Dit toestel is in overeenstemming met Deel 15 van de FCC-regels. De werking is onderworpen aan de
volgende twee voorwaarden:
(1) Dit toestel mag geen schadelijke interferentie veroorzaken, en
(2) Dit toestel moet elke ontvangen interferentie aanvaarden, met inbegrip van interferentie die kan
resulteren in een ongewenste werking.
Opmerking:
Dit toestel is getest en valt binnen de limieten voor digitale toestellen van Klasse B, volgens Deel 15
van de FCC-regels. Deze richtlijnen zijn ontwikkeld om een redelijke bescherming te garanderen
tegen schadelijke interferentie bij een installatie in een woonomgeving. Deze apparatuur genereert,
maakt gebruik van en kan straling afgeven van radiofrequentie-energie. Indien het toestel niet
geïnstalleerd en gebruikt wordt in overeenstemming met de instructies, kan het schadelijke interferentie
veroorzaken voor radiocommunicatie.
Er is echter geen garantie dat er in een bepaalde installatie geen storingen zullen voorkomen. Als dit
apparaat inderdaad schadelijke storing veroorzaakt bij de ontvangst van radio- of televisiesignalen,
wat kan worden vastgesteld door de apparatuur uit en aan te zetten, verdient het aanbeveling een
of meer van de volgende maatregelen te nemen om de storing te verhelpen:
Richt de ontvangstantenne anders of verplaats ze
Vergroot de afstand tussen de apparatuur en de ontvanger
Sluit de apparatuur aan op een stopcontact van een ander circuit dan het circuit waarop de
ontvanger is aangesloten
Raadpleeg de leverancier of een ervaren radio- of televisiemonteur
Het gebruik van een afgeschermde kabel is verplicht om te voldoen aan de vereisten voor klasse B
apparaten in het Onderdeel B van deel 15 van de FCC-regels. Voer geen veranderingen of aanpassingen
uit op de apparatuur tenzij dit in de handleiding wordt aangegeven. Als toch veranderingen of
aanpassingen worden uitgevoerd, mag u wellicht de apparatuur niet meer bedienen.
NE-1
NFORMATIE OVER DE HANDELSMERKEN
Microsoft® en Windows® zijn gedeponeerde (V.S.) handelsmerken van Microsoft Corporation.
Pentium
Macintosh is een handelsmerk van Apple Computer, Inc.
SD
Andere benamingen en producten kunnen handelsmerken en gedeponeerde handelsmerken zijn
LEES DIT EERST
Mededeling:
1. Productontwerp en specificaties kunnen zonder voorafgaande aankondiging worden veranderd.
2. Het product en de accessoires die bij de camera worden geleverd, kunnen verschillen van datgene
3. De illustraties in deze handleiding hebben tot doel meer uitleg te geven en kunnen verschillen van
4. De fabrikant neemt geen verantwoordelijkheid voor fouten of tekortkomingen in deze handleiding.
NE-2
®
is een gedeponeerd handelsmerk van Intel Corporation.
TM
is een handelsmerk.
van hun respectieve eigenaren.
Deze omvatten hoofdzakelijk productspecificaties, software, softwarestuurprogramma’s alsmede de
handleiding. Deze handleiding vormt algemeen naslagmateriaal voor het product.
wat in deze handleiding wordt beschreven. Dit komt omdat verschillende detailhandelaren vaak
enigszins verschillende producten en accessoires produceren om zich aan te passen aan hun
markteisen, klantlocaties en geografische voorkeuren. Producten verschillen vaak per leverancier,
met name als het gaat om accessoires zoals batterijen, laders, netvoedingen, geheugenkaarten,
kabels, draagtassen en taalondersteuning. Soms zal een detailhandelaar een unieke productkleur,
uiterlijk en interne geheugencapaciteit specificeren. Neem contact op met uw leverancier voor zowel
de precieze productdefiniëring als meegeleverde accessoires.
het werkelijke ontwerp van uw camera.
Veiligheidsaanwijzingen
Lees alle Waarschuwingen en Aandachtspunten voordat u dit product gebruikt.
WAARSCHUWING
Tijdens onweer kunt u de camera niet bedienen noch de wisselstroomadapter gebruiken.
Als er vreemde voorwerpen in de camera zitten, schakel de camera dan UIT en verwijder
de batterij en de wisselstroomadapter.
Verder gebruik in deze staat kan brand of elektrische schokken tot gevolg hebben. Raadpleeg
de winkel waar u de camera kocht.
Als de camera gevallen is of beschadigd is, schakel de camera dan UIT en verwijder de
batterij en de wisselstroomadapter.
Verder gebruik in deze staat kan brand of elektrische schokken tot gevolg hebben. Raadpleeg
de winkel waar u de camera kocht.
Haal de camera niet uit elkaar, breng geen wijzigingen aan, en probeer de camera niet zelf
te repareren.
Dit kan brand of elektrische schokken veroorzaken. Voor reparaties of interne inspecties doet u
een beroep op de winkel waar u de camera kocht.
Gebruik de aangegeven wisselstroomadapter enkel en alleen met het aangegeven voltage.
Gebruik met een ander voltage kan brand of elektrische schokken veroorzaken.
Gebruik de camera niet in de buurt van water.
Dit kan brand of elektrische schokken veroorzaken. Wees voorzichtig bij regen, sneeuw, op het
strand of aan de kust.
Plaats de camera niet op hellende of onstabiele oppervlakken.
Hierdoor kan de camera vallen of kantelen en letsel veroorzaken.
Houd de batterij buiten het bereik van kinderen.
Door de batterij in te slikken kan vergiftiging optreden. Als de batterij per ongeluk ingeslikt wordt,
dient u onmiddellijk een arts te raadplegen.
Gebruik de camera niet terwijl u wandelt of een wagen of een motorfiets bestuurt.
Hierdoor kunt u vallen of een verkeersongeval krijgen.
NE-3
VOORZICHTIG
Let op de polariteit (+ of -) van de contactpunten als u de batterij plaatst.
Als u de polariteit omkeert, kan dit brand en letsel veroorzaken of schade aan de camera
toebrengen als de batterij breekt of lekt.
Laat de flitser niet afgaan vlakbij de ogen van iemand.
Dit kan het gezichtsvermogen van de persoon aantasten.
Stel het LCD-controlescherm niet bloot aan schokken.
Hierdoor kan het glas op het scherm beschadigd worden of kan de interne vloeistof lekken. Als de
interne vloeistof in uw ogen komt of in contact komt met uw lichaam of uw kleren, spoel dan met koud
water. Als de interne vloeistof in uw ogen komt, moet u een arts raadplegen voor een behandeling.
Een fototoestel is een precisie-instrument. Laat de camera niet vallen, klop er niet op en
gebruik geen overdreven kracht als u de camera bedient.
Dit kan schade veroorzaken aan de camera.
Gebruik de camera niet in vochtige, dampige, rokerige of stoffige plaatsen.
Dit kan brand of elektrische schokken veroorzaken.
Verwijder de batterij niet onmiddellijk na een lange periode van continu gebruik.
De batterij wordt warm tijdens het gebruik. U kunt brandwonden oplopen door een hete batterij
aan te raken.
Wikkel de camera niet in stof of dekens.
Er kan dan teveel hitte optreden die de behuizing zodanig kan laten smelten dat er brand
ontstaat. Druk op de camera op een goed geventileerde plaats.
Laat de camera niet achter op plaatsen waar de temperatuur aanzienlijk kan stijgen, zoals
in een wagen.
Dit kan een negatieve invloed hebben op de behuizing of de interne onderdelen en brand veroorzaken.
Voordat u de camera verplaatst, moet u alle snoeren en kabels loskoppelen.
Als u dit niet doet, kunt u de snoeren en kabels beschadigen, wat brand en elektrische schokken
kan veroorzaken.
NE-4
Opmerkingen m.b.t. het gebruik van de batterij
Als u de batterij gebruikt, dient u de Veiligheidsaanwijzingen en de onderstaande opmerkingen
aandachtig te lezen en strikt na te leven:
Gebruik alleen de aangegeven batterij (1050mAh, 3,7V).
Gebruik de batterij niet in extreem koude omgevingen, aangezien lage temperaturen de levensduur
van de batterij verkorten en de prestaties van de camera hierdoor afnemen.
Als u nieuwe herlaadbare batterijen gebruikt of herlaadbare batterijen die lange tijd niet gebruikt zijn
(batterijen die over de datum zijn vormen uitzonderingen), dan kan dit een invloed hebben op het
aantal foto’s dat u kunt maken. Om het beste te halen uit het prestatievermogen en de levensduur
van de batterij, raden wij u dan ook aan de batterij voor gebruik minstens één volledige cyclus te
laden en te ontladen.
De batterij kan warm aanvoelen na enige tijd van continu gebruik van camera of flitser. Dit is normaal
en geen defect.
De camera kan warm aanvoelen na voortdurend continu gebruik. Dit is normaal en geen defect.
Indien het toestel enige tijd niet wordt gebruikt, dient u de batterijen te verwijderen om lekken of
roesten te voorkomen.
Als de batterij enige tijd niet wordt gebruikt, dient u het op te bergen als er geen batterijvoeding meer
aanwezig is. Als de batterij enige tijd is opgeslagen in een volledig opgeladen staat kan de prestatie
nadelig worden beïnvloed.
Zorg dat de contactpunten van de accu altijd schoon zijn.
Er bestaat gevaar voor ontploffing als de batterij wordt vervangen door een verkeerd type batterij.
Gooi batterijen weg volgens de aanwijzingen.
Wij raden aan dat alvorens de batterij te gebruiken, deze eerst 8 uur lang wordt opgeladen.
NE-5
INHOUD
8 INLEIDING
8 Overzicht
10 Pakketinhoud
11 UW CAMERA LEREN KENNEN
11 Vooraanzicht
12 Achteraanzicht
15 Status LED-signaallampje
16 LCD-controlescherm-pictogrammen
20 TE BEGINNEN MET
20 Het camerariempje vastmaken
20 De batterij plaatsen en verwijderen
21 De batterij opladen
22 De wisselstroomadapter gebruiken
22 Een SD-geheugenkaart plaatsen en verwijderen
(opti onele accessoire)
23 De voeding aan- en uitzetten
24 Datum en tijd instellen
25 De weergavetaal kiezen
26 Een SD-geheugenkaart of intern geheugen formatteren
27 Beeldscherpte en kwaliteit instellen
30 FOTOGRAFEERMODUS
30 [] Auto modus
31 Spraakmemo’s opnemen
32 De optische zoom gebruiken
33 De digitale zoom gebruiken
NE-6
34 De flitser instellen
37 De scherpstelling instellen
38 De zelfontspanner instellen
39 Belichtingscompensatie/Tegenlichtcorrectie
40 [ SCN ] Scènemodus
42 [ P ] Fotografeermodus Programma
(Automatische belichting)
43 [ Tv ] Fotografeermodus Sluitertijdprioriteit
44 [ Av ] Modus Lensopeningvoorkeuze
45 [ M ] Handmatige modus
46 [
] Modus Gebruikerinstelling
46 [
] Videomodus
47 [
] Panoramamodus
47 [
] Anti-shake modus
48 Een onderwerp op een bestaand
achtergrondbeeld opnemen (Pre-opname)
50 Opnames van twee mensen in één foto
combineren (Combi-opname)
51 [ ] PLAYBACK MODUS
51 Niet-bewegende beelden bekijken
52 Videoclips afspelen
53 Niet-bewegende beelden/videoclips op een TV
Gefeliciteerd met uw aankoop van de nieuwe digitale camera.
Het nemen van digitale foto’s hoge kwaliteit is snel en gemakkelijk met deze moderne, intelligente
camera. Deze camera is uitgerust met een 8,1 Megapixel CCD en kan beelden maken met een scherpte
van maximaal 3264 x 2448 pixels.
Andere goede kenmerken van de digitale camera zijn onder meer:
Opnamemedia –32 MB intern geheugen (26 MB beschikbaar voor het opslaan van foto’s).
Optische zoom –Met de 6x optische zoom lens kunt u tele- en groothoekfoto’s nemen.
Digitale zoom –Met de 8,5x digitale zoom in combinatie met de 6x optische zoom kunt u
Flexibele flitsinstellingen – U kunt de flitsinstelling veranderen in overeenstemming met het licht in uw omgeving.
Focus-modus –Als u foto’s neemt kunt u de afstand van het onderwerp instellen op normale
Zelfontspannermodus –De zelfontspanner kan worden afgesteld op 10 seconden, 2 seconden of
Foto-opnamemodus –U kunt verschillende beelden opnemen waaronder enkele beelden, een
Videomodus –Naast foto’s, kunt u ook videoclips met audio (spraak) opnemen.
NE-8
uw onderwerp in het kader plaatsen om foto’s te maken. Op dit scherm
worden ook de gemaakte beelden getoond.
Als extern geheugen worden SD-geheugenkaarten tot maximaal 1 GB ondersteund.
maximaal 51 keer inzoomen.
Gefotografeerde beelden kunnen worden gecontroleerd en delen van
een beeld kunnen maximaal 8x worden uitvergroot.
automatische scherpstelling, macro automatische scherpstelling, super
macro automatische schermstelling, 3m, oneindig of handmatige
schermpstelling.
10+2 seconden.
serie van 3 beelden gebruikmakende van de Automatische belichting en
bereikaanpassing, 3 continue beelden, Reeks, Reeks + flits, Pre-opname,
Combi-opn.
Spraakmemo –U kunt uw beelden van commentaar voorzien met een 30 seconden lang
Miniatuurweergave –Hiermee worden uw beelden in sets van negen op het LCD-controlescherm
TV- en PC-aansluitingen – U kunt uw beelden op een televisiemonitor of op een computerscherm
DPOF-ondersteuning –U kunt uw beelden op een DPOF-compatibele printer afdrukken door
Fotografeermodus –De camera heeft 10 verschillende fotografeermodi, zoals Auto, Scène,
Scènemodus –U kunt een al ingestelde scènemodus kiezen voor de volgende situaties:
spraakmemo. Beelden kunnen tijdens het opnemen, of tijdens het afspelen
van gesproken commentaar worden voorzien.
weergegeven om snel een bepaald beeld te kunnen selecteren.
bekijken met de USB of audiovisuele kabels.
eenvoudigweg de geheugenkaart te plaatsen met de aanwezige
afdrukinformatie.
Programma, Sluitertijdprioriteit, Lensopeningvoorkeuze, Handmatig,
Gebruikerinstelling, Video, Panorama en Anti-shake. Afhankelijk van de
instelling van de modusknop, stelt de camera de belichting en witbalans in.
Sport, Portret, Nachtportret, Nacht, Kaarslicht, Vuurwerk, Landschap,
Flora, Zonsopgang, Zonsondergant, Tekst, Zwartwit, Sepia, Opspattend
water, Stromend water en Huisdieren.
NE-9
Pakketinhoud
Pak uw kit doos voorzichtig uit en vergewis u ervan dat u over de volgende items beschikt.
Digitale camera
Audiovisuele kabel
USB-kabel
Gebruikershandleiding
Software CD-ROM
Camerariem
Cameratas
Wisselstroomadapte
Oplaadbare batterij
NE-10
UW CAMERA LEREN KENNEN
Vooraanzicht
# NaamOmschrijving
1. ModusknopStelt de cameramodus in.
2. Sluitertoets
3. StroomindicatorAls de voeding wordt aangezet, gaat het controlelampje branden.
4. POWER Voedingstoets Met deze toets wordt de camera aan- en uitgezet.
ModusschakelaarStelt de cameramodus in.
