Gebruiksaanwijzing voor de
wasautomaat
Meteor V 3635
Lees beslist de gebruiksaanwijzing
voordat u uw wasautomaat plaatst,
installeert en in gebruik neemt.
Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt
onnodige schade aan uw apparaat.
M.-Nr.
M
05 602 210
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu
Het verpakkingsmateriaal
De verpakking beschermt het apparaat
tegen transportschade.
Het verpakkingsmateriaal is uitgekozen
omdat dit het milieu relatief weinig be
last en kan worden hergebruikt.
Door hergebruik van verpakkingsmate
riaal wordt er op grondstoffen bespaard
en wordt er minder afval geproduceerd.
Uw vakhandelaar neemt de verpakking
in het algemeen terug.
-
Het afdanken van het apparaat
Afgedankte apparaten bevatten meest
al nog waardevolle materialen. Zet uw
apparaat daarom niet zomaar bij het
grof vuil, maar informeer bij uw hande
laar of het mogelijk is om het apparaat
terug te geven.
Is dit niet mogelijk, informeer dan bij de
gemeente of bij een grondstoffenhan
delaar naar mogelijkheden voor herge
bruik van het materiaal (bijv. schrootver
werking).
Zorg ervoor dat kinderen niet bij het
oude apparaat kunnen komen totdat
het wordt weggehaald. Zie ook het
hoofdstuk: "Veiligheidsinstructies en
waarschuwingen".
Lees eerst de gebruiksaanwijzing
door voordat u uw wasautomaat
voor het eerst gebruikt. Hierin vindt
u belangrijke instructies met betrek
king tot de veiligheid, het gebruik en
het onderhoud van het apparaat.
Dat is veiliger voor uzelf en u voor
komt onnodige schade aan uw ap
paraat.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing en
geef deze door aan de eventuele
volgende eigenaar van de automaat.
-
-
-
Efficiënt gebruik
Deze wasautomaat is uitsluitend
bestemd voor huishoudelijk ge-
bruik.
Deze wasautomaat is uitsluitend
bestemd voor het wassen van textiel dat volgens de aanwijzingen van de
fabrikant op het wasetiket in de wasautomaat mag worden gewassen, maar
ook voor wollen textiel dat met de hand
wordt gewassen.
Gebruik voor andere doeleinden kan
gevaarlijk zijn. De fabrikant is niet ver
antwoordelijk voor schade die wordt
veroorzaakt door een ander gebruik
dan hier aangegeven of door een fou
tieve bediening.
-
-
Technische veiligheid
Controleer vóórdat het apparaat
wordt geplaatst, of het zichtbaar
beschadigd is.
Een beschadigde wasautomaat mag
niet worden geplaatst en niet in gebruik
genomen.
Voordat u de wasautomaat aansluit
dient u altijd de aansluitgegevens
(zekering, spanning en frequentie) op
het typeplaatje met die van het elektrici
teitsnet te vergelijken. Deze moeten be
slist overeenkomen. Raadpleeg bij twij
fel een elektricien.
De elektrische veiligheid van de
wasautomaat is uitsluitend gega
randeerd als deze wordt aangesloten
op een aardingssysteem dat volgens
de geldende veiligheidsbepalingen is
geïnstalleerd.
Het is zeer belangrijk dat wordt nage
gaan of aan deze fundamentele veilig
heidsvoorwaarde is voldaan en dat de
huisinstallatie bij twijfel door een vakman / vakvrouw wordt geïnspecteerd.
De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die wordt veroorzaakt door een ontbrekende of beschadigde aarddraad.
De wasautomaat voldoet aan de
voorgeschreven veiligheidsbepalingen. Ondeskundig uitgevoerde reparaties kunnen onvoorziene risico’s voor
de gebruiker opleveren, waarvoor de
fabrikant niet aansprakelijk kan worden
gesteld. Reparaties mogen alleen door
erkende vakmensen van Miele worden
uitgevoerd.
Wanneer er een storing wordt ver
holpen en wanneer de wasauto
maat wordt gereinigd en onderhouden
mag er geen elektrische spanning op
de wasautomaat staan.
Dat is het geval, als aan één van de
volgende voorwaarden is voldaan:
–
als de hoofdschakelaar van de huis
installatie is uitgeschakeld,
–
of als de stekker uit de contactdoos
is getrokken.
-
-
-
-
-
-
-
-
-
6
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Gebruik om veiligheidsredenen
geen verlengsnoer.
Dit in verband met gevaar voor bijvoor
beeld oververhitting.
De wasautomaat mag alleen met
een nieuwe slangenset met toebe
horen op de waterleiding worden aan
gesloten. Een oude slangenset mag
niet opnieuw worden gebruikt.
Controleer de slang met toebehoren re
gelmatig, zodat u deze wanneer dat no
dig is kunt vervangen en zo waterscha
de voorkomen.
Defecte onderdelen mogen alleen
door originele Miele-onderdelen
worden vervangen. Alleen van deze
Miele-onderdelen kunnen wij garanderen, dat zij volledig voldoen aan de veiligheidseisen die wij stellen aan onze
apparaten en onderdelen daarvan.
Wanneer de aansluitkabel bescha-
digd is, moet de kabel door een
speciale Miele-kabel worden
vervangen.
