Miele V 5845 WPS User manual

Gebruiksaanwijzing voor de wasautomaat V 5845 WPS
Lees beslist de gebruiksaanwijzing voordat u uw wasautomaat plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt onnodige schade aan uw apparaat.
nl-NL
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu
Het verpakkingsmateriaal
De verpakking beschermt het apparaat tegen transportschade.
Het verpakkingsmateriaal is uitgekozen omdat dit het milieu relatief weinig be last en kan worden hergebruikt. Door hergebruik van verpakkingsmate riaal wordt er op grondstoffen bespaard en wordt er minder afval geproduceerd.
Uw vakhandelaar neemt de verpakking in het algemeen terug.
-
Het afdanken van het apparaat
Oude elektrische en elektronische ap paraten bevatten meestal nog waarde volle materialen. Ze bevatten echter ook schadelijke stoffen die nodig zijn geweest om de apparaten goed en veilig te laten functi
­oneren. Wanneer u uw oude apparaat
bij het gewone afval doet of er op een andere manier niet goed mee omgaat, kunnen deze stoffen schadelijk zijn voor de gezondheid en het milieu.
Verwijder uw oude apparaat dan ook nooit samen met het gewone afval, maar lever het in bij een gemeentelijk inzameldepot voor elektrische en elek­tronische apparatuur. Vraag uw handelaar indien nodig om inlichtingen.
-
-
-
Het afgedankte apparaat moet tot die tijd buiten het bereik van kinderen wor den opgeslagen.
2
-
Inhoud
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
Bediening van de wasautomaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
Bedieningspaneel .................................................10
Vóór de eerste wasbeurt . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
Tips om energie en water te besparen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
Energie- en waterverbruik.........................................13
Wasmiddelen ..................................................13
Vuilgraad......................................................13
Zo wast u goed. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
Korte handleiding .................................................14
Vuilgraad, Extra water, Zoemer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20
Vuilgraad ........................................................20
Licht .........................................................20
Normaal ......................................................20
Sterk .........................................................20
Extra water .......................................................20
Zoemer..........................................................20
Centrifugeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21
Maximaal centrifugetoerental ........................................21
Het centrifugeren tussen de spoelgangen ............................21
Het kiezen van de spoelstop ......................................21
Het overslaan van het centrifugeren tussen de spoelgangen en het
eindcentrifugeren ...............................................21
Programma-overzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
Programmaverloop . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
Textielbehandelingssymbolen .....................................26
3
Inhoud
Het wijzigen van het programmaverloop. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28
Het afbreken van een programma / Het wisselen van programma............28
Het onderbreken van een programma .................................28
Het wijzigen van het gekozen programma ..............................28
Het bijvullen van de trommel of het voortijdig verwijderen van wasgoed
uit de trommel ....................................................29
Kinderbeveiliging..................................................29
Afsluitfunctie .....................................................30
Wasmiddelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31
Het juiste wasmiddel ...............................................31
Wateronthardingsmiddel ............................................32
Wasmiddelen met verschillende componenten ..........................32
Middelen voor het nabehandelen van het wasgoed .......................33
Automatisch spoelen met wasverzachter of stijfsel .....................33
Het kleuren en ontkleuren ...........................................33
Reiniging en onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34
Het reinigen van de ommanteling, het bedieningspaneel en de trommel.......34
Het reinigen van de wasmiddellade ...................................34
Het reinigen van de wasmiddelladekast ................................35
Het reinigen van het watertoevoerzeefje ................................36
Het oplossen van problemen . . . .....................................37
Het programma begint niet ..........................................37
Het wasprogramma is afgebroken en er volgt een foutmelding ..............38
Algemene problemen met de wasautomaat .............................39
Een tegenvallend wasresultaat .......................................40
De deur kan met de Deur - toets niet worden geopend.....................41
Het openen van de deur bij verstopte afvoer en/of stroomuitval..............42
Afdeling Klantcontacten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 44
Reparaties.....................................................44
Programma-actualisering (Update) .................................44
Garantietermijn en garantievoorwaarden .............................44
Bij te bestellen onderdelen ........................................44
4
Inhoud
Het plaatsen en aansluiten van de wasautomaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45
Het apparaat van voren .............................................45
Het apparaat van achteren ..........................................46
Plaats van opstelling ...............................................47
Het plaatsen van de wasautomaat ..................................47
Het verwijderen van de transportbeveiliging.............................47
Het monteren van de transportbeveiliging ..............................49
Het stellen van de wasautomaat ......................................50
Het naar buiten draaien en vastzetten van de stelvoeten ................50
Was-droogzuil..................................................51
Het Miele waterbeveiligingssysteem ...................................52
Het aansluiten van de watertoevoer ...................................53
Het aansluiten van de waterafvoer ....................................55
Elektrische aansluiting ..............................................56
Verbruiksgegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 57
Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 58
Programmeerfuncties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 60
Systeem extra water ...............................................60
Behoedzaam wassen ..............................................61
Afkoeling van het sop ..............................................62
Wastijdverlenging .................................................63
Zoemer..........................................................64
Akoestisch signaal.................................................65
Memory .........................................................66
Automatische voorwas bij sterke vuilgraad ..............................67
5
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Personen die op grond van hun Deze wasautomaat voldoet aan de voorgeschreven veiligheidsbepalin gen. Door ondeskundig gebruik kunnen personen echter letsel oplopen en kan er materiële schade ontstaan. Lees de gebruiksaanwijzing daarom eerst aandachtig door voordat u uw apparaat voor het eerst gebruikt. Hierin vindt u belangrijke instructies betreffende de veiligheid, het ge bruik en het onderhoud van de was automaat. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt onnodige schade aan uw apparaat.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing en geef deze door aan de eventuele volgende eigenaar van de automaat.
-
Efficiënt gebruik
Deze wasautomaat is uitsluitend be-
~
stemd voor huishoudelijk gebruik.
Deze wasautomaat is uitsluitend be
~
stemd voor het wassen van textiel dat volgens de aanwijzingen van de fabri kant op het onderhoudsetiket in de wasautomaat mag worden gewassen. Gebruik voor andere doeleinden kan gevaarlijk zijn. De fabrikant is niet ver antwoordelijk voor schade die wordt veroorzaakt door een ander gebruik dan hier aangegeven of door een fou tieve bediening.
~
fysieke of psychische gesteldheid, hun
-
onervarenheid of gebrek aan kennis van de wasautomaat niet in staat zijn om het apparaat veilig te bedienen, mogen deze automaat alleen gebruiken als ze onder toezicht staan van of wor den geïnstrueerd door een verant woordelijk persoon.
Wanneer er kinderen in huis zijn
­Wanneer er kinderen in de buurt van
~
de wasautomaat zijn, houd ze dan goed in de gaten. Zorg ervoor dat ze niet met het apparaat gaan spelen.
Kinderen mogen de wasautomaat
~
alleen dan zonder toezicht gebruiken, wanneer ze weten hoe het apparaat werkt en wat voor gevaar zij lopen wan­neer ze de automaat fout bedienen.
Wanneer u met hoge temperaturen
~
was, bedenk dan dat het glas van de deur heet wordt.
­Zorg ervoor dat kinderen het glas tij
dens een wasprogramma niet aanra
­ken.
-
-
-
-
-
-
6
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Technische veiligheid
Controleer vóórdat het apparaat
~
wordt geplaatst, of het zichtbaar be schadigd is. Een beschadigde wasautomaat mag niet worden geplaatst en niet in gebruik genomen.
Vergelijk vóórdat u de wasautomaat
~
aansluit de aansluitgegevens (zekering, spanning en frequentie) op het type plaatje met die van het elektriciteitsnet. Deze moeten beslist overeenkomen. Raadpleeg bij twijfel een elektricien.
De elektrische veiligheid van de
~
wasautomaat is uitsluitend gegaran­deerd als deze wordt aangesloten op een aardingssysteem dat volgens de geldende veiligheidsbepalingen is ge­ïnstalleerd. Laat de huisinstallatie bij twijfel door een vakman / vakvrouw inspecteren. De fabrikant kan niet aansprakelijk wor­den gesteld voor schade die wordt ver­oorzaakt door een ontbrekende of be­schadigde aarddraad.
Gebruik om veiligheidsredenen
~
geen verlengsnoer. Dit in verband met gevaar voor bijvoor beeld oververhitting.
Defecte onderdelen mogen alleen
~
door originele Miele-onderdelen wor den vervangen. Alleen van deze Miele­onderdelen kunnen wij garanderen, dat zij volledig voldoen aan de veiligheids eisen die wij stellen aan onze appara ten en onderdelen daarvan.
-
-
-
-
Reparaties aan de wasautomaat
~
mogen alleen door vakmensen van Miele worden uitgevoerd. Ondeskundig uitgevoerde reparaties kunnen onvoorziene risico's voor de ge bruiker opleveren, waarvoor de fabri kant niet aansprakelijk kan worden ge steld.
Wanneer de aansluitkabel is be
~
schadigd, moet de kabel door erkende vakmensen worden vervangen.
Wanneer er een storing wordt ver
~
holpen en wanneer de wasautomaat wordt gereinigd en onderhouden mag er geen elektrische spanning op de wasautomaat staan. Dat is het geval, als aan één van de volgende voorwaarden is voldaan:
– als de hoofdschakelaar van de huis-
installatie is uitgeschakeld,
– of als de stekker uit de contactdoos
is getrokken.
Het Miele waterbeveiligingssysteem
~
beschermt tegen waterschade, als aan de volgende voorwaarden is voldaan.
Water en elektriciteit moeten op de
-
-
juiste wijze zijn aangesloten.
Is er sprake van schade, moet de wasautomaat onmiddellijk worden gerepareerd.
-
-
-
-
-
7
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Wanneer dit apparaat op een niet-
~
stationaire locatie (bijv. op een boot of in een camper) moet worden geplaatst, mag het uitsluitend door een vakman/ vakvrouw worden ingebouwd en aan gesloten. Hierbij moet aan alle voor waarden voor een veilig gebruik wor den voldaan.
-
-
-
Gebruik
Plaats uw wasautomaat niet in vorst
~
gevoelige ruimten. Bevroren slangen kunnen scheuren of barsten en de betrouwbaarheid van de elektronische besturing kan door tem­peraturen onder het vriespunt afnemen.
Verwijder voordat u de wasautomaat
~
in gebruik neemt de transportbeveili­ging aan de achterzijde van het appa­raat. Zie hoofdstuk: "Het plaatsen en aanslui­ten van de wasautomaat", paragraaf: "Het verwijderen van de transportbevei­liging". Wanneer u de transportbeveiliging niet verwijdert, kan dat bij het centrifugeren schade veroorzaken aan uw wasauto maat en aan de meubels / apparaten die ernaast staan.
-
Sluit de kraan af als u langere tijd af
~
wezig bent (bijv. tijdens vakanties), ze ker als er zich in de buurt van de was automaat geen afvoer in de vloer zoals een putje bevindt.
Denk eraan dat er water kan over
~
stromen. Controleer daarom vóórdat u de water afvoerslang in een wastafel of wasbak hangt, of het water snel genoeg weg stroomt.
­Zorg er daarom ook voor dat de afvoer
slang niet weg kan glijden. Wanneer de slang niet goed vastzit kan hij door de kracht van het wegstromende water uit de wastafel of wasbak worden gedrukt.
Let erop dat u voorwerpen zoals
~
spijkers, naalden, munten en paper­clips niet meewast. Deze kunnen namelijk onderdelen van de wasautomaat beschadigen (bijv. kuip, wastrommel). Beschadigde onderdelen kunnen op hun beurt weer schade aan het was­goed veroorzaken.
Als u het wasmiddel op de juiste
~
manier doseert is het niet nodig dat u de wasautomaat ontkalkt. Mocht uw apparaat toch zo sterk ver kalkt zijn, dat het beslist moet worden ontkalkt, gebruik daar dan speciale ont kalkingsmiddelen voor die een anti-cor rosiemiddel bevatten. Deze middelen zijn verkrijgbaar via uw Miele-vakhandelaar of bij de afdeling Onderdelen van Miele Nederland B.V. Volg de adviezen voor het gebruik van de ontkalkingsmiddelen strikt op.
