markeren.
In de handmatige stand bedient u zowel sluitertijd als diafragma.
Sluitertijd en diafragma kiezen
Pas sluitertijd en diafragma aan met
betrekking tot de belichtingsaanduiding
(zie hieronder). Druk op 2 om sluitertijd of
diafragma te markeren en gebruik de X- en
W-knoppen om een waarde te kiezen,
herhaal dit voor het overgebleven item.
Druk op X voor kortere sluitertijden of
kleinere diafragma’s (hogere f-waarden),
W voor langere sluitertijden en grotere
diafragma’s (lagere f-waarden).
Sluitertijden kunnen worden ingesteld op
een hoge snelheidswaarde van
een lage snelheidswaarde van 30 sec., of op
“Bulb” om de sluiter voor onbepaalde tijd
open te houden voor een lange
tijdopname.
1
/
16.000 sec. of
z
55
De belichtingsaanduiding
A
Wanneer er sluitertijden anders dan “Bulb” zijn
geselecteerd, toont de belichtingsaanduiding
of de foto bij de huidige instellingen onder- of
overbelicht zou zijn.
z
Optimale belichtingOnderbelicht met
1
/
3 LWOverbelicht met meer
dan 2 LW
56
Tegenlicht
De methode die wordt gebruikt voor het vastleggen van details in
schaduwgebieden van onderwerpen met tegenlicht is afhankelijk
van de optie die is geselecteerd voor HDR in het opnamemenu
(0 99).
Details in hoge lichten en schaduwen blijven bewaard met behulp van
HDR (hoog dynamisch bereik); Z verschijnt op het scherm. Telkens
wanneer de ontspanknop volledig wordt ingedrukt, maakt de camera
snel opeenvolgend twee opnamen en combi neert deze zodat details in
hoge lichten en schaduwen in onderwerpen met veel contrast
bewaard blijven; de ingebouwde flitser flitst niet. Terwijl de opnamen
worden gecombineerd, wordt een bericht weergegeven en wordt de
ontspanknop uitgeschakeld. Zodra het verwerken is voltooid, wordt de
Aan
definitieve foto weergegeven.
+
z
Eerste belichting
(donkerder)
De flitser flitst om schaduwen in onderwerpen met tegenlicht “in te
vullen” (verlichten). Er wordt slechts één opname gemaakt wanneer de
Uit
ontspanknop volledig wordt ingedrukt en de flitser flitst bij elke
opname. Er worden geen foto’s gemaakt als de ingebouwde flitser niet
is opgeklapt; klap de flitser omhoog voordat u begint met fotograferen.
HDR-foto’s kadreren
D
De randen van het beeld worden bijgesneden. De gewenste resultaten
worden mogelijk niet verkregen als de camera of het onderwerp beweegt
tijdens de opname. Afhankelijk van het onderwerp kunnen arceringen
ongelijk zijn en kunnen schaduwen verschijnen rondom heldere objecten
of halo’s rondom donkere objecten. Als de camera de twee beelden niet
succesvol kan combineren, wordt een enkel beeld bij normale belichting
vastgelegd en wordt Actieve D-Lighting (0 99) toegepast.
Tweede belichting
(helderder)
Gecombineerd
HDR-beeld
57
Eenvoudig panorama
Volg de onderstaande stappen om panorama’s te maken. Tijdens de
opname stelt de camera scherp met behulp van automatisch
veld-AF; gezichtdetectie is niet beschikbaar. Belichtingscorrectie
kan worden gebruikt, maar zal de ingebouwde flitser niet flitsen.
Stel scherpstelling en belichting in.
1
z
Kadreer het begin van het
panorama en druk de
ontspanknop half in. Er
verschijnen hulplijnen in de
schermweergave.
Start de opname.
2
Druk de ontspanknop
volledig in en til vervolgens
uw vinger van de knop. De
pictogrammen a, c, d en b
verschijnen in de
schermweergave om de
mogelijk panrichtingen aan
te geven.
Pan de camera.
3
Pan de camera langzaam omhoog,
omlaag, links of rechts, zoals hieronder
aangeduid. De opname start zodra de
camera de richting voor het pannen
detecteert en er verschijnt een
voortgangsaanduiding in de
schermweergave. De opname eindigt
automatisch zodra het einde van het
panorama is bereikt.
Voortgangsaanduiding
58
Een voorbeeld hoe te pannen met de camera wordt hieronder
aangeduid. Zonder uw positie te wijzigen, pan de camera
horizontaal of verticaal in een regelmatige curve. Stel de te
pannen tijd vast overeenkomstig de optie die is geselecteerd
voor Beeldformaat in het opnamemenu: ongeveer 15 seconden
zijn nodig om het pannen te voltooien wanneer A Normaal panorama is geselecteerd, ongeveer 30 seconden wanneer
B Breed panorama is geselecteerd.
Panorama’s
A
Groothoekobjectieven met veel vertekening kunnen mogelijk niet het
gewenste resultaat opleveren. Er wordt een foutbericht weergegeven als de
camera te snel of onvast wordt gepand.
Het voltooide panorama zal enigszins kleiner zijn dan het gebied dat
zichtbaar is in de schermweergave tijdens de opname. Er wordt geen
panorama opgenomen als de opname eindigt voordat deze halverwege is;
als de opname eindigt voorbij de helft maar vóór voltooiing van het
panorama, wordt het niet-opgenomen deel in grijs aangeduid.
z
59
❚❚ Panorama’s bekijken
Panorama’s kunnen worden bekeken door op J te drukken
wanneer een panorama in volledig scherm wordt weergegeven
(0 44). Bij de start zal het panorama op het kleinste formaat de
schermweergave vullen, waarna de camera in de oorspronkelijke
panrichting door de foto beweegt.
z
Navigatievenster Gids
U kunt de volgende bewerkingen uitvoeren:
FunctieKnopBeschrijving
PauzePauzeer weergave.
Terug naar
schermvullende
weergave
60
AfspelenJ
Vooruit/
achteruit
Hervat het afspelen wanneer het panorama
wordt gepauzeerd of tijdens achteruit/vooruit.
Druk op 4 om achteruit en op 2 om vooruit te
gaan. Als het afspelen wordt gepauzeerd, gaat
het panorama één segment per keer achteruit
of vooruit; houd de knop ingedrukt om
ononderbroken achteruit of vooruit te gaan.
Druk op 1 of K om schermvullende
/K
weergave af te sluiten.
