PRODUCTVEILIGHEID EN CONFORMITEIT
VAN BLOOTSTELLING AAN
RADIOGOLVEN
Voordat u dit product gaat gebruiken,
dient u de bedieningsinstructies en de
waarschuwingsinformatie over
Waarschuwing
VEILIGHEID
Vanwege de ICNIRP/FCC-vereisten ten aanzien van
blootstelling aan radiogolven, mag deze portofoon alleen
beroepsmatig worden gebruikt.
Raadpleeg de volgende website voor een lijst met door
Motorola goedgekeurde antennes, batterijen en andere
accessoires: http://www.motorolasolutions.com
radiofrequente energie te lezen die u
kunt vinden in het boekje
Productveiligheid en blootstelling aan
radiogolven, dat bij de portofoon wordt
geleverd.
LET OP!
Nederlands
2
VEILIGHEIDSINFORMATIE
MET BETREKKING TOT
BATTERIJEN EN
OPLADERS
Dit document bevat belangrijke veiligheids- en
gebruiksinstructies. Lees deze instructies goed door en
bewaar deze voor later gebruik.
Voordat u de batterijoplader gaat gebruiken, dient u alle
instructies en waarschuwingsmarkeringen te lezen met
betrekking tot:
• De oplader
• De batterij
• De portofoon waarvoor de batterij wordt gebruikt
1.Verminder de kans op letsel door alleen gebruik te maken
van de oplaadbare, door Motorola goedgekeurde batterijen.
Andere batterijen kunnen exploderen, waardoor persoonlijk
letsel of schade kan ontstaan.
2.Het gebruik van accessoires die niet worden aanbevolen door
Motorola, kan leiden tot brand, een elektrische schok of letsel.
3.Verminder de kans op schade aan de stekker en de
stroomkabel door de lader aan de stekker en niet aan de
kabel uit het stopcontact te trekken.
4.Gebruik alleen een verlengkabel als dit absoluut nodig is. Het
gebruik van een verkeerd verlengsnoer kan leiden tot brand
of een elektrische schok. Als het noodzakelijk is een
verlengsnoer te gebruiken, dient u een 18AWG-snoer te
gebruiken voor een snoerlengte tot 2,0 m en een 16AWGsnoer voor een snoerlengte tot 3,0 m.
5.Verminder de kans op brand, een elektrische schok of letsel
door de lader niet te gebruiken als deze op enigerlei wijze
defect of beschadigd is. Breng in dat geval de lader naar een
gekwalificeerde Motorola-servicemonteur.
6.Haal de lader niet uit elkaar; deze kan niet worden
gerepareerd en er zijn geen vervangende onderdelen
verkrijgbaar. Als u de oplader uit elkaar haalt, kan er een
elektrische schok of brand ontstaan.
7.Verminder de kans op een elektrische schok door de oplader
uit het stopcontact te trekken voordat u deze onderhoudt of
reinigt.
RICHTLIJNEN VOOR EEN VEILIGE BEDIENING
• Schakel de portofoon uit alvorens de batterij op te laden.
• De oplader is niet geschikt voor gebruik buitenshuis. Gebruik
deze alleen op droge locaties/in droge omstandigheden.
• De oplader mag alleen worden aangesloten op een correct
bekabelde voedingsbron met zekeringen en het juiste voltage
(zoals vermeld op het product).
• Koppel de oplader los van de netspanning door de stekker uit
het stopcontact te trekken.
• Het stopcontact waarop deze apparatuur wordt aangesloten,
moet zich in de buurt bevinden en goed bereikbaar zijn.
• De maximale omgevingstemperatuur van de
spanningsbronapparatuur mag niet hoger zijn dan 40°C.
• Zorg ervoor dat het snoer zodanig ligt dat niemand hierop kan
stappen of erover kan struikelen, en dat het niet vochtig kan
worden, kan worden beschadigen of strak kan komen te staan.