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
8
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Wasgoed dat met oplosmiddelhou
~
dende reinigingsmiddelen is behan deld, moet vóórdat het in de wasauto maat wordt gewassen, grondig in hel der water worden uitgespoeld.
Gebruik in deze wasautomaat nooit
~
reinigingsmiddelen die een oplosmid del bevatten, zoals wasbenzine. Doet u dat toch, dan kunnen onderde len van het apparaat beschadigen en kunnen er giftige dampen ontstaan. Het gevaar bestaat dan dat er brand uit breekt of zich een explosie voordoet.
Zorg ervoor dat er nooit oplosmid
~
delhoudende reinigingsmiddelen tegen deze wasautomaat terechtkomen, zoals wasbenzine. Dit is slecht voor kunststof oppervlak­ken.
Wanneer u textielverf in de wasauto-
~
maat wilt gebruiken, kies dan textielverf die daar geschikt voor is, gebruik niet meer verf dan strikt nodig is en neem de aanwijzingen van de textielverffabri­kant precies in acht.
-
-
-
-
-
-
-
-
Toebehoren
Alleen originele Miele-toebehoren
~
kunnen worden aan- of ingebouwd. Wanneer er andere toebehoren worden aan- of ingebouwd, kan Miele niet voor de gevolgen instaan en kan er geen beroep meer worden gedaan op bepa lingen met betrekking tot garantie en productaansprakelijkheid.
Wanneer de veiligheidsinstructies niet worden opgevolgd, kan de fa brikant niet verantwoordelijk worden gesteld voor schade die daar even­tueel het gevolg van is.
-
-
Ontkleuringsmiddelen kunnen door
~
hun chemische samenstelling corrosie veroorzaken. Deze middelen mogen daarom niet in de wasautomaat worden gebruikt.
Komt er vloeibaar wasmiddel in de
~
ogen terecht, spoel de ogen dan met veel water schoon. Wordt dit middel per ongeluk ingeslikt, bel dan direct de dokter op. Personen die een gevoelige of bescha digde huid hebben, kunnen het vloei baar wasmiddel maar beter niet aanra ken.
-
-
-
9
Bediening van de wasautomaat
Bedieningspaneel
a Programmakeuze - toetsen e-
Met deze toetsen kunt u een waspro­gramma instellen.
b Vuil - toets
Met deze toets kunt u de vuilgraad van het wasgoed aangeven.
Extra water - toets
Met deze toets kunt u de waterstand verhogen.
c Temperatuur - toets
Met deze toets kunt u een tempera­tuur instellen.
d Toerental - toets
Met deze toets kunt u een centrifuge toerental, de Spoelstop of Zonder centrifugeren instellen.
e Optische interface PC
Op deze plaats kunnen onze technici de wasprogramma's controleren, up daten en in het geheugen van de wasautomaat opslaan.
f Verloop - met controlelampjes
Deze lampjes laten u tijdens het was programma zien welke fase in het programmaverloop is bereikt.
g Zoemer - toets
Met deze toets kunt u de zoemer in­en uitschakelen.
h Controle - met lampjes
Deze controlelampjes geven een probleem aan.
i Voorprogrammering - toets
Met deze toets kunt u het starttijdstip van het te kiezen programma van te voren instellen.
j Start / Stop - toets
Met deze toets kunt u:
het gekozen wasprogramma starten;
­–
het gestarte wasprogramma afbre ken.
k I-Aan / 0-Uit - toets
Met deze toets kunt u de wasauto maat in- en uitschakelen.
-
l Deur - toets
Met deze toets kunt u de deur ope nen.
-
m Display (h min)
Het display kan verschillende dingen aangeven. Zie volgende bladzijde.
-
-
-
10
Bediening van de wasautomaat
Display
Het display kan verschillende dingen aangeven:
de programmaduur (resttijd);
de voorgeprogrammeerde tijd;
de programmeerfuncties.
Programmaduur (resttijd)
Wanneer u een programma start zon der gebruik te maken van de voorpro grammering, dan geeft het display in uren en minuten aan hoelang het pro gramma waarschijnlijk gaat duren.
Wanneer u een programma start met voorprogrammering, dan geeft het dis­play pas na afloop van de voorgepro­grammeerde tijd aan hoelang het pro­gramma gaat duren.
Tijdens de eerste 10 minuten berekent de wasautomaat hoelang het duurt voordat het wasgoed het water heeft opgenomen en berekent op grond hier­van de belading. Het is mogelijk dat het programma daardoor langer of korter gaat duren.
-
-
-
Voorgeprogrammeerde tijd
Wanneer u een programma start met voorprogrammering, dan geeft het dis play eerst de voorgeprogrammeerde tijd aan, d.w.z. geeft aan hoelang het nog duurt voordat het gekozen pro gramma begint.
Na de programmastart wordt de voor geprogrammeerde tijd in het display af geteld, en wel
tot 10 h per uur;
vanaf9h59minperminuut.
Na afloop van de voorgeprogram­meerde tijd start het programma auto­matisch en geeft het display aan hoe­lang het programma waarschijnlijk gaat duren.
Programmeerfuncties
U kunt een aantal varianten program­meren om het wasprogramma nog be­ter af te stemmen op het soort wasgoed en de manier waarop u dit wilt wassen.
Bij het programmeren ziet u de varianten in het display.
-
-
-
-
11
Vóór de eerste wasbeurt
Iedere wasautomaat wordt in de fa briek op zijn werking getest. Het is mogelijk dat er als gevolg van deze tests wat water in het apparaat achterblijft.
Controleer voordat u uw wasauto maat voor het eerst gebruikt of het apparaat volgens de regels is ge plaatst en aangesloten. Zie hoofdstuk: "Het plaatsen en aan sluiten van de wasautomaat".
Om veiligheidsredenen is het niet mo­gelijk om meteen bij de eerste wasbeurt te centrifugeren. Ter activering van het centrifugeren moet u eerst een wasprogramma zon­der wasgoed en zonder wasmiddel draaien.
Wordt er wel wasmiddel gebruikt kan er overmatige schuimvorming optreden.
-
-
-
-
Draai de kraan open.
^
Druk op de I-Aan/O-Uit - toets.
^
Het controlelampje van het programma Automatic gaat branden.
Druk één keer op de programmatoets
^
H om het programma Witte / Bonte
was te kiezen.
Druk op de Start/Stop - toets.
^
Het wasprogramma wordt gestart.
Na afloop van het programma is de wasautomaat klaar voor de eerste was beurt.
-
Draait u eerst een wasprogramma zon­der wasgoed en zonder wasmiddel wordt daarmee tegelijk het kogelventiel geactiveerd. Het kogelventiel zorgt ervoor dat vanaf de eerste wasbeurt steeds al het was middel wordt gebruikt.
12
-
Tips om energie en water te besparen
Energie- en waterverbruik
Benut bij ieder programma dat u
kiest de maximale beladingscapaci teit van de trommel. Het energie- en waterverbruik is dan, vergeleken met de totale hoeveel
-
heid wasgoed, het laagst.
Gebruik de programma's Automatic
en Express voor kleinere hoeveelhe den wasgoed.
Bij een geringe belading in de pro
­gramma Witte / Bonte was zorgt de beladingsautomaat voor een vermin dering van het water- en energiever­bruik en voor een verkorting van de programmaduur. Het is daardoor mogelijk dat de rest­tijd die in het display wordt aangege­ven in het verloop van het waspro­gramma wordt gecorrigeerd.
– Gebruik in plaats van het programma
Witte / Bonte was 95°C het program­ma Witte / Bonte was 60°C. Daarmee bespaart u 35 tot 45% energie.
Vuilgraad
U kunt bij verschillende programma's de vuilgraad van uw wasgoed aange
­ven. Het wasprogramma past zich daaraan aan.
Licht
-
Het wasgoed is niet zichtbaar vies, maar ruikt niet meer zo fris.
Normaal
Het wasgoed vertoont zichtbare vlek ken.
-
Sterk
Het wasgoed is duidelijk erg vies en / of heeft vlekken die er al langer inzitten.
Tip voor machinaal drogen
Wilt u het wasgoed na afloop in de droogautomaat drogen, kies dan het hoogste centrifugetoerental dat voor dit wasgoed mogelijk is.
-
-
Wasmiddelen
Gebruik hoogstens zoveel wasmid del als op de wasmiddelverpakking aangegeven staat.
Reduceer bij geringere beladings hoeveelheden de hoeveelheid was middel. Bij halve belading kan ca.
1
/3minder
wasmiddel worden gebruikt.
-
-
-
13
Zo wast u goed
Korte handleiding
Wanneer u een kort overzicht wilt heb ben over hoe u de wasautomaat moet bedienen, kunt u de met cijfers aange duide stappen (A, B, C,...)aanhou den.
A Inspecteer en sorteer het wasgoed
en behandel het voor
Het inspecteren van het wasgoed
^ Maak de zakken leeg.
Verwijder bij vitrage de haakjes en
^
-
het loodband of wikkel ze in een doek.
Keer gebreid of tricot wasgoed bin
^
-
nenstebuiten als de fabrikant dat ad
-
viseert.
Knoop bed- en kussenovertrekken
^
dicht zodat er geen andere textiel in terecht kan komen.
Het sorteren van het wasgoed
Sorteer het wasgoed naar kleur en
^
naar de symbolen in het wasetiket, dat zich in de kraag of in de zijnaad bevindt.
^ Was geen textiel dat volgens het
wasetiket niet in de wasautomaat kan worden gewassen. Het symbool daarvoor is: h.
^ Donkergekleurd wasgoed geeft bij
de eerste wasbeurten vaak iets af. Was licht en donker wasgoed daar­om apart.
-
-
,
Voorwerpen (spijkers, munten, paperclips e.d.) kunnen wasgoed en onderdelen van de wasautomaat be schadigen.
^
Sluit de ritsen. Keer kleding met rit sen eventueel binnenstebuiten.
^
Sluit eventuele haakjes en oogjes.
^
Zorg ervoor dat onderdelen van kle ding, zoals bh-beugels, niet los kun nen raken. Losgeraakte onderdelen moeten eerst worden vastgemaakt of verwijderd.
14
Het voorbehandelen van vlekken
^
Verwijder eventuele vlekken op het
­textiel, als het even kan zodra ze ont staan zijn. Dit is nog belangrijker voor
-
-
-
moeilijke vlekken als thee-, koffie-, ei­en bloedvlekken. Neem de vlekken met een tissue af. Wrijf de vlekken er niet in!
,
Gebruik in geen geval chemi sche (oplosmiddelhoudende) reini gingsmiddelen in de wasautomaat!
-
-
-
Zo wast u goed
B Schakel de wasautomaat in
C Belaad de wasautomaat
Open de deur met de Deur - toets.
^
Leg het wasgoed uit elkaar gevou
^
wen en losjes in de trommel.
Leg stukken wasgoed van verschil
^
lende grootte in de trommel.
Daardoor wordt een beter wasresultaat bereikt en kan het wasgoed zich tijdens het centrifugeren beter verdelen.
Gebruik de maximale belading.
^
Bij een maximale belading is het ener gie- en waterverbruik, vergeleken met de totale hoeveelheid wasgoed, het laagst. Bij overschrijding van de maximale be­ladingscapaciteit vallen de wasresulta­ten tegen en gaat het wasgoed sneller kreuken.
-
-
-
D Kies een programma
Druk zo vaak op de e en/of - - toets,
^
totdat het controlelampje gaat branden van het programma dat u wilt hebben.
Let erop dat er niets tussen deur en manchet beklemd raakt.
^
Sluit de deur met een lichte klap.
15
Zo wast u goed
E Geef de vuilgraad van het was
goed aan
Met de Vuil - toets kunt u de vuilgraad van het wasgoed aangeven. De standaardinstelling is Normaal.
^ Druk zo vaak op deze toets, totdat
het controlelampje gaat branden van de vuilgraad van uw wasgoed.
Dit is echter niet voor alle programma's mogelijk.
Schakel eventueel de extra functie Extra water in
^
Druk op de toets Extra water, wan neer u deze extra functie wilt inscha kelen.
Ook dit is niet voor alle programma's mogelijk.
