De doorgestreepte container wil zeggen dat het product binnen de
Europese Gemeenschap voor gescheiden afvalverzameling moet
worden aangeboden aan het einde van de levensduur van het
product. Dit geldt voor het apparaat, maar ook voor alle toebehoren
die van dit symbool zijn voorzien. Bied deze producten niet aan bij het
gewone huisvuil.
Impressum
NAVIGON AG
Schottmüllerstraße 20A
D-20251 Hamburg
De in deze documentatie aanwezige informatie en gegevens kunnen zonder
voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Zonder uitdrukkelijke toestemming
van NAVIGON AG mag geen deel van deze documentatie voor enig doel worden
vermenigvuldigd of overgebracht, onafhankelijk van het feit op welke manier of met
welke middelen, elektronisch of mechanisch, dit geschiedt. Alle technische
informatie, tekeningen enz. vallen onder de wet op bescherming van het
auteursrecht.
Voor een betere leesbaarheid en ter verduidelijking worden in dit
handboek de volgende schrijfwijzen gehanteerd:
Vet en cursie: productnamen
K
LEINEHOOFDLETTERS: venster- en dialoognamen
Vet: benadrukken van belangrijke tekstpassages
Onderstreep
Onderstreept en cursief
1.1.2 Symbolen
: namen van knoppen, invoervelden en andere
elementen van het gebruikersoppervlak
: namen van bedieningselementen van het
navigatie-apparaat
De volgende symbolen verwijzen naar bepaalde tekstpassages:
Aanwijzingen en tips over de bediening van de software
Extra informatie en uitleg
Waarschuwingen
1.2 Juridische aanwijzingen
1.2.1 Garantie
Wij behouden ons het recht voor op inhoudelijke wijzigingen van de
documentatie en van de sofware zonder voorafgaande kennisgeving.
NAVIGON AG aanvaardt geen aansprakelijkheid voor de juistheid van
de inhoud of voor schade die voortvloeit uit het gebruik van het
handboek.
Wij zijn steeds dankbaar voor verwijzingen naar fouten of voor
verbeteringssuggesties, om u in de toekomst nog beter presterende
producten te kunnen aanbieden.
Inleiding - 7 -
Gebruikershandboek NAVIGON 8410
1.2.2 Handelsmerken
Alle in het handboek vermelde en eventueel door derden beschermde
handelsmerken zijn onbeperkt onderworpen aan de bepalingen van het
telkens geldende merkenrecht en de eigendomsrechten van de telkens
geregistreerde eigenaars. Alle hier genoemde handelsmerken,
handelsnamen of firmanamen zijn of kunnen handelsmerken of
gedeponeerde handelsmerken van hun respectievelijke eigenaars zijn.
Alle rechten die hier niet uitdrukkelijk worden toegekend zijn
voorbehouden.
Uit het ontbreken van een expliciete vermelding van de handelsmerken
die in dit handboek worden gebruikt, kan niet worden afgeleid dat een
naam vrij is van rechten van derden.
►Microsoft, Outlook, Excel, Windows zijn gedeponeerde
handelsmerken van de Microsoft Corporation.
►NAVIGON is een gedeponeerd handelsmerk van NAVIGON AG.
1.3 Vragen over het product
Heeft u vragen over uw product? Bezoek dan onze website
www.navigon.com en klik op "Support". U vindt daar een bereik met
vaak gestelde vragen (FAQ) en komt te weten hoe u telefonisch of per
e-mail contact met ons kunt opnemen.
2 Voordat u begint
2.1 Leveringsomvang
Controleer a.u.b. of de levering compleet is. Neem onmiddellijk contact
op met de dealer waar u het product heeft gekocht, als de levering niet
compleet is.
Bij het door u gekochte product heeft u ontvangen:
► Navigatie-apparaat NAVIGON 8410
► 2 GB microSD-geheugenkaart met software. De geheugenkaart is
al in het navigatie-apparaat geplaatst.
► Design-autohouder
► Autolaadkabel (10-24V-voedingsapparaat voor sigarettenaansteker)
met geïntegreerde TMC-antenne
► Voedingsapparaat (100-240V) met stekkeradapters
► USB-kabel
► Vouwblad met installatiehandleiding met afbeeldingen
► Anti-reflectiefolie
► Stofetui
- 8 - Voordat u begint
Gebruikershandboek NAVIGON 8410
2.2 Beschrijving van de NAVIGON 8410
1
Touchscreen
2
Mini-USB-OTG-bus voor aansluiting van de als toebehoren
verkrijgbare DVB-T-module of een USB-stick
3
4
5
6
7
8
9
10
Microfoon
Mini-USB-bus voor USB-kabel / voedingsapparaat
Stereo-hoofdtelefoonbus
Reset
LED
Sleuf voor microSD-geheugenkaart
Aansluiting voor externe GPS-antenne
Aan/Uit
2.3 NAVIGON Suite
NAVIGON Suite is een toepassing voor uw PC of Mac met vele
handige functies.
► Lees het handboek voor uw navigatie-apparaat als PDF-bestand.
► Krijg informatie over handig toebehoren.
Voordat u begint - 9 -
Gebruikershandboek NAVIGON 8410
►Installeer extra software waarmee de omgang met uw
navigatiesysteem nog comfortabeler wordt:
►NAVIGON Fresh, om het navigatiesysteem steeds actueel te
houden en extra diensten te gebruiken
►NAVIGON Sync, om contactadressen uit Microsoft Outlook
naar uw navigatiesysteem over te brengen
Zo installeert u NAVIGON Suite:
1. Sluit het navigatie-apparaat met een USB-kabel op uw computer
aan.
2. Open op uw PC of Mac het bestandsbeheer (bijv. "WindowsExplorer" op de PC of "Finder" op de Mac).
3. Open het station 'NAVIGON'.
4. Voer het bestand PC_Start.exe (PC) resp. MAC_Start.exe (Mac)
uit.
NAVIGON Suite wordt geopend.
5. Selecteer uw taal.
6. Kies de gewenste functie.
7. Volg de instructies op het beeldscherm.
2.4 Belangrijke veiligheidsaanwijzingen
Lees a.u.b. in uw eigen belang de volgende veiligheidsaanwijzingen en
waarschuwingen zorgvuldig door, voordat u uw navigatiesysteem in
gebruik neemt.
2.4.1 Veiligheidsaanwijzingen voor de navigatie
Het gebruik van het navigatiesysteem geschiedt op eigen risico.
Opgelet! Bedien het navigatiesysteem niet terwijl u rijdt, om uzelf en
anderen tegen ongevallen te beschermen!
Opgelet! Kijk alleen op het scherm als u zich in een veilige
verkeerssituatie bevindt!
Opgelet! De wegmarkeringen en verkeersborden hebben voorrang op
de instructies van het navigatiesysteem.
Opgelet! Volg de instructies van het navigatiesysteem alleen op als de
omstandigheden en verkeersregels het toelaten! Het navigatiesysteem
brengt u ook naar uw bestemming als u van de berekende route moet
afwijken.
Opgelet! Controleer voor elke rit of het navigatie-apparaat correct en
stevig in de houder zit.
- 10 - Voordat u begint
Gebruikershandboek NAVIGON 8410
Opmerking: Indien u de gesproken instructie eens niet begrepen heeft
of niet zeker bent wat u aan het volgende kruispunt moet doen, kunt u
zich aan de hand van de weergave met kaart of pijlen snel oriënteren.
2.4.2 Veiligheidsaanwijzingen voor het navigatie-apparaat
Opgelet! Bescherm het apparaat tegen natheid. Het is niet water- en
spatwaterdicht.
Opgelet! Het oppervlak van het display is van glas. Het kan breken,
wanneer het apparaat valt.
Opgelet! Open in geen geval de behuizing van het navigatieapparaat.
Opgelet! Stel het navigatieapparaat niet bloot aan overmatige hitte of
kou. Het zou beschadigd kunnen raken of niet meer correct kunnen
functioneren. (Zie "
Opgelet! Trek de stekker nooit aan de kabel uit de aansluiting. Het
apparaat kan daardoor sterk beschadigd of vernietigd worden.
Opgelet! Stel uw navigatie-apparaat niet bloot aan sterke
temperatuurschommelingen. Deze kunnen leiden tot de vorming van
condens.
Opmerking: Knik de kabel niet. Let erop dat deze niet kan worden
beschadigd door voorwerpen met scherpe randen.
Opmerking: Het meegeleverde stofetui is van microvezel. Gebruik voor
het schoonmaken van het navigatie-apparaat het beste dit stofetui.
Opmerking: Maak een veiligheidskopie (backup) van de gegevens in
het interne geheugen van het navigatie-apparaat en op de
meegeleverde geheugenkaart.
Dat kunt u zeer comfortabel doen met de software NAVIGON Fresh die
u met NAVIGON Suite op uw computer kunt installeren of gratis kunt
downloaden van de website
Technische gegevens", pagina 105)
www.navigon.com.
Voordat u begint - 11 -
Gebruikershandboek NAVIGON 8410
2.4.3 Veiligheidsaanwijzingen voor de inbedrijfstelling in het
voertuig
Opgelet! Bevestig de houder zodanig dat het navigatie-apparaat door
de bestuurder goed te zien is en bediend kan worden. Het zicht van de
bestuurder op het verkeer mag niet worden belemmerd!
Opgelet! Bevestig de houder niet in het werkingsbereik van airbags.
Opgelet! Bevestig de houder niet te dicht bij het stuur of op andere
bedieningselementen, om te vermijden dat de bediening van het
voertuig wordt belemmerd.
Opgelet! Let er bij de installatie van de houder op, dat deze ook bij een
ongeval geen veiligheidsrisico vormt.
Opgelet! Leg kabels niet in directe nabijheid van voor de veiligheid
relevante apparaten en voedingsleidingen.
Opgelet! Controleer voor elke rit of het navigatie-apparaat correct en
stevig in de houder zit. De hechting van de zuignap kan na verloop van
tijd minder worden.
Opgelet! Controleer na de installatie alle voor de veiligheid relevante
inrichtingen in het voertuig.
Opgelet! De autolaadkabel mag alleen worden aangesloten op
sigarettenaanstekers die met een spanning van 10-24V werken.
Opgelet! Trek de stekker van de autolaadkabel uit de
sigarettenaansteker, als u het voertuig parkeert. Het daarin
geïntegreerde voedingsapparaat verbruikt altijd een geringe
hoeveelheid stroom en zou de voertuigaccu kunnen leegtrekken.
2.5 NAVIGON 8410 in gebruik nemen
2.5.1 Voedingsapparaat monteren
Opgelet! Neem absoluut goed nota van alle veiligheidsaanwijzingen in
het hoofdstuk "
Het voedingsapparaat werkt met een spanning van 100~240V, en er
zijn verschillende stekkeradapters meegeleverd. Zo kunt u het
navigatie-apparaat ook in het buitenland zonder problemen opladen.
- 12 - Voordat u begint
Belangrijke veiligheidsaanwijzingen", pagina 10.
Gebruikershandboek NAVIGON 8410
►Schuif de voor uw verblijfplaats passende stekkeradapter zo ver in
de geleiding van het voedingsapparaat tot deze vastklikt.
2.5.2 Accu laden
Mogelijk is de accu niet helemaal geladen, nadat het navigatie-apparaat
werd uitgepakt. Wij adviseren de accu helemaal op te laden, voordat u
deze voor de eerste keer gebruikt.
►Sluit het voedingsapparaat op het navigatie-apparaat en op een
stopcontact aan.
Opmerking: Steek de USB-stekker helemaal in het navigatie-apparaat!
Problemen oplossen", pagina 111)
(Zie "
Tijdens het laden brandt de LED aan de onderkant van de
NAVIGON 8410 oranje.
Wanneer de accu helemaal is opgeladen, brandt de LED groen.
2.5.3 Navigatiesysteem in het voertuig monteren
Opgelet! Neem absoluut goed nota van alle veiligheidsaanwijzingen in
het hoofdstuk "
Houder bevestigen
Belangrijke veiligheidsaanwijzingen", pagina 10.
1. Maak de zuignap en de plek op de voorruit schoon waar u de
houder wilt aanbrengen. Deze moeten allebei droog en vrij van vuil
en vet zijn.
Opmerking: Gebruik voor het schoonmaken van de zuignap een
vochtige pluisvrije doek. Gebruik geen oplos- of schoonmaakmiddelen.
2. Open de hendel bij de zuignap van de houder zo ver mogelijk.
3. Plaats de houder met de zuignap op de voorruit.
4. Druk de hendel bij de zuignap in de richting van de voorruit.
Voordat u begint - 13 -
Gebruikershandboek NAVIGON 8410
Houder afstellen
Op de achterkant van de houder bevindt zich een instelschroef
waarmee de houder kan worden afgesteld.
Voor de afstelling heeft u een passende imbussleutel (2,5 mm) nodig.
►Ga bij het afstellen stapsgewijs te werk, d.w.z. draai de schroef
maximaal een kwartslag open of dicht en controleer dan de
verstelkracht.
Opgelet! Overmatig vastdraaien van de afstelschroef kan leiden tot
beschadiging van de autohouder!
Navigatieapparaat van stroom voorzien
Bij de levering van de NAVIGON 8410 is een autolaadkabel
inbegrepen, waarmee u het navigatie-apparaat via de
sigarettenaansteker van uw voertuig van stroom kunt voorzien.
Sluit de autolaadkabel op de sigarettenaansteker van het voertuig en op
de mini-USB-bus van de houder aan. Het navigatie-apparaat wordt van
stroom voorzien zodra dit in de houder werd geplaatst.
Opgelet! De autolaadkabel mag alleen worden aangesloten op
sigarettenaanstekers die met een spanning van 10-24V werken.
TMC-antenne
De NAVIGON 8410 beschikt over een geïntegreerde TMC-ontvanger.
De TMC-antenne is in de autolaadkabel geïntegreerd. Zodra het
apparaat in zijn houder wordt geplaatst, kan het actuele
verkeersinformatie ontvangen. Indien gewenst kan het de route
dynamisch wijzigen, om bijv. een file te ontwijken.
- 14 - Voordat u begint
Navigatieapparaat in de houder plaatsen
Aan de achterkant van de NAVIGON 8410 ziet u een cirkel met twee
uitsparingen.
1. Hang het navigatieapparaat met de bovenste uitsparing in de
bovenste neus van de houder. (Zie afbeelding)
2. Druk het dan tegen de houder, zodat het vastklikt.
Navigatieapparaat uit de houder nemen
Aan de onderkant van de plaat waarin u het navigatieapparaat heeft
gehangen bevindt zich een beugel.
1. Trek de beugel naar u toe, zodat het apparaat losraakt uit de
beugel.
2. Neem het apparaat naar boven toe uit de houder.
2.5.4 Geheugenkaart
Een geheugenkaart is niet nodig om de NAVIGON 8410 te gebruiken,
omdat alle gegevens die onmisbaar zijn voor de navigatie, in het interne
geheugen van het apparaat opgeslagen zijn.
Op de geheugenkaart die in het navigatie-apparaat is geplaatst,
bevinden zich nog meer gegevens die voor comfortfuncties als bijv.
Real City 3D nodig zijn. U kunt deze gegevens naar een andere
geheugenkaart (microSD-kaart) kopiëren of een backup hiervan maken
op uw PC.
Als u de NAVIGON 8410 met een USB-kabel op uw computer aansluit,
wordt het interne geheugen als station 'NAVIGON' herkend. De sleuf
voor de geheugenkaart wordt als station 'NAVIGON SD' herkend.
Gegevensopslag, software-updates en actualiseringen van de
navigatiekaarten voert u snel en comfortabel uit met de software
NAVIGON Fresh, die u met NAVIGON Suite op uw computer kunt
installeren of gratis kunt downloaden van de website
Als u extra navigatiekaarten koopt, maar in het interne geheugen van
het navigatie-apparaat daarvoor niet meer genoeg plaats is, kunt u
Gebruikershandboek NAVIGON 8410
www.navigon.com.
Voordat u begint - 15 -
Gebruikershandboek NAVIGON 8410
deze kaarten ook op een geheugenkaart opslaan, die u in het apparaat
plaatst. De NAVIGON 8410 kan navigatiekaarten uit beide geheugens
gebruiken.
Opmerking: Zonder de gegevens op de meegeleverde geheugenkaart
staan comfortfuncties als bijv. Real City 3D niet ter beschikking. Als u
een andere geheugenkaart in het navigatie-apparaat plaatst, let er dan
op dat deze gegevens zich ook daarop bevinden.
2.6 Navigatie met GPS
GPS is gebaseerd op in totaal minimaal 24 satellieten, die rond de
aarde draaien en daarbij voortdurend hun positie en hun tijd uitzenden.
De GPS-ontvanger ontvangt deze gegevens en berekent uit de
verschillende positie- en tijdinformatie van de verschillende satellieten
zijn eigen geografische positie.
Voor een positiebepaling die exact genoeg is, zijn de gegevens nodig
van ten minste drie satellieten. Met de gegevens van vier of meer
satellieten kan ook de hoogte boven de zeespiegel worden bepaald. De
positiebepaling gebeurt daarbij tot op drie meter nauwkeurig.
Wanneer het navigatiesysteem uw positie heeft bepaald, kan deze
positie als uitgangspunt dienst doen voor een routeberekening.
Het kaartmateriaal van uw navigatie-apparaat bevat de geografische
coördinaten van alle digitaal geregistreerde bijzondere bestemmingen
(POI's), straten en plaatsen. Het navigatie-apparaat kan zodoende een
weg berekenen vanaf een beginpunt naar een bestemming.
De berekening van de actuele positie en de weergave ervan op de
kaart geschieden ca. één keer per seconde. Zo kunt u op de kaart zien
waar u zich beweegt.
3 NAVIGON 8410 inschakelen
►Druk zolang op de toets (Aan/Uit) tot het apparaat wordt
ingeschakeld. (ca. 2 seconden)
Het venster S
Opmerking: Als u de NAVIGON 8410 voor de eerste keer inschakelt,
wordt u gevraagd de volgende instellingen vast te leggen:
► de taal waarin u de software wilt gebruiken
► de lengte-eenheid voor afstandsgegevens
► het formaat van tijdinformatie
Vanuit het venster START heeft u toegang tot alle toepassingen van de
NAVIGON 8410.
- 16 - NAVIGON 8410 inschakelen
TART wordt geopend.
Gebruikershandboek NAVIGON 8410
► Navigatie, zie pagina 27
► TV (gedeactiveerd, wanneer de DVB-T-module niet
aangesloten is)
Opmerking: De TV-software en de DVB-T-module zijn niet bij de
levering van uw NAVIGON 8410 inbegrepen. U kunt het DVB-T-pakket
in onze online-shop op
► Media-Player, zie pagina 84
► Telefoon, zie pagina 90
www.navigon.com kopen.
Opmerking: Als u de NAVIGON 8410 gedurende heel lange tijd niet
heeft gebruikt, is de batterij eventueel helemaal ontladen.
Wanneer u het navigatie-apparaat aansluit op de meegeleverde
autolaadkabel, kan het ook bij lege accu onmiddellijk worden
ingeschakeld. Wanneer u een andere laadkabel gebruikt of uw
apparaat heeft aangesloten op een PC, moet het eventueel eerst ca.
3 minuten worden opgeladen voordat het kan worden ingeschakeld.
Als het navigatie-apparaat ingeschakeld is, duurt het laden relatief lang.
Schakel het navigatie-apparaat voor opladen uit of op standby, als u het
niet gebruikt.
Oplaadapparaten en ander toebehoren is verkrijgbaar in de NAVIGONonlineshop op
www.navigon.com of in de speciaalzaak.
Wachtwoord vergeten?
Als u het wachtwoord heeft vergeten, gaat u te werk zoals beschreven
in "
Wachtwoord vergeten?" op pagina 19.
Het navigatie-apparaat naar standby schakelen
► Druk even op de toets (Aan/Uit) (max. 2 seconden).
Standby automatisch
U kunt NAVIGON 8410 zodanig configureren dat het navigatie-apparaat
automatisch in de standby-modus wordt gezet, wanneer het niet wordt
gebruikt.
►Druk in het venster NAVIGATIE op Opties > Instellingen >
Algemeen
►Geef op na welke tijd het navigatie-apparaat in de standbymodus
wordt gezet (Nooit
NAVIGON 8410 inschakelen - 17 -
> Standby automatisch.
, Na 10 min., Na 20 min., Na 30 min.).
Gebruikershandboek NAVIGON 8410
►Kies Geen stroom, om het apparaat in de standbymodus te zetten
wanneer de externe stroomvoorziening wordt onderbroken. Zodra
het weer op de externe stroomvoorziening wordt aangesloten,
wordt het automatisch weer ingeschakeld.
Het navigatie-apparaat uitschakelen
►Druk zolang op de toets (Aan/Uit) tot de melding "Laat de toets
los, om het apparaat uit te schakelen." verschijnt. (ca. 6 seconden)
Opmerking: Als u het navigatie-apparaat naar standby schakelt, start
het bij de volgende keer inschakelen zeer snel en met hetzelfde venster
dat bij het uitschakelen actief was. Het verbruikt echter in de standbymodus altijd nog een geringe hoeveelheid energie. De accu kan binnen
enkele dagen leeg zijn.
Als u het apparaat uitschakelt, verbruikt het geen energie. Het kan dan
enkele maanden duren tot de accu helemaal leeg is. Opnieuw
inschakelen zorgt voor een nieuwe start van het apparaat en duurt
enige tijd (ca. 30 seconden). Uw instellingen en uw opgeslagen
bestemmingen en routes blijven behouden.
3.1 Opties
In sommige vensters zijn er opties via welke u verdere functies kunt
bereiken.
Een beschrijving van alle beschikbare opties vindt u in het hoofdstuk
Opties" op pagina 52.
"
4 Wachtwoordbeveiliging
Het navigatie-apparaat kan door instellen van een wachtwoord worden
beveiligd tegen gebruik door onbevoegden.
4.1 Wachtwoordbeveiliging activeren
1. Druk in het venster NAVIGATIE op Opties > Instellingen > Opties >
Wachtwoordbeveiliging
Het venster N
IEUW WACHTWOORD wordt geopend.
2. Voer in het veld Nieuw wachtwoord
.
Verder
3. Voer dit wachtwoord nog een keer in het veld Wachtwoord
bevestigen in.
4. Druk op Inschakelen
- 18 - Wachtwoordbeveiliging
.
een wachtwoord in en druk op
.
Gebruikershandboek NAVIGON 8410
Opmerking: Het wachtwoord moet uit precies 4 cijfers bestaan.
4.2 Wachtwoord wijzigen
1. Druk in het venster NAVIGATIE op Opties > Instellingen > Opties >
Wachtwoordbeveiliging
Het venster W
ACHTWOORD INVOEREN wordt geopend.
2. Voer in het veld Wachtwoord invoeren
wachtwoord in.
