Gefeliciteerd met de aanschaf van deze camera. Neem de tijd deze gebruiksaanwijzing goed door
te lezen, zodat u alle mogelijkheden van uw nieuwe digitale camera ten volle kunt benutten.
Controleer de paklijst voordat u dit product gaat gebruiken. Ontbreekt er iets, neem dan contact op
met uw handelaar.
CORRECT EN VEILIG GEBRUIK
Lithium-ion batterijen
Deze camera werkt met een kleine, maar krachtige lithium-ion batterij. Verkeerd gebruik van de lithium-ion batterij kan schade of letsel veroorzaken als gevolg van brand, elektrische schokken en chemische lekkage. Lees en begrijp alle waarschuwingen voordat u met de batterij gaat werken.
DiMAGE X60 digitale camera
Lithium-ion batterij NP-700
Lithium-ion batterijlader BC-800
Polskoord HS-DG 130
USB-kabel USB-3
AV-kabel AVC-500
Cameragebruiksaanwijzing
Digital Camera Software CD-ROM
DiMAGE Master Lite gebruiksaanwijzing CD-ROM
Konica Minolta Internationaal Garantiecertificaat
Gebruik uitsluitend de in deze gebruiksaanwijzing opgegeven batterij, vervaardigd en gedistribueerd
door Konica Minolta. Gebruik nooit imitaties van dit batterijtype; gebruik daarvan zal de camera
beschadigen en kan tot brand leiden.
Neem bij vragen contact op met uw handelaar of Konica Minolta. Konica Minolta is een handelsmerk van Konica Minolta Holdings, Inc.
Konica Minolta is een handelsmerk van Konica Minolta Holdings, Inc. DiMAGE is een handelsmerk
van Konica Minolta Photo Imaging, Inc. Apple, Macintosh, Power Macintosh, en Mac OS zijn
gedeponeerde handelsmerken van Apple Computer Inc. QuickTime en het Quick Time logo zijn
handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Apple Computer, Inc., gebruikt onder licentie.
Microsoft® en Windows® zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Microsoft
Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen. De officiële naam van of Windows is
Microsoft Windows Operating System. Pentium is een gedeponeerd handelsmerk van Intel
Corporation. EasyShare is een gedeponeerd handelsmerk van Eastman Kodak Company in de
Verenigde Staten en andere landen. Alle andere merk- en productnamen zijn handelsmerken of
gedeponeerde handelsmerken van hun respectievelijke eigenaren.
23Voordat u begint
PAS OP
• Veroorzaak geen kortsluiting, neem de batterij niet uit elkaar en beschadig of modificeer hem niet.
• Stel de batterij niet bloot aan brand of hoge temperaturen boven 60°C.
• Stel de batterij niet bloot aan water of vocht. Water kan de veiligheidsvoorzieningen van de batterij
doen corroderen of beschadigen, en kan leiden tot oververhitting, ontbranding, breuk of lekkage van
de batterij.
• Laat de batterij niet vallen, stel hem niet bloot aan harde slagen. Slagen kunnen de ingebouwde
veiligheidsvoorzieningen beschadigen, en kunnen leiden tot oververhitting, ontbranding, breuk of
lekkage van de batterij.
• Bewaar de batterij niet in of bij metalen producten.
• Gebruik de batterij niet voor andere producten.
• Gebruik uitsluitend de opgegeven lader. Een ongeschikte lader kan leiden tot schade of letsel door
brand of een elektrische schok.
• Gebruik een batterij niet als hij lekt. Komt er batterijvloeistof in uw oog, spoel het oog dan
onmiddellijk schoon met een royale hoeveelheid schoon water en neem contact op met een arts.
Komt batterijvloeistof in contact met uw huid of kleding, maak de plek dan grondig schoon met
water.
• Gebruik of laad de batterij alleen bij een omgevingstemperatuur van 0° tot 40°C en een relatieve
luchtvochtigheid van 45% tot 85%. Bewaar de batterij alleen bij omgevingstemperaturen van -20°
tot 30°C en een relatieve luchtvochtigheid van 45% tot 85%.
WAARSCHUWING
• Plak de contacten van een voor recycling in te leveren lithium-ion batterij af om kortsluiting te
vermijden; volg altijd de plaatselijke regels voor de inzameling/verwerking van lege batterijen op.
• Is de batterij na de opgegeven laadtijd niet opgeladen, stop dan het laden en ontkoppel de lader
van het stopcontact.
ALGEMENE GEBRUIKSWAARSCHUWINGEN
Neem onderstaande waarschuwingen aangaande het gebruik van digitale camera’s en accessoires
goed door.
WAARSCHUWING
• Gebruik alleen het in deze gebruiksaanwijzing opgegeven batterijtype.
• Gebruik uitsluitend de opgegeven lader of netvoedingsadapter binnen het voltagebereik dat op het
apparaat staat. Gebruik van een verkeerde adapter of een verkeerd voltage kan leiden tot schade
of letsel als gevolg van brand of elektrische schokken.
