Gebruiksaanwijzing voor de
wasautomaat
EXPERT V 4545
Lees beslist de gebruiksaanwijzing
voordat u uw wasautomaat plaatst,
installeert en in gebruik neemt.
Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt
onnodige schade aan uw apparaat.
WPS
M
M.-Nr. 05 695 230
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu
Het verpakkingsmateriaal
De verpakking beschermt het apparaat
tegen transportschade.
Het verpakkingsmateriaal is uitgekozen
omdat dit het milieu relatief weinig be
last en kan worden hergebruikt.
Door hergebruik van verpakkingsmate
riaal wordt er op grondstoffen bespaard
en wordt er minder afval geproduceerd.
Uw vakhandelaar neemt de verpakking
in het algemeen terug.
-
Het afdanken van het apparaat
Afgedankte apparaten bevatten meest
al nog waardevolle materialen. Zet uw
apparaat daarom niet zomaar bij het
grof vuil, maar informeer bij uw hande
laar of het mogelijk is om het apparaat
terug te geven.
Is dit niet mogelijk, informeer dan bij de
gemeente of bij een grondstoffenhan
delaar naar mogelijkheden voor herge
bruik van het materiaal (bijv. schrootver
werking).
Zorg ervoor dat kinderen niet bij het
oude apparaat kunnen komen totdat
het wordt weggehaald. Zie ook het
hoofdstuk: "Veiligheidsinstructies en
waarschuwingen".
-
-
-
-
-
2
Inhoud
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2
Lees eerst de gebruiksaanwijzing
door voordat u uw wasautomaat
voor het eerst gebruikt. Hierin vindt
u belangrijke instructies met betrek
king tot de veiligheid, het gebruik en
het onderhoud van het apparaat.
Dat is veiliger voor uzelf en u voor
komt onnodige schade aan uw ap
paraat.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing en
geef deze door aan de eventuele
volgende eigenaar van de automaat.
-
-
-
Efficiënt gebruik
Deze wasautomaat is uitsluitend
bestemd voor huishoudelijk ge-
bruik.
Deze wasautomaat is uitsluitend
bestemd voor het wassen van textiel dat volgens de aanwijzingen van de
fabrikant op het wasetiket in de wasautomaat mag worden gewassen, maar
ook voor wollen textiel dat met de hand
wordt gewassen.
Gebruik voor andere doeleinden kan
gevaarlijk zijn. De fabrikant is niet ver
antwoordelijk voor schade die wordt
veroorzaakt door een ander gebruik
dan hier aangegeven of door een fou
tieve bediening.
-
-
Technische veiligheid
Controleer vóórdat het apparaat
wordt geplaatst, of het zichtbaar
beschadigd is.
Een beschadigde wasautomaat mag
niet worden geplaatst en niet in gebruik
genomen.
Voordat u de wasautomaat aansluit
dient u altijd de aansluitgegevens
(zekering, spanning en frequentie) op
het typeplaatje met die van het elektrici
teitsnet te vergelijken. Deze moeten be
slist overeenkomen. Raadpleeg bij twij
fel een elektricien.
De elektrische veiligheid van de
wasautomaat is uitsluitend gega
randeerd als deze wordt aangesloten
op een aardingssysteem dat volgens
de geldende veiligheidsbepalingen is
geïnstalleerd.
Het is zeer belangrijk dat wordt nage
gaan of aan deze fundamentele veilig
heidsvoorwaarde is voldaan en dat de
huisinstallatie bij twijfel door een vakman / vakvrouw wordt geïnspecteerd.
De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die wordt veroorzaakt door een ontbrekende of beschadigde aarddraad.
De wasautomaat voldoet aan de
voorgeschreven veiligheidsbepalingen. Ondeskundig uitgevoerde reparaties kunnen onvoorziene risico's voor
de gebruiker opleveren, waarvoor de
fabrikant niet aansprakelijk kan worden
gesteld. Reparaties mogen alleen door
erkende vakmensen van Miele worden
uitgevoerd.
Wanneer er een storing wordt ver
holpen en wanneer de wasauto
maat wordt gereinigd en onderhouden
mag er geen elektrische spanning op
de wasautomaat staan.
Dat is het geval, als aan één van de
volgende voorwaarden is voldaan:
–
als de hoofdschakelaar van de huis
installatie is uitgeschakeld,
–
of als de stekker uit de contactdoos
is getrokken.
-
-
-
-
-
-
-
-
-
6
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Gebruik om veiligheidsredenen
geen verlengsnoer.
Dit in verband met gevaar voor bijvoor
beeld oververhitting.
Het Miele-Waterproofsysteem is
een uitstekende bescherming te
gen waterschade op voorwaarde dat:
het water en de elektriciteit volgens
–
de regels zijn aangesloten;
het apparaat bij beschadiging on
–
middellijk wordt gerepareerd.
Defecte onderdelen mogen alleen
door originele Miele-onderdelen
worden vervangen. Alleen van deze
Miele-onderdelen kunnen wij garanderen, dat zij volledig voldoen aan de veiligheidseisen die wij stellen aan onze
apparaten en onderdelen daarvan.
Wanneer de aansluitkabel bescha-
digd is, moet de kabel door een
speciale Miele-kabel worden vervangen.
-
-
Gebruik
Dit apparaat mag uitsluitend door
een vakman/vakvrouw op een
niet-stationaire locatie (bijvoorbeeld
een boot of camper) worden inge
bouwd en aangesloten. Hierbij moet
aan alle voorwaarden voor een veilig
gebruik worden voldaan.
Plaats uw wasautomaat niet in
vorstgevoelige ruimten.
Bevroren slangen kunnen scheuren of
barsten en de betrouwbaarheid van de
elektronische besturing kan door tem
peraturen onder het vriespunt afnemen.
-
-
Verwijder voordat u de wasauto
maat in gebruik neemt de trans
portbeveiliging aan de achterzijde van
het apparaat.
Zie hoofdstuk: "Het plaatsen en aanslui
ten van de wasautomaat", paragraaf:
"Het verwijderen van de transportbevei
liging".
Wanneer u de transportbeveiliging niet
verwijdert, kan dat bij het centrifugeren
schade veroorzaken aan uw wasauto
maat en aan de meubels / apparaten
die ernaast staan.
Sluit de kraan af als u langere tijd
afwezig bent (bijv. tijdens vakanties), zeker als er zich in de buurt van
de wasautomaat geen afvoer in de
vloer zoals een putje bevindt.
Denk eraan dat er water kan over-
stromen.
Controleer daarom vóórdat u de waterafvoerslang in een wastafel of wasbak
hangt, of het water snel genoeg wegstroomt.
Zorg er daarom ook voor dat de afvoer
slang niet weg kan glijden. Wanneer de
slang niet goed vastzit kan hij door de
kracht van het wegstromende water uit
de wastafel of wasbak worden gedrukt.
Let erop dat u voorwerpen zoals
spijkers, naalden, munten en pa
perclips niet meewast.
Deze kunnen namelijk onderdelen van
de wasautomaat beschadigen (bijv.
kuip, wastrommel).
Beschadigde onderdelen kunnen op
hun beurt weer schade aan het was
goed veroorzaken.
-
-
-
-
-
-
-
-
7
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Als u het wasmiddel op de juiste
manier doseert is het niet nodig dat
u de wasautomaat ontkalkt. Mocht uw
apparaat toch zo sterk verkalkt zijn, dat
het beslist moet worden ontkalkt, ge
bruik daar dan speciale ontkalkings
middelen voor die een anti-corrosiemid
del bevatten.
Deze middelen zijn verkrijgbaar via uw
Miele-vakhandelaar of bij de afdeling
Onderdelen van Miele Nederland B.V.
Volg de adviezen voor het gebruik van
de ontkalkingsmiddelen strikt op.
Wasgoed dat met oplosmiddelhou
dende reinigingsmiddelen is behandeld, moet vóórdat het in de wasautomaat wordt gewassen, grondig in helder water worden uitgespoeld.
Gebruik in deze wasautomaat nooit
reinigingsmiddelen die een oplosmiddel bevatten, zoals wasbenzine.
Wanneer u dat toch doet, kunnen onderdelen van het apparaat beschadigen en kunnen er giftige dampen ontstaan. Het gevaar bestaat dan dat er
brand uitbreekt of zich een explosie
voordoet.
-
-
Wanneer u op hoge temperaturen
wast, denk er dan aan dat het glas
van de deur heet wordt.
Zorg er dus voor dat kinderen het glas
van de deur tijdens het wasprogramma
niet aanraken.
-
Gebruik van toebehoren
Alleen originele Miele-toebehoren
kunnen worden aan- of ingebouwd.
Wanneer er andere toebehoren worden
aan- of ingebouwd, kan Miele niet voor
de gevolgen instaan en kan er geen
-
beroep meer worden gedaan op bepa
lingen met betrekking tot garantie en
productaansprakelijkheid.
Het afdanken van het apparaat
Trek de stekker uit de contactdoos
en maak deze samen met de aansluitkabel onbruikbaar.
U voorkomt daarmee dat de wasautomaat verkeerd wordt gebruikt.
-
Wanneer u textielverf in de wasau
tomaat wilt gebruiken, kies dan tex
tielverf die daar geschikt voor is. Ge
bruik deze verf alleen voor huishoude
lijke doeleinden, neem niet meer verf
dan strikt nodig is en neem de aanwij
zingen van de textielverffabrikant pre
cies in acht.
Ontkleuringsmiddelen kunnen door
hun chemische samenstelling cor
rosie veroorzaken.
Deze middelen mogen daarom niet in
de wasautomaat worden gebruikt.
8
-
-
-
-
-
-
-
Algemeen
Specifieke kenmerken
Speciale programma's (Zijde /,
WOL /, Miniwas, Combinatiewas,
Extra spoelen)
Zijde
–
–
– Miniwas
– Combinatiewas
/
In dit programma kan met de hand
wasbaar, kreukgevoelig textiel wor
den gewassen waar geen wol in zit.
WOL
/
In dit programma kan met de hand
wasbaar textiel van wol of wolmeng
weefsels worden gewassen.
In dit programma kan een kleine hoeveelheid licht vervuild textiel worden
gewassen dat anders met de bonte
was meegaat.
In dit programma kunnen stukken
wasgoed van verschillende soorten
textiel worden gewassen, als ze
maar wel dezelfde kleur hebben.
Licht strijken in de programma's
FIJNE WAS en Zijde /
In deze programma's wordt het was
goed bijzonder behoedzaam gewassen
en gecentrifugeerd. Daardoor kreukt
het wasgoed minder en hoeft het min
der te worden gestreken.
-
Systeem extra water
Met dit systeem is het mogelijk om met
een hogere waterstand te spoelen of te
wassen en te spoelen.
Bovendien is het met dit systeem mo
gelijk om voor de programma's WITTE
WAS/BONTE WAS en KREUKHERSTELLEND een extra spoelgang te kiezen.
-
-
-
–
Extra spoelen
In dit programma kan wasgoed wor
den behandeld dat alleen maar moet
worden gespoeld en gecentrifu
geerd.
-
-
9
Algemeen
Voorkeuze h/min
Met de
stip dat het door u gekozen programma
start minimaal 30 minuten en maximaal
24 uur van te voren instellen.
Bedieningsfuncties
(Programmavergrendeling, afsluitfunc
tie)
Elektronische programmavergrende
ling
Met het inschakelen van de program
mavergrendeling voorkomt u dat de
wasautomaat tijdens een wasprogramma wordt geopend en dat het wasprogramma wordt afgebroken.