Onderwaterfotografie
P
Een camera met een bevestigd special-purpose waterdicht objectief
kan worden gebruikt bij diepten tot maximaal 15 m gedurende
60 minuten per keer. Lees en begrijp eerst de instructies in deze
paragraaf voordat u de camera onder water gebruikt en verwijder
riemen die uitsluitend zijn bedoeld voor gebruik aan land
(handriemen, apart verkrijgbaar bij uw winkelier, worden
aanbevolen om verlies tijdens onderwatergebruik te voorkomen).
Belangrijk: Voorzorgsmaatregelen
Om binnendringen van water of andere schade te voorkomen,
moeten de volgende voorzorgsmaatregelen in acht worden
genomen bij onderwatergebruik van de camera:
• Zorg ervoor dat een special-purpose waterdicht objectief is
bevestigd. De camera is niet waterdicht wanneer er geen
waterdicht objectief is bevestigd, terwijl waterdichte objectieven
alleen waterdicht zijn wanneer ze aan de camera zijn bevestigd.
Stel de camera niet bloot aan water wanneer er geen waterdicht
objectief is bevestigd en stel evenmin een waterdicht objectief
bloot aan water wanneer het niet aan de camera is bevestigd.
• Het plotselinge temperatuurverschil veroorzaakt doordat de
camera mee het water in is genomen nadat deze op het strand, in
direct zonlicht of op andere plaatsen heeft gelegen en is
blootgesteld aan hoge temperaturen, kan tot gevolg hebben dat
zich waterdruppels vormen aan de binnenkant van de camera of
het objectief, wat tot mogelijke schade aan de producten kan
leiden.
• Verwijder het objectief niet onder water, open niet de connector
of het deksel van het batterijvak/de geheugenkaartsleuf en bedien
niet de objectiefontgrendeling of de vergrendelingen of
veiligheidssloten op de connector en de deksels van het
batterijvak/de geheugenkaartsleuf terwijl de camera wordt
ondergedompeld.
• Laat het product niet langer dan 60 minuten per keer
ondergedompeld in water en stel het niet bloot aan diepten die
dieper zijn dan 15 m of aan stroomversnellingen, krachtige
waterstralen uit een kraan, watervallen of ander water onder hoge
druk. Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan het
product blootstellen aan druk die hoog genoeg is om
binnendringen van water te veroorzaken.
P
61
• Stel de camera niet bloot aan water dat kouder is dan 0 °C of
warmer is dan 40 °C. Neem de camera niet mee in
heetwaterbronnen of baden.
•
Duik niet met de camera in het water, laat niet vallen, plaats niet onder
zware voorwerpen of stel niet anderszins bloot aan hevige schokken
of overmatige fysieke druk of kracht. Onder overmatige externe druk
kan de camera vervormen en gevoelig worden voor lekkages.
•
Het niet in acht nemen van de juiste procedures voor of tijdens het
gebruik kan, door binnendringen van water, onherstelbare schade
aan het product tot gevolg hebben. Mocht het product lekken, stop
P
dan onmiddellijk het gebruik, droog de camera en het objectief en
raadpleeg een door Nikon geautoriseerde servicevertegenwoordiger.
• De camera kan niet drijven. Laat de camera niet vallen terwijl u in
of op het water bent.
• Er kan condensvorming optreden aan de binnenzijde van het
objectief of de monitor als het product wordt blootgesteld aan
snelle temperatuurswisselingen, bijvoorbeeld wanneer het
product vanuit een warme locatie aan land in koud water wordt
gelegd, vanuit koude buitenlucht in een warme kamer wordt
gelegd of het deksel van het batterijvak/de geheugenkaartsleuf
wordt geopend of gesloten, of wanneer objectieven op een
vochtige plaats worden bevestigd en verwijderd. Dergelijke
condensvorming zal geen defect of andere schade veroorzaken.
Voordat u de camera onder water gebruikt
Voordat de camera onder water wordt gebruikt, moet de volgende
checklist worden voltooid.
Hebt u de riem verwijderd die uitsluitend bedoeld is voor gebruik aan land?
We raden u aan een handriem te bevestigen (apart verkrijgbaar bij uw
winkelier) alvorens de camera mee het water in te nemen.
Hebt u het special-purpose waterdichte objectief bevestigd (0 33)?
62
Hebt u de batterij en geheugenkaart geplaatst (0 32)?
Verwijder zand, stof, haar en ander vuil onder de connector en deksels van
het batterijvak/de geheugenkaart om binnendringen van water en andere
schade te voorkomen, en gebruik een blaasbalgje of wattenstaafje om vuil
binnenin de camera te verwijderen (let op dat u bij het gebruik van een
wattenstaafje geen draadvezels achterlaat). Als de waterdichte sleuf is
gebarsten, vervormd of beschadigd, raadpleeg een door Nikon
geautoriseerde servicevertegenwoordiger.
Zorg ervoor dat de connector en deksels van het batterijvak/de
geheugenkaartsleuf volledig gesloten zijn, dat de handriem niet in één van
de deksels verstrikt raakt en dat de vergrendelingen en veiligheidssloten zich
in de getoonde posities bevinden.
P
63
De laatste controle
Na het doorlopen van de pre-shooting
checklist op pagina 62 en na bevestiging
dat het special-purpose waterdichte
objectief is bevestigd en de connector en
deksels van het batterijvak/de
geheugenkaartsleuf gesloten en beveiligd
zijn, dompel de camera onder in schoon
water, schakel in en test de zoomring en camerabedieningen om er
zeker van te zijn dat ze normaal functioneren en dat de camera niet
P
lekt. Om binnendringen van water of andere schade te voorkomen,
bedien niet de ontgrendelingsknop of de vergrendeling of
beveiligingssloten op de connector en deksels van het batterijvak/
de geheugenkaartsleuf.
Mocht u opmerken dat er lucht ontsnapt rondom de
objectiefvatting of de connector en deksels van het batterijvak/de
geheugenkaartsleuf, beëindig dan de test en haal onmiddellijk de
camera uit het water (lucht die ontsnapt uit de drukegalisatieontluchting en afdekkingen van microfoon en luidspreker is
normaal en duidt niet op een defect). Maak de camera en het
objectief grondig droog en controleer of de O-ring en connector en
deksels van het batterijvak/de geheugenkaartsleuf goed zijn
afgedicht. Raadpleeg een door Nikon geautoriseerde
servicevertegenwoordiger als u ontdekt dat de camera lekt bij
normaal gebruik.
64
Foto’s maken onder water
Volg de onderstaande stappen om foto’s in de “Onder water”-stand
te maken.
Zet de camera aan.
1
Druk op de hoofdschakelaar om de
camera in te schakelen.
Selecteer w-stand.
2
Druk op de G-knop om de menu’s
weer te geven en selecteer vervolgens
Opnamestand, markeer w (creatieve
stand) en druk op J (0 27).
