Minolta DIMAGE X60, X60 User Manual [nl]

Konica Minolta Customer Support:
www.konicaminoltasupport.com
Konica Minolta Photo World:
www.konicaminoltaphotoworld.com
Meld u vandaag nog aan bij Konica Minolta Photo World, geheel gratis,
en wees welkom in de fascinerende wereld van Konica Minolta fotografie.
Registreer nu, bespaar 29,99 EUR,
© 2005 Konica Minolta Photo Imaging, Inc. under the Berne Convention
and the Universal Copyright Convention.
Printed in Germany 9979 2812 57/12984
GEBRUIKSAANWIJZING
VOORDAT U BEGINT
Gefeliciteerd met de aanschaf van deze camera. Neem de tijd deze gebruiksaanwijzing goed door te lezen, zodat u alle mogelijkheden van uw nieuwe digitale camera ten volle kunt benutten.
Controleer de paklijst voordat u dit product gaat gebruiken. Ontbreekt er iets, neem dan contact op met uw handelaar.
CORRECT EN VEILIG GEBRUIK
Lithium-ion batterijen
Deze camera werkt met een kleine, maar krachtige lithium-ion batterij. Verkeerd gebruik van de lithi­um-ion batterij kan schade of letsel veroorzaken als gevolg van brand, elektrische schokken en che­mische lekkage. Lees en begrijp alle waarschuwingen voordat u met de batterij gaat werken.
DiMAGE X60 digitale camera Lithium-ion batterij NP-700 Lithium-ion batterijlader BC-800 Polskoord HS-DG 130 USB-kabel USB-3 AV-kabel AVC-500 Cameragebruiksaanwijzing Digital Camera Software CD-ROM DiMAGE Master Lite gebruiksaanwijzing CD-ROM Konica Minolta Internationaal Garantiecertificaat
Gebruik uitsluitend de in deze gebruiksaanwijzing opgegeven batterij, vervaardigd en gedistribueerd door Konica Minolta. Gebruik nooit imitaties van dit batterijtype; gebruik daarvan zal de camera beschadigen en kan tot brand leiden.
Neem bij vragen contact op met uw handelaar of Konica Minolta. Konica Minolta is een handels­merk van Konica Minolta Holdings, Inc.
Konica Minolta is een handelsmerk van Konica Minolta Holdings, Inc. DiMAGE is een handelsmerk van Konica Minolta Photo Imaging, Inc. Apple, Macintosh, Power Macintosh, en Mac OS zijn gedeponeerde handelsmerken van Apple Computer Inc. QuickTime en het Quick Time logo zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Apple Computer, Inc., gebruikt onder licentie. Microsoft® en Windows® zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen. De officiële naam van of Windows is Microsoft Windows Operating System. Pentium is een gedeponeerd handelsmerk van Intel Corporation. EasyShare is een gedeponeerd handelsmerk van Eastman Kodak Company in de Verenigde Staten en andere landen. Alle andere merk- en productnamen zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van hun respectievelijke eigenaren.
2 3Voordat u begint
PAS OP
• Veroorzaak geen kortsluiting, neem de batterij niet uit elkaar en beschadig of modificeer hem niet.
• Stel de batterij niet bloot aan brand of hoge temperaturen boven 60°C.
• Stel de batterij niet bloot aan water of vocht. Water kan de veiligheidsvoorzieningen van de batterij doen corroderen of beschadigen, en kan leiden tot oververhitting, ontbranding, breuk of lekkage van de batterij.
• Laat de batterij niet vallen, stel hem niet bloot aan harde slagen. Slagen kunnen de ingebouwde veiligheidsvoorzieningen beschadigen, en kunnen leiden tot oververhitting, ontbranding, breuk of lekkage van de batterij.
• Bewaar de batterij niet in of bij metalen producten.
• Gebruik de batterij niet voor andere producten.
• Gebruik uitsluitend de opgegeven lader. Een ongeschikte lader kan leiden tot schade of letsel door brand of een elektrische schok.
• Gebruik een batterij niet als hij lekt. Komt er batterijvloeistof in uw oog, spoel het oog dan onmiddellijk schoon met een royale hoeveelheid schoon water en neem contact op met een arts. Komt batterijvloeistof in contact met uw huid of kleding, maak de plek dan grondig schoon met water.
• Gebruik of laad de batterij alleen bij een omgevingstemperatuur van 0° tot 40°C en een relatieve luchtvochtigheid van 45% tot 85%. Bewaar de batterij alleen bij omgevingstemperaturen van -20° tot 30°C en een relatieve luchtvochtigheid van 45% tot 85%.
WAARSCHUWING
• Plak de contacten van een voor recycling in te leveren lithium-ion batterij af om kortsluiting te vermijden; volg altijd de plaatselijke regels voor de inzameling/verwerking van lege batterijen op.
• Is de batterij na de opgegeven laadtijd niet opgeladen, stop dan het laden en ontkoppel de lader van het stopcontact.
ALGEMENE GEBRUIKSWAARSCHUWINGEN
Neem onderstaande waarschuwingen aangaande het gebruik van digitale camera’s en accessoires goed door.
WAARSCHUWING
• Gebruik alleen het in deze gebruiksaanwijzing opgegeven batterijtype.
• Gebruik uitsluitend de opgegeven lader of netvoedingsadapter binnen het voltagebereik dat op het apparaat staat. Gebruik van een verkeerde adapter of een verkeerd voltage kan leiden tot schade of letsel als gevolg van brand of elektrische schokken.
• Gebruik het lichtnetsnoer van de lader alleen in de verkoopregio waarvoor het is bedoeld. Een verkeerd voltage kan leiden tot schade of letsel als gevolg van brand of een elektrische schok.
• Haal camera of lader niet uit elkaar. Wordt een hoogvoltage-circuit binnenin het product aangeraakt, dan kan dat leiden tot elektrische schokken en/of letsel.
• Verwijder direct de batterij of ontkoppel de lichtnetadapter of lader van het lichtnet wanneer de camera is gevallen of stoten/klappen heeft opgelopen waarbij het binnenwerk, en dan met name de flitser, bloot is komen te liggen. De flitser heeft een hoogvoltage-circuit dat elektrische schokken en/of letsel kan veroorzaken. Voortgaand gebruik van een beschadigd product kan leiden tot letsel of brand.
