Gefeliciteerd met de aanschaf van deze Nikon digitale camera. Lees
alle aanwijzingen grondig door, zodat u zeker weet dat u de camera
optimaal benut en bewaar de handleiding op een plaats waar
iedereen die het product gebruikt deze kan lezen.
Camera-instellingen
Deze handleiding gaat er steeds van uit dat de standaardinstellingen worden
gebruikt.
Symbolen en conventies
Om u te helpen de gewenste informatie gemakkelijker te vinden, worden de
volgende symbolen en conventies gebruikt:
Dit pictogram staat bij waarschuwingen; informatie die moet worden
D
gelezen voor gebruik om schade aan de camera te voorkomen.
Dit pictogram staat bij opmerkingen; informatie die moet worden
A
gelezen voordat u de camera gebruikt.
Dit pictogram staat bij verwijzingen naar andere pagina’s in deze
0
handleiding.
De symbolen 1, 3, 4 en 2 staan voor omhoog, omlaag, links en rechts op de
multi-selector.
A Voor uw veiligheid
Lees eerst de veiligheidsinstructies en andere voorzorgsmaatregelen op
pagina xi tot xxiii alvorens u de camera voor het eerst in gebruik neemt.
Uw camera optimaal benutten0 ii
Inhoudsopgave0 iv
Inleiding0 1
s
Foto’s maken en bekijken0 28
z
Onderwaterfotografie0 50
P
Films opnemen en bekijken0 66
y
Andere opnamestanden0 76
R
Meer informatie over fotografie0 87
t
Locatiegegevens en andere aanduidingen0 101
O
Meer informatie over weergave0 115
I
Verbi nding en0 126
Q
Het weergavemenu0 143
o
Het opnamemenu0 153
i
Het filmmenu0 174
(
Het beeldverwerkingsmenu0 177
)
Het setup-menu0 191
g
Technische opmerkingen0 201
n
i
Uw camera optimaal benutten
Maak foto’smet de ontspanknop.
Door op de ontspanknop te
drukken, kunnen foto’s in elke
willekeurige stand worden
vastgelegd. Zie pagina 10 voor
meer informatie.
Ontspanknop
Neem films opmet de filmopnameknop.
Door op de filmopnameknop te
drukken in de standen
automatisch (0 28), creatief
(0 37) en geavanceerde film
(0 66) kunnen films worden
opgenomen.
Filmopnameknop
ii
Maak opnames onder water.
Bevestig een special-purpose waterdicht objectief om foto’s te
maken bij diepten van maximaal 15 m gedurende 60 minuten per
keer. Zie pagina 50 voor meer informatie. De camera beschikt over
de volgende functies die handig kunnen zijn tijdens
onderwaterfotografie:
• Correctie voor de blauwe zeem in
onderwaterfoto’s (0 54).
• Vertekeningscorrectie voor
onderwaterfoto’s en -films (0 56).
• Een ingebouwde flitser die kan worden
gebruikt voor extra verlichting onder
water (0 56).
Toegang tot hoogte, diepte, koers, virtuele horizon,
locatiegegevens (GPS/GLONASS) en logopties.
Bij opnamen op plaatsen met onbelemmerd uitzicht kunt u:
• Verschillende soorten informatie, inclusief een virtuele horizon
en uw koers en hoogte of diepte bekijken (0 101).
• Locatiegegevens opnemen (0 104).
• Uw locatie of diepte registreren (0 110).
iii
Inhoudsopgave
Uw camera optimaal benutten ......................................................... ii
Voor uw veiligheid ............................................................................. xi
Schok-, water- en stofbestendigheid............................................ xiv
Schokbestendigheid................................................................................. xiv
Water- en stofbestendigheid................................................................. xiv
Belangrijk: Waterdichte objectieven.............................................. xv
Voorzorgsmaatregelen: Schokbestendigheid.................................. xv
Voorzorgsmaatregelen: Water- en stofbestendigheid.................. xv
Gebruiksomgeving................................................................................... xvii
Belangrijk: Locatiegegevens (GPS/GLONASS)........................... xviii
Kennisgevingen ................................................................................ xix
Inleiding1
Voordat u begint ................................................................................. 1
De onderdelen van de camera .......................................................... 2
Eerste stappen....................................................................................14
Nikon 1 AW1 digitale camera ...............................................................232
Gebruiksduur van de batterij................................................................249
Index ..................................................................................................250
x
Voor uw veiligheid
Als u schade aan uw Nikon-product of letsel aan uzelf of anderen wilt voorkomen,
dient u de volgende veiligheidsinstructies goed door te lezen voordat u dit product
gaat gebruiken. Bewaar deze veiligheidsinstructies op een plaats waar iedereen die
het product gebruikt ze kan lezen.
De mogelijke gevolgen van het niet in acht nemen van de veiligheidsinstructies in
dit hoofdstuk worden met het volgende pictogram aangegeven:
Dit pictogram staat bij waarschuwingen. Lees om mogelijk letsel te
A
voorkomen alle waarschuwingen voordat u dit Nikon-product gebruikt.
❚❚WAARSCHUWINGEN
Zorg dat de zon buiten beeld blijft. Zorg er bij
A
onderwerpen met tegenlicht voor dat
de zon ver buiten beeld blijft. Als
zonlicht in de camera convergeert
doordat de zon zich in of dicht bij het
beeld bevindt, kan dit brand
veroorzaken.
Zet het apparaat onmiddellijk uit in geval van
A
storing. Indien er rook of een ongewone
geur vrijkomt uit het apparaat of de
lichtnetadapter (apart verkrijgbaar),
haalt u onmiddellijk de stekker van de
lichtnetadapter uit het stopcontact en
verwijdert u de batterij. Pas daarbij op
dat u zich niet verbrandt. Voortgaand
gebruik kan leiden tot letsel. Nadat u de
batterij hebt verwijderd, brengt u het
apparaat voor onderzoek naar een door
Nikon geautoriseerd servicecenter.
Gebruik het apparaat niet in de nabijheid van
A
ontvlambaar gas. Gebruik elektronische
apparatuur niet in de nabijheid van
ontvlambaar gas, omdat dit kan leiden
tot explosie of brand.
Wees voorzichtig in aanwezigheid van water
A
of regen of wanneer u de camera met natte
handen gebruikt. Alleen wanneer het
special-purpose waterdichte objec tief is
bevestigd en de deksels van het
batterijvak/de geheugenkaartsleuf
gesloten zijn, kan de camera onder
water worden gebruikt en veilig met
natte handen worden bediend. Dompel
niet onder in of stel niet bloot aan water
en houd niet vast met natte handen
tenzij aan deze voorwaarden wordt
voldaan. Het niet in acht nemen van
deze voorzorgsmaatregel kan schade
aan het product, brand of een
elektrische schok tot gevolg hebben.
Haal het apparaat niet uit elkaar. Aanraking
A
van interne onderdelen k an tot letsel
leiden. In geval van een defect mag dit
product uitsluitend worden
gerepareerd door een gek walificeerde
reparateur. Mocht het produc t
openbreken als gevolg van een val of
ander ongeluk, verwijder dan de batterij
en/of koppel de lichtnetadapter los en
breng het product voor onderzoek naar
een door Nikon geautoriseerd
servicecenter.
xi
Buiten bereik van kinderen houden. Het niet
A
in acht nemen van deze waarschuwing
kan leiden tot letsel. Bovendien dient u
er rekening mee te houden dat kleine
delen verstikkingsgevaar kunnen
opleveren. Mocht een kind een
onderdeel van dit apparaat hebben
ingeslikt, raadpleeg dan onmiddellijk
een arts.
Voordat de camera onder water wordt
A
gebruikt, moeten eerst de riemen worden
verwijderd die uitsluitend bedoeld zijn voor
gebruik aan land. De riem kan uw keel
omwikkelen, wat verstikking of
verdrinking veroorzaakt.
Plaats de polsriem niet om de hals van
A
kinderen. Het dragen van de
camerapolsriem om de nek kan bij
kinderen leiden tot verstikking.
Volg de instructies van
A
vliegtuigmaatschappij- en
ziekenhuispersoneel. Deze camera zendt
radiofrequenties die kunnen
interfereren met medische apparatuur
of vliegtuignavigatie. Schakel de
locatiegegevens en alle
routelogfuncties uit en ontkoppel alle
draadloze apparaten van de camera
voordat u aan boord gaat van een
vliegtuig, en schakel de camera uit
tijdens het opstijgen en landen. Volg in
medische instellingen de instruc ties van
het personeel met betrekking tot het
gebruik van draadloze apparaten en
satellietnavigatiesystemen.
Vermijd langdurig contact met de camera,
A
batterij of l ader zo lang als de app araten
ingeschakeld of in gebruik zijn
apparaat kunnen zeer warm worden.
Langdurige aanraking van het apparaat
met de huid kan lichte brandwonden tot
gevolg hebben.
. Delen van het
Laat het product niet achter op plaatsen waar
A
het wordt blootgesteld aan extreem hoge
temperaturen, zoals in een afgesloten auto of
in direct zonlicht. Het niet in acht nemen
van deze voorzorgsmaatregel k an
schade of brand veroorzaken.
Richt de flitser niet op de bestuurder van een
A
motorvoertuig. Het niet in acht nemen
van deze waarschuwing kan leiden tot
ongelukken.
Wees voorzichtig bij het gebruik van de flitser
A
• Het gebruik van de camera met de
flitser terwijl deze zich dicht bij de huid
of andere voorwerpen bevindt, kan
brandwonden veroorzaken.
• Het gebruik van een flit ser dicht bij de
ogen van het onderwerp ka n tijdelijke
vermindering van het
gezichtsvermogen veroorzaken. De
flitser mag niet minder dan één meter
van het onderwerp zijn verwijderd. Let
extra goed op bij het fotograferen van
kleine kinderen.
Vermijd contact met vloeibare kristallen.
A
Indien het scherm breekt, moet erop
worden opgelet dat letsel door
gebroken glas wordt voorkomen en dat
de vloeibare kristallen van het scherm
niet in aanraking komen m et de huid of
in de ogen of mon d terechtkomen.
Draag geen statieven met een objectief of
A
camera eraan bevestigd. U kunt struikelen
of per ongeluk anderen raken, wat letsel
tot gevolg heeft.
xii
Neem de juiste voorzorgsmaatregelen in acht
A
bij het gebruik van batterijen. Batterijen
kunnen bij onjuist gebruik gaan lekken
of ontploffen. Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht bij het
gebruik van de batterijen bij dit product:
• Gebruik alleen batterijen die zijn
goedgekeurd voor gebruik in dit
apparaat.
• U mag de batterij niet kortsluiten of uit
elkaar halen.
• Zorg ervoor dat het product is
uitgeschakeld voordat u de batterij
vervangt. Als u een lichtnetadapter
gebruikt, moet u deze eerst
loskoppelen.
• Plaats batterijen niet ondersteboven
of achterstevoren.
• Stel batterijen niet bloot aan vuur of
hoge temperaturen.
• U mag batterijen ni et blootstellen aan
of onderdompelen in water.
• Plaats het afdekkapje van de batterij
terug wanneer u de batterij vervoert.
Vervoer of bewaar de batterij niet
samen met metalen voorwerpen, zoals
halskettingen of haarspelden.
• Volledig ontladen batterijen kunnen
gaan lekken. Als u schade aan het
product wilt voorkomen, dient u een
ontladen batterij te verwijderen.
• Als de batterij niet in gebruik is, plaatst
u het afdekkapje op de contactpunten
en bergt u de batterij op een koele,
droge plaats op.
• Direct na gebruik of als het product
gedurende een langere periode op de
batterij heeft gewerkt, kan de batterij
zeer warm zijn. Zet de came ra daarom
uit en laat de batterij afkoelen voordat
u deze verwijdert.
• Stop onmiddellijk met het gebruik van
een batterij als u veranderingen
opmerkt, zoals verkleuring of
vervormi ng.
Neem de juiste voorzorgsmaatregelen in acht
A
bij het gebruik van de lader:
• Houd het product droog. Het niet in
acht nemen van deze waarschuwing
kan leiden tot brand of een elektrische
schok.
• U mag de ladercontacten niet
kortsluiten. Het niet in acht nem en van
deze waarschuwing kan leiden tot
oververhitting en schade aan de lader.
• Verwijder stof op of bij metalen
onderdelen van de stekker met een
droge doek. Voortgaand gebruik kan
leiden tot brand.
• Tijdens onweer mag u niet in de buurt
van de lader komen. Het niet in acht
nemen van deze waarschuwing kan
leiden tot een elektrische schok.
• Houd de stekker of de lader niet met
natte handen vast. Het niet in acht
nemen van deze waarschuwing kan
leiden tot een elektrische schok.
• Gebruik het product niet met
reisadapters of adapters die
ontworpen werden om een voltage
om te zetten naar een ander voltage of
met omzetters voor gelijkstroom naar
wisselstroom. Het niet in acht nemen
van deze voorzorgsmaatregel kan
schade aan het product,
oververhitting of brand veroorzaken.
Gebruik geschikte kabels. Als u kabels op de
A
in- en uitgangen aansluit, gebruik dan
uitsluitend de meegeleverde kabels of
kabels die Nikon voor het beoogde doel
verkoopt. Zo weet u zeker dat u de
voorschriften voor dit product naleeft.
Cd-roms: Cd-roms met software of
A
gebruikshandleidingen mogen niet op
audio-cd-apparatuur worden
afgespeeld. Het afspelen van een
cd-rom op een audio-cd-speler kan
gehoorverlies of schade aan de
apparatuur veroorzaken.
xiii
Schok-, water- en stofbestendigheid
Het product voldoet aan de volgende normen:
Schokbestendigheid
De camera, met het special-purpose waterdichte objectief bevestigd, heeft testen
1
conform
met MIL-STD-810F methode 516.5: schok, goed doorstaan. 2 Deze in-
house testen geven geen garantie dat het product ongevoelig is voor schade of
vernieling.