Selecteer Onder water.
3
Druk op 1 (&) om het creatieve menu
weer te geven. Markeer Onder water en
druk op J om
onderwaterverwerkingsopties weer te
geven.
P
65
Kies een optie.
Blauwer
Groener
4
Markeer één van de volgende opties en
druk op J om de gemarkeerde optie te
selecteren en keer terug naar de
opnameweergave.
• 4 Standaard: Standaardverwerking
voor evenwichtige resultaten bij het
fotograferen langs de kust of in ondiep
water.
P
• 5 Duiken: Levendige kleuren voor
diepere wateren.
• 6 Close-up: Verbeterd contrast voor
onderwaterclose-ups.
Maak foto’s.
5
Om foto’s te maken, druk de
ontspanknop half in om scherp te
stellen en druk volledig in om de foto te
maken. Ongeacht of de camera wel of
niet is scherpgesteld, wordt de sluiter
ontspannen. Met behulp van de
filmopnameknop kunnen films worden
opgenomen.
Onderwaterstand
A
De optie Onder water in de creatieve stand
corrigeert automatisch de blauwe zweem in
onderwaterverlichting. Kleuren kunnen vooraf
in de monitor worden bekeken en handmatig
worden aangepast of worden aangepast met
behulp van de voorinstellingsopties; de
resultaten zijn van toepassing op zowel foto’s
als films. Om de blauwgroene balans
handmatig aan te passen, druk op J in de
opnameweergave en druk vervolgens op 1 of
3. Druk op J om af te sluiten wanneer de
kleuren naar uw tevredenheid zijn aangepast.
Ontspanknop
Filmopnameknop
66
Tips en trucs voor onderwaterfotografie
De volgende functies kunnen handig zijn wanneer u
onderwaterfoto’s maakt.
Automatische vertekeningscorrectie
Om vertekening te regelen bij
onderwateropnamen, selecteer Aan
(onder water) voor Autom.
vertekeningscorr. in het opnamemenu
(0 99). Deze optie is alleen beschikbaar
wanneer er een special-purpose
onderwaterobjectief is bevestigd.
De ingebouwde flitser
Druk op de pop-upknop voor de flitser om de flitser voor
onderwatergebruik op te klappen (0 91). Merk op dat handmatige
kleuraanpassing niet beschikbaar is wanneer de flitser wordt
gebruikt in combinatie met de optie Onder water (0 66).
Waterstroming kan de flitser gedeeltelijk omlaag drukken, wat
vignettering veroorzaakt (0 94).
Zie ook
A
Deze Onder water-witbalansoptie kan worden gebruikt om blauwe zweem
in onderwaterverlichting te corrigeren (0 100).
P
67
De dieptemeter
Met behulp van de dieptemeter kunt u uw
diepte bekijken tijdens het fotograferen of
de diepte insluiten in de foto-informatie
geregistreerd bij het maken van een foto.
Zet de meter op nul voordat u in het water
gaat (0 70).
❚❚ Diepte bekijken
P
Selecteer Locatiegegevens opslaan.
1
Selecteer in het setup-menu
Locatiegegevens, markeer vervolgens
Locatiegegevens opslaan en druk op
2.
Selecteer Ja.
2
Markeer Ja en druk op J.
Selecteer Hoogte/dieptemeter.
3
Selecteer in het setup-menu Opties
hoogte/diepte, markeer vervolgens
Hoogte/dieptemeter en druk op 2.
68
Selecteer Dieptemeter.
4
Markeer Dieptemeter en druk op J.
Sluit de menu’s af.
5
Druk de ontspanknop half in om de
menu’s af te sluiten.
Geef de dieptemeter weer.
6
Druk op de $-knop om de
dieptemeter weer te geven (0 25).
De dieptemeter
A
De dieptemeter van de camera is niet bedoeld
als vervanging voor gespecialiseerde
duikmeters; de getoonde diepten zijn slechts
benaderingen. De schermweergave toont
geen diepten van meer dan 20 m; diepten van
meer dan 15 m worden rood aangeduid.
P
69
❚❚ De dieptemeter op nul instellen
Volg de onderstaande stappen om de dieptemeter op nul in te
stellen.
Selecteer Hoogte-/dieptecorrectie.
1
Selecteer in het setup-menu Opties
hoogte/diepte, markeer vervolgens
Hoogte-/dieptecorrectie en druk op 2.
P
Selecteer Handmatig corrigeren.
2
Markeer Handmatig corrigeren en
druk op 2.
Stel de dieptemeter in op nul.
3
Druk op 4 of 2 om cijfers te markeren
en druk op 1 of 3 om te wijzigen. Druk
op J zodra de instellingen zijn voltooid.
Zie ook
A
Zie pagina 101 voor informatie over het aanpassen van de hoogte- en
diepteopties.
70
Na onderwatergebruik van de camera
De camera en het objectief moeten binnen 60 minuten na
onderwatergebruik worden gereinigd. Terwijl het objectief is
bevestigd, dompel de camera onder in schoon water om zout en
ander vuil te verwijderen. Het niet in acht nemen van deze
voorzorgsmaatregel kan schade, verkleuring, roest, vieze geuren of
gevoeligheid voor lekkages tot gevolg hebben.
Voor het reinigen van de camera en het objectief
D
Reinig het product binnenshuis in een ruimte die niet wordt blootgesteld aan
zand of nevel en vergeet niet de voorlensdop van het objectief en water,
zout, zand of ander vuil van uw handen of haar te verwijderen, alvorens
verder te gaan. Open niet de connector of het deksel van het batterijvak/de
geheugenkaartsleuf voordat al het vuil is verwijderd en de camera droog is.
Maak de camera gereed.
1
Zorg ervoor dat het special-purpose
waterdichte objectief is bevestigd en
dat de connector en het deksel van het
batterijvak/de geheugenkaartsleuf
gesloten zijn met de vergrendelingen en
veiligheidssloten in de getoonde
posities.
Dompel de camera en het objectief onder.
2
Terwijl het objectief is bevestigd,
dompel gedurende 10 minuten de
camera in een bad met schoon water.
Om binnendringen van water of andere
schade te voorkomen, open niet de
cameraconnector of het deksel van het
batterijvak/de geheugenkaartsleuf
terwijl de camera wordt
ondergedompeld.
P
71
P
Reinig de zoomring en camerabedieningen.
3
Let op dat u de objectiefontgrendeling of
de vergrendeling of veiligheidssloten op
de connector en deksels van het
batterijvak/de geheugenkaartsleuf niet
aanraakt, druk op de pop-upknop voor
de flitser om de ingebouwde flitser op te
klappen en beweeg enkele keren de
camera voorzichtig van de ene naar de andere zijde en bedien
vervolgens de zoomring van het objectief en de resterende
camerabedieningen om zout en ander vuil te verwijderen.