• Houd de batterij, de geheugenkaart en kleine voorwerpen die ingeslikt kunnen worden buiten het bereik van kleine kinderen. Neem direct contact op met een arts wanneer er iets is ingeslikt.
• Bewaar dit product buiten het bereik van kinderen. Wees voorzichtig in de nabijheid van kinderen; u zou ze met dit product per ongeluk kunnen raken/verwonden.
• Laat de flitser niet van korte afstand in de ogen flitsen. Dat kan tot schade aan het gezichtsvermogen leiden.
• Flits niet in de richting van bestuurders van voertuigen. Verblinding en afleiding kunnen tot ongelukken leiden.
• Gebruik de lcd-monitor niet wanneer u loopt of een voertuig bestuurt. Het kan leiden tot letsel of ongelukken.
• Gebruik deze producten niet in een vochtige omgeving, en bedien ze niet met natte handen. Treedt er vloeistof binnen, verwijder dan onmiddellijk de batterij of ontkoppel de netvoeding, en stop het gebruik. Voortgaand gebruik van een product dat aan vloeistoffen is blootgesteld kan schade of letsel door vuur of elektrische schokken veroorzaken.
• Gebruik deze producten niet in de nabijheid van ontvlambare gassen of vloeistoffen als benzine, wasbenzine of thinner. Gebruik nooit ontvlambare producten als benzine, wasbenzine of thinner om deze producten schoon te maken. Het gebruik van ontvlambare schoonmaakmiddelen en oplos­middelen kan tot een explosie of brand leiden.
• Trek nooit aan het snoer wanneer u de netvoedingsadapter of lader van het stopcontact wilt los­koppelen. Trek altijd aan de stekker.
• Beschadig, verdraai, verander, verhit het snoer van de netvoedingsadapter/laadapparaat nooit en plaats er nooit zware objecten op. Een beschadigd snoer kan leiden tot schade of letsel door brand of elektrische schokken.
• Verspreiden de producten een vreemde geur, hitte of rook, stop dan onmiddellijk het gebruik. Verwijder meteen de batterij en let daarbij goed op dat u zich niet brandt; batterijen kunnen door gebruik heet worden. Voortgaand gebruik van een beschadigd product kan leiden tot letsel of brand.
• Is reparatie nodig, breng of stuur het product dan naar de Technische dienst van Konica Minolta.
• Personen mogen bij flitsopnamen niet dichterbij zijn dan 1 m, om oogletsel te voorkomen.
4 5Correct en veilig gebruik
WAARSCHUWING
Digital Camera:
Tested To Comply With FCC Standards
FOR HOME OR OFFICE USE
• Gebruik of bewaar deze producten niet in een warme of vochtige omgeving, zoals het dashboard­kastje of de bagageruimte van een auto. Het kan schade aan de camera, de lader en de batterij ver­oorzaken, en kan leiden tot brandwonden of ander letsel door hitte, brand, explosie of lekkage van batterijvloeistof.
• De temperatuur van camera, lader en batterij stijgt na langer gebruik.
• Pas op voor aanraking van heet geworden onderdelen. Na lange gebruiksperioden kunnen de geheugenkaart en de batterij heet worden.
• Wees dus voorzichtig wanneer u ze direct na gebruik uit de camera verwijdert. Schakel anders de camera uit en laat hem even afkoelen.
• Laat de flitser niet afgaan terwijl hij in contact is met mensen of objecten. Bij de flitser komt veel energie vrij en ontstaat hitte.
• Druk niet op de lcd-monitor. Een beschadigde monitor kan letsel veroorzaken en de vloeistof uit de monitor is ontvlambaar. Komt vloeistof uit de monitor in contact met de huid, reinig de plek dan met schoon water. Komt vloeistof uit de monitor in contact met de ogen, spoel het dan onmiddellijk weg met veel water en neem contact op met een arts.
• Gebruikt u de lichtnetadapter of lader, steek de stekker dan goed in het stopcontact.
• Gebruik geen elektronische transformators of reisadapters in combinatie met het laadapparaat. Gebruik van dit soort apparaten kan leiden tot brand of schade aan het product.
• Gebruik de lichtnetadapter of lader niet wanneer het snoer beschadigd is.
• Dek de lichtnetadapter of de lader niet af. Het kan tot brand leiden.
• Verberg de lichtnetadapter of lader niet. In geval van nood moet hij snel van het lichtnet kunnen wor­den ontkoppeld.
• Trek de stekker van de lichtnetadapter of lader uit het stopcontact wanneer hij niet wordt gebruikt.
Op het product kunt u de volgende aanduidingen tegenkomen:
Dit teken op uw camera geeft aan dat het voldoet aan de eisen van de EU (Europese Unie) op het gebied van apparatuur die storing kan veroorzaken. CE staat voor Conformité Européenne (Europese Conformiteit).
This Class B digital apparatus complies with Canadian ICES-003. FCC Compliance Statement Declaration on Conformity
DiMAGE X60
Responsible Party: Konica Minolta Photo Imaging USA Inc. Address: 725 Darlington Avenue, Mahwah, NJ 07430
This device complies with Part 15 of the FCC Rules. Operation is subject to the following two con­ditions: (1) This device may not cause harmful interference, and (2) this device must accept any interference received, including interference that may cause undesired operation. Changes or modi­fications not approved by the party responsible for compliance could void the user’s authority to operate the equipment.
This equipment has been tested and found to comply with the limits for a Class B digital device, pursuant to Part 15 of the FCC Rules. These limits are designed to provide reasonable protection against harmful interference in a residential installation. This equipment generates, uses and can radiate radio frequency energy and, if not installed and used in accordance with the instructions, may cause harmful interference to radio communications. However, there is no guarantee that inter­ference will not occur in a particular installation. If this equipment does cause harmful interference to radio or television reception, which can be determined by turning the equipment off and on, the user is encouraged to try to correct the interference by one or more of the following measures:
• Reorient or relocate the receiving antenna.
• Increase the separation between the equipment and the receiver.
• Connect the equipment to an outlet on a circuit different from that to which the receiver is connected.