Na afloop van het wasprogramma
wordt de programmavergrendeling automatisch opgeheven.
Elektronische afsluitfunctie
Voorkeuze
- toets kunt u het tijd
-
-
Programma-actualisering (Update)
Wasmiddelen, textiel, wasgewoonten
en wasvoorschriften zullen in de toe
komst veranderingen ondergaan.
De was- en spoelprogramma's zullen
daaraan moeten worden aangepast.
De Technische Dienst zal in de toe
komst in staat zijn het wasprogramma
te updaten en in het Novotronic-geheu
gen van uw wasautomaat op te slaan.
-
Dit zal gebeuren via het controlelampje
voor de watertoevoer (PC = Programme
Correction).
Miele zal zelf aangeven wanneer de
programma's kunnen worden geactualiseerd.
-
-
-
Met het inschakelen van de elektronische afsluitfunctie voorkomt u dat uw
apparaat door vreemden kan worden
gebruikt.
Wanneer deze afsluitfunctie is inge
schakeld kan:
–
de deur niet met de
den geopend;
–
er geen programma worden gestart.
10
Deur
-
- toets wor
-
Bedieningspaneel
Algemeen
a Display
Het display geeft, wanneer u gebruik
maakt van de voorkeuze, de voorgeprogrammeerde tijd aan.
b Toets Voorkeuze
Met deze toets kunt u het tijdstip dat
het door u gekozen programma start
van tevoren instellen.
c Toets START
Met deze toets kunt u een wasprogramma starten.
d Toetsen voor de extra functies
Met deze toetsen kunt u extra func
ties in- of uitschakelen.
Wanneer u een extra functie inscha
kelt gaat het daarbij behorende con
trolelampje branden.
Wanneer u een extra functie weer uit
schakelt gaat het daarbij behorende
controlelampje uit.
e Toets "Centrifugeren"
Met deze toets kunt u een ander
centrifugetoerental,
Zonder centrifugeren
Spoelstop
kiezen.
of
f Controlelampjes voor het gekozen
centrifugetoerental, Spoelstop en
Zonder centrifugeren
g Programmakeuzeschakelaar
Met deze schakelaar kunt u het basiswasprogramma en een daarbij horende temperatuur kiezen.
De programmakeuzeschakelaar kan
rechts- of linksom worden gedraaid.
h Controlelampjes voor het program-
maverloop
Deze controlelampjes laten u tijdens
-
-
-
het wasprogramma zien welke fase
in het programmaverloop is bereikt.
i Andere controlelampjes
Deze controlelampjes geven een
probleem aan.
-
j Toets I-Aan/0-Uit
Met deze toets kunt u de wasauto
maat in- en uitschakelen en het pro
gramma onderbreken.
k Toets Deur
Met deze toets kunt u de deur van
de wasautomaat openen.
-
-
11
Algemeen
Belangrijke bedieningsele
-
menten
Programmakeuzeschakelaar
Met de programmakeuzeschakelaar
kunt u een basisprogramma en een
daarbij behorende temperatuur instel
len.
De ringverlichting gaat om energie te
besparen enkele minuten na het einde
van het programma uit.
Toetsen voor de extra functies
Met deze toetsen kunt u extra functies
in- en uitschakelen.
De extra functies dienen ter aanvulling
van de basiswasprogramma's.
Een extra functie kunt u inschakelen
door op de desbetreffende toets te
drukken.
Wanneer u dat doet gaat het daarbij
behorende controlelampje branden.
Een gekozen extra functie kunt u uitschakelen door nog een keer op de
desbetreffende toets te drukken.
Wanneer u dat doet gaat het daarbij
behorende controlelampje uit.
Extra functies die binnen het gekozen
basisprogramma niet van toepassing
zijn, kunt u niet inschakelen.
Toets "Centrifugeren" met lampjes
Met deze toets kunt u een centrifuge
toerental,
geren
SpoelstopofZonder centrifu
kiezen.
De controlelampjes geven aan wat u
gekozen heeft.
Het kiezen van een centrifugetoerental
Met bovengenoemde toets kunt u het
centrifugetoerental wijzigen.
Het maximale centrifugetoerental ver
schilt van programma tot programma.
-
-
-
Max.
toerental
1450 WITTE WAS/BONTE WAS, Miniwas,
1200 WOL, Extra spoelen
900 KREUKHERSTELLEND,
600 FIJNE WAS
400 Zijde
Basiswasprogramma's
Stijven, Pompen/Centrifugeren
Combinatiewas
Kiest u een hoger toerental dan binnen
het gekozen programma mogelijk is,
dan accepteert de automaat dat niet.
Het overslaan van het eindcentrifuge
ren
^ Druk op de
dat u
Centrifugeren
Spoelstop
- toets tot-
heeft bereikt.
Het wasgoed wordt niet gecentrifugeerd en blijft na de laatste spoelgang
in het water liggen.
Het wasgoed kreukt dan minder wanneer u het niet direct na afloop van het
programma uit de trommel haalt.
Wilt u het programma voortzetten:
^
kies dan een centrifugetoerental.
Wilt u het programma beëindigen:
^
druk dan op de
Deur
- toets.
Het overslaan van het centrifugeren
tussen de spoelgangen en het eind
-
centrifugeren
^
Druk op de
en met
Centrifugeren
- toets tot
Zonder centrifugeren
Het wasgoed wordt niet gecentrifu
geerd. De wasautomaat schakelt na het
afpompen van het laatste spoelwater
direct over op de kreukbeveiliging.
-
-
.
-
12
Vóór de eerste wasbeurt
Iedere wasautomaat wordt in de fa
briek op zijn werking getest.
Het is mogelijk dat er als gevolg van
deze tests wat water in het apparaat
achterblijft.
Controleer voordat u uw wasauto
maat voor het eerst gebruikt of het
apparaat volgens de regels is ge
plaatst en aangesloten.
Zie hoofdstuk: "Het plaatsen en aan
sluiten van de wasautomaat".
Om veiligheidsredenen is het niet mogelijk om meteen bij de eerste wasbeurt
te centrifugeren. Ter activering van het
centrifugeren moet u eerst een wasprogramma zonder wasgoed
wasmiddel draaien.
Wordt er wel wasmiddel gebruikt kan er
overmatige schuimvorming optreden.
Draait u eerst een wasprogramma zonder wasgoed en zonder wasmiddel
wordt daarmee tegelijk het kogelventiel
geactiveerd. Het kogelventiel zorgt er
voor dat vanaf de eerste wasbeurt
steeds al het wasmiddel wordt gebruikt.
en zonder
-
-
-
-
-
Na afloop van het programma is de
wasautomaat klaar voor de eerste
wasbeurt.
^
Draai de waterkraan open.
^
Druk de
^
Draai de programmakeuzeschake
laar op WITTE WAS/BONTE WAS
40°C.
^
Druk zo vaak op de
toets totdat het controlelampje
der centrifugeren
^
Druk op de START - toets.
I-Aan/O-Uit
oplicht.
- toets in.
Centrifugeren
Zon
-
-
-
13
Tips om energie te besparen
Energie- en waterverbruik
Benut bij ieder programma dat u
–
kiest de maximale beladingscapaci
teit van de trommel.
Het energie- en waterverbruik is dan,
gerelateerd aan de totale hoeveel
-
heid wasgoed, het laagst.
Gebruik de programma's
–
tiewas
of
Miniwas
voor kleinere hoe
Combina
-
veelheden wasgoed.
Bij een geringe belading in het pro
–
gramma WITTE WAS/BONTE WAS
zorgt de beladingsautomaat voor
een vermindering van het water- en
energieverbruik en voor een verkorting van de programmaduur.
– Gebruik in plaats van het programma
WITTE WAS/BONTE WAS 95°C het
programma WITTE WAS/BONTE
WAS 60°C in combinatie met de extra functie:
Intensief
.
Daarmee bespaart u 35 tot 45%
energie.
Het programma duurt dan wel
langer. In de meeste gevallen is dit
genoeg.
Wasmiddelen
Gebruik hoogstens zoveel wasmid
–
del als op de wasmiddelverpakking
aangegeven staat.
Reduceer bij geringere beladings
–
hoeveelheden de hoeveelheid was
middel. Bij halve belading kan ca.
minder wasmiddel worden gebruikt.
Extra functies (Inweken, Voorwas,
Intensief)
Kies voor:
–
licht vervuild wasgoed
een waspro
gramma zonder extra functies;
normaal tot sterk vervuild wasgoed
met zichtbare vlekken een wasprogramma met de extra functie
sief
.
– Gebruik de extra functie
plaats van de extra functie
Inten-
Inweken
Voorwas
Bij het inweken en de hoofdwas die
daar direct op volgt wordt hetzelfde
sop gebruikt.
Tip voor machinaal drogen
-
-
-
1
/
3
-
in
.
–
Gebruik voor wasgoed met hardnek
kige vlekken of vlekken die er al wat
langer in zitten de extra functie
ken
.
14
Inwe
-
–
Kies wanneer u het wasgoed na af
loop in de droogautomaat wilt dro
-
gen het hoogste centrifugetoerental
-
-
dat voor dit wasgoed mogelijk is.
Zo wast u goed
Korte handleiding
Tip: Het is belangrijk dat u zich met de
bediening van de automaat vertrouwd
maakt. Lees daarom de uitgebreide pa
ragrafen: "Voordat u gaat wassen",
"Wanneer u gaat wassen" en "Nadat u
heeft gewassen" in dit hoofdstuk.
Voordat u gaat wassen
A Inspecteer en sorteer het wasgoed
en behandel het voor.
Wanneer u gaat wassen
B Schakel de wasautomaat in.
C Open de deur.
D Vul de trommel.
E Sluit de deur.
F Kies een programma.
G Kies een centrifugetoerental.
H Kies eventueel (een) extra functie(s).
I Doseer het wasmiddel.
Welk textiel in welk programma kan
worden gewassen, kunt u in het volgen
de programma-overzicht vinden.
-
-
J Schakel eventueel een voorkeuze in.
K Start het programma.
Nadat u heeft gewassen
L Open de deur.
M Haal het wasgoed uit de automaat.
N Schakel de wasautomaat uit.
O Draai de programmakeuzeschake
laar op
P Sluit de deur.
Einde
.
-
15
Zo wast u goed
Programma-overzicht
WITTE WAS/BONTE WAS 9ö876
TextielsoortWasgoed van katoen en linnen, bijv. beddengoed, tafellakens
en servetten, badstof handdoeken, spijkerbroeken, T-shirts,
ondergoed en babykleertjes
Extra functiesInweken / Voorwas / Intensief / Extra water
Bijzondere tips
WasmiddelenUniversele wasmiddelen, Color-wasmiddelen en vloeibare
Max. belading5 kg
Tip voor testbureaus:
Voor de test volgens norm EN 60456 moet de toets
KREUKHERSTELLEND 4321
TextielsoortWasgoed van synthetische vezels, mengweefsels of kreuk
Extra functiesInweken / Voorwas / Intensief / Extra water
Bijzondere tip
Gebruik WITTE WAS/BONTE WAS 95°C alleen voor geïn
–
fecteerd of sterk vervuild wasgoed.