Veeg droog.
4
Droog de camera en objectiefcilinder met
een zachte, droge doek. Water,
vingerafdrukken en ander vuil op het
voorste objectiefelement moeten
onmiddellijk worden verwijderd door
voorzichtig het glas met een zachte, droge
doek af te vegen. Gebruik geen kracht.
Bewaar in de schaduw.
5
Plaats, zonder het objectief te
verwijderen, de camera op een droge
doek zoals aangeduid en laat het drogen
in een schaduwrijke, goed geventileerde
ruimte. Water stroomt weg uit de
zoomring, de drukegalisatie-ontluchting
en de gaten in de afdekking van de
microfoon en luidspreker.
Reinig de binnenzijden van de afdekkingen.
6
Na bevestiging dat er geen water of
ander vuil op de camera is
achtergebleven, open langzaam de
connector en deksels van het
batterijvak/de geheugenkaartsleuf en
verwijder waterdruppels, zand of ander
vuil uit het binnenste met een zachte,
droge doek.
72
Om te voorkomen dat water in de camera valt terwijl de
afdekkingen zijn geopend, houdt u de camera zodanig vast dat
de afdekkingen neerwaarts openen.
Verwijder het objectief.
7
Nadat u hebt gecontroleerd of het
objectief en de camera droog zijn,
bevestig het objectief en veeg de
O-ringafdichting van het objectief af
met een zachte, droge doek om vuil te
verwijderen. Merk op dat er nog steeds
water tussen de camera en het objectief
kan zitten; om te voorkomen dat water
op de stofbescherming of het objectief
valt bij het verwijderen van het
objectief, moet de camera horizontaal
worden vastgehouden en het objectief
langzaam worden verwijderd.
De O-ring
De camera gebruikt een O-ring om een waterdichte afdichting te
vormen. Verkeerd gebruik van de O-ring kan lekkages produceren.
Controleer de staat van de O-ring zoals hieronder beschreven bij
onderwatergebruik van de camera of wanneer er vuil op de O-ring is
aangetroffen bij het verwijderen van het objectief.
Verwijder de O-ring.
1
Rek de O-ring enigszins uit door uw
vingers langs beide zijden van de O-ring
te schuiven en verwijder deze van de
camera (u kunt ook een optionele
O-ringverwijderaar gebruiken; 0 108).
Oefen niet te veel kracht uit en gebruik
niet uw vingernagels, metalen
voorwerpen of randen van puntig
gereedschap.
P
73
P
Reinig de O-ring.
2
Reinig de O-ring grondig in schoon water en droog grondig af.
Gebruik geen benzeen, thinner, alcohol, zeep, neutrale
reinigingsmiddelen of andere reinigingsproducten, want deze
kunnen de O-ring beschadigen of verzwakken.
Inspecteer de O-ring.
3
Verwijder vuil met een zachte, droge
doek en let daarbij op dat er geen
weefsel of draadvezels achterblijven op
de O-ring. Buig voorzichtig de O-ring om
te controleren op barsten of andere
schade.
Inspecteer de O-ringgeleider.
4
Gebruik een blaasbalgje of wattenstaafje
om vuil van de O-ringgeleider te
verwijderen. Zorg ervoor dat alle
draadvezels worden verwijderd die zijn
achtergelaten door het wattenstaafje.
Smeer de O-ring.
5
Plaats een druppel siliconenvet in een
plastic zakje en gebruik uw vingers om
het vet door het zakje te verspreiden
(q), plaats vervolgens de O-ring in het
zakje en masseer het zakje zodat de ring
met een laagje vet wordt bedekt (w).
74
Plaats de O-ring terug.
6
Zodra het zeker is dat de O-ring en
geleider vrij zijn van vuil, plaatst u de
O-ring zodanig dat deze gelijkmatig op
hetzelfde niveau helemaal rond de
O-ring loopt zonder overmatig
uitrekken en zonder uitsteken van de
geleider.
O-ringen
D
De O-ring vereist periodieke vervanging. Vervang de O-ring onmiddellijk als
deze is beschadigd, gebarsten, kromgetrokken of zijn elasticiteit heeft
verloren. O-ringen moeten ten minste eenmaal per jaar worden vervangen,
zelfs als het product niet is gebruikt; gebruik alleen O-ringen die geschikt
zijn voor gebruik in dit product. O-ringen moeten voor gebruik worden
ingevet en wanneer het oppervlak droog lijkt; het niet in acht nemen van
deze voorzorgsmaatregel kan barsten in de O-ring tot gevolg hebben en
kan water de camera binnendringen.
Siliconenvet
A
De O-ring voorzien van een laagje vet met het meegeleverde siliconenvet
voorkomt slijtage en zorgt ervoor dat het objectief soepel draait. Gebruik
alleen het meegeleverde siliconenvet of het optionele siliconenvet
WP-G1000 (0 108); het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel
kan tot gevolg hebben dat de O-ring wordt uitgerekt of anderszins
vervormd raakt. Vervangende O-ringen en siliconenvet zijn verkrijgbaar bij
een winkelier die Nikon-camera’s verkoopt of een door Nikon
geautoriseerde servicevertegenwoordiger. Gebruik vet niet in grote
hoeveelheden en breng niet aan met papier of een doek, want dit kan
ervoor zorgen dat er stof of vezels op de O-ring blijven kleven, wat het
product gevoelig maakt voor lekkages.
P
75
Onderhoud
D
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht bij het reinigen van de
camera en het objectief na onderwatergebruik.
• Verwijd er nooit het objectief en open nooit de connector of het deksel van
het batterijvak/de geheugenkaartsleuf onder water. Veeg, voorafgaand
aan het verwisselen van objectieven of het openen of sluiten van de
deksels, water weg met een zachte, droge doek en zorg ervoor dat het
product volledig droog is omdat anders water van het objectief of de
deksels in het batterijvak of de geheugenkaartsleuf of op de batterij,
geheugenkaart, waterdichte sleuf, scharnieren of connectoren kan vallen.
Kies schaduwrijke locaties vrij van nevel, wind, stof en zand en controleer
P
op water aan de binnenzijde van de deksels alvorens ze te sluiten. Water
aan de binnenzijde van de deksels kan condensvorming of andere schade
tot gevolg hebben.