• Gebruik het lichtnetsnoer van de lader alleen in de verkoopregio waarvoor het is bedoeld. Een
verkeerd voltage kan leiden tot schade of letsel als gevolg van brand of een elektrische schok.
• Haal camera of lader niet uit elkaar. Wordt een hoogvoltage-circuit binnenin het product aangeraakt,
dan kan dat leiden tot elektrische schokken en/of letsel.
• Verwijder direct de batterij of ontkoppel de lichtnetadapter of lader van het lichtnet wanneer de
camera is gevallen of stoten/klappen heeft opgelopen waarbij het binnenwerk, en dan met name de
flitser, bloot is komen te liggen. De flitser heeft een hoogvoltage-circuit dat elektrische schokken
en/of letsel kan veroorzaken. Voortgaand gebruik van een beschadigd product kan leiden tot letsel
of brand.
• Houd de batterij, de geheugenkaart en kleine voorwerpen die ingeslikt kunnen worden buiten het
bereik van kleine kinderen. Neem direct contact op met een arts wanneer er iets is ingeslikt.
• Bewaar dit product buiten het bereik van kinderen. Wees voorzichtig in de nabijheid van kinderen;
u zou ze met dit product per ongeluk kunnen raken/verwonden.
• Laat de flitser niet van korte afstand in de ogen flitsen. Dat kan tot schade aan het
gezichtsvermogen leiden.
• Flits niet in de richting van bestuurders van voertuigen. Verblinding en afleiding kunnen tot
ongelukken leiden.
• Gebruik de lcd-monitor niet wanneer u loopt of een voertuig bestuurt. Het kan leiden tot letsel of
ongelukken.
• Gebruik deze producten niet in een vochtige omgeving, en bedien ze niet met natte handen. Treedt
er vloeistof binnen, verwijder dan onmiddellijk de batterij of ontkoppel de netvoeding, en stop het
gebruik. Voortgaand gebruik van een product dat aan vloeistoffen is blootgesteld kan schade of
letsel door vuur of elektrische schokken veroorzaken.
• Gebruik deze producten niet in de nabijheid van ontvlambare gassen of vloeistoffen als benzine,
wasbenzine of thinner. Gebruik nooit ontvlambare producten als benzine, wasbenzine of thinner om
deze producten schoon te maken. Het gebruik van ontvlambare schoonmaakmiddelen en oplosmiddelen kan tot een explosie of brand leiden.
• Trek nooit aan het snoer wanneer u de netvoedingsadapter of lader van het stopcontact wilt loskoppelen. Trek altijd aan de stekker.
• Beschadig, verdraai, verander, verhit het snoer van de netvoedingsadapter/laadapparaat nooit en
plaats er nooit zware objecten op. Een beschadigd snoer kan leiden tot schade of letsel door brand
of elektrische schokken.
• Verspreiden de producten een vreemde geur, hitte of rook, stop dan onmiddellijk het gebruik.
Verwijder meteen de batterij en let daarbij goed op dat u zich niet brandt; batterijen kunnen door
gebruik heet worden. Voortgaand gebruik van een beschadigd product kan leiden tot letsel of brand.
• Is reparatie nodig, breng of stuur het product dan naar de Technische dienst van Konica Minolta.
• Personen mogen bij flitsopnamen niet dichterbij zijn dan 1 m, om oogletsel te voorkomen.
45Correct en veilig gebruik
WAARSCHUWING
Digital Camera:
Tested To Comply
With FCC Standards
FOR HOME OR OFFICE USE
• Gebruik of bewaar deze producten niet in een warme of vochtige omgeving, zoals het dashboardkastje of de bagageruimte van een auto. Het kan schade aan de camera, de lader en de batterij veroorzaken, en kan leiden tot brandwonden of ander letsel door hitte, brand, explosie of lekkage van
batterijvloeistof.
• De temperatuur van camera, lader en batterij stijgt na langer gebruik.
• Pas op voor aanraking van heet geworden onderdelen. Na lange gebruiksperioden kunnen de
geheugenkaart en de batterij heet worden.
• Wees dus voorzichtig wanneer u ze direct na gebruik uit de camera verwijdert. Schakel anders de
camera uit en laat hem even afkoelen.
• Laat de flitser niet afgaan terwijl hij in contact is met mensen of objecten. Bij de flitser komt veel
energie vrij en ontstaat hitte.
• Druk niet op de lcd-monitor. Een beschadigde monitor kan letsel veroorzaken en de vloeistof uit de
monitor is ontvlambaar. Komt vloeistof uit de monitor in contact met de huid, reinig de plek dan met
schoon water. Komt vloeistof uit de monitor in contact met de ogen, spoel het dan onmiddellijk weg
met veel water en neem contact op met een arts.
• Gebruikt u de lichtnetadapter of lader, steek de stekker dan goed in het stopcontact.
• Gebruik geen elektronische transformators of reisadapters in combinatie met het laadapparaat.
Gebruik van dit soort apparaten kan leiden tot brand of schade aan het product.
• Gebruik de lichtnetadapter of lader niet wanneer het snoer beschadigd is.
• Dek de lichtnetadapter of de lader niet af. Het kan tot brand leiden.
