(0,30 €/min. + 0,045 €/gesprek)
De aanwijzingen en gegevens in deze documentatie kunnen zonder voorafgaande aankondiging worden
veranderd. Zonder uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van NAVIGON AG mag geen deel van deze
documentatie voor enigerlei doelstelling worden verveelvoudigd of overgedragen, ongeacht op welke manier of
met welke middelen, elektronisch of mechan isch, dit gebeurt. Alle technische gegevens, tekeningen enz. vallen
onder de wetgeving inzake de bescherming van de auteursrechten.
In dit hoofdstuk vindt u informatie over de volgende thema’s:
1.1 Toegangshulp en conventies pagina 4
1.2 Garantie pagina 5
1.3 Support pagina 5
1.4 Handelsmerken pagina 5
Inleiding - 3 -
Gebruikershandboek MobileNavigator | 5
1.1 Toegangshulp en conventies
Het handboek biedt u de volgende toegangshulpmiddelen: Informatie snel
vinden
Conventies In deze handleiding worden meerdere schrijfwijzen en grafische
Cursief en
Ù Aan de voetregel in het handboek kunt u zien in welk
hoofdstuk en welke paragraaf u zich op dat ogenblik bevindt.
Ù Aan het einde van het handboek vindt u een Verklarende
woordenlijst, waarin u een verklaring van de gebruikte
vaktermen kunt opzoeken.
Ù Eveneens aan het einde van het handboek vindt u een
trefwoordenregister met paginavermeldingen, om doelgericht
naar informatie in het handboek te zoeken.
symbolen gebruikt, om belangrijke tekst te accentueren en om u
de omgang met de handleiding te vergemakkelijken.
Stijl
vet
Knoppen, velden en interface-elementen van
de software. Benadrukken van
waarschuwingen en aanwijzingen.
vet en cursiefJuridisch beschermde eigennaam.
LEINE
K
HOOFDLETTERS
Venster- en dialoognamen.
Omschrijving van de gebruikermodus, die op
onderstreept
het betreffende hoofdstuk van toepassing is.
Hoofdstukken, die niet uw actuele
gebruikermodus betreffen, hoeft u niet te
lezen.
Symbool Gebruik
Dit symbool geeft u aanwijzingen en tips die
het u makkelijker maken om met de
MobileNavigator te werken.
Dit symbool verwijst naar plaatsen in het
handboek waar u bijkomende informatie
vindt.
Dit symbool waarschuwt u voor gevaren die
kunnen leiden tot lichamelijke letsels of
materiële schade.
- 4 - Toegangshulp en conventies
1.2 Garantie
Gebruikershandboek MobileNavigator | 5
Beperking van de
garantie
Wij behouden ons het recht voor op inhoudelijke wijzigingen van
de documentatie en van de sofware zonder voorafgaande
aankondiging. NAVIGON AG aanvaardt geen aansprakelijkheid
voor de correctheid van de inhoud of voor beschadigingen die
voortkomen uit het gebruik van het handboek.
Wij zijn steeds dankbaar voor verwijzingen naar fouten of voor
verbeteringssuggesties, om u in de toekomst nog beter
presterende producten te kunnen aanbieden.
1.3 Support
U hebt hulp nodig? Onze servicemedewerkers zijn telefonisch bereikbaar van
maandag tot zaterdag van 8 tot 20 uur. U bereikt onze hotline op
het volgende nummer
Klantenhotline
0900-0400468
(0,30 €/min. + 0,045 €/gesprek)
E-mail:
support.nl@navigon.com
Meer informatie vindt u ook op de internetpagina's van NAVIGON
www.navigon.com onder "Support".
AG
1.4 Handelsmerken
Beschermde
handelsmerken
Ù Outlook, Windows en ActiveSync zijn handelsmerken van de
Alle in het handboek vermelde en eventueel door derden
beschermde handelsmerken zijn onbeperkt onderworpen aan de
bepalingen van het respectievelijk geldende merkenrecht en de
eigendomsrechten van de respectievelijk geregistreerde
eigenaars. Alle hier beschreven handelsmerken, handelsnamen of
firmanamen zijn of kunnen handelsmerken of geregistreerde
handelsmerken van hun respectievelijke eigenaars zijn. Alle
rechten die hier niet uitdrukkelijk worden toegekend zijn
voorbehouden.
Uit het ontbreken van een expliciete vermelding van de
handelsmerken die in dit handboek worden gebruikt, kan niet
worden afgeleid dat een naam vrij is van rechten van derden.