-
-
F Stel de temperatuur in
Druk zo vaak op de Temperatuur -
^
toets totdat het controlelampje oplicht van de temperatuur die u wilt heb­ben.
Het is niet mogelijk om bij ieder pro­gramma elke temperatuur te kiezen die op het paneel staat aangegeven.
Stel het centrifugetoerental in
^ Druk zo vaak op de Toerental - toets
totdat het controlelampje oplicht van het toerental dat u wilt hebben.
Het is niet mogelijk om bij ieder pro gramma elk centrifugetoerental te kie
­zen dat op het paneel staat aangege
ven.
Schakel eventueel de zoemer in
-
-
-
16
^
Druk op de Zoemer - toets, wanneer u wilt dat de zoemer gaat na afloop van een programma.
G Doseer het wasmiddel
Het is belangrijk om niet te weinig en niet te veel wasmiddel te doseren.
Te weinig wasmiddel heeft tot gevolg dat
het wasgoed niet schoon en in de
loop van de tijd grauw en hard wordt;
er zich vetbolletjes in het wasgoed
vormen;
er zich kalk op de kuip en de verwar
mingselementen afzet.
Te veel wasmiddel heeft tot gevolg dat
– er zich te veel schuim vormt, de was-
werking daardoor gering is en de reinigings-, spoel- en centrifugeerre­sultaten niet optimaal zijn;
– er door een automatisch ingescha-
kelde extra spoelgang meer water wordt verbruikt;
– het milieu extra wordt belast.
Zo wast u goed
-
Trek de wasmiddellade naar buiten
^
en doseer het middel in de vakjes.
i
Vakje voor de voorwas Wanneer u de vuilgraad Sterk hebt gekozen, neem dan aanbevolen wasmiddelhoeveelheid.
j
Vakje voor de hoofdwas
§
1
/4van de totale
Vakje voor wasverzachter of stijfsel
^
Schuif de wasmiddellade weer naar binnen.
Nadere bijzonderheden over wasmid delen en de dosering daarvan treft u aan in het hoofdstuk: "Wasmiddelen".
-
17
Zo wast u goed
H Programmeer eventueel de start
van het programma vòòr
Met de voorprogrammering kunt u het tijdstip dat het door u gekozen pro gramma start minimaal 30 minuten en maximaal 24 uur van te voren instellen.
Dit kunt u bijvoorbeeld doen om ge bruik te maken van het nachttarief.
Dit doet u met de Voorprogrammering ­toets.
Met iedere druk op deze toets ver schuift de voor te programmeren tijd en wel:
– tot 10 uur per 30 minuten;
– vanaf 10 uur per 1 uur.
^ Druk zo vaak op de Voorprogramme-
ring - toets, totdat in het display de
tijd verschijnt die u wilt voorprogram­meren.
Wanneer u op de toets blijft drukken, verspringt de tijd automatisch naar 24 h.
Het wissen van de voorgeprogram meerde tijd
-
-
-
-
I Start het programma
De Start / Stop - toets is aan het knippe ren.
Druk op deze toets.
^
Wanneer u de start heeft voorgepro grammeerd, dan geeft het display de voorgeprogrammeerde tijd aan, d.w.z. geeft aan hoe lang het nog duurt voor dat het gekozen programma begint. Deze tijd wordt in het display afgeteld. Na afloop van de voorgeprogram meerde tijd start het programma en geeft het display aan hoelang het pro gramma waarschijnlijk gaat duren.
Wanneer u de start niet heeft voorge­programmeerd, dan geeft het display direct aan hoelang het programma waarschijnlijk gaat duren.
Tijdens de eerste 10 minuten berekent de wasautomaat hoe lang het duurt voordat het wasgoed het water heeft opgenomen en berekent op grond hier­van de belading. Het is mogelijk dat het programma daardoor langer of korter gaat duren dan eerst aangegeven.
-
-
-
-
-
^
Druk wanneer het display 24 ^ aan geeft nog eens op de Voorprogram mering - toets.
Het wissen van de voorgeprogram meerde tijd, wanneer er al op de Start / Stop - toets is gedrukt.
^
Breek het programma af.
18
-
-
-
J Haal na afloop van het programma
het wasgoed uit de automaat
Zo wast u goed
Wanneer de controlelampjes Kreukbe veiliging en Einde onder Verloop gaan
branden, is het programma afgelopen.
Open de deur met de Deur - toets.
^
Haal het wasgoed uit de trommel.
^
Controleer of de trommel leeg is.
^
Blijven er stukken wasgoed in de trommel liggen, loopt u het risico dat ze bij de volgende wasbeurt krim pen of afgeven.
-
-
^
Controleer of er voorwerpen in de manchet van de deur zijn achterge bleven.
^
Schakel de wasautomaat met de I-Aan/0-Uit - toets uit.
^
Sluit de deur.
Doet u dat niet, dan bestaat het gevaar dat er voorwerpen per vergissing in de trommel terechtkomen, worden meege wassen en het wasgoed beschadigen.
-
-
19
Vuilgraad, Extra water, Zoemer
Vuilgraad
U kunt bij verschillende programma's de vuilgraad van uw wasgoed aange ven. Zo kunt u het wasprogramma aan de vuilgraad aanpassen.
Licht
Het wasgoed is niet zichtbaar vies, maar ruikt niet meer zo fris.
Bij deze vuilgraad duurt de hoofdwas korter.
Normaal
Het wasgoed vertoont zichtbare vlek­ken.
Bij deze vuilgraad wordt het standaard­wasprogramma uitgevoerd.
Sterk
Het wasgoed is duidelijk erg vies en / of heeft vlekken die er al langer inzitten.
Bij deze vuilgraad wordt een voorwas van 15 minuten uitgevoerd en wordt de hoofdwas met 15 minuten verlengd.
Het controlelampje Voorwas onder Ver loop knippert.
Doseer waspoeder in vakje i.
U kunt echter ook de voorwas uitscha kelen en de hoofdwas verlengen. Zie daarvoor het hoofdstuk: "Program meerfuncties".
-
-
-
Extra water
Wanneer u deze functie hebt ingescha keld, wordt er bij de wasprogramma's meer water gebruikt.
U kunt tussen drie varianten kiezen. Op de toets Extra water kuntudege wenste variant programmeren.
Wanneer de wasautomaat wordt gele verd, wordt de eerste keer dat u op de Extra water - toets drukt de waterstand bij het wassen en spoelen verhoogd.
Voor het wijzigen van de variant zie hoofdstuk: "Programmeerfuncties", pa ragraaf: "Systeem extra water".
Zoemer
Wanneer u deze functie hebt ingescha­keld, klinkt er aan het einde van een programma of bij de spoelstop een zoemer.
De zoemer gaat zolang totdat de was­automaat wordt uitgeschakeld.
De zoemer gaat bij alle programma's totdat hij weer wordt uitgeschakeld.
U kunt tussen twee geluidssterkten kie zen. U kunt er ook voor kiezen om de zoe mer uit te schakelen. Zie daarvoor hoofdstuk: "Programmeer
-
functies", paragraaf: "Zoemer".
De waarschuwingstoon die bij sto ringen gaat heeft met de zoemer niets te maken.
-
-
-
-
-
-
-
-
20
Centrifugeren
Maximaal centrifugetoerental
Het maximale centrifugetoerental kan van programma tot programma ver schillen.
Programma Omw/min
Automatic 1200
Witte / Bonte was 1450
Fijne was 1200
Wol 1200
Zijde 400
Express 1450
Donker wasgoed 1200
Overhemden 600
Jeans 900
Pompen / Centrifugeren 1450
U kunt een lager toerental instellen.
Het centrifugeren tussen de spoel­gangen
Het wasgoed wordt niet alleen aan het eind, maar ook na de hoofdwas en tus­sen de spoelgangen gecentrifugeerd.
Stelt u een lager centrifugetoerental in, dan wordt er ook na de hoofdwas en tussen de spoelgangen met een lager toerental gecentrifugeerd.
In het programma Witte / Bonte was wordt bij een toerental van lager dan 700 omw/min een spoelgang ingelast.
-
Het kiezen van de spoelstop
Kies met de Toerental - toets Spoel
^
stop.
Het controlelampje Spoelstop brandt.
Het wasgoed blijft na de laatste spoel gang in het water liggen. Dat heeft het voordeel dat het wasgoed minder kreukt wanneer u het niet direct uit de trommel haalt.
Toch eindcentrifugeren:
Kies een toerental.
^
De automaat begint met centrifugeren.
– Beëindigen programma
:
^ Druk op de Deur - toets.
Het water wordt afgepompt.
^ Druk opnieuw op de Deur - toets.
De deur gaat open.
Het overslaan van het centrifugeren tussen de spoelgangen en het eind­centrifugeren
^
Kies Zonder centrifugeren.
Na de laatste spoelgang wordt het wa ter afgepompt en wordt de kreukbevei liging ingeschakeld. In de programma's Automatic, Witte / Bonte was, Fijne was en Express wordt een spoelgang ingelast.
-
-
-
-
21
Programma-overzicht
Automatic 40°C tot koud Maximaal 3,5 kg
Wasgoed Wasgoed dat naar kleur is gesorteerd en een combinatie is van
wasgoed dat anders met het programma Witte / Bonte was en was goed dat anders met het programma Kreukherstellend wordt ge wassen.
Tip Beide soorten wasgoed worden zo behoedzaam mogelijk behan
deld en zo goed mogelijk gereinigd. Dit is mogelijk doordat wasparameters zoals waterstand, wasritme en centrifugeprofiel au tomatisch worden aangepast.
Witte / Bonte was 95°C tot 30°C Maximaal 6,0 kg
Wasgoed Wasgoed van katoen, linnen of mengweefsels; T-shirts, ondergoed,
tafellakens en servetten
Tip Gebruik Witte / Bonte was 95°C alleen voor sterk vervuild en geïn
fecteerd wasgoed.
Instructie voor onderzoeksinstituten: Voor tests volgens norm EN 60456 moet Witte / Bonte was 60°C worden inge-
steld. Voor kort programma: 3,0 kg belading en vuilgraad Licht.
Fijne was 60°C tot koud Maximaal 3,0 kg
Wasgoed – Wasgoed van synthetische vezels, mengweefsels of kreukherstel-
lend gemaakt katoen
Vitrage die volgens de fabrikant in de wasautomaat kan worden gewassen
Tips
Instructie voor onderzoeksinstituten: Voor tests volgens norm EN 60456 moet Fijne was 40°C en centrifugetoerental
1200 omw/min worden ingesteld. Wol / 40°C tot koud Maximaal 2,0 kg
Wasgoed Wasgoed van wol en wolmengweefsels
Vitrage trekt veel stof aan. Het is daarom aan te bevelen om de vuilgraad Sterk aan te geven, de extra functie Extra water in te schakelen en niet meer dan 2 kg tegelijk te wassen.
Reduceer bij kreukgevoelige vitrage het centrifugetoerental of centrifugeer helemaal niet.
-
-
-
-
-
22
Programma-overzicht
Zijde / 30°C tot koud Maximaal 2,0 kg
Wasgoed Wasgoed van zijde en van alle stoffen zonder wol die met de hand
kunnen worden gewassen
Tip Was panty's en bh's in een waszak.
Express 40°C tot koud Maximaal 3,0 kg
Wasgoed Een kleinere hoeveelheid wasgoed die uit katoen, linnen of meng
weefsels bestaat en alleen maar hoeft te worden opgefrist.
Tip Wilt u afzonderlijke stukken wasgoed uitspoelen, kies dan dit pro
gramma met de temperatuur Koud.
Donker wasgoed 40°C tot koud Maximaal 3,0 kg
Wasgoed Zwart of ander donker wasgoed van katoen of mengweefsels
Tip Was dit wasgoed binnenstebuiten.
Overhemden 60°C tot koud Maximaal 2,0 kg
Tips – Behandel kragen en manchetten vóór als dat nodig is.
– Gebruik voor zijden overhemden en blouses het programma Zij-
de.
Jeans 60°C tot koud Maximaal 3,0 kg
Tips – Was jeansstoffen binnenstebuiten.
– Jeansstoffen geven vaak iets af wanneer ze de eerste paar keer
worden gewassen. Was lichte en donkere jeansstoffen daarom apart.