Water- en stofbestendigheid
Met het special-purpose waterdichte objectief bevestigd, voldoet de camera aan
de JIS IP68 waterbestendigheidsstandaard, zodat deze kan worden gebruikt tot
diepten van maximaal 15 m gedurende 60 minuten per keer.
garantie dat het product in alle omstandigheden waterbestendig is of ongevoelig is
voor schade of vernieling.
1 Met behulp van een testmethode afgeleid van MIL-STD-810F methode 516.5:
schok, laat men het product van een hoogte van 200 cm op een
multiplexoppervlak van 5 cm vallen. Externe vervorming en oppervlakteschade
zijn niet getest.
2 Een Amerikaanse militaire teststandaard dat bestaat uit het laten vallen van 5
monsters per keer vanaf een hoogte van 122 cm om de impact van 26
oppervlakken (12 randen, 8 hoeken en 6 vlakken) te testen, met de vereiste dat
de test bij 5 monsters is geslaagd (als er een probleem optreedt tijdens de test,
wordt de test herhaald met 5 nieuwe monsters, me t de vereiste dat de test bij 5
monsters is geslaagd).
3 Dit betekent dat volgens testen uitgevoerd met behulp van Nikon-methoden,
het product geschikt is voor gebruik bij de gespecificeerde waterdruk voor de
gespecificeerde tijdsperiode.
3
Dit is geen algemene
xiv
Belangrijk: Waterdichte objectieven
15 m
Het product is niet gegarandeerd schok-, water- of
stofbestendig als het special-purpose waterdichte
objectief niet is bevestigd. Lees, samen met de
instructies in “Voor uw veiligheid” (0 xi–xiii) en
“Onderhoud van de camera en batterij:
waarschuwingen” (0 211–214), eerst de volgende
paragrafen voordat u dit product gebruikt. Lees eerst
de waarschuwingen in “Onderwaterfotografie”
(0 50–65) voordat u dit product onder water
gebruikt.
Voorzorgsmaatregelen: Schokbestendigheid
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht bij
het gebruik van de camera met special-purpose
waterdichte objectieven:
• Het product is niet gegarandeerd schokbestendig
als de flitser is opgeklapt.
• Stel het product niet opzettelijk bloot aan hevige
fysieke schokken, plaats het niet onder zware
voorwerpen en probeer het niet geforceerd in te
kleine tassen of andere opbergruimten te drukken.
• Stel het product niet bloot aan diepten die dieper zijn dan 15 m of aan
stroomversnellingen, watervallen of ander water onder hoge druk.
• Schade door een gebruikersfout wordt niet gedekt door de garantie.
Voorzorgsmaatregelen: Water- en stofbestendigheid
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht bij het gebruik van de camera
met special-purpose waterdichte objectieven:
• Met uitzondering van het special-purpose waterdichte objectief, zijn de met de
camera meegeleverde accessoires niet waterdicht. Special-purpose waterdichte
objectieven op zich zijn alleen waterdicht wanneer ze aan de camera zijn
bevestigd.
• Het product is alleen bestand tegen schoon water (zoals zwembaden, rivieren en
meren) en zeewater. Gebruik het niet in heetwaterbronnen of baden.
• Stel niet bloot aan diepten die dieper zijn dan 15 m
of aan stroomversnellingen, watervallen, krachtige
waterstralen uit de kraan of ander water onder
hoge druk. Het niet in acht nemen van deze
voorzorgsmaatregel kan het product blootstellen
aan druk die hoog genoeg is om binnendringen
van water te veroorzaken.
• Laat niet langer dan 60 minuten per keer
ondergedompeld in water.
15 m
15 m
xv
• Interne onderdelen worden beschadigd door water en stof. Om binnendringen
van water te voorkomen, verwijder niet het objectief, open niet de connector of
het deksel van het batterijvak/de geheugenkaartsleuf en bedien niet de
objectiefontgrendeling of de vergrendelingen of veiligheidssloten op de
connector en de deksels van het batterijvak/de geheugenkaartsleuf met natte
handen, wanneer de camera nat is, of op plaatsen blootgesteld aan nevel, wind,
zand of stof. Zorg ervoor dat geheugenkaarten en batterijen droog zijn alvorens
ze te plaatsen. Mocht het product lekken, stop dan onmiddellijk het gebruik,
droog de camera en het objectief en raadpleeg een door Nikon geautoriseerde
servicevertegenwoordiger.
•
Water en andere vloeistoffen op de O-ringafdichting van het objectief of aan de
binnenzijde van de connector en deksels van het batterijvak/de
geheugenkaartsleuf moeten onmiddellijk worden ver wijderd met een zachte,
droge doek. Ander vuil moet met een blaasbalgje van deze oppervlakken worden
verwijderd. Zorg ervoor dat alle kleine deeltjes uit de zijden en hoeken van de
waterdichte sleuven worden verwijderd. Vuil op de camerabody kan worden
verwijderd met een zachte, droge doek. Gebruik geen zeep, reinigers of andere
chemische middelen en verwi jder onmiddellijk zonnebrandolie, sunblock, badzout,
reinigingsmiddel, zeep, organische oplosmiddelen, olie, alcohol en dergelijke.
• Laat het product niet voor langere tijd achter op plaatsen die worden
blootgesteld aan temperaturen onder het vriespunt of temperaturen hoger dan
50 °C zoals in afgesloten voertuigen, aan boord van boten, op het strand, in direct
zonlicht of in de buurt van verwarmingsapparaten. Het niet in acht nemen van
deze voorzorgsmaatregel kan het product gevoelig maken voor binnendringen
van water.
xvi
• Het product is niet gegarandeerd waterbestendig als deze hard is geraakt, is
geva llen of an derszins is blootge steld aan sterke d ruk of hevi ge fysiek e schokk en
of vibratie. Als het product is beschadigd door een val of andere fysieke schokken,
brengt u het naar Nikon geautoriseerd servicepersoneel en laat testen of het
product nog steeds waterbestendig is. Merk op dat er kosten in rekening worden
gebracht voor deze dienst.
• Schade door een gebruikersfout wordt niet gedekt door de garantie.
Gebruiksomgeving
De camera en special-purpose waterdichte objectieven zijn getest en
goedgekeurd voor gebruik bij temperaturen tussen –10 °C en +40 °C aan land en
tussen 0 °C en +40 °C in water. Let op de volgende voorzorgsmaatregelen:
• Batterijprestaties nemen af bij lage temperaturen. Houd de camera warm of leg
een reservebatterij klaar en bewaar de batterij op een warme plaats.
• Bij lage temperaturen is het moge lijk dat de monitor niet naar verwachting werkt,
onmiddellijk nadat de camera wordt ingeschakeld: er kunnen bijvoorbeeld
nabeelden verschijnen of de monitor kan er donkerder uitzien dan normaal.
• In koude omgevingen moeten sneeuw en regen onmiddellijk worden verwijderd.
Knoppen, schakelaars en andere camerabedieningen kunnen moeilijk te
bedienen zijn als ze bevriezen, terwijl de geluidskwaliteit kan worden beïnvloed
als water zich ophoopt in de gaten in de microfoon- en luidsprekerafdekking.
• Langdurig contact met koud metaal kan een blootliggende huid beschadigen.
Draag, bij lage temperaturen, handschoenen bij het langdurig vasthouden van
de camera.
• Selecteer een d roge locatie bij het bevestigen of verwijderen van special-purpose
waterdichte objectieven en laat de camera niet zonder bodydop of het
batterijvak/de geheugenkaartsleuf of het aansluitingendeksel geopend of
zonder achterlensdop op het objectief achter op vochtige plaatsen. Het niet in
acht nemen van deze voorzorgsmaatregelen kan condensvorming aan de
binnenzijde van het objectief tot gevolg hebben wanneer het product mee het
water in wordt genomen. Bovendien kan er condensvorming optreden aan de
binnenzijde van het objectief of de monitor als het product wordt blootgesteld
aan snelle temperatuurswisselingen, bijvoorbeeld wanneer het product vanuit
een warme locatie aan land in koud water wordt gelegd, vanuit koude
buitenlucht in een warme kamer wordt gelegd of het deksel van het batterijvak/
de geheugenkaartsleuf wordt geopend of gesloten, of wanneer objectieven op
een vochtige plaats worden bevestigd en verwijderd. Dergelijke cond ensvorming
veroorzaakt geen defect of andere schade en moet verdwijnen als het product
eerst naar een ruimte wordt gebracht met een stabiele temperatuur—vrij van
warmte, vochtigheid, zand en stof—en vervolgens wordt uitgeschakeld en
achtergelaten met de batterij en geheugenk aart verwijderd en de deksels van het
batterijvak/de geheugenkaartsleuf open totdat de camera de
omgevingstemperatuur heeft bereikt. Raadpleeg door Nikon geautoriseerd
servicepersoneel indien de condensvorming niet verdwijnt.
xvii
Belangrijk: Locatiegegevens (GPS/GLONASS)
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht bij het gebruik van de
locatiegegevens en routelogfuncties:
• Routelogs: Terwijl Ja is geselecteerd voor Locatiegegevens > Locatiegegevens
opslaan in het setup-menu (0 104), zullen locatiegegevens worden
geregistreerd voor alle gemaakte foto’s en blijft de camera locatiegegevens
volgen, zelfs wanneer de camera uit is. Radiogolven geproduceerd door het
apparaat kunnen medische apparatuur en vliegtuignavigatiesystemen
beïnvloeden; in situaties waarin het gebruik van satellietnavigatie-apparaten
beperkt of verboden is, zoals in ziekenhuizen of een vliegtuig, moet de huidige
routelog worden beëindigd, selecteer Nee voor Locatiegegevens opslaan en
schakel de camera uit.
• Locatiegegevens delen: Merk op dat adressen en andere persoonlijke informatie
kunnen worden afgeleid uit de locatiegegevens opgeslagen in routelogs of
ingesloten in beelden. Wees voorzichtig bij het delen van beelden en
routeloggegevens of bij het plaatsen van beelden op het internet of andere
locaties waar ze door anderen kunnen worden bekeken. Zie “Wegwerpen van
opslagmedia” (0 xxii) voor informatie over het wissen van locatiegegevens
alvorens u de camera of geheugenkaarten weggooit.
• Navigatie: De positie, hoogte, diepte en ander locatiegegevens geregistreerd door
het apparaat zijn slechts benaderingen en niet bedoeld voor onderzoek of
navigatie. Vergeet niet de juiste kaarten of andere navigatieapparaten mee te
nemen wanneer u het product tijdens buitenactiviteiten zoals varen, duiken,
bergbeklimmen of wandelen gebruikt.
• Gebruiksrestricties: De locatiegegevensfunctie kan in bepaalde landen en regio’s,
inclusief (vanaf oktober 2013) China en in de buurt van de Chineze grens niet naar
verwachting werken. In sommige landen is ongeautoriseerd gebruik van
satellietnavigatie en andere locatiegegevensapparaten verboden; voordat u op
reis gaat, controleer dit bij uw reisagent of de ambassade of het toerismebureau
van de landen die u wilt bezoeken. Waar gebruik verboden is, selecteer Nee voor
Locatiegegevens > Locatiegegevens opslaan.
xviii
Kennisgevingen
• Niets uit de handleidingen die bij dit
product horen, mag in enigerlei vorm
of op enigerlei wijze worden
verveelvoudigd, uitgezonden,
overgezet of opgeslagen in een
geautomatiseerd gegevensbestand of
worden vertaald in een andere taal
zonder voorafgaande schriftelijke
toestemming van Nikon.
• Nikon behoudt zich het recht voor de
specificaties van de hardware en de
software die in deze handleidin gen zijn
beschreven op elk gewenst moment
zonder aankondiging te wijzigen.
• Nikon is niet aansprakelijk voor enige
schade die voortkomt uit het gebruik
van dit product.
• Hoewel al het mogelijke in het werk is
gesteld om ervoor te zorgen dat de
informatie in deze handleidingen
accuraat en volledig is, stellen we het
ten zeerste op prijs als u eventuele
fouten of onvolkomenheden onder de
aandacht wilt brengen van de Nikonvertegenwoordiger in uw land/regio
(adres apart vermeld).
xix
Kennisgevingen voor klanten in Europa
WAARSCHUWING: GEVAAR VOOR EXPLOSIE ALS BATTERIJ WORDT VERVANGEN
DOOR EEN ONJUIST TYPE. VOER BATTERIJEN AF VOLGENS DE INSTRUCTIES.
Dit pictogram geeft aan dat
elektrische en elektronische
apparaten via gescheiden
inzameling moet worden
afgevoerd.
Het volgende is alleen van
toepassing op gebruikers in Europese
landen:
• Dit product moet gescheiden van het
overige afval worden ingeleverd bij
een daarvoor bestemd
inzamelingspunt. Gooi niet samen met
het huishoudelijk afval weg.
• Gescheiden inzameling en recycling
helpt bij het behoud van natuurlijke
bronnen en voorkomt negatieve
consequenties voor mens en milieu die
kunnen ontstaan door onjuist
weggooien van afval.
• Neem voor meer informatie contact op
met de leverancier of de gemeentelijke
reinigingsdienst.
Dit symbool op de batterij
duidt aan dat de batterij
afzonderlijk moet worden
ingezameld.
Het volgende is alleen van toepassing
op gebruikers in Europese landen:
• Alle batterijen, al dan niet voorzien van
dit symbool, moeten afzonderlijk
worden ingezameld op een geschikt
inzamelpunt. Gooi dit product niet
weg als huishoudafval.
• Neem voor meer informatie contact op
met de leverancier of de gemeentelijke
reinigingsdienst.
xx
Mededeling betreffende het verbod op kopiëren en reproduceren
Let erop dat alleen al het bezit van materiaal dat digitaal is gekopieerd of
gereproduceerd door middel van een scanner, digitale camera of ander apparaat
wettelijk strafbaar kan zijn.