Microsoft Corporation
Inleiding - 5 -
Gebruikershandboek MobileNavigator | 5
2 Voordat u begint
In dit hoofdstuk vindt u informatie over de volgende thema’s:
2.1 Software installeren pagina 8
Geheugenkaart in het apparaat plaatsen
Navigatie-software installeren
Kaarten overdragen op de geheugenkaart
Inhoud van de geheugenkaart weer herstellen
2.2 Hardware installeren pagina 10
Navigatieset in de auto aanbrengen
Navigatieset op de fiets aanbrengen
2.3 Werking van uw navigatiesysteem pagina 12
2.4 Belangrijke veiligheidsinstructies pagina 13
Veiligheidsinstructies voor de navigatie
Veiligheidsinstructies voor de omgang met de PNA
Veiligheidsinstructies voor de ingebruikneming in de auto
Voordat u begint - 7 -
Gebruikershandboek MobileNavigator | 5
2.1 Software installeren
2.1.1 Geheugenkaart in het apparaat plaatsen
Zo plaatst u de
geheugenkaart…
Om de MobileNavigator te kunnen gebruiken, moet u de
meegeleverde geheugenkaart met de kaartgegevens ind het
apparaat plaatsen.
1. De kaart voorzichtig uit de verpakking nehmen. Let er daarbij
goed op dat de aansluitkontakten niet aangeraakt of vuil
worden.
2. Houd de geheugenkaart
afgesneden hoek rechtsonder is. Schuif de geheugenkaart zo
in de daarvoor bestemde opening aan de bovenkant van het
apparaat
Opmerking: De geheugenkaart moet tijdens het gebruik van het
navigatiesysteem altijd in het apparaat geplaatst zijn. Wordt de
kaart tijdens het gebruik verwijderd, wordt automatisch een SoftReset uitgevoerd en krijgt u de opdarcht de kaart in het apparaat
te plaatsen.
. De kaart moet hoorbaar vergrendelen.
zo, dat de Beschrijving boven en
- 8 - Software installeren
2.1.2 Navigatie-software installeren
Gebruikershandboek MobileNavigator | 5
Zo installeert u de
Navigatie-software…
Op de display verschijnt kort het logo. Aansluitend wordt
1. Schuif de hoofdschakelaar op de onderkant van het apparaat
met de stift op de positie ON.
automatisch de installatie uitgevoerd. Na enkele seconden
start de registratie-wizard, die u door de registratieprocedure
leitdt.
Opmerking: Afhankelijk van de laadstand van de akku, kan
het noodzakelijk zijn, dat het apparaat eerst enige tijd
opgeladen moet worden, voordat de installatie doorgevoerd
kan worden.
2.1.3 Kaarten overdragen op de geheugenkaart
Zo dragt u kaarten
over op een
geheugenkaart…
Het overbrengen van kaarten is uitvoerig beschreven in de
bijgevoegde korte handleiding.
Bovendien bevindt zich op de MobileNavigator DVD 1 een
Installer-Tool, dat u behulpzaam is met de installatie, het
registreren van de software en het overdragen van kaarten op
een geheugenkaart.
Om kaarten vanaf DVD over te dragen op een geheugenkaart,
heeft u een PC nodig. Het is aan te raden om een
geheugenkaartlezer voor het overbrengen te gebruiken,
aangezien dit aanzienlijk sneller gaat dan via een ActiveSync-
verbinding.
Opmerking: Eventueel moet u voor de gewenste kaart eerst nog
een licentie verwerven. Kaarten zonder licentie kunt u weliswaar
overdragen op een geheugenkaart, maar niet gebruiken voor de
navigatie.
Met de Installer-Tool kunt u ook kaartlicenties verwerven.
Ga als volgt te werk:
1. Leg de MobileNavigator DVD 1 in de DVD-station.
2. De Installer-Tool start automatisch. Volg de aanwijzingen
op het beeldscherm.
Opmerking: Wanneer de Installer-Tool niet vanzelf start,
opent u de Windows Verkenner. Kies de map van uw DVD-station
en dubbelklik op het bestand "Setup.exe".
Voordat u begint - 9 -
Gebruikershandboek MobileNavigator | 5
2.1.4 Inhoud van de geheugenkaart weer herstellen
Overzicht Bij verlies of beschadiging van de meegeleverde geheugenkaart
vindt u op de MobileNavigator DVD 1 alle benodigde backup-
bestanden, waarmee u de inhoud van de geheugenkaart weer
herstellen kunt. Hiervoor heeft u een PC nodig.