Pompen / Centrifugeren Maximaal 6,0 kg
Tips
Alleen pompen: Kies Zonder centrifugeren.
Centrifugeren: Stel een centrifugetoerental in.
-
-
23
Programmaverloop
Hoofdwas Spoelen Centrifugeren
Water
stand
Automatic ( abc e 2-3 Witte / Bonte was d a ( 2-4 Fijne was e d e 2-3 Wol e e e 2 LL Zijde e e e 2 L Donker wasgoed ( b d 3 LL Overhemden e c e 2 L Express d b d 2-3 Jeans ( c e 3 L
Pompen / Centrifu­geren
d = Lage waterstand ( = Middelste waterstand e = Hoge waterstand
Voor bijzonderheden over het programmaverloop zie volgende bladzijde.
-
Wasrit
me
-
Water
stand
-
Spoel
gangen
Centrifuge
­ren tussen
de spoel
-
-
Eind
centrifu
geren
gangen
2)
1)
2)
2)
LL
LL
LL
LL
–––– – L
a= Intensief ritme b= Normaal ritme c= Behoedzaam ritme d= Sensitief ritme e= Handwasritme
-
-
24
Programmaverloop
De wasautomaat beschikt over een vol ledig elektronische besturing met bela dingsautomaat. Tijdens een wasprogramma zuigt het wasgoed water op. Om hoeveel water het gaat hangt af van de hoeveelheid wasgoed en het soort textiel. Hoe groter het absorptievermogen van het wasgoed is, des te meer water er moet worden bijgepompt. De elektroni ca van de wasautomaat kan de hoe
­veelheid water meten die het wasgoed opneemt en die moet worden bijge
­pompt. Het programmaverloop en de wastijd zijn bij de diverse programma's dus verschillend. Het programmaverloop van de hier ver­melde programma's slaat op het basis­programma met maximale belading. Eventueel gekozen extra functies zijn hier buiten beschouwing gelaten.
De controlelampjes van het program­maverloop geven tijdens iedere was­beurt aan in welke fase het waspro­gramma zich op dat moment bevindt.
Nadere bijzonderheden over het pro
-
-
grammaverloop:
Kreukbeveiliging:
De trommel beweegt nog 30 minuten na afloop van het programma om kreukvorming te voorkomen. Een uitzondering vormt het programma Wol.
­De wasautomaat kan altijd worden geo
pend.
1)
Wordt er een temperatuur gekozen van 60°C tot 95°C, dan worden er 2 spoelgangen uitgevoerd. Wordt er een temperatuur gekozen van beneden de 60°C, dan worden er 3 spoelgangen uitgevoerd.
Een 3e, resp. 4e spoelgang wordt uitgevoerd wanneer:
– er teveel schuim in de trommel zit;
– er een lager centrifugetoerental is
gekozen dan 700 omw/min;
Zonder centrifugeren is gekozen.
2)
Een 3e spoelgang wordt uitgevoerd wanneer:
-
-
Zonder centrifugeren is gekozen.
25
Programmaverloop
Textielbehandelingssymbolen
Wassen
Het getal in de wastobbe geeft de maximale wastemperatuur aan.
9 Normaal programma 4 Mild programma c Zeer mild programma / Handwas
h Niet wassen
Voorbeelden voor de programmakeu­ze
Programma Textielbehandelings-
symbolen
Automatic 7621
Witte / Bonte was
Fijne was 54321
Wol / Zijde / Express 76
9ö8E76
ac
Trommeldrogen
De punten geven de globale tempera tuur aan.
q Op een normale temperatuur r Op een lagere temperatuur s Niet drogen in de automaat
Strijken
De punten verwijzen naar de punten op de regelaar van het strijkijzer en geven de temperatuur aan.
I ca. 200°C H ca. 150°C G ca. 110°C J Niet strijken
Chemisch reinigen
f Reiniging met chemische op-
losmiddelen.
p
De letters verwijzen naar het reinigingsmiddel.
w Nat reinigen D Niet chemisch reinigen
Bleken
x Elk bleekmiddel toegestaan { Alleen zuurstofbleekmiddel
toegestaan
z Niet bleken
-
26
In het wasgoed bevindt zich een etiket met textielbehandelingssymbolen. Dit etiket doet aanbevelingen voor de juiste behandeling van het artikel waarop het is aangebracht. Het mag niet worden verward met een garantie hoe het textiel zich in het ge bruik zal gedragen. Het behandelings etiket waarborgt dat het textielproduct bij de aanbevolen behandeling geen schade lijdt.
-
-
Programmaverloop
Een artikel waarop een behandelings etiket met de symbolen is aangebracht moet voldoen aan bepaalde eisen van wasechtheid, wrijfechtheid en water­echtheid van de kleuren. Het mag niet teveel krimpen of vervor­men, de lijmen mogen niet loslaten en bij de eerste vier keer reinigen zijn ont­leding, smelten, vergelen, pillen en blij­vende kreukels ontoelaatbaar.
Behandelingen en temperaturen die milder zijn dan op het etiket aangege­ven zijn altijd toegestaan.
-
27
Het wijzigen van het programmaverloop
Het afbreken van een program ma / Het wisselen van pro
-
gramma
U kunt een wasprogramma ieder mo ment afbreken, nadat u het heeft ge start.
Druk kort op de Start/Stop - toets.
^
De wasautomaat pompt het water weg. Het programma is afgebroken.
Wilt u de was uit de automaat halen,
druk dan op de Deur - toets.
^
Wilt u een ander programma kiezen, doe dan het volgende.
^ Schakel de wasautomaat met de
I-Aan/0-Uit - toets uit.
^ Schakel het apparaat daarna weer in.
^ Controleer of er nog wasmiddel in de
wasmiddellade zit.
Is dat niet het geval,
^
doseer genoeg wasmiddel.
^
Kies en start een ander programma.
-
-
Het wijzigen van het gekozen
­programma
Het basisprogramma
Wanneer een programma eenmaal is gestart, kunt u geen ander programma meer kiezen zonder het lopende pro gramma af te breken.
De temperatuur
De temperatuur kunt u tot 5 minuten na de programmastart wijzigen.
Het centrifugetoerental
Het centrifugetoerental kunt u tot vlak voor het eindcentrifugeren wijzigen.
De vuilgraad
De vuilgraad kunt u na de programma­start niet meer wijzigen.
Extra functies: Extra water en Zoe­mer
Extra water kunt u na de programma start niet meer in- of uitschakelen.
-
-
Het onderbreken van een pro gramma
^
Schakel de wasautomaat met de I-Aan/0-Uit - toets uit.
Wanneer u het programma weer wilt voortzetten,
^
schakel het apparaat daarna weer in.
28
De zoemer kan altijd worden in- en uit
-
geschakeld.
Wanneer de kinderbeveiliging is in geschakeld, is het niet mogelijk om het programmaverloop te wijzigen.
-
-
Het wijzigen van het programmaverloop
Het bijvullen van de trommel of het voortijdig verwijderen van wasgoed uit de trommel
Druk op de Deur - toets totdat de
^
deur openspringt.
Leg wasgoed in de trommel of haal
^
er wasgoed uit.
Sluit de deur.
^
Het programma wordt automatisch voortgezet.
Attentie:
Nadat de wasautomaat een programma eenmaal heeft gestart kan hij in de hoe­veelheid wasgoed geen wijzigingen meer vaststellen. Daarom gaat de wasautomaat, ook na­dat u nog wasgoed in de trommel hebt gelegd of wasgoed uit de trommel heeft gehaald, altijd van de maximale bela­dingshoeveelheid uit. De resttijd kan langer zijn dan aange­geven.
Kinderbeveiliging
Met het inschakelen van de kinderbe veiliging voorkomt u dat de wasauto maat tijdens het wassen wordt geo pend of dat het wasprogramma wordt afgebroken of dat de tempera tuur en/of het centrifugetoerental wor den gewijzigd.
Het inschakelen van de kinderbeveili ging
Druk na het starten van het program
^
ma minstens 4 seconden op de Start / Stop - toets totdat het controle­lampje Vergrendeld gaat branden.
De kinderbeveiliging is nu ingescha­keld.
De wasautomaat accepteert nu geen wijzigingen meer en maakt het pro­gramma helemaal af.
Na afloop van het wasprogramma wordt de kinderbeveiliging automatisch opgeheven.
-
-
-
-
-
-
-
In een paar gevallen kan de deur niet meer worden geopend, en wel wan neer
de temperatuur van het sop boven de 55°C komt;
de waterstand te hoog is;
de programmafase Centrifugeren is bereikt.
Wanneer u in één van bovenstaande gevallen op de Deur - toets drukt, gaat het controlelampje Vergrendeld branden.
-
Het uitschakelen van de kinderbevei liging
^
Druk minstens 4 seconden op de Start / Stop - toets totdat het controle lampje Vergrendeld uitgaat.
-
-
29
Het wijzigen van het programmaverloop
Afsluitfunctie
Met het inschakelen van de afsluit functie voorkomt u dat uw apparaat door vreemden kan worden gebruikt.
Wanneer deze afsluitfunctie is inge schakeld kan er geen programma wor den gestart.
Het inschakelen van de afsluitfunctie
Dit is alleen
de wasautomaat uitgeschakeld is;
– de deur gesloten is.
A Druk op de toetsen Extra water en
Temperatuur en blijf daar tot stap D
op drukken.
B Schakel de wasautomaat met de
I-Aan/0-Uit - toets in.
C Druk 3 x
maal/Sterk.
D Laat de toetsen Extra water en Tem-
peratuur los.
mogelijk als:
op de Vuil - toets Licht/Nor-
-
-
-
Het controlelampje Vergrendeld knip pert.
E Schakel de wasautomaat uit.
Het uitschakelen van de afsluitfunc tie
^
Herhaal de stappen A tot en met D.
Het controlelampje Vergrendeld gaat uit.
30
-
-
Wasmiddelen
Het juiste wasmiddel
U kunt alle wasmiddelen gebruiken die voor gebruik in de wasautomaat geschikt zijn. Tips voor gebruik en dosering van wasmiddelen voor volle belading staan op de wasmiddelverpakking.
Universeel Color Fijn
Automatic X X
Witte / Bonte was X X
Fijne was X X
Wol Wolwasmiddel
Zijde X
Express X X X
Donker wasgoed X
Overhemden X X
Jeans X
1) Alleen vloeibaar wasmiddel
1)
1)
31
Wasmiddelen
Het doseren van het wasmiddel
De dosering is van verschillende facto ren afhankelijk.
De mate waarin het wasgoed is ver
vuild
Licht vervuild Er zijn geen vuile vlekken te zien, maar de kledingstukken ruiken niet meer zo fris.
Normaal vervuild Er zijn lichte vlekken te zien.
Sterk vervuild Er zijn donkere vlekken te zien.
– De waterhardheid
Wanneer u de hardheidsgraad in uw regio niet weet, informeer daar dan naar bij uw waterleidingbedrijf.
– De hoeveelheid wasgoed
Waterhardheid
Hardheids-
graad
I Zacht 0 - 10
II Gemiddeld 10 - 16
III Hard tot
Eigenschap
van het water
zeer hard
Duitse
hardheid
°dH
>16
Wateronthardingsmiddel
Wanneer het water harder is dan
­10° dH kunt u een wateronthardings middel gebruiken om wasmiddel te be
­sparen.
De juiste dosering vindt u op de ver pakking.
Doseer eerst het wasmiddel en dan pas het onthardingsmiddel.
Het wasmiddel kunt u normaal toevoe gen, d.w.z. in doseringen voor zacht water tot 10° dH.
Wasmiddelen met verschil­lende componenten
Wanneer u met verscheidene compo­nenten wast, adviseren wij u deze mid­delen altijd bij elkaar in vakje j te do­seren, en wel in de onderstaande volg­orde:
1. Wasmiddel
2. Wateronthardingsmiddel
3. Vlekkenzout
Dan worden de middelen beter inge spoeld.
-
-
-
-
-
32
Wasmiddelen
Middelen voor het nabehande
-
len van het wasgoed
Wasverzachters Met wasverzachters wordt uw wasgoed extra zacht en minder statisch.
Synthetische stijfsels Met synthetische stijfsels krijgt u het wasgoed beter in model.