3. Druk op Wachtwoord wijzigen
Het venster N
IEUW WACHTWOORD wordt geopend.
4. Voer in het veld Nieuw wachtwoord
Verder
.
5. Voer dit wachtwoord nog een keer in het veld Wachtwoord
bevestigen in.
6. Druk op Inschakelen
Opmerking: Het nieuwe wachtwoord moet uit precies 4 cijfers bestaan.
.
het tot nu toe geldige
.
een wachtwoord in en druk op
.
4.3 Wachtwoordbeveiliging opheffen
1. Druk in het venster NAVIGATIE op Opties > Instellingen > Opties >
Wachtwoordbeveiliging
Het venster W
ACHTWOORD INVOEREN wordt geopend.
2. Voer in het veld Wachtwoord invoeren
wachtwoord in.
3. Druk op Uitschakelen
.
het tot nu toe geldige
.
4.4 Wachtwoord vergeten?
Als u drie keer het wachtwoord foutief heeft ingevoerd, wordt een
venster met aanwijzingen geopend, wat er nu moet worden gedaan.
►Volg de instructies op het beeldscherm.
5 NAVIGON 8410 bedienen
5.1 Informatie
Langs de bovenrand van heel veel vensters bevinden zich diverse
pictogrammen die informatie aangeven.
NAVIGON 8410 bedienen - 19 -
Gebruikershandboek NAVIGON 8410
GPS
Het pictogram GPS kan de volgende toestanden van de GPS-ontvangst
weergeven:
Geen GPS (Geen symbool): De ingebouwde GPS-ontvanger is niet
gereed voor gebruik. Neem contact met ons op, wanneer dit probleem
zich langer voordoet. (Zie "
Geen signaal: De gegevens van minder dan drie satellieten worden
ontvangen. De positie kan niet worden berekend.
GPS gereed: De gegevens van ten minste 3 satellieten worden
ontvangen. De positie kan worden berekend.
Vragen over het product", pagina 8)
Meer informatie over de GPS-status vindt u in het hoofdstuk "
status, actuele locatie opslaan" op pagina
76.
Kompas
Het pictogram Kompas geeft aan in welke richting u zich net beweegt.
Het kan een van de volgende windstreken weergeven: N, NO, O, ZO, Z,
ZW, W, NW.
Track
Het pictogram (Registratie track) geeft aan dat momenteel een
track wordt geregistreerd.
Meer informatie over tracks vindt u in het hoofdstuk "
pagina
72.
Tracks" op
TMC (Verkeersberichten)
In de NAVIGON 8410 is een TMC-ontvanger geïntegreerd die het
navigatiesysteem voorziet van actuele verkeersinformatie. Het kan
indien gewenst de route dynamisch wijzigen, om bijv. een file te
ontwijken.
Opmerking: Deze functie kan alleen worden gebruikt, wanneer in het
land waarin u reist, verkeersinformatie via TMC wordt uitgezonden. Dat
is niet in alle landen het geval.
GPS-
- 20 - NAVIGON 8410 bedienen
Gebruikershandboek NAVIGON 8410
Het pictogram TMC kan de volgende toestanden van de TMContvangst weergeven:
Zender wordt gezocht (in rode kleur): De TMC-ontvanger is gereed
voor ontvangst, maar vindt geen zender die TMC-signalen uitzendt. Er
is geen verkeersinformatie aanwezig.
Zender wordt gezocht: De TMC-ontvanger is gereed voor ontvangst,
maar vindt geen zender die TMC-signalen uitzendt. Er is echter nog
verkeersinformatie aanwezig. Dat kan bijv. voorkomen als u net door
een tunnel rijdt.
TMC op stand-by (in grijze kleur): Verkeersinformatie kan worden
ontvangen.
Opmerking: De TMC-antenne is in de autolaadkabel geïntegreerd. Het
pictogram Zender wordt gezocht kan daarom ook verschijnen,
wanneer de autolaadkabel niet op de NAVIGON 8410 aangesloten is.
Een uitgebreide functiebeschrijving van uw TMC-module vindt u in het
hoofdstuk "
TMC (Verkeersberichten)" op pagina 79.
Energie
Het pictogram Energie kan de volgende toestanden van de ingebouwde
accu weergeven:
Het apparaat wordt gevoed door een externe stroombron. De batterij is
helemaal opgeladen.
- of -
De accu kan niet worden geladen, omdat de temperatuur ervan te hoog
of te laag is.
Het apparaat wordt gevoed door een externe stroombron. De batterij
wordt net geladen.
Het apparaat wordt gevoed door zijn interne batterij. De laadtoestand
van de batterij is voldoende.
Het apparaat wordt gevoed door zijn interne batterij. De laadtoestand
van de batterij is zwak.
Bluetooth / Telefoon
De NAVIGON 8410 beschikt over een geïntegreerde Bluetooth-
handsfreemodule. Zo kunt u deze ook als handsfreeset voor een
mobiele telefoon met Bluetooth-functie gebruiken.
NAVIGON 8410 bedienen - 21 -
Gebruikershandboek NAVIGON 8410
Het pictogram Telefoon kan de volgende toestanden van de
handsfreemodule weergeven:
Geen Blue to oth (Geen symbool): de Bluetooth-functie is
uitgeschakeld.
Niet verbon den (rode mobiele telefoon): de NAVIGON 8410 heeft
geen Bluetooth-verbinding met een ander apparaat.
Verbonden (witte mobiele telefoon): de NAVIGON 8410 is verbonden
met een mobiele telefoon en kan als handsfreeset worden gebruikt.
Lopend gesprek (groene mobiele telefoon): de handsfreemodule van
de NAVIGON 8410 wordt op dat moment gebruikt om te telefoneren.
Geluid uitschakelen
Het pictogram Geluid uitschakelen kan de volgende toestanden
weergeven:
Geen symbool: Het geluid van de navigatietoepassing is niet
uitgeschakeld.
Geluid uitschakelen: Het geluid van de navigatietoepassing is
uitgeschakeld. Wanneer u zich in een navigatie bevindt, hoort u geen
rij-instructies.
Opmerking: Dit pictogram geeft alleen aan dat het geluid van de
navigatie-instructies is uitgeschakeld. Het zegt niets over het volume
van de handsfreeset.
5.2 Software-toetsenbord
Wanneer tekstinvoeren nodig zijn, verschijnt op het beeldscherm een
software-toetsenbord.
Op het software-toetsenbord kunt u alles met uw vinger invoeren. Er
kunnen alleen hoofdletters worden ingevoerd.
Bij de invoer van bestemmingsgegevens hoeft u geen speciale tekens
en accenten in te voeren. Het navigatiesysteem vult deze tekens
automatisch voor u aan. Als u bijv. naar de plaats "Bärnau" zoekt, dan
voert u gewoon "Barnau" in. Speciale tekens kunnen bij de benoeming
van opgeslagen bestemmingen en routes handig zijn.
- 22 - NAVIGON 8410 bedienen
5.2.1 Speciale toetsen
voegt een spatie in.
wist het teken voor de cursor.
opent het toetsenbord met cijfers.
Latijnse, cyrillische, Griekse letters
opent het toetsenbord met Latijnse letters.
opent het toetsenbord met cyrillische letters.
opent het toetsenbord met Griekse letters.
Voor de invoer van adressen of namen van bijzondere bestemmingen
wordt standaard het toetsenbord voor het schrift van het betreffende
land geopend.
Als u een bestemming wilt opslaan in de Favorieten, of als u een POIcategorie of een land opgeeft, wordt standaard het toetsenbord voor de
taal van het gebruikersoppervlak geopend.
Vanuit het toetsenbord voor cyrillische of Griekse letters kunt u ook
omschakelen naar het toetsenbord voor Latijnse letters. Vele adressen
kunt u dan ook getranslitereerd of in de taal van het
gebruikersoppervlak invoeren.
Voorbeeld: De taal van het gebruikersoppervlak is Nederlands. U wilt
naar Moskou navigeren. U heeft de volgende mogelijkheden:
► "Москва" (cyrillisch)
► "Moskva" (getranslitereerd)
► "Moskou" (Nederlands)
Opmerking: Straat- en plaatsnamen kunnen alleen in de taal van het
gebruikersoppervlak worden ingevoerd, wanneer deze ook zo in het
gegevensbestand van de kaart aanwezig zijn.
Gebruikershandboek NAVIGON 8410
Opmerking: Er zijn altijd maximaal 2 toetsenborden beschikbaar.
NAVIGON 8410 bedienen - 23 -
Gebruikershandboek NAVIGON 8410
Speciale tekens, accenten, andere letters
Voor elk schrift is een ander toetsenbord met speciale tekens
beschikbaar.
opent het toetsenbord met Latijnse speciale tekens.
opent het toetsenbord met cyrillische speciale tekens.
opent het toetsenbord met Griekse speciale tekens.
Zodra u een speciaal teken heeft ingevoerd, verschijnt automatisch
weer het toetsenbord met letters.
5.2.2 Gegevens invoeren
In veel gevallen zijn lijsten beschikbaar waaruit u een invoer kunt
selecteren. Dat is bijv. het geval, wanneer u een plaats invoert.
Zodra u de eerste letter heeft ingevoerd, verschijnt de grootste plaats
van het opgegeven land die begint met deze letter.
Zodra u meer letters invoert, verschijnt na elke invoer de eerste plaats
die begint met de ingevoerde letter.
►Als de juiste plaats wordt weergegeven, drukt u op (OK), om
de invoer van de plaats af te sluiten.
U kunt altijd een lijst openen die alle plaatsen bevat waarvan de naam
met de tot dusver ingevoerde letters begint of die de ingevoerde tekst in
hun naam bevatten. Hoe meer letters u had ingevoerd, des te korter is
de lijst.
►Druk op (Lijst openen), om deze lijst weer te geven.
Met de knoppen
(Omhoog) en (Omlaag) kunt u in de lijst
bewegen.
►Druk op een invoer in de lijst, om deze invoer in het invoerveld over
te nemen.
Zodra u een invoer heeft overgenomen, wordt de lijst gesloten. De
invoer van de plaats is daarmee afgesloten.
►Druk op (Lijst sluiten), om de lijst te sluiten zonder een invoer
over te nemen.
Opmerking: De lijst wordt automatisch geopend, zodra deze nog maar
4 of minder invoeren bevat.
- 24 - NAVIGON 8410 bedienen
5.3 Opties
In sommige vensters zijn er opties via welke u verdere functies kunt
bereiken.
Een beschrijving van alle beschikbare opties vindt u in het hoofdstuk
Opties" op pagina 52.
"
5.4 Menu's
Sommige knoppen bevatten een menu dat bij bediening van de
knoppen wordt geopend.
►Druk op een menupunt, om de functie ervan uit te voeren.
Wanneer u het menu wilt sluiten zonder één van zijn functies uit te
voeren, dan drukt u op de knop waarmee u het menu heeft geopend.
6 Spraakbesturing
Opmerking: De functie Spraakbesturing is niet in elke taal
beschikbaar.
Bij talen waarin deze functie beschikbaar is, wordt in het venster
N
AVIGATIE de knop Spraakbesturing weergegeven. Bij niet
ondersteunde talen is de knop Spraakbesturing
knop Kaart weergeven
Vele functies van uw navigatie-apparaat kunt u comfortabel per
spraakbesturing opvragen.
.
Gebruikershandboek NAVIGON 8410
vervangen door de
6.1 Spraakbesturing activeren
In sommige vensters is de spraakbesturing vanzelf actief. Dat betreft
vooral vensters waarin een antwoord van u wordt verwacht, bijv.
wanneer nieuwe verkeersinformatie betrekking heeft op uw route.
In het venster N
AVIGATIE en in de kaart kunt u de spraakbesturing
activeren door met uw vinger een snelle streep diagonaal over het
beeldscherm te trekken.
6.2 Spraakbesturing gebruiken
Als de functies in een venster per spraakbesturing kunnen worden
opgevraagd, verschijnt in de linker bovenhoek van het venster het
pictogram
Een enkel geluidssignaal en het pictogram
dat het navigatiesysteem op uw spraakbesturing wacht.
Spraakbesturing - 25 -
(Spraakbesturing actief).
(Spreken) geven aan
Gebruikershandboek NAVIGON 8410
►Spreek een commando.
U hoort het positieve bevestigingssignaal (twee hoge tonen), en de
functie wordt uitgevoerd.
Als het navigatiesysteem uw instructie niet heeft verstaan of als u enige
tijd niets zegt, is het negatieve bevestigingssignaal te horen (twee korte
lage tonen).
►Spreek het commando nogmaals.
Als het navigatiesysteem u ook na meerdere herhalingen niet heeft
verstaan, verschijnt de aanwijzing "Zeg 'Help'".
Opmerking: Het geluid van navigatie-instructies en waarschuwingen is
uitgeschakeld, zolang spraakbesturingen van u worden verwacht.
6.3 Help
Zeg gewoon "Help", als u wilt weten welke spraakbesturingen op dat
moment mogelijk zijn. In bijna alle vensters waarin spraakbesturing
wordt ondersteund, zegt het navigatiesysteem u dan welke
commando's u in het actuele venster kunt spreken.
6.4 Deactivering van de spraakbesturing
De spraakbesturing wordt onder de volgende omstandigheden
gedeactiveerd:
►Als u het navigatie-apparaat met de vinger bedient, terwijl een
spraakbesturing van u wordt verwacht.
►Bij een binnenkomend gesprek en tijdens een lopend
telefoongesprek, als het navigatie-apparaat als handsfreeset wordt
gebruikt.
6.5 Spraakbesturing configureren
U kunt configureren voor welke taken u spraakbesturing wilt gebruiken.
►Druk in het venster NAVIGATIE op Opties > Instellingen >
Algemeen
Geef op voor welke taken u spraakbesturing wilt gebruiken:
► Volledig: U kunt de volledige functie-omvang van de
► Antwoorden: U kunt adressen opgeven en antwoorden op
► Adressen opgeven: U kunt alleen adressen via spraakbesturing
- 26 - Spraakbesturing
> Spraakbesturing gebruiken.
spraakbesturing gebruiken.
vragen van het navigatie-apparaat.
opgeven.
Gebruikershandboek NAVIGON 8410
Opmerking: Meer informatie over het opgeven van het adres van de
bestemming per spraakbesturing vindt u in het hoofdstuk "
per spraakbesturing opgeven" op pagina
Het volume van de assistent voor de spraakbesturing kan onafhankelijk
33.
Bestemming
van het volume van de navigatie-instructies worden geregeld. Zo kunt u
invoerverzoeken ook horen wanneer u het geluid van de navigatieinstructies heeft uitgeschakeld.
1. Druk in het venster N
Algemeen
> Volume van assistent.
AVIGATIE op Opties > Instellingen >
2. Leg het volume van de assistent vast.
Opmerking: Informatie over de configuratie van het navigatiesysteem
vindt u in het hoofdstuk "
NAVIGON 8410 configureren" op pagina 103.
7 Navigatie
Het gebruik van het navigatiesysteem geschiedt op eigen risico.
Opgelet! Neem absoluut goed nota van alle veiligheidsaanwijzingen in
het hoofdstuk "
Gestoorde GPS-ontvangst
Wanneer de GPS-ontvangst gestoord is, wordt de navigatie
onderbroken. Zodra weer GPS-signalen worden ontvangen, herkent het
navigatiesysteem of uw positie zich in de tussentijd heeft veranderd. De
navigatie wordt dan automatisch voortgezet.
Bereiken van de plaats van bestemming
Wanneer u de opgegeven bestemming heeft bereikt, wordt een
dienovereenkomstige melding gesproken.
Op de kaart wordt dan alleen nog uw actuele locatie (oranje pijl) en de
eindvlag aangegeven.
7.1 Navigatietoepassing starten
U heeft het navigatie-apparaat ingeschakeld. Het venster START is
geopend.
1. Druk op Navigatie
Als u de navigatietoepassing voor de eerste keer start, wordt het
instellingsvenster D
De demomodus is alleen bedoeld voor demonstratie van het
product, als geen GPS-ontvangst mogelijk is.
Belangrijke veiligheidsaanwijzingen", pagina 10.
.
EMOMODUS geopend.
Navigatie - 27 -
Gebruikershandboek NAVIGON 8410
Als de demomodus actief is, kunt u geen navigatie uitvoeren! In de
demomodus wordt alleen een navigatie naar het midden van de
opgegeven plaats van bestemming gesimuleerd.
►Zorg ervoor dat de instelling In demomodus starten op Nee
staat. Druk eventueel op de knop
instelling van Ja
►Druk op OK.
Als de wachtwoordbeveiliging geactiveerd is, wordt het venster
W
ACHTWOORD INVOEREN geopend.
► Voer het wachtwoord in.
► Druk op OK.
De navigatietoepassing wordt gestart. De volgende melding verschijnt:
"Let erop, dat de wegenverkeerswet voorrang heeft boven de
aanwijzingen van het navigatiesysteem. Bedien het apparaat niet
tijdens het rijden."
2. Wanneer u de tekst volledig gelezen en begrepen heeft, druk dan
op OK
.
Wanneer u deze aanwijzing niet wilt accepteren, druk dan op
Annuleren
Het venster N
, om de navigatietoepassing weer af te sluiten.
AVIGATIE wordt geopend. Van daaruit heeft u toegang tot
alle functies van de navigatietoepassing.
►Druk op (Telefoon), om de handsfreemodule naar de
voorgrond te halen (zie "
►Druk op (Media-Player), om de mediaplayer naar de
voorgrond te halen.
►Druk op (Navigatie), om weer het venster NAVIGATIE naar
de voorgrond te halen.
►Druk op (Terug), om weer het venster START naar de
voorgrond te halen.
Opmerking: Hoe u de demomodus kunt deactiveren, kunt u nalezen in
"
Problemen oplossen"; deel "Ik heb per ongeluk de demomodus
geactiveerd", pagina
op Nee te zetten.
(Wijzigen), om de
Handsfree-module", pagina 90).
112)
- 28 - Navigatie
Gebruikershandboek NAVIGON 8410
Initialisatie van de GPS-ontvanger
Opmerking: Voor een correcte ontvangst van de GPS-gegevens heeft
de GPS-ontvanger vrij zicht naar de satellieten nodig. Tunnels, zeer
smalle straten tussen huizen of spiegelingen bij huisgevels kunnen de
GPS-ontvangst sterk beperken of zelfs onmogelijk maken. Als de GPSontvanger of het navigatie-apparaat zich in een voertuig bevindt, kan
een voorruit met een metaallaagje of een voorruitverwarming de
oorzaak zijn voor de slechte GPS-ontvangst.
Zodra het navigatie-apparaat is ingeschakeld, begint de initialisatie van
de GPS-ontvanger.
De eerste initialisatie van de geïntegreerde GPS-ontvanger vindt pas
plaats, nadat de navigatietoepassing voor de eerste keer werd gestart.
Dit kan tot 20 minuten duren.
Opmerking: Mocht het pictogram GPS
aanzienlijk minder dan 20 minuten weergeven, laat dan uit voorzorg het
navigatie-apparaat nog minimaal 15 minuten langer ingeschakeld,
zodat een betrouwbare werking van de ontvanger wordt gegarandeerd.
Wanneer daarna telkens het navigatie-apparaat wordt ingeschakeld,
begint de GPS-ontvangst binnen korte tijd.
Wanneer het navigatie-apparaat langer dan een week niet was
ingeschakeld, kan de volgende initialisatie tot 10 minuten duren.
In de rechter bovenhoek van het display ziet u het pictogram GPS
Zodra de gegevens van ten minste drie satellieten worden ontvangen,
wisselt het naar
(GPS gereed).
de toestand GPS gereed na
.
Opmerking: De initialisatie slaagt het snelst, wanneer u niet begint te
rijden voordat de initialisatie is voltooid.
Meer informatie over het pictogram GPS
op pagina
20.
vindt u in het hoofdstuk "GPS"
Terug naar het venster Navigatie
Het venster NAVIGATIE wordt geopend als de navigatietoepassing wordt
gestart.
Als een ander venster van de navigatietoepassing geopend is, druk dan
op
gekomen.
►Druk zo vaak op (Terug) tot het venster NAVIGATIE
Navigatie - 29 -
(Terug). U komt dan in het venster van waaruit u bent
geopend is.
Gebruikershandboek NAVIGON 8410
7.2 Bestemming opgeven
Onder Nieuwe bestemming geeft u bestemmingen op waarheen u nog
niet heeft genavigeerd of die u niet heeft opgeslagen.
U kunt hier de adressen of de coördinaten van de bestemming
opgeven, een POI selecteren of een bestemming van de snelle toegang
selecteren.
Opmerking: Als u voor de eerste keer een nieuwe bestemming
opgeeft, wordt u gevraagd het land te selecteren waarin uw
bestemming ligt.
Onder Mijn bestemmingen stelt de NAVIGON 8410 de volgende lijsten
met bestemmingen of adressen ter beschikkingl:
►FAVORIETEN: alle bestemmingen die u in NAVIGON 8410 ingevoerd
en daarna opgeslagen heeft.
►LAATSTE BESTEMMINGEN: bestemmingen waarnaar u al eens heeft
genavigeerd.
► GEÏMPORTEERDE ADRESSEN: daaronder kunt u kiezen uit 2 lijsten:
► OUTLOOK / INTERNET: alle bestemmingen die u uit Microsoft
Outlook of vanaf internet heeft geïmporteerd.
►UIT HET TELEFOONBOEK: adressen uit een via Bluetooth
verbonden mobiele telefoon.
7.2.1 Land van bestemming opgeven
Linksboven in de vensters ADRES, POI IN EEN PLAATS en POI IN HET
HELE LAND
land waarin momenteel bestemmingen voor navigatie kunnen worden
opgegeven.
Wanneer uw bestemming in een ander land ligt, ga dan als volgt te
werk:
1. Druk op de knop Land
2. Voer de naam in van het land waarin uw bestemming ligt.
bevindt zich de knop Land. Deze laat de vlag zien van het
.
Op de knop wordt de vlag van het land van bestemming getoond.
Opmerking: Er kan alleen worden gekozen uit landen waarvan de
kaart voor het navigatie-apparaat beschikbaar is.
7.2.2 Adres van de bestemming invoeren
1. Druk in het venster NAVIGATIE op Nieuwe bestemming > Adres
invoeren.
- 30 - Navigatie
Gebruikershandboek NAVIGON 8410
Opmerking: De volgende beschrijving gaat uit van Stad eerst
als
volgorde voor de adresinvoer.
Als zich op het navigatie-apparaat de kaart van een land bevindt waarin
gewoonlijk eerst de straat wordt aagegeven (bijv. Zweden, Noorwegen,
...), dan kunt u ook Straat eerst
U kunt de volgorde in het venster N
Instellingen
> Algemeen > Volgorde van adresgegevens vastleggen.