-
Gebruik
Dit apparaat mag uitsluitend door
een vakman/vakvrouw op een
niet-stationaire locatie (bijvoorbeeld
een boot of camper) worden inge
bouwd en aangesloten. Hierbij moet
aan alle voorwaarden voor een veilig
gebruik worden voldaan.
Plaats uw wasautomaat niet in
vorstgevoelige ruimten.
Bevroren slangen kunnen scheuren of
barsten en de betrouwbaarheid van de
elektronische besturing kan door tem
peraturen onder het vriespunt afnemen.
-
-
Verwijder voordat u de wasauto
maat in gebruik neemt de trans
portbeveiliging aan de achterzijde van
het apparaat.
Zie hoofdstuk: "Het plaatsen en aanslui
ten van de wasautomaat", paragraaf:
"Het verwijderen van de transportbevei
liging".
Wanneer u de transportbeveiliging niet
verwijdert, kan dat bij het centrifugeren
schade veroorzaken aan uw wasauto
maat en aan de meubels / apparaten
die ernaast staan.
Sluit de kraan af als u langere tijd
afwezig bent (bijv. tijdens vakanties), zeker als er zich in de buurt van
de wasautomaat geen afvoer in de
vloer (bijv. een putje) bevindt.
Denk eraan dat er water kan over-
stromen.
Controleer daarom vóórdat u de waterafvoerslang in een wastafel of wasbak
hangt, of het water snel genoeg wegstroomt.
Zorg er daarom ook voor dat de afvoer
slang niet weg kan glijden. Wanneer de
slang niet goed vastzit kan hij door de
kracht van het wegstromende water uit
de wastafel of wasbak worden gedrukt.
Let erop dat u voorwerpen zoals
spijkers, naalden, munten en pa
perclips niet meewast.
Deze kunnen namelijk onderdelen van
de wasautomaat beschadigen (bijv.
kuip, wastrommel).
Beschadigde onderdelen kunnen op
hun beurt weer schade aan het was
goed veroorzaken.
-
-
-
-
-
-
-
-
7
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Als u het wasmiddel op de juiste
manier doseert is het niet nodig dat
u de wasautomaat ontkalkt. Mocht uw
apparaat toch zo sterk verkalkt zijn, dat
het beslist moet worden ontkalkt, ge
bruik daar dan speciale ontkalkings
middelen voor die een anti-corrosiemid
del bevatten.
Deze middelen zijn verkrijgbaar via uw
Miele-vakhandelaar of bij de afdeling
Onderdelen van Miele Nederland B.V.
Volg de adviezen voor het gebruik van
de ontkalkingsmiddelen strikt op.
Wasgoed dat met oplosmiddelhou
dende reinigingsmiddelen is behandeld, moet vóórdat het in de wasautomaat wordt gewassen, grondig in helder water worden uitgespoeld.
Gebruik in deze wasautomaat nooit
reinigingsmiddelen die een oplosmiddel bevatten, zoals wasbenzine.
Wanneer u dat toch doet, kunnen onderdelen van het apparaat beschadigen en kunnen er giftige dampen ontstaan. Het gevaar bestaat dan dat er
brand uitbreekt of zich een explosie
voordoet.
-
-
Gebruik van toebehoren
Alleen originele Miele-toebehoren
kunnen worden aan- of ingebouwd.
Wanneer er andere toebehoren worden
aan- of ingebouwd, kan Miele niet voor
de gevolgen instaan en kan er geen
beroep meer worden gedaan op bepa
lingen met betrekking tot garantie en
productaansprakelijkheid.
Het afdanken van het apparaat
Trek de stekker uit de contactdoos
-
en maak deze samen met de aan
sluitkabel onbruikbaar.
U voorkomt daarmee dat de wasautomaat verkeerd wordt gebruikt.
-
-
Textielverf en ontkleuringsmiddelen
kunnen door hun chemische sa
menstelling corrosie veroorzaken.
Ze mogen daarom niet in de wasauto
maat worden gebruikt.
Wanneer u op hoge temperaturen
wast, denk er dan aan dat het glas
van de deur heet wordt.
Zorg er dus voor dat kinderen het glas
van de deur tijdens het wasprogramma
niet aanraken.
8
-
-
Algemeen
Specifieke kenmerken
Speciale programma’s (Zijde /,
WOL /, Miniwas, Combinatiewas,
Extra spoelen)
Zijde
–
–
– Miniwas
– Combinatiewas
/
In dit programma kan met de hand
wasbaar, kreukgevoelig textiel wor
den gewassen waar geen wol in zit.
WOL
/
In dit programma kan met de hand
wasbaar textiel van wol of wolmeng
weefsels worden gewassen.
In dit programma kan een kleine hoeveelheid licht vervuild textiel worden
gewassen dat anders met de bonte
was meegaat.
In dit programma kunnen stukken
wasgoed van verschillende soorten
textiel worden gewassen, als ze
maar wel dezelfde kleur hebben.
Licht strijken in de programma’s
FIJNE WAS en Zijde /
In deze programma’s wordt het was
goed bijzonder behoedzaam gewassen
en gecentrifugeerd. Daardoor kreukt
het wasgoed minder en hoeft het min
der te worden gestreken.
-
Systeem extra water
Met dit systeem is het mogelijk om met
een hogere waterstand te spoelen of te
wassen en te spoelen.
Bovendien is het mogelijk om voor het
programma WITTE WAS/BONTE WAS
een extra spoelgang te kiezen.