5.
Fotografeermodus Selecteer this om beelden of videoclips mee op te nemen.
AfspeelmodusOm foto’s af te spelen en te wissen.
6. FlitserVoorziet in flitserverlichting.
7. MicrofoonHiermee kunt u videoclips opnemen en deze van audio en spraak voorzien.
Zelfontspanner LEDKnippert groen in Zelfontspannermodus tot de foto gemaakt is.
8.
(AF hulp-LED)Licht op voor autofocus als een foto in een donkere ruimte gemaakt wordt.
USB of audiovisuele
9.
UIT-contactpunt
10. DC IN 5V contactpunt
11. Lens6x optische zoomlens waarmee u tele-opnamen en groothoekopnamen kunt maken.
Stelt de camera scherp en vergrendelt de belichting als de toets half
ingedrukt wordt, en maakt de foto als de toets volledig ingedrukt wordt. Om
een foto te maken drukt u de sluiterknop volledig in.
Hiermee kunt u een USB-kabel of een A/V-kabel op de camera aansluiten.
Hiermee kunt u een wisselstroomadapter aansluiten om de camera zonder
batterij te kunnen bedienen of om de herlaadbare lithium-ion batterij te laden.
NE-11
Achteraanzicht
# NaamOmschrijving
1. LCD-controlescherm
2. Status-LEDGeeft de huidige status van de camera weer.
3.
4. MENU (Menu) toetsSchakelt het On-Screen Display (OSD) menu aan en uit.
5.FocustoetsOm de juiste scherpstellinginstelling te kiezen.
6. LuidsprekerVoor afspeling of opgenomen audio.
7.
8. RiemhouderBevestiging voor het camerariempje.
9. SET / RichtingstoetsHiermee kunt u door menu’s en foto’s bladeren en uw keuze maken.
10.(Wissen) toetsHiermee kunt u een beeld wissen.
11.(Weergave) toetsSchakelt het LCD-controlescherm en de live weergave aan en uit.
12.
13. StatiefschroefgatOm een statief te bevestigen.
NE-12
Zoom-in toetsZoomt de lens in de telefotopositie.
Zoom-uit toetsZoomt de lens in de groothoekpositie.
Zelfontspannertoets
Accu / SD-geheugen
deksel van de kaart
Verstrekt menu-informatie om de camera te bedienen, geeft voorbeelden
weer voordat de foto wordt genomen en nadat de foto is genomen.
Om de zelfontspanner aan en uit te zetten en de gewenste
zelfontspannermodus te selecteren.
Verleent toegang tot de batterij en geheugenkaart.
SET/Richtingstoets
# NaamOmschrijving
1. StoetsNaar boven bladeren.
2. XtoetsNaar rechts bladeren.
FlitsertoetsOm de juiste flitserinstelling te kiezen.
3. TtoetsNaar beneden bladeren.
4. WtoetsNaar links bladeren.
Belichtingscompensatie/ Om de belichtingscompensatie / tegenlichtcorrectie aan en uit te zetten.
Tegenlichtcorrectietoets
5. SET toetsOm de menupagina te openen en de gekozen instelling te bevestigen.
Verandert de sluitersnelheid, lensopening, belichtingscompensatie
en handmatig schermstellen.
Verandert de sluitersnelheid, lensopening, belichtingscompensatie
en handmatig schermstellen.
NE-13
Modusknop
# NaamOmschrijving
1.AutoDe camera stelt de belichting enz. automatisch in.
2. SCN Scènemodus
PProgrammaMet deze modus kunnen de sluitersnelheid en diafragmawaarde
3.(automatischeautomatisch worden ingesteld en andere parameters handmatig
4. Tv Sluitertijdprioriteit
5. Av Lensopeningvoorkeuze
6. MHandmatig
7.
8.VideoOm videoclips op te nemen.
9.PanoramaHiermee kunt u panoramafoto’s maken (plakhulp).
10.
NE-14
belichtingstijd)worden ingesteld.
Gebruikerinstelling
Anti-shake
Als u foto’s neemt in één van de 16 speciale omstandigheden
hoeft u slechts te richten en wordt de foto genomen.
U kunt de sluitertijd aangeven terwijl de camera automatisch de
diafragmawaarde instelt.
U kunt de diafragmawaarde aangeven terwijl de camera automatisch
de sluitertijd instelt.
Voor volledig handmatige bediening van belichting, diafragmawaarde
en andere instellingen.
Met deze modus kunt u handmatig parameters instellen en al deze
instellingen worden opgeslagen.
Met behulp van deze modus wordt het trillen van de camera door
uw handbeweging gecompenseerd.
Status LED-signaallampje
De status LED geeft de huidige operationele status van de camera aan. De betekenis van de LED is
afhankelijk van de status van de camera.
Color
Groen
Rood
Oranje
Status
Aan
Knipperend
Aan
Knipperend
Aan
Knipperend
Als de camera
uitgeschakeld is
De batterij is volledig
geladen.
De batterij wordt
opgeladen.
Een adapter is
aangesloten, maar er
zit geen accu in de
camera. Fout bij het
laden van de batterij.
–
–
–
Tijdens het fotograferen
AE of AF is vergrendeld
omdat de sluitertoets
halverwege ingedrukt is.
–
Verkrijgen van toegang
tot bestanden bezig.
Als het beeld niet
scherpgesteld is.
De flitser wordt geladen.
Hardwaredefect.
Bij aansluiting op een PC
–
–
Aan het communiceren met
de PC. (SD-geheugenkaart
is geplaatst.)
–
–
SD-geheugenkaart is niet
geplaatst.
NE-15
LCD-controlescherm-pictogrammen
00053
10S
20:5001/06/2006
Voor fotografeermodi : [ ], [ SCN ]
1. Moduspictogram
2. Opslagmedia
[
] Intern geheugen (niet de kaart)
[
] SD-geheugenkaart
3. Zoomstatus
4. Spraakmemo
5. Batterijstatus
[
] Batterij volledig vol
[
] Halfvolle batterij
[
] Nagenoeg lege batterij
[
] Batterij geheel leeg
6. Flitsermodus
[Leeg ] Automatisch
[
] Rode ogen reductie
[
] Pre-Flash
[
] Flitser uit
[
] Flits verplicht
7. Hoofdscherpstellinggebied
8. Pictogram van de opnamemodus
[Leeg ] Enkel
[
] Continu
[AEB ] Auto Exposure Bracketing
[
] Reeks
[
] Reeks + flits
Door op de toets te drukken wordt het LCD-controlescherm in deze volgorde veranderd:
weergave met pictogrammen, hulpregel, weergave zonder pictogrammen.
Ter voorkoming van wazige foto’s wordt aanbevolen een statief te gebruiken als het pictogram
] en [ ], verschijnt het
pictogram Sluitertijd / Lensopening als de knop (S1)
half wordt ingedrukt.
15. Waarschuwing lange sluitertijd
16. [
] Belichtingscompensatie
[
] Tegenlichtcorrectie
17. Metering
[
] Multi
Door op de toets te drukken wordt het LCD-controlescherm in deze volgorde veranderd:
weergave met pictogrammen, weergave met pictogrammen en kolommendiagram, hulpregel,
19
18
17
16
15
] Spot
[
[
] Gem.
18. Witbalans
[Leeg ] Automatisch
[
] Gloeilamp
[
]TL 1
1
[
]TL 2
2
[
] Daglicht
[
] Bewolkt
[
] Handmatig
19. Scherpstelling-instelling
13
14
12
6
7
8
9
10
11
weergave zonder pictogrammen.
Histogram is niet geactiveerd in de modi [Pre-opname] en [Combi-opn.].
NE-17
Voor fotografeermodus: [ ]
00053
1
0.0
2
1. Moduspictogram
2. Opslagmedia
3. Zoomstatus
4. Batterijstatus
5. Flitsermodus
6. Witbalans
7. Metering
8. Hoofdscherpstellinggebied
9. [
] Belichtingscompensatie
[
] Tegenlichtcorrectie
10.Beeldscherpte
11.Beschikbaar aantal foto’s
12.Beeldkwaliteit
13.Indicator voor te maken foto
14.Scherpstelling-instelling
15.Waarschuwing lange sluitertijd
Door op de toets te drukken wordt het LCD-controlescherm in deze volgorde veranderd:
weergave met pictogrammen, weergave zonder pictogrammen.
NE-18
2
3
1
14
15
13
4
5
6
7
8
9
10
11
12
6
6
7
979-0008
1
980-0011
Tot al
Pl ay
0: 10
6
10:1313:0901/06/2006
10S
2
2
1
3
4
Voor Videomodus [ ]
1. Moduspictogram
2. Opslagmedia
3. Zoomstatus
4. Batterijstatus
5. Videobeeldscherpte
6. Beschikbare opnametijd/verstreken tijd
7. Videokwaliteit
8. Zelfontspanner-pictogram
9. Datum en tijd
10. Pictogram Witbalans
11. Scherpstelling-instelling
11
10
5
6
9
7
8
Afspeelmodus [ ] - Foto’s afspelen
1. Moduspictogram
2. Bestandsnummer
3. Mapnummer
4. Pictogram beschermen
5. Spraakmemo
6. DPOF-pictogram
7. Opslagmedia
Afspeelmodus [ ] - Video afspelen
1. Videostatusbalk
2. Verstreken tijd
3. Bestandsnummer
4. Mapnummer
5. Pictogram beschermen
6. Moduspictogram
7. Afspeelmodus
8. Pictogram voor geluid uit (Als de S toets ingedrukt wordt tijdens het
afspelen van de video.)
9. Beeldkwaliteit
10. Beeldscherpte
11. Beeldsnelheid
12. Opslagmedia
13. Totaal opgenomen tijd
13
12
30
11
FPS
10
9
1
2
00::006
78
3546
NE-19
TE BEGINNEN MET
Het camerariempje vastmaken
Bevestig het riempje zoals in de afbeelding aangegeven.
De batterij plaatsen en verwijderen
We raden u ten stelligste aan de gespecificeerde herlaadbare lithium-ion batterij (1050mAh, 3,7 V) te
gebruiken om het maximum te halen uit de functies van deze camera. Laad de batterij volledig op
voordat u de camera gebruikt. Controleer of de voeding van de digitale camera uitstaat voordat de
batterijen worden geplaatst of verwijderd.
De batterij plaatsen
1. Open het klepje van de batterij/SD-geheugenkaart in de richting van de [OPEN] pijl.
2. Plaats de batterij in de juiste richting, zoals aangegeven.
Trek aan de hendel van de vergrendeling, en plaats dan de batterij in de
richting van het pijltje.
3. Sluit het klepje van de batterijbehuizing/SD-geheugenkaart.
De batterij verwijderen
Open het klepje over de batterij/SD-geheugenkaart en maak de
batterijvergrendeling los. Als de batterij een klein beetje uit het vak komt, trekt u
de rest voorzichtig verder uit.
NE-20
De batterij opladen
Gebruik de wisselstroomadapter om de batterij te laden of om de camera van voeding te voorzien.
Controleer of de camera uitstaat voordat u de batterij plaatst om aan de slag te gaan.
1. Steek één uiteinde van de wisselstroomadapter in het DC IN
5V-contactpunt van de camera.
2. Steek het andere uiteinde van de stroomadapter in een
stopcontact.
De LED knippert (groen) als de batterij wordt opgeladen en
brandt continu (groen) als het geladen is voltooid. De LED
wordt rood als er tijdens het opladen een fout is opgetreden.
Het wordt aanbevolen om de batterij volledig te ontladen
voordat u het weer oplaadt.
De laadtijd varieert naar gelang de omgevingstemperatuur
en de status van de batterij.
Deze camera moet gebruikt worden met de gespecificeerde wisselstroomadapter. Schade
veroorzaakt door het gebruik van een onjuiste adapter wordt niet door de garantie gedekt.
Zorg altijd dat de camera uitstaat voordat de batterij wordt verwijderd.
De batterij kan warm aanvoelen als ze pas opgeladen is of onmiddellijk na gebruik. Dit is normaal
en geen defect.
Als de camera in koude omgevingen wordt gebruikt, kunt u zowel de camera als de batterij warm
houden door deze tussen de opnamen in een binnenzak warm te houden.
Als u de batterijklep opent zonder de batterij te verwijderen, dan zal de batterijvoeding niet
onkoppeld worden.
Als u de batterij verwijdert, moet u ze opnieuw binnen 2 uur plaatsen om te garanderen dat u de
datum en het uur niet opnieuw moet instellen.
NE-21
De wisselstroomadapter gebruiken
Het gebruik van een wisselstroom/lader voorkomt dat de camera automatisch wordt uitgezet terwijl er bestanden
naar uw computer worden overgedragen.
Voer de stappen uit in het vorige hoofdstuk “De batterij opladen”.
Controleer of u alleen de voor deze digitale camera aangewezen wisselstroomadapter gebruikt.
Schade veroorzaakt door het gebruik van een onjuiste adapter wordt niet door de garantie gedekt.
Een SD-geheugenkaart plaatsen en verwijderen (opti onele accessoire)
De camera wordt geleverd met een intern geheugen van ongeveer 32MB (26 MB beschikbaar voor foto-opslag), waarmee u
zowel gefotografeerde enkelbeelden als videoclips in uw camera op kunt slaan. U kunt echter ook de geheugencapaciteit
uitbreiden met een SD-geheugenkaart, zodat u meer bestanden op kunt slaan.
Een SD-geheugenkaart plaatsen
1. Open het klepje over de batterij / SD-geheugenkaart.
2. Plaats de SD-geheugenkaart in de juiste richting, zoals getoond wordt.
Houd de SD-geheugenkaart vast met de voorkant (gedrukte pijl) naar de achterkant
van de camera, en plaats de kaart dan zo ver mogelijk in de sleuf.
3. Sluit het klepje van de batterijbehuizing/SD-geheugenkaart.
Een SD-geheugenkaart verwijderen
Open het klepje van de batterij / SD-kaart. Als u voorzichtig op de rand van de SD-geheugenkaart drukt, wordt de
kaart uitgeworpen.
Om te vermijden dat waardevolle gegevens per ongeluk worden gewist
van een SD-geheugenkaart, kunt u het lipje voor schrijfbeveiliging
(aan de zijkant van de SD-geheugenkaart) op “LOCK” schuiven.
U moet echter de beveiliging van de SD-geheugenkaart ongedaan
maken als u gegevens op de kaart wilt opslaan, bewerken of wissen.
U dient de SD-geheugenkaart te formatteren alvorens deze in deze camera te gebruiken.
Raadpleeg het hoofdstuk in de handleiding genaamd “Een SD-geheugenkaart of intern geheugen
formatteren” voor nadere informatie.
Om beschadiging van een SD-geheugenkaart tegen te gaan, schakelt u de camera uit als u de
SD-geheugenkaart plaatst of verwijdert. Als u de SD-geheugenkaart plaatst als de camera is
ingeschakeld, wordt de camera automatisch uitgeschakeld.
NE-22
De voeding aan- en uitzetten
1. Laad de batterij of sluit de wisselstroomadapter op uw camera
aan.
2. Druk op de POWER toets om de camera aan te zetten.
De LED brandt groen en de camera wordt ingeschakeld.
Als de voeding van de camera wordt aangezet, gaat het
voedingscontrolelampje branden.