• Voorwerpen die volgens de wet niet mogen
worden gekopieerd of gereproduceerd
Kopieer of reproduceer geen
papiergeld, munten, waardepapieren
of obligaties van (plaatselijke)
overheden, zelfs niet als dergelijke
kopieën of reproducties worden
voorzien van een stempel “Voorbeeld”
of “Specimen”.
Het kopiëren of reproduceren van
papiergeld, munten of
waardepapieren die in het buitenland
in omloop zijn, is verboden.
Tenzij vooraf toestemming is verleend,
is het kopiëren of reproduceren van
ongebruikte door de overheid
uitgegeven postzegels of briefkaar ten
verboden.
Het kopiëren of reproduceren van door
de overheid uitgegeven postzegels en
gecertificeerde wettelijke documenten
is verboden.
• Waarschuwingen met betrekking tot het
kopiëren of reproduceren van bepaalde
waardepapieren
De overheid heeft waarschuwingen
uitgevaardigd met betrekking tot het
kopiëren of reproduceren van
waardepapieren uitgegeven door
commerciële instellingen (aandelen,
wissels, cheques, cadeaubonnen en
dergelijke), vervoerspassen of coupons,
behalve als het gaat om een minimum
aantal kopieën voor zakelijk gebruik
door een bedrijf. Het is eveneens niet
toegestaan om door de overheid
uitgegeven paspoorten, vergunningen
van overheidsinstellingen en andere
instanties, identiteitsbewijzen,
toegangsbewijzen, pasjes en
maaltijdbonnen te kopiëren of te
reproduceren.
• Auteursrechten
Het kopiëren of reproduceren van
creatief materiaal waarop het
auteursrecht rust, zoals boeken, muziek,
schilderijen, houtsneden, afdrukken,
plattegronden, tekeningen, films en
foto’s, is onderhevig aan nationale en
internationale auteurswetten. Gebruik
dit product niet om illegale kopieën te
maken of voor andere activiteiten die
het auteursrecht schenden.
xxi
Wegwerpen van opslagmedia
Merk op dat het verwijderen van beelden of formatteren van geheugenkaarten of
andere gegevensopslagapparaten de originele beeldgegevens niet volledig wissen.
Soms kunnen verwijderde bestanden op weggegooide opslagapparaten worden
hersteld met behulp van commercieel verkrijgbare software, wat mogelijk misbruik
van persoonlijke beeldgegevens tot gevolg kan hebben. Voor privacybescherming
van dergelijke gegevens is de gebruiker zelf verantwoordelijk.
Alvorens een gegevensopslagapparaat weg te gooien of het eigendom aan een
ander persoon over te dragen, selecteer Nee voor Locatiegegevens >
Locatiegegevens opslaan (0 104) en wis alle gegevens met behulp van
commerciële verwijderingssoftware of formatteer het apparaat en vul vervolgens
geheel met beelden die geen persoonlijke informati e bevatten (bijvoorbeeld foto’s
van de lucht). Om routeloggegevens van de geheugenkaart te verwijderen,
selecteer Log verwijderen en wis alle logs (0 113). Wees voorzichtig en voorkom
letsel bij het fysiek vernietigen van gegevensopslagapparaten.
De camera kan warm aanvoelen tijdens gebruik; dit is normaal en duidt niet op een
defect. Bij hoge omgevingstemperaturen, na langdurig continu gebruik, of nadat
verschillende foto’s in snelle opeenvolging werden gemaakt, wordt mogelijk een
temperatuurwaarschuwing weergegeven, waarna de camera automatisch wordt
uitgeschakeld om schade aan de interne schakelingen te beperken. Wacht tot de
IEhttp://www.mpegla.com
camera is afgekoeld voordat het gebruik wordt her vat.
Gebruik uitsluitend elektronische accessoires van het merk Nikon
Nikon camera’s zijn ontwikkeld volgens de hoogste normen en bevatten complexe
elektronische schakelingen. Alleen elektronische accessoires van het merk Nikon
(inclusief batterijladers, batterijen, lichtnetadapters en objectiefaccessoires) die
door Nikon speciaal zijn gecertificeerd voor gebruik met deze digitale camera, zijn
ontwikkeld om binnen de operationele eisen en veiligheidseisen van deze
elektronische schakelingen te werken en zijn met het oog daarop getest en
goedgekeurd.
Gebruik van niet-originele elektronische accessoires kan schade
aan de ca mera tot gevolg hebben die niet on der de Nikon-g arantie
valt. Het gebruik van oplaadbare Li-ionbatterijen van andere
fabrikanten, die niet zijn voorzien van het holografische zegel van
Nikon (zie rechts), kan de normale werk ing van de camera verstoren of ertoe leiden
dat de batterijen oververhit raken, vlam vatten, scheuren of gaan lekken.
Neem voor meer informatie over originele Nikon-accessoires contact op met een
door Nikon geautoriseerde leverancier.
xxii
D Gebruik uitsluitend accessoires van Nikon
Alleen originele Nikon-accessoires die door Nikon specifiek zijn gecertificeerd
voor gebruik met uw digitale camera van Nikon, zijn ontworpen en getest om te
voldoen aan de geldende veiligheids- en functioneri ngsvoorschriften. H
De camera is een p recisieapparaat dat regelma tig onderhoud vereist. Nikon raadt
aan de camera jaarlijks te laten inspecteren door de oorspronkelijke winkelier of
een door Nikon geautoriseerde ser vicevertegenwoordiger en dat er elke drie tot
vijf jaar onderhoud wordt uitgevoerd (merk op dat er kosten in rekening worden
gebracht voor deze diensten). Regelmatige inspectie en onderhoud worden
vooral aanbevolen wanneer de camera voor professionele doeleinden wordt
gebruikt. Het wordt aanbevolen om tegelijkertijd met uw camera veelgebruikte
accessoires, zoals objectieven, te laten nakijken en onderhouden.
A Voordat u belangrijke foto’s gaat maken
Voordat u foto’s gaat maken van belangrijke gelegenheden (zoals een huwelijk of
reis), kunt u het beste enkele testopnamen maken om te controleren of de
camera goed werkt. Nikon is niet aansprakelijk voor schade of gederfde winst
veroorzaakt door het onjuist functioneren van het product.
A Permanente kennisoverdracht
Als onderdeel van Nikons inzet voor “permanente kennisoverdracht” met het oog
op doorlopende productondersteuning en - educatie is voortdurend bijgewerkte
informatie online beschikbaar op de volgende sites:
• Voor gebruikers in de VS: http://www.nikonusa.com/
• Voor gebruikers in Europa en Afrika: http://w ww.europe-nikon.com/support/
• Voor gebruikers in Azië, Oceanië en het Midden-Oosten: http://www.nikon- asia.com/
Bezoek de sites om up-to -date te blijven met de nieuwste productinformatie, tips,
antwoorden op veelgestelde vragen (FAQs) en algemeen advies over digital
imaging en digitale fotografie. Aanvullende informatie kan mogelijk worden
verstrekt door de Nikon-importeur in uw land/regio. Bezoek de volgende website
voor contactgegevens: http://imaging.nikon.com/
xxiii
Inleiding
s
Voordat u begint
Controleer voordat u de camera voor het eerst gebruikt, of de
verpakking de items bevat die in de Gebruikshandleiding vermeld
staan.
s
1
De onderdelen van de camera
Neem even de tijd om vertrouwd te raken met de
bedieningsonderdelen en aanduidingen van de camera. Leg
eventueel een boekenlegger in dit hoofdstuk, zodat u het
gemakkelijk kunt terugvinden terwijl u de rest van de handleiding
leest.
Zie pagina 194 voor informatie over het aanpassen van de helderheid van
de monitor.
s
6
De $-knop (weergave)
Druk op $ om als volgt door de
opname- (0 5) en weergaveaanduidingen
(0 115) te bladeren.
s
❚❚ Opname (05)❚❚ Weerg ave (0 115)
Vereenvoudigde
schermweergave
Gedetailleerde
schermweergave
Schermweergave
hoogtemeter/dieptemeter,
koers en virtuele horizon
(0 101)
$-knop
Eenvoudige foto-
informatie
Gedetailleerde foto-
informatie
Alleen beeld
7
De multi-selector
De multi-selector en J-knop worden
gebruikt om de instellingen aan te passen
en door de cameramenu’s te navigeren.
Instellingen: &
Zie pagina 12.
Menunavigatie: 1
Verplaats cursor omhoog.
Instellingen:
Bekijk het menu
continu-opname/
zelfontspanner (0 87,
89).
Menunavigatie: 4
Keer terug naar het
vorige menu.
C
Instellingen: M
Bekijk het flitsstandmenu (0 92, 93).
Menunavigatie: 3
Verplaats cursor omlaag.
Multi-selector
Selecteer gemarkeerd
item.
Instellingen: E
Bekijk het menu
belichtingscorrectie
(0 90).
Menunavigatie: 2
Selecteer gemarkeerd
item of geef het
submenu weer.
s
8
De G-knop
De opnamestand en de meeste opname-,
weergave- en instelopties zijn toegankelijk
via de cameramenu’s. Druk op de G-
knop om het onderstaande
menuselectievenster weer te geven,
gebruik vervolgens de multi-selector om
het pictogram voor het gewenste menu te
markeren en druk op J.
s
Weergavemenu (0 143):Opnamemenu (0 153):
Pas de weergave-instellingen aan.
Menu
opnamestand
(0 10):
Kies een
opnamestand.
Pas de fotografie-instellingen
aan.
G-knop
Filmmenu (0 174):Setup-menu (0 191):
Pas de filmopnameopties aan.
Beeldverwerkingsmenu (0 177):
Pas witbalans, ISO-gevoeligheid, Picture Controls en andere
beeldverwerkingsinstellingen voor foto’s en films aan.
Pas de basisinstellingen van de
camera aan.
9
❚❚ Een opnamestand kiezen
Om het menu voor de opnamestand weer
te geven, druk op de G-knop, markeer
Opnamestand en druk op J. Gebruik de
multi-selector om een opnamestand te
markeren en druk op J om de
gemarkeerde optie te selecteren.
Stand Bewegingssnapshot (0 83)
Stand Beste moment vastleggen (0 76)
Automatische stand (0 28)
Creatieve stand (0 37)
Geavanceerde filmstand (0 66)
Opties voor elke stand kunnen worden
weergegeven door de stand te markeren en
op 2 te drukken. Druk op 4 om naar het
menu van de opnamestand terug te keren.
z Stand Bewegingssnapshot: Kies een thema (0 85).
• Schoonheid (1)• Ontspanning (3)
• Golven (2)• Tederheid (4)
A De C-knop
Wanneer het beeld via het objectief in de
monitor wordt weergegeven, kunt u eveneens
de opnamestand selecteren door de C-knop
ingedrukt te houden, de camera naar links of
rechts te kantelen om de gewenste optie te
markeren en vervolgens de knop te ontspannen
(0 96).
s
10
u Stand Beste moment vastleggen: Kies tussen de standen Trage
weergave en Slimme fotoselectie (0 76).
• Trage weergave (t)
• Slimme fotoselectie (y)
s
C Automatische stand: Maak foto’s met behulp van live-aanpassingen
(0 35).
v Geavanceerde filmstand: Kies tussen HD (0 67) en slow motion-films
(0 72).
• Automatisch programma (P)• Handmatig (M)
• Sluitertijdvoorkeuze (S)• Slow motion (y)
• Diafragmavoorkeuze (A)
A & (functie)
De opties voor elke stand kunnen bovendien
worden weergegeven door op de 1 (&) op de
multi-selector te drukken na het selecteren van
de opnamestand.
In de weergavestand kan deze functie worden
gebruikt om foto’s van een score te voorzien
(0 122).
s
12
❚❚ De menu’s gebruiken
Gebruik de multi-selector (0 8) om door de
weergave-, opname-, film-,
beeldverwerking- en setup-menu’s te
navigeren.
Multi-selector
s
Selecteer een item.
1
Druk op 1 of 3 om menu-opties te
markeren en druk op 2 om opties voor
het gemarkeerde item te bekijken.
Selecteer een optie.
2
Druk op 1 of 3 om de gewenste optie
te markeren en druk op J om te
selecteren.
A De menu’s gebruiken
De vermelde items kunnen variëren afhankelijk van de camera- instellingen.
Grijs weergegeven items zijn momenteel niet beschikbaar (0 215). Druk de
ontspanknop half in om de menu’s te verlaten en naar de opnamestand
terug te keren (0 33).
A Een menu kiezen
Om een ander menu weer te geven, druk op 4
in stap 1 en druk vervolgens op 1 of 3 om het
gewenste pictogram te markeren. Druk op 2
om de cursor in het gemarkeerde menu te
plaatsen.
13
Eerste stappen
Bevestig de riem.
1
De riem AN-N1000 meegeleverd met de camera is uitsluitend
voor gebruik aan land. Bevestig de riem stevig aan de twee
cameraoogjes.
Verwijder de AN-N1000 voordat de camera onder water wordt
gebruikt. Een handriem (apart verkrijgbaar bij uw winkelier)
wordt aanbevolen om verlies van de camera bij
onderwatergebruik te voorkomen.
Laad de batterij op.
2
Plaats de batterij in de lader
stopcontact
w. Een volledig lege batterij laadt in ongeveer twee
uur op. Haal de lader uit het stopcontact en verwijder de batterij
zodra het opladen is voltooid.