Denk er echter aan dat de invoervolgorde Straat eerst
landen mogelijk is. In dit geval moet u dan de stad eerst opgeven.
Het venster ADRES wordt geopend.
als invoervolgorde kiezen.
AVIGATIE onder Opties >
niet voor alle
2. Voer de naam of de postcode van de plaats van bestemming in.
3. Voer de naam van de straat van bestemming in.
4. Voer het huisnummer in. Wanneer u het huisnummer niet kent, dan
laat u het veld leeg.
Wanneer u het huisnummer niet kent, maar wel de naam van een
dwarsstraat in de buurt, druk op het veld Dwarsstraat
en voer daar
deze naam in. Het navigatiesysteem berekent dan een route naar
de kruising van de beide opgegeven straten.
Het venster D
Op de knop MyRoutes inschakelen
routevoorstellen moeten worden berekend (Ja
►Druk op de knop MyRoutes inschakelen, om de instelling te
ETAILS BIJ BESTEMMING wordt geopend.
staat of meerdere
) of niet (Nee).
wijzigen.
5. Druk op Navigatie starten
, om naar het opgegeven adres te
navigeren.
- of -
Druk op Parkeren
, om een parkeerplaats in de buurt van uw
bestemming te zoeken en daarheen te navigeren.
Soms kan de bestemming niet duidelijk worden bepaald, omdat de
opgegeven combinatie van plaats- en straatnaam misschien vaker
voorkomt.
In dit geval wordt een venster geopend waarin alle bij uw invoer
passende adressen met extra informatie worden getoond.
►Druk op het adres waarheen u wilt navigeren.
Als het opgegeven huisnummer niet op de kaart geregistreerd is,
bevat het venster alleen een adres met het huisnummer dat het
dichtst bij het opgegeven huisnummer ligt.
De kaart gaat open in de modus Preview. De bestemming wordt op
de kaart weergegeven.
Navigatie - 31 -
Gebruikershandboek NAVIGON 8410
Informatie over de start van de navigatie vindt u in het hoofdstuk
Routepreview" op pagina 43. Lees daar a.u.b. verder.
"
Opmerking: U hoeft niet alle adresgegevens in te voeren. U kunt ook
eerder op Navigatie starten
drukken.
Wanneer u alleen de stad invoert, zal het navigatie-apparaat een route
naar het stadscentrum berekenen.
Wanneer u alleen stad en straat, maar noch een huisnummer noch een
dwarsstraat invoert, zal het navigatie-apparaat de beste route naar
deze straat berekenen.
7.2.3 Coördinaten invoeren
U kunt ook de geografische coördinaten van uw bestemming invoeren.
De coördinaten kunt u als decimale graden of in graden, minuten en
seconden opgeven.
1. Druk in het venster N
invoeren.
Het venster A
2. Druk in het venster A
Het venster C
Invoer als decimaal getal
3. Voer de breedtegraad in.
Begin de invoer met een min-teken, als u een zuidelijke
breedtegraad wilt invoeren.
4. Voer de lengtegraad in.
Begin de invoer met een min-teken, als u een westelijke
lengtegraad wilt invoeren.
Invoer met minuten / seconden
3. Voer de breedtegraad in.
Gebruik voor de invoer van de eenheden de betreffende knoppen
die op het toetsenbord verschijnen:
AVIGATIE op Nieuwe bestemming > Adres
DRES wordt geopend.
DRES op Opties > Coördinaten invoeren.
OÖRDINATEN INVOEREN wordt geopend.
(graden),
(minuten),
(seconden).
De knop (N Z) naast het invoerveld geeft aan of het gaat om een
noordelijke of zuidelijke breedtegraad.
►Druk op de knop, als u de actuele instelling wilt wijzigen.
4. Voer de lengtegraad in.
Gebruik voor de invoer van de eenheden de betreffende knoppen
die op het toetsenbord verschijnen:
- 32 - Navigatie
Gebruikershandboek NAVIGON 8410
(graden),
(minuten),
De knop (O W) naast het invoerveld geeft aan of het gaat om een
oostelijke of westelijke lengtegraad.
►Druk op de knop, als u de actuele instelling wilt wijzigen.
Het venster D
Op de knop MyRoutes inschakelen
ETAILS BIJ BESTEMMING wordt geopend.
staat of meerdere
routevoorstellen moeten worden berekend (Ja
►Druk op de knop MyRoutes inschakelen, om de instelling te
wijzigen.
5. Druk op Navigatie starten
, om naar het opgegeven adres te
navigeren.
- of -
Druk op Parkeren
, om een parkeerplaats in de buurt van uw
bestemming te zoeken en daarheen te navigeren.
Opmerking: Als de bestemming waarvan u de coördinaten invoert, niet
ligt op het wegennet dat de kaart bestrijkt, dan vindt de navigatie tot aan
het dichtstbij gelegen wegpunt plaats in de modus die is vastgelegd
door het gekozen routeprofiel. Vanaf dit punt wisselt het
navigatiesysteem automatisch naar de modus Offroad. (Zie "
in de modus Offroad", pagina
65)
7.2.4 Bestemming per spraakbesturing opgeven
Heel comfortabel is het opgeven van de bestemming per
spraakbesturing.
1. Druk in het venster N
- of -
Activeer de spraakbesturing door met uw vinger een snelle streep
diagonaal over het venster N
"Spraakbesturing".
Het venster S
AVIGATIE op Spraakbesturing.
AVIGATIE te trekken. Zeg dan
PRAAKBESTURING wordt geopend.
(seconden).
) of niet (Nee).
Navigatie
Adres opgeven
2. Zeg "Adres".
Boven wordt het land aangegeven waarvoor adressen kunnen
worden opgegeven.
►Druk op het land, als uw adres van bestemming in een ander
land ligt. Volg daarna de instructies van het navigatiesysteem.
De adresgegevens worden in de volgorde Stad > Straat >
Huisnummer opgevraagd.
3. Volg de instructies van het navigatiesysteem.
Navigatie - 33 -
Gebruikershandboek NAVIGON 8410
Als het opgeven van het adres is beëindigd, gaat de kaart open in
de modus Preview. De bestemming wordt op de kaart
weergegeven.
Bijzondere bestemming in de buurt opgeven
2. Zeg "POI in de omgeving".
3. Zeg welke categorie bijzondere bestemmingen u wilt (bijv. "Hotel").
Een lijst met hotels in de buurt wordt geopend.
4. Zeg het cijfer van het hotel waarheen u wilt navigeren.
Zeg "Omhoog" of "Omlaag", om in de lijst te bladeren.
Als u een bestemming heeft gekozen, wordt de kaart in de modus
Preview geopend. De bestemming wordt op de kaart weergegeven.
Een favoriet of een adres uit het telefoonboek opgeven
2. Zeg "Mijn bestemmingen".
3. Een lijst wordt geopend. Deze bevat de bestemmingen van de lijst
F
AVORIETEN, bestemmingen die uit Outlook werden geïmporteerd
en bestemmingen uit het telefoonboek van een verbonden mobiele
telefoon.
4. Zeg het cijfer van de bestemming waarheen u wilt navigeren.
Zeg "Omhoog" of "Omlaag", om in de lijst te bladeren.
Als u een bestemming heeft gekozen, wordt de kaart in de modus
Preview geopend. De bestemming wordt op de kaart weergegeven.
Informatie over de start van de navigatie vindt u in het hoofdstuk
Routepreview" op pagina 43. Lees daar a.u.b. verder.
"
Opmerking: De functie Spraakbesturing is niet voor elke taal
beschikbaar. In de talen waarin deze functie niet beschikbaar is, wordt
de knop Spraakbesturing
vervangen door de knop Kaart weergeven.
7.2.5 Bijzondere bestemming
Bijzondere bestemmingen, ook kortweg POI (Point Of Interest)
genoemd, zijn handige adressen die volgens bepaalde criteria zijn
geordend.
Tot de bijzondere bestemmingen behoren lucht- en veerboothavens,
restaurants, hotels, tankstations, openbare voorzieningen, artsen,
ziekenhuizen, winkelcentra en andere.
Bijzondere bestemmingen kunnen door een symbool op de kaart
worden weergegeven. Druk in het venster N
Instellingen
> Weergave van kaart > Getoonde categorieën om in te
stellen welke categorieën op de kaart worden weergegeven.
- 34 - Navigatie
AVIGATIE op Opties >
Gebruikershandboek NAVIGON 8410
Bijzondere bestemming in de buurt
Bijzondere bestemmingen in de buurt zijn bijzondere bestemmingen die
zich in een bepaalde omtrek van uw actuele locatie bevinden. U kunt zo
bijv. altijd gemakkelijk het volgende tankstation vinden, waar u zich ook
bevindt.
Opmerking: De GPS-ontvangst moet voldoende zijn voor de
positiebepaling. Voldoende GPS-ontvangst herkent u aan het symbool
(GPS gereed).
Meer informatie vindt u in het hoofdstuk "
ontvanger" op pagina
29.
Opmerking: In de snelle toegang staan 3 categorieën bijzondere
bestemmingen uit de actuele omgeving ter beschikking, waarheen snel
en zonder verdere invoer kan worden gezocht.
Meer informatie vindt u in het hoofdstuk "
de snelle toegang" op pagina
1. Druk in het venster NAVIGATIE op Nieuwe bestemming > POI
38.
zoeken > in de omgeving.
Het venster POI
IN DE OMGEVING wordt geopend.
2. Geef op uit welke categorie u een bijzondere bestemming wilt
zoeken. Categorieën waaruit in uw omgeving geen bestemming
aanwezig zijn, kunt u niet opgeven.
Wanneer er voor de gekozen categorie subcategorieën zijn, wordt
de lijst Subcategorie
geopend.
3. Geef op uit welke subcategorie u een bijzondere bestemming wilt
zoeken.
De lijst Bestemming
wordt geopend. Deze bevat, op afstand
gesorteerd, de bijzondere bestemmingen van de opgegeven
categorie die het dichtst in de buurt liggen.
4. Als de lijst heel lang is:
Initialisatie van de GPS-
Bijzondere bestemmingen in
►Druk op (Lijst sluiten).
Het toetsenbord verschijnt.
► Voer enkele letters van de bestemming in.
► Druk op (Lijst openen).
De lijst bevat alleen nog de bestemmingen die beginnen met de
ingevoerde letters.
5. Druk op de naam van de bestemming.
Het venster D
Navigatie - 35 -
ETAILS BIJ BESTEMMING wordt geopend.
Gebruikershandboek NAVIGON 8410
Op de knop MyRoutes inschakelen staat of meerdere
routevoorstellen moeten worden berekend (Ja
►Druk op de knop MyRoutes inschakelen, om de instelling te
wijzigen.
6. Druk op Navigatie starten
.
- of -
Druk op Parkeren
, om een parkeerplaats in de buurt van uw
bestemming te zoeken en daarheen te navigeren.
De kaart gaat open in de modus Preview. De bestemming wordt op
de kaart weergegeven.
Informatie over de start van de navigatie vindt u in het hoofdstuk
Routepreview" op pagina 43. Lees daar a.u.b. verder.
"
Bijzondere bestemming van nationale betekenis
Bijzondere bestemmingen van nationale betekenis zijn luchthavens,
bezienswaardigheden en monumenten van nationale betekenis, grotere
havens e.d. Zo kunt u bijv. bekende bezienswaardigheden ook vinden,
wanneer u niet weet bij welke plaats deze horen.
1. Druk in het venster N
zoeken > in het hele land.
Het venster POI
2. Geef op uit welke categorie u een bijzondere bestemming wilt
zoeken.
De lijst Bestemming
bestemmingen van de opgegeven categorie in alfabetische
volgorde.
3. Als de lijst heel lang is:
AVIGATIE op Nieuwe bestemming > POI
IN HET HELE LAND wordt geopend.
wordt geopend. Deze bevat de bijzondere
) of niet (Nee).
►Druk op (Lijst sluiten).
Het toetsenbord verschijnt.
► Voer enkele letters van de bestemming in.
► Druk op (Lijst openen).
De lijst bevat alleen nog de bestemmingen die beginnen met de
ingevoerde letters of deze letters bevatten.
4. Druk op de naam van de bestemming.
Het venster D
Op de knop MyRoutes inschakelen
routevoorstellen moeten worden berekend (Ja
- 36 - Navigatie
ETAILS BIJ BESTEMMING wordt geopend.
staat of meerdere
) of niet (Nee).
Gebruikershandboek NAVIGON 8410
►Druk op de knop MyRoutes inschakelen, om de instelling te
wijzigen.
5. Druk op Navigatie starten
.
- of -
Druk op Parkeren
, om een parkeerplaats in de buurt van uw
bestemming te zoeken en daarheen te navigeren.
De kaart gaat open in de modus Preview. De bestemming wordt op
de kaart weergegeven.
Informatie over de start van de navigatie vindt u in het hoofdstuk
Routepreview" op pagina 43. Lees daar a.u.b. verder.
"
Bijzondere bestemming uit een bepaalde plaats
Bijzondere bestemmingen uit een bepaalde plaats kunnen bij de
navigatie naar een vreemde stad handig zijn.
1. Druk in het venster N
zoeken > in een plaats.
Het venster POI
2. Voer de naam of de postcode van de plaats van bestemming in.
3. Geef op uit welke categorie u een bijzondere bestemming wilt
zoeken. Categorieën waaruit in de opgegeven stad geen
bestemmingen aanwezig zijn, kunt u niet opgeven.
Wanneer er voor de gekozen categorie subcategorieën zijn, wordt
de lijst Subcategorie
4. Geef op uit welke subcategorie u een bijzondere bestemming wilt
zoeken.
De lijst Bestemming
gesorteerd, bijzondere bestemmingen van de opgegeven categorie.
5. Als de lijst heel lang is:
AVIGATIE op Nieuwe bestemming > POI
IN EEN PLAATS wordt geopend.
geopend.
wordt geopend. Deze bevat, alfabetisch
►Druk op (Lijst sluiten).
Het toetsenbord verschijnt.
► Voer enkele letters van de bestemming in.
► Druk op (Lijst openen).
De lijst bevat alleen nog de bestemmingen die beginnen met de
ingevoerde letters of deze letters bevatten.
6. Druk op de naam van de bestemming.
Het venster D
Op de knop MyRoutes inschakelen
routevoorstellen moeten worden berekend (Ja
Navigatie - 37 -
ETAILS BIJ BESTEMMING wordt geopend.
staat of meerdere
) of niet (Nee).
Gebruikershandboek NAVIGON 8410
►Druk op de knop MyRoutes inschakelen, om de instelling te
wijzigen.
Soms kan de bestemming niet duidelijk worden bepaald, omdat er
bijvoorbeeld in de opgegeven stad meerdere restaurants met
dezelfde naam zijn.
In dit geval wordt een venster geopend waarin alle bij uw invoer
passende bestemmingen met extra informatie worden getoond.
►Druk op de bestemming waarheen u wilt navigeren.
7. Druk op Navigatie starten
.
- of -
Druk op Parkeren
, om een parkeerplaats in de buurt van uw
bestemming te zoeken en daarheen te navigeren.
De kaart gaat open in de modus Preview. De bestemming wordt op
de kaart weergegeven.
Informatie over de start van de navigatie vindt u in het hoofdstuk
Routepreview" op pagina 43. Lees daar a.u.b. verder.
"
Bijzondere bestemmingen in de snelle toegang
In de snelle toegang staan 3 categorieën bijzondere bestemmingen ter
beschikking. Bestemmingen in uw buurt die met een van deze
categorieën overeenkomen, kunt u snel en zonder verdere invoer in
een lijst laten weergeven.
►Druk in het venster NAVIGATIE op Opties > Instellingen > Algemeen,
om in te stellen welke categorieën of subcategorieën in de snelle
toegang ter beschikking staan.
Opmerking: De categorieën voor de functie Snelle toegang zijn
dezelfde die ook voor de functie POI's op de route ter beschikking
staan. (Zie "
Opmerking: De GPS-ontvangst moet voldoende zijn voor de
positiebepaling. Voldoende GPS-ontvangst herkent u aan het symbool
Meer informatie vindt u in het hoofdstuk "
ontvanger" op pagina
1. Druk in het venster NAVIGATIE op Nieuwe bestemming.
2. Druk op de categorie waaruit u een bijzondere bestemming zoekt.
Opties van de kaart in de modus Navigatie", pagina 65)
(GPS gereed).
29.
Het menu N
In het bereik Snelle toegang
IEUWE BESTEMMING wordt geopend.
zijn pictogrammen van de categorieën
afgebeeld waarvan de bijzondere bestemmingen in de snelle
toegang ter beschikking staan.
Initialisatie van de GPS-
- 38 - Navigatie
Een lijst wordt geopend. Deze bevat, op afstand gesorteerd, de
bijzondere bestemmingen van de opgegeven categorie die het
dichtst in de buurt liggen.
3. Druk op de naam van de bestemming, om de navigatie daar
naartoe te starten.
De kaart gaat open in de modus Preview. De bestemming wordt op
de kaart weergegeven.
Informatie over de start van de navigatie vindt u in het hoofdstuk
Routepreview" op pagina 43. Lees daar a.u.b. verder.
"
7.2.6 Informatie over de bestemming
Over vele bestemmingen die u opgeeft, is meer informatie in de
database van het navigatiesysteem opgeslagen.
Bij vele restaurants is bijv. een telefoonnummer opgeslagen. U kunt dan
meteen daar bellen en bijv. een tafel reserveren.
Een van de hierboven beschreven vensters voor invoer van een
bestemming is geopend.
►Druk op Opties > Info.
Het venster I
alle informatie die in de database van het navigatiesysteem aanwezig is
over de opgegeven bestemming.
►Druk op Annuleren, om het venster INFORMATIE OVER BESTEMMING
weer te sluiten.
►Druk op (Op kaart tonen), om de bestemming op de kaart te
zien.
NFORMATIE OVER BESTEMMING wordt geopend. Het bevat
Gebruikershandboek NAVIGON 8410
►Druk op (Opbellen), om te bellen naar het opgegeven
nummer.
Opmerking: De functie Opbellen
is alleen beschikbaar, wanneer de
NAVIGON 8410 via Bluetooth met een mobiele telefoon is verbonden.
Meer informatie over het verbinden met een mobiele telefoon vindt u in
het hoofdstuk "
Verbinding met mobiele telefoon" op pagina 91.
7.2.7 Favorieten
Bestemmingen waar u steeds weer heen wilt rijden, kunt u opslaan in
AVORIETEN.
de lijst F
In de lijst F
opgeslagen.
Navigatie - 39 -
AVORIETEN kunnen maximaal 500 bestemmingen worden
Gebruikershandboek NAVIGON 8410
Informatie over het opslaan van een bestemming is te vinden in het
hoofdstuk "
1. Druk in het venster NAVIGATIE op Mijn bestemmingen > Favorieten.
Bestemming opslaan" op pagina 45.
2. Druk op de bestemming waarheen u wilt navigeren.
Het venster D
ETAILS BIJ BESTEMMING wordt geopend.
Op de knop MyRoutes inschakelen
routevoorstellen moeten worden berekend (Ja
►Druk op de knop MyRoutes inschakelen, om de instelling te
wijzigen.
3. Druk op Navigatie starten
.
- of -
Druk op Parkeren
, om een parkeerplaats in de buurt van uw
bestemming te zoeken en daarheen te navigeren.
De kaart gaat open in de modus Preview. De bestemming wordt op
de kaart weergegeven.
Informatie over de start van de navigatie vindt u in het hoofdstuk
Routepreview" op pagina 43. Lees daar a.u.b. verder.
"
Opmerking: Favorieten worden op de kaart door een klein vlaggetje
met hun naam weergegeven.
7.2.8 Laatste bestemmingen
NAVIGON 8410 slaat de laatste 12 bestemmingen waarheen u een
navigatie heeft gestart, op in de lijst L
1. Druk in het venster N
bestemmingen.
2. Druk op de bestemming waarheen u wilt navigeren.
Het venster D
Op de knop MyRoutes inschakelen
routevoorstellen moeten worden berekend (Ja
►Druk op de knop MyRoutes inschakelen, om de instelling te
wijzigen.
3. Druk op Navigatie starten
- of -
Druk op Parkeren
bestemming te zoeken en daarheen te navigeren.
De kaart gaat open in de modus Preview. De bestemming wordt op
de kaart weergegeven.
AVIGATIE op Mijn bestemmingen > Laatste
ETAILS BIJ BESTEMMING wordt geopend.
.
, om een parkeerplaats in de buurt van uw
staat of meerdere
) of niet (Nee).
AATSTE BESTEMMINGEN.
staat of meerdere
) of niet (Nee).
- 40 - Navigatie
Gebruikershandboek NAVIGON 8410
Informatie over de start van de navigatie vindt u in het hoofdstuk
Routepreview" op pagina 43. Lees daar a.u.b. verder.
"
7.2.9 Geïmporteerde adressen: Outlook / internet
Met de software NAVIGON Sync kunt u contactadressen die u in
Microsoft Outlook op uw computer heeft opgeslagen, naar uw
navigatiesysteem exporteren.
Bovendien kunt u vanuit veel routeplanners op het internet het
ingevoerde adres van de bestemming direct naar uw navigatiesysteem
kopiëren. Deze functie is op de betreffende internetpagina duidelijk te
zien, als zij door deze pagina wordt aangeboden.
Opmerking:NAVIGON Sync kunt u met NAVIGON Suite op uw PC
installeren (zie "
onze website
Contacten waarvoor meerdere adressen zijn opgeslagen, verschijnen
met elk adres een keer in de lijst G
1. Druk in het venster N
Geïmporteerde adressen
2. Druk op het adres waarheen u wilt navigeren.
Het venster D
Op de knop MyRoutes inschakelen
routevoorstellen moeten worden berekend (Ja
►Druk op de knop MyRoutes inschakelen, om de instelling te
3. Druk op Navigatie starten
- of -
Druk op Parkeren
bestemming te zoeken en daarheen te navigeren.
De kaart gaat open in de modus Preview. De bestemming wordt op
de kaart weergegeven.
NAVIGON Suite", pagina 9) of gratis downloaden van
www.navigon.com.
EÏMPORTEERDE ADRESSEN.
AVIGATIE op Mijn bestemmingen >
> Outlook / internet.
ETAILS BIJ BESTEMMING wordt geopend.
staat of meerdere
) of niet (Nee).
wijzigen.
.
, om een parkeerplaats in de buurt van uw
Informatie over de start van de navigatie vindt u in het hoofdstuk
Routepreview" op pagina 43. Lees daar a.u.b. verder.
"
7.2.10 Geïmporteerde adressen uit het telefoonboek
In de NAVIGON 8410 kunt u het telefoonboek van een via Bluetooth
verbonden mobiele telefoon importeren. Adressen uit het telefoonboek
vindt u in de lijst G
1. Druk in het venster N
Geïmporteerde adressen
Navigatie - 41 -
EÏMPORTEERDE ADRESSEN UIT HET TELEFOONBOEK.
