Motorola XT420 Non-Display model User guide [nl]

Two-Way Radios
User Guide
XT420 Non-Display model
INHOUD
Inhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1
Veiligheidsinformatie met betrekking tot
batterijen en opladers. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3
Richtlijnen voor een veilige bediening. . . . . . . . . . . . . . . .3
Overzicht van de portofoon . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
Onderdelen van de portofoon . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4
Knop voor aan/uit/volume . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5
Kanaalselectieknop. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
Microfoon . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5
Antenne. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5
Led-indicator . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5
Knoppen aan de zijkant . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5
Batterijen en opladers. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
De lithium-ionbatterij installeren . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
De lithium-ionbatterij verwijderen . . . . . . . . . . . . . . . . 6
Houder . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6
Voedingsbron, adapters en oplaadstation . . . . . . . . .7
Opladen met het oplaadstation voor één apparaat. . . 8
Een standaardbatterij opladen . . . . . . . . . . . . . . . . . .8
Led-indicatoren van het oplaadstation voor één
apparaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .9
Aan de slag . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
De portofoon in- en uitschakelen. . . . . . . . . . . . . . . . . . .10
Het volume aanpassen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .10
Een kanaal selecteren. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
Praten en monitoren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
Een oproep ontvangen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .10
Zendbereik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .11
Terugzetten op fabrieksinstellingen . . . . . . . . . . . . . 13
Functies programmeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
Programmeermodus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
CPS (computerprogrammeersoftware) . . . . . . . . . . . . . 14
Gebruik en onderhoud. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
1
INHOUD
Nederlands
VEILIGHEID
PRODUCTVEILIGHEID EN CONFORMITEIT VAN BLOOTSTELLING AAN RADIOGOLVEN
Voordat u dit product gaat gebruiken, dient u de bedieningsinstructies en de waarschuwingsinformatie over
Waarschuwing
VEILIGHEID
Vanwege de ICNIRP/FCC-vereisten ten aanzien van blootstelling aan radiogolven, mag deze portofoon alleen beroepsmatig worden gebruikt.
Raadpleeg de volgende website voor een lijst met door Motorola goedgekeurde antennes, batterijen en andere accessoires: http://www.motorolasolutions.com
radiofrequente energie te lezen die u kunt vinden in het boekje Productveiligheid en blootstelling aan radiogolven, dat bij de portofoon wordt geleverd.
LET OP!
Nederlands
2
VEILIGHEIDSINFORMATIE MET BETREKKING TOT BATTERIJEN EN OPLADERS
Dit document bevat belangrijke veiligheids- en gebruiksinstructies. Lees deze instructies goed door en bewaar deze voor later gebruik. Voordat u de batterijoplader gaat gebruiken, dient u alle instructies en waarschuwingsmarkeringen te lezen met betrekking tot:
• De oplader
• De batterij
• De portofoon waarvoor de batterij wordt gebruikt
1. Verminder de kans op letsel door alleen gebruik te maken
van de oplaadbare, door Motorola goedgekeurde batterijen. Andere batterijen kunnen exploderen, waardoor persoonlijk letsel of schade kan ontstaan.
2. Het gebruik van accessoires die niet worden aanbevolen door
Motorola, kan leiden tot brand, een elektrische schok of letsel.
3. Verminder de kans op schade aan de stekker en de
stroomkabel door de lader aan de stekker en niet aan de kabel uit het stopcontact te trekken.
4. Gebruik alleen een verlengkabel als dit absoluut nodig is. Het
gebruik van een verkeerd verlengsnoer kan leiden tot brand of een elektrische schok. Als het noodzakelijk is een verlengsnoer te gebruiken, dient u een 18AWG-snoer te gebruiken voor een snoerlengte tot 2,0 m en een 16AWG­snoer voor een snoerlengte tot 3,0 m.
5. Verminder de kans op brand, een elektrische schok of letsel
door de lader niet te gebruiken als deze op enigerlei wijze defect of beschadigd is. Breng in dat geval de lader naar een gekwalificeerde Motorola-servicemonteur.
6. Haal de lader niet uit elkaar; deze kan niet worden
gerepareerd en er zijn geen vervangende onderdelen verkrijgbaar. Als u de oplader uit elkaar haalt, kan er een elektrische schok of brand ontstaan.
7. Verminder de kans op een elektrische schok door de oplader
uit het stopcontact te trekken voordat u deze onderhoudt of reinigt.
RICHTLIJNEN VOOR EEN VEILIGE BEDIENING
• Schakel de portofoon uit alvorens de batterij op te laden.