3
BETREKKING TOT BATTERIJEN EN
VEILIGHEIDSINFORMATIE MET
OPLADERS
Nederlands
OVERZICHT VAN DE PORTOFOON
ONDERDELEN VAN DE PORTOFOON
PORTOFOON
OVERZICHT VAN DE
Nederlands
Antenne
2-pins connector voor
audioaccessoire
Modellabel
XT420
Batterij
Microfoon
PTT (Push-To-Talk)
SB1 - Monitoren
SB2 - Scannen/
hinderlijk
kanaal verwijderen
Kanaalselectieknop
Led-indicator
Knop voor
aan/uit/
volume
16 kanalen XT420
4
Knop voor aan/uit/volume
Wordt gebruikt om de portofoon in en uit te schakelen en
het volume van de portofoon aan te passen.
Kanaalselectieknop
Wordt gebruikt om de portofoon op een ander kanaal af te
stellen.
Microfoon
Spreek duidelijk in de microfoon als u een bericht wilt
versturen.
Antenne
De antenne van de portofoon kan niet worden verwijderd.
Led-indicator
Wordt gebruikt om de batterijstatus, de opstartstatus,
informatie over de portofoonoproep en de scanstatus aan
te geven.
Knoppen aan de zijkant
Knop Push-to-Talk (PTT)
• Houd deze knop ingedrukt als u praat en laat de knop los om
te luisteren.
Zijknop 1 (SB1)
• Zijknop 1 is een algemene knop die kan worden geconfigureerd
met behulp van de computerprogrammeersoftware (CPS). De
standaardinstelling voor zijknop 1 is ‘monitoren'.
Zijknop 2 (SB2)
• Zijknop 2 is een algemene knop die kan worden geconfigureerd
met behulp van de CPS. De standaardinstelling voor zijknop 2
is ‘scannen/hinderlijk kanaal verwijderen’.
PORTOFOON
5
Nederlands
OVERZICHT VAN DE
BATTERIJEN EN
OPLADERS
De lithium-ionbatterij installeren
Aanbrengen
Aandrukken
tot de klik
BATTERIJEN EN OPLADERS
Loskoppelen
Vergrendeling indrukken
De lithium-ionbatterij verwijderen
1.Schakel de portofoon uit.
2.Druk de batterijvergrendeling naar beneden en houd de
vergrendeling ingedrukt terwijl u de batterij verwijdert.
3.Trek de batterij weg van de portofoon.
Houder
De XT420 en de XT460 worden geleverd met een houder
in plaats van een riemclip, voor een betere draagbaarheid.
Sleuven
1.Schakel de portofoon uit.
2.Houd het Motorola-logo op de batterij naar buiten gericht en
plaats de lipjes aan de onderkant van de batterij in de
uitsparingen onder aan de portofoon.
3.Druk de batterij op de portofoon (bovenkant eerst) totdat u
een klik hoort.
Nederlands
6
Lipjes
Voedingsbron, adapters en oplaadstation
PUSH
P
US
H
Adapter
BATTERIJEN EN OPLADERS
Adapter
Oplaadstation
De portofoon wordt geleverd met een oplaadstation, een
voedingsbron (ook bekend als transformator) en een set
adapters.
Alle adapters die bij de portofoon worden geleverd,
kunnen worden gebruikt met de voedingsbron.
Welke adapter u moet installeren, is afhankelijk van de
regio waar u zich bevindt.
Bepaal welke adapter geschikt is voor uw stopcontact en
ga als volgt te werk om deze te installeren:
Voedingsbron
PUSH
Voedingsbron
PUSH
Voedingsbron
• Schuif de adapter met de gleuven omlaag op de
voedingsbron tot deze op zijn plaats klikt.
• Schuif de adapter omhoog om deze te verwijderen.
Opmerking: De adapter in de afbeeldingen dient slechts ter
Wanneer u een extra oplader of voedingsbron aanschaft,
moet u erop letten dat deze overeenkomt met het
oplaadstation en de voedingsbronset die u al heeft.
illustratie. Het is mogelijk dat de adapter die u
installeert er anders uitziet.
7
Nederlands
Opladen met het oplaadstation voor één
apparaat
Oplaadstation
Oplaadstationpoort
Een standaardbatterij opladen
Het oplaadstation voor één apparaat is ontworpen om de
batterij met portofoon of met portofoon en houder eraan op
te laden, of een afzonderlijke batterij op te laden.