AVIGATIE op Mijn bestemmingen >
> Uit het telefoonboek.
Gebruikershandboek NAVIGON 8410
2. Selecteer het gewenste contact uit het telefoonboek.
3. Druk op het adres waarheen u wilt navigeren.
Het venster D
ETAILS BIJ BESTEMMING wordt geopend.
Op de knop MyRoutes inschakelen
routevoorstellen moeten worden berekend (Ja
►Druk op de knop MyRoutes inschakelen, om de instelling te
wijzigen.
4. Druk op Navigatie starten
- of -
Druk op Parkeren
, om een parkeerplaats in de buurt van uw
bestemming te zoeken.
De kaart gaat open in de modus Preview. De bestemming wordt op
de kaart weergegeven.
Informatie over de start van de navigatie vindt u in het hoofdstuk
Routepreview" op pagina 43. Lees daar a.u.b. verder.
"
7.2.11 Naar huis navigeren
In de NAVIGON 8410 kunt u een adres als thuisadres opslaan. De
navigatie daar naartoe kan dan op elk moment door bedienen van één
enkele knop worden gestart.
staat of meerdere
) of niet (Nee).
.
Meer informatie over het opslaan van het thuisadres vindt u in het
hoofdstuk "
►Druk in het venster NAVIGATIE op Naar huis.
Thuisadres vastleggen" op pagina 45.
Wanneer u uw adres nog niet heeft opgegeven, wordt u in een
dialoogvenster daarop gewezen.
De navigatie start. Hetzelfde routeprofiel als bij de laatste navigatie is
van toepassing.
7.2.12 Bestemming op de kaart bepalen
U kunt de bestemming voor een navigatie direct op de kaart bepalen.
Naast de plaatsen en straten kunt u zo ook bijzondere bestemmingen
snel kiezen.
1. Druk in het venster N
Opmerking: Als voor de taal van het gebruikersoppervlak
spraakbesturing niet mogelijk is, bevindt de knop Kaart weergeven
direct op het venster N
2. Druk op (Bestemming zoeken)
De kaart gaat open in de modus Bestemming zoeken.
- 42 - Navigatie
AVIGATIE op > Opties > Kaart weergeven.
zich
AVIGATIE.
Gebruikershandboek NAVIGON 8410
3. Druk op het punt waarheen u wilt navigeren.
Opmerking: Hoe u het weergegeven kaartfragment zo verandert dat uw
bestemming daarop goed zichtbaar is, kunt u nalezen in het hoofdstuk
"
Kaart in de modus Bestemming zoeken" op pagina 66.
Het punt van bestemming waarop u heeft gedrukt, verschijnt onder
het dradenkruis.
In het onderste derde deel van het beeldscherm verschijnen de
geografische coördinaten van het punt van bestemming en het
betreffende adres.
4. Druk op
Het venster B
(OK).
ESTEMMING OP DE KAART wordt geopend. In de linker
bovenhoek staan de gedetailleerde adresgegevens van het
gekozen punt van bestemming.
5. Druk op Daarheen navigeren
De kaart gaat open in de modus Preview. De bestemming wordt op
de kaart weergegeven.
Informatie over de start van de navigatie vindt u in het hoofdstuk
Routepreview" op pagina 43. Lees daar a.u.b. verder.
"
7.2.13 Routepreview
De kaart is geopend in de modus Preview.
De navigatiebestemming is door een klein vlaggetje weergegeven.
Meer informatie vindt u in het hoofdstuk "
pagina
56.
Routeprofiel
Aan de berekening van de route ligt een routeprofiel ten grondslag. Het
actuele routeprofiel wordt rechtsboven aan de rand van de kaart
weergegeven.
Routeprofielen houden rekening met karakteristieken eigenschappen
en bijzonderheden van de verschillende manieren van voortbeweging.
Een routeprofiel voor fietsen zal bijv. geen autosnelwegen bij de
routeberekening betrekken, in plaats daarvan echter wel wegen die
voor andere voertuigen zijn verboden. Bovendien worden met een
fietsprofiel andere aankomsttijden berekend dan bijv. met een motor.
Opmerking: Als u een voetgangersprofiel kiest, wordt een speciaal voor
voetgangers ontwikkelde manier van navigatie gestart. (Zie "
de modus Voetganger", pagina
.
Kaart in de modus Preview",
Navigatie in
62)
Navigatie - 43 -
Gebruikershandboek NAVIGON 8410
►Druk op de knop Routeprofiel, als u een ander routeprofiel wilt
kiezen.
Informatie over het aanmaken en kiezen van routeprofielen vindt u in
het hoofdstuk "
Routeprofielen" op pagina 68.
Routebeschrijving
►Als u een gedetailleerde routebeschrijving wilt zien, druk dan op
Opties
> Routebeschrijving.
Informatie over de functionaliteit van het venster R
vindt u in het hoofdstuk "
Routebeschrijving" op pagina 77.
OUTEBESCHRIJVING
MyRoutes
Als de functie MyRoutes is geactiveerd, berekent het navigatiesysteem
op basis van het actueel ingestelde routeprofiel tot max. drie routes en
geeft deze in verschillende kleuren (oranje, groen, blauw) en met een
nummer op de kaart aan. Bij elke route is er een knop met hetzelfde
nummer en een symbool in dezelfde kleur.
Bij de bepaling van de aankomsttijd of de rijduur houdt het
navigatiesysteem rekening met andere factoren zoals bijv. dag van de
week, tijdstip of verkeersinformatie.
De route die het beste beantwoordt aan het gekozen routeprofiel, wordt
met de tekst "MyRoute" gemarkeerd.
Opmerking: Ook als de functie MyRoutes is geactiveerd, kan soms
voor een route geen of alleen een andere route worden berekend. Op
de betreffende knop wordt dan Geen verder voorstel
weergegeven.
Navigatie starten
►Druk op de knop van de route die u voor de navigatie wilt
gebruiken.
Als u een route kiest waarvoor verkeersbelemmeringen zijn gemeld,
wordt mogelijk vóór de start van de navigatie het venster P
geopend. (Zie "
►Kies of u de oorspronkelijke route (Actuele route) of een omleiding
(Alternatieve route
Geen GPS-ontvangst
Wanneer onvoldoende GPS-signaal wordt ontvangen verschijnt de
volgende melding: "Momenteel staat geen GPS-signaal ter beschikking.
De navigatie wordt automatisch gestart, zodra de GPS-ontvangst
voldoende is."
Preview TMC", pagina 79)
) wilt gebruiken.
REVIEW TMC
- 44 - Navigatie
Gebruikershandboek NAVIGON 8410
U heeft de volgende mogelijkheden:
►Wacht. Zodra de GPS-ontvangst voldoende is voor de
positiebepaling, wordt de route berekend en de navigatie begint.
►Druk op Annuleren. Het venster waarin u uw bestemming had
opgegeven, wordt weer geopend. Uw bestemming is opgeslagen in
de lijst L
AATSTE BESTEMMINGEN.
►Druk op Demo. De route wordt met het centrum van de plaats van
bestemming als uitgangspunt berekend. Vervolgens wordt de
navigatie op deze route gesimuleerd.
Druk op
(Terug), om de demonstratie te beëindigen.
Opmerking: Als u de bestemming op de kaart had gekozen, is de knop
niet beschikbaar.
Demo
7.3 Bestemmingen beheren
Elke bestemming die u opgeeft en de bestemmingen uit de lijsten
L
AATSTE BESTEMMINGEN en GEÏMPORTEERDE ADRESSEN kunt u opslaan
in de lijst F
bestemming gaat.
Opmerking: Favorieten worden op de kaart door een klein vlaggetje
met hun naam weergegeven.
7.3.1 Bestemming opslaan
1. Geef een bestemming op. (zie "Adres van de bestemming
2. Druk op Opties
1. Kies een bestemming uit de lijst L
2. Druk op Opties
3. Voer een naam voor de bestemming in.
4. Druk op Opslaan
AVORIETEN. Dat is vooral zinvol wanneer u vaker naar deze
invoeren", pagina
niet op de knop Navigatie starten
40 of "Geïmporteerde adressen: Outlook / internet",
pagina
pagina
41). Druk niet op de knop Navigatie starten!
AATSTE BESTEMMINGEN of uit de
> Als favoriet opslaan.
.
7.3.2 Thuisadres vastleggen
U kunt dan de navigatie naar uw thuisadres altijd zeer snel starten door
in het venster N
Navigatie - 45 -
AVIGATIE op Naar huis te drukken.
Gebruikershandboek NAVIGON 8410
Precies één bestemming kunt u als thuisadres vastleggen. Deze
bestemming wordt opgeslagen in de lijst F
Ga hiervoor als volgt te werk:
1. Druk in het venster N
invoeren.
Het venster A
DRES wordt geopend.
2. Voer uw thuisadres in.
3. Druk op Opties
> Bestemming opslaan.
4. Voer een naam in voor het adres. (bijv. "Thuisadres")
Uw thuisadres is nu opgeslagen in de lijst F
5. Druk op
Het venster N
AVIGATIE wordt geopend.
6. Druk op Mijn bestemmingen
7. Kies uit de lijst F
thuisadres wilt vastleggen. (Zie ook "
8. Druk op Opties
> Thuisadres.
De gekozen bestemming is nu als thuisadres opgeslagen. In de lijst
F
AVORIETEN is het thuisadres door een huisje kenbaar gemaakt.
Opmerking: Het thuisadres wordt ook op de kaart weergegeven met
een huisje.
Thuisadres wijzigen
U kunt op elk moment een ander adres als thuisadres vastleggen. Ga
hiervoor te werk zoals hierboven beschreven.
AVORIETEN.
AVIGATIE op Nieuwe bestemming > Adres
AVORIETEN.
(Terug).
> Favorieten.
AVORIETEN de bestemming die u als nieuw
Favorieten", pagina 39)
7.4 Routes met etappes of tracks
U kunt de routeplanning ook uitvoeren, wanneer u geen GPS-ontvangst
heeft, bijvoorbeeld comfortabel thuis. Aangemaakte routes kunt u
opslaan om ze opnieuw te gebruiken en zo een willekeurig aantal
routes plannen, bijvoorbeeld voor uw vakantie.
1. Druk in het venster N
De lijst met opties wordt geopend.
2. Druk op de optie Routes en tracks
Het venster R
7.4.1 Het startpunt opgeven
Het startpunt van een route is het punt waarop u met de rit wilt
beginnen. Dat hoeft niet altijd de actuele locatie te zijn: wanneer u al
- 46 - Navigatie
AVIGATIE op Opties.
.
OUTES EN TRACKS wordt geopend.
Gebruikershandboek NAVIGON 8410
thuis een route voor een dagtocht op uw vakantiebestemming plant,
kunt u bijv. uw hotel als startpunt van de route opgeven.
Het startpunt is alleen belangrijk, wanneer u een geplande route op de
kaart wilt zien, maar momenteel geen GPS-ontvangst heeft of zich niet
op het geplande startpunt bevindt. Het startpunt dat u opgeeft, heeft
daarom ook het volgnummer "0".
Zodra u een navigatie start, wordt voor de routeberekening uw huidige
locatie als startpunt gebruikt.
De eerste etappe is dus de rit naar het routepunt met het volgnummer
"1".
1. Druk op het veld Startpunt vastleggen
Het menu S
TARTPUNT wordt geopend.
.
Wanneer u uw actuele locatie als startpunt wilt opgeven:
2. Druk op het menupunt Actuele locatie
.
Wanneer u een ander startpunt wilt opgeven:
2. Druk op de betreffende knop.
3. Geef het startpunt op. (zie het betreffende deel van het hoofdstuk
"
Bestemming opgeven", pagina 30)
4. Druk op Startpunt instellen
Het gekozen startpunt wordt nu naast de knop 0
.
(Startpunt)
weergegeven.
Startpunt wijzigen
►Druk op het startpunt (knop 0).
Het menu S
opgeven. Ga te werk zoals hierboven beschreven.
TARTPUNT wordt geopend. U kunt nu een ander startpunt
7.4.2 Routepunten opgeven
De routepunten van een route zijn de bestemmingen waarheen u wilt
navigeren.
Vóór elk routepunt is het volgnummer ervan op een knop zichtbaar.
1. Druk op het veld Routepunt toevoegen
Het menu R
OUTEPUNT wordt geopend.
2. Druk op de knop voor de gewenste manier om de bestemming op
te geven.
3. Geef het routepunt op. (zie het betreffende deel van het hoofdstuk
"
Bestemming opgeven", pagina 30)
4. Druk op Toevoegen
.
Het gekozen routepunt is nu naast zijn volgnummer te zien.
Navigatie - 47 -
.
Gebruikershandboek NAVIGON 8410
Herhaal deze stappen voor elke verdere bestemming die u aan de route
wilt toevoegen.
7.4.3 Routepunten bewerken
Routepunten kunnen uit een route worden gewist. De volgorde van de
routepunten kan naar believen worden veranderd.
Opmerking: Het startpunt (volgnummer "0") kunt u noch verschuiven
noch wissen. U kunt echter een ander routepunt tot startpunt maken,
wanneer voor het startpunt niet de instelling Actuele locatie
gekozen.
►Druk op het routepunt dat u wilt bewerken.
Het contextmenu bevat de volgende knoppen:
werd
Routepunt naar voren
(Voorbeeld: routepunt 2 wordt routepunt 1)
Routepunt naar achter
achter. (Voorbeeld: routepunt 2 wordt routepunt 3)
: wist het geselecteerde routepunt. Een dialoogvenster vraagt u
Wissen
om het wissen te bevestigen.
: schuift het gekozen routepunt verder naar voren.
: schuift het gekozen routepunt verder naar
7.4.4 Routes beheren
Elke geplande route kunt u onder een bepaalde naam opslaan.
Opmerking: Alleen het startpunt en de routepunten worden
opgeslagen, maar niet de berekende route. Wanneer u een opgeslagen
route laadt, moet deze vóór de navigatie opnieuw worden berekend.
Opgeslagen routes kunt u laden, een nieuwe naam geven of wissen.
Route opslaan
Het venster ROUTES EN TRACKS is geopend. U heeft het startpunt en ten
minste één routepunt opgegeven.
1. Druk op Opties
> Route opslaan.
2. Voer een naam in voor de route.
3. Druk op Opslaan
.
De bestemming is nu opgenomen in de lijst O
EN TRACKS
. Het dialoogvenster wordt gesloten.
7.4.5 Route of track laden
1. Druk op Opties > Opgeslagen routes en tracks.
PGESLAGEN ROUTES
- 48 - Navigatie
De lijst OPGESLAGEN ROUTES EN TRACKS wordt geopend. Daarin
worden alle opgeslagen routes en tracks in alfabetische volgorde
weergegeven.
Een pictogram voor de naam geeft aan of het om een route (
of om een track (
Als u een route wilt laden:
2. Druk op de route die u wilt laden.
3. Druk op Route laden
Het venster R
OUTES EN TRACKS wordt geopend. Het startpunt en de
routepunten van de geladen route zijn genoteerd. Bij de
routeberekening wordt het startpunt vervangen door de actuele
positie. De navigatie gaat dan naar het eerste routepunt.
Als u een track wilt laden:
2. Druk op de track die u wilt laden.
3. Druk op Track laden
Het venster R
OUTES EN TRACKS wordt geopend. Als startpunt is de
actuele locatie genoteerd. De geladen track is als routepunt 1
genoteerd. De navigatie gaat dan eerst naar het startpunt van de
track.
Gebruikershandboek NAVIGON 8410
)
) gaat.
.
.
Informatie over de navigatie langs geregistreerde tracks vindt u in het
hoofdstuk "
Navigatie in de modus Track" op pagina 64.
7.4.6 Route berekenen en weergeven
Een geplande route kan ook zonder GPS-ontvangst berekend en op de
kaart weergegeven worden, zodat u een overzicht kunt krijgen over het
traject.
Het venster R
OUTES EN TRACKS is geopend. Het startpunt en ten minste
één routepunt zijn genoteerd.
►Druk op Route weergeven.
De kaart gaat open in de modus Preview.
Het startpunt en de routepunten zijn door kleine vlaggetjes
gemarkeerd. Voor elke etappe zijn de afstand en de vermoedelijke
rijduur aangegeven.
7.4.7 Route simuleren
U kunt de navigatie op een geplande route ook alleen simuleren.
Navigatie - 49 -
Gebruikershandboek NAVIGON 8410
Opmerking: Voor een simulatie heeft u geen GPS-ontvangst nodig.
Als u een route met meerdere etappes heeft gepland, wordt alleen de
eerste etappe gesimuleerd.
U heeft een route laten berekenen en weergeven.
1. Druk op Opties
►Als een route met slechts één routepunt heeft gepland en de
> Simulatie.
functie MyRoutes is geactiveerd, dan wordt u gevraagd een
route voor de simulatie te kiezen.
De route wordt voor de simulatie opnieuw berekend.
2. Druk op de knop van de route waarop u de navigatie wilt simuleren.
Meer informatie over de functie MyRoutes vindt u in het hoofdstuk
MyRoutes" op pagina 51.
"
Simulatie beëindigen
De simulatie kan te allen tijde worden beëindigd.
►Druk op (Terug).
Het venster R
OUTES EN TRACKS wordt geopend.
7.4.8 Routepreview
U heeft een route laten berekenen en weergeven. De kaart is geopend
in de modus Preview.
Routeprofiel
Routeprofielen houden rekening met karakteristieken eigenschappen
en bijzonderheden van de verschillende manieren van voortbeweging.
Een routeprofiel voor fietsen zal bijv. geen autosnelwegen bij de
routeberekening betrekken, in plaats daarvan echter wel wegen die
voor andere voertuigen zijn verboden. Bovendien worden met een
fietsprofiel andere aankomsttijden berekend dan bijv. met een motor.
Opmerking: Als u een voetgangersprofiel kiest, wordt een speciaal voor
voetgangers ontwikkelde manier van navigatie gestart. (Zie "
de modus Voetganger", pagina
►Druk op de knop Routeprofiel, als u een ander routeprofiel wilt
kiezen.
62)
Navigatie in
Informatie over het aanmaken en kiezen van routeprofielen vindt u in
het hoofdstuk "
- 50 - Navigatie
Routeprofielen" op pagina 68.
Gebruikershandboek NAVIGON 8410
Opmerking: Als u routes laadt die van een andere aanbieder dan
NAVIGON stammen, kunt u het routeprofiel van deze route
mogelijkerwijs niet wijzigen.
Routebeschrijving
Als u een gedetailleerde routebeschrijving wilt zien, druk dan op
Opties
> Routebeschrijving.
Informatie over de functionaliteit van het venster R
vindt u in het hoofdstuk "
Routebeschrijving" op pagina 77.
OUTEBESCHRIJVING
MyRoutes
Als de functie MyRoutes is geactiveerd, berekent het navigatiesysteem
op basis van het actueel ingestelde routeprofiel tot max. drie routes en
geeft deze in verschillende kleuren (oranje, groen, blauw) en met een
nummer op de kaart aan. Bij elke route is er een knop met hetzelfde
nummer en een symbool in dezelfde kleur.
Bij de bepaling van de aankomsttijd of de rijduur houdt het
navigatiesysteem rekening met andere factoren zoals bijv. dag van de
week en tijdstip.
De route die het beste beantwoordt aan het gekozen routeprofiel, wordt
met de tekst "MyRoute" gemarkeerd.
Opmerking: De functie MyRoutes kan alleen worden gebruikt voor
routes met maar één routepunt. Bij routes met twee of meer
routepunten wordt maar één route berekend en weergegeven,
onafhankelijk van het feit of u de functie heeft geactiveerd of niet.
Opmerking: Ook als de functie MyRoutes is geactiveerd, kan soms
voor een route geen of alleen een andere route worden berekend. Op
de betreffende knop wordt dan Geen verder voorstel
weergegeven.
Navigatie starten
►Druk op de knop van de route die u voor de navigatie wilt
gebruiken.
Als u een route kiest waarvoor verkeersbelemmeringen zijn gemeld,
wordt mogelijk vóór de start van de navigatie het venster P
geopend. (Zie "
►Kies of u de oorspronkelijke route (Actuele route) of een omleiding
(Alternatieve route
Preview TMC", pagina 79)
) wilt gebruiken.
REVIEW TMC
Navigatie - 51 -
Gebruikershandboek NAVIGON 8410
Geen GPS-ontvangst
Wanneer onvoldoende GPS-signaal wordt ontvangen verschijnt de
volgende melding: "Momenteel staat geen GPS-signaal ter beschikking.
De navigatie wordt automatisch gestart, zodra de GPS-ontvangst
voldoende is."
U heeft de volgende mogelijkheden:
►Wacht. Zodra de GPS-ontvangst voldoende is voor de
positiebepaling, wordt de route berekend en de navigatie begint.
►Druk op Annuleren. De kaart gaat open in de modus Preview.
8 Opties
In sommige vensters zijn er opties via welke u verdere functies kunt
bereiken.
► Druk op Opties, om de lijst met opties te openen.
► Druk op de optie die u wilt uitvoeren.
► Wanneer u de lijst met opties wilt sluiten zonder een optie uit te
voeren, dan drukt u weer op Opties
2D/3D
: Wisselt tussen 2D- en 3D-modus. Het pictogram geeft de momenteel
ingestelde modus weer.
.
Aan route toevoegen
routepunt toegevoegd. (Zie "
Alles wissen
AVORIETEN, afhankelijk van waar u de opties heeft geopend). De lijst is
F
: Opent de routeplanning. Het opgegeven adres wordt als
Routes met etappes of tracks", pagina 46)
: Wist alle bestemmingen van de lijst (LAATSTE BESTEMMINGEN of
daarna leeg. Een dialoogvenster vraagt u om het wissen te bevestigen.
Als favoriet opslaan
(Zie "
Bestemming opslaan
"
Bestemming opslaan", pagina 45)
Blokkade
: Opent een venster waarin u een voor u liggend deeltraject kunt
: Slaat de opgegeven bestemming in de lijst FAVORIETEN op.
Bestemming opslaan", pagina 45)
: Slaat het opgegeven adres in de lijst FAVORIETEN op. (Zie
blokkeren, om een route om dit traject heen te berekenen, omdat u bijv.
op de radio heeft gehoord van een file op dit deeltraject. (Zie
"
Blokkade", pagina 77)
Coördinaten invoeren
: Opent het venster COÖRDINATEN INVOEREN. Daar kunt u
de geografische coördinaten van uw bestemming opgeven. (Zie
"
Coördinaten invoeren", pagina 32)
Dag/Nacht
: Wisselt tussen de display-modi "Dag" en "Nacht". Het pictogram
geeft de momenteel ingestelde modus weer.