Opmerking:ActiveSync moet op uw PC zijn geïnstalleerd. Lees
daartoe ook de handleiding bij uw PNA.
Zo zet u de inhoud
van de
geheugenkaart weer
terug…
1. Verbind uw PNA via ActiveSync met uw PC.
2. Leg de MobileNavigator DVD 1 in de DVD-station.
3. De Installer-Tool start automatisch. Volg de aanwijzingen
op het beeldscherm.
Opmerking: Wanneer de Installer-Tool niet vanzelf start,
opent u de Windows Verkenner. Kies de map van uw DVD-station
en dubbelklik op het bestand "Setup.exe".
2.2 Hardware installeren
2.2.1 Navigatieset in de auto aanbrengen
Opgelet: Bevestig de houder zodanig aan de voorruit van uw
auto, dat het zicht daardoor niet wordt gehinderd. Indien dit niet
mogelijk zou zijn, bevestigt u de kleefhouder met zuignap op een
plaats in het voertuig die u in staat stelt om veilig te rijden.
Opmerking: Als U de houder aan de voorruit wilt bevestigen,
Zo sluit u de holder
aan...
3.Verbind de autohouder met de zwanenhalshouder.
kunt U de stappen 1 en 2 overslaan.
1. Verwijder de beschermfolie van het oppervlak van de houder
van de zuignap.
2. Plak de zuignap op een geschikte plaats op het dashboard.
Zorg ervoor, dat het dashboardoppervlak schoon is en druk
de zuignap vast aan.
Opmerking: om de houvast te garanderen, mag op de
houder 24 uur lang geen druk uitgeoefend worden.
Opmerking: Let daarbij op het opschrift op de
zwanenhalshouder. De pijl met het opschrift close moet in de
- 10 - Hardware installeren
vergrendelrichting wijzen. De verbinding moet hoorbaar
vergrendelen.
Gebruikershandboek MobileNavigator | 5
Opmerking: Reinig de voorruit grondig met een glasreiniger.
Bij temperaturen onder 15°C moet u de voorruit en de
zuignappen iets opwarmen.
2. Bevestig de houder met de zuignap direct op de voorruit of in
de zelfklevende plaat met zuignap en druk de hefboom aan de
zuignap naar beneden.
3. Plaats het navigatiesysteem zo in de houder, dat u eerst de
onderkant er inzet en dan licht naar achteren drukken tot de
houder hoorbaar vergrendelt.
Zo sluit u de
navigatieset aan…
Zo sluit u de TMCwerpantenne aan
4. Steek de stekker van de
stroomkabel in de daarvoor
voorgeziene aansluiting aan de onderkant van het apparaat.
5. Steek de andere stekker
in de houder van de
sigarettenaansteker.
6. Steek de klinkstekker van de TMC-werpantenne in de TMC-
antenne-aansluiting aan de linkerkant van het apparaat.
7. Bevestig de antenne met behulp van de zuignappen op de
voorruit.
Voordat u begint - 11 -
Gebruikershandboek MobileNavigator | 5
2.2.2 Navigatieset op de fiets aanbrengen
Zo wordt de fietshouder gemonteerd…
1. Bevestig klem
fietsstuur, door beide over het struur te schuiven met de
rubberring
wijst in de ringting van de fietser. Omdat het materiaal
elastisch is kan de houder voorzichtig open gebogen worden,
vervolgens wordt het on het stuur geschoven en samen
gedrukt.
2. Plaats de houder van het navigatiesysteem
bodemplaat
totdat het er duidelijk hoorbaar inklikt. Houdt u er rekening
mee dat de houder er maar in één richting geschoven kan
worden.
3. Schroef nu de komplete houder met de bijgevoegde schroef
vast, en draai deze voorzichtig aan.
4. Plaats vervolgens het apparaat in de houder. Let er op het
goed in de houder vast zit.
5. De positie van het scherm kan nu door te draaien optimaal
worden ingesteld.