• Er kan lucht ontsnappen uit de
drukegalisatie-ontluchting of de afdekkingen
van de microfoon of luidspreker wanneer de
camera wordt ondergedompeld. Dit is
normaal en duidt niet op een defect. Merk op
dat water in de gaten van de microfoon- en
luidsprekerafdekkingen kunnen interfereren
met de geluidskwaliteit; droog de afdekkingen
met een zachte, droge doek maar steek geen scherpe voorwerpen in de
gaten, aangezien dit schade aan de camera kan veroorzaken of deze
gevoelig kan maken voor lekkages.
• Droog de camera of het objectief niet in direct zonlicht of met behulp van
haardrogers of andere elektrische apparaten. Het niet in acht nemen van
deze voorzorgsmaatregel kan de camera, het objectief of de O-ring
beschadigen, wat resulteert in lekkages.
• Benzeen, thinner, alcohol, zeep, neutrale reinigingsmiddelen en andere
reinigingsproducten kunnen de waterdichte sleuf of camerabody
vervormen, wat het product gevoelig kan maken voor lekkages.
• Om ervoor te zorgen dat het product waterbestendig blijft, moet de
waterdichte sleuf eenmaal per jaar worden geïnspecteerd en elke 3 tot
5 jaar worden onderhouden door een door Nikon geautoriseerde
servicevertegenwoordiger. Er worden kosten in rekening gebracht voor
deze diensten.
Vuil op de camera en het objectief
A
Vloeistof op de O-ringafdichting van het objectief of in de connector of het
deksel van het batterijvak/de geheugenkaartsleuf moet onmiddellijk
worden verwijderd met een zachte, droge doek; ander vuil moet met een
blaasbalgje worden verwijderd, waarbij alle kleine deeltjes aan de zijkanten
en op de hoeken van de waterdichte sleuven moeten worden verwijderd.
Vuil op de camerabody kan worden verwijderd met een zachte, droge doek.
76
Films opnemen en bekijken
y
De camera kan high-definition (HD)-films opnemen bij een
beeldverhouding van 16 : 9 en slow motion-films bij een
beeldverhouding van 8 : 3. Filmopname is beschikbaar in de
hieronder vermelde opnamestanden (filmopname is niet
beschikbaar in de standen Beste moment vastleggen en
Bewegingssnapshot).
StandFilmtypeBeschrijving
C Automatische stand (0 40)
w Creatieve stand (0 49)
Automatisch
programma (P)
Sluitertijdvoorkeuze (S)
v
Geavanceer
de filmstand
(0 78, 83)
Diafragmavoorkeuze (A)
Handmatig (M)
Slow motion (y)
HD (16 : 9)
Slow motion
(8 : 3)
De camera optimaliseert
automatisch de
instellingen voor het
huidige onderwerp of de
scène.
Neem films op. Ongeacht
de scène die is
geselecteerd met de
camera worden films in
stand P opgenomen;
sluitertijd en diafragma
worden geregeld door de
camera.
Sluitertijd en diafragma
worden door de camera
geregeld.
U kiest de sluitertijd; de
camera past automatisch
het diafragma aan voor
een optimale belichting
(0 53).
U kiest het diafragma; de
camera past automatisch
de sluitertijd aan voor
een optimale belichting
(0 54).
U kiest de sluitertijd en
het diafragma (0 55).
Leg geluidloze slow
motion-films vast. Films
worden opgenomen bij
400 bps en afgespeeld bij
ongeveer 30 bps (0 83).
y
77
HD-films opnemen
Neem films op met geluid bij een beeldverhouding van 16 : 9.
Zet de camera aan.
1
Druk op de hoofdschakelaar om de
camera in te schakelen.
y
78
Kadreer de beginopname.
2
Kadreer de beginopname door uw
onderwerp in het midden van de
schermweergave te plaatsen.
Het 0-pictogram
A
Een 0-pictogram geeft aan dat er geen films kunnen worden
opgenomen.
Start de opname.
3
Druk op de filmopnameknop om de
opname te beginnen. Tijdens de
opname wordt een opnameaanduiding,
de verstreken tijd en de beschikbare tijd
weergegeven.
Audio-opname
A
Zorg dat de microfoon niet wordt bedekt en
het is mogelijk dat de ingebouwde
microfoon geluiden opneemt die door de
camera of het objectief worden veroorzaakt;
onder water kunnen deze geluiden luider
klinken. Standaard stelt de camera continu
scherp. Het item Opties voor filmgeluid in
het filmmenu beschikt over opties voor
microfoongevoeligheid en windruis
(0 100).
Beëindig de opname.
4
Filmopnameknop
Opnameaanduiding/
verstreken tijd
Beschikbare tijd
Druk opnieuw op de filmopnameknop
om de opname te beëindigen. De
opname wordt automatisch beëindigd
wanneer de maximale lengte is bereikt,
de geheugenkaart vol is, het objectief is
verwijderd of de camera zeer warm
wordt (0 18).
Maximale lengte
A
Bij standaardinstellingen kunnen HD-films maximaal 4 GB groot en
20 minuten lang zijn; merk op dat afhankelijk van de schrijfsnelheid van
de geheugenkaart, de opname mogelijk wordt beëindigd voordat deze
lengte is bereikt (0 113).
Filmopnameknop
y
79
Fotograferen tijdens HD-filmopname
Druk de ontspanknop volledig in om een
foto te maken zonder de HD-filmopname
te onderbreken. Foto’s gemaakt tijdens
filmopname hebben een beeldverhouding
van 3 : 2.
y
Fotograferen tijdens filmopname
A
Er kunnen maximaal 20 foto’s van elke filmopname worden gemaakt. Merk
op dat er geen foto’s kunnen worden gemaakt van slow motion-films.
Scherpstelvergrendeling
A
Als in het filmmenu voor de geavanceerde filmstand Enkelvoudige AF is
geselecteerd voor Scherpstelstand, vergrendelt de scherpstelling terwijl
de ontspanknop half wordt ingedrukt (0 100).
80
Films bekijken
Films worden aangeduid met een 1-pictogram in schermvullende
weergave (0 44). Druk op J om weergave te starten.
1-pictogram/lengte
Aanduiding filmweergave/
huidige positie/totale lengte
GidsVolume
U kunt de volgende bewerkingen uitvoeren:
FunctieKnopBeschrijving
PauzePauzeer weergave.
y
AfspelenJ
Vooruit/
achteruit
Volume
aanpassen
Terug naar
schermvullende
weergave
X/W
Hervat het afspelen wanneer de film wordt
gepauzeerd of tijdens achteruit/vooruit.
Druk op 4 om achteruit en op 2 om vooruit
te gaan. Bij elke druk op de knop wordt de
snelheid verhoogd van 2× naar 4× naar 8×
naar 16×. Als het afspelen wordt gepauzeerd,
gaat de film één beeld per keer achteruit of
vooruit; houd de knop ingedrukt om
ononderbroken achteruit of vooruit te gaan.