- 52 - Opties
Gebruikershandboek NAVIGON 8410
Fabrieksinstellingen: Zet alle instellingen weer terug naar de toestand bij
levering. Routes en opgeslagen bestemmingen worden gewist. De
software wordt opnieuw gestart en gedraagt zich als bij de eerste start
na aankoop (zie "
NAVIGON 8410 inschakelen", pagina 16).
GPS-status
: Opent het venster GPS-STATUS. Daar kunt u details over de GPS-
ontvangst bekijken. U kunt ook de gegevens van de actuele locatie
opslaan. (Zie "
Herbenoemen
GPS-status, actuele locatie opslaan", pagina 76)
: Opent een venster waarin u de naam voor de gekozen
bestemming of de gekozen route kunt wijzigen.
Instellingen
Kaart weergeven
: Opent het venster INSTELLINGEN. Daar kunt u het navigatiesysteem
configureren. (Zie "
NAVIGON 8410 configureren", pagina 103)
: Opent de kaart in de modus Standaard.
Als voor de actuele taal van het gebruikersoppervlak geen
spraakbesturing mogelijk is, vindt u deze optie als knop in het venster
N
AVIGATIE.
Locatie opslaan
: Opent het venster BESTEMMING OPSLAAN ALS.... Daar kunt u
uw actuele locatie onder een bepaalde naam in de lijst F
opslaan.
MyReport
: Opent het venster MYREPORT. Daar kunt u wijzigingen bij
verkeerscontrolesystemen en in de verkeersroutering bij NAVIGON
melden.
MyRoutes
: Opent de kaart in de modus Preview. U krijgt max. drie
verschillende voorstellen over hoe u uw rit kunt voortzetten. Selecteer
een van de aangeboden routes.
Nieuwe route
: Wist het startpunt en alle routepunten uit het venster ROUTES EN
, zodat u een nieuwe route kunt plannen.
TRACKS
Sla eventueel de voorheen geplande route op!
Noodhulp
: Opent een venster waarin u snel en ongecompliceerd adressen en
telefoonnummers van plaatsen in uw directe omgeving vindt die in
noodsituaties nuttig kunnen zijn. (Zie "
Noodhulp", pagina 75). Als het
navigatie-apparaat is verbonden met een mobiele telefoon, kunt u hier
direct beginnen met telefoneren.
AVORIETEN
Op kaart tonen
Opgeslagen routes en tracks
: Toont het opgegeven adres op de kaart.
: Opent een venster waarin u een opgeslagen
route of een track kunt laden.
Opties - 53 -
Gebruikershandboek NAVIGON 8410
Parkeren: Start de navigatie naar een parkeerplaats in de buurt van de
bestemming.
POI's op de route
: Opent een lijst met bijzondere bestemmingen die op uw
route liggen. Een hier weergegeven bestemming kunt u als
tussenbestemming selecteren en u kunt naar deze bestemming
navigeren.
Productinformatie
: Toont de versienummers en copyright-informatie van
hardware en software.
Registratie starten
track. (Zie "
Route opslaan
bepaalde naam kunt opslaan. (Zie "
Routebeschrijving
punten waar u moet afslaan. (Zie "
Routeprofiel
, Registratie stoppen: start of stopt de registratie van een
Tracks", pagina 72)
: Opent een venster waarin u de geplande route onder een
Route opslaan", pagina 48)
: Toont een gedetailleerde beschrijving van de route met alle
Routebeschrijving", pagina 77)
: Opent het venster ROUTEPROFIEL. Daar kunt u de opties voor de
routeberekening bekijken en eventueel wijzigen.
Routepunt overslaan
: Druk op deze knop, om het volgende routepunt over te
slaan. Deze knop is alleen actief, wanneer er nog minimaal 2
routepunten voor u liggen. (Zie "
pagina
46)
Routes en tracks
: Opent het venster ROUTES EN TRACKS. Daar kunt u routes
Routes met etappes of tracks",
plannen, geplande routes beheren en de navigatie op een geplande
route starten. (Zie "
Simulatie
: Simuleert een navigatie op de weergegeven route. Deze simulatie
Routes met etappes of tracks", pagina 46)
kunt u ook zonder GPS-ontvangst uitvoeren. Van routes met meerdere
etappes wordt alleen de eerste etappe gesimuleerd.
Thuisadres
: Slaat het gekozen adres op als uw thuisadres. U kunt dan de
navigatie naar deze bestemming altijd zeer snel starten door in het
venster N
Tussenbestemming
AVIGATIE op Naar huis te drukken.
: Stelt het gekozen punt als tussenbestemming in. De
navigatie gaat dan eerst naar deze tussenbestemming. Daarna kunt u
de navigatie naar uw oorspronkelijke bestemming voortzetten.
Verkeer
: Opent het venster VERKEERSBERICHTEN waarin aanwezige meldingen
in een lijst staan vermeld. (Zie "
- 54 - Opties
TMC (Verkeersberichten)", pagina 79)
Gebruikershandboek NAVIGON 8410
Wachtwoordbeveiliging: Opent een venster waarin de wachtwoordbeveiliging
kan worden geconfigureerd. (Zie "
: Wist de gekozen bestemming uit de lijst LAATSTE BESTEMMINGEN of
Wissen
F
AVORIETEN, of de gekozen route of de gekozen track uit de lijst
O
PGESLAGEN ROUTES EN TRACKS. Een dialoogvenster vraagt u om het
wissen te bevestigen.
Wachtwoordbeveiliging", pagina 18)
9 Werken met de kaart
9.1 Selecteren van de navigatiekaart
Voor elk land is er een eigen navigatiekaart. Een navigatie kan echter
naadloos over meerdere landen van een continent plaatsvinden, als op
de opgeslagen kaarten een doorlopende route kan worden berekend.
Ook als kaarten van landen van andere continenten op het navigatieapparaat beschikbaar zijn, kan de NAVIGON 8410 altijd alleen werken
met de kaarten van één continent.
Druk in het venster N
kaart, om te zien welke kaarten momenteel worden gebruikt. U kunt
daar ook een ander continent kiezen, als kaarten van landen van
andere continenten op het navigatie-apparaat ter beschikking staan.
9.2 Kaart in de modus Standaard
De kaart bevindt zich altijd in de modus Standaard, wanneer u niet
navigeert, geen route heeft berekend en geen bestemming op de kaart
zoekt.
Onder de volgende omstandigheden gaat de kaart vanzelf naar de
modus Standaard:
►U begint een rit, terwijl het venster NAVIGATIE is geopend. Het
wisselen gebeurt na korte tijd.
►U bereikt de bestemming van een navigatie in de modus Voertuig.
Zo opent u de kaart:
►Druk in het venster NAVIGATIE op Opties > Kaart weergeven.
Opmerking: Als voor de taal van het gebruikersoppervlak
spraakbesturing niet mogelijk is, bevindt de knop Kaart weergeven
direct op het venster N
Opmerking: Wanneer de GPS-ontvangst niet voldoende is om uw
locatie te bepalen, wordt de kaart in de modus Bestemming zoeken
geopend.
AVIGATIE op Opties > Instellingen > Weergave van
AVIGATIE.
zich
Werken met de kaart - 55 -
Gebruikershandboek NAVIGON 8410
Typisch voor dit aanzicht zijn de volgende eigenschappen:
►In het midden van het onderste derde deel wordt uw actuele positie
weergegeven (oranje pijl). Het weergegeven kaartfragment past
zich aan uw bewegingen aan, zodat uw positie altijd op het
beeldscherm te zien is.
►De schaal van de kaart verandert afhankelijk van uw snelheid.
Opties van de kaart in de modus Standaard
►Druk op Opties. Een venster met meerdere knoppen wordt
geopend.
De belangrijkste functies voor de navigatie zijn bereikbaar via de
knoppen met pictogrammen.
U treft verdere functies aan, wanneer u op een van de knoppen
Bestemming
, Route, Diensten of Algemeen drukt.
Een beschrijving van alle beschikbare opties vindt u in het hoofdstuk
Opties" op pagina 52.
"
9.3 Kaart in de modus Preview
U heeft een bestemming opgegeven en op Navigatie starten gedrukt.
- of -
U heeft een route gepland of geladen en op Route weergeven
De kaart gaat open in de modus Preview.
- 56 - Werken met de kaart
gedrukt.
Gebruikershandboek NAVIGON 8410
5 De bestemming is gemarkeerd door een klein vlaggetje.
Wanneer u een geplande of geladen route laat weergeven, zijn het
startpunt en elk routepunt met een vlaggetje gemarkeerd.
Bij een route met meerdere etappes worden voor iedere etappe het
rijtraject en de vermoedelijke rijduur getoond.
►Druk op de knop (Routeprofiel) (zie afb., punt 3), om een
ander routeprofiel te kiezen.
►Om de navigatie te starten, drukt u op de knop van de route (zie
afb., punt
4) die u voor de navigatie wilt gebruiken.
Wanneer u een geplande of geladen route laat weergeven, wordt
evt. de route opnieuw berekend. Als startpunt wordt nu uw actuele
locatie in de berekening opgenomen. De navigatie gaat eerst naar
het eerste opgegeven routepunt.
►Druk op Opties > Routebeschrijving, om een gedetailleerde
routebeschrijving te zien. (zie "
►Druk op (Bestemming zoeken), om de kaart in de modus
Bestemming zoeken te zien. (zie "
zoeken", pagina
66)
Routebeschrijving", pagina 77)
Kaart in de modus Bestemming
9.4 Kaart in de modus Navigatie
Op welke manier u naar uw bestemming wordt geleid, is afhankelijk van
verschillende factoren (gekozen routeprofiel, huidige locatie, soort
routeplanning enz.). Uw navigatiesysteem kiest automatisch de
optimale manier van navigatie.
9.4.1 Navigatie in de modus Voertuig
Nadat de route op de kaart in de modus Preview was te zien, werd de
navigatie gestart.
De kaart gaat open in de modus Navigatie.
1 Hier wordt aangegeven welke bewegwijzering u moet volgen.
- 58 - Werken met de kaart
Gebruikershandboek NAVIGON 8410
2 Hier worden evt. geldende maximumsnelheden of andere
waarschuwings- of verbodsborden weergegeven (zie ook
"
Waarschuwing voor bochten", pagina 75).
3 De route is in oranje kleur gemarkeerd.
4 In het kleine pijlveld wordt bij kort achter elkaar uit te voeren acties de
tweede daarop volgende actie weergegeven.
5 Het grote pijlveld laat een schematische weergave zien van de
volgende kruising waar u moet afslaan. Daaronder is de afstand tot
deze kruising aangegeven.
Wanneer u de kruising nadert, verschijnt behalve de afstandsinformatie
ook een puntweergave:
Hoe meer gele punten worden weergegeven, des te dichter bent u bij
de kruising.
Wanneer u lang niet hoeft af te buigen, verschijnt alleen een pijl voor
rechtdoor met afstandsinformatie eronder, die aangeeft hoe ver u de
betreffende weg moet volgen.
►Druk op het grote pijlveld, om een actuele rij-instructie te horen.
6 Wanneer een verkeersbelemmering op uw route is gemeld, verschijnt
het veld Verkeersberichten.
Wanneer op het veld Verkeersberichten afstandsinformatie wordt
getoond, is nog geen omleidingsroute berekend rond de betreffende
verkeersbelemmering.
►Druk op het veld Verkeersberichten, om het venster PREVIEW TMC
te openen. Het toont een kaartfragment met het deeltraject waarop
de melding betrekking heeft, alsmede een mogelijke omleiding.
Wanneer geen afstandsinformatie te zien is, dan worden alle
belemmeringen ontweken die op uw route gemeld zijn en tot tijdverlies
leiden.
►Druk op het veld Verkeersberichten, om het venster
V
ERKEERSBERICHTEN te openen. (Zie "Verkeersinformatie
weergeven", pagina
80)
Opmerking: De berekening van omleidingsroutes rond gemelde
verkeersbelemmeringen kan automatisch worden uitgevoerd. (Zie
"
Instellingen TMC", pagina 82)
7 De knop Parkeren verschijnt, wanneer u bijna op uw bestemming bent.
Als u op dit veld drukt, heeft u twee mogelijkheden:
►U kunt een parkeerplaats kiezen van waaruit u dan te voet verder
wilt gaan.
Werken met de kaart - 59 -
Gebruikershandboek NAVIGON 8410
►Als u uw voertuig al heeft geparkeerd, kunt u de actuele positie
opslaan en de navigatie te voet voortzetten.
Een beschrijving van de functie Parkeren
"
Parkeren in de buurt van de bestemming" op pagina 73.
8 Voor vele kruisingen wordt de informatie uit de punten 9 en 10
vindt u in het hoofdstuk
verborgen. In plaats daarvan wordt getoond welke rijbanen naar uw
bestemming leiden.
►Druk op het veld om de rijbaaninformatie te verbergen.
9 Hier worden de hoogte boven het normaal nulpunt en de actuele
snelheid weergegeven.
10 In het veld Totaal ziet u de resterende afstand tot de bestemming en de
vermoedelijke aankomsttijd.
►Druk op aankomsttijd, als u in plaats daarvan de vermoedelijke
rijduur wilt zien.
►Druk nogmaals op de infobox, als u weer de vermoedelijke
aankomsttijd wilt zien.
11 Uw actuele positie is op de kaart te zien (oranje pijl). Daarbij zorgt een
continu veranderend kaartfragment ervoor, dat de actuele positie altijd
op de kaart wordt weergegeven.
12 Wanneer u op een route met meerdere etappes navigeert, ziet u in het
veld Etappe de resterende afstand tot de volgende tussenbestemming
en de vermoedelijke aankomsttijd.
►Druk op aankomsttijd, als u in plaats daarvan de vermoedelijke
rijduur wilt zien.
►Druk nogmaals op de infobox, als u weer de vermoedelijke
aankomsttijd wilt zien.
13 In het bovenste straatveld staat de naam van het deeltraject waarop u
hierna moet gaan rijden.
14 In het onderste straatveld staat de naam van het deeltraject waarop u
zich momenteel bevindt.
Opmerking: De weergave van veel van de hierboven genoemde
bereiken kan via Opties
geconfigureerd. Enkele weergaven werken alleen, wanneer de
betreffende informatie in het kaartmateriaal beschikbaar is.
> Instellingen > Navigatie worden
Opmerking: Wanneer u op het grote pijlveld drukt, wordt de actueel
geldige rij-instructie herhaald.
Opmerking: Als u het wegennet dat de kaart bestrijkt, verlaat, gaat de
navigatie naar de modus Offroad. (Zie "
Offroad", pagina
65)
Navigatie in de modus
- 60 - Werken met de kaart
Gebruikershandboek NAVIGON 8410
►Druk op Opties > Route > Routebeschrijving, om een gedetailleerde
routebeschrijving te zien. (Zie "
►Druk op (Bestemming zoeken), om de kaart in de modus
Bestemming zoeken te zien. (Zie "
zoeken", pagina
66)
Routebeschrijving", pagina 77)
Kaart in de modus Bestemming
Volume
Het volume van de gesproken rij-instructies kan tijdens de navigatie
worden geregeld.
1. Druk op
(Volume).
De volumebalk wordt geopend. Deze bevat drie knoppen voor
aanpassing van het volume:
(Harder), (Zachter), (Geluid aan/uit).
2. Druk weer op
(Volume) of wacht enkele seconden.
De volumebalk wordt gesloten.
Real City 3D
Voor meerdere grote steden wordt de weg door de stad bijna
fotorealistisch weergegeven.
De navigatie in de modus Real City 3D geschiedt op dezelfde manier
als de navigatie in de modus Voertuig. Alleen de aanduiding van de
rijbaan die u moet volgen, geschiedt niet in een klein pictogram langs
de rechter beeldschermmrand. In plaats daarvan gaat de weergegeven
route direct over de juiste rijbanen (in het beeld: rechter rijbaan).
Werken met de kaart - 61 -
Gebruikershandboek NAVIGON 8410
Opmerking: Het aantal steden waarvoor Real City 3D beschikbaar is,
neemt gestaag toe. Updates stellen wij u 12 maanden lang regelmatig
en gratis ter beschikking. Actualiseringen kunt u comfortabel doen met
de software NAVIGON Fresh, die u met NAVIGON Suite op uw
computer kunt installeren of gratis kunt downloaden van de website
www.navigon.com.
Reality View Pro
De kaart wisselt naar de modus Reality View, als u tijdens het rijden op
een autoweg één van de volgende punten nadert:
► een knooppunt
► een splitsing van de autosnelweg
► de afrit waar u de autosnelweg moet verlaten
De modus Reality View laat heel duidelijk zien welke bewegwijzering
en welke banen u moet volgen.
Deze weergave blijft onveranderd tot u het weergegeven punt bent
gepasseerd. Daarna wisselt de kaart weer naar de modus Navigatie.
►Druk op een willekeurig punt van de kaart, om eerder naar de
modus Navigatie te wisselen.
Opmerking: De modus Reality View is niet voor alle knooppunten en
splitsingen van autosnelwegen beschikbaar. De beschikbaarheid is
afhankelijk van het gebruikte kaartmateriaal.
9.4.2 Navigatie in de modus Voetganger
Deze modus wordt actief, wanneer u voor de navigatie een routeprofiel
voor voetgangers heeft gekozen. Deze profielen herkent u aan het
symbool
- 62 - Werken met de kaart
(Voetganger).
Gebruikershandboek NAVIGON 8410
Nadat de route op de kaart in de modus Preview was te zien, werd de
navigatie gestart.
U krijgt een routevoorstel dat wordt berekend aan de hand van het
gedigitaliseerde wegennet. Bovendien wordt aangegeven in welke
richting uw bestemming zich bevindt. Als u de voorgestelde route
verlaat, bijv. om een mooie weg door een park te nemen, ziet u toch
altijd in welke richting uw bestemming ligt.
Opgelet:
►U krijgt geen navigatie-instructies. U krijgt echter een melding, als u
de bestemming nadert.
►Het weergegeven kaartfragment past zich aan uw bewegingen aan,
zodat uw positie altijd op het beeldscherm te zien is.
►Bij verlaten van de berekende route wordt de route niet automatisch
opnieuw berekend.
►Als u op een route navigeert en er nog verdere routepunten volgen,
dan wordt na de melding meteen de navigatie naar het volgende
routepunt gestart.
►Er wordt geen rekening gehouden met verkeersinformatie.
1 De vogelvluchtlijn naar de bestemming is in rode kleur gemarkeerd.
2 De richting waarin uw bestemming ligt, wordt aangegeven (rode
driehoek).
3 De actuele positie wordt weergegeven (oranje pijl). U kunt zien in welke
richting u zich beweegt.
4 Het traject dat u al heeft afgelegd, is in groene kleur gemarkeerd.
5 De route die aan de hand van het gedigitaliseerde wegennet werd
berekend, is in oranje kleur gemarkeerd.
6 In dit veld ziet u de resterende afstand tot de bestemming
(vogelvluchtlijn).
7 Het kompas geeft aan waar het noorden is.
Werken met de kaart - 63 -
Gebruikershandboek NAVIGON 8410
8 Hier wordt de schaal van het weergegeven kaartfragment
weergegeven. De lengte van de liniaal komt overeen met de
weergegeven afstand.
De kaart bedienen
Uitzoomen: Het weergegeven kaartfragment wordt groter, maar u ziet
minder details.
Inzoomen: Het weergegeven kaartfragment wordt kleiner, maar u ziet
meer details.
Positie centreren
Geactiveerd: Als u zich voortbeweegt, volgt het weergegeven
kaartfragment uw bewegingen. Uw actuele positie is altijd op het
beeldscherm te zien.
U kunt het weergegeven kaartfragment niet verschuiven.
Gedeactiveerd: U kunt het weergegeven kaartfragment verschuiven.
Schuif de kaart gewoon in de gewenste richting.
Het weergegeven kaartfragment wordt niet aangepast, als u zich
beweegt. U kunt dus de kaart "uitwandelen".
Route herberekenen: Voert een nieuwe berekening van de route uit.
Gebruik deze functie, als u ver van de berekende route bent
afgedwaald en een nieuw routevoorstel wilt krijgen.
9.4.3 Navigatie in de modus Track
Deze modus wordt actief, wanneer u voor de navigatie een route met
track heeft gepland. (Zie "
Nadat de route op de kaart in de modus Preview was te zien, werd de
navigatie gestart.
Eerst gaat de navigatie van de actuele locatie naar het begin van de
geladen track. Deze navigatie komt overeen met de navigatie van het
gekozen routeprofiel. (Zie "
Navigatie in de modus Voetganger", pagina 62)
en "
Zodra het eerste geregistreerde punt van de track is bereikt, gaat de
navigatie naar de modus Track.
De navigatie in de modus Track functioneert net zoals de navigatie in
de modus Voetganger. (Zie "
pagina
62)
Er zijn maar weinig verschillen:
►De functie Route herberekenen is niet beschikbaar.
- 64 - Werken met de kaart
Routes met etappes of tracks", pagina 46)
Navigatie in de modus Voertuig", pagina 58,
Navigatie in de modus Voetganger",
►Als na de track nog verdere routepunten volgen, gaat de navigatie
weer naar de oorspronkelijk gekozen modus.
9.4.4 Navigatie in de modus Offroad
Opmerking: Deze modus wordt niet actief, wanneer u voor de
navigatie een routeprofiel voor voetgangers heeft gekozen. Deze
profielen herkent u aan het symbool
Deze wordt ook niet actief, wanneer u langs een track navigeert. (Zie
"
Navigatie in de modus Track", pagina 64)
Deze modus wordt actief onder de volgende omstandigheden:
►U begint de navigatie op een punt dat buiten het gedigitaliseerde
wegennet ligt, of u verwijdert zich tijdens de navigatie van het
gedigitaliseerde wegennet.
De navigatie gaat dan in de modus Offroad tot aan het punt van
het gedigitaliseerde wegennet vanaf welk u het beste verder naar
de bestemming kunt navigeren.
Zodra u een willekeurig punt op het gedigitaliseerde wegennet
bereikt, wordt de navigatie in de modus Voertuig voortgezet. (Zie
"
Navigatie in de modus Voertuig", pagina 58)
►U verlaat tijdens de navigatie in de modus Voertuig het
gedigitaliseerde wegennet.
De navigatie gaat dan in de modus Offroad naar het dichtstbij
gelegen punt van het gedigitaliseerde wegennet. Evt. wordt de
route opnieuw berekend.
Zodra u een willekeurig punt op het gedigitaliseerde wegennet
bereikt, wordt de navigatie in de modus Voertuig voortgezet. (Zie
"
Navigatie in de modus Voertuig", pagina 58)
►U heeft een bestemming opgegeven die buiten het gedigitaliseerde
wegennet ligt.
De navigatie gaat dan eerst in de modus Voertuig tot aan het punt
van het gedigitaliseerde wegennet dat het dichtstbij de bestemming
ligt. Daarna wordt de navigatie in de modus Offroad voortgezet.