-
-
–
Extra spoelen
In dit programma kan wasgoed wor
den behandeld dat alleen maar moet
worden gespoeld en gecentrifu
geerd.
-
-
9
Algemeen
Programma-actualisering (Update)
Wasmiddelen, textiel, wasgewoonten
en wasvoorschriften zullen in de toe
komst veranderingen ondergaan.
De was- en spoelprogramma’s zullen
daaraan moeten worden aangepast.
-
De Technische Dienst zal in de toe
komst in staat zijn het wasprogramma
te updaten en in het Novotronic-geheu
gen van uw wasautomaat op te slaan.
Dit zal gebeuren via het controlelampje
voor de watertoevoer (PC = Programme
Correction).
Miele zal zelf aangeven wanneer de
programma’s kunnen worden geactualiseerd.
-
-
10
Bedieningspaneel
Algemeen
a Toets START
Met deze toets kunt u een wasprogramma starten.
b Toetsen voor de extra functies
Met deze toetsen kunt u extra functies kiezen.
Wanneer u een extra functie inschakelt gaat het daarbij behorende controlelampje branden.
Wanneer u een extra functie weer
uitschakelt gaat het daarbij behorende controlelampje uit.
c Controlelampjes voor het gekozen
centrifugetoerental, Spoelstop en
Zonder centrifugeren
d Toets "Centrifugeren"
Met deze toets kunt u een ander
centrifugetoerental,
Zonder centrifugeren
Spoelstop
kiezen.
of
e Programmakeuzeschakelaar
Met deze schakelaar kunt u het basiswasprogramma en een daarbij horende temperatuur kiezen.
De programmakeuzeschakelaar kan
rechts- of linksom worden gedraaid.
f Controlelampjes voor het program-
maverloop
Deze controlelampjes laten u tijdens
het wasprogramma zien welke fase
in het programmaverloop is bereikt.
g Andere controlelampjes
Deze controlelampjes geven een
probleem aan.
h Toets I-Aan/0-Uit
Met deze toets kunt u de wasauto
maat in- en uitschakelen en het pro
gramma onderbreken.
i Toets Deur
Met deze toets kunt u de deur van
de wasautomaat openen.
-
-
11
Algemeen
Belangrijke bedieningsele
-
menten
Programmakeuzeschakelaar
Met de programmakeuzeschakelaar
kunt u een basisprogramma en een
daarbij behorende temperatuur instel
len.
Toetsen voor de extra functies
Met deze toetsen kunt u extra functies
in- en uitschakelen.
De extra functies dienen ter aanvulling
van de basiswasprogramma’s.
Met de bovenste toets kunt u óf de extra functie
kiezen.
Met de onderste toets kunt u de extra
functie
Wanneer het controlelampje van een
functie brandt, is de functie ingeschakeld.
Extra functies die binnen het gekozen
basisprogramma niet van toepassing
zijn, kunt u niet inschakelen.
KortófVoorwasófInweken
Extra water
kiezen.
Max.
toerental
1350 WITTE WAS/BONTE WAS, Miniwas,
1200 WOL, Extra spoelen
900 KREUKHERSTELLEND,
-
600 FIJNE WAS
400 Zijde
Basiswasprogramma’s
Stijven, Pompen/Centrifugeren
Combinatiewas
Kiest u een hoger toerental dan binnen
het gekozen programma mogelijk is,
dan accepteert de automaat dat niet.
Het overslaan van het eindcentrifuge
ren
^ Druk op de
dat u
Centrifugeren
Spoelstop
heeft bereikt.
Het wasgoed wordt niet gecentrifugeerd en blijft na de laatste spoelgang
in het water liggen.
Het wasgoed kreukt dan minder wanneer u het niet direct na afloop van het
programma uit de trommel haalt.
Wilt u het programma voortzetten:
^
kies dan een centrifugetoerental.
Wilt u het programma beëindigen:
-
- toets tot-
Toets "Centrifugeren" met lampjes
Met deze toets kunt u een centrifuge
toerental,
geren
SpoelstopofZonder centrifu
kiezen.
De controlelampjes geven aan wat u
gekozen heeft.
Het kiezen van een centrifugetoeren
tal
Met bovengenoemde toets kunt u het
centrifugetoerental wijzigen.
Het maximale centrifugetoerental ver
schilt van programma tot programma.
12
^
druk dan op de
-
Het overslaan van het centrifugeren
-
tussen de spoelgangen en het eind
Deur
- toets.
centrifugeren
^
Druk op de
en met
-
Het wasgoed wordt niet gecentrifu
Centrifugeren
Zonder centrifugeren
geerd. De wasautomaat schakelt na het
afpompen van het laatste spoelwater
direct over op de kreukbeveiliging.
-
-
- toets tot
.
-
Vóór de eerste wasbeurt
Iedere wasautomaat wordt in de fa
briek op zijn werking getest.
Het is mogelijk dat er als gevolg van
deze tests wat water in het apparaat
achterblijft.
Controleer voordat u uw wasauto
maat voor het eerst gebruikt of het
apparaat volgens de regels is ge
plaatst en aangesloten.
Zie hoofdstuk: "Het plaatsen en aan
sluiten van de wasautomaat".
Om veiligheidsredenen is het niet mogelijk om meteen bij de eerste wasbeurt
te centrifugeren. Ter activering van het
centrifugeren moet u eerst een wasprogramma zonder wasgoed
wasmiddel draaien.