• Verberg de lichtnetadapter of lader niet. In geval van nood moet hij snel van het lichtnet kunnen worden ontkoppeld.
• Trek de stekker van de lichtnetadapter of lader uit het stopcontact wanneer hij niet wordt gebruikt.
Op het product kunt u de volgende aanduidingen tegenkomen:
Dit teken op uw camera geeft aan dat het voldoet aan de eisen van de EU (Europese
Unie) op het gebied van apparatuur die storing kan veroorzaken. CE staat voor
Conformité Européenne (Europese Conformiteit).
This Class B digital apparatus complies with Canadian ICES-003.
FCC Compliance Statement
Declaration on Conformity
DiMAGE X60
Responsible Party: Konica Minolta Photo Imaging USA Inc.
Address: 725 Darlington Avenue, Mahwah, NJ 07430
This device complies with Part 15 of the FCC Rules. Operation is subject to the following two conditions: (1) This device may not cause harmful interference, and (2) this device must accept any
interference received, including interference that may cause undesired operation. Changes or modifications not approved by the party responsible for compliance could void the user’s authority to
operate the equipment.
This equipment has been tested and found to comply with the limits for a Class B digital device,
pursuant to Part 15 of the FCC Rules. These limits are designed to provide reasonable protection
against harmful interference in a residential installation. This equipment generates, uses and can
radiate radio frequency energy and, if not installed and used in accordance with the instructions,
may cause harmful interference to radio communications. However, there is no guarantee that interference will not occur in a particular installation. If this equipment does cause harmful interference
to radio or television reception, which can be determined by turning the equipment off and on, the
user is encouraged to try to correct the interference by one or more of the following measures:
• Reorient or relocate the receiving antenna.
• Increase the separation between the equipment and the receiver.
• Connect the equipment to an outlet on a circuit different from that to which the receiver is
connected.
• Consult the dealer or an experienced radio/TV technician for help.
Do not remove the ferrite cores from the cables.
76Correct en veilig gebruik
INHOUD
In het hoofdstuk Voorbereiding leest u hoe u de camera gebruiksklaar maakt. U vindt daar complete
informatie over de stroombronnen en de opslagkaarten. De standaard handelingen voor gebruik van
de camera worden behandeld onder Opname - basishandelingen op blz. 22 tot 31 en onder
Weergave - basishandelingen op blz. 32 tot 35. Lees de complete tekst over het overspelen voordat
u de camera op de computer aansluit.
Veel van de functies van deze camera worden geregeld via menu’s. In de teksten over het navigeren
door de menu’s vindt u hoe u instellingen verandert. Direct daarna worden de mogelijke instellingen
besproken.
In de bijlage vindt u informatie met behulp waarvan u problemen met het gebruik van de camera
kunt oplossen. Ook leest u er hoe u de camera dient te onderhouden en op te bergen. Bewaar deze
gebruiksaanwijzing s.v.p. op een veilige plaats.
Benaming van de onderdelen..............................................................................................................12
Voordat u de camera kunt gebruiken moet de lithium-ion batterij worden opgeladen. Lees voordat u
de batterij oplaadt de waarschuwingen op blz. 3 en 4 van deze gebruiksaanwijzing. Laad de batterij
uitsluitend met behulp van de meegeleverde lader. Het is het beste de batterij voor elke opnamesessie op te laden. Kijk op blz. 107 voor batterij-onderhoud en opslag.
Steek het netsnoer in de achterzijde van de lader (1). Steek het
1
andere eind van het snoer in een stopcontact. Het meegeleverde
lichtnetsnoer is afgestemd op het voltage in de verkoopregio.
Gebruik het snoer van de lader alleen in de verkoopregio waarvoor
het is bedoeld. Kijk voor het aanschaffen van extra netsnoeren op
blz. 106.
PLAATSEN VAN DE BATTERIJ
Deze digitale camera maakt gebruik van een NP-700 lithium-ion batterij. Lees voordat u de batterij
gebruikt de waarschuwingen op blz 3 en 4 van deze gebruiksaanwijzing. Gaat u de batterij verwisselen, zet dan de camera uit (blz. 19).
213
Schuif de batterij met de contactpunten vooruit in de lade, zodanig
dat de geleiders in de lader in de uitsparingen van de batterij
komen. Schuif de baterij voorwaarts in de lader.
Het batterijlampje (2) brandt om aan te geven dat de batterij wordt opgeladen. Het lampje gaat uit wanneer het laden is voltooid. De laadtijd is
ongeveer 90 minuten. Verwijder na het laden de batterij uit de lader. Trek
de stekker uit het stopcontact.
1415Voorbereiding
1. Schuif het deurtje van de batterijruimte naar de zijkant van de camera om de veiligheidsvergrendeling op te heffen. Open het deurtje.
2. Schuif de batterij in de batterijruimte met de contactpunten naar voren.
3. Sluit het deurtje van de batterijruimte en schuif het naar de camera om het te vergrendelen.
Na het plaatsen van de batterij kan de tijd-/datum-melding op de monitor verschijnen; kijk op blz.