Stijfsels Met gewone stijfsels wordt uw wasgoed stevig.
Automatisch spoelen met wasver zachter of stijfsel
-
Wanneer u verschillende keren auto matisch met stijfsel heeft gespoeld, reinig dan de wasmiddellade. Reinig de zuighevel extra goed.
Het kleuren en ontkleuren
Let erop dat gebruik van textielverf in
^
de wasautomaat alleen is toegestaan voor huishoudelijke doeleinden. Neem niet meer verf dan strikt nodig is. Wordt er teveel geverfd dan kan het in de verf aanwezige zout het roest vrij staal aantasten. Neem de aanwijzingen van de textiel­verffabrikant precies in acht.
^ Gebruik geen
in de automaat.
ontkleuringsmiddelen
-
-
^
Doseer één van bovenstaande pro ducten in vakje §.
Doseer niet hoger dan de pijl.
De middelen worden automatisch met het laatste spoelwater in de trommel gespoeld.
Aan het eind van het wasprogramma blijft er een klein beetje water in vakje
§ staan.
-
33
Reiniging en onderhoud
Haal vóórdat u de wasautomaat
,
een reinigings- of onderhoudsbeurt geeft de spanning van het apparaat.
Spuit de wasautomaat in geen
,
geval met een waterspuit schoon.
Het reinigen van de ommante ling, het bedieningspaneel en de trommel
Reinig deze onderdelen met een mild
^
reinigingsmiddel of sopje.
^ Droog ze daarna met een zachte
doek.
Gebruik geen oplosmiddelhou-
,
dende reinigingsmiddelen, schuur­middelen, glas- of allesreinigers. Deze kunnen namelijk kunststof op­pervlakken en andere onderdelen beschadigen.
Het reinigen van de wasmid dellade
Verwijder eventuele resten wasmiddel regelmatig.
-
^ Trek de wasmiddellade naar buiten
totdat u weerstand voelt.
^ Druk de ontgrendelingsknop in
^ en haal de wasmiddellade uit het ap-
paraat.
^ Reinig de wasmiddellade met warm
water.
-
34
Reiniging en onderhoud
Het reinigen van de zuighevel
Trek de zuighevel uit vakje § (1)
^
^ en reinig de hevel onder stromend
warm water.
^ Reinig ook het pijpje, waar de zuig-
hevel overheen wordt gestoken.
^ Zet de zuighevel weer terug (2).
Wanneer u verschillende keren vloeibaar stijfsel hebt gebruikt, reinig de zuighevel dan extra goed. Vloeibare stijfsels klonteren snel.
Het reinigen van de wasmid delladekast
^ Reinig ook het gedeelte waar de
wasmiddellade zit. Verwijder de was­middelresten en kalkaanslag en ge­bruik daarvoor een flessenborstel.
-
35
Reiniging en onderhoud
Het reinigen van het watertoe voerzeefje
De wasautomaat heeft één zeefje ter bescherming van de watertoevoerklep.
Dit zeefje, dat zich in de schroefkoppe ling van de veiligheidsklep bevindt, moet u ongeveer 1 keer in het half jaar controleren. Wanneer de watertoevoer vaak wordt onderbroken moet u mis schien vaker controleren.
-
Draai de waterkraan dicht.
^
-
Schroef de toevoerslang van de wa
^
terkraan.
-
^ Trek het rubberen dichtingsringetje 1
uit de groef.
^ Pak het kunststof zeefje 2 met een
combinatie- of punttang aan de op­staande rand in het midden vast en trek het eruit.
^ Reinig het kunststof zeefje.
-
36
^
Monteer alles weer in omgekeerde volgorde.
^
Schroef de slang stevig aan de kraan vast.
^
Draai de kraan open.
^
Draai de schroefkoppeling nog wat vaster aan als er nog water uitloopt.
Het zeefje moet nadat het is gerei nigd weer worden teruggeplaatst.
-
Reiniging en onderhoud
Het oplossen van problemen . . .
De meeste problemen waar u in het dagelijks gebruik mee te maken zou kunnen krijgen kunt u zelf oplossen. In al die gevallen hoeft u onze technici niet te bellen en kunt u tijd en kosten be sparen.
De volgende tabellen helpen u om de oorzaken van een probleem te vinden en uit de wereld te helpen. Bedenk echter:
Reparaties aan elektrische apparaten mogen alleen door erkende vakmen
,
sen worden uitgevoerd. Gebeurt dit niet, dan loopt de gebruiker grote risico's.
Het programma begint niet
Probleem Oorzaak Oplossing
Nadat de wasautomaat is ingeschakeld blijft het display donker en brandt er geen contro­lelampje.
Het lampje Vergren- deld onder Controle knippert.
U kiest het programma Pompen/Centrifugeren, maar het wil niet star ten.
U drukt op de Start/ Stop - toets, maar het door u gekozen pro gramma start niet.
Er staat geen stroom op het apparaat.
De afsluitfunctie is in­geschakeld.
De wasautomaat is niet klaar voor gebruik.
-
De deur is niet goed gesloten.
-
Controleer of – de stekker goed in de con-
tactdoos zit;
– de zekering in orde is.
Schakel de afsluitfunctie uit.
Maak de wasautomaat klaar voor gebruik zoals beschre ven in het hoofdstuk: "Vóór de eerste wasbeurt".
Sluit de deur.
-
-
-
37
Reiniging en onderhoud
Het wasprogramma is afgebroken en er volgt een foutmelding
Probleem Oorzaak Oplossing A
De zoemer klinkt en het controlelampje Afvoer onder Controle knippert. In het display verschijnt: "- - -".
De zoemer klinkt en het controlelampje Toevoer onder Controle knippert. In het display verschijnt: "- - -".
De zoemer klinkt en de controlelampjes Toevoer en Afvoer onder Controle knipperen. In het display verschijnt: "- - -".
De zoemer klinkt en de controlelampjes Voor wassen of Spoelstop on der Verloop knipperen. In het display verschijnt: "- - -".
De waterafvoer is ge blokkeerd of belem merd.
De waterafvoerslang ligt te hoog.
De watertoevoer is geblokkeerd of be­lemmerd.
Het zeefje in de wa­tertoevoerslang is verstopt.
Het Miele-waterbe­veiligingssysteem heeft gereageerd.
Er is sprake van een
-
defect.
-
Reinig het pluizenfilter en het
­filterhuis zoals beschreven in
­het hoofdstuk: "Nuttige tips", paragraaf: "Het openen van de deur bij verstopte afvoer en/of stroomuitval."
De maximale opvoerhoogte is1m.
Controleer of – de kraan ver genoeg is
opengedraaid;
– er knikken in de watertoe-
voerslang zitten.
Reinig het zeefje.
Neem contact op met de af­deling Klantcontacten.
Start het programma nog een keer. Volgt dezelfde foutmelding, neem dan contact op met de afdeling Klantcontacten.
A Schakel om de foutmelding uit te schakelen de wasautomaat met de
I-Aan/0-Uit - toets uit.
38
Reiniging en onderhoud
Algemene problemen met de wasautomaat
Probleem Oorzaak Oplossing
Het controlelampje Dose ring onder Controle brandt.
Het controlelampje Spoelen onder Verloop knippert.
De wasautomaat trilt tij­dens het centrifugeren.
De wasautomaat heeft het wasgoed niet nor­maal gecentrifugeerd en het wasgoed is nog nat.
De wasautomaat maakt een pompend geluid.
In de wasmiddellade blijft vrij veel wasmiddel achter.
De wasverzachter wordt niet volledig ingespoeld of er blijft teveel water in vakje § staan.
Er heeft zich tijdens het
-
wasprogramma teveel schuim gevormd.
Er is sprake van een de fect.
De stelvoeten staan niet gelijk en zijn niet met een contramoer vastge­schroefd.
Bij het eindcentrifugeren heeft de automaat een grote onbalans herkend en het centrifugetoeren­tal gereduceerd.
Dat is geen storing. Wanneer het water wordt afge pompt zijn dit soort geluiden normaal.
Er staat onvoldoende druk op het water.
Poedervormige wasmid delen in combinatie met onthardingsmiddelen hebben de neiging te gaan plakken.
De zuighevel zit niet goed of is verstopt.
-
-
Gebruik de volgende keer minder wasmiddel en neem de doseeraan wijzingen op de wasmid delverpakking in acht.
Start het programma nog een keer. Volgt dezelfde foutmel ding, neem dan contact op met de afdeling Klant contacten.
Stel de wasautomaat ste­vig en schroef de stelvoe­ten met een contramoer vast.
Vul de trommel met grote en kleine stukken was­goed om het wasgoed beter in balans te krijgen.
Reinig het zeefje in de watertoevoer.
Kies eventueel de ex tra functie Extra water.
Reinig de wasmiddellade en doseer voortaan eerst het wasmiddel en dan pas het onthardingsmid del in het juiste vakje.
Reinig de zuighevel. Zie hoofdstuk: "Reiniging en onderhoud", para graaf: "Het reinigen van de wasmiddellade".
-
-
-
-
-
-
-
-
39
Reiniging en onderhoud
Een tegenvallend wasresultaat
Probleem Oorzaak Oplossing
Het wasgoed wordt met een vloeibaar wasmiddel niet schoon.
Op het gewassen wasgoed zijn grij­ze, elastische bol­letjes achtergeble­ven (vetbolletjes).
Op het gewassen wasgoed zitten wit­te, wasmiddelach tige bestanddelen.
In vloeibare wasmidde len zitten geen bleekmid delen. Fruit-, koffie- of theevlek ken zijn er moeilijk uit te krijgen.
Er is te weinig wasmiddel gedoseerd. Het was­goed is te sterk met vet, bijv. crème of olie ver­vuild geweest.
Het wasmiddel bevat niet in water op te lossen be-
-
standdelen ter onthar ding van het water, nl. zeolieten. Deze bestanddelen heb ben zich op het textiel vastgezet.
Gebruik poedervormige was
-
middelen met een bleekmid
­del.
-
Doseer vlekkenzout in vakje
j en het vloeibare wasmid del in een doseerbolletje.
Doseer vloeibaar wasmiddel
en vlekkenzout nooit bij el kaar in het wasmiddelvakje.
– Wanneer wasgoed zo ver-
vuild is moet u óf meer was­middel doseren óf een vloei­baar wasmiddel gebruiken.
– Draai vóór de volgende was-
beurt een wasprogramma op 60 °C met een vloeibaar was­middel en zonder wasgoed.
– Probeer de resten met een
borstel te verwijderen wan-
-
neer het wasgoed droog is.
Was donker wasgoed voort aan met een wasmiddel dat
-
geen zeolieten bevat. Vloeibare wasmiddelen vol doen meestal aan deze eis.
Was dit textiel met het pro gramma Donker wasgoed.
-
-
-
-
-
-
-
40
Reiniging en onderhoud
De deur kan met de Deur - toets niet worden geopend.
Probleem Oplossing
De wasautomaat is niet elektrisch aangesloten.
De wasautomaat is niet in geschakeld.
De kinderbeveiliging is in geschakeld.
De afsluitfunctie is inge schakeld.
De stroom is uitgevallen. Open de deur zoals beschreven in het hoofdstuk:
De deur is niet goed dicht­gedaan.
Er bevindt zich nog water in de trommel en de was­automaat kan het water niet wegpompen.
De deur kan bij een temperatuur van hoger dan 55°C niet worden geopend. Op deze manier wordt voorkomen dat u zich verbrandt.
Stop de stekker in het stopcontact.
Schakel de wasautomaat met de I-Aan/0-Uit - toets
-
in.
Schakel de kinderbeveiliging uit zoals beschreven
-
in het hoofdstuk: "Het wijzigen van het programma verloop", paragraaf: "Kinderbeveiliging".
Schakel de afsluitfunctie uit zoals beschreven in
-
het hoofdstuk: "Het wijzigen van het programma verloop", paragraaf: "Afsluitfunctie".
"Nuttige tips", paragraaf: "Het openen van de deur bij stroomuitval".
Druk een keer stevig tegen de slotkant van de deur en druk daarna op de Deur - toets.
Reinig het pluizenfilter en het filterhuis.
-
-
41
Reiniging en onderhoud
Het openen van de deur bij verstopte afvoer en/of stroomuitval
Schakel de wasautomaat uit.