Wordt er wel wasmiddel gebruikt kan er
overmatige schuimvorming optreden.
Draait u eerst een wasprogramma zonder wasgoed en zonder wasmiddel
wordt daarmee tegelijk het kogelventiel
geactiveerd. Het kogelventiel zorgt er
voor dat vanaf de eerste wasbeurt
steeds al het wasmiddel wordt gebruikt.
en zonder
-
-
-
-
-
Na afloop van het programma is de
wasautomaat klaar voor de eerste
wasbeurt.
^
Draai de waterkraan open.
^
Druk de
^
Draai de programmakeuzeschake
laar op WITTE WAS/BONTE WAS
40°C.
^
Druk zo vaak op de
toets totdat het controlelampje
der centrifugeren
^
Druk op de START - toets.
I-Aan/O-Uit
oplicht.
- toets in.
Centrifugeren
Zon
-
-
-
13
Tips om energie te besparen
Benut bij ieder programma dat u
–
kiest de maximale beladingscapaci
teit van de trommel.
Het energie- en waterverbruik is dan,
gerelateerd aan de totale hoeveel
-
heid wasgoed, het laagst.
Was normaal en licht vervuild WIT en
–
BONT WASGOED met een lagere
temperatuur (75°C of 60°C).
Gebruik de programma’s
–
tiewas
of
Miniwas
voor kleinere hoe
Combina
-
veelheden wasgoed.
Voor de reiniging van normaal ver
–
vuild wasgoed is de hoofdwas voldoende.
– Gebruik voor sterk vervuild wasgoed
de extra functie
Inweken
. Dan kunt u
voor de hoofdwas een lagere temperatuur instellen.
– Gebruik de extra functie
plaats van de extra functie
Inweken
Voorwas
in
Bij het inweken en de hoofdwas die
daar direct op volgt wordt hetzelfde
sop gebruikt.
Was licht vervuild wasgoed met de
–
-
extra functie
Gebruik hoogstens zoveel wasmid
–
Kort
.
del als op de wasmiddelverpakking
staat aangegeven.
Reduceer bij kleinere beladingshoe
–
veelheden de hoeveelheid wasmid
del. Bij halve belading kan ca.
-
-
1
/
3
minder wasmiddel worden gebruikt.
Kies een hoger centrifugetoerental
–
-
wanneer u het wasgoed na het was
-
sen in de droger wilt drogen.
Door de beladingsautomaat en de
–
spoelautomaat kunnen de wastijden
variëren.
Afhankelijk van de hoeveelheid wasgoed in de trommel kan de hoofdwas
korter zijn en kan één spoelgang
vervallen.
.
14
Zo wast u goed
Korte handleiding
Tip: Het is belangrijk dat u zich met de
bediening van de automaat vertrouwd
maakt. Lees daarom de uitgebreide pa
ragrafen: "Voordat u gaat wassen",
"Wanneer u gaat wassen" en "Nadat u
heeft gewassen" in dit hoofdstuk.
Voordat u gaat wassen
A Inspecteer en sorteer het wasgoed
en behandel het voor.
Wanneer u gaat wassen
B Schakel de wasautomaat in.
C Open de deur.
D Vul de trommel.
E Sluit de deur.
F Kies een programma.
G Kies een centrifugetoerental.
H Kies eventueel (een) extra functie(s).
I Doseer het wasmiddel.
Welk textiel in welk programma kan
worden gewassen, kunt u in het volgen
de programma-overzicht vinden.
-
-
J Start het programma.
Nadat u heeft gewassen
K Open de deur.
L Haal het wasgoed uit de automaat.
M Schakel de wasautomaat uit.
N Draai de programmakeuzeschake
laar op
O Sluit de deur.
Einde
.
-
15
Zo wast u goed
Programma-overzicht
WITTE WAS / BONTE WAS 9ö876
TextielsoortWasgoed van katoen en linnen, bijv. beddengoed, tafella
kens en servetten, badstof handdoeken, spijkerbroeken,
T-shirts, ondergoed en babykleertjes
Extra functiesInweken / Voorwas / Kort / Extra water
Bijzondere tips
WasmiddelenUniversele wasmiddelen, Color-wasmiddelen en vloeiba-
Max. belading5 kg
Tip voor testbureaus:
Programma-instelling voor de test volgens norm EN 60456: BONTE WAS 60°C
KREUKHERSTELLEND 4321
TextielsoortWasgoed van synthetische vezels, mengweefsels of
Extra functiesInweken / Voorwas / Kort / Extra water
Bijzondere tips
geïnfecteerd en sterk vervuild wasgoed.
Gebruik voor weinig vervuild wasgoed de extra functie
–
Kort
.
Gebruik voor sterk vervuild wasgoed de extra functie
–
VoorwasofInweken
Was donkerkleurig wasgoed met een Color-wasmiddel
–
of vloeibaar wasmiddel.
re wasmiddelen
kreukherstellend gemaakt katoen, bijv. overhemden,
blouses, werkkleding, tafellakens en servetten
–
Gebruik voor weinig vervuild wasgoed de extra functie
Kort
.
–
Gebruik voor sterk vervuild wasgoed de extra functie
VoorwasofInweken
wasmiddelen en fijnwasmiddelen
.
.