A
De stekkeradapter
Afhankelijk van het land of de regio van
aankoop, wordt er mogelijk ook een
stekkeradapter meegeleverd. De vorm van
de adapter varieert afhankelijk van het land
of de regio van aankoop. Als een
stekkeradapter is meegeleverd, richt de
lichtnetstekker omhoog en sluit de
stekkeradapter aan zoals rechts afgebeeld
en zorg ervoor dat de stekker volledig in het
stopcontact is gestoken. Een poging om de stekkeradapter met
overmatige kracht te verwijderen, kan het product beschadigen.
q en steek de lader in het
Batterij laadt
op
Opladen
voltooid
s
14
s
D De batterij en lader
Lees en volg de waarschuwingen en voorzorgsmaatregelen op pagina xi–
xiii en 211–214 van deze handleiding. Gebruik de batterij niet bij
omgevingstemperaturen lager dan 0 °C of hoger dan 40 °C; het niet in
acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan de batterij beschadigen
of de prestaties doen verslechteren. De capaciteit kan afnemen en de
oplaadtijden kunnen toenemen bij batterijtemperaturen van 0 °C tot
10 °C en van 45 °C tot 60 °C; de batterij zal niet opladen bij temperaturen
lager dan 0 °C of hoger 60 °C.
Laad de batterij op bij omgevingstemperaturen t ussen 5 °C en 35 °C. Als
het lampje CHARGE (OPLADEN) snel knippert tijdens het opladen, stop dan
onmiddellijk het gebruik en breng de batterij en lader naar uw winkelier
of een door Nikon geautoriseerde servicevertegenwoordiger.
Verplaats de lader niet en raak de batterij niet aan tijdens het opladen.
Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan in zeer
zeldzame gevallen resulteren in een lader die aangeeft dat het opladen
is voltooid terwijl de batterij sle chts gedeeltelijk is opgeladen. Verwijder
de batterij en plaats deze vervolgens terug om het opladen opnieuw te
starten.
Gebruik de lader alleen met compatibele batterijen. Haal de stekker uit
het stopcontact wanneer de lader niet in gebruik is.
15
Plaats de batterij en een geheugenkaart.
3
Maak het veiligheidsslot van het batterijvak/de
geheugenkaartsleuf los (q) en ontgrendel (w) en open
langzaam het deksel (e). Nadat u de juiste richting hebt
gecontroleerd, plaatst u de batterij en geheugenkaart als volgt:
gebruik de batterij om de oranje batterijvergrendeling naar één
zijde ingedrukt te houden, schuif de batterij in de camera totdat
de oranje batterijvergrendeling vergrendelt (r) en schuif
vervolgens de geheugenkaart in de camera totdat deze op zijn
plaats klikt (t). Sluit (y), vergrendel (u) en doe (i) het deksel
op slot en controleer of de vergrendeling en het veiligheidsslot
zich in de getoonde posities bevinden (A).
Achterz ijde
s
16
s
r
D Batterijen en geheugenkaarten plaatsen en verwijderen
Zet de camera altijd uit alvorens batterijen of geheugenkaarten te
plaatsen of verwijderen. Merk op dat de batterij en geheugenkaarten na
gebruik zeer warm kunnen zijn; ga daarom voorzichtig te werk bij het
verwijderen van de batterij en geheugenkaarten.
A Geheugenkaarten formatteren
Als dit de eerste keer is dat de
geheugenkaart in de camera wordt gebruikt
of als de kaart in een ander apparaat werd
geformatteerd, selecteer Geheugenkaart formatt. in het setup-menu en volg de
aanwijzingen op het scherm om de kaart te
formatteren (0 193). Merk op dat hierdoor
alle gegevens op de kaart permanent worden
verwijderd. Kopieer daarom eerst foto’s en
andere gegevens die u wilt bewaren naar
een computer alvorens verder te gaan.
A De beveiligingsschakelaar
Geheugenkaarten zijn voorzien
van een beveiligingsschakelaar
om onbedoeld gegevensverlies te
voorkomen. Wanneer deze
schakelaar in de “vergrendelde”
positie staat, kan de
geheugenkaart niet worden geformatteerd en kunnen geen foto’s
worden gewist of vastgelegd. Schuif de schakelaar naar de positie
“schrijven” om de geheugenkaart te ontgrendelen.
GB
16
Beveiligingsschakelaa
17
A Batterijen en geheugenkaarten verwijderen
Controleer na het uitschakelen van de
camera of het toegangslampje van de
geheugenkaart (03) uit is en open het
deksel van het batterijvak/de
geheugenkaartsleuf. Om de batterij te
verwijderen dient deze eerst te worden
ontgrendeld door de oranje
batterijvergrendeling in de richting van de
getoonde pijl te drukken. Verwijder vervolgens handmatig de batterij.
Om een geheugenkaart te ver wijderen, druk
eerst op de kaart om deze uit te werpen (q);
de kaart kan vervolgens handmatig worden
verwijderd (w).
D Geheugenkaarten
• De camera bewaart foto’s op SD-, SDHC- en SDXC-geheugenkaarten
(los verkrijgbaar; 0 206).
• Verwijder gee n geheugenkaar ten uit de camera, zet de camera niet uit
of verwijder of ontkoppel niet de voedingsbron tijdens het
formatteren of terwijl gegevens worden opgeslagen, verwijderd of
naar een computer worden gekopieerd. Het niet in acht nemen van
deze voorzorgsmaatregelen kan gegevensverlies tot gevolg hebben
of schade aan de camera of kaart toebrengen.
• Raak de contacten van de kaart niet met uw vingers of metalen
voorwerpen aan.
• De kaart niet buigen, laten vallen of blootstellen aan hevige schokken.
• Oefen geen druk uit op de behuizing van de kaart. Het niet in acht
nemen van deze waarschuwing kan tot beschadiging van de
geheugenkaart leiden.
• Niet blootstellen aan water, hitte, hoge luchtvochtigheid of direct
zonlicht.
• Formatteer geheugenkaarten niet in een computer.
s
18
s
Bevestig het special-purpose waterdichte objectief.
4
De camera wordt gebruikt met special-purpose waterdichte
objectieven die volgens onderstaande afbeelding worden
bevestigd (voor informatie over het bevestigen van nietwaterdichte 1 NIKKOR-objectieven, zie pagina 203). Het
objectief dat over het algemeen in deze handleiding voor
illustratieve doeleinden wordt gebruikt is een 1 NIKKOR AW
11–27.5mm f/3.5–5.6. Bij het bevestigen van het objectief
moet u voorzichtig te werk gaan om schade aan de camera
en het objectief te voorkomen en om er zeker van te zijn dat
er geen stof en ander vuil de camera binnendringt of aan de
O-ring of het gebied eromheen hecht.
Verwijder de
achterste
objectiefdop
Verwijder de bodydop van de camera
Inspecteer de O-ring:
• Is het gekerfd of gebarsten? In dat geval
moet u de O-ring vervangen (0 201).
• Is het uit positie? In dat geval moet u de
O-ring van positie veranderen (0 62).
• Zit er stof of vuil op de O-ring? In dat
geval verwijdert u het van de O-ring
(0 62).
19
Controleer het objectief: Verwijder stof of
ander vuil van de O-ringafdichting van het
objectief (0 62).
Bevestigingsmarkering (camera)
Leg de bevestigingsmarkeringen
op één lijn
Plaats het objectief over de
O-ring en druk het in positie
Draai het objectief in de
aangeduide richting tot het stopt
Bevestigingsmarkering
(objectief)
Wanneer het objectief over de O-ring wordt geplaatst, moet u
opletten dat de camera of het objectief niet beschadigd raakt;
gebruik niet teveel kracht.
s
20
s
A Waterdichte objectieven bevestigen
Controleer of de camera uit is bij het
verwijderen of verwisselen van objectieven.
Om het objectief te verwijderen, houd de
objectiefontgrendeling (q) ingedrukt
terwijl u volgens de afbeelding aan het
objectief draait (w) en maak vervolgens het
objectief los van de camera. Plaats, na het
verwijderen van het objectief, de
objectiefdoppen en bodydop van de camera terug.
D Waterdichte objectieven bevestigen en verwijderen
Voordat een waterdicht objectief word bevestigd of verwijderd,
controleer of het objectief en de came ra volledig droog zijn, of de O-ring
niet gebarsten, beschadigd, gedraaid of uit positie is en o f de O- ring v an
de camera en O-ringafdichting van het objectief (0 240) vrij zijn van
haar, stof, zand en ander vuil. Verwissel geen objectieven wanneer uw
handen nat of met zout bedekt zijn of op plaatsen die worden
blootgesteld aan wind, nevel, stof of zand, en let op dat water niet in het
binnenste van de camera of het objectief valt.
A Siliconenvet
De O-ring kan met het meegeleverde
siliconenvet of met het optionele
siliconenvet WP-G1000 worden gesmeerd,
waardoor slijtage wordt voorkomen en
waterdichte objectieven gemakkelijker
kunnen worden bevestigd (0 201). Voor
het toepassen, plaats een druppel in een
plastic zakje en gebruik uw vingers om het
vet in het zakje te verdelen (q), plaats
vervolgens de O-ring en masseer het zakje
om de ring van een laag te voorzien (w).
Gebruik alleen siliconenvet dat speciaal
bedoeld is voor gebruik met dit product. Het
niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan de O-ring doen
uitrekken of anderszins vervormen.
21
Zet de camera aan.
5
Druk op de hoofdschakelaar om de
camera in te schakelen. Het aan/uitlampje brandt korte tijd groen en de
monitor schakelt in. Vergeet niet de
objectiefdop te verwijderen voordat u
foto’s gaat maken.
A De camera uitschakelen
Druk nogmaals op de hoofdschakelaar om de camera uit te schakelen.
De monitor schakelt uit.
A Automatisch uitschakelen
Als er ongeveer een minuut geen handelingen worden uitgevoerd,
schakelt de schermweergave uit en begint het aan/uit-lampje te
knipperen (indien gewenst kan de vertraging voordat de
schermweergave automatisch uitschakelt worden gewijzigd met
behulp van de optie Automatisch uitschakelen in het setup-menu; 0 195). De camera kan opnieuw worden geactiveerd door de
ontspanknop te bedienen. Als er gedurende drie minuten na het
uitschakelen van de schermweergave geen handelingen worden
uitgevoerd, zal de camera automatisch uitschakelen.
D Objectieven bevestigen en verwijderen
Zet de camera uit alvorens objectieven te bevestigen of te verwijderen.
Merk op dat wanneer de camera wordt uitgeschakeld, de
sensorbeschermbarrière in het objectief zal sluiten, zodat de
beeldsensor van de camera wordt beschermd.
s
22
s
Kies een taal.
6
Zodra de camera voor de eerste keer
wordt ingeschakeld, zal een
taalselectievenster worden
weergegeven. Gebruik de multi-selector
en J-knop (0 8) om een taal te kiezen.
23
Stel de klok in.
7
Gebruik de multi-selector en J-knop
(0 8) om de tijd en datum in te stellen.
Merk op dat de camera een 24-uurs klok
gebruikt.
s
Druk op 4 of 2 om de tijdzone te
markeren en druk op J.
Druk op 1 of 3 om de
zomertijdoptie te markeren en druk
op J.
Druk op 4 of 2 om uren, minuten of
seconden te selecteren en druk op 1
of 3 om te wijzigen. Druk op J
zodra voltooid.
Druk op 1 of 3 om de datumnotatie
te markeren en druk op J.
Druk op 4 of 2 om jaar, maand of
datum te selecteren en druk op 1 of
3 om te wijzigen. Druk op 2 om
verder te gaan.
Opmerking: Taal en klok kunnen op elk
gewenst moment worden gewijzigd
met behulp van de opties Taa l
(Language) (0 198) en Tijdzone en
datum (0 198) in het setup-menu.
24
s
A De cameraklok
De cameraklok is minder nauwkeurig dan de meeste horloges en
gewone klokken. Controleer daarom regelmatig of de klok de juiste tijd
aangeeft en pas de tijd zo nodig aan.
De cameraklok wordt gevoed door een afzonderlijke voedingsbron die,
indien nodig, wordt opgeladen wanneer de hoofdbatterij is geplaatst of
de camera door een optionele EP-5C-stroomaansluiting en EH-5blichtnetadapter (0 208) wordt gevoed. Drie dagen opladen is
voldoende om de klok ongeveer één maand van stroom te voorzien. Als
een waarschuwing wordt weergegeven met de mededeling dat de klok
niet is ingesteld bij het inschakelen van de camera, betekent dit dat de
batterij leeg is en de klok werd teruggezet. Stel de klok in op de juiste
datum en tijd.
25
Lees de instructies over het waterdicht houden van uw
8
camera.
Zodra de klok is ingesteld, geeft de
camera een serie berichten weer over
het in stand houden van een
waterdichte afdichting, die wij u
aanraden te lezen voordat u de camera
voor de eerste keer gebruikt. Druk op 4
of 2 om door de berichten te bladeren.
Om af te sluiten, druk op J zodra het
laatste bericht wordt weergeven.
s
A Opmerking
Als u de batterij verwijdert en weer
terugplaatst is het mogelijk dat het eerste
bericht van deze berichten opnieuw wordt
weergegeven gedurende een paar
seconden. Om alle berichten te bekijken,
druk op $ terwijl het eerste bericht
wordt weergegeven en druk vervolgens op
4 of 2 om door de resterende berichten te
bladeren. Om af te sluiten, druk op J.
26
s
Controleer het batterijniveau en de capaciteit van de
9
geheugenkaart.
Controleer het batterijniveau en het
Batterijniveau
aantal resterende opnamen in de
monitor.
❚❚ Batterijniveau
SchermweergaveBeschrijving
GEEN PICTOGRAM
H
Kan geen foto’s
maken. Plaats een
volledig opgeladen
batterij.
Batterij volledig opgela den
of gedeeltelijk ontladen;
niveau wordt aangeduid
door pictogram L of K
in gedetailleerde weergave
(0 7).
Batterij bijna leeg. Houd
een volledig opgeladen
batterij bij de hand of laad
weldra de batterij op.
Batterij leeg; ontspanknop
uitgeschakeld. Plaats een
opgeladen batterij.
Resterende opnamen
❚❚ Aantal resterende opnamen
De monitor toont het aantal foto’s dat bij de huidige instellingen
kan worden opgeslagen op de geheugenkaart (waarden van
meer dan 1.000 worden afgerond op honderd; bijv. waarden
tussen 1.200 en 1.299 worden weergegeven als 1,2 K). Als een
waarschuwing wordt weergegeven met de mededeling dat er
onvoldoende geheugen beschikbaar is voor nog meer beelden,
plaats dan een andere geheugenkaart (0 16) of wis enkele foto’s
(0 121).