Gebruik voor normaal tot sterk vervuild wasgoed de extra
–
functie
Gebruik voor wasgoed met hardnekkige vlekken of met
–
vlekken die er al wat langer in zitten de extra functies
ken
– Gebruik voor wasgoed met een grote hoeveelheid vuil
(bijv. stof, zand) de extra functie
– Was donkerkleurig wasgoed met een Color-wasmiddel of
vloeibaar wasmiddel.
wasmiddelen
herstellend gemaakt katoen, bijv. overhemden, blouses,
werkkleding, tafellakens en servetten
–
Gebruik voor normaal tot sterk vervuild wasgoed de extra
functie
Intensief
en
Intensief
Intensief
.
Inwe
.
Voorwas
Intensief
.
.
worden ingedrukt.
-
-
-
WasmiddelenUniversele wasmiddelen, Color-wasmiddelen, vloeibare was
middelen en fijnwasmiddelen
Max. belading2,5 kg
Tip voor testbureaus:
Voor de test volgens norm EN 60456 moet de toets
16
Intensief
worden ingedrukt.
-
Zo wast u goed
FIJNE WAS ac
TextielsoortWasgoed van synthetische vezels, mengweefsels, kunstzijde
of kreukherstellend gemaakt katoen, bijv. overhemden of
blouses
Vitrage die volgens de fabrikant in de wasautomaat kan wor
den gewassen.
Extra functiesInweken / Voorwas / Intensief
Bijzondere tips
WasmiddelenFijnwasmiddelen
Max. belading1 kg
Zijde /
TextielsoortWasgoed van met de hand wasbaar, kreukgevoelig textiel
Extra functieExtra water
Bijzondere tips
WasmiddelenFijnwasmiddelen
Max. belading1 kg
WOL /
TextielsoortWasgoed van wol en wolmengweefsels dat met de hand of in
WasmiddelenWolwasmiddelen
Max. belading2 kg
Gebruik voor normaal tot sterk vervuild wasgoed de extra
–
functie
In dit programma kreukt het wasgoed minder ("Licht strij
–
ken").
Vitrage trekt veel stof aan en zal daarom vaak in een pro
–
gramma met de extra functie
wassen.
– Reduceer bij kreukgevoelige vitrage het centrifugetoerental
of centrifugeer helemaal niet.
waar geen wol in zit
–
In dit programma kreukt het wasgoed minder ("Licht strij
ken").
–
Was panty's en bh's in een waszak.
de wasautomaat mag worden gewassen
Intensief
.
-
-
Voorwas
moeten worden ge
-
-
-
17
Zo wast u goed
Miniwas 7
TextielsoortLicht vervuild wasgoed dat in het programma voor de bonte
was mag worden gewassen
Extra functieExtra water
Bijzondere tip
WasmiddelenUniversele wasmiddelen, Color-wasmiddelen en vloeibare
Max. belading2,5 kg
Combinatiewas 72
TextielsoortWasgoed van katoenen en kreukherstellend textiel dat naar
Extra functiesInweken / Voorwas / Intensief / Extra water
WasmiddelenUniversele wasmiddelen, Color-wasmiddelen en vloeibare
Max. belading3 kg
Stijven
TextielsoortTafellakens, servetten, schorten en beroepskleding
Bijzondere tip– Het wasgoed moet schoongewassen, maar mag niet met
Max. belading5 kg
Extra spoelen
TextielsoortWasgoed dat alleen maar moet worden uitgespoeld en gecen
Max. belading5 kg
Pompen/Centrifugeren
Bijzondere tip
Max. belading5 kg
Doseer minder waspoeder. Dit programma heeft namelijk
–
een halve belading.
wasmiddelen
kleur is gesorteerd
wasmiddelen
wasverzachter nabehandeld zijn.
trifugeerd
–
Alleen pompen: zet het centrifugetoerental op
trifugeren
.
Zonder cen
-
-
18
Zo wast u goed
Voordat u gaat wassen
A Inspecteer en sorteer het wasgoed
en behandel het voor
Het inspecteren van het wasgoed
^ Maak de zakken leeg.
,
Voorwerpen (spijkers, munten,
paperclips e.d.) kunnen wasgoed en
onderdelen van de wasautomaat beschadigen.
^
Sluit de ritsen. Keer kleding met rit
sen eventueel binnenstebuiten.
-
Het sorteren van het wasgoed
Sorteer het wasgoed naar kleur en
^
naar de symbolen in het wasetiket,
dat zich in de kraag of in de zijnaad
bevindt.
Was geen textiel dat volgens het
^
wasetiket niet in de wasautomaat kan
worden gewassen. Het symbool
daarvoor is: h.
Donkergekleurd wasgoed geeft bij
^
de eerste wasbeurten vaak iets af.
Was licht en donker wasgoed daar
om apart.
Het voorbehandelen van vlekken
^ Verwijder eventuele vlekken op het
textiel, als het even kan zodra ze ontstaan zijn. Dit is nog belangrijker voor
moeilijke vlekken als thee-, koffie-, eien bloedvlekken.
Neem de vlekken met een tissue af.
Wrijf de vlekken er niet in!
,
Gebruik in geen geval chemi
sche (oplosmiddelhoudende) reini
gingsmiddelen in de wasautomaat!
-
-
-
^
Sluit eventuele haakjes en oogjes.
^
Zorg ervoor dat onderdelen van kle
ding, zoals bh-beugels, niet los kun
nen raken. Losgeraakte onderdelen
moeten eerst worden vastgemaakt of
verwijderd.
^
Verwijder bij vitrage de haakjes en
het loodband of wikkel ze in een
doek.
^
Keer gebreid of tricot wasgoed bin
nenstebuiten als de fabrikant dat ad
viseert.
-
-
-
-
19
Zo wast u goed
Wanneer u gaat wassen
B Schakel de wasautomaat in
door op de
^
ken.
C Open de deur
door op de
^
de deur open te klappen.
D Vul de trommel
door het wasgoed ontvouwd en los
^
jes in de trommel te leggen.
Leg stukken wasgoed van verschil
lende grootte in de trommel. Daardoor
wordt een beter wasresultaat bereikt en
kan het wasgoed zich tijdens het centrifugeren beter verdelen.
Benut bij ieder programma dat u kiest
de maximale beladingscapaciteit van
de trommel.
Het energie- en waterverbruik is dan,
gerelateerd aan de totale hoeveelheid
wasgoed, het laagst.
I-Aan/0-Uit
Deur
- toets te druk
- toets te drukken en
-
-
F Kies een programma
-
^ door de programmakeuzeschakelaar
op de gewenste stand te zetten.
G Kies een centrifugetoerental
Let erop dat wanneer de maximale be
ladingscapaciteit wordt overschreden,
de wasresultaten tegenvallen en het
wasgoed sneller gaat kreuken.
E Sluit de deur
^
Sluit de deur met een lichte klap.
Let erop dat er niets tussen deur en
manchet beklemd raakt.
20
-
^
door zo vaak op de
toets te drukken totdat het controle
lampje oplicht van het door u ge
wenste centrifugetoerental.
Het maximale centrifugetoerental kan
van programma tot programma ver
schillen. Wanneer u een hoger centrifu
getoerental kiest dan binnen het geko
zen wasprogramma mogelijk is, accep
teert de automaat dat niet.
Centrifugeren
-
-
-
-
-
-
-
Zo wast u goed
Extra functies
H Kies eventueel (een) extra func
tie(s)
^ door op de toets(en) van de ge-
wenste extra functie(s) te drukken.
Inweken
Voor wasgoed dat bijzonder sterk is
vervuild door eiwithoudende vlekken
(bijv. bloed, vet, cacao).
Wanneer u deze functie heeft ingescha
keld, dan gaat aan het eigenlijke was
programma een inweekprogramma
vooraf.
U kunt een inweektijd kiezen van mini
maal 30 minuten en maximaal 6 uur.
^
Druk op de
Het display geeft 30 minuten inweektijd
aan.
Met iedere druk op de
verlengt u de inweektijd met 30 minuten
tot een maximum van 6 uur.
Nadat het programma is gestart ver
dwijnt de weergave in het display.
Inweken
- toets.
Inweken
-
-
-
- toets
-
Het wissen van de inweektijd
Druk wanneer het display 6 uur aan
^
geeft nog één keer op de
toets.
Voorwas
Voor wasgoed waar veel stof of zand
in zit
Intensief
Voor normaal tot sterk vervuild was
goed
Wanneer u deze functie hebt ingeschakeld, duurt de hoofdwas langer.
Extra water
Wanneer u deze functie hebt ingeschakeld, wordt er bij de wasprogramma's
meer water gebruikt.
Er zijn vier mogelijkheden, die worden
uiteengezet in het hoofdstuk: "Het programmeren van aanvullende functies",
-
paragraaf: "Systeem extra water".
Wanneer de wasautomaat wordt gele
verd, wordt de eerste keer dat u de
tra water
bij het wassen en spoelen verhoogd.
Zoemer
Wanneer u deze functie hebt ingescha
keld, klinkt er aan het einde van een
programma of bij de spoelstop een
akoestisch signaal.
De zoemer gaat zolang totdat de was
automaat wordt uitgeschakeld.
De zoemer gaat bij alle programma's
totdat hij weer wordt uitgeschakeld.
- toets indrukt de waterstand
Inweken
-
Ex
-
-
-
-
-
-
21
Zo wast u goed
I Doseer het wasmiddel
Het is belangrijk om niet te weinig en
niet te veel te doseren, want . . .
. . . te weinig wasmiddel heeft tot ge
volg dat:
het wasgoed niet schoon en in de
–
loop van de tijd grauw en hard wordt;
er vetbolletjes in het wasgoed blijven
–
zitten;
er zich kalk in de kuip afzet.
–
. . . te veel wasmiddel heeft tot gevolg
dat:
– er sterke schuimvorming optreedt,
de waswerking daardoor gering en
het reinigings-, spoel- en centrifugeerresultaat niet optimaal is;
– er door een automatisch ingescha-
kelde extra spoelgang meer water
wordt verbruikt;
– het milieu extra wordt belast.
Wanneer u vloeibaar wasmiddel en te
vens de extra functie
let er dan op dat er in dat geval voor
het vloeibaar wasmiddel een apart bak
je in vakje j moet worden geplaatst.
Dit is verkrijgbaar bij de Miele vakhan
del of bij de afdeling Onderdelen van
Miele Nederland B.V.
Voorwas
-
gebruikt,
Trek de wasmiddellade naar buiten
^
en doseer het wasmiddel in de vakjes.
i = Vakje voor de voorwas
Wanneer u de extra functie
Voorwas
dan
volen wasmiddelhoeveelheid.
j = Vakje voor de hoofdwas
en voor het inweken, wanneer
-
§= Vakje voor wasverzachter
-
Nadere bijzonderheden over wasmid
delen en de dosering daarvan treft u
aan in het hoofdstuk: "Wasmiddelen".
u deze extra functie hebt
gekozen.
of stijfsel
hebt gekozen, neem
1
/4van de totale aanbe-
-
22
Zo wast u goed
Voorkeuze
J Schakel eventueel een voorkeuze
in
Met iedere druk op de
toets kunt u het tijdstip dat het programma start voorprogrammeren en
wel:
– tot 10 uur per 30 minuten;
– vanaf 10 uur per 1 uur.
^ Druk zo vaak op de
totdat de tijd in het display verschijnt
die u wilt voorprogrammeren.