20 voor het instellen. Een ingebouwde batterij zorgt voor behoud van de klok-, kalender- en geheugeninstellingen voor een periode van circa 6 dagen uur wanneer de hoofdbatterij minimaal 24 uur in
2
de camera heeft gezeten.
AANDUIDING BATTERIJCONDITIE
Deze camera is uitgerust met een automatisch verschijnende aanduiding voor de batterijconditie op
de lcd-monitor. Het symbool verandert van wit in rood als de batterij leeg raakt.
LICHTNETADAPTER (APART LEVERBAAR)
Zet altijd de camera uit voordat u op een andere stroombron overgaat.
Aanduiding batterij vol - de batterij is volledig opgeladen. Dit symbool is te
zien wanneer de camera aan staat.
Aanduiding batterij bijna leeg - de batterij is nog maar gedeeltelijk geladen.
Waarschuwing lege batterij - batterij is vrijwel leeg. De batterij moet zo
snel mogelijk worden vervangen. Deze waarschuwing verschijnt automatisch
en blijft op de monitor zichtbaar totdat er een volle batterij in de camera zit.
Film opnemen is niet mogelijk.
Is er voldoende energie om de camera te laten functioneren, dan wordt het
lampje boven de lcd-monitor oranje en knippert het drie seconden als de
camera wordt ingeschakeld, of de waarschuwing voor een lege batterij verschijnt op de lcd-monitor kort voordat de camera zich uitschakelt. De camera is dan geblokkeerd, er kan geen opname worden gemaakt. De batterij
moet worden opgeladen.
AUTOMATISCHE SPAARSCHAKELING
Om stroom te sparen schakelt de camera zichzelf uit wanneer er drie minuten lang geen handelingen met de camera zijn uitgevoerd. Druk op de ontspanknop of de weergavetoets om de camera
weer te activeren. De wachtduur voor de automatische spaarschakeling kan worden veranderd in
sectie 2 van het setup-menu (blz. 72). Is de camera op een computer of PictBridge printer aangesloten, dan wordt de wachttijd voor de automatische uitschakeling ingesteld op 10 minuten; deze
wachttijd kan niet worden veranderd.
Met de lichtnetadapter AC-4 of AC-5 kunt u de camera vanuit het
1
lichtnet van stroom voorzien. Gebruik van een lichtnetadapter is
aan te raden wanneer de camera op de computer wordt aangesloten en bij intensief gebruik. Lichtnetadapter AC-4 is bestemd voor
gebruik in Noord-Amerika, Japan en Taiwan, de adapter AC-5 is
bestemd voor alle andere delen van de wereld. De batterij kan niet
met de lichtnetadapter worden geladen.
1. Steek de ministekker van de lichtnetadapter in de voedingsaansluiting.
2. Steek de stekker van de lichtnetadapter in een stopcontact.
BEVESTIGING VAN DE DRAAGRIEM
Houd de riem altijd om uw pols, om te voorkomen
dat de camera per ongeluk valt.
1. Steek de smalle lus van de riem door het oogje
van de camera.
2. Steek het andere eind van de riem door de lus en
1
trek hem aan.
1617Voorbereiding
2
PLAATSEN EN VERWIJDEREN VAN DE GEHEUGENKAART
Gaat u een geheugenkaart verwisselen, zet dan eerst de camera uit en verzeker u ervan dat
het lampje niet brandt; anders kan de kaart beschadigd raken en kan beeldinformatie verloren gaan.
3. Wilt u een kaart verwijderen, druk hem dan in en laat hem los.
De kaart kan nu uit de sleuf worden genomen.
3
De camera beschikt over circa 15 MB aan interne opslagruimte, dus beeldopslag is mogelijk zonder
geheugenkaart in de camera. Voor extra geheugencapaciteit kan er een SD (Secure Digital) geheugenkaart of MultiMediaCard in de camera worden gestoken. Is er een kaart geplaatst, dan worden
de beelden op de kaart opgeslagen. Meer over geheugenkaarten op blz. 108.
1
1. Schuif het deurtje van de batterijruimte
naar de achterzijde van de camera om de
vergrendeling los te maken. Open het
deurtje.
2. Schuif de geheugenkaart helemaal in de
kaartsleuf en laat hem los. De kaart moet in
de sleuf vastklikken.
Plaats de kaart met de voorzijde naar de
achterzijde van de camera. Duw de kaart
altijd recht naar beneden, nooit schuin.
Forceer de kaart nooit. Past een kaart niet,
controleer dan of hij goed is geplaatst.
Wordt een MultiMediaCard verkeerd
geplaatst, dan klikt hij vast, maar het deurtje
van de batterij/kaartruimte zal niet dicht
gaan.
2
4. Sluit het deurtje van de batterijruimte en schuif het naar de
camera om het te vergrendelen.
4
AANDUIDING INTERN GEHEUGEN
De aanduiding voor het interne geheugen geeft in de opname- en weergavestand aan
dat het interne geheugen wordt gebruikt. Is er een geheugenkaart in de camera
geplaatst, dan is het interne geheugen niet toegankelijk.