6. Draai nu pas de schroef stevig met de hand aan.
aan de grondplaat en klem deze aan het
tussen de klem en het stuur. De grondplaat
op de
. Schuif vervolgens de houder naar beneden
2.3 Werking van uw navigatiesysteem
MobileNavigator Weldra zal de tijd voorbij zijn dat u nog omslachtig op kaarten
vertwijfeld naar de juiste weg moest zoeken. Of u nu met de
auto. de fiets of te voet onderweg bent - uw navigatiesysteem
MobileNavigator brengt u in de toekomst met behulp van
satellietinformatie snel en betrouwbaar naar uw bestemming.
GPS werking
- 12 - Werking van uw navigatiesysteem
Het Global Positioning System (GPS) werd in de jaren 70
ontwikkeld door Amerikaanse militairen voor gebruik als
wapengeleidingssysteem.
GPS is gebaseerd op in totaal 24 satellieten, die rond de aarde
draaien en signalen uitzenden. De GPS-ontvanger ontvangt deze
signalen en berekent aan de hand van de signalen zijn afstand
Gebruikershandboek MobileNavigator | 5
tot de afzonderlijke satellieten. En met behulp daarvan kan hij
dan weer zijn werkelijke geografische positie bepalen.
Voor de positiebepaling zijn gegevens nodig van ten minste 3
satellieten, vanaf de vierde kan ook de actuele hoogte worden
bepaald. De positiebepaling gebeurt daarbij tot op 3 meter
nauwkeurig.
Navigatie met GPS De meegeleverde kaarten bevatten ook de geografische
coördinaten van de afgebeelde specifieke bestemmingen, straten
en plaatsen. Het navigatiesysteem kan daar vandaan een weg
berekenen vanaf het beginpunt tot een bestemming.
Wanneer uw navigatiesysteem de signalen van minstens 3
satellieten ontvangt, kan het uw positie bepalen en op de kaart
aangeven. Deze positie kan dan als uitgangspunt dienst doen
voor een wegberekening.
Daar een positiebepaling en weergave eens per seconde
plaatsvinden, kunt u uw bewegingen op de kaart volgen.
Verkeersinformatie
met TMC
Het Traffic Message Channel (TMC) voorziet uw navigatiesysteem
van verkeersinformatie. Dit wordt mogelijk door een op uw PNA
aangesloten, externe TMC-ontvanger die de door de radiozenders
uitgezonden verkeersinformatie ontvangt.
TMC werking Bij het Traffic Message Channel, kortweg TMC, gaat het om
een in heel Europa vastgelegde standaard die door alle
radiostations kan worden gebruikt en met het RDS-signaal (RDS
= Radio Data System) van een radioprogramma wordt
uitgezonden. De verkeerssituatie op autosnelwegen en enkele
autowegen wordt bewaakt door filesensoren of filemelders en
politie. Deze verkeersgegevens worden doorgegeven naar de
verkeerscentrales, die de gegevens beoordelen en naar de
radiozenders overbrengen. Van daaruit worden de gegevens per
TMC direct uitgezonden.
De TMC-ontvanger filtert de digitale verkeersgegevens uit het
RDS-signaal en geeft deze door aan het navigatiesysteem. In de
kaart worden dan actuele verkeersbelemmeringen (b.v.
wegwerkzaamheden of files) grafisch en in een lijst weergegeven.
De overgebrachte verkeersmeldingen kunnen door het
navigatiesysteem in de routeberekening worden opgenomen en
bij storingen op de berekende route worden gebruikt voor de
berekening van een alternatieve route.
De MobileNavigator is zo in staat om een dynamische navigatie
voor u mogelijk te maken die aangepast is aan de
verkeerssituatie.
2.4 Belangrijke veiligheidsinstructies
In acht te nemen Lees in uw eigen belang de volgende veiligheidsinstructies en
waarschuwingen zorgvuldig door voordat u uw navigatiesysteem
in gebruik neemt.
Voordat u begint - 13 -
Gebruikershandboek MobileNavigator | 5
2.4.1 Veiligheidsinstructies voor de navigatie
Het gebruik van de MobileNavigator gebeurt op eigen risico.
Opgelet: Bedien het navigatiesysteem niet terwijl u rijdt, om
uzelf en de anderen tegen ongevallen te beschermen!
Opgelet: Kijk alleen op het scherm als u zich in een veilige
verkeerssituatie bevindt!
Opgelet: De wegmarkeringen en verkeersborden hebben
voorrang op de instructies van het navigatiesysteem.
Opgelet: Volg de instructies van de MobileNavigator alleen op
als de omstandigheden en verkeersregels het toelaten! De
MobileNavigator brengt u ook naar uw bestemming als u van
de geplande route moet afwijken.