Druk op X om het volume te verhogen, W
om te verlagen.
Druk op 1 of K om schermvullende
/K
weergave af te sluiten.
81
Films wissen
O-knop
Druk op O om de huidige film te wissen. Er
wordt een bevestigingsvenster
O
weergegeven; druk opnieuw op
om de fil m
te wissen en terug te keren naar afspelen, of
K
druk op
wissen.
kunnen worden hersteld
om af te sluiten zonder de film te
Merk op dat eenmaal gewiste films niet
.
y
Zie ook
A
De optie Film bewerken in het weergavemenu kan worden gebruikt om
ongewenste filmopnamen van bestaande films bij te snijden (0 98).
Gebruik de optie Filminstellingen in het filmmenu om het beeldformaat
voor HD-films te kiezen (0 100).
De C-knop
A
Tijdens filmweergave en wanneer weergave
wordt gepauzeerd, kunt u vooruit of achteruit
gaan door de C-knop ingedrukt te houden en
de camera naar links of rechts te kantelen
(0 96).
82
Slow motion-films opnemen
Door op 1 (&) te drukken in de geavanceerde filmstand en
y (Slow motion) te selecteren, kunnen geluidloze slow
motion-films met een beeldverhouding van 8 : 3 worden
opgenomen. Slow motion-films worden opgenomen bij 400 bps en
afgespeeld bij ongeveer 30 bps.
Selecteer v-stand.
1
Druk op de G-knop om menu’s weer
te geven en selecteer vervolgens
Opnamestand, markeer v
(Geavanceerde film) en druk op J
(0 27).
Selecteer Slow motion.
2
Druk op 1 (&), markeer vervolgens Slow motion en druk op J.
Kadreer de beginopname.
3
Kadreer de beginopname door uw
onderwerp in het midden van de
schermweergave te plaatsen.
y
83
Stel scherp.
Scherpstelveld
4
y
5
84
Start de opname.
Druk op de filmopnameknop om de
opname te beginnen. Tijdens de
opname wordt een
opnameaanduiding, de verstreken tijd
en de beschikbare tijd weergegeven.
De camera stelt scherp op het
onderwerp in het midden van de
weergave; gezichtsdetectie (0 46) is
niet beschikbaar en scherpstelling en
belichting kunnen niet worden
aangepast.
Filmopnameknop
Opnameaanduiding/
verstreken tijd
Beschikbare tijd
Beëindig de opname.
6
Druk opnieuw op de filmopnameknop
om de opname te beëindigen. De
opname wordt automatisch beëindigd
wanneer de maximale lengte is bereikt,
de geheugenkaart vol is, het objectief is
verwijderd of de camera zeer warm
wordt (0 18).
Maximale lengte
A
Er kunnen maximaal 3 seconden aan filmopnamen worden
opgenomen; merk op dat afhankelijk van de schrijfsnelheid van de
geheugenkaart, de opname mogelijk wordt beëindigd voordat deze
lengte is bereikt (0 113).
Filmopnameknop
y
85
Films opnemen
HD-uitsnede (16 : 9)Slow motion-filmuitsnede
(8 : 3)
D
Flikkering, lijnen of vertekening kunnen zichtbaar zijn in de schermweergave
en in de uiteindelijke film onder tl-licht, kwikdamplampen of
natriumdamplampen, of wanneer de camera horizontaal wordt gepand of
een voorwerp met hoge snelheid door het beeld beweegt (in HD-films kunn en
flikkering en lijnen worden verminderd door een
kiezen die overeenkomt met de netvoeding van het lokale lichtnet zoals
beschreven op pagina 101, maar merk op dat de langst beschikbare sluitertijd
1
/
100
sec. bij
voor slow motion-films). Heldere lichtbronnen kunnen nabeelden achterlaten
wanneer de camera meedraait. Bovendien kunnen gekartelde randen,
kleurranden, moiré en heldere vlekken verschijnen. Richt de camera niet naar
de zon of andere sterke lichtbronnen tijdens het opnemen van films. Het niet
y
in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan leiden tot schade aan de
interne schakelingen van de camera.
De filmuitsnede
A
De filmuitsnede wordt in de monitor weergegeven.
Zie ook
A
Gebruik de optie Beeldsnelheid in het filmmenu om de beeldsnelheid voor
slow motion-films te kiezen (0 100).
50 Hz
1
,
/
60
sec. bij
60 Hz
betreft; flikkerreductie is niet beschikbaar
Flikkerreductie
-optie te
86
Meer informatie over fotografie
t
Deze paragraaf beschrijft andere functies die u kunt gebruiken bij
het maken van foto’s.
Continustand
In continustand (serieopname) maakt de camera foto’s terwijl de
ontspanknop half wordt ingedrukt.
Geef de opties voor de ontspanstand weer.
1
Druk op 4 (C) om de opties voor de
ontspanstand weer te geven.
Selecteer een beeldsnelheid.
2
Markeer de gewenste beeldsnelheid en
druk op J. De beeldsnelheid wordt in
het aantal beelden uitgedrukt dat per
seconde (bps) wordt vastgelegd; kies uit
beeldsnelheiden van circa 5, 15, 30 en
60 bps (respectievelijk 5 fps, 15 fps,
30 fps en 60 fps).
Stel de compositie samen en start de opname.
3
De camera maakt foto’s terwijl de
ontspanknop volledig wordt ingedrukt.
t
87
Continustand
D
Het maximaal aantal opnamen dat kan worden gemaakt in een enkele
serieopname varieert afhankelijk van de ontspanstand. Bij beeldsnelheden
van 30 en 60 bps kunnen maximaal 20 opnamen worden gemaakt in een
enkele serieopname.
De ingebouwde flitser kan worden gebruikt indien 5 fps is geselecteerd,
maar er wordt slechts één foto gemaakt bij elke druk op de ontspanknop; bij
instellingen van 15, 30 en 60 bps zal de ingebouwde flitser niet flitsen.
Het toegangslampje van de geheugenkaart brandt wanneer foto’s op de
geheugenkaart worden vastgelegd. Afhankelijk van de
opnameomstandigheden en de schrijfsnelheid van de geheugenkaart kan
het opnemen enige tijd duren. Als de batterij leeg is voordat alle foto’s zijn
opgeslagen, wordt de ontspanknop uitgeschakeld en worden de
resterende foto’s overgezet naar de geheugenkaart.