• De oplader is niet geschikt voor gebruik buitenshuis. Gebruik deze alleen op droge locaties/in droge omstandigheden.
• De oplader mag alleen worden aangesloten op een correct bekabelde voedingsbron met zekeringen en het juiste voltage (zoals vermeld op het product).
• Koppel de oplader los van de netspanning door de stekker uit het stopcontact te trekken.
• Het stopcontact waarop deze apparatuur wordt aangesloten, moet zich in de buurt bevinden en goed bereikbaar zijn.
• De maximale omgevingstemperatuur van de spanningsbronapparatuur mag niet hoger zijn dan 40°C.
• Zorg ervoor dat het snoer zodanig ligt dat niemand hierop kan stappen of erover kan struikelen, en dat het niet vochtig kan worden, kan worden beschadigen of strak kan komen te staan.
3
BETREKKING TOT BATTERIJEN EN
VEILIGHEIDSINFORMATIE MET
OPLADERS
Nederlands
OVERZICHT VAN DE PORTOFOON
ONDERDELEN VAN DE PORTOFOON
PORTOFOON
OVERZICHT VAN DE
Nederlands
Antenne
2-pins connector voor audioaccessoire
Modellabel
XT420
Batterij
Microfoon
PTT (Push-To-Talk)
SB1 - Monitoren
SB2 - Scannen/ hinderlijk kanaal verwijderen
Kanaalselectieknop
Led-indicator
Knop voor aan/uit/ volume
16 kanalen XT420
4
Knop voor aan/uit/volume
Wordt gebruikt om de portofoon in en uit te schakelen en het volume van de portofoon aan te passen.
Kanaalselectieknop
Wordt gebruikt om de portofoon op een ander kanaal af te stellen.
Microfoon
Spreek duidelijk in de microfoon als u een bericht wilt versturen.
Antenne
De antenne van de portofoon kan niet worden verwijderd.
Led-indicator
Wordt gebruikt om de batterijstatus, de opstartstatus, informatie over de portofoonoproep en de scanstatus aan te geven.
Knoppen aan de zijkant
Knop Push-to-Talk (PTT)
• Houd deze knop ingedrukt als u praat en laat de knop los om te luisteren.
Zijknop 1 (SB1)
• Zijknop 1 is een algemene knop die kan worden geconfigureerd met behulp van de computerprogrammeersoftware (CPS). De standaardinstelling voor zijknop 1 is ‘monitoren'.
Zijknop 2 (SB2)
• Zijknop 2 is een algemene knop die kan worden geconfigureerd met behulp van de CPS. De standaardinstelling voor zijknop 2 is ‘scannen/hinderlijk kanaal verwijderen’.
PORTOFOON
5
Nederlands
OVERZICHT VAN DE
BATTERIJEN EN OPLADERS
De lithium-ionbatterij installeren
Aanbrengen
Aandrukken
tot de klik
BATTERIJEN EN OPLADERS
Loskoppelen
Vergrendeling indrukken
De lithium-ionbatterij verwijderen
1. Schakel de portofoon uit.
2. Druk de batterijvergrendeling naar beneden en houd de
vergrendeling ingedrukt terwijl u de batterij verwijdert.
3. Trek de batterij weg van de portofoon.
Houder
De XT420 en de XT460 worden geleverd met een houder in plaats van een riemclip, voor een betere draagbaarheid.
Sleuven
1. Schakel de portofoon uit.
2. Houd het Motorola-logo op de batterij naar buiten gericht en
plaats de lipjes aan de onderkant van de batterij in de uitsparingen onder aan de portofoon.
3. Druk de batterij op de portofoon (bovenkant eerst) totdat u
een klik hoort.
Nederlands
6
Lipjes
Voedingsbron, adapters en oplaadstation
PUSH
P
US
H
Adapter
BATTERIJEN EN OPLADERS
Adapter
Oplaadstation
De portofoon wordt geleverd met een oplaadstation, een voedingsbron (ook bekend als transformator) en een set adapters. Alle adapters die bij de portofoon worden geleverd, kunnen worden gebruikt met de voedingsbron. Welke adapter u moet installeren, is afhankelijk van de regio waar u zich bevindt. Bepaal welke adapter geschikt is voor uw stopcontact en ga als volgt te werk om deze te installeren:
Voedingsbron
PUSH
Voedingsbron
PUSH
Voedingsbron
• Schuif de adapter met de gleuven omlaag op de voedingsbron tot deze op zijn plaats klikt.