Opmerking: De te volgen route plant u het beste voor u
vertrekt. Als u onderweg een nieuwe route wilt invoeren, rij dan
eerst naar de dichtstbijzijnde parkeerplaats!
Opmerking: Indien u de gesproken instructie eens niet begrepen
hebt of niet zeker bent wat u aan het volgende kruispunt moet
doen, kunt u zich aan de hand van de weergave met kaart of
pijlen snel oriënteren.
2.4.2 Veiligheidsinstructies voor de omgang met de PNA
Opgelet: Het apparaat is niet waterdicht. Beschut het apparaat
tegen vocht, b.v. bij regen en hagel, wanneer u het op de fiets of
lopend gebruikt.
Opgelet: Haal de stekker voor de stroomverzorging van de PNA,
uit het kontakt, wanneer u uw voertuig weg zet, want de
ontvanger gebruikt voortdurend stroom en daardoor kan de akku
van de auto leeg lopen.
Opmerking: Gebruik voor de reiniging van het apparaat geen
agressieve schoonmaakmiddelen, maar in plaats daarvan een
vochtige, pluisvrije doek.
Opmerking: Trek de stekker nooit bij het snoer uit de
aansluiting. De kabel kan daardoor worden beschadigd!
- 14 - Belangrijke veiligheidsinstructies
Gebruikershandboek MobileNavigator | 5
2.4.3 Veiligheidsinstructies voor de ingebruikneming in de
auto
Opgelet: Bevestig de houder van de PNA niet binnen het bereik
van de airbags.
Opgelet: Let er bij het installeren van de houder op dat de
houder ook bij een eventueel ongeval geen veiligheidsrisico
vormt.
Voordat u begint - 15 -
Gebruikershandboek MobileNavigator | 5
3 Bediening van de
navigatiesoftware
In dit hoofdstuk vindt u informatie over de volgende thema’s:
3.1 Hardwaretoetsen pagina 18
3.2 Software-Toetsenbord pagina 19
Invoeren met het gewone toetsenbord
Invoeren met het toetsenbord van de mobiele telefoon
3.3 Functieknoppen pagina 22
Keuzevakjes
3.4 Lijsten pagina 27
Bediening van de navigatiesoftware - 17 -
Gebruikershandboek MobileNavigator | 5
3.1 Hardwaretoetsen
Hardwaretoetsen Aan de voorkant van het apparaat bevinden zich de volgende
hardwaretoetsen waarmee u snel toegang kunt krijgen tot de
belangrijkste functies:
Navigatie starten
Toetsen volume verlagen / volume verhogen
Start de navigatie.
Terug
Gaat terug naar de vorige scherm.
Uitzoomen
Druk op dit toets, om op de kaart uit te zoomen.
Inzoomen
Druk op dit toets, om op de kaart in te zoomen.
Apparaat in-/
uitschakelen
Druk op deze toets, om het volume zachter te zetten.
Druk op deze toets, om het volume harder te zetten.
Op de bovenkant van het apparaat bevindt zich de toets om het
apparaat in en uit te schakelen.
Aan/uit-schakelaar
Schakelt het apparaat in / uit.
- 18 - Hardwaretoetsen
Gebruikershandboek MobileNavigator | 5
3.2 Software-Toetsenbord
Overzicht Wanneer er tekst ingevoerd moet worden verschijnt er onderin
het beeldscherm een software-toetsenbord. Dat kan een gewoon
toetsenbord of een toetsenbord van een mobiele telefoon zijn.
U kunt via de knoppen omschakelen tussen de toetsenborden.
3.2.1 Invoeren met het gewone toetsenbord
Het actieve toetsenbord wordt gemarkeerd.
Op het gewone toetsenbord kunt u alles met uw vinger invoeren.
Op het gewone toetsenbord kunnen alleen hoofdletters worden
ingevoerd.
Bij de invoer van bestemmingsgegevens hoeft u geen speciale
tekens en accenten in te voeren, MobileNavigator vult deze
tekens automatisch voor u aan. Voorbeeld: U zoekt naar de
plaats "Würzburg", dan voert u "WURZBURG".
Spaties invoegen,
tekens wissen
Omschakelen tussen
de invoer van cijfers
en letters
Om een spatie in te voegen, drukt u op de toets
.
Om het teken voor de invoegmarkering te wissen, drukt u op de
toets
.
Voor de invoer van getallen, bijvoorbeeld een postcode, druk op
de toets
.