Als de voeding wordt aangezet, wordt de camera in de huidig
geselecteerde modus opgestart.
3. Om uw camera uit te zetten, drukt u nogmaals op de POWER
toets.
De camera wordt automatisch uitgeschakeld als het gedurende een bepaalde periode niet
gebruikt wordt. Om de camera opnieuw te gebruiken, schakelt u hem opnieuw in. Raadpleeg het
hoofdstuk “Auto UIT” in het Menu Setup1 voor nadere details.
Als de camera ingeschakeld is, kan het een paar seconden duren voordat de flitser geladen is.
Terwijl de flitser wordt opgeladen, wordt de status LED oranje verlicht.
De camera is niet klaar voor gebruik totdat de flitser is opgeladen. De camera is niet klaar voor
gebruik als de status LED uitstaat.
NE-23
Datum en tijd instellen
De datum en tijd moeten ingesteld worden wanneer:
De camera voor de eerste keer wordt aangezet.
U de camera aanzet nadat er lange tijd geen batterij in de camera zat.
Als de datum- en tijdinformatie niet verschijnt op het LCD-controlescherm, volg dan deze stappen om de
correcte datum en het uur in te stellen.
1. Stel de modusschakelaar in op [
2. Selecteer [Setup2] met de X toets.
3. Selecteer [Datum/tijd] met de S / T toetsen en druk op de SET
toets.
Het instellingsscherm datum/tijd wordt weergegeven.
4. Selecteer het instellingsveld met de W / X toetsen en pas de
waarden voor datum en tijd aan met de S / T toetsen.
De datum en tijd is ingesteld in de volgorde jaar-maand-
daguurminuut.
De tijd wordt weergegeven in 24-uursindeling.
5. Nadat u bevestigd hebt dat alle instellingen correct zijn, drukt u
op de SET toets. De instellingen worden opgeslagen en het scherm keert terug
naar het menu Setup2.
6. Druk op de MENU toets om het menu Setup2 af te sluiten.
NE-24
], en druk op de MENU toets.
De weergavetaal kiezen
Kies een On-Screen Display (OSD) taal voor de informatie op het LCD-controlescherm wordt weergegeven.
1. Stel de modusschakelaar in op [
2. Selecteer [Setup2] met de X toets.
3. Selecteer [Taal] met de S / T toetsen en druk op de SET toets.
Het scherm om de taal in te stellen wordt weergegeven.
4. Selecteer de weer te geven taal met de S / T toetsen en druk
op de SET toets.
De instelling wordt nu opgeslagen.
5. Druk op de MENU toets om het menu Setup2 af te sluiten.
] en druk op de MENU toets.
NE-25
Een SD-geheugenkaart of intern geheugen formatteren
Met deze functie wordt het interne geheugen (of geheugenkaart) geformatteerd en worden alle
opgeslagen beelden, videoclips en gegevens verwijderd.
1. Stel de modusschakelaar in op [
2. Selecteer [Setup1] met de X toets.
3. Selecteer [Formatteren] met de S / T toetsen en druk op de
SET toets.
4. Selecteer [Uitvoeren] met de S / T toetsen en druk op de SET
toets.
Om het formatteren te annuleren, selecteert u [Annuleren].
5. Druk op de MENU toets om het Setup1 menu af te sluiten.
Plaats geen SD-geheugenkaart in de camera om het interne geheugen te formatteren. Anders
formatteert u de SD-geheugenkaart.
Door de SD-geheugenkaart te formatteren, worden de beschermde beelden ook gewist. Alle
andere gegevens worden ook gewist. Voordat u tot het formatteren van de kaart overgaat,
vergewist u zich ervan dat u de opgeslagen beelden niet meer nodig heeft.
Formatteren is onomkeerbaar en gegevens kunnen later niet meer hersteld worden.
Een SD-geheugenkaart met een bestaand probleem kan niet op de juiste wijze worden
geformatteerd.
NE-26
] en druk op de MENU toets.
Beeldscherpte en kwaliteit instellen
De beeldscherpte- en kwaliteitsinstellingen bepalen de beeldpuntgrootte (afmeting), de bestandsgrootte en
de compressiefactor voor uw beelden. Deze instellingen beïnvloeden het aantal afbeeldingen dat kan
worden opgeslagen. Naarmate u de camera leert kennen, wordt aanbevolen iedere kwaliteits- en beeldscherpte
instelling te proberen, zodat u het effect die deze instellingen op uw beelden heeft in kunt schatten.
Foto’s met een hogere beeldscherpte en een hogere kwaliteit leveren een beter fotografisch resultaat op,
maar vormen grotere bestanden. Daarom zullen weinig afbeeldingen veel geheugenruimte in beslag nemen.
Er worden hoge beeldscherpte- en kwaliteitsinstellingen aanbevolen voor afdrukken of situaties waarbij de
kleinste details belangrijk zijn. Lagere beeldscherpte/kwaliteitsbeelden nemen minder geheugen in en zijn
geschikt voor beelden via e-mail, in een rapport of op een webpagina.
Om beeldscherpte of beeldkwaliteit aan te passen, volgt u onderstaande
stappen:
1. Schuif de modusschakelaar naar [
op één van de fotografeermodi.
2. Druk op de MENU toets.
[Vastleg] uit het menu Fotografie wordt afgebeeld.
3. Selecteer [Grootte] met de S / T toetsen en druk op de SET
toets.
4. Selecteer de gewenste instelling met de S / T toetsen, en druk
op de SET toets.
5. Selecteer [Kwaliteit] met de S / T toetsen en druk op de SET
toets.
6. Selecteer de gewenste instelling met de S / T toetsen, en druk
op de SET toets.
7. Om het Fotografeermenu af te sluiten, drukt u op de MENU
toets.
] en stel de modusknop in
NE-27
Mogelijk aantal foto’s (niet-bewegende beelden)
De volgende tabel geeft het geschatte aantal opnamen weer dat u kunt maken bij elke instelling op
basis van de capaciteit van het intern geheugen en een eventuele een SD-geheugenkaart.
Grootte
3264 x 2448
2560 x 1920
1600 x 1200
640 x 480
* De aantallen kunnen verschillen, afhankelijk van de opgenomen foto’s.
NE-28
Kwaliteit
TIFF
Fijn
Standaard
Economisch
TIFF
Fijn
Standaard
Economisch
Fijn
Standaard
Economisch
Fijn
Standaard
Economisch
Intern
geheugen
6
12
24
1
10
20
38
25
49
90
131
214
343
Capaciteit van de SD-geheugenkaart
32MB64MB 128MB 256MB 512MB
115
229
448
32
188
369
714
468
897
1653
2417
3927
6284
13
27
11
22
43
28
54
99
145
237
379
14
28
55
23
45
88
57
28
57
111
3
8
46
92
178
116
223
412
602
979
1566
7
1
110
204
298
484
775
57
113
222
15
93
183
354
232
445
821
1200
1951
3121
1GB
223
441
863
61
362
711
1374
902
1727
3182
4650
7557
12092
Mogelijke opnametijd/seconde (videoclip)
Grootte
640 x 480
* Beeldsnelheid van opgenomen video kan verschillen, afhankelijk van toegangssnelheid van de SD-
geheugenkaart. Als u een langszame SD-geheugenkaart gebruikt, beïnvloedt dit de beeldsnelheid
en opnametijd.
* Als de toegangssnelheid van de geheugenkaart niet snel genoeg is (meer dan 2MB/sec bij willekeurig
schrijven), stopt de videoclip of kan tijdens het opnemen een onverwachte situatie optreden. Gebruik
dan ook een snellere geheugenkaart of selecteer standaardkwaliteit.
Kwaliteit
Fijn
Standaard
Intern
geheugen
0:190:220:441:303:015:5011:44
0:390:431:293:006:0011:37 23:15
32MB
Capaciteit van de SD-geheugenkaart
64MB128MB256MB512MB
1GB
NE-29
FOTOGRAFEERMODUS
[ ] Auto modus
De automatische fotografeermodus is de meest gebruikte fotografeermodus. Er kunnen gemakkelijk foto’s
gemaakt worden omdat de belichting (de combinatie van sluitertijd en lensopeninginstelling) automatisch
gestuurd wordt afhankelijk van de fotografeeromstandigheden.
Uw camera is uitgerust met een 2,8" TFT LCD-controlescherm met kleurenweergave waarmee u beelden
kunt samenstellen, gefotografeerde beelden/videoclips kunt afspelen of de menu-instellingen kunt aanpassen.
1. Druk op de POWER toets om de camera aan te zetten.
2. Schuif de modusschakelaar naar [
3. Stel uw foto samen in het LCD-controlescherm.
4. Druk de sluiterknop halverwege in.
Als u de sluiterknop half indrukt, wordt het beeld automatisch
scherpgesteld en wordt de belichting aangepast.
Het kadertje rond het scherpstellinggebied wordt groen en de LED
voor de beeldzoeker brandt groen als de camera scherpgesteld is en
de belichting berekend is.
Als de scherpstelling of de belichting niet juist is, wordt het kadertje
rond het scherpstellinggebied rood en knippert de status LED rood.
5. Druk op de sluiterknop om de foto te nemen.
Als het fotovoorbeeld ingesteld is op “Aan” wordt de gemaakte foto
weergegeven terwijl het beeld opgeslagen wordt in het geheugen.
Als de spraakmemo ingesteld is op “Aan”, verschijnt [VOICE
RECORDING] onmiddellijk nadat de foto genomen is op het scherm
en wordt de opname van de spraakmemo gestart.
Druk de sluiterknop opnieuw in tijdens de opname of wacht 30
seconden. [VOICE RECORD END] verschijnt en de opname wordt
beëindigd. Er wordt een [
waaraan een audiomemo is toegevoegd.
Door op de SET-knop in de fotografiemodus te drukken wordt de laatst
gemaakte foto weergegeven. Als u nogmaals op SET drukt wordt de
camera teruggeschakeld in de fotografiemodus. Druk op de
de laatst gemaakte foto te verwijderen tijdens het weergeven.
NE-30
] en stel de modusknop in op [ ].
] pictogram is getoond met beelden
-knop om
Spraakmemo’s opnemen
In de fotografeermodus kan een spraakmemo van 30 seconden lang kan worden opgenomen direct
nadat een foto is gemaakt.
1. Schuif de modusschakelaar naar [
één van de fotografeermodi, behalve bij de modi [ ] en [ ].
2. Druk op de MENU toets en selecteer het [Functie] menu met de
X toets.
Het menu [Functie] wordt weergegeven.
3. Selecteer [Spraakmemo] met de S / T toetsen en druk op de
SET toets.
4. Selecteer [Aan] met de S / T toetsen en druk op de SET toets.
5. Druk op de MENU toets om de menumodus af te sluiten.
Het pictogram [
6. Focus het beeld, druk de sluitertoets halverwege in, en druk hem daarna volledig in.
[VOICE RECORDING] wordt weergegeven op het scherm en het opnemen van de spraakmemo
start.
7. Druk tijdens de opname nogmaals op de sluitertoets, of wacht 30 seconden.
[VOICE RECORD END] verschijnt, en de opname wordt beëindigd.
Er wordt een [
Spraakmemo is alleen beschikbaar in de vastlegmodus [Enkel].
Spraakmemo wordt automatisch vastgesteld op [Uit] in de vastlegmodus [Continu], [AEB],
] wordt op het scherm weergegeven.
] pictogram is getoond met beelden waaraan een audiomemo is toegevoegd.
[Reeks], [Reeks + flits], [Pre-opname] of [Combi-opn.]
] en stel de modusknop in op
NE-31
De optische zoom gebruiken
Met zoom fotografie kunt u, afhankelijk van de afstand tot het onderwerp, foto’s tot 6 maal de grootte
van breedhoek nemen. U kunt het midden van het scherm uitvergroten en foto’s nemen in de digitale
zoommodus.
1. Schuif de modusschakelaar naar [
op één van de fotografeermodi.
2. Kadreer uw foto met behulp van de zoomtoets.
Door op de
ingezoomd en wordt het beeld op het LCD-controlescherm
vergroot.
Door op de
bredere groothoek verkregen.
De lens kan afhankelijk van de zoominstelling in-of uitschuiven.
3. Druk de sluitertoets halverwege in en druk het dan volledig naar
beneden.
NE-32
toets te drukken wordt op het onderwerp
toets te drukken, wordt er een beeld met een
] en stel de modusknop in
De digitale zoom gebruiken
Met een combinatie van 6 keer optische zoom en 8,5 keer digitale zoom kan maximaal 51 keer zo groot
worden ingezoomd, afhankelijk van het onderwerp en de afstand. De digitale zoom kan handig zijn,
maar hoe meer een foto wordt vergroot (ingezoomd), hoe waziger (korreliger) de foto wordt.
1. Schuif de modusschakelaar naar [
op één van de fotografeermodi. behalve bij de modus [
2. Om de digitale zoom in te schakelen:
a. Druk op de MENU toets.
b. Selecteer de [Functie] met de X toets.
c. Selecteer [Digi.Zoom] met de S / T toetsen en druk op de
SET toets.
d. Selecteer nogmaals [Aan] met de S / T toetsen en druk op
de SET toets.
e. Druk op de MENU toest om het menuscherm af te sluiten.
f. Om de digitale zoom te activeren, druk de
naar beneden en houd deze vast totdat het beeld op het
LCD-controlescherm breder wordt.
3. Druk op de sluitertoets om een “ingezoomd” beeld vast te leggen.
De zoominstelling wordt automatisch uitgeschakeld als u de camera uitzet of als u de functie
Auto Uit inschakelt.
] en stel de modusknop in
].
toets volledig
NE-33
De flitser instellen
Stel de flitser in om foto’s te nemen. De flitsermodus kan ingesteld worden afhankelijk van de
fotografeeromstandigheden.
1. Stel de modusschakelaar in op [
2. Blader met de toets om de gewenste flitsmodusinstelling te
selecteren.
NE-34
].
De beschikbare flitsinstellingen in de diverse fotografiemodi:
[Leeg] Auto
Modusknop
Scènemodus
Vastlegmod.
Focusmodus
* Deze tabel dient slechts ter referentie en verschilt afhankelijk van verschillende combinaties van fotografiemodi.
* { : Beschikbaar X: Niet beschikbaar
De onderstaande tabel helpt u de juiste flitsermodus te kiezen:
FlitsermodusOmschrijving
[Leeg] Automatisch flitsen
[
] Rode ogen reductie
[
]Voorflits
[
] Flitser uit
[
] Flits verplicht
De flitser gaat automatisch af afhankelijk van de fotografeeromstandigheden.
Deze modus is alleen beschikbaar als de camera ingesteld is in de modi
[], [P], [ ] en [ ].
Gebruik deze modus om het fenomeen van de rode ogen te beperken
als u natuurlijk ogende foto’s wilt maken van mensen en dieren in
omstandigheden met weinig licht. Als de cameramodus [ ], [P] en [M]
is, gaat de flitser af om de intensiteit van het onderwerp aan te passen.
In de cameramodus [ Tv ] en [ Av ], zal de flitser altijd afgaan.
In de werkstand “Voorflits” kunt u het onderwerp helderder maken voordat
u de definitieve foto maakt en de flitser gebruikt.
Gebruik deze modus als u foto’s neemt bij binnenverlichting, voor bühnes
en indoorwedstrijden, en als het voorwerp te ver weg is voor de flitser om
doeltreffend te zijn.
In deze modus gaat de flitser altijd af. Gebruik deze modus om te
fotograferen bij kunstlicht, zoals tegenlicht, fluorescerend licht enz.