• Schuif de adapter omhoog om deze te verwijderen.
Opmerking: De adapter in de afbeeldingen dient slechts ter
Wanneer u een extra oplader of voedingsbron aanschaft, moet u erop letten dat deze overeenkomt met het oplaadstation en de voedingsbronset die u al heeft.
illustratie. Het is mogelijk dat de adapter die u installeert er anders uitziet.
7
Nederlands
Opladen met het oplaadstation voor één apparaat
Oplaadstation
Oplaadstati­onpoort
Een standaardbatterij opladen
Het oplaadstation voor één apparaat is ontworpen om de batterij met portofoon of met portofoon en houder eraan op te laden, of een afzonderlijke batterij op te laden.
TabeL 1: Door Motorola goedgekeurde accu's
Onderdeelnummer Beschrijving
PMNN4434_R Standaard lithium-ionaccu
PMNN4453_R
Lithium-ionaccu met hoge capaciteit
BATTERIJEN EN OPLADERS
1. Plaats het oplaadstation voor één apparaat op een plat oppervlak.
2. Steek de stekker van de voedingsbron in de poort aan de
zijkant van het oplaadstation voor één apparaat.
3. Steek de wisselstroomadapter in het stopcontact.
4. Plaats de portofoon op het oplaadstation voor één apparaat
met de portofoon naar voren gericht, zoals weergegeven in de afbeelding.
Opmerking: Wanneer u een batterij wilt opladen die zich in een
Nederlands
portofoon bevindt, dient u de portofoon uit te schakelen om ervoor te zorgen dat de batterij volledig opgeladen kan worden. Zie “Richtlijnen voor een veilige bediening” op pagina 3 voor meer informatie.
8
Voedingsbron (transfor­mator)
Led-indicatoren van het oplaadstation voor één apparaat
TabeL 2: LED-indicator oplader
Status LED-status Opmerkingen
Ingeschakeld Groen gedurende 1 sec
Bezig met laden Brandt onafgebroken rood
Opladen voltooid Brandt onafgebroken groen
Accufout (*)
De accu is in afwachting van opladen (**)
Status accuniveau
(*) Dit probleem kan meestal worden opgelost door de accu opnieuw te plaatsen. (**) Accutemperatuur is te hoog of te laag of het verkeerde voltage wordt gebruikt.
Als er geen LED-indicatie is:
1. Controleer of de radio met accu of de accu alleen goed is geplaatst.
2. Controleer of de stroomkabel goed is aangesloten op het stopcontact.
3. Controleer of de accu van de radio wordt vermeld in Tabel 1.
Rood licht knippert snel
Oranje licht knippert langzaam
Rood licht knippert 1 keer
Oranje licht knippert 2 keer
Groen licht knippert 3 keer
Accu bijna leeg
Accu halfvol
Accu vol
9
BATTERIJEN EN OPLADERS
Nederlands
AAN DE SLAG
Raadpleeg “Onderdelen van de portofoon” op pagina 4 van de gebruikershandleiding voor de volgende toelichtingen.
DE PORTOFOON IN- EN UITSCHAKELEN
Draai de knop voor aan/uit/volume naar rechts om de portofoon in te schakelen. De radio speelt het volgende af:
• Aankondiging voor opstarttoon en kanaalnummer, of
• Aankondigingen voor accuniveau en kanaalnummer, of
• Stil (hoorbare tonen uitgeschakeld)
AAN DE SLAG
De LED knippert kort rood. Als u de portofoon wilt uitschakelen, draait u de knop voor aan/uit/volume naar links tot u een klik hoort en de led­indicator van de portofoon uitgaat.
HET VOLUME AANPASSEN
Draai de knop voor aan/uit/volume naar rechts om het volume te verhogen en naar links om het volume te verlagen.
Opmerking: Houd de portofoon niet te dicht bij uw oor wanneer
EEN KANAAL SELECTEREN
Draai aan de kanaalselectieknop om het gewenste kanaalnummer te selecteren. Elk kanaal afzonderlijk programmeren. Elk kanaal heeft een eigen frequentie, een eigen interferentie­eliminatiecode en eigen scaninstellingen.
PRATEN EN MONITOREN
deze is ingesteld op het hoogste volume of wanneer u het volume aanpast.