Het wissen van de voorkeuze
^
Druk nog eens op de
toets wanneer het display 24^ aan
geeft.
K Start het programma
^
door op de START - toets te drukken.
Voorkeuze
Voorkeuze
Voorkeuze
-
- toets
-
Nadat u heeft gewassen
L Open de deur
M Haal het wasgoed uit de automaat
^ Controleer of er voorwerpen in de
manchet van de deur zijn achtergebleven.
Kijk goed of er geen stukken wasgoed in de trommel zijn blijven liggen. Anders loopt u het risico dat ze
bij de volgende wasbeurt krimpen of
afgeven.
N Schakel de wasautomaat uit
^
door op de
ken.
O Draai de programmakeuzeschake
-
laar op Einde
P Sluit de deur
Anders bestaat het gevaar dat er voor
werpen per vergissing in de trommel te
rechtkomen, worden meegewassen en
het wasgoed beschadigen.
I-Aan/0-Uit
- toets te druk
-
-
-
-
^
door op de
de deur open te klappen.
Deur
- toets te drukken en
23
Zo wast u goed
Het bijvullen van de trommel of
het voortijdig verwijderen van
wasgoed uit de trommel
U kunt bij de volgende programma's
nog wasgoed in de trommel leggen of
wasgoed uit de trommel halen, nadat u
het programma heeft gestart:
WITTE WAS / BONTE WAS
–
KREUKHERSTELLEND
–
Miniwas
–
Combinatiewas
–
Stijven
–
Deur
^ Druk op de
deur openspringt.
^ Leg wasgoed in de trommel of haal
er wasgoed uit.
^ Sluit de deur.
Het programma wordt automatisch
voortgezet.
- toets totdat de
In een paar gevallen kan de deur niet
meer worden geopend, en wel wan
neer
de temperatuur van het sop boven
–
de 55°C komt;
de waterstand te hoog is;
–
de programmavergrendeling is inge
–
schakeld;
de programmafase
–
bereikt.
Wanneer u in één van bovenstaande
gevallen de
het controlelampje
Deur
Centrifugeren
- toets indrukt, licht
Vergrendeld
-
is
op.
-
24
Zo wast u goed
Het onderbreken van een pro
-
gramma
Schakel de wasautomaat met de
^
I-Aan/0-Uit
Wanneer u het programma weer wilt
voortzetten,
schakel de wasautomaat dan met de
^
I-Aan/0-Uit
- toets uit.
- toets weer in.
Het wijzigen van het gekozen
programma
Nadat u op de START - toets heeft ge
drukt, kunt u de volgende wijzigingen
aanbrengen.
– U kunt te allen tijde
toerental wijzigen, voor zover dat het
maximum toerental van het gekozen
programma niet overschrijdt.
– U kunt tot 6 minuten nadat
START - toets heeft gedrukt de extra
functies
of uitschakelen of een andere temperatuur kiezen.
Nadat u op de START - toets heeft ge
drukt, kunt u geen ander programma
meer kiezen.
Wordt de programmakeuzeschakelaar
na de start van het programma toch op
een ander programma gedraaid, heeft
dat geen invloed op het programmaver
loop. Het controlelampje
ging/Einde
Extra waterenIntensief
begint te knipperen.
het centrifuge-
u op de
Kreukbeveili
-
in-
-
-
Het overslaan van een pro
grammafase
Draai de programmakeuzeschake
^
laar op
Zodra in het programmaverloop het
controlelampje knippert van de pro
grammafase waarmee het programma
moet worden voortgezet,
draai dan de programmakeuzescha
^
kelaar binnen 4 seconden
de gewenste programmafase.
Wanneer de programmavergrende
ling is ingeschakeld kan het programma niet worden afgebroken en
kan er geen programmafase worden
overgeslagen.
Einde
.
weer op
Het afbreken van een programma / Het wisselen van programma
^ Schakel de wasautomaat met de
I-Aan/0-Uit
^
Draai de programmakeuzeschake
laar op stand
Het programma is nu afgebroken.
^
Schakel de wasautomaat met de
I-Aan/0-Uit
^
Kies een ander programma.
-
^
Druk op de START - toets.
- toets uit.
Einde
- toets in.
.
-
-
-
-
-
-
Het controlelampje gaat uit wanneer de
programmakeuzeschakelaar weer op
het programma wordt gedraaid dat
eerst was ingesteld.
25
Zo wast u goed
Programmaverloop
De wasautomaat beschikt over een vol
ledig elektronische besturing met bela
dingsautomaat.
Tijdens een wasprogramma zuigt het
wasgoed water op. Om hoeveel water
het gaat hangt af van de hoeveelheid
wasgoed en het soort textiel.
Hoe groter het absorptievermogen van
het wasgoed is, des te meer water er
moet worden bijgepompt. De elektroni
ca van de wasautomaat kan de hoeveelheid water meten die het wasgoed
opneemt en die moet worden bijge
pompt.
Het programmaverloop en de wastijd
zijn bij de diverse programma's dus
verschillend.
Het programmaverloop van de hier vermelde programma's slaat op het basisprogramma met maximale belading.
Eventueel gekozen extra functies zijn
hier buiten beschouwing gelaten.
De controlelampjes voor het programmaverloop geven tijdens iedere was
beurt aan in welke fase het waspro
gramma zich op dat moment bevindt.
In het wasgoed bevindt zich een etiket
met textielbehandelingssymbolen. Dit
etiket doet aanbevelingen voor de juiste
behandeling van het artikel waarop het
is aangebracht. Het mag niet worden
verward met een garantie hoe het tex
tiel zich in het gebruik zal gedragen.
Het behandelingsetiket waarborgt dat
het textielproduct bij de aanbevolen be
handeling geen schade lijdt.
-
Zo wast u goed
-
Een artikel waarop een behandelings
etiket met de symbolen is aangebracht
moet voldoen aan bepaalde eisen van
wasechtheid, wrijfechtheid en water
echtheid van de kleuren. Het mag niet
teveel krimpen of vervormen, de lijmen
mogen niet loslaten en bij de eerste vier
keer reinigen zijn ontleding, smelten,
vergelen, pillen en blijvende kreukels
ontoelaatbaar.
Behandelingen en temperaturen die
milder zijn dan op het etiket aangegeven zijn altijd toegestaan.
De waskaart is als handige sticker bij
de VTWS verkrijgbaar. U kunt deze stic
ker op uw Miele-wasautomaat plakken.
Meer informatie over textiel en de reini
ging ervan treft u aan in het boekje
"Textiel ABC". Ook dit boekje kunt u bij
de VTWS verkrijgen en wel door over
making van Ä 8,- op gironummer
666402 t.n.v. VTWS in Delft.
Het telefoonnummer van de VTWS is
015 - 261 12 05.
-
-
-
-
-
29
Wasmiddelen
Het kiezen van wasmiddel
U kunt alle moderne wasmiddelen ge
bruiken die geschikt zijn voor huishoud
wasautomaten. Ook vloeibare,
compacte (geconcentreerde) wasmid
delen, tabletten en wasmiddelen met
verschillende componenten.
U kunt ook eventueel bijgevoegde do
seerbolletjes of doseerzakjes ge
bruiken.
Wasgoed van wol of wolmengweefsels
kunt u het beste met een wolwasmiddel
wassen.
Tips voor het gebruik en voor de dosering van de wasmiddelen bij volle belading kunt u vinden op de wasmiddelverpakking.
-
-
-
-
Het doseren van wasmiddel
De dosering is van verschillende factoren afhankelijk.
– De hoeveelheid wasgoed
–
De mate waarin dit is vervuild
Licht vervuild
Er zijn geen vuile vlekken te zien,
maar de kledingstukken ruiken niet
meer zo fris.
Normaal vervuild
Er zijn lichte vlekken te zien.
Sterk vervuild
Er zijn donkere vlekken te zien.
–
De waterhardheid
Wanneer u de hardheidsgraad in uw
regio niet weet, informeer daar dan
naar bij uw waterleidingbedrijf.
Waterhardheid
-
Hardheids
graad
IZacht0 - 10
IIGemiddeld10 - 16
IIIHard tot
Eigenschap
van het water
Duitse
hardheid
zeer hard
Wateronthardingsmiddel
Wanneer het water harder is dan
10° dH kunt u een wateronthardings
middel gebruiken om wasmiddel te be
sparen.
De juiste dosering vindt u op de verpakking.
Doseer eerst het wasmiddel en dan pas
het onthardingsmiddel.
Het wasmiddel kunt u normaal toevoegen, d.w.z. in doseringen voor zacht
water tot 10° dH.
Wasmiddelen met verschillende componenten
Wanneer u met verscheidene compo
nenten wast, adviseren wij u deze mid
delen altijd bij elkaar in vakje j te do
seren, en wel in de onderstaande volg
orde:
1. Wasmiddel
2. Wateronthardingsmiddel
3. Vlekkenzout
Dan worden de middelen beter inge
spoeld.
°dH
> 16
-
-
-
-
-
-
-
30
Wasmiddelen
Wasverzachters en stijfsels
Met wasverzachters wordt uw wasgoed
extra zacht en minder statisch.
Met synthetische stijfsels krijgt u het
wasgoed beter in model.
Met andere stijfsels wordt wasgoed stijf.
Doseer de middelen volgens de aan
^
wijzingen van de fabrikant.
Automatisch spoelen met wasver
zachter of stijfsel
^
Doseer de wasverzachter of het (syn
thetische) stijfsel in vakje p. Doseer
niet hoger dan de pijl.
De wasverzachter of het (synthetische)
stijfsel wordt automatisch met het
laatste spoelwater in de trommel ge
spoeld. Aan het einde van het waspro
gramma blijft er een klein beetje water
in vakje p staan.
-
-
-
Wanneer u verschillende keren auto
matisch met stijfsel heeft gespoeld,
reinig dan de wasmiddellade.
Reinig vooral het kanaal voor de
wasverzachter en de zuighevel.
Zie hoofdstuk: "Reiniging en onder
houd", paragraaf: "Het reinigen van
de wasmiddellade".
-
Apart spoelen met wasverzachter of
synthetisch stijfsel
Doseer de wasverzachter of het syn
^
thetische stijfsel in vakje p.
Draai de programmakeuzeschake
^
laar op
^ Kies een centrifugetoerental.
^ Druk op de START - toets.
Apart spoelen met stijfsel
^ Doseer het stijfsel en bereid het voor
zoals op de verpakking beschreven
staat.
^ Doseer het stijfsel in vakje i.
^
Draai de programmakeuzeschake
laar op
^
Kies een centrifugetoerental.
-
^
Druk op de START - toets.
Stijven
Stijven
.
.
Het kleuren en ontkleuren
^
Het gebruik van textielverf in de was
automaat is alleen toegestaan voor
huishoudelijke doeleinden. Neem niet
meer verf dan strikt nodig is. Wordt er
teveel geverfd dan kan het in de verf
aanwezige zout het roestvrij staal
aantasten. Neem de aanwijzingen
van de textielverffabrikant precies in
acht.
^
Gebruik geen
in de wasautomaat.
ontkleuringsmiddelen
-
-
-
-
-
-
31
Bedieningsfuncties
Elektronische programmaver
grendeling
Met het inschakelen van de program
mavergrendeling voorkomt u dat de
wasautomaat tijdens het wassen
wordt geopend en dat het waspro
gramma wordt afgebroken.