NE-36
De scherpstelling instellen
De afstand tot het object van de gemaakte foto’s kan worden ingesteld op Normale automatische
scherpstelling, [
[
] Oneindig, [3M] 3m of [ MF ] Handmatige scherpstelling.
1. Schuif de modusschakelaar naar [
op één van de fotografeermodi.
De beschikbare scherpstelling-instellingen zijn afhankelijk van
de geselecteerde fotografeermodus.
2. Gebruik de
De onderstaande tabel helpt u de juiste flitsermodus te kiezen:
Scherpstellingsmodus Omschrijving
[Leeg] NormaleSelecteer normale automatische scherpstelling voor de meest voorkomende
automatischesituaties waar u de camera automatisch de scherpstelling wilt laten vaststellen.
scherpstellingGroothoek (zoom uit): Ongeveer 0,3m tot oneindig.
[
] MacroSelecteer dit als u een foto van dichtbij wilt nemen.
automatischeGroothoek (zoom uit): Ongeveer 0,07m tot 0,4m.
scherpstellingTele (bij optische zoom van 6x): Ongeveer 0,9m tot 1,8m.
s
[
] Super macroSelecteer dit als u een foto van nog dichtbij wilt nemen.
scherpstellingAutomatische groothoek (zoom uit): Ongeveer 0,02m tot 0,4m.
[3M]3mSelecteer dit als u foto’s wilt nemen van onderwerpen met een afstand van
[
] OneindigSelecteer de oneindige modusinstelling als u foto’s wilt maken van onderwerpen
[ MF ] HandmatigSelecteer dit als u zelf een foto wilt scherpstellen.
scherpstellingGroothoek (zoom uit): Ongeveer 0,02m tot oneindig.
] Macro automatische scherpstelling, [ s ] Super macro automatische scherpstelling,
] en stel de modusknop in
toets om de gewenste focusmodus te kiezen.
Tele (bij optische zoom van 6x): Ongeveer 1,8m tot oneindig.
ongeveer 3 m van de camera.
op oneindige afstand.
Tele (bij optische zoom van 6x): Ongeveer 0,7m tot oneindig.
Als u een close-up foto in macromodus maakt, kan de resolutie van de hoekafbeelding minder
worden. Dit is normaal en geen defect.
NE-37
De zelfontspanner instellen
Met deze instelling kunt u met de zelfontspanner foto’s nemen en opslaan.
1. Schuif de modusschakelaar naar [
op één van de fotografeermodi.
2. Druk op de
Door iedere druk op de toets wordt het pictogram één stap
door de sequentie bewogen en op het scherm weergegeven.
Voor de vastlegmodus [Single] (enkel).
Uit [
[
Voor vastlegmodi [
[Reeks + flits], [Pre-opname] en [Combi-opn.].
Uit [
3. Focus het beeld, druk de sluitertoets halverwege in, en druk hem daarna volledig in.
De LED voor de zelfontspanner knippert en de foto wordt gemaakt als de vooraf ingestelde tijd
verstreken is.
De aftelling wordt op het LCD-controlescherm weergegeven.
Druk op de SET toets als u de zelfontspanner wilt uitschakelen tijdens het gebruik.
De onderstaande tabel helpt u de juiste zelfontspannermodus te kiezen:
Zelfontspannermodus Omschrijving
[10s ]10 sec.De foto wordt gemaakt ongeveer 10 seconden na het indrukken van de sluitertoets.
[2s ]2 sec.De foto wordt gemaakt ongeveer 2 seconden na het indrukken van de sluitertoets.
[
10+2s ] 10+2 sec.Het eerste beeld wordt genomen 10 seconden na het indrukken van de
toets om de instelling te bevestigen.
10s] 10 sec. [ 2s ] 2 sec.
10+2s ] 10+2 sec.
], [ ], [ ], [Continu], [AEB], [Reeks],
10s ] 10 sec. [ 2s ] 2 sec.
sluiterknop en het tweede beeld wordt 2 seconden later genomen. De 10+2
modus is handig als u opeenvolgende reeks groepsfoto’s neemt.
De zelfontspannerinstelling wordt automatisch uitgeschakeld nadat de foto gemaakt is.
De [
2s] of [ 10s] zelfontspannerinstellingen zijn effectief om eventuele beweging te
voorkomen bij het indrukken van de sluiterknop tijdens lange belichtingstijden. Gebruik een
statief voor de beste resultaten.
] en stel de modusknop in
NE-38
Belichtingscompensatie/Tegenlichtcorrectie
U kunt foto’s nemen waarbij u de achtergrond bewust intenser of donkerder maakt. Deze instellingen
worden gebruikt als er geen geschikte intensiteit (belichting) bereikt kan worden in omstandigheden
waarin het verschil in intensiteit tussen het voorwerp en de achtergrond (het contrast) groot is, of
wanneer het voorwerp dat u wilt fotograferen heel klein is tegen de achtergrond. De belichting kan
ingesteld worden in eenheden van 1/3 EV.
1. Schuif de modusschakelaar naar [
op [P], [Tv], [Av], [ ], [ ] of [ ] en druk op de toets.
Iedere druk van de
[ ] Tegenbelichtcorrectie en [ ] Belichtingscompensatie.
2. Stel de belichtingswaarde in met de S / T toetsen.
Druk op de S toets om de waarde te verhogen.
Druk op de T toets om de waarde te verlagen.
De instellingen van de belichtingscompensatie zijn als volgt:
Druk op de
Hoe hoger de waarde, hoe intenser de foto. Hoe lager de waarde, hoe donkerder de foto. De
ingestelde waarde wordt op het scherm weergegeven.
toets geeft de instellingen als volgt weer:
toets om de instelling te bevestigen.
Effectieve voorwerpen en instelwaarden
+ (positieve) compensatie
* Drukwerk dat bestaat uit zwarte tekst op wit papier
* Tegenlicht
* Heldere scènes of sterk weerkaatst licht zoals skihellingen
* Als de lucht een groot deel van het scherm beslaat
- (negatieve) compensatie
* Mensen belicht door voetlicht, in het bijzonder tegen een donkere achtergrond
] en stel de modusknop in
NE-39
* Drukwerk dat bestaat uit witte tekst op zwart papier
* Onderwerpen die weinig licht weerkaatsen zoals groenblijvende bomen of donker gebladerte
Tegenlichtcorrectie (+1,3 EV, vast)
* Als de achtergrond helder en het onderwerp donker is.
* Als onderwerpen (mensen) een lichtbron hebben zoals de zon achter hun rug.
In de [ ] modus kan alleen backlightcorrectie worden ingesteld.
[SCN] Scènemodus
Door gewoon één van de volgende 16 modi te kiezen, kunt u foto’s onder de geschiktste instellingen nemen.
1. Schuif de modusschakelaar naar [
op [SCN].
a. Druk op de MENU toets.
b. Selecteer [Scènemodus], en druk op de SET toets.
c. Kies met de S / T toetsen de gewenste scènemodus en
druk op de SET toets.
2. Focus het beeld, druk de sluitertoets halverwege in, en druk
hem daarna volledig in.
] en stel de modusknop in
NE-40
De onderstaande tabel helpt u de juiste scènemodus te kiezen:
ScènemodusOmschrijving
[] SportSelecteer deze modus om snel bewegende objecten vast te leggen.
[
] Portret
[
] Nachtportr.
[
] Nacht
[
] Kaarslicht
[
] Vuurwerk
[] Landschap Selecteer deze modus als u landschapsfoto’s met heldere kleuren wilt fotograferen.
[] FloraSelecteer dit als u de groene sfeerachtergrond wilt fotograferen, zoals een bos.
[
] Zonsopgang
[
] Zonsonderg.
[TEXT] Tekst
[] ZwartwitSelecteer dit als u een zwart-wit foto wilt nemen.
[] SepiaSelecteer dit als u een sepia foto wilt nemen.
[] Opsp. water Selecteer deze modus als u foto’s wilt maken van opspattend water.
[
] Stro. Water
[
] Huisdieren
Selecteer deze modus als u een foto wilt nemen van iemand tegen een niet
scherpgestelde (wazige) achtergrond.
Selecteer deze modus als u mensen wilt fotograferen tegen een avondscène of
nachtelijke achtergrond.
Selecteer deze modus als u een donkere scène zoals een nachtelijk panorama
wilt fotograferen.
Selecteer deze modus als u een scène bij kaarslicht wilt fotograferen, zonder de
sfeer te verpesten.
Selecteer deze modus als u vuurwerk duidelijk, en bij optimale belichting wilt fotograferen.
De sluitertijd wordt trager, dus het gebruik van een driepoot wordt aanbevolen.
Selecteer deze modus als u foto’s van een zonsopgang wilt maken. Met deze
modus blijven de diepe tinten in de scène behouden.
Selecteer deze modus als u foto’s van een zonsondergang wilt maken. Met deze
modus blijven de diepe tinten in de scène behouden.
Selecteer deze modus als u foto’s wilt maken van zwart-wit objecten, zoals
gedrukte documenten.
Selecteer deze modus als u foto’s wilt maken van langzaam stromend water. De
sluitersnelheid wordt automatisch vertraagd terwijl de belichting correct blijft,
zodat het resultaat een foto is met water dat vervaagd in zacht vloeiende lijnen
met een scherpe achtergrond.
Selecteer dit als u uw huisdieren wilt fotograferen. Fotografeer vanaf de ooghoogte
van het huisdier.
NE-41
De beschikbare vastlegmodi in verschillende scènemodi:
[P] Fotografeermodus Programma (Automatische belichting)
De camera stelt automatisch de sluiterssnelheid en de openingswaarde in, in overeenstemming met de
intensiteit van het onderwerp. Hiermee kunt u gemakkelijk foto’s nemen alsof de [ ] modus zou zijn
geselecteerd.
1. Schuif de modusschakelaar naar [
op [ P ].
2. Focus het beeld, druk de sluitertoets halverwege in, en druk
hem daarna volledig in.
Belichtingscompensatie en backlightcorrectie kunnen worden ingesteld.
] en stel de modusknop in
NE-42
[Tv] Fotografeermodus Sluitertijdprioriteit
In deze modus worden foto’s genomen waarbij prioriteit wordt gegeven aan de sluitersnelheid. De
sluitersnelheid van de diafragmawaarde wordt automatisch ingesteld. Als u een snelle sluitertijd instelt,
kunt u foto’s nemen van bewegende voorwerpen die eruitzien alsof ze stilstaan. Als u een tragere
sluitertijd instelt, kunt u foto’s nemen die de indruk wekken dat het onderwerp beweegt.
1. Schuif de modusschakelaar naar [
op [ Tv ].
2. Stel de sluitertijd in met de S / T toetsen.
Druk op de S toets om snellere sluitersnelheden te selecteren.
Druk op de T toets om langzamere sluitersnelheden te
selecteren.
Het instellingsbereik van de belichtingsnelheid is als volgt:
De sluitertijd en de overeenkomstige lensopeningwaarde
worden op het scherm weergegeven. Als er geen geschikte
combinatie kan worden ingesteld, wordt de lensopeningwaarde
weergegeven in het rood maar kunt u toch foto’s nemen.
3. Focus het beeld, druk de sluitertoets halverwege in, en druk
hem daarna volledig in.
In de flitsfotografeermodus, als [ ] en [ ] zijn ingesteld, bedraagt de snelste sluitersnelheid
1/500 seconde.
In de modi [Pre-opname] en [Combi-opn.] is de traagste sluitersnelheid 1/2 seconde.
] en stel de modusknop in
NE-43
[Av] Modus Lensopeningvoorkeuze
In deze modus worden foto’s genomen waarbij een voorkeuze wordt gemaakt wat betreft de
lensopeningwaarde. De sluitersnelheid van de lensopeningwaarde wordt automatisch ingesteld. De
diafragmawaarde heeft invloed op de diepte van de camera.
Als u een kleine diafragmawaarde instelt (hogere F-waarde), kunt u portretfoto’s nemen met een wazige
achtergrond. Als u daarentegen een grote lensopening instelt (lagere F-waarde), zullen zowel objecten
dichtbij als in de verte scherp zijn, bijvoorbeeld bij het fotograferen van landschappen.
1. Schuif de modusschakelaar naar [
op [ Av ].
2. Stel de lensopening in met de S / T toetsen.
Druk op de S toets om de waarde te verhogen.
Druk op de T toets om de waarde te verlagen.
Het instellingsbereik van de diafragmawaarde is als volgt:
De diafragmawaarde en de overeenkomstige sluitersnelheid
worden op het scherm weergegeven. Als er geen geschikte
combinatie kan worden ingesteld, wordt sluitersnelheid
weergegeven in rood maar kunt u toch foto’s nemen.
3. Focus het beeld, druk de sluitertoets halverwege in, en druk
hem daarna volledig in.
De diafragmawaarde wordt automatisch ingesteld afhankelijk van de positie van de zoomlens.
NE-44
] en stel de modusknop in
[M] Handmatige modus
In de handmatige modus kunnen de lensopeningwaarde en de sluitersnelheid individueel worden
ingesteld.
1. Schuif de modusschakelaar naar [
op [M].
2. Verschuif de
sluitersnelheid of lensopening.
3. Stel de sluitertijd of lensopening in met de S / T toetsen.
4. Focus het beeld, druk de sluitertoets halverwege in, en druk
hem daarna volledig in.
In de flitsfotografeermodus, als [ ] en [ ] zijn ingesteld, bedraagt de snelste sluitersnelheid
In de modi [Pre-opname] en [Combi-opn.] is de traagste sluitersnelheid 1/2 seconde.
toets en selecteer de waarde voor
1/500 seconde.
] en stel de modusknop in
NE-45
[ ] Modus Gebruikerinstelling
Met deze modus kunt u handmatig parameters instellen en al deze instellingen worden opgeslagen.
1. Schuif de modusschakelaar naar [
op [
2. Focus het beeld, druk de sluitertoets halverwege in, en druk
].
hem daarna volledig in.
] en stel de modusknop in
[ ] Videomodus
Met deze modus kunt u videoclips opnemen met een beeldscherpte van 640 x 480 beeldpunten. Er kan
ook spraak opgenomen worden.
1. Schuif de modusschakelaar naar [
op [
2. Stel uw scène samen met behulp van de zoomtoets.
3. Druk de sluiterknop volledig in.
NE-46
].
De optische en digitale zoom kunnen worden gebruikt tijdens
het samenstellen van de scène.
De opname van de videoclip begint.
Door nogmaals op de sluitertoets toets te drukken, wordt de opname gestopt.
De opnametijd is afhankelijk van het opslagformaat en het op te nemen voorwerp.
Zoomfunctie kan worden gebruikt tijdens het opnemen van video. Als [Videozoom] is ingesteld op
[Aan], kunt u optische zoom gebruiken en selecteren om de digitale zoomfunctie tijdens het
opnemen in of uit te schakelen. Als [Videozoom] is ingesteld op [Uit], kunnen de optische en
digitale zoomfuncties tijdens het opnemen niet worden gebruikt.
Als u de zoomfunctie gebruikt tijdens het opnemen van videoclips, wordt tevens het geluid
opgenomen. Dit opnemen van geluid kan worden uitgeschakeld via de instelling [Audio] op [Uit]
in het menu [Functie].
De flitser kan niet worden gebruikt wanneer u videoclips opneemt.