Continu-opname is niet beschikbaar in creatieve standen anders dan P, S, A
t
of M of 4 (onder water; 5, 6) in Beste moment vastleggen, geavanceerde
film of de stand Bewegingssnapshot, of wanneer livebeeldaanpassing
wordt gebruikt in de automatische stand (0 47).
Enkel beeld
A
Om slechts één foto te maken telkens wanneer de ontspanknop volledig
wordt ingedrukt, selecteer 8 (enkel beeld, de standaardoptie) voor
Continu/zelfontspanner.
88
Zelfontspannerstanden
De zelfontspanner wordt gebruikt om het ontspannen van de sluiter
met 10, 5 of 2 seconden te vertragen nadat de ontspanknop volledig
is ingedrukt.
Geef de opties voor de ontspanstand weer.
1
Druk op 4 (C) om de opties voor de
ontspanstand weer te geven.
Selecteer de gewenste zelfontspanneroptie.
2
Gebruik de multi-selector om E 10 s,
E 5 s of E 2 s te markeren en druk op J.
Monteer de camera op een statief.
3
Monteer de camera op een statief of plaats de camera op een
stabiele, vlakke ondergrond.
Kadreer en maak de foto.
4
Druk de ontspanknop half in om scherp
te stellen en druk vervolgens de knop
volledig in. Het zelfontspannerlampje
begint te knipperen en er klinkt een
geluidssignaal. Twee seconden voordat
de foto wordt gemaakt, stopt het
zelfontspannerlampje met knipperen en
volgen de geluidssignalen elkaar sneller
op.
t
89
Merk op dat de timer eventueel niet start of dat er eventueel geen
foto kan worden gemaakt als de camera niet kan scherpstellen of als
er zich andere situaties voordoen waarin de sluiter niet kan worden
ontspannen. Het uitschakelen van de camera annuleert de
zelfontspanner.
Filmstand
A
Start en stop de timer in de zelfontspannerstand door de filmopnameknop
in plaats van de ontspanknop in te drukken.
De flitser opklappen
A
Als er extra verlichting is vereist, druk dan de pop-upknop voor de flitser in
om de flitser op te klappen voordat u met fotograferen begint. De opname
wordt onderbroken als de flitser is opgeklapt terwijl de timer aftelt.
Zie ook
A
Voor informatie over het regelen van de signalen die klinken wanneer de
t
zelfontspanner wordt gebruikt, zie pagina 101.
90
De ingebouwde flitser
Gebruik de ingebouwde flitser voor extra verlichting wanneer het
onderwerp slecht belicht is of voor het “invullen” (verlichten) van
onderwerpen met tegenlicht.
Klap de flitser op.
1
Druk op de pop-upknop voor de flitser
om de flitser op te klappen.
Pop-upknop voor de
flitser
Kies een flitsstand (0 92).
2
Druk op 3 (N) op de multi-selector om
een lijst met flitsstanden weer te geven,
gebruik vervolgens de multi-selector om
de gewenste stand te markeren en druk
op J om te selecteren.
Maak foto’s.
3
Het laden begint wanneer de flitser
omhoog wordt geklapt; zodra het laden
is voltooid, wordt een
flitsgereedaanduiding (N) weergegeven
wanneer de ontspanknop half wordt
ingedrukt.
t
91
❚❚ Flitsstanden
Synchronisatie op het
eerste gordijn
Synchronisatie op het
tweede gordijn
De beschikbare opties variëren afhankelijk van de opnamestand.
• N (invulflits): De flitser flitst bij elke opname.
• NY (rode-ogenreductie): Gebruik voor portretten. De flitser flitst bij
elke opname, maar voordat de flitser flitst, brandt het lampje van
de rode-ogenreductie om “rode ogen” te verminderen. Niet
beschikbaar in de stand 4 (onder water; 5, 6).
• NYp(rode-ogenreductie + synchronisatie met lange sluitertijd): Als voor
“rode-ogenreductie” hierboven, behalve dat de sluitertijd
automatisch wordt verlengd om achtergrondverlichting bij nacht
of weinig licht vast te leggen. Gebruik wanneer u
achtergrondverlichting aan portretten wilt toevoegen. Alleen
beschikbaar in de standen P en A.
•Np
(invulflits + synchronisatie met lange sluitertijd)
hierboven, behalve dat de sluitertijd automatisch wordt verlengd om
t
achtergrondverlichting bij nacht of weinig licht vast te leggen. Gebruik
wanneer u zowel het onderwerp als de achtergrond wilt vastleggen.
Alleen beschikbaar in de standen
• Nr(tweede gordijn + synchronisatie met lange sluitertijd): Als voor
“synchronisatie op het tweede gordijn” hierboven, behalve dat de
sluitertijd automatisch wordt verlengd om achtergrondverlichting
bij nacht of weinig licht vast te leggen. Gebruik wanneer u zowel
het onderwerp als de achtergrond wilt vastleggen. Alleen
beschikbaar in de standen P, A en 4 (onder water; 5, 6).
• Nq(synchronisatie op het tweede gordijn): De flitser flitst net voordat
de sluiter sluit, waardoor een lichtstraal achter bewegende
lichtbronnen wordt gecreëerd, zoals rechtsonder aangeduid.
Alleen beschikbaar in de standen S en M.
P, A
: Als voor “invulflits”
en 4 (onder water; 5, 6).
• s (uit): De flitser flitst niet. Alleen beschikbaar wanneer
ingebouwde flitser is opgeklapt; niet beschikbaar in de stand
o (nachtportret) of wanneer HDR is uitgeschakeld in de stand
m (tegenlicht).
92
De flitser opklappen
D
Zorg dat de flitser volledig is opgeklapt bij het
gebruik van de flitser, zoals rechts aangeduid.
Raak de flitser niet aan tijdens het opnemen.
De ingebouwde flitser inklappen
A
Druk de flitser, om energie te besparen wanneer
de flitser niet in gebruik is, voorzichtig naar
beneden totdat de vergrendeling op zijn plaats
klikt. Gebruik geen kracht. Het niet in acht nemen
van deze voorzorgsmaatregel kan een defect
aan het product tot gevolg hebben.
Voorkomen dat de ingebouwde flitser flitst
A
Het inklappen van de flitser voorkomt flitsen. Behalve in de stand o
(nachtportret) of wanneer HDR is uitgeschakeld in de stand m (tegenlicht)
(0 57), kan de flitser eveneens worden uitgeschakeld door de flitsstand s
(uit) te selecteren.
t
93
De ingebouwde flitser gebruiken
A
De ingebouwde flitser kan niet worden gebruikt met livebeeldaanpassing
(0 47) en zal niet flitsen tijdens continu-opname bij beeldsnelheden sneller
dan 5 bps (0 87) of wanneer Aan is geselecteerd voor HDR in het
opnamemenu (0 57). Als de flitser meerdere keren snel achter elkaar flitst,
worden de flitser en sluiter mogelijk tijdelijk uitgeschakeld om de flitser te
beschermen. Na een korte pauze kan de opname worden hervat.