• Consult the dealer or an experienced radio/TV technician for help.
Do not remove the ferrite cores from the cables.
76 Correct en veilig gebruik
INHOUD
In het hoofdstuk Voorbereiding leest u hoe u de camera gebruiksklaar maakt. U vindt daar complete informatie over de stroombronnen en de opslagkaarten. De standaard handelingen voor gebruik van de camera worden behandeld onder Opname - basishandelingen op blz. 22 tot 31 en onder Weergave - basishandelingen op blz. 32 tot 35. Lees de complete tekst over het overspelen voordat u de camera op de computer aansluit.
Veel van de functies van deze camera worden geregeld via menu’s. In de teksten over het navigeren door de menu’s vindt u hoe u instellingen verandert. Direct daarna worden de mogelijke instellingen besproken.
In de bijlage vindt u informatie met behulp waarvan u problemen met het gebruik van de camera kunt oplossen. Ook leest u er hoe u de camera dient te onderhouden en op te bergen. Bewaar deze gebruiksaanwijzing s.v.p. op een veilige plaats.
Benaming van de onderdelen..............................................................................................................12
Voorbereiding.......................................................................................................................................14
Laden van de batterij ..............................................................................................................14
Plaatsen van de batterij...........................................................................................................15
Aanduiding batterijconditie .....................................................................................................16
Automatische spaarschakeling (Auto power save) .................................................................16
Lichtnetadapter (apart leverbaar) ............................................................................................17
Bevestiging van de draagriem ................................................................................................17
Plaatsen en verwijderen van de geheugenkaart .....................................................................18
Aanduiding intern geheugen ...................................................................................................19
Inschakelen van de camera ....................................................................................................19
Datum en tijd instellen.............................................................................................................20
Opname - basishandelingen................................................................................................................21
Hanteren van de camera.........................................................................................................21
camera op opnemen instellen.................................................................................................21
Weergave lcd-monitor .............................................................................................................22
Waarschuwing cameratrilling ..................................................................................................22
Opname - basishandelingen zoomobjectief gebruiken ..........................................................23
Standaard opnamehandelingen ..............................................................................................24
Automatische selectie Digitale Onderwerpsprogramma’s ......................................................25
Scherpstelvergrendeling..........................................................................................................26
Scherpstelbereik......................................................................................................................26
Scherpstelsignalen ..................................................................................................................27
Speciale scherpstelsituaties....................................................................................................27
Flitsstanden .............................................................................................................................28
Flitsbereik - Automatische werking.........................................................................................29
Flitssignalen.............................................................................................................................29
Weergavetoets - opnamestand ...............................................................................................29
Digitale onderwerpsprogramma’s ...........................................................................................30
Spot AF ...................................................................................................................................31
Weergave - basishandelingen..............................................................................................................32
Scherm enkelvoudige weergave .............................................................................................32
Beelden roteren.......................................................................................................................33
Individuele beelden wissen .....................................................................................................33
Weergavetoets – weergavestand ............................................................................................34
Indexweergave ........................................................................................................................34
Vergrote weergave...................................................................................................................35
Opname - geavanceerde handelingen.................................................................................................36
Filmopnamen...........................................................................................................................36
Transporstand .........................................................................................................................37
Multi frame.......................................................................................................................37
Zelfontspanner.................................................................................................................38
Continu transport.............................................................................................................39
Navigeren door de opnamemenu’s .........................................................................................40
Beeldgrootte en -kwaliteit .......................................................................................................42
Kleurinstelling ..........................................................................................................................43
Witbalans.................................................................................................................................44
Toetsfuncties aanpassen ........................................................................................................45
Automatisch terugzetten .........................................................................................................45
Cameragevoeligheid - ISO ......................................................................................................46
Flitsbereik en cameragevoeligheid..........................................................................................46
Gebruikt een klein deel van het beeld om de belichting te meten. ........................................47
Directe weergave.....................................................................................................................47
Voice memo ............................................................................................................................49
Datum in beeld ........................................................................................................................50
Digitale zoom...........................................................................................................................51
Opnamestand..........................................................................................................................52
Audio-opname.........................................................................................................................52
Beeldfrequentie & grootte filmbestanden ...............................................................................53
Filmstand.................................................................................................................................53
8 9Inhoud
Weergave - geavanceerde handelingen...............................................................................................54
Voice memo’s en audiocommentaar.......................................................................................54
Films en audio-opnamen afspelen..........................................................................................55
Navigeren door het weergavemenu ........................................................................................56
Beeld- en geluidsbestanden wissen .......................................................................................58
Audio-commentaar..................................................................................................................59
Bestanden beveiligen ..............................................................................................................60
Beeldmontage ........................................................................................................................ 60
Kopie en E-mail kopie .............................................................................................................62
Diashow...................................................................................................................................65
Overvloeien..............................................................................................................................65
Uitsnedekopie .........................................................................................................................66
Stilstaand filmbeeld.................................................................................................................67
Films monteren........................................................................................................................68
Over DPOF ..............................................................................................................................70
DPOF setup.............................................................................................................................70