27
Foto’s maken en bekijken
z
De camera biedt u de keuze uit de automatische stand voor
“richten-en-maken”-fotografie waarbij de camera de instellingen
kiest, de creatieve stand waarbij u de instellingen aanpast aan uw
onderwerp of creatieve wensen, en een verscheidenheid aan
andere standen voor moeilijk te timen opnamen of om het gevoel
van speciale momenten vast te leggen.
Richten-en-maken-fotografie (Automatische stand)
Volg de onderstaande stappen om foto’s te maken in de
automatische stand, een “richten-en-maken”-stand waarbij de
camera automatisch het type onderwerp detecteert en de
instellingen aanpast overeenkomstig het onderwerp en de situatie.
Zet de camera aan.
1
Druk op de hoofdschakelaar om de
camera in te schakelen.
Selecteer de C-stand.
2
Druk op de G-knop om de menu’s
weer te geven. Selecteer
Opnamestand, markeer vervolgens C
(automatisch) en druk op J (0 10).
z
28
z
29
Maak de camera gereed.
3
Houd de camera met beide handen
stevig vast, en let daarbij op dat u het
objectief, de AF-hulpverlichting of de
microfoon niet blokkeert. Draai de
camera, zoals rechtsonder
weergegeven, wanneer u foto’s in de
portretstand (staand) maakt.
Kadreer de foto.
4
Plaats uw onderwerp in het midden van
het beeld.
Stel scherp.
5
Druk de ontspanknop half in
om scherp te stellen. Als het
onderwerp slecht belicht is,
kan de AF-hulpverlichting
(0 172) gaan branden om
hulp te bieden bij de
scherpstelbewerking.
Als de camera kan scherpstellen, wordt het
geselecteerde scherpstelveld groen
gemarkeerd en klinkt een signaal (er
klinkt mogelijk geen signaal als het
onderwerp beweegt).
Als de camera niet kan scherpstellen, wordt
het scherpstelveld rood weergegeven
(0 167).
Scherpstelveld
Maak de foto.
6
Druk voorzichtig de
ontspanknop volledig in om
de sluiter te ontspannen en
de foto vast te leggen. Het
toegangslampje van de
geheugenkaart brandt en de
foto wordt enkele seconden
op de monitor weergegeven
(de foto verdwijnt
automatisch uit het scherm
wanneer de ontspanknop
half wordt ingedrukt). We rp
de geheugenkaart niet uit en
verwijder niet de batterij
voordat het lampje uit is en de
opname is voltooid.
Toegangslampje geheugenkaart
A Het raster
Er kan een raster worden weergegeven door in
het setup-menu Aan voor Schermweergave >
Rasterweergave te selecteren (0 194).
z
30
Foto’s bekijken
Druk op K om uw meest recente foto
schermvullend in de monitor weer te geven
(schermvullende weergave).
z
Druk op 4 of 2 om andere foto’s te
bekijken.
Om het afspelen te beëindigen en naar de opnamestand terug te
keren, druk de ontspanknop half in.
A De C-knop
Tijdens weergave kunt u eveneens foto’s voor
schermweergave selecteren door de C-knop
ingedrukt te houden, de camera naar links of
rechts te kantelen om het gewenste beeld te
markeren en ontspan vervolgens de knop om
de gemarkeerde foto schermvullend weer te
geven (0 97).
K-knop
31
Foto’s wissen
Druk op O om de huidige foto te wissen. Merk op dat eenmaal
gewiste foto’s niet kunnen worden hersteld.
Geef de foto weer.
1
Geef de foto weer die u wenst te wissen, zoals beschreven op de
voorgaande pagina.
Druk op O.
2
Er wordt een bevestigingsvenster
weergegeven.
Wis de foto.
3
Druk opnieuw op O om de foto te wissen
en ga terug naar weergave, of druk op
K om af te sluiten zonder de foto te
wissen.
z
O-knop
32
A De ontspanknop
De camera heeft een tweetraps ontspanknop. De camera stelt scherp
wanneer de ontspanknop half wordt ingedrukt. Druk de ontspanknop
volledig in om de foto te maken.
Scherpstellen: druk half in Maak de foto: druk volledig
A Meerdere foto’s achter elkaar maken
z
Als Uit is geselecteerd voor Controlebeeld in het weergavemenu (0 146),
kunt u, door de ontspanknop tussen de opnamen in half ingedrukt te
houden, nog meer foto’s maken zonder opnieuw scherp te stellen.
A Automatische onderwerpselectie
In de automatische stand analyseert de camera
automatisch het onderwerp en selecteert de
geschikte scène. De geselecteerde scène wordt
in de monitor weergegeven.
c Portre t: portretten van mensen.
d Landschap: landschappen en stadsgezichten.
f Nachtportret: portretten tegen een donkere achtergrond.
e Close-up: onderwerpen dicht bij de camera.
g Nachtlandschap: slecht belichte landschappen en stadsgezichten.
Automatisch: onderwerpen die niet in de hierboven ver melde categorieën
Z
vallen.
Scènepictogram
in
33
A Een zoomobjectief gebruiken
Gebruik de zoomring om op het onderwerp in te zoomen, zodat het een
groter gebied van het beeld vult, of zoom uit om het zichtbare gebied in de
definitieve foto te vergroten (selecteer langere brandpuntsafstanden op de
schaal van de brandpuntsafstand om in te zoomen, kortere
brandpuntsafstanden om uit te zoomen).
Inzoomen
Uitzoomen
Zoomring
A Gezichtprioriteit
De camera detecteert en stelt scherp op
portretonderwerpen (gezichtprioriteit). Een
dubbele gele rand wordt weergegeven
wanneer de camera een portretonderwerp
voor de camera detecteert (wanneer de camera
meerdere gezichten, maximaal vijf, detecteert,
selecteert de camera het onderwerp dat het
dichtst bij is). Druk de ontspanknop half in om scherp te stellen op het
onderwerp in de dubbele gele rand. De rand verdwijnt uit de
schermweergave als de camera niet langer in staat is het onderwerp te
detecteren (omdat het onderwerp bijvoorbeeld wegkijkt).
A Beschikbare instellingen
Voor informatie over de beschikbare opties in de automatische stand, zie
pagina 215.
A Meerdere foto’s wissen
De optie Wissen in het weergavemenu (0 121) kan worden gebruikt om
alle of geselecteerde foto’s te wissen.
A Zie ook
Zie pagina 194 voor informatie over het uitschakelen van het signaal dat
klinkt wanneer de camera scherpstelt of wanneer de elektronische sluiter
wordt ontspannen. Zie pagina 7 voor informatie over het bekijken van fotoinformatie. Zie pagina 118 voor informatie over het bekijken van meerdere
beelden. Voor informatie over het inzoomen op het midden van h et huidige
beeld, zie pagina 120. Zie pagina 123 voor informatie over diashows.
z
34
Livebeeldaanpassing
Met livebeeldaanpassingen kunt u
instellingen aanpassen zonder de
opnameweergave te verlaten, zodat u van
tevoren kunt bekijken hoe de wijzigingen
van invloed zijn op uw foto’s. Druk op 1 (&)
om de beschikbare livebeeldaanpassingen
in de automatische stand te bekijken.
Markeer een instelling en druk op J om te
selecteren en druk vervolgens op 1 of 3
om de instelling aan te passen en druk op
z
J om naar de opnamestand terug te keren.
Druk opnieuw op 1 (&) om de aanpassing
te annuleren.
Actieve D-Lighting: behoud details in hoge
lichten en schaduwen voor een natuurlijk
contrast.
Meer effect
Actieve D-Lighting: hoog Actieve D-Lighting: laag
Achtergrond verzachten: verzacht
achtergronddetails om een onderwerp er
uit te laten springen, of stel zowel
achtergrond als voorgrond scherp.
Achtergrond verscherptAchtergrond verzacht
35
Minder effect
Achtergrond verscherpen
Achtergrond verzachten
Bewegingsaanpassing: suggereer beweging
door bewegende voorwerpen onscherp te
maken, of “bevries” bewegingen om
bewegende voorwerpen duidelijk vast te
leggen.
Beweging stilzetten
Beweging onscherp
Beweging stilzettenBeweging onscherp
maken
Helderheidsaanpassing: maak foto’s lichter of
maken
Lichter
donkerder.
DonkerderLichterDonkerder
D Livebeeldaanpassing
Continu-opname is niet beschikbaar (0 87) en de ingebouwde flitser kan
niet worden gebruikt wanneer livebeeldaanpassing actief is. Het indrukken
van de filmopnameknop annuleert livebeeldaanpassing.
z
36
Een creatieve stand kiezen
Kies de creatieve stand om instellingen aan het onderwerp of de
situatie aan te passen, foto’s te maken met behulp van speciale
effecten of om sluitertijd en diafragma te bedienen.
Selecteer de w-stand.
1
Druk op de G-knop om de menu’s
weer te geven. Selecteer
Opnamestand, markeer vervolgens w
(creatieve stand) en druk op J (0 10).
z
Kies een scène.
2
Druk op 1 (&) en markeer een scène
met behulp van de multi-selector
(0 38).
Druk op J om de gemarkeerde scène te
selecteren. Uw selectie wordt aangeduid
door een pictogram in de
schermweergave.
37
Een stand kiezen die overeenkomt met het onderwerp of de
situatie
Kies een creatieve stand overeenkomstig het onderwerp of de
situatie:
OptieBeschrijving
Automatisch
programma (P)
Sluitertijdvoorkeuze
(S)
Diafragmavoorkeuze
(A)
Handmatig (M)
Onder
water (4 (5, 6))
Nachtlandschap (j)
De camera stelt de sluitertijd en het dia fragma in voor een
optimale belichting (0 40). Aanbevolen voor snapshots
en in andere situaties waarbij er weinig tijd is om de
camera-instellingen aan te passen.
U kiest de sluitertijd; de camera selecteert een diafragma
voor de beste resultaten (0 41). Gebruik om beweging stil
te zetten of onscherp te maken.
U kiest het diafragma; de camera selecteer t een sluitertijd
voor de beste resultaten (0 42). Gebruik om de
achtergrond onscherp te maken of om zowel de
voorgrond als achtergrond scherp te stellen.
U regelt zowel de sluitertijd als het diafragma (0 43). Kies
sluitertijd “Bulb” voor lange tijdopnamen (0 44).
Maak onderwaterfoto’s (0 54, 55).
Leg weinig licht vast in nachtscènes. Telkens wanneer de
ontspanknop volledig wordt ingedrukt, maakt de camera
een serie opnamen en combineert ze; tijdens het
verwerken wordt een bericht weergegeven en kunnen er
geen foto’s worden gemaakt. De flitser flitst niet en de
randen van foto’s worden uitgesneden. Merk op dat de
gewenste resultaten mogelijk niet kunnen worden
verkregen als de camera of het onderwerp tijdens de
opname beweegt; als de camera de afbeeldingen ni et kan
combineren, wordt een waarschuwing weergegeven en
wordt er slechts één foto gemaakt.
z
38
OptieBeschrijving
Nachtportret (o)
z
Tegenlicht (m)Fotografeer onderwerpen met tegenlicht (0 46).
Eenvoudig
panorama (p)
Zacht (q)
Miniatuureffect (r)
Selectieve kleur (s)
Leg een verlichte achtergrond vast in portretten die
‘s nachts of onder weinig licht zijn gemaakt. Telkens
wanneer de ontspanknop volledig wordt ingedrukt,
maakt de camera een serie opnamen, sommige met en
sommige zonder de flitser, en combineert ze; tijdens het
verwerken wordt een bericht weergegeven en kunnen er
geen foto’s worden gemaakt. Klap de ingebouwde flitser
op voordat u gaat fotograferen; er wordt geen foto
gemaakt als de flitser niet is opgeklapt. Merk op dat
randen van foto’s worden uitgesneden en dat
resultaten mogelijk niet worden verkregen als de camera
of het onderwerp beweegt tijdens het vastleggen; als de
camera niet in staat is om de beelden te combineren,
wordt een waarschuwing weergegeven en maakt de
camera één foto met de flitser.
Maak panorama’s om ze op een later moment op de
camera te bekijken (0 47).
Maak foto’s met een zacht
filtereffect. Druk op J om de
hoeveelheid verzachting te
kiezen wanneer het beeld via
het objectief wordt
weergegeven, markeer een
optie met behulp van de multiselector en druk op J om te
selecteren.
De boven- en onderkant van elke foto worden onscherp
gemaakt, zodat het onderwerp op een diorama lijkt dat op
korte afstand werd gefotografeerd. Werkt het best bij het
fotograferen vanaf een hoog zichtpunt.
Maak foto’s waarin alleen een
geselecteerde tint in kleur
verschijnt. Druk op J om de
tint te kiezen wanneer het
beeld via het objectief wordt
weergegeven en gebruik de
multi-selector en J-knop.
de
de gewenste
A Beschikbare instellingen
Voor informatie over de beschikbare opties in de creatieve stand, zie pagina
217.
39
Foto’s maken in de standen P, S, A en M
De standen P, S, A en M bieden verschillende bedieningsniveaus voor
sluitertijd en diafragma. Kies een stand en pas de instellingen aan
uw creatieve wensen aan.
❚❚ P Automatisch programma
In deze stand past de camera automatisch de sluitertijd en het
diafragma aan voor een optimale belichting in de meeste situaties.
Deze stand wordt aanbevolen voor snapshotfoto’s en andere
situaties waarin u de sluitertijd en het diafragma door de camera
wilt laten bepalen.