Als de toegangssnelheid van uw SD-kaar niet genoeg is om videoclips in de huidige geselecteerde
kwaliteit op te nemen, wordt er een waarschuwingspictogram [
filmopname wordt beëindigd. In dit geval selecteert u een videokwaliteit die lager is dan de huidige.
] en stel de modusknop in
] weergegeven, waarna de
[ ] Panoramamodus
Deze modus is ontworpen om het maken van een serie foto’s die vervolgens aan elkaar worden gehecht
tot één enkele foto, makkelijker te maken. U kunt een foto van een object maken dat niet in één foto past,
bijvoorbeeld een landschap, en dit vervolgens plakken met een programma als Cool 360 of Photoshop.
1. Schuif de modusschakelaar naar [
op [
2. Maak de eerste foto.
3. Plaats de camera zodanig dat het tweede kader een klein deel van
4. Volg dezelfde stappen om meerdere foto’s in de reeks te nemen.
5. Voltooi de reeks door na de laatste foto op de SET toets te drukken.
].
De volgende foto verschijnt naast de vorige foto.
de vorige foto overlapt, en druk op de sluitertoets om de volgende
foto te nemen.
] en stel de modusknop in
[ ] Anti-shake modus
De functie Anti-shake werkt op de belichting van het doelobject. Deze functie gebruikt speciale
beeldverwerkingsgegevens om een hoge lichtgevoeligheid te verkrijgen. Met deze hoge gevoeligheid
kan een hogere sluitersnelheid, vergeleken met de normale modus, worden gebruikt, zodat een beweging
van de hand wordt verminderd. Vanuit het gezichtspunt van de resolutie, wordt het beeld minder dan
normaal. De maximumgrootte van een foto wordt 5 megapixels (2560 x 1920).
1. Schuif de modusschakelaar naar [
op [
2. Focus het beeld, druk de sluitertoets halverwege in, en druk
].
hem daarna volledig in.
] en stel de modusknop in
NE-47
Een onderwerp op een bestaand achtergrondbeeld opnemen (Pre-opname)
Pre-opname helpt u de gewenste achtergrond te gebruiken, zelfs als u iemand anders moet vragen de
foto te nemen. Pre-opname bestaat uit twee stappen.
1. Eerst maakt u de gewenste achtergrond door de sluitertoets in te drukken, waardoor een halfdoorzichtig achtergrondbeeld op het monitorscherm blijft staan.
2. Vraag iemand anders een foto van u te maken tegen de originele achtergrond, door hem/haar te
vragen u in beeld te brengen tegen het half-doorzichtige achtergrondbeeld op het schermpje.
JDe camera slaat alleen de foto op die in stap 2 is gemaakt.
JAfhankelijk van hoe de foto in stap 2 daadwerkelijk is gemaakt, kan de achtergrond verschillen
van de achtergrond die in stap 1 is gemaakt.
Zet de achtergrond op het
monitorscherm stil.
NE-48
Maak de foto, gebruik de
achtergrond op het
schermpje als leiddraad.
Alleen de tweede foto
wordt opgenomen.
1. Schuif de modusschakelaar naar [
uitzondering van de [ ], [ ] en [ ].
a.Druk op de MENU toets.
b.Kies [Functie] met de X-toets en druk op de SET-toets.
b.Selecteer [Vastlegmod.], en druk op de SET-knop.
d.Kies [Pre-opname], en druk op de SET-toets.
2. Breng de gewenste achtergrond in beeld op het monitorscherm, en druk vervolgens de sluitertoets
in om dit tijdelijk op te nemen als referentiebeeld.
Hierdoor verschijnt een half-doorzichtig achtergrondbeeld op het monitorscherm, maar dit
weergegeven beeld wordt niet daadwerkelijk opgeslagen in het geheugen van de camera.
3. Nu kunt u zelf in het beeld gaan staan en iemand anders vragen een foto van u te maken, met de
half-doorzichtige achtergrond op het monitorscherm als leiddraad.
4. Na het in beeld brengen van de uiteindelijke foto (met de half-doorzichtige achtergrond als referentie),
dient degene met de camera op de sluitertoets te drukken.
Let op dat het half-doorzichtige achtergrondbeeld dat tijdelijk wordt opgenomen in stap 2 alleen
ter referentie dient. De uiteindelijke foto bevat alleen wat zich voor de camera bevindt op het
moment dat de sluitertoets wordt ingedrukt, zoals beschreven in stap 4.
] en stel de modusknop in op één van de fotografeermodi, met
NE-49
Opnames van twee mensen in één foto combineren (Combi-opname)
Met de modus Combi-opname kunt u foto’s maken van twee mensen en deze combineren in één enkele
foto. Zo kunt u zichzelf bijvoorbeeld in een groepsfoto plaatsen, zelfs als er niemand in de buurt is die
de foto voor u kan maken.
Eerste foto
Tweede foto
Combi-opname
Dit is het deel van de foto
zonder de persoon die de
eerste foto maakt.
1. Schuif de modusschakelaar naar [
uitzondering van de [ ], [ ] en [ ].
a.Druk op de MENU toets.
b.Kies [Functie] met de X-toets.
b.Selecteer [Vastlegmod.], en druk op de SET toets.
d.Kies [Combi-opn.], en druk op de SET toets.
2. Richt de zoeker op het scherm op het gewenste onderwerp links in beeld.
3. Druk op de sluitertoets om de linkerhelft van de foto te maken.
4. Richt vervolgens de zoeker op het onderwerp dat u rechts in beeld wilt hebben, en let goed op de
uitlijning van het beeld: dit wordt op het scherm getoond.
5. Als alles correct is uitgelijnd, neemt u de foto van de rechterhelft van de compositie.
NE-50
Zorg dat de achtergrond
van de foto correct is
uitgelijnd als de foto wordt
gemaakt van degene die
de eerste foto nam.
] en stel de modusknop in op één van de fotografeermodi, met
[ ] PLAYBACK MODUS
Niet-bewegende beelden bekijken
U kunt de foto’s op het LCD-controlescherm bekijken.
1. Stel de modusschakelaar in op [
Het laatste beeld wordt op het scherm weergegeven.
2. De foto’s kunnen met de W / X toetsen naar voren of naar
achteren worden weergegeven.
Om de vorige foto te zien drukt u op W.
Om de volgende foto te zien drukt u op X.
Foto-informatie weergeven
U kunt de informatieweergave veranderen door op de toets te drukken
bij het bekijken van de beelden. Met iedere druk van de
informatieweergave status in de volgende volgorde weergegeven:
Door op de S / T toetsen te drukken tijdens het afspelen van beelden wordt de weergave 90
graden gedraaid.
Met de S toets wordt het beeld naar rechts gedraaid, terwijl met de T toets het beeld naar links
wordt gedraaid. Als u drukt op de toets in de tegenovergestelde richting dan die waarin de foto
gedraaid werd, dan wordt de foto opnieuw normaal weergegeven.
Er wordt een [
Er wordt een [
Druk op de SET toets om de spraakmemo’s af te spelen. Druk nogmaals om het afspelen van de
spraakmemo te stoppen.
].
toets wordt de
] pictogram met de videodata weergegeven. Videoclips kunnen niet gedraaid worden.
] pictogram getoond met beelden waarin een audiomemo is opgenomen.
NE-51
Videoclips afspelen
U kunt de opgenomen videoclips afspelen op het LCD-controlescherm. U kunt ook spraak afspelen.
1. Stel de modusschakelaar in op [
Het laatste beeld wordt op het scherm weergegeven.
2. Selecteer de gewenste videoclip met de W / X toetsen.
Er wordt een [
3. Druk op de SET toets om een videoclip af te spelen.
Door op de X / W toetsen tijdens de afspeling te drukken wordt snel naar voren/naar achteren
gebladerd.
] pictogram met de videodata weergegeven.
Functies van de toetsen
Tijdens het afspelen
(Voorwaarts afspelen)
X toets
W toets
S toets
T toets
SET toets
NE-52
Door op de X toets te drukken wordt in
deze volgorde 2x snel voorwaarts, 4x snel
voorwaarts, normale weergave uitgevoerd.
(Omgekeerd afspelen)
Door op de W toets te drukken wordt
achtereenvolgens 2x snel terug, 4x snel
terug, normale weergave uitgevoerd.
Stop (Het scherm keert terug naar het 1ste weer te geven kader)
Pauze
Videoclips kunnen niet gedraaid of vergroot worden.
].
Geluid Aan/Uit
Tijdens een pauze
1-frame-invoer
1-frame-terug
Annulering van de pauze
Tijdens een stop
De volgende foto wordt
weergegeven.
De vorige foto wordt
weergegeven.
Normale voorwaartse
weergave.
Niet-bewegende beelden/videoclips op een TV afspelen
U kunt ook uw beelden op een TV-scherm bekijken. Voordat u de camera op een apparaat aansluit,
moet u NTSC / PAL selecteren afhankelijk van de uitzendstandaard van de videoapparatuur die u op de
camera gaat aansluiten. Het wordt aanbevolen de wisselstroomadapter te gebruiken terwijl u de
opgenomen foto’s en videobestanden overdraagt.
1. Stel de modusschakelaar in op [
2. Sluit het ene uiteinde van de audiovisuele kabel aan op het
audiovisuele contactpunt van de camera.
3. Sluit het andere uiteinde aan door op de audiovisuele
invoeraansluiting van het TV-toestel.
4. Zet dan zowel de TV als de camera aan.
5. Nu kunt u niet-bewegende beelden weergeven / videoclips
afspelen.
Dit gebeurt op dezelfde manier als het afspelen van niet-
bewegende beelden en videoclips op de camera.
Raadpleeg het hoofdstuk in deze handleiding genaamd “Video-uit” in het Setup2 Menu voor meer
details.
].
NE-53
Spraakmemo’s toevoegen
Er kan maximaal 30 seconden audio worden opgenomen, zoals een spraakmemo voor ieder
gefotografeerd foto. Een spraakmemo kan slechts één keer opgenomen worden.
1. Stel de modusschakelaar in op [
Het laatste beeld wordt op het scherm weergegeven.
2. Selecteer het gewenste beeld waaraan u de audiomemo wilt toevoegen met de W / X toetsen.
3. Druk op de sluitertoets.
[VOICE RECORDING] wordt weergegeven op het scherm en het opnemen gaat van start.
4. Om de opname van de spraakmemo tijdens de opname te stoppen, drukt u opnieuw op de sluitertoets.
[VOICE RECORD END] verschijnt, en de opname wordt beëindigd.
Er wordt een [
] getoond met beelden waaraan een audiomemo is toegevoegd.
Een audiomemo afspelen
Als u op de SET toets drukt, wordt [VOICE PLAYBACK] weergegeven en wordt de spraakmemo
afgespeeld. Nogmaals drukken stopt het afspelen van de spraakmemo.
Spraakmemo is alleen beschikbaar bij niet-bewegende beelden.
NE-54
].
Miniatuurweergave
Hiermee kunt u 4 tot 9 miniatuurbeelden tegelijk op het LCD-controlescherm bekijken, zodat u snel het
gewenste beeld kunt opzoeken.
1. Stel de modusschakelaar in op [
Het laatste beeld wordt op het scherm weergegeven.
2. Druk op de
De beelden worden weergegeven in miniatuurversie.
Beelden die zijn geselecteerd met de S / T / W / X toetsen worden
aangegeven met een groen kader.
Als er tien of meer beelden zijn, kan het scherm met de S / T toetsen
worden geschoven.
3. Druk op de S / T / W / X toetsen om het beeld te selecteren dat op
normale grootte moet worden weergegeven.
4. Druk op de SET toets.
Het geselecteerde beeld wordt op normale grootte weergegeven.
Naar een pagina springen
Met deze functie kunt u de afbeelding die direct moet worden weergegeven selecteren uit een reeks foto’s.
1. Stel de modusschakelaar in op [
2. Druk op de
3. Druk op de toets om de naar een pagina te kunnen springen; de
afbeelding wordt gemarkeerd met een rode omlijsting.
4. Volg onderstaande stappen voor paginaselectie:
Druk op de S toets naar de eerste foto te springen.
Druk op de T toets naar de laatste foto te springen.
Druk op de W toets naar de vorige pagina met miniaturen te springen.
Druk op de X toets naar de volgende pagina met miniaturen te springen.
5. Druk op de
Selecteer een afbeelding om op normale grootte weer te geven, door stappen 3-4 hierboven te volgen.
toets.
toets om toegang te verkrijgen tot de miniatuurweergave.
toets om de normale miniatuurweergave te hervatten.
Er wordt een [ ], [ ], [ ], [ ] pictogram getoond in een miniatuurweergave.
].
].
NE-55
Zoom Afspelen
In deze modus kunt u uw beeld in het geselecteerde deel vergroten, zodat u kleine details kunt controleren.
1. Stel de modusschakelaar in op [
2. Druk op de W / X toetsen om het beeld te selecteren dat u wilt
vergroten.
U kunt de foto waarop u wilt inzoomen ook selecteren uit het
miniatuuroverzicht.
3. Pas de zoomverhouding aan met de
Het beeld wordt vergroot door op de de
Druk op de toets om terug te keren naar de normale vergroting.
De vergrotingsfactor wordt op het LCD-controlescherm weergegeven.
Het beeld wordt uitvergroot getoond en een wit en groen
kader worden op het LCD-controlescherm weergegeven.
Het witte kader geeft het gehele beeld weer, terwijl het roze vierkant het huidige uitvergrote
gebied weergeeft.
4. Gebruik de S / T / W / X toetsen om het te vergroten gebied te selecteren.
5. Om terug te keren naar de normale weergave, drukt u op de
het scherm verschijnt.
Door op de toets te drukken wordt het beeld 1x —> 2x —> 4x —> 8x uitvergroot.
Door op de
NE-56
toets te drukken wordt het beeld 8x —> 4x —> 2x —> 1x verkleind.
].
/ toetsen.
toets te drukken.
toets totdat de normale weergave op
Diapresentatie
Met de diapresentatiefunctie kunt u uw beelden automatisch in opeenvolgende volgorde als een
diapresentatie weergeven. Dit is een veel gebruikte en amusante functie voor het bekijken van genomen
foto’s en voor presentaties.
1. Stel de modusschakelaar in op [
2. Druk op de MENU toets.
Het menu Afspelen wordt weergegeven.
3. Selecteer [Diashow] met de S / T toetsen en druk op de SET
toets.
De diapresentatie gaat van start.
4. Om de diavoorstelling tijdens het afspelen te stoppen, drukt u op
de SET toets.
Het beeld wordt op het scherm weergegeven als u op de
SET toets drukt.
De functie Auto UIT werkt niet tijdens de diapresentatie.
Alle niet-bewegende beelden in de map worden automatisch weergegeven.
].
NE-57
Beelden beveiligen
Instelling om de gegevens in op “alleen lezen” te zetten om te voorkomen dat er per ongeluk foto’s
worden gewist.
Beelden beveiligen
1. Stel de modusschakelaar in op [
2. Selecteer het beeld dat u wilt beveiligen met de W / X toetsen.
3. Druk op de MENU toets.
Het menu Afspelen wordt weergegeven.
4. Selecteer [Beveiligen] met de S / T toetsen en druk op de SET
toets.
5. Selecteer [Enkel] of [Alle] met de S / T toetsen, en druk op de
SET toets.
6. Selecteer [Instellen] met de S / T toetsen en druk op de SET
toets.
Het beeld wordt beschermd en de camera gaat terug naar
de afspeelmodus.