Het inschakelen van de programma
vergrendeling
Druk na het starten van het program
^
ma minstens 4 seconden op de
START - toets totdat het controle
lampje
lampje bevindt zich rechts onder op
het bedieningspaneel.
De programmavergrendeling is nu ingesteld.
Het apparaat accepteert nu geen wijzigingen meer en maakt het wasprogramma helemaal af.
Na afloop van het wasprogramma
wordt de programmavergrendeling au
tomatisch opgeheven.
Vergrendeling
brandt. Dit
-
-
Het uitschakelen van de programma
-
vergrendeling
Druk minstens 4 seconden op de
^
-
-
START - toets totdat het controle
lampje
Uitzondering:
De programmakeuzeschakelaar is op
een andere stand gezet en in het pro
grammaverloop knippert het controle
lampje
-
Draai de programmakeuzeschake
^
laar op het programma dat u eerder
heeft ingesteld.
Het controlelampje
ging/Einde
^ Druk minstens 4 seconden op de
START - toets totdat het controle-
lampje
-
Vergrendeling
uitgaat.
Kreukbeveiliging/Einde
Kreukbeveili-
gaat uit.
Vergrendeling
uitgaat.
-
-
-
-
.
-
32
Bedieningsfuncties
Elektronische afsluitfunctie
Met het inschakelen van de elektroni
sche afsluitfunctie voorkomt u dat uw
apparaat door vreemden kan worden
gebruikt.
Wanneer deze afsluitfunctie is inge
schakeld kan:
de deur niet met de
–
den geopend;
er geen programma worden gestart.
–
Het inschakelen van de afsluitfunctie
Dit is alleen
– de deur gesloten is
– en de programmakeuzeschakelaar
op stand
A Schakel de wasautomaat met de
I-Aan/0-Uit
B Druk de toets
deze tijdens de volgende stappen C
tot en met E ingedrukt.
mogelijk als:
Einde
- toets in.
Deur
staat.
Voorwas
in en houd
-
- toets wor
F Laat de toets
G Draai de programmakeuzeschake
laar op stand
H Schakel de wasautomaat met de
I-Aan/0-Uit
Het uitschakelen van de afsluitfunc
tie
-
Herhaal de stappen A tot en met F.
^
Het controlelampje
uit.
Voorwas
Einde
- toets uit.
los.
.
Vergrendeld
-
-
gaat
C Draai de programmakeuzeschake
laar langzaam, stap voor stap en met
de klok mee op WITTE WAS/BONTE
WAS 60°C.
D Draai de programmakeuzeschake
laar langzaam, stap voor stap en te
gen de klok in op stand
E Draai de programmakeuzeschake
laar langzaam, stap voor stap en te
gen de klok in op FIJNE WAS koud.
Het controlelampje
pert.
Vergrendeld
Einde
.
knip
-
-
-
-
-
-
33
Reiniging en onderhoud
Haal vóórdat u de wasautomaat
,
een reinigings- of onderhoudsbeurt
geeft de spanning van het apparaat.
Het reinigen van de wasauto
maat
Reinig de wasautomaat met een mild
^
reinigingsmiddel of sopje.
Wrijf de automaat daarna met een
zachte doek droog.
Reinig de wastrommel met een reini
^
gingsmiddel voor roestvrij staal.
Het reinigen van de wasmiddellade
Verwijder eventuele resten wasmiddel
regelmatig.
^
Trek de wasmiddellade naar buiten
totdat u weerstand voelt.
Het reinigen van de zuighevel
-
-
^ Trek de zuighevel uit vakje §
^ en reinig de hevel onder stromend
warm water.
^ Reinig ook het pijpje, waar de zuig-
hevel overheen wordt gestoken.
^ Zet de zuighevel weer terug.
,
Gebruik geen oplosmiddelhoudende reinigingsmiddelen, schuur
middelen, glas- of allesreinigers.
Deze kunnen namelijk kunststof op
pervlakken en andere onderdelen
beschadigen.
Spuit de wasautomaat in geen geval
met een waterspuit schoon.
-
-
^
Druk de ontgrendelingsknop in
^
en trek de wasmiddellade naar bui
ten.
^
Reinig de wasmiddellade met warm
water.
34
-
Reiniging en onderhoud
Het reinigen van het watertoe
voerzeefje
De wasautomaat heeft één zeefje ter
bescherming van de watertoevoerklep.
Dit zeefje, dat zich in de schroefkoppe
ling van de veiligheidsklep bevindt,
moet u ongeveer 1 keer in het half jaar
controleren. Wanneer de watertoevoer
vaak wordt onderbroken moet u mis
schien vaker controleren.
-
Draai de waterkraan dicht.
^
-
Schroef de toevoerslang van de wa
^
terkraan.
-
^ Trek het rubberen dichtingsringetje 1
uit de groef.
^ Pak het kunststof zeefje 2 met een
combinatie- of punttang aan de opstaande rand in het midden vast en
trek het eruit.
-
^
Reinig het kunststof zeefje.
^
Monteer alles weer in omgekeerde
volgorde.
^
Schroef de slang stevig aan de kraan
vast.
^
Draai de kraan open.
^
Draai de schroefkoppeling nog wat
vaster aan als er nog water uitloopt.
Het zeefje moet nadat het is gerei
nigd weer worden teruggeplaatst.
-
35
Nuttige tips
Het oplossen van problemen . . .
De meeste problemen waar u in het dagelijks gebruik mee te maken zou kunnen
krijgen kunt u zelf oplossen.
In al die gevallen hoeft u de Technische Dienst niet te bellen en kunt u tijd en kos
ten besparen.
De volgende tabellen helpen u om de oorzaken van een probleem te vinden en uit
de wereld te helpen. Bedenk echter:
Reparaties aan elektrische apparaten mogen alleen door erkende vakmen
,
sen worden uitgevoerd. Gebeurt dit niet, dan kan de gebruiker grote risico's lo
pen.
Om het u makkelijker te maken het probleem waar u mee te maken heeft en de
bijbehorende oplossing snel in de tabellen te vinden, hebben wij de problemen in
gedeeld in de volgende hoofdstukken:
– Het programma begint niet
– Het wasprogramma is afgebroken en er volgt een foutmelding
– Het wasprogramma verloopt normaal, maar er volgt een foutmelding
– Algemene problemen of een tegenvallend resultaat
– De deur kan met de
Deur
- toets niet worden geopend
-
-
-
-
Het programma begint niet
FoutmeldingMogelijke oorzaakOplossing
Het controlelampje
Kreukbeveiliging/Einde
brandt niet of de START toets knippert niet.
Het controlelampje Vergrendeld brandt.
Nadat u het programma
Pompen/Centrifugeren
heeft gekozen en op de
START - toets heeft ge
drukt, begint het pro
gramma niet.
36
Er staat geen stroom op
het apparaat.
-
De afsluitfunctie is inge
schakeld.
De wasautomaat is niet
klaar voor gebruik.
-
-
Controleer of
–
de stekker goed in de
contactdoos zit;
–
de zekering in orde is.
-
Schakel de afsluitfunctie
uit.
Maak de wasautomaat
klaar voor gebruik zoals
beschreven in het hoofd
stuk: "Vóór de eerste was
beurt".
-
-
Nuttige tips
Het wasprogramma is afgebroken en er volgt een foutmelding
FoutmeldingMogelijke oorzaakOplossing A
De zoemer klinkt en het
controlelampje Waterafvoer knippert.
In het display verschijnt:
"– – –".
De zoemer klinkt en het
controlelampje Water-toevoer knippert.
In het display verschijnt:
"– – –".
De zoemer klinkt en de
controlelampjes Water-toevoer enWaterafvoer
knipperen.
In het display verschijnt:
"– – –".
De zoemer klinkt en in
het programmaverloop
knippert het controle
lampje Inw/Voorwassen
of Spoelen.
In het display verschijnt:
"– – –".
De waterafvoer is ge
blokkeerd.
-
De waterafvoerslang
ligt te hoog.
De watertoevoer is geblokkeerd.
Het Waterproof-systeem heeft gereageerd.
Er is sprake van een
defect.
-
Reinig het pluizenfilter en
het filterhuis zoals beschre
ven in het hoofdstuk: "Nut
tige tips", paragraaf: "Het
openen van de deur bij ver
stopte afvoer en/of stroom
uitval."
De maximale opvoerhoogte
is 1m.
Draai de waterkraan open.
Neem contact op met de
Technische Dienst.
Start het programma nog
een keer.
Volgt dezelfde foutmelding,
neem dan contact op met
de Technische Dienst.
-
-
-
-
A Schakel om de foutmelding uit te schakelen de wasautomaat met de
I-Aan/0-Uit
- toets uit en draai de programmakeuzeschakelaar op stand
Einde
.
37
Nuttige tips
Het wasprogramma verloopt normaal, maar er volgt een fout
melding
FoutmeldingMogelijke oorzaakOplossing A
Het controlelampje
Waterafvoer knippert.
Het controlelampje
Watertoevoer knip
pert.
Het controlelampje
Overdosering brandt.
In het programmaver
loop knippert het con
trolelampje Wassen.
In het programmaver
loop knippert het con
trolelampje Kreukbeveiliging/Einde.
De waterafvoer is
belemmerd.
De watertoevoer is
belemmerd.
-
Het zeefje in de watertoevoerslang is
verstopt.
Er heeft zich tijdens
het wasprogramma
teveel schuim gevormd.
-
Er is sprake van een
-
defect.
-
Nadat het gekozen programma is gestart, is de pro
-
grammakeuzeschakelaar op een ander programma ge
-
draaid. Zet de programmakeuzeschakelaar op het pro
gramma dat eerder is ingesteld.
Reinig het pluizenfilter en het fil
terhuis zoals beschreven in het
hoofdstuk: "Nuttige tips", para
graaf: "Het openen van de deur
bij verstopte afvoer en/of stroom
uitval."
Controleer of
de waterkraan ver genoeg is
–
opengedraaid;
– er knikken in de toevoerslang
zitten.
Reinig het zeefje.
Gebruik de volgende keer minder
wasmiddel en neem de doseeraanwijzingen op de wasmiddelverpakking in acht.
Start het programma nog een
keer.
Volgt dezelfde foutmelding, neem
dan contact op met de Techni
sche Dienst.
-
-
-
-
-
-
-
-
A Schakel om de foutmelding uit te schakelen de wasautomaat met de
I-Aan/0-Uit
38
- toets uit en draai de programmakeuzeschakelaar op stand
Einde
.
Algemene problemen of een tegenvallend resultaat
ProbleemMogelijke oorzaakOplossing
De wasautomaat
trilt tijdens het cen
trifugeren.
Het wasgoed is niet
normaal gecentrifu
geerd.
De wasautomaat
maakt een pompend
geluid.
De ringverlichting
brandt niet.
In de wasmiddellade
blijft vrij veel wasmiddel achter.
De wasverzachter
wordt niet volledig
ingespoeld of er
blijft teveel water in
vakje § staan.
De stelvoeten staan niet
gelijk en zijn niet met een
-
contramoer vastge
schroefd.
Het ingestelde centrifu
getoerental was te laag.
-
Dat is geen storing. Wanneer het water wordt wegge
pompt zijn dit soort geluiden normaal.
De wasautomaat heeft de ringverlichting uitgeschakeld
om energie te besparen. Om de ringverlichting weer in te
schakelen, moet u één van de Extra functie - toetsen indrukken of aan de programmakeuzeschakelaar draaien.