A Een combinatie van sluitertijd en diafragma kiezen
Hoewel de door de camera gekozen sluitertijd
en diafragma optimale resultaten produceren,
kunt u bovendien uit andere combinaties kiezen
die dezelfde belichting (“flexibel programma”)
produceren. Druk op X voor grote diafragma’s
(lage f-waarden) die achtergronddetails
onscherp maken of korte sluitertijden die
beweging “bevriezen”, W voor kleine
diafragma’s (hoge f-waarden) die
scherptediepte vergroten of lange sluitertijden
die beweging onscherp maken. U wordt
weergegeven terwijl flexibel programma actief
is.
W-knop
X-knop
A Standaardinstellingen voor sluitertijd en diafragma herstellen
Om de standaardinstellingen voor sluitertijd en diafragma te herstellen,
druk op X of W tot U niet langer wordt weergegeven of schakel de camera
uit. De standaardinstellingen voor sluitertijd en diafragma worden
automatisch hersteld wanneer de camera naar de stand-bystand gaat.
z
40
❚❚ S Sluitertijdvoorkeuze
In sluitertijdvoorkeuze kiest u de sluitertijd terwijl de camera
automatisch het diafragma selecteert dat de optimale belichting
oplevert. Gebruik lange sluitertijden om beweging te suggereren
door bewegende voorwerpen onscherp te maken en beweging van
snelle sluitertijden te “bevriezen”.
z
Korte sluitertijd (
Een sluitertijd kiezen
Gebruik de X- en W-knoppen om te kiezen
uit sluitertijden tussen 30 sec. en
Druk op X voor kortere sluitertijden, W
voor langere sluitertijden.
A Continu-opname
De geselecteerde sluitertijd kan veranderen als
de beeldsnelheid voor continu-opname (0 87)
15 bps of meer is.
1
/
1.600 s)Lange sluitertij d (1 sec.)
1
/
16.000 sec.
W-knop
X-knop
41
❚❚ A Diafragmavoorkeuze
In diafragmavoorkeuze kunt u het diafragma kiezen terwijl de
camera automatisch de sluitertijd selecteert die de optimale
belichting oplevert. Grote diafragma’s (lage f-waarden)
verminderen scherptediepte, zodat voorwerpen achter en voor het
hoofdonderwerp onscherp zijn. Kleine diafragma’s (hoge fwaarden) verhogen scherptediepte, zodat details in de achter- en
voorgrond er uitspringen. Een kleine scherptediepte wordt
doorgaans gebruikt in portretten om achtergronddetails onscherp
te maken, terwijl een grote scherptediepte wordt gebruikt voor
landschapsfoto’s om zowel de voorgrond als de achtergrond scherp
te stellen.
Groot diafragma (f/5.6)Klein diafragma (f/16)
Een diafragma kiezen
Druk op W voor grotere diafragma’s (lagere
f-waarden), X voor kleinere diafragma’s
(hogere f-waarden).
W-knop
X-knop
z
42
❚❚ M Handmatig
In de handmatige stand bedient u zowel sluitertijd als diafragma.
Sluitertijd en diafragma kiezen
Pas sluitertijd en diafragma aan met
betrekking tot de belichtingsaanduiding
(zie hieronder). Druk op 2 om sluitertijd of
diafragma te markeren en gebruik de X- en
W-knoppen om een waarde te kiezen,
W-knop
herhaal dit voor het overgebleven item.
Druk op X voor kortere sluitertijden of
kleinere diafragma’s (hogere f-waarden), W
z
voor langere sluitertijden en grotere
diafragma’s (lagere f-waarden). Sluitertijden
kunnen worden ingesteld op een hoge
snelheidswaarde van
1
/
16. 0 0 0 sec. of een lage
snelheidswaarde van 30 sec., of op “Bulb”
om de sluiter voor onbepaalde tijd open te
houden voor een lange tijdopname (0 44).
Sluitertijd
Druk op 2 om diafragma
te markeren.
Diafragma
X-knop
Druk op 2 om sluitertijd te
A Continu-opname
De geselecteerde sluitertijd kan veranderen als de beeldsnelheid voor
continu-opname (0 87) 15 bps of meer is.
43
markeren.
A De belichtingsaanduiding
Wanneer er sluitertijden anders dan “Bulb” zijn
geselecteerd, toont de belichtingsaanduiding
of de foto bij de huidige instellingen onder- of
overbelicht zou zijn.
Optimale belichtingOnderbelicht met
1
/
3 LWOverbelicht met meer dan
2LW
❚❚ Lange tijdopnamen (alleen M-stand)
Selecteer sluitertijd “Bulb” voor lange
tijdopnamen van bewegende lichten, de
sterren, nachtlandschappen of vuurwerk.
De sluiter blijft open zolang de
ontspanknop wordt ingedrukt. Gebruik een
statief om onscherpte te voorkomen.
Maak de camera gereed.
1
Monteer de camera op een statief of plaats de camera op een
stabiele, vlakke ondergrond. Gebruik een volledig opgeladen
EN-EL20-batterij of een optionele EH-5b-lichtnetadapter en
EP-5C-stroomaansluiting om te voorkomen dat de voeding
uitvalt voordat de belichting is voltooid. Merk op dat er ruis
(heldere vlekken, willekeurige pixels of waas) kan optreden
tijdens lange tijdopnamen; kies voorafgaand aan het
opnemen Aan voor Ruisonderdr. lange belich. in het
opnamemenu (0 164).
z
44
Kies sluitertijd “Bulb”.
2
Druk op 2 om de sluitertijd te markeren
en druk op de W-knop om “Bulb” te
selecteren.
W-knop
z
Open de sluiter.
3
Druk na het scherpstellen de ontspanknop volledig in. Houd de
ontspanknop ingedrukt tot de belichting is voltooid.
Sluit de sluiter.
4
Haal uw vinger van de ontspanknop.
Na circa twee minuten wordt de opname automatisch beëindigd.
Houd er rekening mee dat het opnemen van lange opnamen enige
tijd in beslag kan nemen.
45
Tegenlicht
De methode die wordt gebruikt voor het vastleggen van details in
schaduwgebieden van onderwerpen met tegenlicht is afhankelijk
van de optie die is geselecteerd voor HDR in het opnamemenu
(0 153).
Details in hoge lichten en schaduwen blijven bewaard met behulp van
HDR (hoog dynamisch bereik); Z verschijnt in de schermweergave.
Telkens wanneer de ontspanknop volledig wordt ingedrukt, maakt de
camera snel opeenvolgend 2 opnamen en combineert deze zodat
details in felle lichten en schaduwen in onderwerpen met veel contrast
bewaard blijven; de ingebouwde flitser flitst niet. Terwijl de opnamen
worden gecombineerd, wordt een bericht weergegeven en wordt de
ontspanknop uitgeschakeld. Zodra het verwerken is voltooid, wordt de
Aan
definitieve foto weergegeven.
+
z
Eerste belichting
(donkerder )
De flitser flitst om schaduwen in onderwerpen met tegenlicht “in te
vullen” (verlichten). Er wordt slechts één opname gemaakt wanneer de
Uit
ontspanknop volledig wordt ingedrukt en de flitser flitst bij elke
opname. Er worden geen foto’s gemaakt als de ingebouwde flitser niet
is opgeklapt; klap de flitser omhoog voordat u begint met fotograferen.
Tweede belichting
(helderder)
Gecombineerd HDR-
beeld
D HDR-foto’s kadreren
De randen van het beeld worden uitgesneden. De gewenste resultaten
worden mogelijk niet verkregen als de camera of het onderwerp beweegt
tijdens de opname. Afhankelijk van het onderwerp kunnen arceringen
ongelijk zijn en kunnen schaduwen verschijnen rondom heldere objecten
of halo’s rondom donkere objecten. Als de camera de twee beelden niet
succesvol kan combineren, wordt een enkel beeld bij normale belichting
vastgelegd en wordt Actieve D-Lighting (0 163) toegepast.
46
Eenvoudig panorama
Vol g de ond ers taand e st app en om p ano rama ’s o p te nem en. Tijd ens
de opname stelt de camera scherp met behulp van automatisch
veld-AF (0 170); gezichtdetectie (0 34) is niet beschikbaar.
Belichtingscorrectie (0 90) kan worden gebruikt, maar zal de
ingebouwde flitser niet flitsen.
Stel scherpstelling en belichting in.
1
Kadreer het begin van het
panorama en druk de
z
ontspanknop half in. Er
verschijnen hulplijnen in de
schermweergave.
Start de opname.
2
Druk de ontspanknop
volledig in en til vervolgens
uw vinger van de knop. De
pictogrammen a, c, d en b
verschijnen in de
schermweergave om de
mogelijk panrichtingen aan
te geven.
Pan de camera.
3
Pan de camera langzaam omhoog,
omlaag, links of rechts, zoals hieronder
aangeduid. De opname start zodra de
camera de richting voor het pannen
detecteert en verschijnt er een
voortgangsaanduiding in de
schermweergave. De opname eindigt
automatisch zodra het einde van het
panorama is bereikt.
Voortgangsaanduiding
47
Een voorbeeld hoe te pannen met de camera wordt hieronder
aangeduid. Zonder uw positie te wijzigen, pan de camera
horizontaal of verticaal in een regelmatige curve. Stel de te
pannen tijd vast overeenkomstig de optie die is geselecteerd
voor Beeldformaat in het opnamemenu: ongeveer 15 seconden
zijn nodig om het pannen te voltooien wanneer A Normaal panorama is geselecteerd, ongeveer 30 seconden wanneer
B Breed panorama is geselecteerd.
A Panorama’s
Groothoekobjectieven met veel vertekening kunnen mogelijk niet het
gewenste resultaat opleveren. Er wordt een foutbericht weergegeven als de
camera te snel of onvast wordt gepand.
Het voltooide panorama zal enigszins kleiner zijn dan het gebied dat
zichtbaar is in de schermweergave tijdens de opname. Er wordt geen
panorama opgenomen als de opname eindigt voordat deze halverwege is;
als de opname eindigt voorbij de helft maar voor voltooiing van het
panorama, wordt het niet-opgenomen deel in grijs aangeduid.
z
48
❚❚ Panorama’s bekijken
Panorama’s kunnen worden bekeken door op J te drukken
wanneer een panorama in volledig scherm wordt weergegeven
(0 31). Bij de start zal het panorama op het kleinste formaat de
schermweergave vullen, waarna de camera in de oorspronkelijke
panrichting door de foto beweegt.
z
Navigatievenster Gids
U kunt de volgende bewerkingen uitvoeren:
FunctieKnopBeschrijving
PauzePauzeer weergave.
Vooruit/achteruit
schermvullende
49
AfspelenJ
Terug naar
weergave
Hervat het afspelen wanneer het panorama
wordt gepauzeerd of tijdens achteruit/
vooruit.
Druk op 4 om achteruit en op 2 om vooruit
te gaan. Als het afspelen wordt gepauzeerd,
gaat het panorama één segment per keer
achteruit of vooruit; houd de knop
ingedrukt om ononderbroken achteruit of
vooruit te gaan.
Druk op 1 of K om schermvullende
/K
weergave af te sluiten.
Onderwaterfotografie
P
Een camera met een bevestigd special-purpose waterdicht objectief
kan worden gebruikt bij diepten van maximaal 15 m gedurende
60 minuten per keer. Lees en begrijp eerst de instructies in deze
paragraaf voordat u de camera onder water gebruikt en verwijder
riemen die uitsluitend zijn bedoeld voor gebruik aan land
(handriemen, apart verkrijgbaar bij uw winkelier, worden
aanbevolen om verlies tijdens onderwatergebruik te voorkomen).
Belangrijk: Voorzorgsmaatregelen
Om binnendringen van water of andere schade te voorkomen,
moeten bij onderwatergebruik de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht worden genomen:
• Zorg ervoor dat een special-purpose waterdicht objectief is
bevestigd. De camera is niet waterdicht wanneer er geen
waterdicht objectief is bevestigd, terwijl waterdichte objectieven
alleen waterdicht zijn wanneer ze aan de camera zijn bevestigd.
Stel de camera niet bloot aan water wanneer er geen waterdicht
objectief is bevestigd en stel evenmin een waterdicht objectief
bloot aan water wanneer het niet aan de camera is bevestigd.
• Het plotselinge temperatuurverschil veroorzaakt doordat de
camera mee het water in is genomen nadat deze op het strand, in
direct zonlicht of op andere plaatsen heeft gelegen en is
blootgesteld aan hoge temperaturen, kan tot gevolg hebben dat
zich waterdruppels vormen aan de binnenkant van de camera of
het objectief, wat tot mogelijke schade aan de producten kan
leiden.
• Verwijder het objec tief niet onder water, open niet de connector of
het deksel van het batterijvak/de geheugenkaartsleuf en bedien
niet de objectiefontgrendeling of de vergrendelingen of
veiligheidssloten op de connector en de deksels van het
batterijvak/de geheugenkaartsleuf terwijl de camera wordt
ondergedompeld.
• Laat het product niet langer dan 60 minuten per keer
ondergedompeld in water en stel het niet bloot aan diepten die
dieper zijn dan 15 m of aan stroomversnellingen, watervallen,
krachtige waterstralen uit kranen of ander water onder hoge druk.
Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan het
product blootstellen aan druk die hoog genoeg is om
binnendringen van water te veroorzaken.
P
50
• Stel de camera niet bloot aan water dat kouder is dan 0 °C of
warmer is dan 40 °C. Neem de camera niet mee in
heetwaterbronnen of baden.
• Duik niet met de camera in het water, laat niet vallen, plaats niet
onder zware voorwerpen of stel niet anderszins bloot aan hevige
schokken of overmatige fysieke druk of kracht. Onder overmatige
externe druk kan de camera vervormen en gevoelig worden voor
lekkages.
• Het niet in acht nemen van de juiste procedures voor of tijdens het
gebruik kan, door binnendringen van water, onherstelbare schade
aan het product tot gevolg hebben. Mocht het product lekken,
stop dan onmiddellijk het gebruik, droog de camera en het
objectief en raadpleeg een door Nikon geautoriseerde
servicevertegenwoordiger.