Datum printen..........................................................................................................................71
Index print ...............................................................................................................................71
Setup-stand .........................................................................................................................................72
Navigeren door het setup-menu .............................................................................................72
Taal .........................................................................................................................................73
Helderheid lcd-monitor ...........................................................................................................74
Geheugenkaarten formatteren ................................................................................................74
Geheugen bestandsnummers (#) ............................................................................................75
Mapnaam ................................................................................................................................75
Audiosignalen ..........................................................................................................................76
Scherpstelsignaal ....................................................................................................................76
Shutter FX................................................................................................................................76
Volume.....................................................................................................................................76
Automatische spaarschakeling ...............................................................................................76
Video-uitvoer ...........................................................................................................................77
Beelden op een televisie weergeven.......................................................................................77
Terugzetten op standaard .......................................................................................................78
Datum en tijd instellen.............................................................................................................79
Overspeelstand .......................................................................................................................79
Data-overspeelstand............................................................................................................................80
Systeemseisen ........................................................................................................................80
Camera op een computer aansluiten......................................................................................81
Aansluiten op Windows 98 en 98SE.......................................................................................82
Automatische installatie...................................................................................................82
Handmatige installatie .....................................................................................................83
Driver-software verwijderen – Windows..................................................................................85
Mappenindeling.......................................................................................................................86
Camera van de computer loskoppelen...................................................................................88
Windows 98 / 98 Second Edition....................................................................................88
Windows XP, 2000 Professional en Me ...........................................................................88
Macintosh ........................................................................................................................89
Geheugenkaart verwisselen - data-overspeelstand ...............................................................90
Automatische spaarschakeling - data-overspeelstand...........................................................90
Systeemeisen online camera (Remote camera)......................................................................91
De remote camera driver installeren .......................................................................................91
Aansluiten van de online camera ............................................................................................92
Opmerkingen over gebruik online camera..............................................................................93
PictBridge................................................................................................................................94
Over storingen bij het printen..................................................................................................95
Navigeren door het PictBridge-menu .....................................................................................96
Kodak EasyShare software ...................................................................................................100
DiMAGE Master Lite..............................................................................................................102
QuickTime systeemeisen ......................................................................................................104
Bijlage .......................................................................................................................................104
Problemen oplossen..............................................................................................................104
Over de kabel van de lithium-ion batterijlader......................................................................106
Onderhoud en opslag ...........................................................................................................106
Cameraverzorging..........................................................................................................106
Reinigen .........................................................................................................................107
Opslag ...........................................................................................................................107
Batterijen........................................................................................................................107
Geheugenkaarten ..........................................................................................................108
Voor belangrijke evenementen en reizen.......................................................................109
Bedrijfstemperatuur en -omstandigheden.....................................................................109
Voorzorgen lcd-monitor.................................................................................................109
Copyright .......................................................................................................................109
Vragen en service ..........................................................................................................109
Technische gegevens ............................................................................................................110
10 11Inhoud
BENAMING VAN DE ONDERDELEN
* Deze camera is een geavanceerd optisch instrument. Denk er goed aan de gemarkeerde onderde-
len schoon te houden. Lees ook de informatie over opslag en onderhoud achterin deze gebruiks­aanwijzing (blz. 106).
Zoeker*
Ontspanknop
Voedingsaansluiting (blz. 17)
Kaartruimte
deurtje (blz. 18)
USB-aansluiting / AV-uitgang
Keuzeschakelaar (blz. 21)
Oogje draagkoord (blz. 17)
Flitser* (blz. 28)Zelfontspannerlampje (blz. 38)
Microfoon
Objectief*
Objectiefschuif / Hoofdschakelaar
Zoomtoets (blz. 23)
Luidspreker
LCD-monitor*
Weeravetoets (blz. 32)
Stuureenheid
Menutoets
Weergavetoets (blz. 29, 34)
Statiefaansluiting Deurtje batterijruimte (blz. 15)
Benaming van de onderdelen
1312
VOORBEREIDING
LADEN VAN DE BATTERIJ
Voordat u de camera kunt gebruiken moet de lithium-ion batterij worden opgeladen. Lees voordat u de batterij oplaadt de waarschuwingen op blz. 3 en 4 van deze gebruiksaanwijzing. Laad de batterij uitsluitend met behulp van de meegeleverde lader. Het is het beste de batterij voor elke opname­sessie op te laden. Kijk op blz. 107 voor batterij-onderhoud en opslag.
Steek het netsnoer in de achterzijde van de lader (1). Steek het
1
andere eind van het snoer in een stopcontact. Het meegeleverde lichtnetsnoer is afgestemd op het voltage in de verkoopregio. Gebruik het snoer van de lader alleen in de verkoopregio waarvoor het is bedoeld. Kijk voor het aanschaffen van extra netsnoeren op blz. 106.
PLAATSEN VAN DE BATTERIJ
Deze digitale camera maakt gebruik van een NP-700 lithium-ion batterij. Lees voordat u de batterij gebruikt de waarschuwingen op blz 3 en 4 van deze gebruiksaanwijzing. Gaat u de batterij ver­wisselen, zet dan de camera uit (blz. 19).
21 3
Schuif de batterij met de contactpunten vooruit in de lade, zodanig dat de geleiders in de lader in de uitsparingen van de batterij komen. Schuif de baterij voorwaarts in de lader.
Het batterijlampje (2) brandt om aan te geven dat de batterij wordt opge­laden. Het lampje gaat uit wanneer het laden is voltooid. De laadtijd is ongeveer 90 minuten. Verwijder na het laden de batterij uit de lader. Trek de stekker uit het stopcontact.
14 15Voorbereiding
1. Schuif het deurtje van de batterijruimte naar de zijkant van de camera om de veiligheidsvergrende­ling op te heffen. Open het deurtje.
2. Schuif de batterij in de batterijruimte met de contactpunten naar voren.
3. Sluit het deurtje van de batterijruimte en schuif het naar de camera om het te vergrendelen.
Na het plaatsen van de batterij kan de tijd-/datum-melding op de monitor verschijnen; kijk op blz. 20 voor het instellen. Een ingebouwde batterij zorgt voor behoud van de klok-, kalender- en geheu­geninstellingen voor een periode van circa 6 dagen uur wanneer de hoofdbatterij minimaal 24 uur in
2
de camera heeft gezeten.
AANDUIDING BATTERIJCONDITIE
Deze camera is uitgerust met een automatisch verschijnende aanduiding voor de batterijconditie op de lcd-monitor. Het symbool verandert van wit in rood als de batterij leeg raakt.
LICHTNETADAPTER (APART LEVERBAAR)
Zet altijd de camera uit voordat u op een andere stroombron overgaat.
Aanduiding batterij vol - de batterij is volledig opgeladen. Dit symbool is te zien wanneer de camera aan staat.
Aanduiding batterij bijna leeg - de batterij is nog maar gedeeltelijk gela­den.
Waarschuwing lege batterij - batterij is vrijwel leeg. De batterij moet zo snel mogelijk worden vervangen. Deze waarschuwing verschijnt automatisch en blijft op de monitor zichtbaar totdat er een volle batterij in de camera zit. Film opnemen is niet mogelijk.