Om weer naar de invoer van letters terug te gaan, druk op
.
Bediening van de navigatiesoftware - 19 -
Gebruikershandboek MobileNavigator | 5
Speciale lettertekens Voor het invoeren van een speciaal teken tikt u op de toets
.
Het toetsenbord voor speciale tekens verschijnt.
Zodra u een speciaal teken heeft ingevoerd, verschijnt
automatisch weer het toetsenbord met letters.
Speciale tekens hoeven bij de invoer van adresgegevens niet te
worden ingevoerd, maar kunnen bij de benoeming van
opgeslagen bestemmingen en routes handig zijn.
Cursor verplaatsen Wanneer u een ander teken als laatste wilt wissen of een teken
op een andere plaats dan helemaal aan het einde wilt invoegen,
dient u de cursor op de desbetreffende plaats te zetten.
Tip daarvoor op de plaats waar u de cursor wilt hebben.
3.2.2 Invoeren met het toetsenbord van de mobiele telefoon
Op het toetsenbord van de mobiele telefoon kunt u alles met uw
vinger invoeren. Op het gewone toetsenbord kunnen alleen
hoofdletters worden ingevoerd.
Net als bij de mobiele telefoon is iedere lettertoets meerdere
keren bezet. Druk net zo vaak op een toets tot de betreffende
- 20 - Software-Toetsenbord
Gebruikershandboek MobileNavigator | 5
letter verschijnt. (Om bijvoorbeeld een "S" in te voeren, tipt u
vier keer op de toets "PQRS".
Bij de invoer van bestemmingsgegevens hoeft u geen speciale
tekens en accenten in te voeren, MobileNavigator vult deze
tekens automatisch voor u aan. Voorbeeld: U zoekt naar de
plaats "Würzburg", dan voert u "WURZBURG".
Spaties invoegen,
Om een spatie in te voegen, drukt u op de toets
tekens wissen
.
Om het teken voor de invoegmarkering te wissen, drukt u op de
toets
.
Omschakelen tussen
de invoer van cijfers
Voor de invoer van getallen, bijvoorbeeld een postcode, druk op
de toets
en letters
.
Om weer naar de invoer van letters terug te gaan, druk op
.
Speciale lettertekens Als u op een toets drukt, verschijnt er boven het software-
toetsenbord een venster met alle lettertekens, die met behulp
van deze toets ingevoerd kunnen worden. Het aktieve letterteken
wordt aangegeven.
Wanneer u bijvoorbeeld een "Ø" invoeren wilt, druk dan zo vaak
op de toets "MNO", tot in het venster boven het toetsenbord de
letter "Ø" aangegeven wordt.
Speciale tekens hoeven bij de invoer van adresgegevens niet te
worden ingevoerd, maar kunnen bij de benoeming van
opgeslagen bestemmingen en routes handig zijn.
Cursor verplaatsen Wanneer u een ander teken als laatste wilt wissen of een teken
op een andere plaats dan helemaal aan het einde wilt invoegen,
dient u de cursor op de desbetreffende plaats te zetten.
Tip daarvoor op de plaats waar u de cursor wilt hebben.
Bediening van de navigatiesoftware - 21 -
Gebruikershandboek MobileNavigator | 5
3.3 Functieknoppen
Knoppen In alle vensters van de MobileNavigator vindt u in het onderste
gedeelte van het beeldscherm de volgende functieknoppen:
Terug
GPS
Druk op deze knop om terug te keren naar het voordien
geopende venster. wanneer u zich niet in het H
OOFDVENSTER
bevindt.
Hoofdvenster
Druk op deze knop om het H
OOFDVENSTER te openen. Deze knop
wordt alleen weergegeven, wanneer u zich niet in het
OOFDVENSTER bevindt.
H
De knop GPS bevindt zich onderaan de rand van het
beeldscherm. De verschillende knoppen hebben de volgende
betekenis:
Symbool Betekenis
De GPS-ontvanger is uitgeschakeld of
niet correct aangesloten.
Geen GPS
GPS-ontvanger aangesloten, maar het
Geen signaal
signaal is niet geschikt voor een
navigatie. Dit is bijv. het geval
wanneer u zich in een gesloten
gebouw bevindt.
GPS-signaal aanwezig. De navigatie
kan worden gestart.