P
• De camera kan niet drijven. Laat de camera niet vallen terwijl u in
of op het water bent.
• Er kan condensvorming optreden aan de binnenzijde van het
objectief of de monitor als het product wordt blootgesteld aan
snelle temperatuurswisselingen, bijvoorbeeld wanneer het
product vanuit een warme locatie aan land in koud water wordt
gelegd, vanuit koude buitenlucht in een warme kamer wordt
gelegd of het deksel van het batterijvak/de geheugenkaartsleuf
wordt geopend of gesloten, of wanneer objectieven op een
vochtige plaats worden bevestigd en verwijderd. Dergelijke
condensvorming zal geen defect of andere schade veroorzaken.
Voordat u de camera onder water gebruikt
Voordat de camera onder water wordt gebruikt, moet de volgende
checklist worden voltooid.
Hebt u de riem verwijderd die uitsluitend bedoeld is voor gebruik aan land?
We raden u aan een handriem te bevestigen (apart verkrijgbaar bij uw
winkelier) alvorens de camera mee het water in te nemen.
Hebt u het special-purpose waterdichte objectief bevestigd (0 19)?
51
Hebt u de batterij en geheugenkaart geplaatst (0 16)?
Om binnendringen van water en andere schade te voorkomen, verwijder
zand, stof, haar en ander vuil onder de connector en deksels van het
batterijvak/de geheugenkaartsleuf en gebruik een blaasbalgje of
wattenstaafje om vuil aan de binnenzijd e van de camera te verwijderen (let
op dat u bij het gebruik van een wattenstaafje geen draadvezels achterlaat).
Als de waterdichte sleuf is gebarsten, vervormd of beschadigd, raadpleeg
een door Nikon geautoriseerde servicevertegenwoordiger.
Zorg ervoor dat de connector en deksels van het batterijvak/de
geheugenkaartsleuf volledig gesloten zijn, dat de handriem niet in één van
de deksels verstrikt raakt en dat de vergrendelingen en veiligheidssloten zich
in de getoonde posities bevinden.
P
52
De laatste controle
Na het doorlopen van de pre-shooting
checklist op pagina 51 en na bevestiging
dat het special-purpose waterdichte
objectief is bevestigd en de connector en
deksels van het batterijvak/de
geheugenkaartsleuf gesloten en beveiligd
zijn, dompel de camera onder in schoon
water, schakel in en test de zoomring en camerabedieningen om er
zeker van te zijn dat ze normaal functioneren en dat de camera niet
lekt. Om binnendringen van water of andere schade te voorkomen,
bedien niet de ontgrendelingsknop of de vergrendeling of
beveiligingssloten op de connector en deksels van het batterijvak/
P
de geheugenkaartsleuf.
Mocht u opmerken dat er lucht ontsnapt rondom de
objectiefvatting of de connector en deksels van het batterijvak/de
geheugenkaartsleuf, beëindig dan de test en haal onmiddellijk de
camera uit het water (lucht die ontsnapt uit de drukegalisatieontluchting en afdekkingen van microfoon en luidspreker is
normaal en duidt niet op een defect). Maak de camera en het
objectief grondig droog en controleer of de O-ring en connector en
deksels van het batterijvak/de geheugenkaartsleuf goed zijn
afgedicht. Raadpleeg een door Nikon geautoriseerde
servicevertegenwoordiger als u ontdekt dat de camera lekt bij
normaal gebruik.
53
Foto’s maken onder water
Volg de onderstaande stappen om foto’s in de “Onder water”-stand
te maken (0 55).
Zet de camera aan.
1
Druk op de hoofdschakelaar om de
camera in te schakelen.
Selecteer de w-stand.
2
Druk op de G-knop om de menu’s
weer te geven en selecteer vervolgens
Opnamestand, markeer w (creatieve
stand) en druk op J (0 10).
Selecteer Onder water.
3
Druk op 1 (&) om het creatieve menu
weer te geven. Markeer Onder water en
druk op J om
onderwaterverwerkingsopties weer te
geven.
P
54
Kies een optie.
4
Markeer één van de volgende opties en
druk op J om de gemarkeerde optie te
selecteren en keer terug naar de
opnameweergave.
• 4 Standaard: standaardverwerking
voor evenwichtige resultaten bij het
fotograferen langs de kust of in ondiep
water.
• 5 Duiken: levendige kleuren voor
diepere wateren.
• 6 Close-up: verbeterd contrast voor
P
onderwaterclose-ups.
Maak foto’s.
5
Om foto’s te maken, druk de
ontspanknop half in om scherp te
stellen en druk volledig in om de foto te
maken. Ongeacht of de camera wel of
niet is scherpgesteld, wordt de sluiter
ontspannen. Met behulp van de
filmopnameknop kunnen films worden
opgenomen.
A Onderwaterstand
De optie Onder water in de creatieve stand
corrigeert automatisch de blauwe zweem in
onderwaterverlichting. Kleuren kunnen vooraf
in de monitor worden bekeken en handmatig
worden aangepast of worden aangepast met
behulp van de voorinstellingsopties; de
resultaten zijn van toepassing op zowel foto’s
als films. Om de blauwgroene balans
handmatig aan te passen, druk op J in de
opnameweergave en druk vervolgens op 1 of
3. Druk op J om af te sluiten wanneer de
kleuren naar uw tevredenheid zijn aangepast.
Ontspanknop
Filmopnameknop
Blauwer
Groener
55
Tips en trucs voor onderwaterfotografie
De volgende functies kunnen handig zijn wanneer u
onderwaterfoto’s maakt.
Autom. vertekeningscorr.
Om vertekening te regelen bij
onderwateropnamen, selecteer Aan
(onder water) voor Autom.
vertekeningscorr. in het opnamemenu
(0 161). Deze optie is alleen beschikbaar
wanneer er een special-purpose
onderwaterobjectief is bevestigd.
De ingebouwde flitser
Druk op de pop-upknop voor de flitser om de flitser voor
onderwatergebruik op te klappen (0 92). Merk op dat handmatige
kleuraanpassing niet beschikbaar is wanneer de flitser de optie
Onder water gebruikt in de creatieve stand (0 55). Waterstroming
kan de flitser gedeeltelijk omlaag drukken, wat vignettering
veroorzaakt (0 95).
A Zie ook
Deze Onder water-witbalansoptie kan worden gebruikt om blauwe z weem
in onderwaterverlichting te corrigeren (0 178).
P
56
De dieptemeter
Met behulp van de dieptemeter kunt u uw
diepte bekijken tijdens het fotograferen of
de diepte insluiten in de foto-informatie
geregistreerd bij het maken van een foto.
Zet de meter op nul voordat u in het water
gaat (0 59).
❚❚ Diepte bekijken
Selecteer Locatiegegevens opslaan.
1
Selecteer in het setup-menu
P
Locatiegegevens, markeer vervolgens
Locatiegegevens opslaan en druk op
2.
Selecteer Ja.
2
Markeer Ja en druk op J.
Selecteer Hoogte/dieptemeter.
3
Selecteer in het setup-menu Opties
hoogte/diepte, markeer vervolgens
Hoogte/dieptemeter en druk op 2.
57
Select Dieptemeter.
4
Markeer Diepetemeter en druk op J.
Sluit de menu’s af.
5
Druk de ontspanknop half in om de
menu’s af te sluiten.
Geef de dieptemeter weer.
6
Druk op de $-knop om de
dieptemeter weer te geven (0 7).
A De dieptemeter
De dieptemeter van de camera is niet bedoeld
als vervanging voor gespecialiseerde
duikmeters; de getoonde diepten zijn slechts
benaderingen. De schermweergave toont
geen diepten van meer dan 20 m; diepten van
meer dan 15 m worden rood aangeduid.
P
58
❚❚ De dieptemeter op nul instellen
Volg de onderstaande stappen om de dieptemeter op nul in te
stellen.
Selecteer Hoogte-/dieptecorrectie.
1
Selecteer in het setup-menu Opties
hoogte/diepte, markeer vervolgens
Hoogte-/dieptecorrectie en druk op 2.
P
Selecteer Handmatig corrigeren.
2
Markeer Handmatig corrigeren en
druk op 2.
Stel de dieptemeter in op nul.
3
Druk op 4 of 2 om cijfers te markeren
en druk op 1 of 3 om te wijzigen. Druk
op J zodra de instellingen zijn voltooid.
A Zie ook
Zie pagina 196 voor informatie over het aanpassen van de hoogte- en
diepteopties.
59
Na onderwatergebruik van de camera
De camera en het objectief moeten binnen 60 minuten na
onderwatergebruik worden gereinigd. Terwijl het objectief is
bevestigd, dompel de camera onder in schoon water om zout en
ander vuil te verwijderen. Het niet in acht nemen van deze
voorzorgsmaatregel kan schade, verkleuring, roest, vieze geuren of
gevoeligheid voor lekkages tot gevolg hebben.
D
Voor het reinigen van de camera en het objectief
Reinig het product binnenshuis in een ruimte die niet wordt blootgesteld
aan zand of nevel en vergeet niet de voorlensdop van het objectief en water,
zout, zand of ander vuil van uw handen of haar te verwijderen, alvorens
verder te gaan. Open niet de connector of het deksel van het batterijvak/de
geheugenkaartsleuf voordat al het vuil is verwijderd en de camera droog is.
Maak de camera gereed.
1
Zorg ervoor dat het special-purpose
waterdichte objectief is bevestigd en dat
de connector en het deksel van het
batterijvak/de geheugenkaartsleuf
gesloten zijn met de vergrendelingen en
veiligheidssloten in de getoonde
posities.
Dompel de camera en het objectief onder.
2
Terwijl het objectief is bevestigd,
dompel gedurende 10 minuten de
camera in een bad met schoon water.
Om binnendringen van water en andere
schade te voorkomen, mag de
cameraconnector of het deksel van het
batterijvak/de geheugenkaart niet
worden geopend terwijl de camera
wordt ondergedompeld.
P
60
P
Reinig de zoomring en camerabedieningen.
3
Let op dat u de objectiefontgrendeling of
de vergrendeling of veiligheidssloten op
de connector en deksels van het
batterijvak/de geheugenkaartsleuf niet
aanraakt, druk op de pop-upknop voor
de flitser om de ingebouwde flitser op te
klappen en beweeg enkele keren de
camera voorzichtig van de ene naar de
andere zijde en bedien vervolgens de zoomring van het objectief
en de resterende camerabedieningen om zout en ander vuil te
verwijderen.
Veeg droog.
4
Droog de camera en objectiefcilinder met
een zachte, droge doek. Water,
vingerafdrukken en ander vuil op het
voorste lenselement moeten onmiddellijk
worden verwijderd door voorzichtig het
glas met een zachte, droge doek af te
vegen. Gebruik geen kracht.
Bewaar in de schaduw.
5
Plaats, zonder het objectief te
verwijderen, de camera op een droge
doek zoals aangeduid en laat het drogen
in een schaduwrijke, goed geventileerde
ruimte. Water stroomt weg uit de
zoomring, de drukegalisatieontluchting en de gaten in de afdekking
van de microfoon en luidspreker.
Reinig de binnenzijden van de afdekkingen.
6
Na bevestiging dat er geen water of
ander vuil op de camera is
achtergebleven, open langzaam de
connector en deksels van het
batterijvak/de geheugenkaartsleuf en
verwijder waterdruppels, zand of ander
vuil uit het binnenste met een zachte,
droge doek.
61
Om te voorkomen dat water in de camera valt terwijl de
afdekkingen zijn geopend, houdt u de camera zodanig vast dat
de afdekkingen neerwaarts openen.
Verwijder het objectiefdop.
7
Na gecontroleerd te hebben of het
objectief en de camera droog zijn,
verwijder het objectief en veeg de Oringafdichting van het objectief af
met een zachte, droge doek om vuil te
verwijderen. Merk op dat er nog
steeds water tussen de camera en het
objectief kan z itten; om te voorkomen
dat er water op de stofbescherming of
het objectief valt wanneer het
objectief wordt verwijderd, houd de
camera horizontaal en verwijder het
objectief voorzichtig.
De O-ring
De camera gebruikt een O-ring om een waterdichte afdichting te
vormen. Verkeerd gebruik van de O-ring kan lekkages produceren.
Controleer de staat van de O-ring zoals hieronder beschreven wanneer
de camera onder water is gebruikt of wanneer er vuil op de O-ring wordt
aangetroffen zodra het objectief wordt verwijderd.
Verwijder de O-ring.
1
Rek de O-ring enigszins uit door uw
vingers langs beide zijden van de
O-ring te schuiven en verwijder
de ze va n de ca me ra (u k un t o ok een
optionele O-ringverwijderaar
gebruiken; 0 201). Oefen niet te
veel kracht uit en gebruik niet uw
vingernagels, metalen voorwerpen
of randen van puntig gereedschap.
P
62
P
Reinig de O-ring.
2
Reinig de O-ring grondig in schoon water en droog grondig af.
Gebruik geen benzeen, thinner, alcohol, zeep, neutrale
reinigingsmiddelen of andere reinigingsproducten, want deze
kunnen de O-ring beschadigen of verzwakken.
Inspecteer de O-ring.
3
Verwijder vuil met een zachte, droge
doek en let daarbij op dat er geen
weefsel of draden achterblijven op de Oring. Buig voorzichtig de O-ring om te
controleren op barsten of andere
schade.
Inspecteer de O-ringgeleider.
4
Gebruik een blaasbalgje of
wattenstaafje om vuil van de Oringgeleider te verwijderen. Zorg ervoor
dat alle draadvezels worden verwijderd
die zijn achtergelaten door het
wattenstaafje.
Smeer de O-ring.
5
Plaats een druppel siliconenvet in een
plastic zakje en gebruik uw vingers om
het vet door het zakje te verspreiden
(q), plaats vervolgens de O-ring in het
zakje en masseer het zakje zodat de ring
met een laagje vet wordt bedekt (w).
63
Plaats de O-ring terug.