Is er voldoende energie om de camera te laten functioneren, dan wordt het lampje boven de lcd-monitor oranje en knippert het drie seconden als de camera wordt ingeschakeld, of de waarschuwing voor een lege batterij ver­schijnt op de lcd-monitor kort voordat de camera zich uitschakelt. De came­ra is dan geblokkeerd, er kan geen opname worden gemaakt. De batterij moet worden opgeladen.
AUTOMATISCHE SPAARSCHAKELING
Om stroom te sparen schakelt de camera zichzelf uit wanneer er drie minuten lang geen handelin­gen met de camera zijn uitgevoerd. Druk op de ontspanknop of de weergavetoets om de camera weer te activeren. De wachtduur voor de automatische spaarschakeling kan worden veranderd in sectie 2 van het setup-menu (blz. 72). Is de camera op een computer of PictBridge printer aange­sloten, dan wordt de wachttijd voor de automatische uitschakeling ingesteld op 10 minuten; deze wachttijd kan niet worden veranderd.
Met de lichtnetadapter AC-4 of AC-5 kunt u de camera vanuit het
1
lichtnet van stroom voorzien. Gebruik van een lichtnetadapter is aan te raden wanneer de camera op de computer wordt aangeslo­ten en bij intensief gebruik. Lichtnetadapter AC-4 is bestemd voor gebruik in Noord-Amerika, Japan en Taiwan, de adapter AC-5 is bestemd voor alle andere delen van de wereld. De batterij kan niet met de lichtnetadapter worden geladen.
1. Steek de ministekker van de lichtnetadapter in de voedings­aansluiting.
2. Steek de stekker van de lichtnetadapter in een stopcontact.
BEVESTIGING VAN DE DRAAGRIEM
Houd de riem altijd om uw pols, om te voorkomen dat de camera per ongeluk valt.
1. Steek de smalle lus van de riem door het oogje van de camera.
2. Steek het andere eind van de riem door de lus en
1
trek hem aan.
16 17Voorbereiding
2
PLAATSEN EN VERWIJDEREN VAN DE GEHEUGENKAART
Gaat u een geheugenkaart verwisselen, zet dan eerst de camera uit en verzeker u ervan dat het lampje niet brandt; anders kan de kaart beschadigd raken en kan beeldinformatie verlo­ren gaan.
3. Wilt u een kaart verwijderen, druk hem dan in en laat hem los. De kaart kan nu uit de sleuf worden genomen.
3
De camera beschikt over circa 15 MB aan interne opslagruimte, dus beeldopslag is mogelijk zonder geheugenkaart in de camera. Voor extra geheugencapaciteit kan er een SD (Secure Digital) geheu­genkaart of MultiMediaCard in de camera worden gestoken. Is er een kaart geplaatst, dan worden de beelden op de kaart opgeslagen. Meer over geheugenkaarten op blz. 108.
1
1. Schuif het deurtje van de batterijruimte naar de achterzijde van de camera om de vergrendeling los te maken. Open het deurtje.
2. Schuif de geheugenkaart helemaal in de kaartsleuf en laat hem los. De kaart moet in de sleuf vastklikken.
Plaats de kaart met de voorzijde naar de achterzijde van de camera. Duw de kaart altijd recht naar beneden, nooit schuin. Forceer de kaart nooit. Past een kaart niet, controleer dan of hij goed is geplaatst. Wordt een MultiMediaCard verkeerd geplaatst, dan klikt hij vast, maar het deurtje van de batterij/kaartruimte zal niet dicht gaan.
2
4. Sluit het deurtje van de batterij­ruimte en schuif het naar de camera om het te vergrendelen.
4
AANDUIDING INTERN GEHEUGEN
De aanduiding voor het interne geheugen geeft in de opname- en weergavestand aan dat het interne geheugen wordt gebruikt. Is er een geheugenkaart in de camera geplaatst, dan is het interne geheugen niet toegankelijk.
INSCHAKELEN VAN DE CAMERA
Om de camera in schakelen, schuif de objectiefschuif dan in de aangegeven richting (zie hiernaast). Wordt de camera voor het eerst ingeschakeld, dan moeten datum en tijd nog worden inge­steld (zie de volgende bladzijde). De monitor kan na inschakelen van de camera enige seconden uit gaan als de flitser wordt opge­laden.
Schuif de objectiefschuif in de tegengestelde richting als u de ca­mera uit wilt zetten. Berg de camera altijd op met gesloten objec­tiefschuif.
18 19Voorbereiding
DATUM EN TIJD INSTELLEN
Nadat u voor de eerste maal een geheugenkaart en de bat­terijen in de camera hebt geplaatst moet u de klok en de kalender van de camera instellen. Bij het opslaan van gemaakte opnamen wordt altijd de datum en de tijd van opname geregistreerd.
Werden klok en kalender niet ingesteld, dan verschijnt er
1
Set date and time.
elke keer na inschakelen van de camera enkele seconden een melding. Deze melding verschijnt ook als klok en kalen­der zijn teruggezet als de camera langere tijd zonder batterij opgeborgen is geweest.
Gebruik de links- of rechts-toets van de stuureen­heid (1) om “Yes” te selecteren. Met “No” heft u de handeling op.
OPNAMESTAND - BASISHANDELINGEN
Hier vindt u informatie over de basis-opnamehandelingen. Op blz. 14 tot en met 20 leest u hoe u de camera gebruiksklaar maakt.
HANTEREN VAN DE CAMERA
Bekijk het beeld op de lcd-monitor en houd de camera stevig met uw rechterhand vast terwijl u hem met de linkerhand ondersteunt. Houd uw ellebogen in de zij en zet uw voeten iets uit elkaar.
Maakt u verticale opnamen, houd de camera dan zo dat de flit­ser boven het objectief zit, dus met de ontspanknop bovenaan. Pas goed op dat u het objectief niet met uw vingers of de polsriem afdekt.
NoYes
Date/Time set
01 . 01. 2005
00 : 00
MM / DD / YYYY
:sel.
:enter
:move
Instelscherm datum/tijd
Het instelscherm voor datum en tijd kan worden geopend in sectie 3 van het setup-menu. In som­mige landen/regio’s moet de menutaal ook worden ingesteld. De taal wordt geselecteerd in sectie 1 van het setup-menu (blz. 73).
20 21Voorbereiding
Druk op de centrale toets van de stuureenheid om het instelscherm voor datum en tijd op te roepen.