Het is belangrijk het radioverkeer te controleren voordat u berichten verstuurt, om te voorkomen dat u 'over iemand heen praat' die al bezig is met verzenden. Houd knop SB1 (*) 2 tot 3 seconden lang ingedrukt om toegang te krijgen tot het radioverkeer op het kanaal. Als er geen activiteit is, hoort u 'statische' ruis. Druk nogmaals op knop SB1 om het monitoren te stoppen. Zodra er geen radioverkeer meer is op het kanaal, kunt u verdergaan met uw oproep door de PTT-knop in te drukken. Tijdens het verzenden gaat de portofoon-led elke 3 seconden rood knipperen.
(*) Hierbij wordt aangenomen dat knop SB1 niet voor een andere functie is geprogrammeerd.
EEN OPROEP ONTVANGEN
1. Selecteer een kanaal door aan de kanaalselectieknop te
draaien tot u het gewenste kanaal heeft gevonden.
2. Let erop dat u de PTT-knop niet indrukt en luister of er
stemactiviteit op het kanaal is.
3. De led-indicator knippert rood als de portofoon een oproep
ontvangt.
4. Als u wilt antwoorden, houdt u de portofoon verticaal op 2,5
tot 5 cm afstand van uw mond. Druk de PTT-knop in om te praten; laat de knop los om te luisteren.
Opmerking: Denk eraan dat de led altijd ROOD knippert tijdens
Opmerking: Als u naar alle activiteit op het huidige kanaal wilt
het verzenden en ontvangen van een oproep.
luisteren, drukt u kort op knop SB1 om de CTCSS/ DPL-code in te stellen op 0. Deze functie heet CTCSS/DPL-onderdrukking (ruisonderdrukking ingesteld op STIL).
Nederlands
10
ZENDBEREIK
Portofoons van de XT-serie zijn ontworpen voor een maximale prestatie en een verbeterd transmissiebereik in het veld. Aanbevolen wordt om minimaal 1,5 m afstand tussen de portofoons te houden om te voorkomen dat er interferentie optreedt. Het bereik van de XT420 is 16,250 m², 13 verdiepingen en 9 km in een gebied zonder obstakels. Het zendbereik hangt af van het terrein. Het bereik kan worden beïnvloed door betonnen constructies of dicht gebladerte en door de portofoons binnenshuis of in een voertuig te gebruiken. Het optimale bereik wordt verkregen in een vlak, open gebied en kan dan 9 km bedragen. Als er gebouwen en bomen in de weg staan, wordt er een gemiddeld bereik verkregen. Als het communicatiepad wordt geblokkeerd door dicht gebladerte en bergen, is het bereik minimaal. Voor een goede tweewegcommunicatie moeten op beide portofoons hetzelfde kanaal, dezelfde frequentie en dezelfde interferentie-eliminatiecode zijn ingesteld. Deze instellingen zijn afhankelijk van het opgeslagen profiel dat vooraf op de portofoon is geprogrammeerd:
1. Kanaal: het huidige kanaal dat op de portofoon wordt
gebruikt, afhankelijk van het portofoonmodel.
2. Frequentie: de frequentie die door de portofoon wordt
gebruikt voor het verzenden/ontvangen.
3. Interferentie-eliminatiecode: deze code helpt de
interferentie te minimaliseren doordat er een reeks codecombinaties beschikbaar wordt gesteld.
4. Scramblercode: code die ervoor zorgt dat de transmissie
verdraaid klinkt voor iedereen die de portofoon niet heeft
ingesteld op die specifieke code.
5. Bandbreedte: voor sommige frequenties kan een
kanaalafstand worden geselecteerd, die moet overeenkomen met andere portofoons om een optimale geluidskwaliteit te bereiken.
Zie “Programmeermodus” op pagina 14 voor informatie over het instellen van frequenties en CTCSS/DPL-codes voor de kanalen.
Opmerking: Interferentie-eliminatiecodes worden ook wel
CTCSS/DPL-codes of PL/DPL-codes genoemd.
11
AAN DE SLAG
Nederlands
LED-INDICATOREN VAN DE PORTOFOON
PORTOFOONSTATUS LED-INDICATIE
Kanaal bezet Brandt oranje
Kloonmodus Twee oranje hartslagen
Bezig met klonen Brandt oranje
Kritieke fout bij opstarten
Batterij bijna leeg Oranje hartslag
AAN DE SLAG
Uitschakeling wegens lege batterij Snelle oranje hartslag
Monitoren Led is uit
Opstarten Brandt 2 seconden lang rood
'Inactieve' programmeermodus/ kanaalmodus
Scanmodus Snelle rode hartslag
Verzenden (Tx)/ontvangen (RX) Rode hartslag
Verzenden met laag vermogen geselecteerd
VOX/iVOX-modus Dubbele rode hartslag
Knippert één keer groen, één keer oranje, één keer groen en vervolgens wordt dit 4 seconden lang herhaald
Groene hartslag
Brandt oranje
Nederlands
12
Terugzetten op fabrieksinstellingen
Terugzetten op fabrieksinstellingen betekent dat alle portofoonfuncties worden teruggezet op de oorspronkelijke fabrieksinstellingen. Hiertoe drukt u de PTT-, SB1- en SB2-knop tegelijkertijd in terwijl u de portofoon inschakelt, totdat u een hoge pieptoon hoort.