De navigatie in de modus Track functioneert net zoals de navigatie in
de modus Voetganger. (Zie "
pagina
62)
Er zijn maar weinig verschillen:
► De afgelegde weg wordt niet weergegeven.
► De functie Route herberekenen is niet beschikbaar.
Navigatie in de modus Voetganger",
Gebruikershandboek NAVIGON 8410
(Voetganger).
9.4.5 Opties van de kaart in de modus Navigatie
►Druk op Opties. Een venster met meerdere knoppen wordt
geopend.
Werken met de kaart - 65 -
Gebruikershandboek NAVIGON 8410
De belangrijkste functies voor de navigatie zijn bereikbaar via de
knoppen met pictogrammen.
U treft verdere functies aan, wanneer u op een van de knoppen
Bestemming
, Route, Diensten of Algemeen drukt.
Een beschrijving van alle beschikbare opties vindt u in het hoofdstuk
Opties" op pagina 52.
"
9.4.6 Navigatie beëindigen
De navigatie wordt in alle modi op dezelfde manier beëindigd:
►Druk op (Terug), om de navigatie te beëindigen. Een
dialoogvenster vraagt u om een bevestiging.
9.5 Kaart in de modus Bestemming zoeken
De kaart bevindt zich altijd in de modus Bestemming zoeken, wanneer
u een dradenkruis op de kaart ziet. In het adresveld vindt u de
coördinaten en evt. de naam van de straat onder het dradenkruis.
Wanneer u net onderweg bent, verandert de kaart niet. Deze is altijd zo
georiënteerd dat het noorden boven is.
Uitzoomen: Het weergegeven kaartfragment wordt groter, maar u ziet
minder details.
Inzoomen: Het weergegeven kaartfragment wordt kleiner, maar u ziet
meer details.
- 66 - Werken met de kaart
Gebruikershandboek NAVIGON 8410
Zoomen: Wanneer deze knop actief is, kunt u met uw vinger een
kaartfragment tekenen.
Tekent u het kaartfragment van linksboven naar rechtsonder, dan wordt
het vervolgens naar beeldschermgrootte gezoomd.
Tekent u het kaartfragment van rechtsonder naar linksboven, dan wordt
uit de kaart uitgezoomd.
Verschuiven: Wanneer deze knop actief is, kunt u met uw vinger het
weergegeven kaartfragment veranderen. Schuif de kaart gewoon in de
gewenste richting.
Hele route: Zoomt de kaart zo, dat de hele route zichtbaar is.
Actuele locatie: Kiest het weergegeven kaartfragment zo, dat de huidige
locatie in het midden ligt.
9.5.1 Werken in de modus Bestemming zoeken
1. Druk op het punt waarheen u wilt navigeren.
Het punt van bestemming waarop u heeft gedrukt, verschijnt onder
het dradenkruis.
In het onderste derde deel van het beeldscherm verschijnen de
geografische coördinaten van het punt van bestemming en het
betreffende adres.
2. Druk op
(OK).
Er verschijnen knoppen met verschillende functies.
Daarheen navigeren
: Start de navigatie naar het gekozen punt. Wanneer u zich
net in een navigatie bevindt, wordt deze afgebroken.
MyReport
: Opent het venster MYREPORT. Daar kunt u wijzigingen bij
verkeerscontrolesystemen en in de verkeersroutering bij NAVIGON
melden.
Tussenbestemming
: Stelt het gekozen punt als tussenbestemming in. De
navigatie gaat dan eerst naar deze tussenbestemming. Daarna kunt u
de navigatie naar uw oorspronkelijke bestemming voortzetten.
Deze functie is alleen geactiveerd, wanneer u zich net in een navigatie
bevindt.
Aan route toevoegen
: Voegt het gekozen punt als laatste punt aan de
routeplanning toe, zodat de navigatie daarheen plaatsvindt na de
oorspronkelijke bestemming of na de andere routepunten.
Werken met de kaart - 67 -
Gebruikershandboek NAVIGON 8410
Opslaan: Opent het venster BESTEMMING OPSLAAN ALS.... U kunt een naam
invoeren, onder welke het opgegeven punt in de lijst F
opgeslagen. (Zie "
Zoeken in omgeving
Bestemming opslaan", pagina 45)
: Opent het venster POI IN DE OMGEVING. U kunt daar
AVORIETEN wordt
zoeken naar bestemmingen in de buurt van het opgegeven punt. (zie
"
Bijzondere bestemming in de buurt", pagina 35)
►Druk op (Bestemming zoeken) of op (Terug), om
de modus Bestemming zoeken te beëindigen. U komt weer in het
venster van waaruit u deze modus heeft gestart.
10 Nuttige functies
10.1 Routeprofielen
Routeprofielen leggen karakteristieken eigenschappen en
bijzonderheden van verschillende manieren van voortbeweging vast
waarmee rekening moet worden gehouden bij de berekening van
routes. Een routeprofiel voor fietsen zal bijv. geen autosnelwegen bij de
routeberekening betrekken, in plaats daarvan echter wel wegen die
voor andere voertuigen zijn verboden. Bovendien worden voor een fiets
andere aankomsttijden berekend dan bijv. voor een motor.
10.1.1 Instellingen van de routeprofielen
Een routeprofiel bestaat uit meerdere instellingen:
►Snelheidsprofiel: legt de manier van voortbeweging vast (bijv. Fiets,
Voetganger
►Soort route: legt de soort route vast die moet worden berekend
(bijv. Korte route
►Rekening houden met filemeldingen: legt vast of bij de
routeberekening rekening moet worden gehouden met
verkeersinformatie.
►Autosnelwegen, Veerponten, Straten alleen voor aanwonenden:
legt vast of dit soort wegen mogen worden gebruikt.
►Gebruik van tolwegen: legt vast of vignet- en tolplichtige wegen
mogen worden gebruikt bij de routeberekening.
, Auto, ...)
, Snelle route, ...)
►Druk op de knop (Wijzigen).
Het venster G
►Pas de afzonderlijke instellingen aan uw behoeften aan (Ja,
, Altijd vragen). (Zie ook "NAVIGON 8410 configureren",
Nee
pagina
- 68 - Nuttige functies
EBRUIK VAN TOLWEGEN wordt geopend.
103)
Als u de instelling Altijd vragen activeert, wordt u telkens als uw
route over een tol- of vignetplichtige weg kan gaan, gevraagd
om de betreffende instelling(en) vast te leggen.
Bij elke instelling is er een knop
vindt u een nauwkeurige toelichting bij de betreffende instelling.
Het aantal mogelijke instellingen is afhankelijk van het gekozen
snelheidsprofiel. Voor het snelheidsprofiel Voetganger
de instellingen Autosnelwegen
en Gebruik van tolwegen niet aanwezig.
10.1.2 NAVIGON basisprofielen
Voor elk snelheidsprofiel is al een basisprofiel gedefinieerd.
Fiets
Voetganger
Vrachtwagen
Motor
Auto
Het snelheidsprofiel van een basisprofiel kan niet worden gewijzigd. De
andere instellingen kunt u aan uw behoeften aanpassen.
Basisprofielen kunnen geen nieuwe naam krijgen en kunnen niet
worden gewist.
Om bijv. voor meerdere personenauto's te kunnen kiezen uit
verschillende profielen, kunt u eigen routeprofielen aanmaken.
Gebruikershandboek NAVIGON 8410
(Help). Wanneer u daarop drukt,
zijn bijvoorbeeld
10.1.3 Nieuw routeprofiel aanmaken
U kunt eigen routeprofielen aanmaken. Dit is bijv. handig, wanneer u
twee personenauto's in uw bezit heeft en maar een van de twee een
vignet voor Oostenrijkse autosnelwegen heeft.
1. Druk op Opties
Wanneer de kaart in de modus Standaard is geopend, druk dan op
Opties
> Algemeen > Instellingen.
2. Druk op de knop
ander symbool weergeven.
3. Druk op de naam van het routeprofiel dat u als basis voor het
nieuwe profiel wilt gebruiken.
4. Druk op Opties
5. Voer een naam voor het routeprofiel in.
6. Druk op Opslaan
Nuttige functies - 69 -
> Instellingen.
(Actueel routeprofiel). Deze knop kan ook een
> Kopiëren.
.
Gebruikershandboek NAVIGON 8410
7. Pas het routeprofiel aan uw behoeften aan.
8. Druk op OK
.
Het nieuwe routeprofiel verschijnt in de lijst R
10.1.4 Routeprofiel selecteren
1. Druk op Opties > Routeprofiel.
Wanneer de kaart in de modus Standaard is geopend, druk dan op
Opties
> Route > Routeprofiel.
2. Druk op de naam van het routeprofiel dat u wilt gebruiken.
3. Druk op OK
.
10.1.5 Routeprofielen beheren
Door de gebruiker gedefinieerde routeprofielen kunnen worden
bewerkt, een nieuwe naam krijgen en worden gewist.
Routeprofiel bewerken
1. Druk op Opties
Wanneer de kaart in de modus Standaard is geopend, druk dan op
Opties
> Algemeen > Instellingen.
2. Druk op de knop
ander symbool weergeven.
> Instellingen.
(Actueel routeprofiel). Deze knop kan ook een
OUTEPROFIELEN.
3. Druk op de knop
(Wijzigen) naast het routeprofiel dat u wilt
bewerken.
4. Leg de gewenste instellingen vast.
5. Druk op OK
De instelling Gebruik van tolwegen
.
bestaat uit meerdere afzonderlijke
instellingen. U kunt bijv. voor elk land met vignetplichtige
autosnelwegen vastleggen of u deze wegen wilt gebruiken voor de
navigatie.
1. Druk op de knop
(Wijzigen) naast de instelling Gebruik van
tolwegen.
Het venster G
2. Pas de afzonderlijke instellingen aan uw behoeften aan (Ja
Altijd vragen
Als u de instelling Altijd vragen
EBRUIK VAN TOLWEGEN wordt geopend.
, Nee,
).
activeert, wordt u telkens wanneer
de routepreview een route over een tolweg wil berekenen,
gevraagd of u dit soort tolwegen wilt gebruiken. U kunt deze
instelling dan ook vastleggen voor toekomstige ritten.
Routeprofiel nieuwe naam geven
1. Druk op Opties
- 70 - Nuttige functies
> Instellingen.
Gebruikershandboek NAVIGON 8410
Wanneer de kaart in de modus Standaard is geopend, druk dan op
Opties
> Algemeen > Instellingen.
2. Druk op de knop
(Actueel routeprofiel). Deze knop kan ook een
ander symbool weergeven.
3. Druk op de naam van het routeprofiel dat u een nieuwe naam wilt
geven.
4. Druk op Opties
> Herbenoemen.
5. Voer de nieuwe naam voor het routeprofiel in.
6. Druk op Opslaan
.
Opmerking: Basisprofielen kunnen geen nieuwe naam krijgen.
Routeprofiel wissen
1. Druk op Opties
> Instellingen.
Wanneer de kaart in de modus Standaard is geopend, druk dan op
Opties
> Algemeen > Instellingen.
2. Druk op de knop
(Actueel routeprofiel). Deze knop kan ook een
ander symbool weergeven.
3. Druk op de naam van het routeprofiel dat u wilt wissen.
4. Druk op Opties
> Wissen.
5. Een dialoogvenster vraagt u om het wissen te bevestigen.
6. Druk op Ja
.
Opmerking: Basisprofielen kunnen niet worden gewist.
10.2 Screenshots
U heeft de mogelijkheid om screenshots te maken van elke momenteel
weergegeven inhoud van het beeldscherm en deze op te slaan.
10.2.1 Screenshots mogelijk maken
1. Druk in het venster NAVIGATIE op Opties > Algemeen >
Screenshots mogelijk
2. Kies of u screenshots mogelijk wilt maken (Ja
Op het display verschijnt rechtsonder bij de beeldschermrand de
knop
Nuttige functies - 71 -
(Screenshots).
.
) of niet (Nee).
Gebruikershandboek NAVIGON 8410
10.2.2 Screenshot maken
►Druk op de knop (Screenshots).
Het beeldscherm wordt als grafische afbeelding opgeslagen. De
knop
(Screenshots) wordt niet weergegeven op de afbeelding.
De screenshots worden in de map \screenshots opgeslagen. Deze
map kan ofwel in het interne geheugen van het navigatie-apparaat, op
de geplaatste geheugenkaart of in beide geheugens te vinden zijn.
10.3 Tracks
U kunt elk willekeurig traject dat u aflegt, registreren, ook wanneer dit
buiten het gedigitaliseerde wegennet ligt.
Zo kunt u bijv. een fietstocht registreren en later nog eens nafietsen.
Tracks worden in het dataformaat KML opgeslagen. KML is een wijd
verbreid dataformaat. U kunt uw tracks bijv. ook in Google Earth op uw
PC laten weergeven.
Een track registreren
U kunt een track registreren, als de kaart in de modus Navigatie of in
de modus Standaard geopend.
1. Druk op Opties
Het venster R
2. Voer een naam voor de geplande registratie in.
Opmerking: Voor het benoemen van tracks zijn alleen Latijnse letters
beschikbaar.
3. Druk op Registratie starten.
Uitgaande van uw actuele locatie registreert het navigatie-apparaat
nu het gehele traject dat u aflegt.
Tijdens de registratie verschijnt rechtsboven bij de
beeldschermrand het pictogram
Het geregistreerde traject wordt in de lijst O
TRACKS
later op elk moment weer worden geladen.
Een registratie beëindigen
►Druk op Opties > Diensten > Registratie stoppen.
De registratie wordt beëindigd. Het geregistreerde traject is in de
lijst O
PGESLAGEN ROUTES EN TRACKS in het dataformaat KML
opgeslagen. Van daaruit kan dit op elk moment weer worden
geladen.
> Diensten > Registratie starten.
EGISTRATIE STARTEN wordt geopend.
in het dataformaat KML opgeslagen. Van daaruit kan dit
(Registratie track).
PGESLAGEN ROUTES EN
- 72 - Nuttige functies
Gebruikershandboek NAVIGON 8410
Opmerking: Het registreren van een track wordt door uitschakelen van
het navigatie-apparaat alleen onderbroken. Als u de registratie wilt
stoppen, moet u absoluut te werk gaan zoals hierboven beschreven.
Een track voor navigatie gebruiken
Opgeslagen tracks kunt u binnen een routeplanning laden. (Zie "Route
of track laden", pagina
48)
Opmerking: Voor een routeplanning zijn alle tracks geschikt die in het
dataformaat KML werden geregistreerd. Gebruik NAVIGON Fresh, om
tracks van andere aanbieders op uw navigatiesysteem te laden.
Opmerking: Als u langs een geregistreerde track navigeert, wordt bij
binnenkomende TMC-meldingen niet gecontroleerd of deze betrekking
hebben op de track.
10.4 Parkeren in de buurt van de bestemming
Wanneer u uw bestemming nadert, verschijnt op het display de knop
bestemming zichtbaar, zolang u zich in de buurt van de bestemming
(Parkeren). Deze knop blijft ook na bereiken van de
bevindt en de kaart niet wordt gesloten.
De volgende scenario's zijn denkbaar:
Verder te voet
U ziet een parkeerplaats, parkeert uw voertuig en wilt te voet verder
gaan naar de bestemming.
1. Druk op de knop
2. Druk op Voetgangermodus
(Parkeren)
.
De volgende mededeling verschijnt: "Uw locatie werd opgeslagen.
U vindt deze in de lijst 'Favorieten' onder 'Mijn voertuig'. Zo vindt u
altijd gemakkelijk de weg terug naar uw voertuig."
3. Druk op OK
.
Op de kaart is de locatie van uw voertuig met een sterretje in oranje
kleur gemarkeerd.
De navigatie gaat verder naar de bestemming in de modus
Voetganger.
Parkeerplaats zoeken
U wilt naar een parkeerplaats in de buurt van de bestemming worden
gebracht. Van daaruit wilt u te voet naar de bestemming gaan.
Nuttige functies - 73 -
Gebruikershandboek NAVIGON 8410
1. Druk op de knop (Parkeren)
2. Druk op Parkeren in de buurt
Een lijst wordt geopend. Deze bevat mogelijke parkeerplaatsen,
gerangschikt naar afstand van uw bestemming.
3. Druk op de parkeerplaats waar u uw voertuig wilt parkeren.
Meer informatie over deze parkeerplaats verschijnt.
4. Druk op Invoegen
5. De navigatie gaat nu in de modus die overeenkomt met het
gekozen routeprofiel, verder naar de gekozen parkeerplaats. Als u
daar bent aangekomen, verschijnt de volgende mededeling: "Uw
locatie werd opgeslagen. U vindt deze in de lijst 'Favorieten' onder
'Mijn voertuig'. Zo vindt u altijd gemakkelijk de weg terug naar uw
voertuig."
6. Druk op OK
.
Op de kaart is de locatie van uw voertuig met een sterretje in oranje
kleur gemarkeerd.
De navigatie gaat verder naar de bestemming in de modus
Voetganger.
Terug naar de bestemming
U heeft uw bestemming bereikt. De navigatie is beëindigd. Om een of
andere reden bent u echter nog doorgereden, bijv. omdat u geen plek
om te stoppen heeft gevonden. Nu wilt u weer naar de bestemming
worden gebracht.
.
.
1. Druk op de knop
2. Druk op Laatste bestemming
(Parkeren).
.
De navigatie gaat nu in de modus die overeenkomt met het gekozen
routeprofiel, terug naar de oorspronkelijke bestemming.
10.5 In de omgeving
Tijdens de navigatie, of wanneer u de kaart via de knop Kaart
weergeven heeft geopend, kunt u POI's, favorieten en
verkeersberichten van het zichtbare kaartfragment in een overzichtelijke
lijst laten weergeven.
Opmerking: Deze functie is niet beschikbaar, wanneer de kaart in een
van de modi Bestemming zoeken, Preview, Real City 3D of
Reality View geopend is.
1. Druk op een willekeurig punt in de kaart.
- 74 - Nuttige functies
Gebruikershandboek NAVIGON 8410
De lijst IN DE OMGEVING wordt geopend. Deze bevat POI's,
favorieten of verkeersinformatie van het momenteel zichtbare
kaartfragment.
2. Druk op een invoer in de lijst, om gedetailleerde informatie erover te
krijgen.
U heeft de volgende mogelijkheden:
►Druk op Tussenbestemming, om het gekozen punt als
tussenbestemming in te stellen. De navigatie gaat dan eerst naar
deze tussenbestemming. Daarna kunt u de navigatie naar uw
oorspronkelijke bestemming voortzetten. De knop
Tussenbestemming
► Druk op Navigatie starten, om naar het gekozen punt te navigeren.
► Druk op Annuleren, om de lijst weer te sluiten.
is alleen tijdens een navigatie beschikbaar.
Opmerking: De functie In de omgeving is alleen beschikbaar bij
voldoende GPS-ontvangst.
10.6 Waarschuwing voor bochten
Als u buiten de bebouwde kom scherpe of nauwe bochten snel of te
snel nadert, kunt u zich door de NAVIGON 8410 laten waarschuwen.
Als u een bocht snel of te snel nadert, verschijnt op het beeldscherm
het symbool
of
(Bocht naar rechts) op het scherpste punt van de bocht.
Tegelijkertijd verschijnt linksboven op het beeldscherm het symbool
(Bocht naar links)
(Let op! Bocht naar links) of (Let op! Bocht naar
rechts).
Opgelet! De waarschuwing voor bochten ontbindt u geenszins van de
plicht om steeds de volle aandacht aan het verkeer te wijden. U alleen
bent er verantwoordelijk voor dat uw snelheid altijd aan de betreffende
situatie aangepast is.
Bij Opties > Instellingen > Navigatie > Waarschuwen voor bochten kunt
u de waarschuwing voor bochten configureren.
10.7 Noodhulp
Als u bij een ongeluk komt of als u pech heeft, kan het nodig zijn snel
om hulp te bellen en de centrale mede te delen waar u zich precies
bevindt.
►Druk op Opties > Noodhulp.
Het venster N
Nuttige functies - 75 -
OODHULP wordt geopend.
Gebruikershandboek NAVIGON 8410
Als de GPS-ontvangst voldoende is voor de positiebepaling, worden het
adres en de geografische coördinaten van uw huidige locatie
weergegeven.
►Druk op (Op kaart tonen), als u uw actuele locatie op de kaart
wilt zien.
Op de onderste helft van het venster vindt u knoppen voor
4 categorieën: Tankstation
►Druk op de betreffende knop.
Het dichtstbijzijnde hulppunt van de gekozen categorie wordt
weergegeven. U komt de naam, het adres en het telefoonnummer
(indien bekend) te weten, en hoe ver het hulppunt van u verwijderd
is.
U heeft de volgende mogelijkheden:
►Druk op de knop Opbellen, om te bellen naar het opgegeven
nummer.
De knop Opbellen
telefoonnummer opgeslagen is, of als het navigatieapparaat geen
Bluetooth-verbinding met een mobiele telefoon heeft.
►Druk op de knop Kaart, om uw locatie en het hulppunt op de kaart
te zien. Zo kunt u zich een overzicht over de weg daarheen
verschaffen.
►Druk op Navigatie starten. U wordt dan direct naar het
weergegeven hulppunt geleid.
►Met de knoppen (Omhoog) en (Omlaag) kunt u andere
hulppunten van de gekozen categorie selecteren.
De hulppunten zijn gesorteerd op afstand vanaf uw huidige locatie.
►Met de knop (Terug) komt u weer terug bij het venster
OODHULP.
N
, Politie, Ziekenhuis, Apotheek.
is niet beschikbaar, als voor het hulppunt geen
Opmerking: Er worden uitsluitend hulppunten getoond die niet verder
dan 50 km van uw locatie verwijderd zijn.
10.8 GPS-status, actuele locatie opslaan
In het venster GPS-STATUS vindt u een overzicht van de gegevens die
het navigatiesysteem uit de ontvangen GPS-signalen berekent.
De GPS-status kan via de opties van vele vensters worden bereikt.
►Druk op Opties > GPS-status.
De actuele locatie kan in de lijst F
1. Druk op Locatie opslaan
Het dialoogvenster B
- 76 - Nuttige functies
ESTEMMING OPSLAAN ALS... wordt geopend.
AVORIETEN worden opgeslagen.
.
2. Voer een naam voor de bestemming in.
3. Druk op Opslaan
10.9 Blokkade
U kunt tijdens de navigatie te allen tijde een voor u liggend deeltraject
blokkeren, d.w.z. een route om dit deel heen laten berekenen, bijv.
omdat u op de radio te horen heeft gekregen, dat er een file op dit
deeltraject staat.
Opmerking: De blokkade heeft uitsluitend geldigheid voor de actuele
navigatie. Bij een nieuwe navigatie is zij niet meer aanwezig.
U voert net een navigatie uit. De kaart is geopend in de modus
Navigatie.