-
16
Zo wast u goed
FIJNE WAS a
TextielsoortWasgoed van synthetische vezels, mengweefsels, kunst
zijde of kreukherstellend gemaakt katoen, bijv. overhem
den of blouses
Vitrage die volgens de fabrikant in de wasautomaat kan
worden gewassen.
Extra functiesInweken / Voorwas / Kort
Bijzondere tips
WasmiddelenFijnwasmiddelen
Max. belading1 kg
Zijde /
TextielsoortWasgoed van met de hand wasbaar, kreukgevoelig textiel
Extra functiesKort / Extra water
Bijzondere tips– In dit programma kreukt het wasgoed minder ("Licht
WasmiddelenFijnwasmiddelen
Max. belading1 kg
WOL /
TextielsoortWasgoed van wol en wolmengweefsels dat met de hand
WasmiddelenWolwasmiddelen
Max. belading2 kg
In dit programma kreukt het wasgoed minder ("Licht
–
strijken").
Vitrage trekt veel stof aan en zal daarom vaak in een
–
programma met de extra functie "Voorwas" moeten
worden gewassen.
Reduceer bij kreukgevoelige vitrage het centrifugetoe
–
rental of centrifugeer helemaal niet.
waar geen wol in zit
strijken").
–
Was panty’s en bh’s in een waszak.
–
Gebruik een fijnwasmiddel.
of in de wasautomaat mag worden gewassen
-
-
-
17
Zo wast u goed
Miniwas 7
TextielsoortLicht vervuild wasgoed dat in het programma voor de
bonte was mag worden gewassen
Extra functieExtra water
Bijzondere tip
WasmiddelenUniversele wasmiddelen, Color-wasmiddelen en vloeiba
Max. belading2,5 kg
Combinatiewas 72
TextielsoortWasgoed van katoenen en kreukherstellend textiel dat
Extra functiesInweken / Voorwas / Kort / Extra water
WasmiddelenUniversele wasmiddelen, Color-wasmiddelen en vloeiba-
Max. belading3 kg
Stijven
TextielsoortTafellakens, servetten, schorten en beroepskleding
Bijzondere tip– Het wasgoed moet schoongewassen, maar mag niet
Max. belading5 kg
Extra spoelen
TextielsoortWasgoed dat alleen maar moet worden uitgespoeld en
Max. belading5 kg
Pompen/Centrifugeren
Bijzondere tip
Max. belading5 kg
Doseer minder waspoeder. Dit programma heeft name
–
lijk een halve belading.
re wasmiddelen
naar kleur is gesorteerd
re wasmiddelen
met wasverzachter nabehandeld zijn.
gecentrifugeerd
–
Alleen pompen: zet het centrifugetoerental op
centrifugeren
.
Zonder
-
-
18
Zo wast u goed
Voordat u gaat wassen
A Inspecteer en sorteer het wasgoed
en behandel het voor
Het inspecteren van het wasgoed
^ Maak de zakken leeg.
,
Voorwerpen (spijkers, munten,
paperclips e.d.) kunnen wasgoed en
onderdelen van de wasautomaat beschadigen.
^
Sluit de ritsen. Keer kleding met rit
sen eventueel binnenstebuiten.
^
Sluit eventuele haakjes en oogjes.
^
Zorg ervoor dat onderdelen van kle
ding, zoals bh-beugels, niet los kun
nen raken. Losgeraakte onderdelen
moeten eerst worden vastgemaakt of
verwijderd.
-
-
Keer gebreid of tricot wasgoed bin
^
nenstebuiten als de fabrikant dat ad
viseert.
Het sorteren van het wasgoed
Sorteer het wasgoed naar kleur en
^
naar de symbolen in het wasetiket,
dat zich in de kraag of in de zijnaad
bevindt.
Was geen textiel dat volgens het
^
wasetiket niet in de wasautomaat kan
worden gewassen. Het symbool
daarvoor is: h.
^ Donkergekleurd wasgoed geeft bij
de eerste wasbeurten vaak iets af.
Was licht en donker wasgoed daarom apart.
Het voorbehandelen van vlekken
^ Verwijder eventuele vlekken op het
textiel, als het even kan zodra ze ontstaan zijn. Dit is nog belangrijker voor
moeilijke vlekken als thee-, koffie-, eien bloedvlekken.
Neem de vlekken met een tissue af.
Wrijf de vlekken er niet in!
,
Gebruik in geen geval chemi
sche (oplosmiddelhoudende) reini
gingsmiddelen in de wasautomaat!
-
-
-
-
-
^
Verwijder bij vitrage de haakjes en
het loodband of wikkel ze in een
doek.
19
Zo wast u goed
Wanneer u gaat wassen
B Schakel de wasautomaat in
door op de
^
ken
en de waterkraan open te draaien.
^
C Open de deur
door op de
^
de deur open te klappen.
D Vul de trommel
door het wasgoed ontvouwd en los
^
jes in de trommel te leggen.
Leg stukken wasgoed van verschillende grootte in de trommel. Daardoor
wordt een beter wasresultaat bereikt en
kan het wasgoed zich tijdens het centrifugeren beter verdelen.
Benut bij ieder programma dat u kiest
de maximale beladingscapaciteit van
de trommel.
Het energie- en waterverbruik is dan,
gerelateerd aan de totale hoeveelheid
wasgoed, het laagst.