Het beschermingspictogram [
beelden weergegeven. Als [Alle] is geselecteerd, wordt
[
] getoond met alle beelden.
NE-58
].
] wordt met de beschermde
De beveiliging annuleren
Om de beveiliging te annuleren, geeft u het beeld weer waarvan u de beveiliging wilt annuleren.
1. Selecteer [Beveiligen] met de S / T toetsen van het afspeelmenu en druk op de SET toets.
2. Selecteer [Enkel] of [Alle] met de S / T toetsen, en druk op de SET toets.
3. Selecteer [Bev. Annul.] met de S / T toetsen en druk op de SET toets.
De beveiliging wordt geannuleerd en de camera keert terug naar de afspeelmodus.
Meerdere beelden tegelijk beschermen
1. Selecteer [Beveiligen] met de S / T toetsen van het afspeelmenu en druk op de SET toets.
2. Selecteer [Selecteren] met de S / T toetsen en druk op de SET toets.
De beelden worden weergegeven in miniatuurversie.
3. Selecteer het beeld dat u wilt beschermen met de S / T / W / X toetsen en druk op de
Het beschermingspictogram [
] wordt met de beschermde beelden weergegeven. Door een
beschermd beeld te selecteren en door nogmaals op de toets te drukken, wordt de bescherming
geannuleerd. Herhaal deze procedure om meerdere foto’s te selecteren.
4. Druk op de SET toets.
De beveiliging en de annulering van de beveiliging worden uitgevoerd en de camera keert terug
naar de afspeelmodus.
Door een SD-geheugenkaart (of intern geheugen) te formatteren wordt de bescherming teniet
gedaan en worden alle beelden gewist of ze een beschermde status hebben of niet.
toets.
NE-59
DPOF-instellingen
DPOF is de afkorting van Digital Print Order Format (digitale afdrukorderformat), waarmee u afdrukinformatie
aan de geheugenkaart kunt toevoegen. Met behulp van het DPOF-menu op de camera kunt u de afbeeldingen
die moeten worden afgedrukt selecteren en aangeven hoeveel afdrukken gemaakt worden; plaats vervolgens
de geheugenkaart in een printer die daarvoor geschikt is. Wanneer de printer gaat afdrukken, leest deze de
ingesloten informatie op de geheugenkaart en worden de opgegeven foto’s afgedrukt.
1. Draai de modusknop in op [
2. Selecteer het beeld dat u op DPOF in wilt stellen met de W / X toetsen.
3. Druk op de MENU toets.
Het menu Afspelen wordt weergegeven.
4. Selecteer [DPOF] met de S / T toetsen en druk op de SET toets.
Het scherm DPOF-instellingen wordt weergegeven.
5. Selecteer [Enkel] of [Alle] met de S / T toetsen, en druk op de
SET toets.
Enkel: Om de DPOF in te stellen voor elk individueel beeld.
Alle: Om de DPOF voor alle beelden in één keer in te stellen.
6. Selecteer [Afdr.nr.] met de S / T toetsen en druk op de SET toets.
Het scherm wordt weergegeven waarin u het aantal afdrukken
kunt opgeven.
7. Stel het aantal afdrukken met de S / T toetsen en druk op de
SET toets.
U kunt maximaal 9 exemplaren instellen voor ieder beeld.
8. Selecteer [Datum] met de S / T toetsen en druk op de SET toets.
Het beeldscherm voor datuminstelling verschijnt.
NE-60
].
979-0008
1
9. Selecteer [Aan] of [Uit] met de S / T toetsen en druk op de SET toets.
Aan: De datum van de foto wordt ook afgedrukt.
Uit: De datum van de foto wordt niet afgedrukt.
10.Selecteer [Afdruk aan] met de S / T toetsen en druk op de SET toets.
11.Selecteer [Uitvoeren] met de S / T toetsen en druk op de SET toets.
Zo wordt een bestand gecreëerd met de DPOF-informatie. Als de bewerking voltooid is, wordt
opnieuw het weergavescherm weergegeven.
Het pictogram DPOF [
] wordt op ieder beeld weergegeven
waarop de DPOF-instellingen zijn ingesteld.
De datum die afgedrukt wordt op de foto is de datum die ingesteld is op de camera. Om de
correcte datum af te drukken op de foto, stelt u de datum in op de camera voordat u de foto
maakt. Raadpleeg het hoofdstuk in deze handleiding genaamd “Datum en tijd instellen” voor
nadere informatie.
Bij DPOF-instellingen die in het interne geheugen worden opgeslagen, kopieert u deze bestanden
eerst naar een SD-geheugenkaart. Raadpleeg het hoofdstuk in deze handleiding genaamd
“Bestanden kopiëren van intern geheugen naar een geheugenkaart” voor meer details.
NE-61
Bestanden kopiëren van intern geheugen naar een geheugenkaart
Met deze functie kunnen uw bestanden van het interne geheugen van de camera naar een
geheugenkaart worden gekopieerd. Naturlijk kunt u dit alleen doen als u een geheugenkaart geïnstalleerd
heeft en enkele bestanden in het interne geheugen heeft staan.
1. Draai de modusknop in op [
2. Selecteer de afbeelding die u naar een geheugenkaart wilt
kopiëren met de W / X toetsen.
3. Druk op de MENU toets.
Het menu Afspelen wordt weergegeven.
4. Selecteer [Kopiëren] met de S / T toetsen en druk op de SET
toets.
5. Selecteer [Uitvoeren] met de S / T toetsen en druk op de SET
toets.
Om niet te kopiëren, selecteer [Annuleren] met de S / T
toetsen en druk op de SET toets.
NE-62
].
Het Opstartscherm aanpassen
U kunt een afbeelding die met de camera is gemaakt gebruikt als nieuw opstartscherm.
1. Draai de modusknop in op [
2. Kies de afbeelding die u wilt gebruiken als nieuw opstartscherm.
3. Druk op de MENU toets.
4. Selecteer [Setup1] met de u toets.
5. Selecteer [Startlogo] met de S / T toetsen en druk op de SET
toets.
6. Selecteer [Gebr.afb.] met de S / T toetsen en druk op de SET
toets.
7. Selecteer [Uitvoeren] met de S / T toetsen en druk op de SET
toets.
J De geselecteerde afbeelding wordt gebruikt als nieuw
opstartscherm vanaf het moment dat de camera opnieuw
wordt ingeschakeld.
].
NE-63
NE-64
J De afbeelding die gebruikt wordt op het opstartscherm wordt opgeslagen in het interne geheugen.
J Als het interne geheugen wordt geformatteerd, wordt ook de door de gebruiker geselecteerde
afbeelding verwijderd. In dit geval wordt de standaardafbeelding gebruikt als opstartscherm.
J Als de gebruiker de opstartafbeelding vervangt via USB (toestel voor gegevensopslag), en als
deze afbeelding niet overeenkomt met het correct bestandsformaat, kan het opstartscherm
beschadigd raken.
J Het is niet mogelijk het scherm correct af te beelden als de afbeelding die u wilt gebruiken als
opstartscherm is gemaakt met een andere camera.
J Het bericht “GEEN AFBEELDING” wordt dan weergegeven als “Gebr.afb.” is geselecteerd en er
geen afbeeldingen op de SD-geheugenkaart of het interne geheugen zijn opgeslagen.
J Het bericht “MEDIA VOL” wordt weergegeven als er onvoldoende vrije ruimte op het interne
geheugen is om de geselecteerde afbeelding op te slaan.
J Als een opgenomen spraakmemo is geselecteerd als opstartscherm, zal de spraakmemofunctie
niet werken.
J Er kan slechts één afbeelding door de gebruiker worden opgegeven. Een vorige opstartafbeelding
kan niet worden hersteld als u een nieuwe afbeelding instelt als opstartscherm.
[ ] Beelden verwijderen
Onmiddellijk wissen (snelwisfunctie)
Met de snelwisfunctie kunt u de laatst genomen foto direct wissen.
1. Schuif de modusschakelaar naar [
op één van de fotografeermodi.
2. Druk op de
De laatste foto en het snelverwijderingsmenu worden op het
scherm weergegeven.
3. Druk nogmaals op de
U kunt ook op de SET toets drukken om de verwijdering te
bevestigen.
Om de verwijdering ongedaan te maken, selecteer [Annuleren]
en druk op de SET toets.
toets.
toets om het beeld te wissen.
] en stel de modusknop in
NE-65
Verwijderen in de afspeelmodus
Eén beeld verwijderen/alle beelden verwijderen.
1. Stel de modusschakelaar in op [
].
De laatste foto wordt op het scherm weergegeven.
2. Selecteer het beeld dat u wilt wissen met de W / X toetsen.
3. Druk op de
toets.
Het verwijderingsmenu wordt weergegeven.
4. Selecteer [Enkel] of [Alle] met de S / T toetsen, en druk op de
SET toets.
Enkel:Wist de geselecteerde foto of de laatste foto.
Alle:Wist alle afbeeldingen behalve beveiligde
afbeeldingen.
Selecteren: Wist een aantal geselecteerde foto’s.
5. Selecteer [Uitvoeren] met de S / T toetsen en druk op de SET
toets.
Om de verwijdering ongedaan te maken, selecteer [Annuleren]
en druk op de SET toets.
Het wissen van een beeld heeft geen invloed op de nummeringsvolgorde van de beelden.
Bijvoorbeeld, als u beeldnummer 240 verwijdert, wordt het volgende opgeslagen beeld nummer
241 zelfs als 240 niet meer bestaat. Met andere woorden, een beeldnummer wordt niet meer
gebruikt nadat er een beeld is verwijderd en het nummer wordt niet meer gebruikt of aan een
nieuw opgeslagen beeld gegeven.
NE-66
Geselecteerde beelden verwijderen
Hiermee wordt er een aantal geselecteerde beelden verwijderd.
1. Stel de modusschakelaar in op [
2. Druk op de
Het verwijderingsmenu wordt weergegeven.
3. Selecteer [Selecteren] met de S / T toetsen en druk op de SET
toets.
De beelden worden weergegeven in miniatuurversie.
4. Selecteer het beeld dat u wilt wissen met de S / T / W / X
toetsen en druk op de
Het [ ] pictogram wordt getoond. Druk opnieuw op de
toets om de bewerking te annuleren. Herhaal deze procedure
en selecteer alle foto’s die u wilt wissen.
5. Druk op de SET toets.
toets.
toets.
].
100-0010100-0010
NE-67
MENUOPTIES
Fotografiemenu (Vastleggen tabblad)
Dit menu is voor de gebruikte basisinstellingen wanneer beelden in de fotografeermodi worden genomen.
Deze instellingen worden niet opgeslagen, zelfs niet als de camera uitgezet wordt of als de Auto UIT
functie geactiveerd wordt.
Beschikbare menu-opties in elke fotografiemodus:
1. Schuif de modusschakelaar naar [
op één van de fotografeermodi.
2. Druk op de MENU toets.
Het menu [Vastleg] wordt weergegeven.
3. Selecteer het gewenste [Vastleg] optie-element met de S / T
toetsen en druk op de SET toets om het respectievelijke menu
op te roepen.
4. Selecteer de gewenste instelling met de S / T toetsen, en druk
op de SET toets.
5. Druk op de MENU toets om het menu af te sluiten.
Pieptoon
] en stel de modusknop in
NE-69
Scènemodus
Raadpleeg het hoofdstuk in deze handleiding genaamd “Scènemodus” voor nadere informatie.
Grootte (resolutie)
Stelt de beeldscherpte in van het te nemen foto.
*[
*[
*[
*[
] 3264 x 2448: 3264 x 2448 pixels (8 Megapixel resolutie)
] 2560 x 1920: 2560 x 1920 pixels (5 Megapixel resolutie)
] 1600 x 1200: 1600 x 1200 pixels (2 Megapixel resolutie)
] 640 x 480: 640 x 480 pixels (VGA resolutie)
Kwaliteit
Om de kwaliteit van de te nemen foto in te stellen (compressiegraad).
* Fijn / Standaard / Economisch / TIFF
[Economisch] instelling is niet beschikbaar in de modus [ ].
TIFF is niet beschikbaar in de modi [
TIFF is alleen beschikbaar als het formaat is ingesteld op 3264 x 2448 pixels.
], [ ] en [ ].
Scherpte
De camera verscherpt automatisch de grenzen tussen lichte en donkere gebieden van het beeld. Dit
doet de contouren van het beeld scherper uitkomen. In sommige scènes zult u wellicht een scherper
randdetail prefereren. In andere scènes zult u wellicht een zachter randdetail prefereren.
Om de scherpte in te stellen van de te nemen foto.
* Hard / Norm / Zacht
Contrast
Om het verschil in te stellen tussen de heldere en donkere delen van de te nemen foto.
* Hard / Norm / Zacht
Kleur
Om de kleur in te stellen van de foto die gemaakt zal worden.
* Standaard / Levend / Sepia / Monochr. / Rood / Groen / Blauw / Geel / Paars
NE-70
Fotografiemenu (Functie tabblad)
1. Schuif de modusschakelaar naar [ ] en stel de modusknop in
op één van de fotografeermodi.
2. Druk op de MENU toets en selecteer het [Functie] menu met de
X toets.
Het [Functie] tabblad uit het Fotografiemenu wordt weergegeven.
3. Selecteer het gewenste [Functie] optie-element met de S / T toetsen
en druk op de SET toets om het respectievelijke menu op te roepen.
4. Selecteer de gewenste instelling met de S / T toetsen, en druk
op de SET toets.
5. Om het Fotografeermenu af te sluiten, drukt u op de MENU toets.
Vastlegmod.
Stelt de opnamemethode in op het moment dat u foto’s neemt.
*[Leeg ] Enkel:Maakt één foto tegelijk.
*[
*[AEB ] AEB:Maakt achtereenvolgens 3 foto’s, eerst met standaardbelichting, vervolgens
*[
*[
*[
*[
] Continu:Maakt max. 3 foto’s achter elkaar.
onderbelicht en dan overbelicht.
]Reeks:U kunt met de opnamemodus “Reeks” de volledige geheugencapaciteit
volledig benutten (intern of met een geheugenkaart) als u de sluitertoets
indrukt en vasthoudt. Zolang u de sluitertoets ingedrukt houdt, worden er
foto’s genomen totdat de geheugencapaciteit niet langer toereikend is.
]Reeks + flits: U kunt met de opnamemodus “Reeks + flits” 3 flitsfoto’s achter elkaar nemen.
]Pre-opname: Raadpleeg het hoofdstuk in deze handleiding genaamd “Een onderwerp op
een bestaand achtergrondbeeld opnemen (Pre-opname)” voor nadere
informatie.
]Combi-opn.: Raadpleeg het hoofdstuk in deze handleiding genaamd “Opnames van twee
mensen in één foto combineren (Combi-opname)” voor nadere informatie.
In de vastlegmodi [Continu], [AEB], [Reeks], [Reeks + flits], [Pre-opname] en [Combi-opn.]
wordt spraakmemo automatisch ingesteld op [Uit].
NE-71
Spraakmemo
Raadpleeg het hoofdstuk in deze handleiding genaamd “Spraakmemo’s opnemen” voor nadere informatie.
* Aan/Uit
Als [Voorbeeld] is ingesteld op [Uit], is [Spraakmemo] ook ingesteld op [Uit].
LCD Held.
Om een intensiteitniveau te selecteren voor het LCD-controlescherm. De
LCD wordt intenser met de S toets en donkerder met de T toets. Het
instellingsbereik varieert van -5 tot +5.