INSCHAKELEN VAN DE CAMERA
Om de camera in schakelen, schuif de objectiefschuif dan in de
aangegeven richting (zie hiernaast). Wordt de camera voor het
eerst ingeschakeld, dan moeten datum en tijd nog worden ingesteld (zie de volgende bladzijde). De monitor kan na inschakelen
van de camera enige seconden uit gaan als de flitser wordt opgeladen.
Schuif de objectiefschuif in de tegengestelde richting als u de camera uit wilt zetten. Berg de camera altijd op met gesloten objectiefschuif.
1819Voorbereiding
DATUM EN TIJD INSTELLEN
Nadat u voor de eerste maal een geheugenkaart en de batterijen in de camera hebt geplaatst moet u de klok en de
kalender van de camera instellen. Bij het opslaan van
gemaakte opnamen wordt altijd de datum en de tijd van
opname geregistreerd.
Werden klok en kalender niet ingesteld, dan verschijnt er
1
Set date and time.
elke keer na inschakelen van de camera enkele seconden
een melding. Deze melding verschijnt ook als klok en kalender zijn teruggezet als de camera langere tijd zonder batterij
opgeborgen is geweest.
Gebruik de links- of rechts-toets van de stuureenheid (1) om “Yes” te selecteren. Met “No” heft u de
handeling op.
OPNAMESTAND - BASISHANDELINGEN
Hier vindt u informatie over de basis-opnamehandelingen. Op blz. 14 tot en met 20 leest u hoe u de
camera gebruiksklaar maakt.
HANTEREN VAN DE CAMERA
Bekijk het beeld op de lcd-monitor en houd de camera stevig
met uw rechterhand vast terwijl u hem met de linkerhand
ondersteunt. Houd uw ellebogen in de zij en zet uw voeten iets
uit elkaar.
Maakt u verticale opnamen, houd de camera dan zo dat de flitser boven het objectief zit, dus met de ontspanknop bovenaan.
Pas goed op dat u het objectief niet met uw vingers of de
polsriem afdekt.
NoYes
Date/Time set
01 . 01. 2005
00 : 00
MM / DD / YYYY
:sel.
:enter
:move
Instelscherm datum/tijd
Het instelscherm voor datum en tijd kan worden geopend in sectie 3 van het setup-menu. In sommige landen/regio’s moet de menutaal ook worden ingesteld. De taal wordt geselecteerd in sectie 1
van het setup-menu (blz. 73).
2021Voorbereiding
Druk op de centrale toets van de stuureenheid om
het instelscherm voor datum en tijd op te roepen.
Gebruik de links- en rechts-toets om het onderdeel
te selecteren dat u wilt instellen.
Met de op- of neer-toets stelt u de waarden in.
Druk op de centrale toets om klok en kalender in te
stellen.
Is de gekozen sluitertijd zo laag dat er niet meer veilig trillingvrij uit de
hand kan worden gefotografeerd, dan verschijnt de waarschuwing voor
cameratrilling op de monitor. Cameratrilling is doorgaans te herkennen aan
een licht veeg-effect in beeld en/of dubbele contouren. Het effect is sterker naarmate er meer wordt ingezoomd. In de groothoekstand zijn de
gevolgen van cameratrilling het minst zichtbaar. Ondanks het verschijnen
van de waarschuwing kan er wel gewoon worden afgedrukt.
ZOOMOBJECTIEF GEBRUIKEN
Deze camera is uitgerust met een uniek 6,3 -18,9 mm zoomobjectief. Het bereik komt overeen met
dat van een 38 tot 14 mm objectief op een kleinbeeldcamera. Het objectief wordt aangestuurd met
de zoomtoets op de achterzijde van de camera.
Om in te zoomen duwt u op de rechterzijde (T) van de zoomtoets (1).
Om uit te zoomen duwt u op de linkerzijde van de zoomtoets (W).
1
Zoomaanduiding
Na het zoomen verschijnt de zoomaanduiding op de lcd-monitor om de globale zoomstand aan te geven.
Met de digitale zoomfunctie kunt u het
zoombereik van het objectief vergroten.
De digitale zoom wordt geactiveerd in
sectie 3 van het opname-menu (blz. 51).
Opnametips
De zoom bepaalt niet alleen hoe groot een onderwerp in beeld is, maar beïnvloedt ook de
scherptediepte en het perspectief. Scherptediepte is de ruimte tussen het dichtsbijzijnde scherpe voorwerp en het verst verwijderde scherpe voorwerp. Zoomt u het objectief in naar tele, dan
wordt de scherptediepte kleiner, waardoor het onderwerp los blijft van een onscherpe achtergrond. Portretten worden vaak in de telestand genomen. Uitzoomen naar de groothoekstand
maakt zowel voor- als achtergrond scherper. Doorgaans profiteren landschapsfoto’s van de
grote scherptediepte van groothoekobjectieven. Groothoekobjectieven geven ook een sterk perspectivisch effect met veel dieptewerking. Met tele drukt u de ruimte tussen onderwerp en
achtergrond samen en wordt de dieptewerking verminderd.