Er staat onvoldoende
druk op het water.
Poedervormige wasmid
delen in combinatie met
onthardingsmiddelen
hebben de neiging te
gaan plakken.
De zuighevel zit niet
goed of is verstopt.
-
Stel de wasautomaat stevig
en schroef de stelvoeten met
een contramoer vast.
Kies bij de volgende was
beurt een hoger centrifuge
toerental.
– Reinig het zeefje in de wa-
tertoevoer.
– Druk eventueel toets
water
in.
-
Doseer voortaan eerst het
wasmiddel en dan pas het
onthardingsmiddel in de was
middellade.
Reinig de zuighevel.
Zie hoofdstuk: "Reiniging en
onderhoud", paragraaf: "Het
reinigen van de wasmiddella
de".
Nuttige tips
-
-
-
Extra
-
-
39
Nuttige tips
ProbleemMogelijke oorzaakOplossing
Het wasgoed wordt
met een vloeibaar
wasmiddel niet
schoon.
Op het gewassen
wasgoed zijn grijze
elastische bolletjes
achtergebleven
(vetbolletjes).
Op het gewassen
wasgoed zitten witte, wasmiddelachtige bestanddelen.
In vloeibare wasmidde
len zitten geen bleek
middelen.
Fruit-, koffie- of theevlek
ken zijn er moeilijk uit te
krijgen.
Er is te weinig wasmid
del gedoseerd. Het was
goed is sterk met vet,
bijv. crème of olie ver
vuild geweest.
Het wasmiddel bevat
niet in water op te lossen
bestanddelen ter ontharding van het water, nl.
zeolieten.
Deze bestanddelen heb
ben zich op het textiel
vastgezet.
-
-
-
-
Gebruik poedervormige was
–
middelen met een bleekmid
del.
-
Doseer vlekkenzout in vakje
–
j en het vloeibare wasmid
del in een doseerbolletje.
Doseer vloeibaar wasmiddel
–
en vlekkenzout nooit bij el
kaar in het wasmiddelvakje.
Wanneer wasgoed zo ver
–
vuild is moet u óf meer was
middel doseren óf een vloei
baar wasmiddel gebruiken.
– Draai vóór de volgende was-
beurt het WITTE WAS/BONTE
WAS - programma op 60 °C
met een vloeibaar wasmiddel
en zonder wasgoed.
– Probeer de resten met een
borstel te verwijderen wanneer het wasgoed droog is.
– Was donker wasgoed voort-
aan met een vloeibaar was-
-
middel. Deze middelen be
vatten geen zeolieten.
-
-
-
-
-
-
-
-
40
Nuttige tips
De deur kan met de Deur - toets niet worden geopend.
ProbleemOplossing
De wasautomaat is niet
elektrisch aangesloten.
De wasautomaat is niet in
geschakeld.
De elektronische pro
grammavergrendeling is
ingeschakeld.
De elektronische afsluit
functie is ingeschakeld.
De stroom is uitgevallen.Open de deur zoals beschreven in het hoofdstuk:
De deur is niet goed dichtgedaan.
Er bevindt zich nog water
in de trommel en de wasautomaat kan het water
niet wegpompen.
De deur kan bij een temperatuur van hoger dan 55°C niet worden geopend. Op
deze manier wordt voorkomen dat u zich verbrandt.
-
Stop de stekker in het stopcontact.
Schakel de wasautomaat met de
-
in.
Schakel de programmavergrendeling uit zoals be
schreven in het hoofdstuk: "Bedieningsfuncties".
Schakel de elektronische afsluitfunctie uit zoals
-
beschreven in het hoofdstuk: "Bedieningsfuncties".
"Nuttige tips", paragraaf: "Het openen van de deur
bij stroomuitval".
Druk een keer stevig tegen de slotkant van de
deur en druk daarna op de
Reinig het pluizenfilter en het filterhuis.
Deur
I-Aan/0-Uit
- toets.
- toets
-
41
Nuttige tips
Het openen van de deur bij ver
stopte afvoer en/of stroomuit
-
val
Schakel de wasautomaat uit.
^
Aan de achterkant van het front van de
wasmiddellade bevindt zich een gele
opener voor het klepje van het pluizen
filter.
^ Pak deze gele opener.
Verstopte afvoer
-
Wanneer de afvoer is verstopt, bevindt
zich een vrij grote hoeveelheid water in
de automaat (max. 25 l).
Wees voorzichtig! Het water is
,
heet, wanneer kort daarvoor op een
-
hoge temperatuur is gewassen. U
kunt zich aan het water branden!
Het legen van de wasautomaat
Zet een bak of schaal onder het klep
^
je.
Het pluizenfilter mag er niet helemaal uit worden gedraaid.
-
^
Open daarmee het klepje van het
pluizenfilter.
42
^
Draai het pluizenfilter zover los totdat
het water eruit stroomt.
^
Draai telkens wanneer de bak of de
schaal volraakt, het deksel van het
pluizenfilter vast en maak de bak of
schaal leeg.
Nuttige tips
Wanneer er geen water meer uit de au
tomaat loopt,
^ draai het pluizenfilter er dan helemaal
uit.
^ Reinig het pluizenfilter grondig.
Zet het pluizenfilter weer in het filter
-
^
huis.
Draai het filter weer vast.
^
Wordt het pluizenfilter niet terug
,
gezet en vastgedraaid, dan loopt er
water uit het apparaat.
Het openen van de deur
Controleer steeds of de trommel
,
stilstaat wanneer u het wasgoed uit
de automaat wilt halen. Wanneer u
uw hand in een nog draaiende trom
mel steekt, loopt u het risico zich te
verwonden.
-
-
-
^
Controleer of de pompschoepvleugel
gemakkelijk rond te draaien is.
^
Is dat niet het geval, verwijder dan de
voorwerpen en/of draden.
^
Reinig het filterhuis.
^
Trek aan de noodontgrendeling.
De deur gaat open.
43
Nuttige tips
Technische Dienst
Reparaties
Voor reparaties dient u
uw Miele-vakhandelaar of
–
de Technische Dienst van Miele Ne
–
derland B.V.
te waarschuwen.
Het adres en de telefoonnummers van
Miele Nederland B.V. en de diverse af
delingen vindt u op de achterzijde van
deze gebruiksaanwijzing.
Voor een goede en vlotte afhandeling is
het noodzakelijk dat de Technische
Dienst weet welk model wasautomaat u
heeft en welk nummer deze heeft.
Beide gegevens vindt u op het typeplaatje aan de binnenkant van de deur
boven het glas.
-
-
Garantietermijn en garantievoorwaar
den
De garantietermijn van de wasautomaat
bedraagt 1 jaar.
Nadere bijzonderheden over de garan
tievoorwaarden en het Miele Service
verzekering Certificaat treft u aan in bij
gaande folder.
-
-
-
-
44
Het plaatsen en aansluiten van de wasautomaat
Het apparaat van voren
a Watertoevoerslang Waterproof-sys
teem
b Elektrische aansluiting
c - f Waterafvoerslang (met draaibaar
en verwijderbaar bochtstuk) met ver
schillende mogelijkheden voor water
afvoer
-
g Bedieningspaneel
h Wasmiddellade
i Deur
j Klepje voor het pluizenfilter, het filter
-
huis en de noodontgrendeling
-
k Handgrepen voor het transport
l Vier stelvoeten
-
45
Het plaatsen en aansluiten van de wasautomaat
Het apparaat van achteren
a Rand van het bovenblad
Hier kunt u het apparaat vastpakken
wanneer u het wilt verplaatsen.
b Elektrische aansluiting
c Watertoevoerslang Waterproof-sys
teem
d Waterafvoerslang
46
e Draaibeveiligingen met transport
stangen
f Houder voor:
–
Watertoevoerslang
–
Waterafvoerslang
–
Transportstangen
-
Het plaatsen en aansluiten van de wasautomaat
Plaats van opstelling
Als plaats van opstelling is een beton
nen vloer het meest geschikt. In tegen
stelling tot een houten of een zachte
vloer trilt deze nauwelijks mee als de
wasautomaat aan het centrifugeren is.
Let bij het plaatsen van uw automaat op
het volgende:
Plaats het apparaat waterpas en sta
^
biel.
Plaats het apparaat niet op een
^
zachte vloerbedekking omdat het in
dat geval tijdens het centrifugeren
gaat trillen.
^ Wanneer u het apparaat op een hou-
ten vloer wilt plaatsen, plaats het dan
op een multiplex plaat van tenminste
3 cm dik.
U dient de plaat niet alleen maar aan
de planken van de vloer, maar aan
zoveel mogelijk - in ieder geval aan
2 - balken vast te schroeven.
-
-
Het plaatsen van de wasauto
maat
Wanneer u het apparaat van de ver
^
pakkingsbodem tilt en op de plaats
neerzet waar het moet staan, pak het
dan aan de voorkant bij de handgre
pen en aan de achterkant bij de rand
van het bovenblad vast.
Let op:
Pak het apparaat bij het tillen niet aan
^
de deur vast.
De machinevoeten en de vloer
,
onder het apparaat moeten droog
zijn. Is dat niet het geval, dan loopt u
het risico dat de automaat gaat glijden tijdens het centrifugeren.
Het verwijderen van de transportbeveiliging
-
-
-
^
Plaats het apparaat als het enigszins
kan in één van de hoeken van het
vertrek. Daar is iedere vloer het sta
bielst.
,
Wanneer het apparaat op een
reeds aanwezige (betonnen of ge
metselde) sokkel plaatst, let er dan
op dat het tijdens het centrifugeren
niet kan gaan schuiven. U doet dit
met behulp van spanklauwen. Deze
zijn verkrijgbaar bij de Miele-vakhan
del of bij de afdeling Onderdelen
van Miele Nederland B.V.
-
-
-
^
Haak een schroevendraaier achter
de draaibeveiligingen
^
en haal ze er af.
47
Het plaatsen en aansluiten van de wasautomaat
Draai de linker transportstang met
^
de bijgevoegde steeksleutel 90° en
^
trek de stang eruit.
Draai de rechter transportstang 90°
^
en
^
trek de stang eruit.
48
Het plaatsen en aansluiten van de wasautomaat
De wasautomaat mag zonder
,
transportbeveiliging niet worden ge
transporteerd.
Bewaar de transportbeveiliging.
Wanneer de wasautomaat moet wor
den getransporteerd (bijv. bij een
verhuizing) moet de beveiliging
weer worden gemonteerd.
-
-
Sluit de gaten met de draaibeveiligin
^
gen en de daaraan bevestigde dopjes af.
^
Bevestig de transportstangen aan de
achterwand van de wasautomaat. Let
erop dat de gaten b op de pennen
a worden geplaatst.
Het monteren van de trans
portbeveiliging
Het monteren van de transportbeveili
ging gebeurt in omgekeerde volgorde.
-
-
-
49
Het plaatsen en aansluiten van de wasautomaat
Het stellen van de wasauto
-
maat
De wasautomaat moet waterpas en ge
lijkmatig op de vloer staan. Alleen dan
is een optimale werking gewaarborgd.
Wanneer een wasautomaat verkeerd
wordt geplaatst, wordt er meer water en
energie verbruikt dan nodig is en kan
het apparaat gaan schuiven.
Het stellen van de automaat gebeurt
met behulp van de vier machine- of
stelvoeten. Wanneer het apparaat wordt
geleverd zijn alle stelvoeten naar bin
nen gedraaid.