TabeL 1: Door Motorola goedgekeurde accu's
OnderdeelnummerBeschrijving
PMNN4434_RStandaard lithium-ionaccu
PMNN4453_R
Lithium-ionaccu met hoge
capaciteit
BATTERIJEN EN OPLADERS
1.Plaats het oplaadstation voor één apparaat op een plat oppervlak.
2.Steek de stekker van de voedingsbron in de poort aan de
zijkant van het oplaadstation voor één apparaat.
3.Steek de wisselstroomadapter in het stopcontact.
4.Plaats de portofoon op het oplaadstation voor één apparaat
met de portofoon naar voren gericht, zoals weergegeven in
de afbeelding.
Opmerking: Wanneer u een batterij wilt opladen die zich in een
Nederlands
portofoon bevindt, dient u de portofoon uit te
schakelen om ervoor te zorgen dat de batterij
volledig opgeladen kan worden. Zie “Richtlijnen voor
een veilige bediening” op pagina 3 voor meer
informatie.
8
Voedingsbron
(transformator)
Led-indicatoren van het oplaadstation voor één apparaat
TabeL 2: LED-indicator oplader
StatusLED-statusOpmerkingen
IngeschakeldGroen gedurende 1 sec
Bezig met ladenBrandt onafgebroken rood
Opladen voltooidBrandt onafgebroken groen
Accufout (*)
De accu is in afwachting van
opladen (**)
Status accuniveau
(*) Dit probleem kan meestal worden opgelost door de accu opnieuw te plaatsen.
(**) Accutemperatuur is te hoog of te laag of het verkeerde voltage wordt gebruikt.
Als er geen LED-indicatie is:
1.Controleer of de radio met accu of de accu alleen goed is geplaatst.
2.Controleer of de stroomkabel goed is aangesloten op het stopcontact.
3.Controleer of de accu van de radio wordt vermeld in Tabel 1.
Rood licht knippert snel
Oranje licht knippert langzaam
Rood licht knippert 1 keer
Oranje licht knippert 2 keer
Groen licht knippert 3 keer
Accu bijna leeg
Accu halfvol
Accu vol
9
BATTERIJEN EN OPLADERS
Nederlands
AAN DE SLAG
Raadpleeg “Onderdelen van de portofoon” op pagina 4
van de gebruikershandleiding voor de volgende
toelichtingen.
DE PORTOFOON IN- EN UITSCHAKELEN
Draai de knop voor aan/uit/volume naar rechts om de
portofoon in te schakelen. De radio speelt het volgende af:
• Aankondiging voor opstarttoon en kanaalnummer, of
• Aankondigingen voor accuniveau en kanaalnummer, of
• Stil (hoorbare tonen uitgeschakeld)
AAN DE SLAG
De LED knippert kort rood.
Als u de portofoon wilt uitschakelen, draait u de knop voor
aan/uit/volume naar links tot u een klik hoort en de ledindicator van de portofoon uitgaat.
HET VOLUME AANPASSEN
Draai de knop voor aan/uit/volume naar rechts om het
volume te verhogen en naar links om het volume te verlagen.
Opmerking: Houd de portofoon niet te dicht bij uw oor wanneer
EEN KANAAL SELECTEREN
Draai aan de kanaalselectieknop om het gewenste
kanaalnummer te selecteren.
Elk kanaal afzonderlijk programmeren. Elk kanaal heeft
een eigen frequentie, een eigen interferentieeliminatiecode en eigen scaninstellingen.
PRATEN EN MONITOREN
deze is ingesteld op het hoogste volume of wanneer
u het volume aanpast.
Het is belangrijk het radioverkeer te controleren voordat u
berichten verstuurt, om te voorkomen dat u 'over iemand
heen praat' die al bezig is met verzenden.
Houd knop SB1 (*) 2 tot 3 seconden lang ingedrukt om
toegang te krijgen tot het radioverkeer op het kanaal. Als
er geen activiteit is, hoort u 'statische' ruis. Druk nogmaals
op knop SB1 om het monitoren te stoppen. Zodra er geen
radioverkeer meer is op het kanaal, kunt u verdergaan met
uw oproep door de PTT-knop in te drukken. Tijdens het
verzenden gaat de portofoon-led elke 3 seconden rood
knipperen.