6
Zodra het zeker is dat de O-ring en
geleider vrij zijn van vuil, plaatst u de
O-ring zodanig dat deze gelijkmatig
op hetzelfde niveau helemaal rond de
O-ring loopt zonder overmatig
uitrekken en zonder uitsteken van de
geleider.
D O-ringen
De O-ring vereist periodieke vervanging. Vervang de O-ring onmiddellijk als
deze is beschadigd, gebarsten, kromgetrokken of zijn elasticiteit heeft
verloren. O-ringen moeten ten minste eenmaal per jaar worden vervangen,
zelfs als het product niet is gebruikt; gebruik alleen O-ringen die geschikt
zijn voor gebruik in dit product. O-ringen moeten voor gebruik worden
ingevet en wanneer het oppervlak droog lijkt; het niet in acht nemen van
deze voorzorgsmaatregel kan barsten in de O-ring tot gevolg hebben en
kan water de camera binnendringen.
A Siliconenvet
De O-ring voorzien van een laagje vet met het meegeleverde siliconenvet
voorkomt slijtage en zorgt ervoor dat het objectief soepel draait. Gebruik
alleen het meegeleverde siliconenvet of het optionele siliconenvet
WP-G1000 (0 201); het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel
kan tot gevolg hebben dat de O-ring wordt uitgerekt of anderszins
vervormd raakt. Vervangende O-ringen en siliconenvet zijn verkrijgbaar bij
een winkelier die Nikon-camera’s verkoopt of een door Nikon
geautoriseerde servicevertegenwoordiger. Gebruik vet niet in grote
hoeveelheden en breng niet aan met papier of een doek, want dit kan
ervoor zorgen dat er stof of vezels op de O-ring blijven kleven, wat het
product gevoelig maakt voor lekkages.
P
64
D Onderhoud
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht bij het reinigen van de
camera en het objectief na onderwatergebruik.
• Verwijd er nooit het objectief en open nooit de connector of het deksel van
het batterijvak/de geheugenkaartsleuf onder water. Veeg, voorafgaand
aan het verwisselen van objectieven of het openen of sluiten van de
deksels, water weg met een zachte, droge doek en zorg ervoor dat het
product volledig droog is omdat anders water van het objectief of de
deksels in het batterijvak of de geheugenkaartsleuf of op de batterij,
geheugenkaart, waterdichte sleuf, scharnieren of connectoren kan vallen.
Kies schaduwrijke locaties vrij van nevel, wind, stof en zand en controleer
op water aan de binnenzijde van de deksels alvorens ze te sluiten. Water
aan de binnenzijde van de deksels kan condensvorming of andere schade
tot gevolg hebben.
P
• Er kan lucht ontsnappen uit de drukegalisatieontluchting of de afdekkingen van de
microfoon of luidspreker wanneer de camera
wordt ondergedompeld. Dit is normaal en
duidt niet op een defect. Merk op dat water in
de gaten van de microfoon- en
luidsprekerafdekkingen kunnen interfereren
met de geluidskwaliteit; droog de afdek kingen
met een zachte, droge doek maar steek geen scherpe voorwerpen in de
gaten, aangezien dit schade aan de camera kan veroorzaken of deze
gevoelig kan maken voor lekkages.
• Droog de camera of het objectief niet in direct zonlicht of met behulp van
haardrogers of andere elektrische apparaten. Het niet in acht nemen van
deze voorzorgsmaatregel kan de camera, het objectief of de O-ring
beschadigen, wat resulteert in lekkages.
• Benzeen, thinner, alcohol, zeep, neutrale reinigingsmiddelen en andere
reinigingsproducten kunnen de waterdichte sleuf of camerabody
vervormen, wat het product gevoelig kan maken voor lekkages.
• Om ervoor te zorgen dat het product waterbestendig blijft, moet de
waterdichte sleuf eenmaal per jaar worden geïnspecteerd en elke 3 tot 5
jaar worden onderhouden door een door Nikon geautoriseerde
servicevertegenwoordiger. Er worden kosten in rekening gebracht voor
deze diensten.
A Vuil op de camera en het objectief
Vloeistof op de O-ringafdichting van het objectief of in de connector of het
deksel van het batterijvak/de geheugenkaartsleuf moet onmiddellijk
worden verwijderd met een zachte, droge doek; ander vuil moet met een
blaasbalgje worden verwijderd, waarbij alle kleine deeltjes aan de zijk anten
en op de hoeken van de waterdichte sleuven moeten worden verwijderd.
Vuil op de camerabody kan worden verwijderd met een zachte, droge doek.
65
Films opnemen en bekijken
y
De camera kan high-definition (HD)-films opnemen bij een
beeldverhouding van 16 : 9 en slow motion-films bij een
beeldverhouding van 8 : 3. Filmopname is beschikbaar in de hieronder
vermelde opnamestanden (filmopname is niet beschikbaar in de
standen Beste moment vastleggen en Bewegingssnapshot;
0
76, 83).
StandFilmtypeBeschrijving
C Automatische stand (0 28)
w Creatieve stand (0 37)
Automatisch
programma (P)
Sluitertijdvoorkeuze (S)
v
Geavanceer
de filmstand
(0 67, 72)
Diafragmavoorkeuze (A)
Handmatig (M)
Slow motion (y)
HD (16 : 9)
Slow motion
(8 : 3)
De camera optimaliseert
automatisch de instellingen
voor het huidige onderwerp
of de huidige scène.
Neem films op. Ongeacht de
scène die is geselecteerd met
de camera worden films in
stand P opgenomen;
sluitertijd en diafragma
worden geregeld door de
camera.
Sluitertijd en diafragma
worden door de camera
geregeld.
U kiest de sluitertijd; de
camera past automatisch het
diafragma aan voor een
optimale belichting (0 41).
U kiest het diafragma; de
camera past automatisch de
sluitertijd aan voor een
optimale belichting (0 42).
U kiest de sluitertijd en het
diafragma (0 43).
Leg geluidloze slow motionfilms vast. Films worden
opgenomen bij 400 bps en
afgespeeld bij ongeveer 30
bps (0 72).
A Beschikbare instellingen
Zie pagina 215 voor informatie over de beschikbare opties in de
geavanceerde filmstand.
y
66
HD-films opnemen
Neem films op met geluid bij een beeldverhouding van 16 : 9.
Zet de camera aan.
1
Druk op de hoofdschakelaar om de
camera in te schakelen.
Kadreer de beginopname.
2
Kadreer de beginopname door uw
onderwerp in het midden van de
y
weergave te plaatsen.
A Het 0-pictogram
Een 0-pictogram geeft aan dat er geen films kunnen worden
opgenomen.
67
Start de opname.
3
Druk op de filmopnameknop om de
opname te beginnen. Tijdens de
opname wordt een opnameaanduiding,
de verstreken tijd en de beschikbare tijd
weergegeven.
A Audio-opname
Zorg dat de microfoon niet wordt bedekt en
het is mogelijk dat de ingebouwde
microfoon geluiden opneemt die door de
camera of het objectief worden veroo rzaakt;
onder water kunnen deze geluiden luider
klinken. Standaard stelt de camera continu
scherp; om te voorkomen dat
scherpstelgeluid wordt opgenomen,
selecteer Enkelvoudige AF voor
Scherpstelstand in het filmmenu (0 165).
Het item Opties voor filmgeluid in het
filmmenu beschikt over opties voor
microfoongevoeligheid en windruis
(0 176).
Beëindig de opname.
4
Filmopn ameknop
Opnameaanduiding/
verstreken tijd
Beschikbare tijd
Druk opnieuw op de filmopnameknop
om de opname te beëindigen. De
opname wordt automatisch beëindigd
wanneer de maximale lengte is bereikt
(0 175), de geheugenkaart vol is, het
objectief is verwijderd of de camera zeer
warm wordt (0 xxii).
Filmopn ameknop
A Maximale lengte
Bij standaardinstellingen kunnen HD-films maximaal 4 GB groot en
20 minuten lang zijn (voor meer informatie, zie pagina 175); merk op dat
afhankelijk van de schrijfsnelheid van de geheugenkaart, de opname al
wordt beëindigd voordat deze lengte is bereikt (0 206).
y
68
Fotograferen tijdens HD-filmopname
Druk de ontspanknop volledig in om een
foto te maken zonder de HD-filmopname
te onderbreken. Foto’s gemaakt tijdens
filmopname hebben een beeldverhouding
van 3 : 2.
A Fotograferen tijdens filmopname
Er kunnen maximaal 20 foto’s van elke filmopname worden gemaakt. Merk
op dat er geen foto’s kunnen worden gemaakt van slow motion-films.
y
A Scherpstelvergrendeling
Als in het filmmenu voor de geavanceerde filmstand Enkelvoudige AF is
geselecteerd voor Scherpstelstand, vergrendelt de scherpstelling terwijl
de ontspanknop half wordt ingedrukt (0 171).
69
Films bekijken
Films worden aangeduid met een 1-pictogram in schermvullende
weergave (0 31). Druk op J om weergave te starten.
1-pictogram/lengte
Aanduiding filmweergave/huidige positie/
totale lengte
GidsVolume
U kunt de volgende bewerkingen uitvoeren:
FunctieKnopBeschrijving
PauzePauzeer weergave.
y
AfspelenJ
Vooruit/achteruit
Volume aanpassenX/W
Terug naar
schermvullende
weergave
Hervat het afspelen wanneer de film wordt
gepauzeerd of tijdens achteruit/vooruit.
Druk op 4 om achteruit en op 2 om
vooruit te gaan. Bij elke druk op de knop
wordt de snelheid verhoogd van 2× naar
4× naar 8× naar 16×. Als het afspelen wordt
gepauzeerd, gaat de film één beeld per keer
achteruit of vooruit; houd de knop
ingedrukt om ononderbroken achteruit of
vooruit te gaan.
Druk op X om het volume te verhogen, W
om te verlagen.
Druk op 1 of K om schermvullende
/K
weergave af te sluiten.
70
A De C-knop
Tijdens filmweergave en wanneer weergave
wordt gepauzeerd, kunt u vooruit of achteruit
gaan door de C-knop ingedrukt te houden en
de camera naar links of rechts te kantelen
(0 97).
Films wissen
Druk op O om de huidige film te wissen. Er
wordt een bevestigingsvenster
weergegeven; druk opnieuw op O om de
film te wissen en terug te keren naar
afspelen, of druk op K om af te sluiten
zonder de film te wissen. Merk op dat
y
eenmaal gewiste films niet kunnen worden
hersteld.
O-knop
A Zie ook
Zie pagina 150 voor informatie over het bijsnijden van onnodige
filmopnamen van films.
Opties voor beeldformaat en beeldsnelheid worden beschreven op pagina
175.
71
Slow motion-films opnemen
Door op 1 (&) te drukken in de geavanceerde filmstand en y (Slow
motion) te selecteren, kunnen geluidloze slow motion-films met
een beeldverhouding van 8 : 3 worden opgenomen. Slow motionfilms worden opgenomen bij 400 bps en afgespeeld bij ongeveer
30 bps.
Selecteer de v-stand.
1
Druk op de G-knop om menu’s weer
te geven en selecteer vervolgens
Opnamestand, markeer v
(Geavanceerde film) en druk op J
(0 10).
Selecteer Slow motion.
2
Druk op 1 (&), markeer vervolgens Slow motion en druk op J.
Kadreer de beginopname.
3
Kadreer de beginopname door uw
onderwerp in het midden van de
weergave te plaatsen.
y
72
y
Stel scherp.
4
Start de opname.
5
Druk op de filmopnameknop om de
opname te beginnen. Tijdens de
opname wordt een
opnameaanduiding, de verstreken tijd
en de beschikbare tijd weergegeven.
De camera stelt scherp op het
onderwerp in het midden van de
weergave; gezichtdetectie (0 34) is
niet beschikbaar en scherpstelling en
belichting kunnen niet worden
aangepast.
Scherpstelveld
Filmopnameknop
Opnameaanduiding/
verstreken tijd
Beschikbare tijd
73
Beëindig de opname.
6
Druk opnieuw op de filmopnameknop
om de opname te beëindigen. De
opname wordt automatisch beëindigd
wanneer de maximale lengte is bereikt,
de geheugenkaart vol is, het objectief is
verwijderd of de camera zeer warm
wordt (0 xxii).
Filmopn ameknop
A Maximale lengte
Maximaal 3 seconden aan filmopnamen kunnen worden opgenomen;
merk op dat afhankelijk van de schrijfsnelheid van de geheugenkaart,
de opname al wordt beëindigd voordat deze lengte is bereikt (0 206).
y
74
D Films opnemen
Flikkering, lijnen of vertekening kunnen zichtbaar zijn in de
schermweergave en in de uiteindelijke film onder tl-licht, kwikdampla mpen
of natriumdamplampen, of wanneer de camera horizontaal wordt gepand
of een voorwerp met hoge snelheid door het beeld beweegt (in HD-films
kunnen flikkering en lijnen worden verminderd door een Flikkerreductie-
optie te kiezen die overeenkomt met de netvoeding van het lokale lichtnet
zoals beschreven op pagina 197, maar merk op dat de langst beschikbare
sluitertijd
beschikbaar voor slow motion-films). Heldere lichtbronnen kunnen
nabeelden achterlaten wanneer de camera meedraait. Bovendien kunnen
gekartelde randen, kleurranden, moiré en heldere vlekken verschijnen.
Richt de camera niet naar de zon of andere sterke lichtbronnen tijdens het
opnemen van films. Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel
kan leiden tot schade aan de interne schakelingen van de camera.
A De filmuitsnede
y
De filmuitsnede wordt in de monitor weergegeven.
1
/
100 sec. bij 50 Hz,
1
/
60 sec. bij 60 Hz betreft; flikkerreductie is niet
HD-uitsnede (16 : 9 )Slow motion-filmuitsnede
A Zie ook
Opties voor beeldsnelheid worden beschreven op pagina 175.
75
(8 : 3)
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.