2223Opname - basishandelingen
STANDAARD OPNAMEHANDELINGEN
Zet de keuzeschakelaar in de stand voor digitale onderwerpsprogramma’s of in de normale opnamestand. Met beide standen gaat u
op gelijke wijze te werk. Automatische selectie van digitale onderwerpsprogramma’s is alleen beschikbaar in de stand voor digitale
onderwerpsprogramma’s.
Neem het onderwerp in het scherpstelkader. Zorg ervoor dat het
onderwerp zich binnen het scherpstelbereik van het objectief
bevindt (blz. 26). Gebruik voor zeer korte opname-afstanden de
Super Macro functie (blz. 30).
Druk de ontspanknop half in om scherpstelling en belichting te vergrendelen. De automatische selectie digitale onderwerpsprogramma’s bepaalt zelf de juiste belichtingsmethode (zie volgende bladzijde).
AUTOM. SELECTIE DIGITALE ONDERWERPSPROGRAMMA’S
De Automatische Selectie van Digitale Onderwerpsprogramma’s
kiest tussen het automatische belichtingsprogramma (AE) en een
van de vier onderwerpsprogramma's. De digitale onderwerpsprogramma’s geven optimale instellingen bij speciale omstandigheden en onderwerpen. Automatische Selectie van Digitale
Onderwerpsprogramma’s is alleen actief in de stand voor digitale
onderwerpsprogramma’s. Kijk voor informatie over individuele
onderwerpsprogramma’s op blz. 30.
Een rij grijze onderwerpssymbolen bovenin de monitor geeft aan
dat de automatische selectie van digitale onderwerpsprogramma’s actief is.
Druk de ontspanknop half in; het AF-systeem bepaalt de positie
van het onderwerp en de automatische selectie van digitale
onderwerpsprogramma’s kiest een onderwerpsprogramma. Zijn
er geen symbolen te zien, dan is de normale programma-automatiek actief. Druk de ontspanknop geheel in om de foto te
maken.
Scherpstelkader
Scherpstel
signaal
Het scherpstelsignaal op de monitor is wit, het scherpstelstelkader
wordt rood om de vergrendeling van de scherpstelling te bevestigen.
Is het scherpstelsignaal rood, dan was de camera niet in staat op
het onderwerp scherp te stellen. Herhaal voorgaande stappen.
Druk de ontspanknop geheel in om de foto te maken. Het opgenomen beeld kan direct worden beoordeeld door na het maken van de
foto de ontspanknop ingedrukt te houden. De functie voor direct
weergave kan ook worden gebruikt (blz. 47).
Het signaallampje wordt rood en knippert, wat aangeeft dat er
beeldinformatie wordt weggeschreven naar de geheugenkaart of het
interne geheugen. Verwijder of plaats nooit een geheugenkaart als er
informatie wordt weggeschreven.
Programma-auto
(geen aanduiding)
Portret
Sport/actie
Landschap
Zonsondergang
Houd bij het zonsondergang-programma de camera goed vast of
ondersteun hem, omdat de camera lange sluitertijden kan gaan
kiezen.
In de stand voor digitale onderwerpsprogramma’s kan een van
de zeven digitale onderwerpsprogramma’s handmatig worden
geselecteerd met de links- en de rechtstoets. Zie blz. 30.
2524Opname - basishandelingen
SCHERPSTELVERGRENDELING
Gebruik de scherpstelvergrendeling wanneer u te maken hebt met een compositie waarin het onderwerp zich buiten het midden en dus buiten het scherpstelkader bevindt. Scherpstelvergrendeling
kan ook worden gebruikt in speciale scherpstelsituaties waarin de camera niet goed kan scherpstellen. De scherpstelvergrendeling werkt via de ontspanknop.
Plaats het onderwerp in het scherpstelkader. Druk de ontspanknop half in om de scherpstelling te vergrendelen en houd hem
in deze stand.
Het scherpstelsignaal van de monitor en het scherpstelkader
geven aan wanneer de scherpstelling is vergrendeld.
Houd de ontspanknop half ingedrukt en bepaal de uiteindelijke
compositie voor de foto. Druk de ontspanknop geheel in om de
foto te maken.
SCHERPSTELBEREIK
Het scherpstelbereik is afhankelijk van de zoomstand. Wilt u dichterbij dan de hieronder aangegeven afstanden, gebruik dan de Super Macro functie (blz. 30).
SCHERPSTELSIGNALEN
Uw camera is uitgerust met een snel en accuraat autofocus-systeem. Het scherpstelsignaal in de
rechter benedenhoek van de lcd-monitor geeft de scherpstelstatus aan. Er kan altijd een opname
worden gemaakt, ongeacht of de camera kan scherpstellen of niet.
Scherpstelling in orde - het scherpstelsignaal op de lcd-monitor
is wit, het scherpstelkader wordt rood. De scherpstelling is vergrendeld.
Scherpstelling niet mogelijk - het scherpstelsignaal op de lcd-
Scherpstelsignaal
Scherpstelkader
monitor is rood, het scherpstelkader is wit.