(*) Hierbij wordt aangenomen dat knop SB1 niet voor een andere
functie is geprogrammeerd.
EEN OPROEP ONTVANGEN
1.Selecteer een kanaal door aan de kanaalselectieknop te
draaien tot u het gewenste kanaal heeft gevonden.
2.Let erop dat u de PTT-knop niet indrukt en luister of er
stemactiviteit op het kanaal is.
3.De led-indicator knippert rood als de portofoon een oproep
ontvangt.
4.Als u wilt antwoorden, houdt u de portofoon verticaal op 2,5
tot 5 cm afstand van uw mond. Druk de PTT-knop in om te
praten; laat de knop los om te luisteren.
Opmerking: Denk eraan dat de led altijd ROOD knippert tijdens
Opmerking: Als u naar alle activiteit op het huidige kanaal wilt
het verzenden en ontvangen van een oproep.
luisteren, drukt u kort op knop SB1 om de CTCSS/
DPL-code in te stellen op 0. Deze functie heet
CTCSS/DPL-onderdrukking (ruisonderdrukking
ingesteld op STIL).
Nederlands
10
ZENDBEREIK
Portofoons van de XT-serie zijn ontworpen voor een
maximale prestatie en een verbeterd transmissiebereik in
het veld. Aanbevolen wordt om minimaal 1,5 m afstand
tussen de portofoons te houden om te voorkomen dat er
interferentie optreedt. Het bereik van de XT420 is 16,250
m², 13 verdiepingen en 9 km in een gebied zonder
obstakels.
Het zendbereik hangt af van het terrein. Het bereik kan
worden beïnvloed door betonnen constructies of dicht
gebladerte en door de portofoons binnenshuis of in een
voertuig te gebruiken. Het optimale bereik wordt verkregen
in een vlak, open gebied en kan dan 9 km bedragen. Als er
gebouwen en bomen in de weg staan, wordt er een
gemiddeld bereik verkregen. Als het communicatiepad
wordt geblokkeerd door dicht gebladerte en bergen, is het
bereik minimaal. Voor een goede tweewegcommunicatie
moeten op beide portofoons hetzelfde kanaal, dezelfde
frequentie en dezelfde interferentie-eliminatiecode zijn
ingesteld. Deze instellingen zijn afhankelijk van het
opgeslagen profiel dat vooraf op de portofoon is
geprogrammeerd:
1.Kanaal: het huidige kanaal dat op de portofoon wordt
gebruikt, afhankelijk van het portofoonmodel.
2.Frequentie: de frequentie die door de portofoon wordt
gebruikt voor het verzenden/ontvangen.
3.Interferentie-eliminatiecode: deze code helpt de
interferentie te minimaliseren doordat er een reeks
codecombinaties beschikbaar wordt gesteld.
4.Scramblercode: code die ervoor zorgt dat de transmissie
verdraaid klinkt voor iedereen die de portofoon niet heeft
ingesteld op die specifieke code.
5.Bandbreedte: voor sommige frequenties kan een
kanaalafstand worden geselecteerd, die moet
overeenkomen met andere portofoons om een optimale
geluidskwaliteit te bereiken.
Zie “Programmeermodus” op pagina 14 voor informatie
over het instellen van frequenties en CTCSS/DPL-codes
voor de kanalen.
Opmerking: Interferentie-eliminatiecodes worden ook wel
CTCSS/DPL-codes of PL/DPL-codes genoemd.
11
AAN DE SLAG
Nederlands
LED-INDICATOREN VAN DE PORTOFOON
PORTOFOONSTATUSLED-INDICATIE
Kanaal bezet Brandt oranje
Kloonmodus Twee oranje hartslagen
Bezig met klonen Brandt oranje
Kritieke fout bij opstarten
Batterij bijna leeg Oranje hartslag
AAN DE SLAG
Uitschakeling wegens lege batterij Snelle oranje hartslag
Monitoren Led is uit
Opstarten Brandt 2 seconden lang rood
'Inactieve' programmeermodus/
kanaalmodus
Scanmodus Snelle rode hartslag
Verzenden (Tx)/ontvangen (RX) Rode hartslag
Verzenden met laag vermogen
geselecteerd
VOX/iVOX-modusDubbele rode hartslag
Knippert één keer groen, één keer oranje, één keer groen en vervolgens wordt dit
4 seconden lang herhaald
Groene hartslag
Brandt oranje
Nederlands
12
Terugzetten op fabrieksinstellingen
Terugzetten op fabrieksinstellingen betekent dat alle
portofoonfuncties worden teruggezet op de oorspronkelijke
fabrieksinstellingen. Hiertoe drukt u de PTT-, SB1- en
SB2-knop tegelijkertijd in terwijl u de portofoon inschakelt,
totdat u een hoge pieptoon hoort.