I-Aan/0-Uit
Deur
- toets te druk
- toets te drukken en
-
F Kies een programma
-
^ door de programmakeuzeschakelaar
op de gewenste stand te zetten.
G Kies een centrifugetoerental
Let erop dat wanneer de maximale be
ladingscapaciteit wordt overschreden,
de wasresultaten tegenvallen en het
wasgoed sneller gaat kreuken.
E Sluit de deur
^
Sluit de deur met een lichte klap.
Let erop dat er niets tussen deur en
manchet beklemd raakt.
20
-
^
door zo vaak op de
toets te drukken totdat het controle
lampje oplicht van het door u ge
wenste centrifugetoerental.
Het maximale centrifugetoerental kan
van programma tot programma ver
schillen. Wanneer u een hoger centrifu
getoerental kiest dan binnen het geko
zen wasprogramma mogelijk is,
accepteert de automaat dat niet.
Centrifugeren
-
-
-
-
-
-
Zo wast u goed
Extra functies
H Kies eventueel (een) extra func
tie(s)
U kunt extra functies inschakelen, als
deze binnen het gekozen basispro
gramma mogelijk zijn.
Van de extra functies
Inweken
zen.
^ Druk op de toets van de gewenste
extra functie. Druk zo vaak op de bovenste toets totdat het controlelampje
van de gewenste extra functie gaat
branden.
Kort
Voor licht vervuild wasgoed
Wanneer u deze functie hebt ingescha
keld, wordt de programmaduur verkort.
In de programma’s WITTE WAS / BON
TE WAS, KREUKHERSTELLEND en
kunt u er altijd maar één kie
Combinatiewas
keer gespoeld.
Deze twee spoelgangen worden met
een verhoogde waterstand uitgevoerd.
Kort,Voorwas
wordt er slechts twee
-
-
en
-
Voorwas
Voor sterk vervuild wasgoed
Inweken
Voor wasgoed dat bijzonder sterk is
vervuild door eiwithoudende vlekken
(bijv. bloed, vet, cacao).
Wanneer u deze functie hebt ingescha
keld, dan gaat aan het eigenlijke was
programma een inweekprogramma
vooraf.
Op de toets
worden geprogrammeerd van minimaal
30 minuten en maximaal 2 uur.
Wanneer de wasautomaat wordt geleverd is de inweektijd op 2 uur ingesteld.
Voor het wijzigen van de inweektijd zie
hoofdstuk: "Het programmeren van aanvullende functies", paragraaf: "Inweken".
Extra water
Wanneer u deze functie hebt ingescha
keld, wordt er bij de wasprogramma’s
meer water gebruikt.
Er zijn vier mogelijkheden, die in het
hoofdstuk: "Het programmeren van aan
vullende functies", paragraaf: "Systeem
extra water" worden uiteengezet.
Wanneer de wasautomaat wordt gele
verd, wordt de eerste keer dat u de
-
tra water
bij het wassen en spoelen verhoogd.
Inweken
- toets indrukt de waterstand
kan een inweektijd
Ex
-
-
-
-
-
-
21
Zo wast u goed
I Doseer het wasmiddel
Het is belangrijk om niet te weinig en
niet te veel te doseren, want . . .
. . . te weinig wasmiddel heeft tot ge
volg dat:
het wasgoed niet schoon en in de
–
loop van de tijd grauw en hard wordt;
er vetbolletjes in het wasgoed blijven
–
zitten;
er zich kalk in de kuip afzet.
–
. . . te veel wasmiddel heeft tot gevolg
dat:
– er sterke schuimvorming optreedt,
de waswerking daardoor gering en
het reinigings-, spoel- en centrifugeerresultaat niet optimaal is;
– er door een automatisch ingescha-
kelde extra spoelgang meer water
wordt verbruikt;
– het milieu extra wordt belast.
Wanneer u vloeibaar wasmiddel en te
vens de extra functie
let er dan op dat er in dat geval voor
het vloeibaar wasmiddel een apart bak
je in vakje j moet worden geplaatst.
Dit is verkrijgbaar bij de Miele vakhan
del of bij de afdeling Onderdelen van
Miele Nederland B.V.
Voorwas
-
gebruikt,
Trek de wasmiddellade naar buiten
^
en doseer het wasmiddel in de vakjes.
i = Vakje voor de voorwas
Wanneer u de extra functie
Voorwas
dan
volen wasmiddelhoeveelheid.
j = Vakje voor de hoofdwas
en voor het inweken, wanneer
-
§= Vakje voor wasverzachter
-
Nadere bijzonderheden over wasmid
delen en de dosering daarvan treft u
aan in het hoofdstuk: "Wasmiddelen".
u deze extra functie hebt
gekozen.
of stijfsel
hebt gekozen, neem
1
/4van de totale aanbe-
-
22
J Druk op de START - toets
Het programma start.
Zo wast u goed
Nadat u heeft gewassen
K Open de deur
Deur
^ door op de
de deur open te klappen.
L Haal het wasgoed uit de automaat
^ Controleer of er voorwerpen in de
manchet van de deur zijn achtergebleven.
- toets te drukken en
M Schakel de wasautomaat uit
door op de
^
ken.
N Draai de programmakeuzeschake
laar op Einde
O Sluit de deur
Anders bestaat het gevaar dat er voor
werpen per vergissing in de trommel te
rechtkomen, worden meegewassen en
het wasgoed beschadigen.