^
Aan de achterkant van het front van de wasmiddellade bevindt zich een gele opener voor het klepje van het pluizen filter.
^ Pak deze gele opener.
Verstopte afvoer
Wanneer de afvoer is verstopt, bevindt zich een vrij grote hoeveelheid water in de automaat (max. 25 l).
Wees voorzichtig! Het water is
,
heet, wanneer kort daarvoor op een
-
hoge temperatuur is gewassen. U kunt zich aan het water branden!
Het legen van de wasautomaat
Zet een bak of schaal onder het klep
^
je.
Het pluizenfilter mag er niet hele­maal uit worden gedraaid.
-
^
Open daarmee het klepje van het pluizenfilter.
42
^
Draai het pluizenfilter zover los totdat het water eruit stroomt.
^
Draai telkens wanneer de bak of de schaal volraakt, het deksel van het pluizenfilter vast en maak de bak of schaal leeg.
Reiniging en onderhoud
Wanneer er geen water meer uit de au tomaat loopt,
^ draai het pluizenfilter er dan helemaal
uit.
^ Reinig het pluizenfilter grondig.
Zet het pluizenfilter weer in het filter
-
^
huis.
Draai het filter weer vast.
^
Wordt het pluizenfilter niet terug
,
gezet en vastgedraaid, dan loopt er water uit het apparaat.
Het openen van de deur
Controleer steeds of de trommel
,
stilstaat wanneer u het wasgoed uit de automaat wilt halen. Wanneer u uw hand in een nog draaiende trom mel steekt, loopt u het risico zich te verwonden.
-
-
-
^
Controleer of de pompschoepvleugel gemakkelijk rond te draaien is.
^
Is dat niet het geval, verwijder dan de voorwerpen en/of draden.
^
Reinig het filterhuis.
^
Trek aan de noodontgrendeling.
De deur gaat open.
43
Afdeling Klantcontacten
Reparaties
Voor reparaties dient u te bellen:
uw Miele-vakhandelaar of
de afdeling Klantcontacten van Miele
Nederland B.V.
Adres en telefoonnummer van Miele Nederland B.V. vindt u op de achterzij de van deze gebruiksaanwijzing.
Voor een goede en vlotte afhandeling is het noodzakelijk dat onze technici we ten welk model wasautomaat u heeft en welk nummer deze heeft. Beide gegevens vindt u op het type­plaatje aan de binnenkant van de deurboven het glas.
-
Programma-actualisering (Update)
Wasmiddelen, textiel, wasgewoonten en wasvoorschriften zullen in de toe komst veranderingen ondergaan.
De was- en spoelprogramma's zullen daaraan moeten worden aangepast.
Onze technici zijn in staat om waspro
­gramma's te updaten en in het geheu
gen van uw wasautomaat op te slaan.
Dat zal gebeuren via de optische inter face PC op het bedieningspaneel (PC = Programme Correction).
Miele zal zelf aangeven wanneer de programma's kunnen worden geactuali­seerd.
Garantietermijn en garantievoorwaar­den
De garantietermijn van de wasautomaat bedraagt 2 jaar.
Nadere bijzonderheden over de garan­tievoorwaarden en het Miele Service­verzekering Certificaat treft u aan in bij gaande folder.
-
-
-
-
-
44
Bij te bestellen onderdelen
Onderdelen voor deze wasautomaat kunt u bijbestellen bij de Miele-vakhan del of bij de afdeling Onderdelen van Miele Nederland B.V.
-
Het plaatsen en aansluiten van de wasautomaat
Het apparaat van voren
a Watertoevoerslang Waterproof-sys
teem
b Elektrische aansluiting
c - f Waterafvoerslang (met draai
baar en verwijderbaar bochtstuk) met verschillende mogelijkheden voor waterafvoer
g Bedieningspaneel
-
h Wasmiddellade
i Deur
j Klepje voor het pluizenfilter, het filter
-
huis en de noodontgrendeling
k Handgrepen voor het transport
l Vier stelvoeten
-
45
Het plaatsen en aansluiten van de wasautomaat
Het apparaat van achteren
a Rand van het bovenblad
Hier kunt u het apparaat vastpakken wanneer u het wilt verplaatsen.
b Elektrische aansluiting
c Watertoevoerslang Waterproof-
systeem
d Waterafvoerslang
46
e Draaibeveiligingen met transport
stangen
f Houder voor watertoevoerslang en
waterafvoerslang
g Houders voor transportstangen
-
Het plaatsen en aansluiten van de wasautomaat
Plaats van opstelling
Als plaats van opstelling is een beton nen vloer het meest geschikt. In tegen stelling tot een houten of een zachte vloer trilt deze nauwelijks mee als de wasautomaat aan het centrifugeren is.
Let bij het plaatsen van uw automaat op het volgende:
Plaats het apparaat waterpas en sta
^
biel.
Plaats het apparaat niet op een
^
zachte vloerbedekking omdat het in dat geval tijdens het centrifugeren gaat trillen.
^ Wanneer u het apparaat op een hou-
ten vloer wilt plaatsen, plaats het dan op een multiplex plaat van tenminste 3 cm dik. U dient de plaat niet alleen maar aan de planken van de vloer, maar aan zoveel mogelijk - in ieder geval aan 2 - balken vast te schroeven.
-
-
Het plaatsen van de wasautomaat
Wanneer u het apparaat van de ver
^
pakkingsbodem tilt en op de plaats neerzet waar het moet staan, pak het dan aan de voorkant bij de handgre pen en aan de achterkant bij de rand van het bovenblad vast.
De machinevoeten en de vloer
,
onder het apparaat moeten droog
­zijn. Is dat niet het geval, dan loopt u het risico dat de automaat gaat glij den tijdens het centrifugeren.
Het verwijderen van de trans­portbeveiliging
-
-
-
^
Plaats het apparaat als het enigszins kan in één van de hoeken van het vertrek. Daar is iedere vloer het sta bielst.
,
Wanneer het apparaat op een reeds aanwezige (betonnen of ge metselde) sokkel plaatst, let er dan op dat het tijdens het centrifugeren niet kan gaan schuiven. U doet dit met behulp van spanklau wen. Deze zijn verkrijgbaar bij de Miele-vakhandel of bij de afdeling Onderdelen van Miele Nederland B.V.
-
^
Haak een schroevendraaier achter
-
-
de draaibeveiligingen (1)
^
en haal ze er af (2).
47
Het plaatsen en aansluiten van de wasautomaat
Draai de linker transportstang met de
^
bijgevoegde steeksleutel 90° en
^
trek de stang eruit.
Draai de rechter transportstang 90°
^
en
^
trek de stang eruit.
48
Het plaatsen en aansluiten van de wasautomaat
Sluit de gaten af die vrijkomen
,
nadat u de transportbeveiliging heeft verwijderd. Doet u dat niet, dan loopt u het risi co zich te bezeren.
^ Sluit de gaten met de draaibeveiligin-
gen en de daaraan bevestigde dop­jes af.
-
Bevestig de transportstangen aan de
^
achterwand van de wasautomaat. Let erop dat de gaten b op de pennen a worden geplaatst.
De wasautomaat mag zonder
,
transportbeveiliging niet worden ge­transporteerd. Bewaar de transportbeveiliging. Wanneer de wasautomaat moet wor­den getransporteerd (bijv. bij een verhuizing) moet de beveiliging weer worden gemonteerd.
Het monteren van de trans
-
portbeveiliging
Het monteren van de transportbeveili ging gebeurt in omgekeerde volgorde.
-
49
Het plaatsen en aansluiten van de wasautomaat
Het stellen van de wasauto
-
maat
De wasautomaat moet waterpas en ge lijkmatig op de vloer staan. Alleen dan is een optimale werking gewaarborgd.
Wanneer een wasautomaat verkeerd wordt geplaatst, wordt er meer water en energie verbruikt dan nodig is en kan het apparaat gaan schuiven.
Het stellen van de automaat gebeurt met behulp van de vier machine- of stelvoeten. Wanneer het apparaat wordt geleverd zijn alle stelvoeten naar binnen gedraaid.
Het naar buiten draaien en vastzetten van de stelvoeten
-
Controleer met een waterpas of het
^
apparaat waterpas staat.
^ Houd stelvoet 1 met een waterpomp-
tang vast. Draai contramoer 2 met de steeksleutel weer aan de ommante­ling vast.
,
Alle vier de contramoeren moe­ten stevig aan de ommanteling zijn vastgedraaid. Controleer ook de voeten die u bij het stellen van de automaat niet naar buiten hebt gedraaid. Doet u dat niet, dan bestaat het ge vaar dat het apparaat gaat schui ven.
-
-
^
Draai contramoer 2 met de bijge voegde steeksleutel los en wel met de wijzers van de klok mee. Draai de contramoer samen met stelvoet 1 naar buiten.
50
-
Het plaatsen en aansluiten van de wasautomaat
Het plaatsen van de wasautomaat on der een werkblad of in een keuken blok
Hiervoor is een onderbouwset* nood
zakelijk.
De onderbouwset moet door een vakman / vakvrouw worden gemon teerd. Bij de onderbouwset is een monta gehandleiding gevoegd.
Bij de onderbouwset is een afdek
plaat gevoegd. Deze afdekplaat moet het bovenblad van de automaat vervangen.
– Wanneer de automaat onder een
werkblad wordt ondergebouwd dat 900/910 hoog is, is er één stelframe* vereist.
– Watertoevoer, waterafvoer en elek-
trische aansluiting dienen in de buurt van de automaat geïnstalleerd te zijn en men moet er gemakkelijk bij kun­nen.
-
-
-
-
Let op het volgende:
-
-
a De afstand tot de wand moet veilig-
heidshalve minstens 2 cm
b Hoogte:
Tussenstuk met werkblad: ca. 169 cm Tussenstuk zonder werkblad: ca. 170 cm
bedragen.
Was-droogzuil
Op deze wasautomaat kan een Miele­droogautomaat worden geplaatst. Daarvoor is een tussenstuk* noodzake lijk.
Het tussenstuk moet door een vak man / vakvrouw worden gemon teerd.
De met * aangegeven onderdelen zijn verkrijgbaar bij de Miele-vakhandel of bij de afdeling Onderdelen.
-
-
Het terugplaatsen van het bovenblad van de wasautomaat
Hebt u het bovenblad van de wasauto
-
maat voor plaatsing onder een werk blad of voor een was-droogzuil verwij derd en moet u het blad daarna terug plaatsen, let er dan op dat het stevig aan de houders aan de achterkant vastzit. Alleen dan kunt u er zeker van zijn dat de wasautomaat veilig kan worden ge transporteerd.
-
-
-
-
-
51
Het plaatsen en aansluiten van de wasautomaat
Het Miele waterbeveiligings
-
systeem
Het Miele waterbeveiligingssysteem biedt een volledige bescherming tegen waterschade door de wasautomaat.
Het systeem bestaat hoofdzakelijk uit drie onderdelen:
1) de watertoevoerslang
2) de elektronica en de ommanteling
3) de waterafvoerslang
1) De watertoevoerslang
– Deze beschikt over een elektrisch
waterinlaatventiel.
Dit systeem functioneert als een au­tomatische kraan en zit in de uitstul­ping van de watertoevoerslang.
– Het waterinlaatventiel is bestand te-
gen een druk van tussen de 7.000 en
10.000 kPa.
Scheuren in het ventiel worden daar­mee voorkomen.
De beschermhuls van de watertoe voerslang
-
2) De elektronica en de ommanteling
De bodemplaat
Wanneer de wasautomaat lekt wordt het overtollige water in de bodem plaat opgevangen en wordt het wa terinlaatventiel door de vlotterscha kelaar uitgeschakeld. De watertoevoer is vanaf dat moment geblokkeerd. Het water dat zich in de kuip bevindt wordt afgepompt.
Bescherming tegen overstromen
Voorkomen wordt dat de wasauto maat door een ongecontroleerde wa­tertoevoer gaat lekken. Stijgt de waterstand boven een be­paald niveau, dan wordt de afvoer­pomp ingeschakeld en het water ge­controleerd afgepompt.