Gebruik de links- en rechts-toets om het onderdeel te selecteren dat u wilt instellen.
Met de op- of neer-toets stelt u de waarden in.
Druk op de centrale toets om klok en kalender in te stellen.
CAMERA OP OPNEMEN INSTELLEN
Zet de keuzeschakelaar in de gewenste stand.
Foto’s maken
Digitale onderwerpsprogramma’s
Film en audio-opname (blz. 36, 52)
WEERGAVE LCD-MONITOR
Opnamestand Flitsstanden (blz. 28) Aanduiding autom. selectie dig. onderwerpspr. (blz. 25) Beeldgrootte (blz. 42) Beeldkwaliteit (blz. 42) Batterijconditie (blz. 16) Scherpstelkader Aanduiding intern geheugen (blz. 19) Transportstand (blz. 37) Opnameteller (blz. 43) Waarschuwing Cameratrilling Scherpstelsignaal (blz. 27)
WAARSCHUWING CAMERATRILLING
Is de gekozen sluitertijd zo laag dat er niet meer veilig trillingvrij uit de hand kan worden gefotografeerd, dan verschijnt de waarschuwing voor cameratrilling op de monitor. Cameratrilling is doorgaans te herkennen aan een licht veeg-effect in beeld en/of dubbele contouren. Het effect is ster­ker naarmate er meer wordt ingezoomd. In de groothoekstand zijn de gevolgen van cameratrilling het minst zichtbaar. Ondanks het verschijnen van de waarschuwing kan er wel gewoon worden afgedrukt.
ZOOMOBJECTIEF GEBRUIKEN
Deze camera is uitgerust met een uniek 6,3 -18,9 mm zoomobjectief. Het bereik komt overeen met dat van een 38 tot 14 mm objectief op een kleinbeeldcamera. Het objectief wordt aangestuurd met de zoomtoets op de achterzijde van de camera.
Om in te zoomen duwt u op de rechter­zijde (T) van de zoomtoets (1).
Om uit te zoomen duwt u op de linker­zijde van de zoomtoets (W).
1
Zoomaanduiding
Na het zoomen verschijnt de zoomaan­duiding op de lcd-monitor om de globa­le zoomstand aan te geven.
Met de digitale zoomfunctie kunt u het zoombereik van het objectief vergroten. De digitale zoom wordt geactiveerd in sectie 3 van het opname-menu (blz. 51).
Opnametips
De zoom bepaalt niet alleen hoe groot een onderwerp in beeld is, maar beïnvloedt ook de scherptediepte en het perspectief. Scherptediepte is de ruimte tussen het dichtsbijzijnde scher­pe voorwerp en het verst verwijderde scherpe voorwerp. Zoomt u het objectief in naar tele, dan wordt de scherptediepte kleiner, waardoor het onderwerp los blijft van een onscherpe achter­grond. Portretten worden vaak in de telestand genomen. Uitzoomen naar de groothoekstand maakt zowel voor- als achtergrond scherper. Doorgaans profiteren landschapsfoto’s van de grote scherptediepte van groothoekobjectieven. Groothoekobjectieven geven ook een sterk per­spectivisch effect met veel dieptewerking. Met tele drukt u de ruimte tussen onderwerp en achtergrond samen en wordt de dieptewerking verminderd.
22 23Opname - basishandelingen
STANDAARD OPNAMEHANDELINGEN
Zet de keuzeschakelaar in de stand voor digitale onderwerpspro­gramma’s of in de normale opnamestand. Met beide standen gaat u op gelijke wijze te werk. Automatische selectie van digitale onder­werpsprogramma’s is alleen beschikbaar in de stand voor digitale onderwerpsprogramma’s.
Neem het onderwerp in het scherpstelkader. Zorg ervoor dat het onderwerp zich binnen het scherpstelbereik van het objectief bevindt (blz. 26). Gebruik voor zeer korte opname-afstanden de Super Macro functie (blz. 30).
Druk de ontspanknop half in om scherpstelling en belichting te ver­grendelen. De automatische selectie digitale onderwerpsprogram­ma’s bepaalt zelf de juiste belichtingsmethode (zie volgende blad­zijde).
AUTOM. SELECTIE DIGITALE ONDERWERPSPROGRAMMA’S
De Automatische Selectie van Digitale Onderwerpsprogramma’s kiest tussen het automatische belichtingsprogramma (AE) en een van de vier onderwerpsprogramma's. De digitale onderwerpspro­gramma’s geven optimale instellingen bij speciale omstandighe­den en onderwerpen. Automatische Selectie van Digitale Onderwerpsprogramma’s is alleen actief in de stand voor digitale onderwerpsprogramma’s. Kijk voor informatie over individuele onderwerpsprogramma’s op blz. 30.
Een rij grijze onderwerpssymbolen bovenin de monitor geeft aan dat de automatische selectie van digitale onderwerpsprogram­ma’s actief is.
Druk de ontspanknop half in; het AF-systeem bepaalt de positie van het onderwerp en de automatische selectie van digitale onderwerpsprogramma’s kiest een onderwerpsprogramma. Zijn er geen symbolen te zien, dan is de normale programma-auto­matiek actief. Druk de ontspanknop geheel in om de foto te maken.
Scherpstelkader
Scherpstel
signaal
Het scherpstelsignaal op de monitor is wit, het scherpstelstelkader wordt rood om de vergrendeling van de scherpstelling te bevestigen. Is het scherpstelsignaal rood, dan was de camera niet in staat op het onderwerp scherp te stellen. Herhaal voorgaande stappen.
Druk de ontspanknop geheel in om de foto te maken. Het opgeno­men beeld kan direct worden beoordeeld door na het maken van de foto de ontspanknop ingedrukt te houden. De functie voor direct weergave kan ook worden gebruikt (blz. 47).
Het signaallampje wordt rood en knippert, wat aangeeft dat er beeldinformatie wordt weggeschreven naar de geheugenkaart of het interne geheugen. Verwijder of plaats nooit een geheugenkaart als er informatie wordt weggeschreven.
Programma-auto (geen aanduiding)
Portret
Sport/actie
Landschap
Zonsondergang
Houd bij het zonsondergang-programma de camera goed vast of ondersteun hem, omdat de camera lange sluitertijden kan gaan kiezen.