Voorwerpen vlakbij de camera worden mogelijk overbelicht in foto’s
gemaakt met de flitser bij hoge ISO-gevoeligheden. Merk op dat het
product niet schokbestendig (0 10) is wanneer de flitser is opgeklapt.
Verwijder zonnekappen om vignettering te voorkomen. Zelfs zonder een
zonnekap kunnen sommige objectieven vignettering veroorzaken of het
lampje voor rode-ogenreductie belemmeren, wat interfereert met
rode-ogenreductie. De volgende illustraties tonen het effect van
vignettering dat wordt veroorzaakt door schaduwen die word en geworpen
t
door het objectief wanneer de ingebouwde flitser wordt gebruikt.
SchaduwSchaduw
Na gebruik van de ingebouwde flitser op
stoffige of zanderige plaatsen moet vuil aan de
binnenzijde van het flitscompartiment met een
blaasbalgje worden verwijderd (of als dit niet
lukt, gebruik de techniek zoals beschreven op
pagina 71) voordat de flitser wordt ingeklapt.
Het niet in acht nemen van deze
voorzorgsmaatregel kan de flitser beschadigen.
Diafragma, gevoeligheid en flitsbereik
A
Flitsbereik varieert afhankelijk van gevoeligheid (equivalent aan ISO) en
diafragma. Met het standaard zoomobjectief bij een maximaal ingesteld
diafragma en ISO-gevoeligheid van ISO 160 tot 6400, is het bereik circa
0,6 m-7,0 m wanneer het objectief volledig is uitgezoomd; bij maximale
zoom is dit 0,6 m-4,2 m.
94
De C-knop (actie)
Sommige bewerkingen kunnen worden uitgevoerd door de C-knop
ingedrukt te houden en de camera naar links of rechts te kantelen.
Opname: kies een opnamestand
Terwijl het beeld via het objectief in de monitor wordt
weergegeven, kunt u de opnamestand kiezen door de C-knop in te
drukk en, de camera n aar li nks of re chts te k antelen om de gew enste
stand te markeren en vervolgens de knop te ontspannen om de
gemarkeerde optie te selecteren.
t
Om af t e sl uite n zo nde r de ins tell ingen te wijzigen, kantel de camera
voorwaarts of achterwaarts zodat er geen optie wordt gemarkeerd
wanneer de C-knop wordt ontspannen.
95
Weergave: door foto’s bladeren
Tijdens weergave kunt u de weergegeven foto kiezen door op de
C-knop te drukken, de camera naar links of rechts te kantelen en de
knop te ontspannen om de geselecteerde foto schermvullend weer
te geven (in miniatuurweergave toont en bladert de camera
schermvullend door foto’s terwijl de C-knop wordt ingedrukt en ga
vervolgens, zodra de knop wordt ontspannen, terug naar
miniatuurweergave terwijl de geselecteerde foto is gemarkeerd).
t
Bekijk vorige fotoBekijk volgende foto
Kan tel de camera s terk o m 10 fo to’s vooruit of terug te gaan. Tijdens
filmweergave kunt u op de C-knop drukken en de camera kantelen
om vooruit of achteruit te gaan (0 82; snelheid neemt toe naarmate
u de camera kantelt). Wanneer filmweergave wordt gepauzeerd,
kunt u de C-knop indrukken en de camera kantelen om een beeld
per keer vooruit of achteruit te gaan; weergave wordt opnieuw
gepauzeerd wanneer de knop wordt ontspannen.
96
Menu’s: buitenweergavescherm
Wanneer menu’s worden weergegeven, kunt u tussen
buitenweergavescherm aan of uit schakelen door de C-knop in te
drukken, de camera naar links of rechts te kantelen en de knop te
ontspannen om de huidige stand te selecteren. Het inschakelen van
het buitenweergavescherm zorgt ervoor dat buiten aflezen van het
scherm of lezen bij fel omgevingslicht eenvoudiger wordt door de
opties Schermhelderheid en Weerg. m. hoog contrast in het
Schermweergave-menu op Hi en Aan, respectievelijk (0 100) in te
stellen, maar zorgt er bovendien voor dat de batterij sneller leeg is.
Om af t e sl uite n zo nde r de ins tell ingen te wijzigen, kantel de camera
voorwaarts of achterwaarts zodat er geen optie wordt gemarkeerd
wanneer de C-knop wordt ontspannen.
De C-knop
D
Houd de camera stevig vast bij het gebruik van de C-knop. Bedieningen
anders dan de ontspanknop en C-knop en de hoofdschak elaar kunnen niet
worden gebruikt terwijl de C-knop wordt ingedrukt. De C-knop kan niet
worden gebruikt om Bewegingssnapshots in NMS-formaat te bekijken of
voor zoomweergave, kalender- of panoramaweergave of Slimme
fotoselectie.
t
97
Menu-opties
M
Druk op de G-knop om de weergave-,
opname-, film-, beeldverwerkings- en
setup-menu’s weer te geven. De volgende
menu-opties zijn beschikbaar:
❚❚ Weergavemenu-opties
OptieBeschrijving
WissenWis meerdere beelden.
DiashowFoto’s en films in een diashow bekijken.
ControlebeeldKies of foto’s na de opname worden weergegeven.
M
Draai portret
DPOF-afdrukopdracht Maak digitale “printopdrachten”.
BeveiligenFoto’s beveiligen tegen onopzettelijk wissen.
ScoreFoto’s van een score voorzien.
D-Lighting
VerkleinenKleine kopieën van geselecteerde foto’s maken.
UitsnijdenUitgesneden kopieën van geselecteerde foto’s maken.
Zoom m.
gezichtprioriteit
Film bewerken
Thema wijzigenWijzig de thema’s van bestaande Bewegingssnapshots.
Foto’s in portretstand (staand) draaien voor weergave
tijdens afspelen.
Schaduwen in donkere foto’s of foto’s met tegenlicht
helder maken, waarbij een geretoucheerde kopie wordt
gecreëerd die afzonderlijk van het onaangepaste
origineel wordt opgeslagen.
Kies of 4 en 2 kunnen worden gebruikt tijdens
zoomweergave om gedetecteerde gezichten te
selecteren met gezichtprioriteit.
Maak kopieën van films waarvan ongewenste
filmopnamen zijn bijgesneden.
G-knop
98
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.