3) De waterafvoerslang
– Bescherming tegen leegzuigen
De waterafvoerslang is beveiligd met een ventilatiesysteem. Hiermee wordt voorkomen dat de wasautomaat wordt leeggezogen.
-
-
-
-
Deze beschermhuls zit als een twee de huid om de watertoevoerslang heen. Wanneer de watertoevoerslang lekt, wordt het overtollige water door de beschermhuls in de bodemplaat op gevangen en wordt het waterinlaat ventiel door de vlotterschakelaar uit geschakeld. De watertoevoer is vanaf dat moment geblokkeerd. Het water dat zich in de kuip bevindt wordt afgepompt.
52
-
-
-
-
Het plaatsen en aansluiten van de wasautomaat
Het aansluiten van de water
-
toevoer
Het waterinlaatventiel bevat elek
,
trische onderdelen en mag daarom niet worden gemonteerd in gedeel ten van het vertrek waar met water wordt gewerkt, bijv. badkuipen of douchecabines. Gebruik in dat geval een metaalom vlochte verlengslang. Deze is te ver krijgen bij de Miele-vakhandel of bij de afdeling Onderdelen van Miele Nederland B.V.
De behuizing van het waterinlaatven tiel mag niet in vloeistof worden ge dompeld!
-
De automaat mag zonder terugslagklep op het waterleidingnet worden aange sloten, omdat hij gebouwd is volgens EU-normen.
-
De waterdruk moet minstens 100 kPa en mag niet meer dan 1.000 kPa bedra gen. Is de druk hoger dan 1.000 kPa, dan moet er een drukreduceerventiel in de
­waterleiding worden ingebouwd.
­Voor de aansluiting is een kraan met
3
/4"-schroefkoppeling noodzakelijk. Is zo'n kraan niet aanwezig, dan mag de automaat uitsluitend door een er kend installateur op de waterleiding worden aangesloten.
Het aansluitpunt staat onder
,
druk van de waterleiding. Controleer daarom of de aansluiting niet lek is. Dit kunt u doen door de kraan lang­zaam open te draaien. Leg het dichtingsringetje er eventu­eel opnieuw in en draai de schroef koppeling eventueel wat vaster aan.
-
-
De wasautomaat is niet geschikt om op warm water te worden aangeslo ten.
-
-
-
-
-
De beschermhuls mag niet worden beschadigd en er mogen geen knik ken in zitten.
-
53
Het plaatsen en aansluiten van de wasautomaat
Onderhoud
Wanneer u het systeem vervangt, doe dat dan alleen met het Miele Water proof-systeem.
Het zeefje in de schroefkoppeling van het waterinloopventiel mag ter bescherming van het ventiel niet worden verwijderd.
Verlengslang om na te bestellen
Een metaalomvlochte slang van 1,5 m lang kan worden nabesteld bij de Miele-vakhandel of bij de afdeling On derdelen van Miele Nederland B.V.
Deze slang is bestand tegen een druk van minstens 14.000 kPa en kan als verlengslang worden gebruikt.
-
-
54
Het plaatsen en aansluiten van de wasautomaat
Het aansluiten van de wateraf
-
voer
Het sop wordt afgepompt m.b.v. een afvoerpomp met een opvoerhoogte van 1m. Het water moet ongehinderd weg kun nen stromen en daarom mogen er geen knikken in de slang zitten. Het bochtstuk aan het eind van de slang is draaibaar en kan indien nodig worden verwijderd.
Indien noodzakelijk kan de afvoerslang tot max. 5 m worden verlengd. Verlengstukken zijn verkrijgbaar bij de Miele-vakhandel of bij de afdeling On­derdelen van Miele Nederland B.V.
Voor opvoerhoogten van meer dan 1 m (tot max. 1,8 m) is een tweede afvoer­pomp - met duowerking - incl. de nood­zakelijke ombouwset verkrijgbaar, en wel bij de Miele-vakhandel of bij de af­deling Onderdelen van Miele Neder­land B.V.
De waterafvoerslang kan op de vol gende manieren worden aangebracht
1. De slang kan in een wasbak, wasta
fel of gootsteen worden gehangen:
Attentie:
Zorg ervoor dat de slang niet weg kan glijden.
Wordt het water in een wasbak, was tafel of gootsteen afgepompt moet het snel genoeg weg kunnen stro men. Is dat niet het geval, dan loopt u het risico dat er water overstroomt of dat een deel van het wegge pompte water in de automaat wordt teruggezogen.
-
-
-
-
-
2. De slang kan op een kunststof af
voerbuis met rubberen mof worden aangesloten. Een sifon is niet beslist noodzakelijk.
3. De slang kan op een wasbak of was
tafel met kunststof nippel worden aangesloten.
4. De slang kan in een putje in de vloer
worden gehangen.
Attentie:
a Adapter
b Schroefkoppeling
c Slangklem
d Uiteinde van de slang
^
Bevestig de adapter a met de schroefkoppeling b aan de sifon van de wastafel.
^
Plaats het uiteinde van de slang d
-
op de adapter a.
^
Draai de slangklem c direct achter de schroefkoppeling met een schroe vendraaier vast.
-
-
-
55
Het plaatsen en aansluiten van de wasautomaat
Elektrische aansluiting
De wasautomaat mag alleen door een erkend installateur volgens de gelden de NEN-normen op het elektriciteitsnet worden aangesloten.
Deze wasautomaat is voorzien van een aansluitkabel en een stekker met be schermingscontact (randaarde), ge schikt voor aansluiting op ~230 V 50 Hz.
Deze wasautomaat mag uitsluitend worden aangesloten op een contact doos met beschermingscontact (rand aarde) of een daarvoor geschikte 2­polige schakelaar, bijv. voor in de bad­kamer.
Let bij een stekkerverbinding op het volgende. Om de elektrische spanning van het apparaat te kunnen halen, is het beslist noodzakelijk dat men altijd bij de aan­sluitstekker kan komen.
-
-
-
-
-
Wij raden u af om de wasautomaat op een verlengsnoer en/of stekkerdoos aan te sluiten. Dit om brand te voor komen.
In de EU-richtlijnen geeft men ter verho ging van de veiligheid het advies om de huisinstallatie van een aardlekscha kelaar te voorzien.
De gegevens van de aansluitwaarden vindt u op het typeplaatje. Vergelijk deze waarden met de gegevens van uw elektriciteitsnet.
56
-
-
-
Verbruiksgegevens
Belading Verbruiksgegevens
Energie Water Vuilgraad
in kWh in l Licht Normaal
Automatic 40°C 3,5 kg 0,35 - 0,50 40 - 55 1 uur 03 min 1 uur 18 min
Witte / Bonte was 95°C 6,0 kg 1,99 47 2 uur 09 min
Fijne was 40°C
Wol / 30°C 2,0 kg 0,23 39 39 min Zijde / 30°C 1,0 kg 0,25 39 36 min
Express 40°C 3,0 kg 0,30 34 30 min
Donker wasgoed 40°C 3,0 kg 0,60 60 1 uur 05 min 1 uur 15 min
Overhemden 60°C 2,0 kg 1,00 59 1 uur 02 min 1 uur 12 min
Jeans 40°C 3,0 kg 0,50 52 50 min 1 uur 00 min
1)
Testprogramma Witte / Bonte was volgens EN 60456
2)
Kort programma voor onderzoeksinstituten; hier moet de vuilgraad Licht wor­den gekozen.
3)
Testprogramma Kreukherstellend volgens EN 60456 met een centrifugetoeren­tal van 1200 omw/min
1)
60°C
60°C 3,0 kg 0,73 39 1 uur 03 min
40°C
40°C
40°C 3,0 kg 0,45 49 59 min
6,0 kg 1,02 47 1 uur 49 min
1)
6,0 kg 0,65 59 2 uur 04 min
2)
3,0 kg 0,36 39 59 min
3)
3,0 kg 0,45 49 1 uur 19 min
De verbruiksgegevens kunnen van de aangegeven waarden afwijken, al naar gelang de waterdruk, waterhardheid, temperatuur van het instromende water, kamertemperatuur, het soort en de hoeveelheid wasgoed, verschillen in de net spanning en gekozen extra functies.
-
57
Technische gegevens
Hoogte 85,0 cm
Breedte 59,5 cm
Diepte 58,0 cm
Diepte bij geopende deur 97,5 cm
Gewicht 94 kg
Maximale belasting van de vloer 1.600 Newton (ca. 160 kg)
Beladingscapaciteit 6 kg droog wasgoed
Aansluitspanning Zie typeplaatje
Aansluitwaarde Zie typeplaatje
Zekering Zie typeplaatje
Verbruiksgegevens Zie hoofdstuk: "Verbruiksgegevens"
Minimale waterdruk 100 kPa (1 bar)
Maximale waterdruk 1.000 kPa (10 bar)
Lengte van de toevoerslang 1,60 m
Lengte van de afvoerslang 1,50 m
Lengte van de aansluitkabel 1,60 m
Maximale opvoerhoogte 1,00 m
Maximale afpomplengte 5,00 m
Keurmerk Zie typeplaatje
58
Programmeerfuncties voor de wijziging van standaard­waarden en de programmering van varianten
Met de programmeerfuncties kunt u de wasprogramma's nog beter afstemmen op het soort wasgoed en de manier waarop u dit wilt wassen.
Programmeerfuncties
Systeem extra water
Wanneer de extra functie Extra water is ingeschakeld, wordt er bij de pro gramma's meer water gebruikt. Daarbij zijn 3 varianten mogelijk. Met de programmeerfunctie Systeem extra water kunt u de variant pro grammeren die u wilt hebben.
De 3 varianten zijn:
Variant 1:
Meer water bij het wassen en bij het spoelen In deze variant wordt het apparaat ge­leverd.
Variant 2:
Een extra spoelgang
Variant 3:
Een combinatie van de varianten 1 en 2
Het programmeren van de gewenste variant doet u met de stappen A tot en met F
en wel met de toetsen. Deze bedieningselementen hebben dus een tweede functie die niet op het paneel te zien is.
Eerst moet aan de volgende voorwaar den worden voldaan:
De wasautomaat moet uitgeschakeld zijn.
-
-
A Druk op de Start/Stop - toets en blijf
daar gedurende de stappen B en C op drukken.
B Schakel de wasautomaat met de
I-Aan/0-Uit - toets in.
C Wacht totdat het controlelampje van
de Start/Stop - toets gaat branden
D en laat de Start/Stop - toets daarna
los.
Het controlelampje Zoemer knippert 1x.
In het display gaat nu de letter P knip peren in afwisseling met het cijfer 1, 2 of 3.
Knippert in het display in afwisseling met de letter P een
1, dan is variant 1
2, dan is variant 2
3, dan is variant 3
E Door op de Start/Stop - toets te druk-
ken kunt u tussen de verschillende varianten kiezen.
F Schakel de wasautomaat met de
I-Aan/0-Uit - toets uit.
Op de toets Extra water is de gekozen variant nu geprogrammeerd en blijft dat
-
totdat er een andere variant wordt ge kozen en geprogrammeerd.
gekozen;
gekozen;
gekozen.
-
-
De wasautomaat moet gesloten zijn.
60
Programmeerfuncties
Behoedzaam wassen
Wanneer de functie "Behoedzaam wassen" is geactiveerd, wordt het aantal trommelbewegingen geredu ceerd. Zo kan licht vervuild wasgoed met een behoedzaam ritme worden ge wassen.
"Behoedzaam wassen" kan worden ge bruikt in het programma Witte was / Bonte was.
De functie is, wanneer de wasautomaat wordt geleverd, niet geactiveerd.
Het programmeren van de variant "Aan" of "Uit" doet u met de stappen A tot en met G
en wel met de toetsen. Deze bedieningselementen hebben dus een tweede functie die niet op het paneel te zien is.
Eerst moet aan de volgende voorwaar­den worden voldaan:
De wasautomaat moet uitgeschakeld zijn.
De wasautomaat moet gesloten zijn.
-
-
A Druk op de Start/Stop - toets en blijf
daar gedurende de stappen B en C op drukken.
B Schakel de wasautomaat met de
I-Aan/0-Uit - toets in.
C Wacht totdat het controlelampje van
de Start/Stop - toets gaat branden
D en laat de Start/Stop - toets daarna
-
los.