1. Druk op Opties
Er worden knoppen met verschillende functies getoond.
2. Druk op Blokkade
Het menu B
verschillende afstandgegevens.
3. Geef op welke afstand u wilt blokkeren.
Opmerking: Als u net op een autosnelweg rijdt, begint de
omleidingsroute bij de volgende afrit. Op de knoppen is aangegeven tot
welke afslag de blokkade geldt.
De route wordt opnieuw berekend. Er wordt om het geblokkeerde
deeltraject heen gereden. Zij is op de kaart in rode kleur gemarkeerd.
LOKKADE wordt geopend. Het bevat knoppen met
Gebruikershandboek NAVIGON 8410
.
.
.
De blokkade opheffen
►Druk op Opties > Blokkade opheffen.
De blokkade wordt opgeheven. De route wordt opnieuw berekend.
Het deeltraject waarvan de blokkade is opgeheven, kan weer in de
berekening worden opgenomen.
10.10 Routebeschrijving
Voor de start van de navigatie of altijd tijdens de navigatie kunt u een
gedetailleerde routebeschrijving van de berekende route laten
weergeven. In deze lijst zijn alle rij-instructies in tabelvorm
weergegeven.
De kaart is geopend in de modus Preview:
►Druk op Opties > Routebeschrijving.
De kaart is in de modus Navigatie of in de modus Reality View geopend:
Nuttige functies - 77 -
Gebruikershandboek NAVIGON 8410
►Druk op Opties > Route > Routebeschrijving.
Het venster R
OUTEBESCHRIJVING wordt geopend.
1 Schematische weergave van de volgende kruising waar u moet afslaan.
2 Afstand tot deze kruising.
3 Rij-instructie en evt. naam van de straat waarin u moet afslaan.
4 Geeft aan of u over het betreffende routetraject wilt rijden of niet.
(Toestaan
(Verbieden
): Het betreffende traject mag deel van de route zijn.
): De route mag niet over het betreffende traject lopen.
Routetrajecten blokkeren
1. Druk op de routetrajecten waar u niet over wilt rijden, zodat ernaast
het pictogram
2. Druk op
Het navigatiesysteem berekent een omleidingsroute, zodat de
routetrajecten worden ontweken. In het venster
R
OUTEBESCHRIJVING verschijnen de nieuwe rij-instructies.
3. Druk op
te sluiten.
(Verbieden) verschijnt.
(Route wijzigen).
(Terug), om het venster ROUTEBESCHRIJVING weer
Blokkeringen opheffen en oorspronkelijke route gebruiken
De blokkering van de trajecten kunt u te allen tijde weer opheffen.
►Druk in het venster ROUTEBESCHRIJVING op Opties >
Oorspronkelijke route berekenen
- 78 - Nuttige functies
.
10.11 TMC (Verkeersberichten)
Door zijn geïntegreerde TMC-ontvanger beschikt het navigatiesysteem
over actuele verkeersinformatie. Het kan indien gewenst de route
dynamisch wijzigen, om bijv. een file te ontwijken.
Opmerking: In veel Europese landen is TMC kosteloos beschikbaar. In
enkele landen wordt (uitsluitend of extra) PremiumTMC tegen betaling
van de kosten aangeboden, dat duidelijk sneller en actueler belooft te
zijn.
Op PremiumTMC-diensten kunt u zich via onze homepage
www.navigon.com abonneren.
10.11.1 Preview TMC
Als tijdens de navigatie een nieuwe verkeersmelding betrekking heeft
op uw route, verschijnt langs de rechter beeldschermrand de knop
Verkeersberichten
Nieuwe berekening: Automatisch
Als u voor de instelling Nieuwe berekening
heeft gekozen, dan bevat de knop geen afstandsinformatie. Er wordt
automatisch om de verkeersbelemmering heen gereden.
Nieuwe berekening: Op verzoek
Als u de waarde Op verzoek
afstand tot de gemelde verkeersbelemmering weergegeven. De knop
wordt rood, als de afstand minder dan 50 km bedraagt.
.
heeft gekozen, dan wordt op de knop de
Gebruikershandboek NAVIGON 8410
de waarde Automatisch
►Druk op de knop (Verkeersberichten).
Het venster P
REVIEW TMC wordt geopend. Het toont een
kaartfragment met het deeltraject waarop de melding betrekking
heeft. Als door de melding gevreesd moet worden voor aanzienlijke
tijdverliezen, dan wordt ook een mogelijke omleiding weergegeven.
Nuttige functies - 79 -
Gebruikershandboek NAVIGON 8410
Uitzoomen: Het weergegeven kaartfragment wordt groter, maar u ziet
minder details.
Inzoomen: Het weergegeven kaartfragment wordt kleiner, maar u ziet
meer details.
Oorspronkelijk kaartfragment: Het oorspronkelijke kaartfragment wordt
weer weergegeven.
►Druk op de knop van de route die u verder wilt volgen.
- of -
►Druk op de knop Details.
Het venster V
"
Verkeersinformatie weergeven", pagina 80)
ERKEERSBERICHTEN wordt geopend. (Zie
Opmerking: Als u op een verkeerssymbool (in de afbeelding:
het kaartfragment van het venster P
venster met detailinformatie over deze melding geopend. (zie
"
Afzonderlijke melding in detail bekijken", pagina 82)
REVIEW TMC drukt, wordt een
) in
10.11.2 Verkeersinformatie weergeven
De actueel geldige verkeersinformatie kan via de opties van vele
vensters worden bereikt.
►Druk in het venster NAVIGATIE op Opties > Verkeer.
Het venster V
Met de knoppen
van de meldingen bladeren.
- 80 - Nuttige functies
ERKEERSBERICHTEN wordt geopend.
(Omhoog) en (Omlaag) kunt u door de lijst
Gebruikershandboek NAVIGON 8410
►Druk op (Terug), om het venster VERKEERSBERICHTEN
weer te sluiten.
1 De knop Verkeersberichten
laat zien wat voor soort verkeersinformatie
in de lijst staat en hoeveel meldingen aanwezig zijn.
►Druk op Verkeersberichten, om vast te leggen welke meldingen
worden weergegeven.
2 Deze markering geeft weer dat de betreffende melding van een
PremiumTMC-provider afkomstig is.
3 Hier ziet u hoe ernstig de belemmering is:
Rood: Het getroffen deeltraject kan door de belemmering niet of slechts
met aanzienlijk tijdverlies worden gepasseerd. Dat kan bijv. bij de
blokkering van meerdere rijstroken tengevolge van een ongeval het
geval zijn.
Geel: Het traject wordt door de belemmering niet onpasseerbaar, maar
er dreigen vertragingen. Dat kan bijv. bij langzaam rijdend verkeer het
geval zijn.
Geen kleur: De hindernis wordt als niet-ernstig ingeschaald. Dat kan
bijv. het geval zijn, als er langzaam rijdend verkeer op een zeer kort
traject wordt gemeld, als praatpalen uitgevallen zijn, of als
parkeerplaatsen geblokkeerd zijn.
4 Hier ziet u hoever u van deze belemmering af bent. Wanneer de
belemmering niet op uw route ligt, of als voor deze belemmering al een
omleidingsroute berekend is, wordt de afstand hemelsbreed
weergegeven.
5 Hier ziet u in welk land de belemmering optreedt.
Opmerking: De meeste radiozenders melden uitsluitend
verkeersbelemmeringen uit hun eigen land.
6 Hier staat de gemelde hindernis als verkeersteken weergegeven.
Nuttige functies - 81 -
Gebruikershandboek NAVIGON 8410
7 Hier wordt de desbetreffende straat aangegeven.
8 Hier ziet u op welk deeltraject van de weg de hindernis zich bevindt.
9 Dit pictogram verschijnt alleen, wanneer de gemelde belemmering
betrekking heeft op uw route. Hier ziet u hoe de belemmering wordt
behandeld:
(Ontwijken
omleidingsroute berekend.
(Negeren
(Automatisch
of een omleidingsroute wordt berekend of niet.
►Druk op de knop, om de telkens volgende instelling te
): Om deze belemmering heen wordt een
): Deze belemmering wordt genegeerd.
): U laat de beslissing aan het navigatiesysteem over
selecteren.
10
(Op kaart tonen
minste een van de weergegeven meldingen betrekking heeft op uw
route. Druk op deze knop, om het venster P
(Zie "
Preview TMC", pagina 79)
): Deze knop is alleen beschikbaar, wanneer ten
REVIEW TMC te openen.
10.11.3 A fzonderlijk e melding in de ta il bek ijk e n
►Druk op een melding om de details ervan te zien te krijgen.
De NAVIGON 8410 leest de betreffende verkeersmelding voor,
wanneer het detailaanzicht wordt geopend. Het voorlezen is echter niet
in elke taal mogelijk.
►Druk op de knop (Op kaart tonen), om het getroffen deel op de
kaart te zien.
10.11.4 Instellingen TMC
►Druk in het venster VERKEERSBERICHTEN op Instellingen.
In het venster I
configureren of en hoe de ontvangst van verkeersinformatie die
betrekking heeft op uw route, effect heeft op de navigatie.
Tuningmodus
Druk op Tuningmodus
ingesteld waarvan verkeersinformatie wordt ontvangen.
►Automatisch: Met de pijlknoppen in het bereik Zender kunt u een
andere zender instellen. Het systeem zoekt een andere zender,
wanneer de ontvangst slecht wordt.
NSTELLINGEN TMC kunt u de TMC-zender instellen en
en leg vast hoe de zender moet worden
- 82 - Nuttige functies
►Zender vasthouden: Met de pijlknoppen in het bereik Zender kunt u
een andere zender instellen. Het systeem zoekt dezelfde zender op
een andere frequentie, wanneer de ontvangst slecht wordt.
►Frequentie vasthouden: Met de pijlknoppen in het bereik Zender
kunt u een andere frequentie instellen. Het systeem zoekt geen
andere zender, wanneer de ontvangst slecht wordt.
Nieuwe berekening
Druk op Nieuwe berekening
gehouden met nieuwe verkeersinformatie die betrekking heeft op uw
route.
►Automatisch: er wordt automatisch een omleidingsroute berekend.
U wordt geïnformeerd over de nieuwe berekening van de route.
►Op verzoek: Een aankondiging van het navigatie-apparaat
informeert u dat een verkeersmelding uw route betreft. Op het
beeldscherm toont het veld Verkeersberichten
gemelde verkeersbelemmering.
Druk op het veld Verkeersberichten
omleidingsroute moet worden berekend.
10.12 Logboek
U kunt door NAVIGON 8410 een logboek laten bijhouden. Het logboek
wordt geregistreerd in het bestand "Logbook.xls
Excel worden geopend. Elke geregistreerde rit wordt in dit bestand als
nieuwe invoer aan het einde van de tabel toegevoegd.
Het bestand "Logbook.xls
de directory "NAVIGON\Logbook" aangemaakt. Als u dit bestand wilt
wissen of verplaatsen, wordt bij de volgende registratie van een rit een
nieuw bestand aangemaakt.
Gebruikershandboek NAVIGON 8410
en leg vast hoe rekening moet worden
de afstand tot de
. U kunt dan vastleggen of een
". Dit kan met Microsoft
" wordt bij de eerste registratie van een rit in
Ritten laten registreren
U kunt alle ritten automatisch laten registreren.
1. Druk in het venster N
2. Zet de instelling Logboek
3. Druk op OK
.
AVIGATIE op Opties > Instellingen > Navigatie.
op Ja.
Vanaf nu wordt elke verdere rit geregistreerd tot u de instelling Logboek
weer op Nee
zet. U kunt echter afzonderlijke ritten buiten de registratie
laten.
Voor de rit
Als uw ritten worden geregistreerd in het logboek, wordt voor de start
van de navigatie een venster geopend waarin u de noodzakelijke
Nuttige functies - 83 -
Gebruikershandboek NAVIGON 8410
informatie over deze rit kunt invoeren. U kunt echter ook vastleggen dat
deze rit niet hoeft te worden geregistreerd.
►Als u deze rit niet wilt registreren, druk dan op
(Annuleren
).
- of -
1. Selecteer in het veld Reden van rit
voor de rit.
2. Voer in het veld Logboekvermelding
bijv. "Rit naar klant X".
3. Voer de kilometerstand in.
11 Media-Player
In de NAVIGON 8410 is een multimediaplayer geïntegreerd. U kunt
daarmee muziek beluisteren, foto's bekijken of video's afspelen.
Opmerking: Te lang muziek luisteren en luisteren naar te harde muziek
kan uw gehoor beschadigen. Houd de luidspreker van de
NAVIGON 8410 niet direct bij uw oor!
11.1 Geschikte bestanden
De volgende multimedia-formaten worden ondersteund:
► Video: WMV
► Audio: WMA
► Foto's: JPEG, PNG, TIF, JIF en BMP
Opmerking: Codecs voor andere formaten kunt u in onze online-shop
op
www.navigon.com kopen. Gebruik NAVIGON Fresh voor het
downloaden.
een van de mogelijke redenen
een naam voor deze invoer in,
11.2 De mediaplayer openen
Als het venster START geopend is:
►Druk op Media-Player.
Als de navigatietoepassing geopend is:
►Druk op de knop (Media-Player) die onderaan de rand van
een groot aantal vensters te zien is.
De volgende melding verschijnt:
"Opgelet! Bekijk geen foto's, video's of tv-uitzendingen, terwijl u een
voertuig bestuurt! Win inlichtingen in over de bepalingen van het land
- 84 - Media-Player
Gebruikershandboek NAVIGON 8410
waarin u reist. Mogelijk is het gebruik van deze functies tijdens het
rijden principieel niet toegestaan."
►Wanneer u de tekst volledig gelezen en begrepen heeft, druk dan
op OK
.
Wanneer u deze aanwijzing niet wilt accepteren, druk dan op
Annuleren
Het venster M
, om de mediaplayer weer uit te schakelen.
EDIA-PLAYER wordt geopend.
11.3 De mediaplayer bedienen
1 Opent het venster B
selecteren die moeten worden afgespeeld of weergegeven.
2 Opent het venster I
configureren. (Zie "
3 Opent het venster A
nieuwe afspeellijsten aanmaken. (Zie "
4 Harder
/Zachter
5 Volume
6 Geluid uit
/Geluid aan
7 Terugspoelen in actueel afgespeeld muziekstuk of video.
8 Aanduiding van voortgang
9 Aanduiding van de laadtoestand van de accu (zie "
10 Terug naar het laatst geopende venster.
11 Volgorde van afspelen:
ESTANDSBEHEER. Hier kunt u de mediabestanden
NSTELLINGEN. Hier kunt u de mediaplayer
Media-Player configureren", pagina 89)
FSPEELLIJST. Hier kunt u afspeellijsten selecteren of
Afspeellijsten", pagina 87)
Energie" pagina 21)
► Incidentele weergave uit.
► Incidentele weergave aan.
Media-Player - 85 -
Gebruikershandboek NAVIGON 8410
12 Springt naar vorige/volgende foto, muziekstuk of video.
13 Stoppen
: Stopt de weergave.
14 Display: langs de bovenste rand verschijnt de naam van het bestand
dat wordt afgespeeld, wanneer u op
►Druk met uw vinger op het display, om naar de maximale
(OK) drukt.
beeldmodus te gaan.
►Druk opnieuw op het display, om de maximale beeldmodus weer te
sluiten.
15
): Speelt het actuele nummer af.
(OK
): Onderbreekt de weergave.
(Pauze
16 Vooruitspoelen in actueel afgespeeld muziekstuk of video.
11.4 Mediabestanden voor weergave selecteren
►Druk in het venster MEDIA-PLAYER op (Bestandsbeheer)
Het venster B
Boven staat het pad van de map waarvan de inhoud momenteel wordt
weergegeven. Daaronder verschijnen bestanden en submappen in een
lijst. Deze zijn als volgt gemarkeerd:
Mediabestand: Er worden alleen bestanden weergegeven die door de
mediaplayer kunnen worden weergegeven. (zie "
pagina
84)
Opmerking: Druk op de knop
van het beeldscherm, om vast te leggen welke mediabestanden worden
weergegeven (Annuleren
ESTANDSBEHEER wordt geopend.
Geschikte bestanden",
(Lijst openen) aan de rechterrand
, Map, Bestandsbeheer of Lijst openen).
Map: Submappen van de actuele map worden weergegeven.
►Druk op een submap om deze te openen.
Opmerking: Als de submap geen afspeelbare audiobestanden en geen
submappen bevat, kan deze ook niet worden geopend.
►Druk op (Eén niveau naar boven), om de hogere map te
openen.
►Druk op het keuzevakje naast een mediabestand, om dit te
selecteren voor weergave. Een vinkje verschijnt in het keuzevakje.
- 86 - Media-Player
Het bestand blijft ook geselecteerd, wanneer u een andere map
opent.
►Druk op het vinkje naast een geselecteerd mediabestand, om dit uit
de selectie te verwijderen. Het keuzevakje is weer leeg.
►Druk op Selecteren, om alle mediabestanden van de actuele map
te selecteren.
►Druk op Aanmaken, om de selectie ongedaan te maken. Er is geen
bestand meer geselecteerd.
►Druk op Beschrijving, om de geselecteerde bestanden af te spelen.
Opmerking: De net gemaakte selectie wordt opgeslagen in de
afspeellijst "Laatste bestanden". Wanneer al een afspeellijst "Laatste bestanden" bestaat, wordt deze zonder te vragen overschreven.
Druk op (Terug), om weer bij het venster MEDIA-PLAYER te
komen.
11.5 Afspeellijsten
Afspeellijsten zijn samenstellingen van mediabestanden. Als u bijv. een
bepaalde volgorde van muziekstukken graag vaker beluistert, kunt u
hiervoor een afspeellijst aanmaken. U hoeft dan niet iedere keer alle
muziekstukken voor weergave te selecteren, maar alleen nog deze lijst.
In een afspeellijst kunnen mediabestanden uit meerdere mappen
worden vermeld.
Een mediabestand kan in meerdere afspeellijsten verschijnen.
11.5.1 Afspeellijst aanmaken
1. Druk in het venster MEDIA-PLAYER op de knop
Gebruikershandboek NAVIGON 8410
(Afspeellijst).
Het venster A
2. Druk op Nieuw
FSPEELLIJST wordt geopend.
.
3. Voer een naam voor de afspeellijst in.
4. Druk op
Het venster B
(OK).
ESTANDSBEHEER wordt geopend.
5. Selecteer de bestanden die u aan de afspeellijst wilt toevoegen. U
kunt bestanden uit meerdere mappen selecteren. (Zie "
Player", pagina
6. Druk op OK
Het venster M
84)
.
EDIABESTAND wordt geopend. De naam van de
Media-
nieuwe afspeellijst verschijnt in de lijst.
Media-Player - 87 -
Gebruikershandboek NAVIGON 8410
►Druk op OK, wanneer u de complete afspeellijst nu wilt afspelen.
- of -
►Druk op (Terug), om terug te keren naar het venster
FSPEELLIJST.
A
11.5.2 De afspeellijst "Laatste bestanden" opslaan
1. Druk in het venster MEDIA-PLAYER op de knop
(Afspeellijst).
Het venster A
2. Druk op Openen
Het venster M
3. Druk in de lijst op "Laatste bestanden" (eerste invoer).
4. Druk op Opslaan als…
5. Voer een naam voor de lijst in.
FSPEELLIJST wordt geopend.
.
EDIABESTAND wordt geopend.
.
6. Druk op
Het venster M
(OK).
EDIABESTAND wordt weer geopend.
11.5.3 Afspeellijst selecteren
1. Druk in het venster MEDIA-PLAYER op de knop
(Afspeellijst).
Het venster A
2. Druk op Openen
Het venster M
FSPEELLIJST wordt geopend.
.
EDIABESTAND wordt geopend.
3. Druk op de naam van de gewenste afspeellijst, om deze te
markeren.
4. Druk op OK
, om alle bestanden van de gemarkeerde lijst af te
spelen.
- of -
Selecteer een afzonderlijk bestand uit de lijst:
► Druk op Openen.
► Druk op het gewenste bestand.
► Druk op OK.
11.5.4 Afspeellijst bewerken
U kunt
►andere bestanden aan een afspeellijst toevoegen,
- 88 - Media-Player
Gebruikershandboek NAVIGON 8410
► de afspeelvolgorde wijzigen,
► afzonderlijke bestanden uit een afspeellijst wissen
► complete afspeellijsten wissen.
Ga als volgt te werk:
1. Druk in het venster M
(Afspeellijst
).
Het venster A
2. Druk op de knop Openen
Het venster M
EDIA-PLAYER op de knop
FSPEELLIJST wordt geopend.
.
EDIABESTAND wordt geopend.
3. Druk op de naam van de afspeellijst die u wilt bewerken.
Afspeellijst wissen
4. Druk op Wissen
5. Druk op OK
.
.
Bestanden toevoegen
4. Druk op Wijzigen
5. Druk op
.
(Toevoegen).
6. Selecteer de bestanden die u aan de afspeellijst wilt toevoegen.
Media-Player", pagina 84)
(Zie "
7. Druk op OK
.
Afspeelvolgorde wijzigen
4. Druk op Wijzigen
.
5. Druk op het bestand dat u wilt verschuiven.
6. Druk op
(Omhoog) of (Omlaag), om het
geselecteerde bestand een positie naar boven of beneden te
verschuiven.
7. Druk op OK
.
Bestanden uit een afspeellijst wissen
4. Druk op Wijzigen
.
5. Druk op het bestand dat u wilt wissen.
6. Druk op
7. Druk op OK
.
(Wissen).
11.6 Media-Player configureren
In het venster INSTELLINGEN kunt u de mediaplayer configureren.
Media-Player - 89 -
Gebruikershandboek NAVIGON 8410
Wijzigingen uitvoeren
1. Druk op (Instellingen)
Het venster I
NSTELLINGEN wordt geopend.
2. Druk op de knop
(Lijst openen) naast de instelling die u wilt
wijzigen en kies de gewenste waarde.
3. Druk op OK
, om de wijzigingen op te slaan.
- of -
Druk op Verder
, om de instellingen terug te zetten naar de
standaardinstellingen.
- of -
Druk op
(Terug), om wijzigingen die u heeft uitgevoerd, te
verwerpen.
Het venster M
EDIA-PLAYER wordt geopend.
Mogelijke instellingen
Herhaling
Hier kunt u de herhalingsmodus voor de bestanden van de actuele
afspeellijst instellen (Geen
Diashow
Hier kunt u instellen of uw foto's als diashow moeten worden
weergegeven en hoe lang de afzonderlijke foto's dan worden getoond
(Nee
, 1 seconde, 2 seconden, 5 seconden).
Opmerking: Alleen foto's kunnen als diashow worden gepresenteerd.
Voor diashows moet de instelling Herhaling op de waarde Alle
ingesteld.