13
AAN DE SLAG
Nederlands
FUNCTIES
PROGRAMMEREN
CPS
(COMPUTERPROGRAMMEERSOFTWARE)
Aanbevolen wordt de CPS-kit te gebruiken om alle functies
van de portofoon eenvoudig te kunnen programmeren. Deze
kit omvat de programmeerkabel, de CPS en accessoires.
Programmeermodus
De programmeermodus is een speciale portofoonmodus
waarmee u de basisfuncties van de portofoon kunt
programmeren via het paneel van de portofoon.
Wanneer de portofoon is ingesteld op de
programmeermodus, kunt u de volgende drie functies
lezen en wijzigen:
• Frequenties
FUNCTIES PROGRAMMEREN
• Codes (CTCSS/DPL)
• Auto-scan.
Met de functie voor het programmeren van frequenties
kunt u frequenties selecteren voor elk kanaal.
De interferentie-eliminatiecode (CTCSS/ DPL) helpt
interferentie te minimaliseren door middel van een reeks
codecombinaties voor het filteren van statisch geluid, ruis
en ongewenste berichten.
Met de auto-scanfunctie kunt u een bepaald kanaal
configureren zodat dit automatisch wordt gescand als u
naar dat kanaal overschakelt (u hoeft niet op een knop te
drukken om het scannen te starten).
Voor meer informatie over programmeerfuncties kunt
u naar http://www.motorolasolutions.com gaan en de
volledige gebruikershandleiding van de XT420/XT460
downloaden.
Nederlands
14
Te programmeren
portofoon
USB-poorten
CPS-programmeerkabel
Oplaadstation
De eenvoudigste manier om de functies van de portofoon
te programmeren of te wijzigen is door gebruik te maken
van de computerprogrammeersoftware (CPS) en de CPSprogrammeerkabel (*).
Met de CPS kan de gebruiker frequenties en PL/DPLcodes programmeren, evenals een aantal andere functies
zoals: Time-out Timer, Scan List, Call Tones, Scramble,
Reverse Burst enzovoort. CPS is een zeer handig
hulpmiddel, omdat hiermee programmering via het
voorpaneel van de portofoon kan worden geblokkeerd of
het wijzigen van specifieke portofoonfuncties kan worden
beperkt (om te voorkomen dat vooraf ingestelde
portofoonwaarden per ongeluk worden gewist).
Daarnaast is het mogelijk het beheer van het profiel van de
portofoon te beveiligen met een wachtwoord. Zie het
schema met het functieoverzicht achter in de
gebruikershandleiding voor meer informatie.
Opmerking: De functies moeten worden ingeschakeld door een
Opmerking: (*) De CPS-programmeerkabel is een afzonderlijk
Zie de CPS-cd voor gedetailleerde informatie over
CPS.
geautoriseerde Motorola-verkoper. Neem voor meer
informatie contact op met uw Motorola-verkooppunt.
verkrijgbaar accessoire. Zie het gedeelte over
accessoires voor informatie over het
onderdeelnummer.
15
FUNCTIES PROGRAMMEREN
Nederlands
GEBRUIK EN ONDERHOUD
Gebruik een zachte, vochtige doek om
GEBRUIK EN ONDERHOUD
Nederlands
de buitenkant te reinigen
Als de portofoon wordt ondergedompeld in water...
Schakel de portofoon uit en
verwijder de batterijen
MOTOROLA, MOTO, MOTOROLA SOLUTIONS en het gestileerde M-logo zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van
Motorola Trademark Holdings, LLC en worden op grond van licenties gebruikt. Alle andere handelsmerken zijn het eigendom van hun