GPS gereed
- 22 - Functieknoppen
Gebruikershandboek MobileNavigator | 5
U kunt op deze GPS-symbool drukken om informatie over de
actuele GPS-status weer te geven:
Informatie Betekenis
GMT
Greenwich Mean Time
Londense tijd zonder zomertijd.
Lengte/breedte
Actuele positie.
Aanduiding van de oostelijke lengte- en
noordelijke breedtegraad.
Satellieten
Aantal ontvangen satellieten. Voor een
navigatie zijn de signalen van minstens drie
satellieten nodig.
HDOP
Horizontal Dilution of Precision
Geeft de kwaliteit van de positiebepaling aan.
Theoretisch zijn waarden van 0 tot 50
mogelijk, waarbij geldt: hoe kleiner de
waarde, des te nauwkeuriger is de
positiebepaling (waarde 0= geen afwijking
van de daadwerkelijke positie). Waarden tot
8 zijn acceptabel voor de navigatie.
Snelh.
Geeft de actuele snelheid van het voertuig
aan.
Actuele positie Geeft de actuele locatie aan.
Locatie opslaan
Druk op deze knop om de actuele locatie in
het bestemmingsgeheugen op te nemen.
Venster sluiten
Druk op deze knop om het GPS-venster te
sluiten.
Bediening van de navigatiesoftware - 23 -
Gebruikershandboek MobileNavigator | 5
Energie
Het schakelvenster Energie bevindt zich rechtsonder in het
beeldscherm. De symbolen in het schakelvenster hebben de
volgende betekenis:
Symbool Betekenis
Het apparaat wordt vanuit een
externe stroombron van stroom
voorzien. De batterij is volledig
opgeladen. De LED op het apparaat is
groen.
Het apparaat wordt vanuit een
externe stroombron van stroom
voorzien. De batterij wordt op dit
moment opgeladen. De LED op het
apparaat is geel.
Het apparaat wordt door zijn interne
batterij van stroom voorzien. De
oplaadstatus van de batterij is
onvoldoende.
Het aantal groene bloksegmenten op
de batterij geeft de oplaadstatus van
de batterij aan (2 tot 3 segmenten).
Het apparaat wordt door zijn interne
batterij van stroom voorzien. De
oplaadstatus van de batterij is
onvoldoende.
Het aantal groene bloksegmenten op
de batterij geeft de oplaadstatus van
de batterij aan (0 tot 1 segmenten).
Wanneer de oplaadstatus van de
batterij zwak begint te worden, wordt
u daarop gewezen door middel van
een waarschuwingsbericht.
- 24 - Functieknoppen
Gebruikershandboek MobileNavigator | 5
GPS-ontvanger aan-/uitschakelen
De GPS-ontvanger gebruikt extra energie. Dit is vooral bij het
gerbruik van batterijen belangrijk, bijvoorbeeld wanneer u met
op de fiets op pad bent. Schakel daarom zomogelijk de GPSontvanger uit wanneer het gedurende langere tijd niet gebruikt
wordt.
1. Druk op het symbool Energie, dat op het scherm konstant
rechts onder in de hoek te zien is.
2. Druk op de knop Uit, om de GPS-ontvanger uit te schakelen.
De knop Uit wordt de knop Aan. Het symbool GPS in de
rechter bovenhoek wordt rood.
3. Druk op de knop Annuleren. Opmerking: Zo kunt u de GPS-ontvanger ook aanschakelen.
TMC
De knop TMC bevindt zich rechtsonder op het beeldscherm. De
verschillende knoppen hebben de volgende betekenis:
Symbool Betekenis
Geen Symbool
Zender wordt gezocht
TMC gereed
TMC
Druk op deze knop om TMC-informatie op te roepen.
Er is geen TMC-ontvanger
aangesloten.
-OF-
De TMC-ontvanger is niet correct
aangesloten.
De TMC-ontvanger is gereed voor
ontvangst, maar kan geen TMCsignaal ontvangen. Dit is b.v. het
geval, wanneer u zich in een gebied
bevindt waarin geen TMC-signalen
worden uitgezonden.
TMC-signaal aanwezig.
Bediening van de navigatiesoftware - 25 -
Gebruikershandboek MobileNavigator | 5
Een uitgebreide functiebeschrijving van uw TMC-module vindt u
in het hoofdstuk "
TMC-functionaliteit gebruiken" op pagina 94.