Beeldverhouding (Aspect Ratio)
Hier kunt u kiezen uit verschillende weergaveformaten voor het
afspelen van video's (Gestrekt (Stretched)
(Cropped)).
, Actueel bestand, Alle).
, Letter Box, Bijgesneden
zijn
12 Handsfree-module
De handsfreemodule ondersteunt Bluetooth-verbindingen met voor
Bluetooth geschikte mobiele telefoons en headsets.
Als u een verbinding met een mobiele telefoon tot stand heeft gebracht,
kunt u de NAVIGON 8410 als handsfreeset voor uw mobiele telefoon
gebruiken.
- 90 - Handsfree-module
Gebruikershandboek NAVIGON 8410
Als u een verbinding met een Bluetooth-headset tot stand heeft
gebracht, hoort u de gesproken instructies van de navigatiesoftware via
de headset. Dat is handig, wanneer u bijv. onderweg bent met een
motor. Alle andere in dit hoofdstuk beschreven functies staan bij een
verbinding met een headset niet ter beschikking.
Een compatibiliteitslijst van alle ondersteunde mobiele telefoons vindt u
op onze website
www.navigon.com.
De handsfreemodule openen
►Druk in het venster START op (Telefoon).
- of -
►Druk in de navigatietoepassing op (Telefoon).
Het venster H
ANDSFREE-MODULE wordt geopend.
Als u de Bluetooth-verbinding voor de eerste keer start, wordt een
venster geopend waarin u het zoeken naar voor Bluetooth geschikte
apparaten kunt starten.
►Druk op Ja, als u het zoeken nu wilt starten en een verbinding met
uw mobiele telefoon of uw headset tot stand wilt brengen. Zodra de
NAVIGON 8410 uw Bluetooth-apparaat heeft gevonden, kunt u
beginnen met het tot stand brengen van de koppeling (zie
"
Apparaat koppelen", pagina 93)
►Druk op Nee, als u de verbinding op een later tijdstip tot stand wilt
brengen. (Zie hoofdstuk "
koppelen", pagina
Bluetooth-apparaten zoeken en
92)
De handsfreemodule bedienen
Vanuit het venster HANDSFREE-MODULE zijn alle functies bereikbaar.
►Druk op (Navigatie), om de navigatietoepassing naar de
voorgrond te halen.
►Druk op (Terug), om de handsfreemodule te sluiten en
weer terug te keren naar het laatste tevoren geopende venster.
12.1 Verbinding met mobiele telefoon
Om de Bluetooth-functie van de NAVIGON 8410 te kunnen gebruiken,
moet het navigatie-apparaat zijn verbonden met het Bluetoothapparaat.
Handsfree-module - 91 -
Gebruikershandboek NAVIGON 8410
Opmerking: Zowel de NAVIGON 8410 als de mobiele telefoon moeten
dienovereenkomstig geconfigureerd zijn, om ervoor te zorgen dat een
Bluetooth-verbinding tussen beide apparaten kan worden opgebouwd.
Headsets zijn in de fabriek passend geconfigureerd.
Informatie over de configuratie van de NAVIGON 8410 vindt u in het
hoofdstuk "
Instellingen" op pagina 102.
Informatie over de configuratie van de mobiele telefoon of headset vindt
u in de bijbehorende handleiding van de fabrikant.
12.1.1 Bluetooth-apparaten zoeken en koppelen
Koppelen is de procedure waarbij twee Bluetooth-apparaten een
gecodeerde verbinding tot stand brengen. Daarbij moeten beide
apparaten dezelfde toegangscode naar het telkens andere apparaat
overbrengen. De toegangscode en de verbindingsgegevens worden op
beide apparaten opgeslagen, zodat de koppeling maar een keer bij de
eerste verbinding hoeft te worden uitgevoerd. Gekoppelde apparaten
worden in de lijst V
De NAVIGON 8410 kan zich automatisch verbinden met het laatst
verbonden apparaat, zodra het zich binnen bereik bevindt.
De handsfreemodule van de NAVIGON 8410 kan de
verbindingsgegevens van in totaal drie gekoppelde mobiele telefoons
en een headset opslaan en beheren. Van elke gekoppelde mobiele
telefoon kunnen telefoonboek en recente gesprekken worden
geïmporteerd en met de verbindingsgegevens worden opgeslagen.
Opmerking: Telefoonboek en recente gesprekken zijn alleen
beschikbaar, wanneer de betreffende telefoon is verbonden. Informatie
over de import van telefoonboek en recente gesprekken vindt u in de
hoofdstukken "
gesprekken importeren", pagina
ERTROUWDE APPARATEN opgeslagen.
Telefoonboek importeren", pagina 95 en "Recente
96.
Apparaten zoeken
1. Zorg ervoor dat Bluetooth zowel op de mobiele telefoon als op de
NAVIGON 8410 geactiveerd is. Als u een verbinding met een
headset tot stand wilt brengen, moet deze ingeschakeld zijn. Meer
informatie vindt u in de handleiding van de headset.
2. Druk in het venster H
(Vertrouwde apparaten).
Het venster V
3. Druk op Opties
Het navigatie-apparaat start het zoeken naar Bluetooth-apparaten
en geeft een lijst met alle herkende apparaten in het venster
H
ERKENDE APPARATEN weer. Het pictogram links naast de
- 92 - Handsfree-module
ANDSFREE-MODULE op de knop
ERTROUWDE APPARATEN wordt geopend.
> Apparaten zoeken.
apparaatnaam geeft aan of dit apparaat een mobiele telefoon of
een headset is.
Apparaat koppelen
Gebruikershandboek NAVIGON 8410
4. Druk in het venster HERKENDE APPARATEN op de knop
(Verbinden
) of op de naam van het apparaat waarmee u een
verbinding tot stand wilt brengen.
►Als reeds met drie mobiele telefoons of een headset een koppeling
werd uitgevoerd, wordt u nu gevraagd een apparaat uit de lijst
V
ERTROUWDE APPARATEN te wissen. (Zie "Apparaat wissen",
pagina
95)
5. Het navigatie-apparaat vraagt u om een toegangscode in te voeren.
►Als u een verbinding met een mobiele telefoon tot stand brengt,
voer dan in het veld Code
druk op
(OK). Voer daarna dezelfde toegangscode op de
een toegangscode in (1–16 cijfers) en
mobiele telefoon in.
►Als u een verbinding met een headset tot stand brengt, voer dan de
toegangscode van de headset in. Deze toegangscode en meer
informatie over de koppeling vindt u in de handleiding van de
headset.
De koppeling wordt uitgevoerd en de beide apparaten verbinden
zich. Het verbonden apparaat verschijnt in de lijst V
APPARATEN
. (Groen symbool)
12.1.2 Vanaf de mobiele telefoon koppelen
Opmerking: Als u niet zeker weet hoe de volgende stappen op de
mobiele telefoon moeten worden uitgevoerd, raadpleeg dan a.u.b. de
handleiding van de mobiele telefoon.
1. Zorg ervoor dat Bluetooth zowel op de mobiele telefoon als op de
NAVIGON 8410 geactiveerd is. Om ervoor te zorgen dat vanaf de
mobiele telefoon kan worden gekoppeld, moeten op de
NAVIGON 8410 ook de functies Te herkennen door anderen
Andere mogen verbinden
2. Laat uw mobiele telefoon naar andere Bluetooth-apparaten zoeken.
Het navigatie-apparaat wordt als NAVIGON herkend.
3. Breng een verbinding op gang met het herkende apparaat
NAVIGON.
De mobiele telefoon vraagt u om een toegangscode in te voeren.
4. Voer een toegangscode in (1-16 cijfers).
zijn geactiveerd.
ERTROUWDE
en
Handsfree-module - 93 -
Gebruikershandboek NAVIGON 8410
De NAVIGON 8410 vraagt u om een toegangscode in te voeren.
5. Voer in het veld Code
dezelfde toegangscode in als op de mobiele
telefoon en druk op
De koppeling wordt uitgevoerd en de beide apparaten verbinden
zich. Het verbonden apparaat verschijnt in de lijst V
APPARATEN
. (Groen symbool (Verbonden))
12.1.3 Apparaat verbinden
Met verbinden wordt elke verdere verbinding tussen reeds een keer
gekoppelde Bluetooth-apparaten aangeduid. Daarbij hoeft geen
toegangscode meer te worden ingevoerd.
Automatisch verbinden
Opmerking: De NAVIGON 8410 moet op uw mobiele telefoon in de
Bluetooth-instellingen als "geautoriseerd" of "geautoriseerd apparaat"
zijn opgeslagen, zodat een automatische verbinding mogelijk is (de
precieze bewoording kan afhankelijk van de fabrikant variëren). Verdere
informatie vindt u in het handboek van uw mobiele telefoon.
Als het apparaat waarmee u een verbinding tot stand wilt brengen, het
laatst verbonden apparaat was en de instelling Laatste verbinding tot
stand brengen is geactiveerd, dan wordt de verbinding automatisch tot
stand gebracht zodra het apparaat zich binnen bereik bevindt.
Handmatig verbinden
Als net een Bluetooth-verbinding met een apparaat bestaat, hoeft u
deze verbinding niet eerst te verbreken, voordat u met een ander
apparaat een verbinding tot stand brengen. De bestaande verbinding
wordt automatisch verbroken zodra u de verbinding met een ander
apparaat tot stand brengt.
1. Zorg ervoor, dat Bluetooth op uw navigatie-apparaat geactiveerd is.
►Als u zich wilt verbinden met een mobiele telefoon, zorg er dan voor
dat Bluetooth op de mobiele telefoon geactiveerd is en dat de
functies Te herkennen door anderen
geactiveerd zijn.
►Als u zich met een headset wilt verbinden, zorg er dan voor dat
deze is ingeschakeld.
(OK).
ERTROUWDE
en Andere mogen verbinden
2. Druk in het venster H
(Vertrouwde apparaten
Het venster V
ANDSFREE-MODULE op de knop
).
ERTROUWDE APPARATEN wordt geopend. Een actueel
verbonden apparaat wordt gemarkeerd door het groene symbool
(Verbonden).
- 94 - Handsfree-module
Gebruikershandboek NAVIGON 8410
3. Druk in het venster VERTROUWDE APPARATEN op de knop
(Verbinden
) of op de naam van het apparaat waarmee u een
verbinding tot stand wilt brengen.
Als net een verbinding met een ander apparaat bestaat, wordt de
verbinding verbroken. De NAVIGON 8410 verbindt zich met het
gekozen apparaat.
12.1.4 Apparaat wissen
U kunt de verbindingsgegevens van gekoppelde apparaten wissen. Het
apparaat verschijnt dan niet meer in de lijst V
Als u van dit apparaat telefoonboek en/of recente gesprekken had
geïmporteerd, worden deze gegevens van het navigatie-apparaat
gewist.
1. Druk in het venster H
ANDSFREE-MODULE op (Vertrouwde
apparaten).
Het venster V
2. Druk op Opties
Het venster A
3. Druk op de knop
ERTROUWDE APPARATEN wordt geopend.
> Apparaat wissen.
PPARAAT WISSEN wordt geopend.
(Apparaat wissen) rechts naast het apparaat
dat u wilt wissen.
U wordt gevraagd het wissen te bevestigen.
4. Druk op Ja
.
Het apparaat is gewist uit de lijst V
12.1.5 Telefoonboek importeren
Voor elke gekoppelde mobiele telefoon in de lijst VERTROUWDE
APPARATEN
verbindingsgegevens opgeslagen worden. U heeft alleen toegang tot
het telefoonboek van een mobiele telefoon, wanneer de
NAVIGON 8410 verbonden is met de mobiele telefoon waaruit het werd
geïmporteerd. Zodra u zich verbindt met een andere telefoon of de
verbinding verbreekt, staat het telefoonboek niet meer ter beschikking
in de handsfreemodule.
1. Breng een verbinding tot stand met de mobiele telefoon waarvan u
2. Druk in het venster H
kan ook zijn telefoonboek geïmporteerd en samen met de
het telefoonboek wilt importeren. (zie hoofdstuk "
verbinden", pagina
94)
ANDSFREE-MODULE op de knop Telefoonboek.
De import van het telefoonboek wordt gestart. Afhankelijk van de
grootte van het telefoonboek kan dit enige tijd duren. Als de import
is voltooid, wordt het telefoonboek geopend.
ERTROUWDE APPARATEN.
ERTROUWDE APPARATEN.
Apparaat
Handsfree-module - 95 -
Gebruikershandboek NAVIGON 8410
Opmerking: Afhankelijk van de grootte van het telefoonboek kan de
import ervan enige tijd duren. Ondertussen kunt u de Bluetoothtoepassing op de achtergrond zetten, om bijv. tijdens een navigatie de
kaart weer te geven. Druk in het venster dat tijdens de import verschijnt,
op de knop Op achtergrond
voorgrond te halen.
om de navigatietoepassing naar de
Telefoonboek bewerken en vernieuwen
Het telefoonboek kan niet worden bewerkt in de handsfreemodule. Als
u een invoer in het telefoonboek wilt wijzigen of wissen, moet u de
wijzigingen op uw mobiele telefoon uitvoeren en daarna het
telefoonboek in de handsfreemodule vernieuwen. Bij de vernieuwing
wordt het telefoonboek opnieuw geïmporteerd.
1. Breng een verbinding tot stand met de mobiele telefoon waarvan u
het telefoonboek wilt vernieuwen. (Zie hoofdstuk "
verbinden", pagina
2. Druk in het venster H
Het telefoonboek van de verbonden telefoon wordt geopend.
3. Druk op Opties
De import van het telefoonboek wordt gestart.
Opmerking: Het wissen van het complete telefoonboek kan alleen
plaatsvinden door de mobiele telefoon uit de lijst V
APPARATEN
worden alle verbindingsgegevens, het telefoonboek en de recente
gesprekken gewist, zodat u na het wissen opnieuw een koppeling moet
uitvoeren om een verbinding met het apparaat tot stand te brengen.
te wissen. (Zie "Apparaat wissen", pagina 95). Daarbij
Meer informatie over het telefoonboek vindt u in het hoofdstuk "
contact uit het telefoonboek bellen" op pagina
94)
ANDSFREE-MODULE op de knop Telefoonboek.
> Vernieuwen.
Apparaat
ERTROUWDE
Een
98.
12.1.6 Recente gesprekken importeren
Voor elke gekoppelde mobiele telefoon in de lijst VERTROUWDE
APPARATEN
samen met de verbindingsgegevens opgeslagen worden. U heeft alleen
toegang tot de recente gesprekken van een mobiele telefoon, wanneer
de NAVIGON 8410 verbonden is met de mobiele telefoon waaruit deze
werden geïmporteerd. Zodra u zich verbindt met een andere telefoon of
de verbinding verbreekt, staan de recente gesprekken niet meer ter
beschikking op de handsfreemodule.
1. Breng een verbinding tot stand met de mobiele telefoon waarvan u
- 96 - Handsfree-module
kunnen ook de recente gesprekken ervan geïmporteerd en
de recente gesprekken wilt importeren. (zie hoofdstuk "
verbinden", pagina
94)
Apparaat
2. Druk in het venster HANDSFREE-MODULE op de knop Recente
gesprekken.
De import van de recente gesprekken wordt gestart. Als de import
is voltooid, verschijnen de recente gesprekken.
12.2 Gesprek aannemen
Wanneer een gesprek binnenkomt, wordt het venster BINNENKOMEND
GESPREK
laat het apparaat de naam en het nummer van de beller zien. (Als het
telefoonnummer van de beller verschijnt, maar niet in het telefoonboek
is opgeslagen, verschijnt in plaats van de naam Onbekende beller. Als
het telefoonnummer onderdrukt is, verschijnt Nummer onderdrukt)
► Druk op Opnemen, wanneer u het gesprek wilt aannemen.
► Druk op Weigeren, wanneer u het gesprek niet wilt aannemen.
Opmerking: Het geluid van de navigatie-instructies wordt tijdens een
gesprek uitgeschakeld.
geopend. Wanneer de betreffende informatie beschikbaar is,
Het venster L
OPEND GESPREK wordt geopend.
12.3 Bellen
Met de NAVIGON 8410 kunt u op verschillende manieren bellen
12.3.1 Bellen via spraakbesturing
Heel comfortabel is het bellen via spraakbesturing.
1. Druk in het venster H
- of -
Activeer in de navigatietoepassing de spraakbesturing door met uw
vinger een snelle streep diagonaal over het venster N
trekken. Zeg dan "Opbellen".
Het venster S
ANDSFREE-MODULE op Spraakbesturing.
PRAAKBESTURING wordt geopend.
Gebruikershandboek NAVIGON 8410
AVIGATIE te
Telefoonnummer opgeven
2. Zeg "Telefoonnummer".
Spreek het nummer dat u wilt bellen.
Opmerking: U moet de nummers afzonderlijk inspreken, maar kunt wel
meerdere nummers in een blok opgeven. Zeg bijv. "negen-vier-driedrie", wanneer u het nummerblok 9433 wilt inspreken.
3. Wacht tot de opgegeven nummers verschijnen.
Handsfree-module - 97 -
Gebruikershandboek NAVIGON 8410
Herhaal de stappen 2 tot 3 zo vaak tot het complete
telefoonnummer in het display wordt weergegeven. Zeg "Correctie",
als de laatste invoer verkeerd werd verstaan.
4. Zeg "Opbellen".
Er wordt gebeld naar het opgegeven telefoonnummer.
Contact uit het telefoonboek bellen
2. Zeg "Telefoonboek".
3. Zeg de naam van het contact dat u wilt bellen.
Als meerdere invoeren als passend bij deze naam worden herkend,
wordt een lijst met deze invoeren geopend.
►Zeg het cijfer voor het contact dat u wilt bellen.
Als voor dit contact meerdere telefoonnummers zijn opgeslagen,
wordt een lijst met deze nummers geopend.
►Zeg het cijfer voor het telefoonnummer dat u wilt bellen.
De telefoonverbinding wordt opgebouwd.
Opmerking: De functie Spraakbesturing is niet voor elke taal
beschikbaar.
12.3.2 Een telefoonnummer kiezen
1. Druk in het venster HANDSFREE-MODULE op de knop Toetsenblok.
Het venster T
2. Voer het gewenste telefoonnummer in.
3. Druk op de knop Opbellen
ELEFOONNUMMER wordt geopend.
.
12.3.3 Een snelkiesnummer kiezen
Er kunnen 4 snelkiesknoppen worden geconfigureerd.
►Druk in het venster HANDSFREE-MODULE op de betreffende
snelkiesknop.
Opmerking: Als voor de gekozen snelkiesknop nog geen nummer werd
opgegeven, of als er geen Bluetooth-verbinding met een mobiele
telefoon aanwezig is, wordt het venster S
Meer informatie vindt u in het hoofdstuk "
NELTOETS INSTELLEN geopend.
Sneltoets" op pagina 101.
12.3.4 Een contact uit het telefoonboek bellen
Als de NAVIGON 8410 is verbonden met een mobiele telefoon waarvan
het telefoonboek al werd geïmporteerd, dan kunt u nummers ook uit het
telefoonboek kiezen.
- 98 - Handsfree-module
Gebruikershandboek NAVIGON 8410
1. Druk in het venster HANDSFREE-MODULE op Telefoonboek.
Als het telefoonboek van de verbonden telefoon nog niet werd
geïmporteerd, wordt de import nu gestart, zie "
importeren", pagina
95.
Telefoonboek
2. Selecteer het contact dat u wilt bellen, uit het telefoonboek.
3. Druk op
Het venster G
(OK).
EKOZEN TELEFOONBOEKINVOER wordt geopend. Daar
verschijnen alle telefoonnummers en adressen die voor het
gekozen contact zijn opgeslagen.
4. Druk op de knop
(Opbellen) naast het telefoonnummer dat u
wilt kiezen.
12.3.5 Een van de laatste gesprekspartners bellen
Opmerking: De lijst R
binnenkomende en niet aangenomen gesprekken. Binnenkomende en
niet aangenomen gesprekken kunnen alleen worden gekozen, wanneer
het telefoonnummer van de beller werd doorgegeven.
1. Druk in het venster HANDSFREE-MODULE op de knop Recente
gesprekken.
►Als de recente gesprekken van de verbonden telefoon nog niet
werden geïmporteerd, wordt de import nu gestart, zie "
gesprekken importeren", pagina
De lijst R
ECENTE GESPREKKEN wordt geopend. De invoeren zijn
chronologisch gesorteerd, de symbolen rechts naast de invoer
geven het soort gesprek aan:
(Gemiste gesprekken
(Binnenkomende gesprekken
(Uitgaande gesprekken
2. Druk op de gewenste invoer.
Opmerking: De handsfreemodule kan slechts zolang over de lijst
R
ECENTE GESPREKKEN beschikken als deze met de mobiele telefoon
verbonden is. Deze wordt telkens bij het openen automatisch
vernieuwd.
ECENTE GESPREKKEN bevat uitgaande,
96.
) (oranje)
) (wit)
)
Recente
Handsfree-module - 99 -
Gebruikershandboek NAVIGON 8410
12.3.6 Gesprek van mobiele telefoon overnemen
De NAVIGON 8410 neemt lopende gesprekken automatisch over van
de mobiele telefoon zodra tussen beide apparaten een Bluetoothverbinding is opgebouwd.
12.4 Tijdens een gesprek
U telefoneert net via de handsfreemodule. Het venster LOPEND
GESPREK
12.4.1 De navigatietoepassing naar de voorgrond halen
U kunt de navigatietoepassing op elk moment naar de voorgrond halen.
Wanneer de NAVIGON 8410 net bezig is met een navigatie, kunt u zo
tijdens het gesprek de kaart met de navigatie-instructies zien.
►Druk op de knop (Navigatie).
Als een telefoongesprek wordt gevoerd, ziet u rechtsboven in de hoek
van het display het pictogram
►Druk op de knop (Telefoon), om het venster LOPEND
12.4.2 Cijfers invoeren
Tijdens een gesprek kunt u cijfers invoeren. Dat kan bijv. nodig zijn,
wanneer een telefooncentrale u wil doorverbinden.
1. Druk op Toetsenblok
2. Voer de gewenste cijfers in.
3. Druk op
is geopend.
GESPREK
openen.
(Lopend gesprek).
weer te openen.
.
(Terug), om het venster LOPEND GESPREK weer te
12.4.3 De microfoon uitzetten
Tijdens het gesprek kunt u de microfoon uitzetten, om bijv. overleg te
plegen zonder dat uw gesprekspartner dit hoort.
►Druk in het venster LOPEND GESPREK op (Geluid
uitschakelen), om de microfoon uit te zetten.
Uw gesprekspartner kan u nu niet meer horen. Het veranderde
pictogram van de knop laat dit zien.
►Druk op (Geluid uitschakelen), om de microfoon weer in te
schakelen.
- 100 - Handsfree-module
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.