Digi.Zoom
Stelt in of de digitale zoom al dan niet gebruikt wordt als er een foto wordt
gemaakt.
* Aan/Uit
Voorbeeld
Om in te stellen of de gemaakte foto al dan niet op het scherm moet verschijnen onmiddellijk nadat de foto gemaakt is.
* Aan/Uit
Als [Voorbeeld] is ingesteld op [Uit], is [Spraakmemo] ook ingesteld op [Uit].
Datumafdr.
De opnamedatum en tijd kunnen direct op de Niet-bewegende beelden
worden afgedrukt Deze functie moet zijn ingeschakeld voordat de foto
wordt genomen.
* Aan/Uit
Pieptoon
Activeert of deactiveert de geluiden (pieptonen) geassocieerd met de
camerafunctietoetsen.
* Aan/Uit
Videozoom
Hiermee stelt u in of tijdens het opnemen de zoomfunctie kan worden geactiveerd.
* Aan / Uit
Audio
Hiermee wordt ingesteld of er al dan niet audio wordt opgenomen tijdens de videopname.
* Aan / Uit
NE-72
Fotografiemenu (AE/AWB tabblad)
1. Schuif de modusschakelaar naar [ ] en stel de modusknop in
op één van de fotografeermodi.
2. Druk op de MENU toets en selecteer het [AE/AWB] menu met
de X toets.
Het [AE/AWB] tabblad uit het Fotografiemenu wordt weergegeven.
3. Selecteer het gewenste [AE/AWB] optie-item met de S / Ttoetsen
en druk op de SET toets om het respectievelijke menu in te gaan.
4. Selecteer de gewenste instelling met de S / T toetsen, en druk
op de SET toets.
5. Druk op de MENU toets om het menu af te sluiten.
Witbalans
Stelt de witbalans in om onder verschillende belichtingsomstandigheden te kunnen vastleggen. Zo kunt u
foto’s nemen die de omstandigheden benaderen zoals deze met het menselijk oog worden waargenomen.
*[Leeg] Automatisch
*[
] Gloeilamp
*[
] TL1
1
*[2 ] TL2
*[
] Daglicht
*[ ] Bewolkt
*[
] Handmatig
Handm. WB
De witbalans wordt manueel ingesteld en opgeslagen. Dit is geschikt als de witbalans niet goed
overeenstemt.
Voordat u [Uitvoeren] selecteert, bepaalt u welk medium (zoals een wit vel) gebruikt om de witbalans in
te stellen.
* Annuleren / Uitvoeren
NE-73
ISO
Stelt de gevoeligheid in om foto’s te nemen. Als de gevoeligheid (en daarmee het ISO-cijfer) is verhoogd,
kunt u foto’s nemen op donkere plaatsen, maar zal de foto er (door de beeldpunten) korreliger gaan
uitzien.
* 64 /100 /200 /400 / Automatisch
Bij de instelling [Auto] wordt de ISO-waarde automatisch geselecteerd uit een waarde van ISO
64 tot ISO 200.
In de [
De instelling [Auto] is niet beschikbaar in de modus [Tv], [Av] en [M].
] modus kan het de ISO-functie niet worden gebruikt. En de ISO-instelling wordt
automatisch ingesteld op een waarde tussen ISO 64 en ISO 400.
Metering
Stelt de meetmethode in om de juiste belichtingswaarden te berekenen.
*[ ] Multi: De belichting wordt gemeten en berekend voor de volledige oppervlakte van het scherm.
*[
] Spot: Een heel klein deel van het midden van het scherm wordt gemeten, en zo wordt de
*[
] Gem.: De belichting wordt berekend over het hele beeld.
belichting berekend.
Focusgebied
Dit stelt het scherpstellingsbereik in.
* Multi:De autofocus functie zoekt de beste positie uit 9 blokken van het scherpstellingsbereik.
* Center: De autofocus funtie past de focus aan op het midden van het beeld.
Flitsoffset
Dit stelt de kracht van de flits in. De flits wordt sterker als een waarde met een “+” wordt geselecteerd. De
flits wordt minder sterker als een waarde met een “-” wordt geselecteerd.
* +2 / +1 / 0 / -1 / -2
NE-74
Menu afspelen
In de [ ] modus worden de instellingen ingesteld die voor het afspelen nodig zijn.
1. Stel de modusschakelaar in op [
2. Druk op de MENU toets.
Het menu Afspelen wordt weergegeven.
3. Selecteer het gewenste optie-item met de S / T toetsen en
druk op de SET toets om het respectievelijke menu in te gaan.
4. Selecteer de gewenste instelling met de S / T toetsen, en druk
op de SET toets.
5. Druk op de MENU toets om het menu af te sluiten.
Diashow
Raadpleeg het hoofdstuk in deze handleiding genaamd
“Diapresentatie” voor nadere informatie.
DPOF
Raadpleeg het hoofdstuk in deze handleiding genaamd “DPOFinstellingen” voor nadere informatie.
Beveiligen
Raadpleeg het hoofdstuk in deze handleiding genaamd “Beelden
beveiligen” in deze handleiding voor nadere informatie.
Kopiëren
Raadpleeg het hoofdstuk in deze handleiding genaamd “Bestanden kopiëren van intern geheugen
naar een geheugenkaart” voor meer details.
LCD Held.
Raadpleeg het hoofdstuk in deze handleiding genaamd “LCD Held.” in het Fotografiemenu (Functie
tabblad) voor meer informatie.
].
NE-75
Setup1 Menu
Stel de gebruiksomgeving van de camera in.
1. Stel de modusschakelaar in op [
2. Druk op de MENU toets en selecteer het menu [Setup1] met de
X toets.
Het [Setup1] menu wordt weergegeven.
3. Selecteer de gewenste instelling met de S / T toetsen en druk
op de SET toets om het respectievelijke menu in te gaan.
4. Selecteer de gewenste instelling met de S / T toetsen, en druk
op de SET toets.
5. Druk op de MENU toets om het menu af te sluiten.
Media info.
Dit geeft de vrije ruimte op de SD-geheugenkaart (of intern geheugen) weer. Als de SD-geheugenkaart
niet is geplaatst, wordt de vrije ruimte van het intern geheugen weergegeven.
Fr.nr.reset
Tevens wordt er een nieuwe map gecreëerd. De gemaakte foto’s worden opgeslagen in de nieuwe map,
vanaf nummer 0001.
* Annuleren / Uitvoeren
Formatteren
Raadpleeg het hoofdstuk in de handleiding genaamd “Een SD-geheugenkaart of intern geheugen
formatteren” voor nadere informatie.
Pieptoon
Raadpleeg het hoofdstuk “Pieptoon” in het Fotografiemenu (Functie tabblad) voor meer details.
Auto UIT
Als de functies van de camera enige tijd niet worden gebruikt, wordt de voeding automatisch uitgeschakeld.
Deze functie dient om batterijslijtage te verminderen.
* 1 Min. / 2 Min. / 3 Min.
Startlogo
Raadpleeg het hoofdstuk in deze handleiding genaamd “Het Opstartscherm aanpassen” voor nadere informatie.
NE-76
].
Setup2 Menu
1. Stel de modusschakelaar in op [ ].
2. Druk op de MENU toets en selecteer het menu [Setup2] met de
X toets.
Het [Setup2] menu wordt weergegeven.
3. Selecteer het gewenste [Setup2] optie-item met de S / T toetsen
en druk op de SET toets om het respectievelijke menu in te gaan.
4. Selecteer de gewenste instelling met de S / T toetsen, en druk
op de SET toets.
5. Druk op de MENU toets om het menu af te sluiten.
Datum/tijd
Raadpleeg het hoofdstuk in deze handleiding genaamd “Datum en tijd instellen” voor nadere informatie.
Sys. Reset
Hiermee worden alle basisinstellingen opnieuw ingesteld op de fabriekswaarden. De tijd wordt niet
opnieuw ingesteld.
* Annuleren / Uitvoeren
Taal
Raadpleeg het hoofdstuk in deze handleiding genaamd “De weergavetaal kiezen” voor nadere informatie.
Video-uit
Dit stelt het video-uitvoersysteem in van de videoapparatuur die u op de camera wilt aansluiten.
* NTSC / PAL
Systeeminfo
Geeft de firmwareversie van deze camera weer.
NE-77
OPGENOMEN BEELDEN/VIDEOCLIPS NAAR UW
COMPUTER OVERBRENGEN
Om beelden/videoclips van de camera naar uw computer over te brengen, dient u de volgende stappen
te nemen:
Stap 1: Het USB-stuurprogramma installeren (alleen voor gebruikers van Windows 98)
Stap 2: De camera aansluiten op uw computer
Stap 3: Beelden en videobestanden downloaden
Systeemvereisten (Windows)
Pentium 166 MHz of hoger
Windows 98/98SE/Me/2000/XP
128MB RAM
128MB harde schijfruimte
Cd-Rom station
Beschikbare USB-poort
Systeemvereisten (Macintosh)
VoedingPC G3/G4
OS 9,0 of hoger
128MB RAM
128MB harde schijfruimte
Cd-Rom station
Beschikbare USB-poort
NE-78
Stap 1: Het USB-stuurprogramma installeren
Computers met Windows 98
Het USB-stuurprogramma op de Cd-Rom is uitsluitend voor computers met Windows 98. Het is niet nodig
het USB-stuurprogramma op computers met Windows 2000/ME/XP te installeren.
1. Plaats de met de camera meegeleverde Cd-Rom in uw Cd-Rom-station. Het welkomscherm wordt
weergegeven.
2. Klik op “INSTALL USB DRIVER”. Volg de aanwijzingen op het scherm om de installatie te voltooien.
Nadat het USB-stuurprogramma geïnstalleerd is, start u uw computer opnieuw op.
Macintosh OS 9,0 computers
In het geval van Mac OS 9.0 of hogere versie herkent de computer automatisch de camera en laadt haar
eigen USB-stuurprogramma’s.
NE-79
Stap 2: De camera op uw computer aansluiten
1. Sluit het ene uiteinde van de USB-kabel aan op het USBcontactpunt van de camera.
2. Sluit het andere uiteinde van de USB-kabel aan op de USBpoort van uw computer.
3. Zet uw camera aan.
Het [USB] scherm wordt weergegeven.
4. Selecteer [PC] en druk op de SET toets.
5. Dubbelklik op “Deze computer” op het bureaublad van Windows.
6. Zoek het pictogram op van een nieuwe “uitwisselbare schijf”.
Aan de camera wordt gewoonlijk de stationsletter “e” of hoger
toegewezen.
7. Dubbelklik op de uitwisselbare schijf en zoek de DCIM-map op.
8. Dubbelklik op de DCIM-map om deze te openen; daarin bevinden
zich meerdere mappen.
De door u opgenomen beelden en videoclips bevinden zich
in deze mappen.
Deze beelden en videoclips kunnen naar een map op uw
computer worden overgedragen met behulp van knippen en
plakken of slepen en neerzetten.
Mac gebruikers: Dubbelklik op het pictogram van het “naamloze” of “ongeëtiketteerde” schijfstation op
uw bureaublad. iPhoto kan automatisch gelanceerd worden.
De gegevens op het intern geheugen (geheugenkaart) kunnen beschadigd worden als de camera
uitgeschakeld wordt tijdens de bestandsoverdracht. We raden u aan om de Wisselstroomadapter
te gebruiken als de camera aangesloten wordt op de PC.
NE-80
Stap 3: Foto’s en videobestanden downloaden
Wanneer de camera aanstaat en op uw computer is aangesloten, wordt ze beschouwd als een
schijfstation net zoals een floppy of Cd. U kunt beelden downloaden (overdragen) door ze van de
“Uitwisselbare schijf” (“naamloze” of “ongelabelde” schijf op een Macintosh) te kopiëren naar de harde
schijf van uw computer.
Windows
Open de “uitwisselbare schijf” en andere mappen door erop te dubbelklikken. Uw beelden bevinden
zich in deze map(pen). Selecteer de gewenste beelden en kies vervolgens “kopiëren” van het menu
“bewerken”. Open dan de plaats van bestemming (map) en kies “Plakken” van het menu “Bewerken”. U
kunt ook beeldenbestanden van de camera naar een gewenste plaats slepen en plaatsen.
Macintosh
Open de “naamloze” schijf en de plaats van bestemming op uw harde schijf. Sleep de beeldbestanden
uit het toestel en zet deze op de gewenste locatie neer.
Open de batterijklep niet tijdens de aansluiting met de USB-kabel.
Gebruikers van geheugenkaarten kunnen de voorkeur geven aan een geheugenkaartlezer (sterk
aanbevolen).
De toepassing om video af te spelen wordt niet meegeleverd in het pakket. Zorg dat de
toepassing om video af te spelen geïnstalleerd is op uw computer.
Als u geen foto’s/videoclips van het intern geheugen kunt downloaden, kunt u deze bestanden
eerst naar een SD-geheugenkaart kopiëren en vervolgens overplaatsen naar uw computer.
Raadpleeg het hoofdstuk in deze handleiding genaamd “Bestanden kopiëren van intern geheugen
naar een geheugenkaart” voor meer details.
NE-81
OP EEN PICTBRIDGE COMPLIANTIE PRINTER AANSLUITEN
Als er een PictBridge ondersteunde printer beschikbaar is, kunnen beelden worden afgedrukt door de digitale
camera direct op de PictBridge compatibele printer aan te sluiten zonder een computer te hoeven gebruiken.
De camera op de printer aansluiten
1. Sluit het ene uiteinde van de USB-kabel aan op uw camera aan.
2. Sluit het andere uiteinde van de USB-kabel aan op de USB-poort van
de printer.
3. Zet uw camera aan.
4. Het scherm [USB] wordt weergegeven. Selecteer [PRINTER] met de
S / T toetsen en druk op de SET toets.
Beelden afdrukken
Als de camera correct is aangesloten op een PictBridge printer,
wordt het menu PictBridge op de monitor weergegeven.
1. Selecteer het item dat u wilt configureren met de S / T toetsen en
druk op de SET toets.
[ Afbeeldingen]: Selecteer of u bepaalde beelden of alle beelden wilt
[Datumafdr.]:Afhankelijk van het printertype, selecteer of u het
[Papirstr.]:Selecteer de gewenste papiergrootte afhankelijk
[Layout]:Selecteer de gewenste afdruk-layout afhankelijk
[Afdrukken]:Als alle instellingen zijn gemaakt, kiest u dit item
2. Als u [Afbeeldingen] in de eerde stap selecteert, wordt de illustratie
aan de rechterzijde weergegeven. Selecteer [Enkel] of [Alle] met de
S / T toetsen, en druk op de SET toets.
[Enkel]:Selecteren om een bepaalde afbeelding af te drukken.
[Alle]:Selecteren om alle afbeeldingen af te drukken.
[Afsluiten]: De afbeeldingoptie sluiten.
NE-82
afdrukken. U kunt ook het afdrukaantal voor bepaalde
beelden aangeven.
beeld als dan niet met de datum wilt afdrukken.
van het printertype.
van het printertype.
om het afdrukken te starten.
3. Als u [Enkel] in de eerdere stap selecteert, wordt de illustratie
aan de rechterzijde weergegeven.
Selecteer het beeld dat u wilt afdrukken met de W / X toetsen.
Selecteer het [Afdr.nr.]. (maximaal 99) met de S / T toetsen.
Nadat de gewenste beelden en afdrukaantal is geselecteerd,
druk op de SET toets om te bevestigen.