3.3.1 Keuzevakjes
Keuzevakjes Op bijna alle maskers van MobileNavigator treft u keuzevakjes
met een tekst aan. Deze keuzevakjes kunnen in drie groepen
worden verdeeld:
1. Keuzevakjes met een specifieke functie.
Deze keuzevakjes voeren de functie uit, die hun naam
aangeeft. Het betreft keuzevakjes zoals Opslaan, OK, Afbreken, Kaart selecteren, Een bestemming invoeren
enz.
Wanneer u op een dergelijk veld drukt, wordt in elk geval het
actuele invoeringsmasker gesloten en bereikt u een volgende
stap.
2. Keuzevakjes voor het instellen van één van twee
mogelijkheden.
Deze keuzevakjes dienen om één van twee mogelijke
toestanden te selecteren. Gewoonlijk wordt op de knop de
status beschreven die op dat moment is ingesteld. Het betreft
keuzevakjes zoals bijv. Gebruikersmodus, Ja-Nee, Aan-Uit.
Wanneer u op een van deze keuzevakjes drukt, verandert de
tekst dan in de andere mogelijkheid. De verandering moet
nog worden bevestigd door op een ander keuzevak te
drukken (gewoonlijk OK of Opslaan), alvorens het actuele
venster sluit.
3. Keuzevakjes voor het invoeren van gegevens.
Deze keuzevakjes worden als invoervelden beschreven. Het
betreft keuzevakjes zoals Plaats, Straat, Categorie (van
een POI) enz.
Wanneer u op een invoerveld drukt, gaat er een venster met
toetsenbord, een lijst of beide open. Daar kan de benodigde
tekst worden ingevoerd. De invoering moet worden bevestigd
door op een ander keuzevak te drukken (gewoonlijk OK of Opslaan), alvorens het invoeringsmasker sluit. Daarna is uw
invoering opgenomen in het invoeringsveld.
Informatie over het gebruik van het toetsenbord vindt u in
het hoofdstuk "Software-Toetsenbord" op pagina 19.
- 26 - Functieknoppen
Informatie over het werken met lijsten vindt u in hoofdstuk
Lijsten" op pagina 27.
"
Gebruikershandboek MobileNavigator | 5
3.4 Lijsten
overzicht In veel gevallen verschijnen er lijsten waaruit u een invoer kunt
selecteren.
Dat is bijvoorbeeld het geval wanneer u bij een invoer van een
plaats de naam niet volledig hebt ingevoerd. In dit geval
verschijnt er een lijst met alle plaatsen met de door u
aangegeven tekst of die met deze tekst beginnen. Om in het
geval van meerdere plaatsen met dezelfde naam de juiste te
kunnen selecteren, is de postcode achter de naam vermeld.
Gemarkeerde
lijstinvoer
Een lijstinvoer is altijd gemarkeerd. De gemarkeerde invoer is vet
geschreven. Bovendien wordt aan de gemarkeerde invoer vaak
een zin toegevoegd met aanvullende informatie. Bij plaatsen
staat daar bijvoorbeeld de streek waarin de gemarkeerde plaats
ligt.
Keuzevakjes Rechts van dergelijke lijsten bevinden zich 3 keuzevakjes.
OK: Druk op dit keuzevak om de gemarkeerde invoer over te
nemen (die ook direct links van dit veld staat).
Naar boven: Druk op dit veld om de lijst één element naar
boven te rollen.
Naar beneden: Druk op dit veld om de lijst één element naar
beneden te rollen.
Om de Lijst een aantal elementen naar boven of naar beneden te
rollen drukt u meerdere keren op het desbetreffende veld.
Voorwaarde Voorwaarde: Zoek de plaats DALERVEEN.
1.Druk het H
Het venster B
OOFDVENSTER op het veld Navigatie.
ESTEMMINGINVOER verschijnt.
2. Druk op het keuzevak Adres.
Het venster A
DRESINVOER verschijnt.
3. Druk op het keuzevak Plaats of postcode.
Het software-toetsenbord verschijnt.
Bediening van de navigatiesoftware - 27 -
Gebruikershandboek MobileNavigator | 5
4.Tik de letters DALE in. Er verschijnt een lijst met alle plaatsnamen die met DALE
beginnen of die DALE in hun naam hebben.
Wanneer de lijst erg lang is kunt u te allen tijde nog een letter
intikken. De lijst wordt dan opnieuw berekend en er worden
minder plaatsnamen getoond.
5. Tik een R in.
In het invoerveld staat nu de tekst DALER.
- 28 - Lijsten
Loading...
+ 84 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.