Draai de waterkraan dicht.
I-Aan/0-Uit
- toets te druk
-
-
-
-
Kijk goed of er geen stukken was
goed in de trommel zijn blijven lig
gen. Anders loopt u het risico dat ze
bij de volgende wasbeurt krimpen of
afgeven.
-
-
23
Zo wast u goed
Het bijvullen van de trommel of
het voortijdig verwijderen van
wasgoed uit de trommel
U kunt bij de volgende programma’s
nog wasgoed in de trommel leggen of
wasgoed uit de trommel halen, nadat u
het programma heeft gestart:
WITTE WAS / BONTE WAS
–
KREUKHERSTELLEND
–
Miniwas
–
Combinatiewas
–
Stijven
–
Deur
^ Druk op de
deur openspringt.
^ Leg wasgoed in de trommel of haal
er wasgoed uit.
^ Sluit de deur.
Het programma wordt automatisch
voortgezet.
- toets totdat de
In een paar gevallen kan de deur niet
meer worden geopend, en wel wan
neer
de temperatuur van het sop boven
–
de 55°C komt;
de waterstand te hoog is;
–
de programmafase
–
bereikt.
Centrifugeren
-
is
24
Zo wast u goed
Het onderbreken van een pro
-
gramma
Schakel de wasautomaat met de
^
I-Aan/0-Uit
Wanneer u het programma weer wilt
voortzetten,
schakel de wasautomaat dan met de
^
I-Aan/0-Uit
- toets uit.
- toets weer in.
Het wijzigen van het gekozen
programma
Nadat u op de START - toets heeft ge
drukt, kunt u de volgende wijzigingen
aanbrengen.
– U kunt te allen tijde
toerental wijzigen, voor zover dat het
maximum toerental van het gekozen
programma niet overschrijdt.
– U kunt max. 6 minuten nadat het ge-
kozen programma is gestart een andere temperatuur kiezen.
Nadat u op de START - toets heeft ge
drukt, kunt u geen ander programma
meer kiezen.
Wordt de programmakeuzeschakelaar
na de start van het programma toch op
een ander programma gedraaid, heeft
dat geen invloed op het programmaver
loop. Het controlelampje
ging/Einde
begint te knipperen.
het centrifuge-
Kreukbeveili
-
-
-
Het controlelampje gaat uit wanneer de
programmakeuzeschakelaar weer op
het programma wordt gedraaid dat
eerst was ingesteld.
Het overslaan van een pro
grammafase
Draai de programmakeuzeschake
^
laar op
Zodra in het programmaverloop het
controlelampje knippert van de pro
grammafase waarmee het programma
moet worden voortgezet,
^ draai dan de programmakeuzescha-
kelaar binnen 4 seconden
de gewenste programmafase.
Einde
.
weer op
Het wisselen van programma
^ Schakel de wasautomaat met de
I-Aan/0-Uit
^ Draai de programmakeuzeschake-
laar op stand
^
Schakel de wasautomaat met de
I-Aan/0-Uit
^
Kies een ander programma.
^
Druk op de START - toets.
-
- toets uit.
Einde
- toets in.
.
-
-
-
25
Zo wast u goed
Programmaverloop
De wasautomaat beschikt over een vol
ledig elektronische besturing met bela
dingsautomaat.
Tijdens een wasprogramma zuigt het
wasgoed water op. Om hoeveel water
het gaat hangt af van de hoeveelheid
wasgoed en de aard van het textiel.
Hoe groter het absorptievermogen van
het wasgoed is, des te meer water er
moet worden bijgepompt. De elektroni
ca van de wasautomaat kan de hoeveelheid water meten die het wasgoed
opneemt en die moet worden bijge
pompt.
Het programmaverloop en de wastijd
zijn bij de diverse programma’s dus
verschillend.
Het programmaverloop van de hier vermelde programma’s slaat op het basisprogramma met maximale belading.
Eventueel gekozen extra functies zijn
hier buiten beschouwing gelaten.
De controlelampjes voor het programmaverloop geven tijdens iedere was
beurt aan in welke fase het waspro
gramma zich op dat moment bevindt.
Waterstand: laag
Wasritme: normaal
Eindcentrifugeren: ja
Extra spoelen
Waterstand: hoog
Spoelgangen: 2
Eindcentrifugeren: ja
2)
: ja
Nadere bijzonderheden over het pro
-
grammaverloop:
Kreukbeveiliging:
Bij alle programma’s behalve WOL is
de kreukbeveiliging max. 30 minuten na
het einde van het programma ingeschakeld.
1)
Een vierde spoelgang wordt uitgevoerd wanneer:
– er teveel schuim in de trommel zit;
2)
: ja
– er een lager centrifugetoerental is
gekozen dan 700 omw/min;
–
Zonder centrifugeren
2)
Centrifugeren tussen de spoelgangen
Het wasgoed wordt tussen de spoel
is gekozen.
-
gangen gecentrifugeerd.
Tussen de spoelgangen wordt niet
centrifugeerd wanneer
is gekozen.
geren
3)
Pendelspoelen
Zonder centrifu
ge
-
-
Centrifugeren
Centrifugeren
tussen de spoelgangen
Eindcentrifugeren: ja
Aan het einde van de hoofdwas koelt
het sop in fases af door in- en wegstro
-
mend water.