4. Selecteer [Afsluiten] met de S / T toetsen en druk op de toets SET.
5. Selecteer [Afdrukken] met de S / T toetsen en druk op de SET
toets om het afdrukken te starten.
6. Het afdrukken begint en de illustratie wordt aan de rechterzijde
weergegeven.
Het [Voltooid] scherm wordt tijdelijk weergegeven, zodat u
weet dat het afdrukken voltooid is.
Als er een afdrukfout wordt ontdekt, wordt het [Afdrukfout]
scherm weergegeven.
Het afdrukken van beelden kan mislukken als de voeding naar de camera wordt afgesloten.
We raden u aan om de adapter/oplader te gebruiken als de camera aangesloten wordt op de printer.
NE-83
BEWERKINGSOFTWARE INSTALLEREN
Photo Explorer installeren
De Photo Explorer van Ulead®voorziet in een simpele en efficiënte manier om digitale media over te
dragen, in te bladeren, aan te passen en te distribueren. U kunt foto’s, video’s of geluidclips van
verschillende digitale apparaattypes afhalen en gemakkelijk persoonlijke Omschrijvingen opzoeken en
toevoegen; tijdige aanpassingen maken; of media door het medium van uw keuze distribueren: E-mail,
afdrukken, diapresentaties. Eigenaren van digitale camera’s, webcams, DV camcorders, scanners of
iedereen die ernaar streeft om een grote verzameling digitale media effectief te beheren, kunnen niet
zonder dit alles-in-één-gereedschap.
Om Photo Explorer te installeren:
1. Plaats de met de camera meegeleverde Cd-Rom in uw Cd-Rom-station. Het welkomscherm wordt
weergegeven.
2. Klik op “PHOTO EXPLORER 8.0 INSTALLEREN”. Volg de aanwijzingen op het scherm om de
installatie te voltooien.
Voor nadere informatie over het functioneren van de Photo Explorer softwaretoepassing wordt
u naar de respectieve software hulp verwezen.
Voor Windows 2000/XP-gebruikers dient de Photo Explorer in de “Administrator”-modus
(beheerdermodus) te worden geïnstalleerd en gebruikt.
Photo Explorer wordt niet ondersteund op de Mac. iPhoto of iPhoto2 wordt aanbevolen.
NE-84
Photo Express installeren
Ulead®Photo Express omvat volledige fotoprojectsoftware voor digitale beelden. Met de stap-voor-stapaanwijzingen, visuele programma-interface en programmahulp kan de gebruiker opwindende fotoprojecten
creëren. Digitale foto’s kunnen zonder moeite uit digitale camera’s of scanners worden verkregen. Deze
kunnen heel eenvoudig met de Visual Browse (visueel bladeren) modus worden georganiseerd. Er zijn
honderden sjablonen die klaar voor gebruik zijn, zoals albums, kaarten, affiches, diapresentaties en
meer. Beelden kunnen worden bewerkt en verbeterd met fotobewerkinggereedschap, fotografische
filters en speciale effecten. Projecten kunnen worden verfraaid door creatieve ontwerpelementen toe te
voegen zoals kader-, geluids- en stempelonderwerpen. Resultaten kunnen worden gedeeld met familie
en vrienden via e-mail en verscheidene afdrukopties.
Om Photo Express te installeren:
1. Plaats de met de camera meegeleverde Cd-Rom in uw Cd-Rom-station. Het welkomscherm wordt
weergegeven.
2. Klik op “ PHOTO EXPRESS 5.0 INSTALLEREN”. Volg de aanwijzingen op het scherm om de
installatie te voltooien.
Voor nadere informatie over het functioneren van de Photo Explorer software toepassing wordt
u naar de respectievelijke software hulp verwezen.
Voor Windows 2000/XP-gebruikers dient de Photo Express in de “Administrator”-modus
(beheerdermodus) te worden geïnstalleerd en gebruikt.
Photo Express wordt niet door de Mac ondersteund.
NE-85
Cool 360 installeren
Met Ulead®COOL 360TM kunt u snel en makkelijk een reeks foto’s omzetten in een panoramascène van
360o of in een breedhoekscène voor een meeslepende kijkervaring. De intuïtieve interface van COOL
360 en de makkelijk te gebruiken wizard leveren snel geweldig ogende panorama’s; tegelijkertijd
verzekeren de vervormings-, meng- en uitlijnwerktuigen excellente resultaten. Deel de gemaakte
panorama’s via e-mail, maak webpagina’s of plaats ze in documenten en presentaties.
Cool 360 installeren:
1. Plaats de met de camera meegeleverde Cd-Rom in uw Cd-Rom-station. Het welkomscherm wordt
weergegeven.
2. Klik op “ Cool 360 SE INSTALLEREN”. Volg de aanwijzingen op het scherm om de installatie te
voltooien.
Voor meer informatie over het functioneren van de Cool 360 software toepassing wordt u naar de
van toepassing zijnde software hulpdocumentatie verwezen.
Voor Windows 2000/XP-gebruikers dient de Cool 360 in de “Beheerder”-modus te worden
F =2,8(W) – 4,8(T)
f =7,8mm -46,8mm (equivalent aan 37mm -222mm op een 35mm camera)
2x, 4x & 8x (Afspeelmodus)
A/V UIT-aansluiting
USB 2.0 (hoge snelheid)
Adapter (5V/3A)
NE-87
PROBLEMEN OPLOSSEN
Raadpleeg de hieronder weergegeven symptomen en oplossingen voordat u de camera voor reparatie
opstuurt. Als het probleem aanhoudt, neem dan contact op met uw plaatselijke leverancier of
servicecenter.
Voedingsvoorziening
Symptoom
De voeding wordt niet
aangezet.
Tijdens het gebruik valt de
voeding uit.
De batterij raakt snel
ontladen.
De batterij of camera voelt
warm aan.
NE-88
Oorzaak
De accu is niet geplaatst.
De batterij is uitgeput.
De adapter is niet op de juiste manier
aangesloten.
De camera werd tijdelijk niet gebruikt en
daarom wordt het automatisch uitgezet.
De batterij is uitgeput.
Het wordt onder extreme lage
temperaturen gebruikt.
Er worden binnenshuis veel foto’s genomen
onder omstandigheden met weinig licht
waarvoor de flitser wordt gebruikt.
De batterij is niet helemaal opgeladen.
De batterij wordt na het opladen pas
na verloop van tijd weer gebruikt.
De camera of flitser wordt continu voor
langere perioden gebruikt.
Oplossing
Plaats de accu op de juiste manier.
Laad de accu op.
Sluit het nogmaals op de juiste
manier aan.
Zet de voeding weer aan.
Laad de batterij op of gebruik de
wisselstroomadapter.
Laad de batterij helemaal op en laat
deze één hele cyclus lang ontladen
voor het gebruik om een maximale
prestatie en levensduur te verkrijgen.
Foto’s nemen
Symptoom
Zelfs als ik op de
sluitertoets druk, neemt
de camera geen foto’s.
Er worden geen beelden op
het LCD-controlescherm
weergegeven.
Alhoewel het op de
automatische scherpstelling
is ingesteld, wordt het niet
vanzelf scherpgesteld.
De flits gaat niet af. De flitser
kan niet worden opgeladen.
Alhoewel de flitser afging,
is het beeld donker.
Het beeld is donker.
Het beeld is te licht.
Het beeld ontbeert
natuurlijke kleuren.
Oorzaak
De batterijvoeding is laag.
De voeding staat niet aan.
De camera staat niet in de opnamemodus.
De sluitertoets is niet helemaal ingedrukt.
De geheugenkaart heeft geen vrije ruimte
meer.
De levensduur van de geheugenkaart is
beëindigd.
De flitser wordt opgeladen.
De geheugenkaart wordt niet door de
camera herkent.
De automatische uitzetfunctie is geactiveerd.
De geheugenkaart is beveiligd tegen schrijven.
De voeding staat niet aan.
Het LCD-controlescherm is donker.
De lens is vies.
De afstand tot het onderwerp is kleiner
dan het effectieve bereik.
De flitser is op de flits-out-modus ingesteld.
De afstand tot het onderwerp is groter dan
het effectieve bereik van de flitser.
De flits is te zacht.
De foto werd op een donkere plaats
genomen terwijl de flitser uit was.
Het is onderbelicht.
De flits is te zacht.
Het is overbelicht.
De flits is te sterk.
Het beeld werd genomen onder omstandigheden
waarvoor het moeilijk was voor de automatische
witbalans om aan te kunnen passen.
Oplossing
Laad de accu op.
Zet de voeding aan.
Verschuif de modustoets naar de opnamemodus.
Druk de sluitertoets helemaal in.
Plaats een nieuwe kaart, of verwijder
ongewenste bestanden.
Plaats een nieuwe geheugenkaart.
Wacht totdat de status LED uitstaat.
Formatteer de geheugenkaart in deze camera
als het voor de eerste keer wordt gebruikt
of wanneer ergens anders werd gebruikt
dan deze camera.
Zet de voeding nogmaals aan.
Verwijder de schrijfbescherming.
Zet de voeding aan.
Pas de intensiteit van het LCD-controlescherm
aan in het menu.
Maak het schoon met een zacht, droog doekje
of lenspapier.
Richt op uw onderwerp binnen het effectieve
scherpstellingsbereik.
Stel de flitser op een andere modus dan de
flits-out-modus in.
Verklein de afstand tussen u en het
onderwerp en neem de foto.
Pas de flash offset aan.
Stel de flitser op een andere modus dan de
flits-out-modus in.
Stel de belichtingscompensatie in op een
grotere waarde.
Pas de flash offset aan.
Stel de belichtingscompensatie in op een
kleinere waarde.
Pas de flash offset aan.
Voeg een wit object aan de samenstelling toe.
NE-89
Beelden weergeven
Symptoom
Kan niet afspelen.
De inhoud van de
geheugenkaart kan niet
worden weergegeven.
Er kunnen geen bestanen
worden gewist.
Kan geen geheugenkaart
formatteren.
Het weergegeven beeld is
donker alhoewel ik de
flitser heb gebruikt.
Oorzaak
Het is niet ingesteld op de weergavemodus.
U heeft een geheugenkaart proberen weer
te geven die niet door dit toestel werd
geformatteerd.
Het bestand is beschermd.
U heeft een geheugenkaart proberen weer te
geven die niet door dit toestel werd geformatteerd.
De geheugenkaart is beveiligd tegen schrijven.
De geheugenkaart is beveiligd tegen schrijven.
De levensduur van de geheugenkaart is beëindigd.
Het LCD-controlescherm is te donker.
Oplossing
Verschuif de modustoets naar de
afspelingmodus.
Plaats een kaart die door dit toestel is
geformatteerd en waarop al iets is
opgeslagen.
Annuleer de bescherming.
Plaats een kaart die door dit toestel is
geformatteerd en waarop al iets is opgeslagen.
Verwijder de schrijfbescherming.
Verwijder de schrijfbescherming.
Plaats een nieuwe geheugenkaart.
Pas de intensiteit van het LCD-controlescherm
aan.
Andere problemen
Symptoom
Zelfs als de toetsen van
de camera worden
ingedrukt, werkt het niet.
De datum en tijd zijn verkeerd.
De datuminstelling is
verdwenen.
Oorzaak
De batterijvoeding is laag.
Er werd een verkeerde datum en tijd ingesteld.
De batterij is verwijderd terwijl de voeding
nog aanstond.
Oplossing
Laad de accu op.
Stel de correcte datum en de tijd in.
Stel de datum en tijd nogmaals in.
Hoe uw computer/software aangesloten dient te worden
Symptoom
Kan geen beelden
downloaden.
Kan geen videoclips afspelen
in Windows 98 of Windows Me.
NE-90
Oorzaak
De beschikbare ruimte in uw computer kan
ontoereikend zijn.
Er is geen voedingsvoorziening.
Het USB-stuurprogramma is niet
geïnstalleerd (voor Windows 98/ 98SE).
Compatibiliteitsprobleem tussen DirectX en
stuurprogramma voor Video.
Oplossing
Controleer of de harde schijf over voldoende
ruimte beschikt om Windows uit te voeren, and
als het station om beeldbestanden te laden over
ten minste dezelfde capaciteit beschikt als van
de in de camera geplaatste geheugenkaart.
Laad de accu op.
Gebruik de adapter.
Zet de voeding aan.
Installeer het USB-stuurprogramma.
Download en installeer DirectX 9.0 vanaf
de website van Microsoft.
Let op: Uw product
isvan dit
merktekenvoorzien.
Dit betekentdat
afgedankteelektrische
enelektronischeapparatuur
niet samenmet het
normalehuisafval
mogenworden
weggegooid. Erbestaat
een afzonderlijk
inzamelingssysteem
voor deze producten.
A.Informatie over afvalverwijdering voor gebruikers (particulierehuishoudens)
1. In de Europese Unie
Let op: Deze apparatuur niet samen met het normale huisafval weggooien!
Afgedankte elektrische en elektronische apparatuur moet gescheiden wordeningezameld
conform de wetgeving inzake de verantwoorde verwerking,terugwinning en recycling van
afgedankte elektrische en elektronische apparatuur.
Na de invoering van de wet door de lidstaten mogen particuliere huishoudens in delidstaten van
de Europese Unie hun afgedankte elektrische en elektronischeapparatuur kosteloos* naar
hiertoe aangewezen inzamelingsinrichtingen brengen*.In sommige landen* kunt u bij de aanschaf
van een nieuw apparaat het oudeproduct kosteloos bij uw plaatselijke dealer inleveren.
*) Neem contact op met de plaatselijke autoriteiten voor verdere informatie.
Als uw elektrische of elektronische apparatuur batterijen of accumulatoren bevatdan moet u
deze afzonderlijk conform de plaatselijke voorschriften weggooien.
Door dit product op een verantwoorde manier weg te gooien, zorgt u ervoor dat hetafval de
juiste verwerking, terugwinning en recycling ondergaat en potentiëlenegatieve effecten op het
milieu en de menselijke gezondheid worden voorkomendie anders zouden ontstaan door het
verkeerd verwerken van het afval.
2. In andere landen buiten de Europese Unie
Als u dit product wilt weggooien, neem dan contact op met de plaatselijkeautoriteiten voor
informatie omtrent de juiste verwijderingsprocedure.
Voor Zwitserland: U kunt afgedankte elektrische en elektronische apparatuurkosteloos bij de
distributeur inleveren, zelfs als u geen nieuw product koopt.Aanvullende inzamelingsinrichtingen
zijn vermeld op de startpagina vanwww.swico.ch or www.sens.ch.
B.Informatie over afvalverwijdering voor bedrijven
1. In de Europese Unie
Als u het product voor zakelijke doeleinden heeft gebruikt en als u dit wiltweggooien:
Neem contact op met uw plaatselijke dealer die u inlichtingen verschaft over deterugname van
het product. Het kan zijn dat u een afvalverwijderingsbijdrage voorde terugname en recycling
moet betalen. Kleine producten (en kleinehoeveelheden) kunnen door de lokale
inzamelingsinrichtingen worden verwerkt.
Voor Spanje: Neem contact op met de inzamelingsinrichting of de lokale autoriteitenvoor de
terugname van uw afgedankte producten.
2. In andere landen buiten de Europese Unie
Als u dit product wilt weggooien, neem dan contact op met de plaatselijkeautoriteiten voor
informatie omtrent de juiste verwijderingsprocedure.
NE-91
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.