E Druk 1 x
Het controlelampje Zoemer knippert 2x.
In het display gaat nu de letter P knip­peren in afwisseling met het cijfer 0 of 1.
Knippert in het display in afwisseling met de letter P een
0, dan is "Behoedzaam wassen" niet
geactiveerd;
1, dan is "Behoedzaam wassen" wel
geactiveerd.
F Door één keer op de Start/Stop -
toets te drukken kunt u overschake len van de ene variant naar de an dere.
G Schakel de wasautomaat met de
I-Aan/0-Uit - toets uit.
op de Zoemer - toets.
-
-
De gekozen variant is nu geprogram meerd en blijft dat totdat de andere va riant wordt gekozen en geprogram meerd.
-
-
-
61
Programmeerfuncties
Afkoeling van het sop
Wanneer de functie "Afkoeling van het sop" is geactiveerd, stroomt er aan het einde van de hoofdwas ter afkoeling van het sop extra water in de trommel.
"Afkoeling van het sop" kan worden ge bruikt bij het programma Witte was / Bonte Was 95°C en 75°C.
Het verdient aanbeveling om deze functie te activeren
wanneer de wasautomaat in een ge
bouw staat met waterafvoerbuizen die niet aan de Komokeur voldoen;
– wanneer u de waterafvoerslang in
een wasbak, wastafel of gootsteen hangt. Op deze manier kunt u brand- of schroeigevaar voorkomen.
De functie is, wanneer de wasautomaat wordt geleverd, niet geactiveerd.
Het programmeren van de variant "Aan" of "Uit" doet u met de stappen A tot en met G
en wel met de toetsen. Deze bedieningselementen hebben dus een tweede functie die niet op het paneel te zien is.
Eerst moet aan de volgende voorwaar den worden voldaan:
De wasautomaat moet uitgeschakeld zijn.
A Druk op de Start/Stop - toets en blijf
daar gedurende de stappen B en C op drukken.
B Schakel de wasautomaat met de
I-Aan/0-Uit - toets in.
C Wacht totdat het controlelampje van
-
-
-
de Start/Stop - toets gaat branden
D en laat de Start/Stop - toets daarna
los.
E Druk 2 x
Het controlelampje Zoemer knippert 3x.
In het display gaat nu de letter P knip­peren in afwisseling met het cijfer 0 of 1.
Knippert in het display in afwisseling met de letter P een
0, dan is "Afkoeling van het sop" niet
geactiveerd;
1, dan is "Afkoeling van het sop" wel
geactiveerd.
F Door één keer op de Start/Stop -
toets te drukken kunt u overschake len van de ene variant naar de an dere.
G Schakel de wasautomaat met de
I-Aan/0-Uit - toets uit.
De gekozen variant is nu geprogram meerd en blijft dat totdat de andere va riant wordt gekozen en geprogram meerd.
op de Zoemer - toets.
-
-
-
-
-
De wasautomaat moet gesloten zijn.
62
Programmeerfuncties
Wastijdverlenging
Wanneer de functie Wastijdverlen ging is geactiveerd en de vuilgraad
"Sterk" wordt gekozen, wordt de hoofdwas verlengd. De tijden kunnen variëren en er zijn 3 mogelijkheden. Met bovengenoemde functie kunt u de variant programmeren die u wilt hebben.
De 3 varianten zijn:
Variant 1:
Verlenging van 60 minuten
Variant 2:
Verlenging van 30 minuten
Variant 3:
Verlenging van 15 minuten In deze variant wordt het apparaat ge­leverd.
Het programmeren van de gewenste variant doet u met de stappen A tot en met G
en wel met de toetsen. Deze bedieningselementen hebben dus een tweede functie die niet op het paneel te zien is.
Eerst moet aan de volgende voorwaar den worden voldaan:
De wasautomaat moet uitgeschakeld zijn.
-
A Druk op de Start/Stop - toets en blijf
daar gedurende de stappen B en C op drukken.
B Schakel de wasautomaat met de
I-Aan/0-Uit - toets in.
C Wacht totdat het controlelampje van
de Start/Stop - toets gaat branden
D en laat de Start/Stop - toets daarna
los.
E Druk 3 x
Het controlelampje Zoemer knippert 4x.
In het display gaat nu de letter P knip­peren in afwisseling met het cijfer 1, 2 of 3.
Knippert in het display in afwisseling met de letter P een
1, dan is variant 1
2, dan is variant 2
3, dan is variant 3
F Door op de Start/Stop - toets te druk
ken kunt u tussen de verschillende varianten kiezen.
G Schakel de wasautomaat met de
I-Aan/0-Uit - toets uit.
De gekozen variant is nu geprogram meerd en blijft dat totdat een andere
­variant wordt gekozen en geprogram
meerd.
op de Zoemer - toets.
gekozen;
gekozen;
gekozen.
-
-
-
De wasautomaat moet gesloten zijn.
63
Programmeerfuncties
Zoemer
Wanneer de extra functie Zoemer is ingeschakeld, klinkt er aan het einde van een programma en in de Spoel stop een zoemer. Daarbij zijn 2 varianten mogelijk. U kunt er ook voor kiezen de zoemer helemaal uit te zetten. Met de programmeerfunctie Zoemer kunt u de variant programmeren die u wilt hebben.
De 3 varianten zijn:
Variant 1
Er klinkt geen zoemer.
Variant 2
De zoemer klinkt aan het einde van een programma en in de Spoelstop met normale geluidssterkte.
In deze variant wordt het apparaat ge­leverd.
Variant 3
De zoemer klinkt aan het einde van een programma en in de Spoelstop harder dan normaal.
= Uit
= Normale geluidssterkte
= Harder
-
Eerst moet aan de volgende voorwaar den worden voldaan
De wasautomaat moet uitgeschakeld
zijn.
De deur moet gesloten zijn.
A Druk op de Start/Stop - toets en blijf
daar gedurende de stappen B en C op drukken.
B Druk op de I-Aan/0-Uit - toets.
C Wacht totdat het controlelampje van
de Start/Stop - toets gaat branden
D en laat de Start/Stop - toets daarna
los.
E Druk 4 x
Het controlelampje Zoemer knippert 5x.
In het display gaat de letter P knipperen in afwisseling met het cijfer 1, 2 of 3.
Knippert in het display in afwisseling met de letter P een
1, dan is variant 1
2, dan is variant 2
3, dan is variant 3
op de Zoemer - toets.
gekozen;
gekozen;
gekozen.
-
Het programmeren van de gewenste variant doet u met de stappen A tot en met G
en wel met de toetsen. Deze bedieningselementen hebben dus een tweede functie die niet op het paneel te zien is.
64
F Door op de Start/Stop - toets te druk
ken kunt u tussen de verschillende varianten kiezen.
G Schakel de wasautomaat met de
I-Aan/0-Uit - toets uit.
Op de toets Zoemer is de gekozen vari ant nu geprogrammeerd en blijft dat totdat er een andere variant wordt ge kozen en geprogrammeerd.
-
-
-
Programmeerfuncties
Akoestisch signaal
Wanneer de functie "Akoestisch sig naal" is geactiveerd, klinkt er iedere keer een akoestisch signaal, wanneer u op een toets drukt.
"Akoestisch signaal" is, wanneer de wasautomaat wordt geleverd, niet ge activeerd.
Het programmeren van de variant "Aan" of "Uit" doet u met de stappen A tot en met G
en wel met de toetsen. Deze bedieningselementen hebben dus een tweede functie die niet op het paneel te zien is.
Eerst moet aan de volgende voorwaar­den worden voldaan
– De wasautomaat moet uitgeschakeld
zijn.
– De deur moet gesloten zijn.
-
-
A Druk op de Start/Stop - toets en blijf
daar gedurende de stappen B en C op drukken.
B Druk op de I-Aan/0-Uit - toets.
C Wacht totdat het controlelampje van
de Start/Stop - toets gaat branden
D en laat de Start/Stop - toets daarna
los.
E Druk 5 x
Het controlelampje Zoemer knippert 6x.
In het display gaat de letter P knipperen in afwisseling met het cijfer 0 of 1.
0, wanneer "Akoestisch signaal" niet
is geactiveerd;
1, wanneer "Akoestisch signaal" wel
is geactiveerd.
F Door op de Start/Stop - toets te druk-
ken kunt u overschakelen van de ene variant naar de andere.
G Schakel de wasautomaat met de
I-Aan/0-Uit - toets uit.
op de Zoemer - toets.
De gekozen variant is nu geprogram meerd en blijft dat totdat de andere va riant wordt gekozen en geprogram meerd.
-
-
-
65
Programmeerfuncties
Memory
Wanneer de functie "Memory" is ge activeerd, slaat de wasautomaat het centrifugetoerental dat bij een pro gramma wordt gekozen en eventuele extra functies die bij datzelfde pro gramma worden ingesteld, bij de start van het programma op.
Wanneer u de volgende keer hetzelfde basiswasprogramma kiest, geeft de wasautomaat het opgeslagen centrifu getoerental en de eventueel opgesla gen extra functie(s) weer aan.
"Memory" is, wanneer de wasautomaat wordt geleverd, niet geactiveerd.
Het programmeren van de variant "Aan" of "Uit" doet u met de stappen A tot en met G
en wel met de toetsen. Deze bedieningselementen hebben dus een tweede functie die niet op het paneel te zien is.
Eerst moet aan de volgende voorwaar den worden voldaan
De wasautomaat moet uitgeschakeld zijn.
De deur moet gesloten zijn.
-
-
-
-
A Druk op de Start/Stop - toets en blijf
daar gedurende de stappen B en C op drukken.
B Druk op de I-Aan/0-Uit - toets.
C Wacht totdat het controlelampje van
de Start/Stop - toets gaat branden
D en laat de Start/Stop - toets daarna
los.
E Druk 6 x
Het controlelampje Zoemer knippert
­7x.
In het display gaat de letter P knipperen in afwisseling met het cijfer 0 of 1.
0, wanneer "Memory" niet is geacti-
veerd;
1, wanneer "Memory" wel is geacti-
veerd.
F Door op de Start/Stop - toets te druk-
ken kunt u overschakelen van de ene variant naar de andere.
G Schakel de wasautomaat met de
-
I-Aan/0-Uit - toets uit.
De gekozen variant is nu geprogram meerd en blijft dat totdat de andere va riant wordt gekozen en geprogram meerd.
op de Zoemer - toets.
-
-
-
66
Programmeerfuncties
Automatische voorwas bij sterke vuilgraad
Wanneer de functie "Automatische voorwas bij sterke vuilgraad" is geac tiveerd, wordt er bij de keuze van vuilgraad "Sterk" automatisch een voorwas gedraaid.
"Automatische voorwas bij sterke vuil graad" is, wanneer de wasautomaat wordt geleverd, wel geactiveerd.
Het programmeren van de variant "Aan" of "Uit" doet u met de stappen A tot en met G
en wel met de toetsen. Deze bedieningselementen hebben dus een tweede functie die niet op het paneel te zien is.
Eerst moet aan de volgende voorwaar­den worden voldaan
– De wasautomaat moet uitgeschakeld
zijn.
De deur moet gesloten zijn.
-
-
A Druk op de Start/Stop - toets en blijf
daar gedurende de stappen B en C op drukken.
B Druk op de I-Aan/0-Uit - toets.
C Wacht totdat het controlelampje van
de Start/Stop - toets gaat branden
D en laat de Start/Stop - toets daarna
los.
E Druk 7 x
Het controlelampje Zoemer knippert 8x.
In het display gaat de letter P knipperen in afwisseling met het cijfer 0 of 1.
0, wanneer "Automatische voorwas
bij sterke vuilgraad" niet is geacti­veerd;
1, wanneer "Automatische voorwas
bij sterke vuilgraad" wel is geacti­veerd.
F Door op de Start/Stop - toets te druk-
ken kunt u overschakelen van de ene variant naar de andere.
G Schakel de wasautomaat met de
I-Aan/0-Uit - toets uit.
op de Zoemer - toets.
De gekozen variant is nu geprogram meerd en blijft dat totdat de andere va riant wordt gekozen en geprogram meerd.
-
-
-
67
Wijzigingen voorbehouden/0908
M.-Nr. 07 168 570 / 00
Loading...