-
Het naar buiten draaien en vastzetten
van de stelvoeten
-
^ Draai contramoer 2 met de bijge-
voegde steeksleutel los en wel met
de wijzers van de klok mee. Draai de
contramoer samen met stelvoet 1
naar buiten.
^ Controleer met een waterpas of het
apparaat waterpas staat.
^ Houd stelvoet 1 met een waterpomp-
tang vast. Draai contramoer 2 met de
steeksleutel weer aan de ommante
ling vast.
,
Alle vier de contramoeren moe
ten stevig aan de ommanteling zijn
vastgedraaid. Controleer ook de
voeten die u bij het stellen van de
automaat niet naar buiten hebt ge
draaid. Doet u dat niet, dan bestaat
het gevaar dat het apparaat gaat
schuiven.
-
-
-
50
Het plaatsen en aansluiten van de wasautomaat
Het plaatsen van de wasautomaat
onder een werkblad of in een keuken
blok
Hier is een onderbouwset* noodza
–
kelijk.
De onderbouwset moet door een
vakman / vakvrouw worden gemon
teerd.
Het bovenblad van de automaat
–
moet om veiligheidsredenen beslist
door een afdekplaat worden ver
vangen.
– Wanneer de automaat onder een
werkblad wordt ondergebouwd dat
900/910 hoog is, is er één stelframe*
vereist.
– De watertoevoer, waterafvoer en de
elektrische aansluiting dienen in de
buurt van de automaat geïnstalleerd
te zijn en men moet er gemakkelijk
bij kunnen.
Bij de onderbouwset is een montage
handleiding gevoegd.
-
-
-
-
Let op het volgende:
-
a De afstand tot de wand moet veilig-
heidshalve minstens 2 cm
b Hoogte:
Tussenstuk met werkblad:
ca. 169 cm
Tussenstuk zonder werkblad:
ca. 170 cm
bedragen.
Was-droogzuil
Op deze wasautomaat kan een Mieledroogautomaat worden geplaatst.
Daarvoor is een tussenstuk* noodzake
lijk.
Het tussenstuk moet door een vak
man / vakvrouw worden gemon
teerd.
De met * aangegeven onderdelen zijn
verkrijgbaar bij de Miele-vakhandel of
bij de afdeling Onderdelen van Miele
Nederland B.V.
-
-
Het terugplaatsen van het bovenblad
van de wasautomaat
Hebt u het bovenblad van de wasauto
maat voor plaatsing onder een werk
blad of voor een was-droogzuil verwij
derd en moet u het blad daarna terug
plaatsen, let er dan op dat het stevig
aan de houders aan de achterkant
vastzit.
Alleen dan kunt u er zeker van zijn dat
de wasautomaat veilig kan worden ge
transporteerd.
-
-
-
-
-
51
Het plaatsen en aansluiten van de wasautomaat
Het Miele waterbeveiligings
-
systeem
Het Miele waterbeveiligingssysteem
biedt een volledige bescherming tegen
waterschade door de wasautomaat.
Het systeem bestaat hoofdzakelijk uit
drie onderdelen:
1) de watertoevoerslang
(slang-in-slang-systeem)
2) de elektronica en de ommanteling
3) de waterafvoerslang
1) De watertoevoerslang
(slang-in-slang-systeem)
– Deze beschikt over een elektrisch
waterinlaatventiel.
Dit systeem functioneert als een au-
tomatische kraan en zit in de
uitstulping van de watertoevoerslang.
– Het waterinlaatventiel is bestand te-
gen een druk van tussen de 70 en
100 bar.
Scheuren in het ventiel worden daar
mee voorkomen.
2) De elektronica en de ommanteling
De bodemplaat
–
Wanneer de wasautomaat lekt wordt
het overtollige water in de bodem
plaat opgevangen. Het waterinlaat
ventiel wordt door de vlotterschake
laar uitgeschakeld. De watertoevoer
is vanaf dat moment geblokkeerd.
Het water dat zich in de kuip bevindt
wordt afgepompt.
Bescherming tegen overstromen
–
Voorkomen wordt dat de wasauto
maat door een ongecontroleerde wa
tertoevoer gaat lekken.
Stijgt de waterstand boven een bepaald niveau, dan wordt de afvoerpomp ingeschakeld en het water gecontroleerd afgepompt.
3) De waterafvoerslang
– Bescherming tegen leegzuigen
De waterafvoerslang is beveiligd met
een ventilatiesysteem. Hiermee
wordt voorkomen dat de wasauto
maat wordt leeggezogen.
-
-
-
-
-
-
-
–
De beschermhuls van de watertoe
voerslang
Wanneer de watertoevoerslang lekt
wordt het overtollige water door deze
beschermhuls, die als een tweede
huid om de watertoevoerslang heen
zit, in de bodemplaat opgevangen.
Het waterinlaatventiel wordt door de
vlotterschakelaar uitgeschakeld. De
watertoevoer is vanaf dat moment
geblokkeerd. Het water dat zich in
de kuip bevindt wordt afgepompt.
52
-
Het plaatsen en aansluiten van de wasautomaat
Het aansluiten van de watertoevoer
Het waterinlaatventiel bevat elektrische onderdelen en mag daarom niet worden
gemonteerd in gedeelten van het vertrek waar met water wordt gewerkt, bijv. badkuipen of douchecabines. Gebruik in dat geval een metaalomvlochte verleng
slang. Deze is te verkrijgen bij de Miele-vakhandel of bij de Technische Dienst van
Miele Nederland B.V.
De beschermhuls mag niet worden
beschadigd en er mogen geen knik
ken in zitten.
De behuizing van het waterinlaatven
tiel mag niet in vloeistof worden ge
dompeld!
-
-
-
-
53
Het plaatsen en aansluiten van de wasautomaat
De automaat mag zonder terugslagklep
op het waterleidingnet worden aange
sloten, omdat hij gebouwd is volgens
EU-normen.
De waterdruk moet minstens 1 bar en
mag niet meer dan 10 bar bedragen. Is
de druk hoger dan 10 bar dan moet er
een drukreduceerventiel in de waterlei
ding worden ingebouwd.
Voor de aansluiting is een kraan met
3
/4"-schroefkoppeling noodzakelijk.
Is zo'n kraan niet aanwezig, dan mag
de automaat uitsluitend door een er
kend installateur op de waterleiding
worden aangesloten.
Het aansluitpunt staat onder
,
druk van de waterleiding. Controleer
daarom of de aansluiting niet lek is.
Dit kunt u doen door de kraan langzaam open te draaien. Leg het dichtingsringetje er eventueel opnieuw in
en draai de schroefkoppeling eventueel wat vaster aan.
-
-
Het zeefje in de schroefkoppeling
van het waterinloopventiel mag ter
bescherming van het ventiel niet
worden verwijderd.
Verlengslang om na te bestellen
Een metaalomvlochte slang van 1,5
lang kan worden nabesteld bij de
Miele-vakhandel of bij de Technische
Dienst van Miele Nederland B.V.
Deze slang is bestand tegen een druk
van minstens 140 bar en kan als ver
lengslang worden gebruikt.
-
De wasautomaat is niet geschikt om
op warm water te worden aangeslo
ten.
Onderhoud
Wanneer u het systeem vervangt, doe
dat dan alleen met het Miele Waterproof-systeem.
54
-
-
Het plaatsen en aansluiten van de wasautomaat
Het aansluiten van de wateraf
-
voer
Het sop wordt afgepompt m.b.v. een af
voerpomp met een opvoerhoogte van
1m.
Het water moet ongehinderd weg kun
nen stromen en daarom mogen er geen
knikken in de slang zitten.
Het bochtstuk aan het eind van de
slang is draaibaar en kan indien nodig
worden verwijderd.
De waterafvoerslang kan op de vol
gende manieren worden aangebracht
1. De slang kan in een wasbak, wasta-
fel of gootsteen worden gehangen:
Attentie:
– Zorg ervoor dat de slang niet weg
kan glijden.
– Wordt het water in een wasbak, was-
tafel of gootsteen afgepompt moet
het snel genoeg weg kunnen stro-
men. Is dat niet het geval, dan loopt
u het risico dat er water overstroomt
of dat een deel van het wegge
pompte water in de automaat wordt
teruggezogen.
-
-
-
Indien noodzakelijk kan de afvoerslang
tot max. 5 m worden verlengd.
Verlengstukken zijn verkrijgbaar bij de
-
Miele-vakhandel of bij de afdeling On
derdelen van Miele Nederland B.V.
Voor opvoerhoogten van meer dan 1 m
(tot max. 1,8 m) is een tweede afvoer
pomp - met duowerking - incl. de nood
zakelijke ombouwset verkrijgbaar, en
wel bij de Miele-vakhandel of bij de af
deling Onderdelen van Miele Neder
land B.V.
-
-
-
-
-
2. De slang kan op een kunststof af
voerbuis met rubberen mof worden
aangesloten. Een sifon is niet beslist
noodzakelijk.
3. De slang kan op een wasbak of was
tafel met kunststof nippel worden
aangesloten.
4. De slang kan in een putje in de vloer
worden gehangen.
-
-
55
Het plaatsen en aansluiten van de wasautomaat
Elektrische aansluiting
De wasautomaat mag alleen door een
erkend installateur op het elektriciteits
net worden aangesloten.
Deze wasautomaat is voorzien van een
aansluitkabel en een stekker met be
schermingscontact (randaarde), ge
schikt voor aansluiting op ~230 V
50 Hz.
Deze wasautomaat mag uitsluitend
worden aangesloten op een contact
doos met beschermingscontact (rand
aarde) of een daarvoor geschikte
2-polige schakelaar, bijv. voor in de
badkamer.
Wij raden u af om de wasautomaat op
een verlengsnoer en/of stekkerdoos
aan te sluiten. Dit om brand te voorkomen.
In de EU-richtlijnen geeft men ter verhoging van de veiligheid het advies om
de huisinstallatie van een aardlekschakelaar te voorzien.
-
-
-
-
-
De gegevens van de aansluitwaarden
vindt u op het typeplaatje. Vergelijk
deze waarden met de gegevens van
uw elektriciteitsnet.
56
Verbruiksgegevens
BeladingVerbruiksgegevens
EnergieWaterProgrammaduur
in kWhin lnormaalintensief
WITTE WAS / BONTE WAS
95°C5,0 kg1,70451 h 26 min1 h 41 min
1)
60°C
60°C5,0 kg0,95451 h 26 min1 h 56 min
1)
40°C
40°C5,0 kg0,50451 h 26 min1 h 56 min
KREUKHERSTELLEND
1)
40°C
40°C2,5 kg0,45491 h 00 min1 h 15 min
FIJNE WAS
30°C1,0 kg0,356549 min59 min
Zijde /
30°C1,0 kg0,253936 min–
WOL /
30°C2,0 kg0,233540 min–
5,0 kg0,9545–1 h 56 min
5,0 kg0,5045–1 h 56 min
2,5 kg0,4549
-
1 h 15 min
1)
1)
1)
1)
Testprogramma volgens N 60456
Instructie voor de vergelijkende onderzoeken:
voor testprogramma's volgens EN 60456 moet de toets
Intensief
worden inge
drukt.
De verbruiksgegevens kunnen van de aangegeven waarden afwijken, al naar
gelang de waterdruk, waterhardheid, temperatuur van het instromende water,
kamertemperatuur, het soort en de hoeveelheid wasgoed, verschillen in de net
spanning en gekozen extra functies.