13
AAN DE SLAG
Nederlands
FUNCTIES PROGRAMMEREN
CPS (COMPUTERPROGRAMMEERSOFTWARE)
Aanbevolen wordt de CPS-kit te gebruiken om alle functies van de portofoon eenvoudig te kunnen programmeren. Deze kit omvat de programmeerkabel, de CPS en accessoires.
Programmeermodus
De programmeermodus is een speciale portofoonmodus waarmee u de basisfuncties van de portofoon kunt programmeren via het paneel van de portofoon. Wanneer de portofoon is ingesteld op de programmeermodus, kunt u de volgende drie functies lezen en wijzigen:
• Frequenties
FUNCTIES PROGRAMMEREN
• Codes (CTCSS/DPL)
• Auto-scan.
Met de functie voor het programmeren van frequenties kunt u frequenties selecteren voor elk kanaal. De interferentie-eliminatiecode (CTCSS/ DPL) helpt interferentie te minimaliseren door middel van een reeks codecombinaties voor het filteren van statisch geluid, ruis en ongewenste berichten. Met de auto-scanfunctie kunt u een bepaald kanaal configureren zodat dit automatisch wordt gescand als u naar dat kanaal overschakelt (u hoeft niet op een knop te drukken om het scannen te starten).
Voor meer informatie over programmeerfuncties kunt u naar http://www.motorolasolutions.com gaan en de volledige gebruikershandleiding van de XT420/XT460 downloaden.
Nederlands
14
Te programmeren portofoon
USB-poorten
CPS-programmeerkabel
Oplaadstation
De eenvoudigste manier om de functies van de portofoon te programmeren of te wijzigen is door gebruik te maken van de computerprogrammeersoftware (CPS) en de CPS­programmeerkabel (*).
Met de CPS kan de gebruiker frequenties en PL/DPL­codes programmeren, evenals een aantal andere functies zoals: Time-out Timer, Scan List, Call Tones, Scramble, Reverse Burst enzovoort. CPS is een zeer handig hulpmiddel, omdat hiermee programmering via het voorpaneel van de portofoon kan worden geblokkeerd of het wijzigen van specifieke portofoonfuncties kan worden beperkt (om te voorkomen dat vooraf ingestelde portofoonwaarden per ongeluk worden gewist).
Daarnaast is het mogelijk het beheer van het profiel van de portofoon te beveiligen met een wachtwoord. Zie het schema met het functieoverzicht achter in de gebruikershandleiding voor meer informatie.
Opmerking: De functies moeten worden ingeschakeld door een
Opmerking: (*) De CPS-programmeerkabel is een afzonderlijk
Zie de CPS-cd voor gedetailleerde informatie over CPS.
geautoriseerde Motorola-verkoper. Neem voor meer informatie contact op met uw Motorola-verkooppunt.
verkrijgbaar accessoire. Zie het gedeelte over accessoires voor informatie over het onderdeelnummer.
15
FUNCTIES PROGRAMMEREN
Nederlands
GEBRUIK EN ONDERHOUD
Gebruik een zachte, vochtige doek om
GEBRUIK EN ONDERHOUD
Nederlands
de buitenkant te reinigen
Als de portofoon wordt ondergedompeld in water...
Schakel de portofoon uit en
verwijder de batterijen
MOTOROLA, MOTO, MOTOROLA SOLUTIONS en het gestileerde M-logo zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van
Motorola Trademark Holdings, LLC en worden op grond van licenties gebruikt. Alle andere handelsmerken zijn het eigendom van hun
16
Dompel de portofoon niet
onder in water
Droog de portofoon met een
zachte doek
Gebruik geen alcohol of
schoonmaakmiddelen
Gebruik de portofoon pas als deze
volledig droog is
© 2013 Motorola Solutions, Inc. Alle rechten voorbehouden.
respectieve eigenaren.
m
*68012009003*
68012009003-A
Loading...