SPECIALE SCHERPSTELSITUATIES
Onder bepaalde omstandigheden kan de camera moeite hebben met scherpstellen. In zo’n situatie
kan de scherpstelvergrendeling (blz. 26) worden gebruikt om scherp te stellen op een ander onderwerp op dezelfde afstand als het hoofdonderwerp.
GroothoekstandTelestand
0,1 m ~ oneindig0,5 m ~ oneindig
2627Opname - basishandelingen
Onderwerp is te donker.Twee onderwerpen op
Onderwerp in
scherpstelkader heeft
te laag contrast.
verschillende afstanden overlappen elkaar
in het scherpstelkader.
Onderwerp bevindt
zich bij zeer helder
object of gebied.
FLITSSTANDEN
Flitsstand
Automatisch flitsen met
rode-ogenreductie
Invulflits
Flitser uit
FLITSBEREIK - AUTOMATISCHE WERKING
Bij het maken van foto’s kan de flitser worden gebruikt.
Wilt u de flitsstand selecteren, druk dan op de op-toets
van de stuureenheid (1) achterop de camera totdat de
gewenste flitsstand is verschenen. Druk op de ontspanknop om de instelling te bevestigen. De actieve flitsstand wordt links bovenin de lcd-monitor weergegeven.
Wordt de camera uitgeschakeld terwijl de functie auto
reset (blz. 45) actief is, dan keert de flitsstand terug naar
automatisch flitsen met rode-ogen-reductie wanneer
1
deze stand de laatst gebruikte stand is; anders keert de
camera terug in de stand voor automatisch flitsen.
Tijdens het opladen van de flitser kan er geen opname
worden gemaakt.
Automatisch flitsen - De flitser wordt bij weinig licht en
tegenlicht automatisch ontstoken.
Rode-ogen-reductie - De flitser geeft voorafgaand aan
de opname meervoudige flitsen af om rode ogen te verminderen, een effect dat wordt veroorzaakt door de
reflectie van flitslicht in het oog. Te gebruiken bij weinig
licht, voor foto’s van mensen en dieren; de voorflitsen
doen de pupillen kleiner worden.
Invulflits - Bij elke opname wordt geflitst, ongeacht de
lichtsituatie. Invulflits kan goed worden gebruikt om diepe schaduwen op te helderen die het gevolg zijn van
intens en gericht licht of zonneschijn.
De camera regelt de hoeveelheid flitslicht automatisch. Voor goed belichte opnamen is het noodzakelijk dat het onderwerp zich binnen het flitsbereik bevindt. Als gevolg van het optische systeem is
het flitsbereik in de groothoekstand niet gelijk aan het flitsbereik in de telestand. Het flitsbereik is
afhankelijk van de ingestelde cameragevoeligheid (ISO), zie blz. 46).
GroothoekstandTelestand
0,2 m ~ 2,4 m0,5 m ~ 2,0 m
FLITSSIGNALEN
Het lampje boven de lcd-zoeker geeft de flitsstatus aan. Is het lampje
oranje en knippert het snel, dan is de flitser zich aan het opladen en
kan er geen foto worden gemaakt.
WEERGAVETOETS - OPNAMESTAND
De weergavetoets regelt wat de lcd-monitor laat zien. De weergave schakelt elke keer dat de toets
wordt ingedrukt om tussen Volledige weergave en Alleen live-beeld. Wordt de weergavetoets ingedrukt en ingedrukt gehouden, dan verschijnt het scherm voor aanpassing van de lcd-helderheid, zie
blz. 74.
Flitser uit - De flitser wordt bij geen enkele opname ontstoken. Gebruik deze stand wanneer flitsen verboden is,
wanneer u liever hebt dat het aanwezige licht het onderwerp verlicht of wanneer het onderwerp zich buiten het
flitsbereik bevindt. Wanneer de flitser is uitgeschakeld
Invulflits
2829
Opname - basishandelingen
zal bij weinig licht de waarschuwing voor cameratrilling
verschijnen (blz. 22).
MonitorweergaveAlleen live-beeld
DIGITALE ONDERWERPSPROGRAMMA’S
Digitale onderwerpsprogramma’s optimaliseren de camera-instellingen voor belichting en witbalans plus de beeldverwerkingssystemen voor specifieke omstandigheden en
onderwerpen.
Nachtportret – voor gedetailleerde avondopnamen van personen voor een achtergrond die zo herkenbaar mogelijk moet worden weergegeven. Gebruik van een statief is aan te bevelen. Bij gebruik
van de flitser worden belichting voor onderwerp en achtergrond met elkaar in evenwicht gebracht.
Het flitslicht heeft alleen effect wanneer de persoon niet te ver weg staat. Vraag uw onderwerp bij
flitsopnamen om na de flits goed stil te blijven staan: de sluiter kan nog open staan voor de belichting van de achtergrond.
Automatische
selectie
Portret
Sport/actie
Landschap
Zonsondergang
Nachtportret
Tekst
Super Macro
Automatische
opname (uit)
Zet de keuzeschakelaar in de stand voor Digitale Onderwerpsprogramma’s. Druk eenvoudigweg op de links- en
rechts-toetsen om het onderwerpsprogramma te selecteren dat u wenst; het actieve onderwerpsprogramma verschijnt bovenin de monitor. Meer informatie over selectie
van digitale onderwerpsprogramma’s op blz. 25).