In de stand voor digitale onderwerpsprogramma’s kan een van de zeven digitale onderwerpsprogramma’s handmatig worden geselecteerd met de links- en de rechtstoets. Zie blz. 30.
2524 Opname - basishandelingen
SCHERPSTELVERGRENDELING
Gebruik de scherpstelvergrendeling wanneer u te maken hebt met een compositie waarin het onder­werp zich buiten het midden en dus buiten het scherpstelkader bevindt. Scherpstelvergrendeling kan ook worden gebruikt in speciale scherpstelsituaties waarin de camera niet goed kan scherpstel­len. De scherpstelvergrendeling werkt via de ontspanknop.
Plaats het onderwerp in het scherpstelkader. Druk de ontspan­knop half in om de scherpstelling te vergrendelen en houd hem in deze stand.
Het scherpstelsignaal van de monitor en het scherpstelkader geven aan wanneer de scherpstelling is vergrendeld.
Houd de ontspanknop half ingedrukt en bepaal de uiteindelijke compositie voor de foto. Druk de ontspanknop geheel in om de foto te maken.
SCHERPSTELBEREIK
Het scherpstelbereik is afhankelijk van de zoomstand. Wilt u dichterbij dan de hieronder aangege­ven afstanden, gebruik dan de Super Macro functie (blz. 30).
SCHERPSTELSIGNALEN
Uw camera is uitgerust met een snel en accuraat autofocus-systeem. Het scherpstelsignaal in de rechter benedenhoek van de lcd-monitor geeft de scherpstelstatus aan. Er kan altijd een opname worden gemaakt, ongeacht of de camera kan scherpstellen of niet.
Scherpstelling in orde - het scherpstelsignaal op de lcd-monitor is wit, het scherpstelkader wordt rood. De scherpstelling is ver­grendeld.
Scherpstelling niet mogelijk - het scherpstelsignaal op de lcd-
Scherpstelsignaal
Scherpstelkader
monitor is rood, het scherpstelkader is wit.
SPECIALE SCHERPSTELSITUATIES
Onder bepaalde omstandigheden kan de camera moeite hebben met scherpstellen. In zo’n situatie kan de scherpstelvergrendeling (blz. 26) worden gebruikt om scherp te stellen op een ander onder­werp op dezelfde afstand als het hoofdonderwerp.
Groothoekstand Telestand 0,1 m ~ oneindig 0,5 m ~ oneindig
26 27Opname - basishandelingen
Onderwerp is te donker. Twee onderwerpen op
Onderwerp in scherpstelkader heeft te laag contrast.
verschillende afstan­den overlappen elkaar in het scherpstelkader.
Onderwerp bevindt zich bij zeer helder object of gebied.
FLITSSTANDEN
Flitsstand
Automatisch flitsen met rode-ogenreductie
Invulflits
Flitser uit
FLITSBEREIK - AUTOMATISCHE WERKING
Bij het maken van foto’s kan de flitser worden gebruikt. Wilt u de flitsstand selecteren, druk dan op de op-toets van de stuureenheid (1) achterop de camera totdat de gewenste flitsstand is verschenen. Druk op de ontspan­knop om de instelling te bevestigen. De actieve flits­stand wordt links bovenin de lcd-monitor weergegeven. Wordt de camera uitgeschakeld terwijl de functie auto reset (blz. 45) actief is, dan keert de flitsstand terug naar automatisch flitsen met rode-ogen-reductie wanneer
1
deze stand de laatst gebruikte stand is; anders keert de camera terug in de stand voor automatisch flitsen. Tijdens het opladen van de flitser kan er geen opname worden gemaakt.
Automatisch flitsen - De flitser wordt bij weinig licht en tegenlicht automatisch ontstoken.
Rode-ogen-reductie - De flitser geeft voorafgaand aan de opname meervoudige flitsen af om rode ogen te ver­minderen, een effect dat wordt veroorzaakt door de reflectie van flitslicht in het oog. Te gebruiken bij weinig licht, voor foto’s van mensen en dieren; de voorflitsen doen de pupillen kleiner worden.
Invulflits - Bij elke opname wordt geflitst, ongeacht de lichtsituatie. Invulflits kan goed worden gebruikt om die­pe schaduwen op te helderen die het gevolg zijn van intens en gericht licht of zonneschijn.
De camera regelt de hoeveelheid flitslicht automatisch. Voor goed belichte opnamen is het noodza­kelijk dat het onderwerp zich binnen het flitsbereik bevindt. Als gevolg van het optische systeem is het flitsbereik in de groothoekstand niet gelijk aan het flitsbereik in de telestand. Het flitsbereik is afhankelijk van de ingestelde cameragevoeligheid (ISO), zie blz. 46).
Groothoekstand Telestand
0,2 m ~ 2,4 m 0,5 m ~ 2,0 m
FLITSSIGNALEN
Het lampje boven de lcd-zoeker geeft de flitsstatus aan. Is het lampje oranje en knippert het snel, dan is de flitser zich aan het opladen en kan er geen foto worden gemaakt.
WEERGAVETOETS - OPNAMESTAND
De weergavetoets regelt wat de lcd-monitor laat zien. De weergave schakelt elke keer dat de toets wordt ingedrukt om tussen Volledige weergave en Alleen live-beeld. Wordt de weergavetoets inge­drukt en ingedrukt gehouden, dan verschijnt het scherm voor aanpassing van de lcd-helderheid, zie blz. 74.
Flitser uit - De flitser wordt bij geen enkele opname ont­stoken. Gebruik deze stand wanneer flitsen verboden is, wanneer u liever hebt dat het aanwezige licht het onder­werp verlicht of wanneer het onderwerp zich buiten het flitsbereik bevindt. Wanneer de flitser is uitgeschakeld
Invulflits
28 29
Opname - basishandelingen
zal bij weinig licht de waarschuwing voor cameratrilling verschijnen (blz. 22).
Monitorweergave Alleen live-beeld
DIGITALE ONDERWERPSPROGRAMMA’S
Digitale onderwerpsprogramma’s optimaliseren de came­ra-instellingen voor belichting en witbalans plus de beeld­verwerkingssystemen voor specifieke omstandigheden en onderwerpen.