-
-
57
Technische gegevens
Hoogte85,0 cm
Breedte59,5 cm
Diepte58,0 cm
Diepte bij geopende deur94,5 cm
Gewicht94 kg
Maximale belasting van de vloer1600 Newton (ca. 160 kg)
Beladingscapaciteit5 kg droog wasgoed
AansluitspanningZie typeplaatje
AaansluitwaardeZie typeplaatje
ZekeringZie typeplaatje
Minimale waterdruk1 bar (100 kPa)
Maximale waterdruk10 bar (1000 kPa)
Lengte van de toevoerslang1,60 m
Lengte van de afvoerslang1,50 m
Lengte van de aansluitkabel1,60 m
Maximale opvoerhoogte1,00 m
Maximale afpomplengte5,00 m
KeurmerkKEMA
58
Te programmeren functies
voor de wijziging van
standaardwaarden
Het programmeren van aanvullende functies
U kunt een aantal aanvullende functies
programmeren om het wasprogramma
nog beter af te stemmen op het soort
wasgoed en de manier waarop u dit wilt
wassen.
Systeem extra water
Wanneer de aanvullende functie
"Systeem extra water" is geprogram
meerd, wordt via de extra functie
tra water
"Systeem extra water" heeft vier
varianten.
Het gaat om de volgende
programma's:
– WITTE WAS / BONTE WAS
– KREUKHERSTELLEND
Miniwas
–
–
Combinatiewas
–
Zijde
meer water toegevoerd.
Ex
-
-
"Systeem extra water" biedt vier mo
gelijkheden:
Variant 1:
Meer water bij het spoelen in de ge
noemde programma's
Variant 2:
Meer water bij het wassen en bij het
spoelen in de genoemde programma's
In deze variant wordt het apparaat ge
leverd.
Variant 3:
Een extra spoelgang in de
programma's WITTE WAS / BONTE
WAS en KREUKHERSTELLEND
Variant 4:
Een combinatie van de varianten 2 en 3
Voor het programmeren van deze functie zie de volgende bladzijde.
-
-
-
De aanvullende functie "Systeem extra
water" kunt u na het programmeren ge
bruiken door de toets
drukken.
60
Extra water
in te
-
Het programmeren van aanvullende functies
Het programmeren van de aanvul
lende functie gebeurt met de stappen
A tot en met G:
De aanvullende functies worden gepro
grammeerd met behulp van de toetsen
voor de extra functies en met behulp
van de programmakeuzeschakelaar.
Deze bedieningselementen hebben
dus een tweede functie die niet op het
paneel te zien is.
Eerst moet aan de volgende voorwaar
den worden voldaan:
De wasautomaat moet uitgeschakeld
–
zijn.
– De deur moet gesloten zijn.
– De programmakeuzeschakelaar
Einde
moet op de stand
A Druk de toetsen van de extra func-
ties
IntensiefenExtra water
in en houd ze ingedrukt.
B Schakel de wasautomaat met behulp
van de
I-Aan/0-Uit
staan.
- toets in.
-
-
tegelijk
F Door op de START - toets te drukken
kunt u tussen de verschillende
varianten kiezen.
Verschijnt rechts een
1 = dan is variant 1
en wel meer water bij het spoelen;
2 = dan is variant 2
en wel meer water bij het wassen
en bij het spoelen;
3 = dan is variant 3
en wel een extra spoelgang in de
programma's WITTE WAS/BONTE
WAS en KREUKHERSTELLEND;
4 = dan is variant 4
en wel een combinatie van de
varianten 2 en 3.
G Schakel de wasautomaat met de
I-Aan/0-Uit
Op de toets
variant nu geprogrammeerd en blijft dat
totdat er een andere variant wordt gekozen, geactiveerd en opgeslagen.
- toets uit.
Extra water
gekozen
gekozen
gekozen
gekozen
is de gekozen
C Laat alle toetsen los.
In het display verschijnt: P 0.
D Draai de programmakeuzeschake
laar op de stand FIJNE WAS 30°C.
E In het display gaan afwisselend
letter P en het cijfer 2 knipperen.
Daarbij verschijnt rechts een:
1, 2, 3 of 4.
de
-
61
Het programmeren van aanvullende functies
Behoedzaam wassen
Wanneer de functie "Behoedzaam
wassen" is geprogrammeerd, wordt
het aantal trommelbewegingen gere
duceerd.
Zo kan licht vervuild wasgoed be
hoedzamer worden gewassen.
"Behoedzaam wassen" kan worden ge
bruikt in de programma's WITTE WAS /
BONTE WAS,
binatiewas
Met deze functie wordt in bovenge
noemde programma's bij iedere wasbeurt met het behoedzame ritme gewassen.
De functie is, wanneer de wasautomaat
wordt geleverd, niet geprogrammeerd.
Het programmeren van de aanvullende functie gebeurt met de stappen
A tot en met G:
De aanvullende functies worden geprogrammeerd met behulp van de toetsen
voor de extra functies en met behulp
van de programmakeuzeschakelaar.
Deze bedieningselementen hebben
dus een tweede functie die niet op het
paneel te zien is.
Eerst moet aan de volgende voorwaar
den worden voldaan:
–
De wasautomaat moet uitgeschakeld
zijn.
Miniwas,StijvenenCom
.
-
-
-
-
A Druk de toetsen van de extra func
IntensiefenExtra water
ties
in, houd ze ingedrukt en . .
B schakel de wasautomaat met behulp
van de
C Laat alle toetsen los.
In het display verschijnt: P 0.
-
D Draai de programmakeuzeschake
laar op de stand
I-Aan/0-Uit
- toets in.
Combinatiewas
-
E In het display gaan afwisselend
letter P en het cijfer 9 knipperen.
Daarbij verschijnt rechts een:
0 = wanneer "Behoedzaam wassen"
niet is geprogrammeerd;
of een:
1 = wanneer "Behoedzaam wassen"
wel is geprogrammeerd.
F Door één keer op de START - toets te
drukken kunt u overschakelen van:
– 0 op 1, waarmee u "Behoedzaam
wassen" activeert;
–
of van 1 op 0, waarmee u "Behoed
zaam wassen" deactiveert.
G Schakel de wasautomaat met de
I-Aan/0-Uit
De gekozen en geactiveerde aanvul
lende functie is nu opgeslagen en blijft
dat totdat ze weer wordt gewist.
- toets uit.
-
tegelijk
-
.
de
-
-
–
De deur moet gesloten zijn.
–
De programmakeuzeschakelaar
Einde
moet op de stand
62
staan.
Het programmeren van aanvullende functies
Afkoeling van het sop
Wanneer de functie "Afkoeling van
het sop" is geprogrammeerd, stroomt
er aan het einde van de hoofdwas ter
afkoeling van het sop extra water in
de trommel.
"Afkoeling van het sop" kan worden ge
bruikt bij het programma WITTE WAS /
BONTE WAS en wel bij de temperatu
ren 95°C en 75°C.
Het verdient aanbeveling om deze
functie te programmeren
– wanneer de wasautomaat in een ge-
bouw staat met waterafvoerbuizen
die niet aan de Komokeur voldoen;
– wanneer u de waterafvoerslang in
een wasbak, wastafel of gootsteen
hangt.
Op deze manier kunt u brand- of
schroeigevaar voorkomen.
De functie is wanneer de wasautomaat
wordt geleverd niet geprogrammeerd.
Het programmeren van de aanvul
lende functie gebeurt met de stappen
A tot en met G:
De aanvullende functies worden gepro
grammeerd met behulp van de toetsen
voor de extra functies en met behulp
van de programmakeuzeschakelaar.
Deze bedieningselementen hebben
dus een tweede functie die niet op het
paneel te zien is.
-
-
Eerst moet aan de volgende voorwaar
den worden voldaan:
De wasautomaat moet uitgeschakeld
–
zijn.
De deur moet gesloten zijn.
–
De programmakeuzeschakelaar
–
Einde
-
moet op de stand
A Druk de toetsen van de extra func
ties
IntensiefenExtra water
in, houd ze ingedrukt en . .
B schakel de wasautomaat met behulp
van de
C Laat alle toetsen los.
In het display verschijnt: P 0.
E Draai de programmakeuzeschake-
laar op de stand
E In het display gaan afwisselend
letter P en het cijfer 10 knipperen.
Daarbij verschijnt rechts een:
0 = wanneer "Afkoeling van het sop"
of een:
1 = wanneer "Afkoeling van het sop"
F Door één keer op de START - toets te
drukken kunt u overschakelen van:
–
0 op 1, waarmee u "Afkoeling van het
sop" activeert;
–
of van 1 op 0, waarmee u "Afkoeling
van het sop" deactiveert.
G Schakel de wasautomaat met de
I-Aan/0-Uit
I-Aan/0-Uit
Stijven
niet is geprogrammeerd;
wel is geprogrammeerd.
- toets uit.
staan.
- toets in.
.
-
-
tegelijk
de
De gekozen en geactiveerde aanvul
lende functie is nu opgeslagen en blijft
dat totdat ze weer wordt gewist.
-
63
Het programmeren van aanvullende functies
Memory
Wanneer de functie "Memory" is ge
programmeerd, slaat de wasauto
maat het centrifugetoerental dat bij
een programma wordt gekozen en
eventuele extra functies die bij dat
zelfde programma worden ingesteld,
bij de start van het programma op.
Wanneer u de volgende keer hetzelfde
basiswasprogramma kiest, geeft de
wasautomaat het opgeslagen centrifu
getoerental en de eventueel opgesla
gen extra functie(s) weer aan.
Dit geldt niet voor de voorkeuze en de
zoemer.
Wanneer de zoemer is ingeschakeld,
gaat hij bij alle programma's totdat hij
weer wordt uitgeschakeld.
De "Memory" - functie is, wanneer de
wasautomaat wordt geleverd, niet geprogrammeerd.
-
-
-
-
De programmakeuzeschakelaar
–
moet op de stand
A Druk de toetsen van de extra func
ties
IntensiefenExtra water
in, houd ze ingedrukt en . .
B Schakel de wasautomaat met behulp
van de
C Laat alle toetsen los.
In het display verschijnt: P 0.
D Draai de programmakeuzeschake
Het programmeren van de aanvul
lende functie gebeurt met de stappen
A tot en met G:
De aanvullende functies worden gepro
grammeerd met behulp van de toetsen
voor de extra functies en met behulp
van de programmakeuzeschakelaar.
Deze bedieningselementen hebben
dus een tweede functie die niet op het
paneel te zien is.
Eerst moet aan de volgende voorwaar
den worden voldaan:
–
De wasautomaat moet uitgeschakeld
zijn.
–
De deur moet gesloten zijn.
646566
-
-
F Door één keer op de START - toets te
drukken kunt u overschakelen van:
–
0 op 1, waarmee u "Memory"
activeert
–
of van 1 op 0, waarmee u "Memory"
deactiveert.
G Schakel de wasautomaat met de
I-Aan/0-Uit
De gekozen en geactiveerde aanvul
lende functie is nu opgeslagen en blijft
dat totdat ze weer wordt gewist.
- toets uit.
-
67
Wijzigingen voorbehouden/1003
M.-Nr. 05 695 230 / 03
Dit papier bestaat uit 100% chloorvrij gebleekte cellulose en is dus minder belastend voor het milieu
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.