Portret – speciaal afgestemd op het bereiken van een zachte
huidtoonweergave en een lichte onscherpte in de achtergrond.
Portretten worden vaak het mooist in de telestand; door de grotere
opname-afstand worden de verhoudingen in het gezicht niet overdreven, terwijl de beperkte scherptediepte de achtergrond onscherp
houdt. Gebruik invulflits bij sterk gericht zonlicht of tegenlicht om
harde schaduwen op te helderen.
Sport/actie – voor het vangen van snelle acties met zo kort mogelijke
sluitertijden. Wordt er flitslicht gebruikt, houd dan rekening met het
flitsbereik (blz. 29). Bij een verslag van een gebeurtenis is een
eenbeenstatief veel makkelijker in het gebruik dan een gewoon statief.
Landschap – speciaal afgestemd op het produceren van scherpe,
kleurrijke landschapsopnamen. Te gebruiken voor buitenopnamen
onder normale lichtomstandigheden.
Zonsondergang – speciaal ontwikkeld om bij een zonsondergang de
rijke, warme kleuren te behouden. Richt de camera niet voor langere
tijd op de zon. Door de intensiteit van het zonlicht kan de CCD
beschadigd raken. Zet tussen de opnamen door de camera uit of
dek het objectief af.
Tekst - voor foto’s van zwarte tekst of lijntekeningen op een witte ondergrond.
Super Macro - voor dichtbijfoto’s tot 5 cm. Is deze stand geselecteerd, dan zoomt het objectief
automatisch naar de Super Macro positie; de zoompositie kan niet worden veranderd. Bij kleine
opname-afstanden kan de flitser mogelijk overbelichting of een ongelijke lichtverdeling veroorzaken;
kies dan de stand Flitser uit (blz. 28). Gebruik van een statief is aan te bevelen.
Automatische opnamestand - is geen van de digitale onderwerpsprogramma's actief, dan gebruikt
de camera programma-automatiek.
SPOT AF
Spot autofocus (Spot AF) wordt gebruikt voor selectieve scherpstelling. Zowel scherpstelling als
belichting worden bepaald binnen het spot-scherpstelveld. Is auto reset (blz. 45) actief, dan wordt
het spot AF opgeheven als de camera uit wordt gezet. Het spot-scherpstelveld kan worden gebruikt
bij filmopnamen. Bij gebruik met digitale zoom (blz. 51) wordt het spot-AF-veld vergroot.
Houd de centrale toets van de stuurknop ingedrukt om
het spot-scherpstelveld te laten verschijnen; hoe de centrale toets van de stuureenheid opnieuw ingedrukt als u
terug wilt keren naar het brede scherpstelveld. Maak de
foto zoals is beschreven bij de basis-opnametechniek,
blz. 24.
Wanneer de monitorweergave is ingesteld op alleen livebeeld, dan zal bij omschakeling van groot autofocusveld
op spot-autofocus de complete monitorweergave worden ingeschakeld.
3130Opname - basishandelingen
WEERGAVE - BASISHANDELINGEN
Foto’s kunnen worden bekeken in de weergavestand. De weergavestand heeft extra functies, zie
blz. 54. De camera hoeft voor het weergeven van foto’s niet met de objectiefschuif te worden ingeschakeld.
Wilt u opgenomen foto’s bekijken, druk dan op de
weergavetoets (1). Is de camera uitgeschakeld, houd
1
SCHERM ENKELVOUDIGE WEERGAVE
Gebruiksstand
Opnametijdstip
Opnamedatum
dan de weergavetoets ingedrukt totdat de monitor
wordt geactiveerd.
Gebruik de link/rechts-toetsen van de stuureenheid om
door de foto’s te bladeren (2).
Druk opnieuw op de weergavetoets om terug te keren
naar de opnamestand of de camera uit te zetten.
2
Wilt u de foto’s bekijken die in het interne geheugen zijn
opgeslagen, verwijder dan de kaart uit de camera.
Druk op de neer-toets van de stuureenheid (1) om het
weergegeven beeld 90° naar links, 90° naar rechts en
horizontaal te roteren. Het beeld verschijnt voortaan in de
gewenste stand.
INDIVIDUELE BEELDEN WISSEN
Wilt u een weergegeven bestand wissen, druk dan op de
op-toets van de stuureenheid (1). Er verschijnt een
bevestigingsvenster.
Delete this frame? Gebruik de links/rechtstoetsen om “Yes” te markeren. Met “No” heft u de
handeling op.
Druk de centrale toets van de stuureenheid om
het bestand te wissen.
1
Delete this frame?
YesNo
1
Audio-aanduiding
Vergrendeling (blz. 60)
DPOF setup (blz. 70)
E-mail-kopie (blz. 62)
32Weergave - basishandelingen
Mapnummer - bestandsnummer (blz. 86)
Opnamenummer / totaal aantal opnamen
33
Loading...
+ 39 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.