Nachtportret – voor gedetailleerde avondopnamen van personen voor een achtergrond die zo her­kenbaar mogelijk moet worden weergegeven. Gebruik van een statief is aan te bevelen. Bij gebruik van de flitser worden belichting voor onderwerp en achtergrond met elkaar in evenwicht gebracht. Het flitslicht heeft alleen effect wanneer de persoon niet te ver weg staat. Vraag uw onderwerp bij flitsopnamen om na de flits goed stil te blijven staan: de sluiter kan nog open staan voor de belich­ting van de achtergrond.
Automatische selectie
Portret
Sport/actie
Landschap
Zonsondergang
Nachtportret
Tekst
Super Macro
Automatische
opname (uit)
Zet de keuzeschakelaar in de stand voor Digitale Onder­werpsprogramma’s. Druk eenvoudigweg op de links- en rechts-toetsen om het onderwerpsprogramma te selecte­ren dat u wenst; het actieve onderwerpsprogramma ver­schijnt bovenin de monitor. Meer informatie over selectie van digitale onderwerpsprogramma’s op blz. 25).
Portret – speciaal afgestemd op het bereiken van een zachte huidtoonweergave en een lichte onscherpte in de achtergrond. Portretten worden vaak het mooist in de telestand; door de grotere opname-afstand worden de verhoudingen in het gezicht niet overdre­ven, terwijl de beperkte scherptediepte de achtergrond onscherp houdt. Gebruik invulflits bij sterk gericht zonlicht of tegenlicht om harde schaduwen op te helderen.
Sport/actie – voor het vangen van snelle acties met zo kort mogelijke sluitertijden. Wordt er flitslicht gebruikt, houd dan rekening met het flitsbereik (blz. 29). Bij een verslag van een gebeurtenis is een eenbeenstatief veel makkelijker in het gebruik dan een gewoon statief.
Landschap – speciaal afgestemd op het produceren van scherpe, kleurrijke landschapsopnamen. Te gebruiken voor buitenopnamen onder normale lichtomstandigheden.
Zonsondergang – speciaal ontwikkeld om bij een zonsondergang de rijke, warme kleuren te behouden. Richt de camera niet voor langere tijd op de zon. Door de intensiteit van het zonlicht kan de CCD beschadigd raken. Zet tussen de opnamen door de camera uit of dek het objectief af.
Tekst - voor foto’s van zwarte tekst of lijntekeningen op een witte ondergrond.
Super Macro - voor dichtbijfoto’s tot 5 cm. Is deze stand geselecteerd, dan zoomt het objectief
automatisch naar de Super Macro positie; de zoompositie kan niet worden veranderd. Bij kleine opname-afstanden kan de flitser mogelijk overbelichting of een ongelijke lichtverdeling veroorzaken; kies dan de stand Flitser uit (blz. 28). Gebruik van een statief is aan te bevelen.
Automatische opnamestand - is geen van de digitale onderwerpsprogramma's actief, dan gebruikt de camera programma-automatiek.
SPOT AF
Spot autofocus (Spot AF) wordt gebruikt voor selectieve scherpstelling. Zowel scherpstelling als belichting worden bepaald binnen het spot-scherpstelveld. Is auto reset (blz. 45) actief, dan wordt het spot AF opgeheven als de camera uit wordt gezet. Het spot-scherpstelveld kan worden gebruikt bij filmopnamen. Bij gebruik met digitale zoom (blz. 51) wordt het spot-AF-veld vergroot.
Houd de centrale toets van de stuurknop ingedrukt om het spot-scherpstelveld te laten verschijnen; hoe de cen­trale toets van de stuureenheid opnieuw ingedrukt als u terug wilt keren naar het brede scherpstelveld. Maak de foto zoals is beschreven bij de basis-opnametechniek, blz. 24.
Wanneer de monitorweergave is ingesteld op alleen live­beeld, dan zal bij omschakeling van groot autofocusveld op spot-autofocus de complete monitorweergave wor­den ingeschakeld.
3130 Opname - basishandelingen
WEERGAVE - BASISHANDELINGEN
Foto’s kunnen worden bekeken in de weergavestand. De weergavestand heeft extra functies, zie blz. 54. De camera hoeft voor het weergeven van foto’s niet met de objectiefschuif te worden inge­schakeld.
Wilt u opgenomen foto’s bekijken, druk dan op de weergavetoets (1). Is de camera uitgeschakeld, houd
1
SCHERM ENKELVOUDIGE WEERGAVE
Gebruiksstand
Opnametijdstip
Opnamedatum
dan de weergavetoets ingedrukt totdat de monitor wordt geactiveerd.
Gebruik de link/rechts-toetsen van de stuureenheid om door de foto’s te bladeren (2).
Druk opnieuw op de weergavetoets om terug te keren naar de opnamestand of de camera uit te zetten.
2
Wilt u de foto’s bekijken die in het interne geheugen zijn opgeslagen, verwijder dan de kaart uit de camera.
Vergroting (blz. 35)
Beeldgrootte (blz. 42) Beeldkwaliteit (blz. 42) Batterijconditie (blz. 16) Aanduiding intern geheugen (blz. 19)
BEELDEN ROTEREN
Druk op de neer-toets van de stuureenheid (1) om het weergegeven beeld 90° naar links, 90° naar rechts en horizontaal te roteren. Het beeld verschijnt voortaan in de gewenste stand.
INDIVIDUELE BEELDEN WISSEN
Wilt u een weergegeven bestand wissen, druk dan op de op-toets van de stuureenheid (1). Er verschijnt een bevestigingsvenster.
Delete this frame? Gebruik de links/rechtstoet­sen om “Yes” te markeren. Met “No” heft u de handeling op.
Druk de centrale toets van de stuureenheid om het bestand te wissen.
1
Delete this frame?
Yes No
1
Audio-aanduiding
Vergrendeling (blz. 60)
DPOF setup (blz. 70)
E-mail-kopie (blz. 62)
32 Weergave - basishandelingen
Mapnummer - bestandsnummer (blz. 86)
Opnamenummer / totaal aantal opnamen
33
Loading...
+ 39 hidden pages