2)
: ja
Dat vermindert het risico dat het was
goed gaat kreuken.
-
27
Zo wast u goed
Textielbehandelingssymbolen
28
In het wasgoed bevindt zich een etiket
met textielbehandelingssymbolen. Dit
etiket doet aanbevelingen voor de juiste
behandeling van het artikel waarop het
is aangebracht. Het mag niet worden
verward met een garantie hoe het tex
tiel zich in het gebruik zal gedragen.
Het behandelingsetiket waarborgt dat
het textielproduct bij de aanbevolen be
handeling geen schade lijdt.
-
Zo wast u goed
-
Een artikel waarop een behandelings
etiket met de symbolen is aangebracht
moet voldoen aan bepaalde eisen van
wasechtheid, wrijfechtheid en water
echtheid van de kleuren. Het mag niet
teveel krimpen of vervormen, de lijmen
mogen niet loslaten en bij de eerste vier
keer reinigen zijn ontleding, smelten,
vergelen, pillen en blijvende kreukels
ontoelaatbaar.
Behandelingen en temperaturen die
milder zijn dan op het etiket aangegeven zijn altijd toegestaan.
De waskaart is als handige sticker bij
de VTWS verkrijgbaar. U kunt deze stic
ker op uw Miele-wasautomaat plakken.
Meer informatie over textiel en de reini
ging ervan treft u aan in het boekje
"Textiel ABC". Ook dit boekje kunt u bij
de VTWS verkrijgen en wel door over
making van Ä 8,- op gironummer
666402 t.n.v. VTWS in Delft.
Het telefoonnummer van de VTWS is
015 - 261 12 05.
-
-
-
-
-
29
Wasmiddelen
Het kiezen van wasmiddel
U kunt alle moderne wasmiddelen ge
bruiken die geschikt zijn voor huishoud
wasautomaten. Ook vloeibare,
compacte (geconcentreerde) wasmid
delen, tabletten en wasmiddelen met
verschillende componenten.
U kunt ook eventueel bijgevoegde do
seerbolletjes of doseerzakjes ge
bruiken.
Wasgoed van wol of wolmengweefsels
kunt u het beste met een wolwasmiddel
wassen.
Tips voor het gebruik en voor de dosering van de wasmiddelen bij volle belading kunt u vinden op de wasmiddelverpakking.
-
-
-
Het doseren van wasmiddel
De dosering is van verschillende factoren afhankelijk.
– De hoeveelheid wasgoed
–
De mate waarin dit is vervuild
Licht vervuild
Er zijn geen vuile vlekken te zien,
maar de kledingstukken ruiken niet
meer zo fris.
Normaal vervuild
Er zijn lichte vlekken te zien.
Sterk vervuild
Er zijn donkere vlekken te zien.
–
De waterhardheid
Wanneer u de hardheidsgraad in uw
regio niet weet, informeer daar dan
naar bij uw waterleidingbedrijf.
Waterhardheid
Hardheids
-
-
graad
IZacht0 - 10
IIGemiddeld10 - 16
IIIHard tot
Eigenschap
van het water
zeer hard
Wateronthardingsmiddel
Wanneer het water harder is dan
10° dH kunt u een wateronthardings
middel gebruiken om wasmiddel te be
sparen.
De juiste dosering vindt u op de verpakking.
Doseer eerst het wasmiddel en dan pas
het onthardingsmiddel.
Het wasmiddel kunt u normaal toevoegen, d.w.z. in doseringen voor zacht
water tot 10° dH.
Wasmiddelen met verschillende componenten
Wanneer u met verscheidene compo
nenten wast, adviseren wij u deze mid
delen altijd bij elkaar in vakje j te do
seren, en wel in de onderstaande
volgorde:
1. Wasmiddel
2. Wateronthardingsmiddel
3. Vlekkenzout
Dan worden de middelen beter inge
spoeld.
Duitse
hardheid
°dH
> 16
-
-
-
-
-
-
30
Wasmiddelen
Wasverzachters en stijfsels
Met wasverzachters wordt uw wasgoed
extra zacht en minder statisch.
Met synthetische stijfsels krijgt u het
wasgoed beter in model.
Met andere stijfsels wordt wasgoed stijf.
Doseer de middelen volgens de aan
^
wijzingen van de fabrikant.
Automatisch spoelen met wasver
zachter of stijfsel
-
Wanneer u verschillende keren auto
matisch met stijfsel heeft gespoeld,
reinig dan de wasmiddellade.
Reinig vooral het kanaal voor de
wasverzachter en de zuighevel.
Zie hoofdstuk: "Reiniging en onder
houd", paragraaf: "Het reinigen van
de wasmiddellade".
-
Apart spoelen met wasverzachter of
synthetisch stijfsel
Doseer de wasverzachter of het
^
synthetische stijfsel in vakje p.
^ Draai de programmakeuzeschake-
Stijven
laar op
^ Kies een centrifugetoerental.
^ Druk op de START - toets.
Apart spoelen met stijfsel
^ Doseer het stijfsel en bereid het voor
zoals op de verpakking beschreven
staat.
.
-
-
^
Doseer de wasverzachter of het
(synthetische) stijfsel in vakje p.
Doseer niet hoger dan de pijl.
De wasverzachter of het (synthetische)
stijfsel wordt automatisch met het laat
ste spoelwater in de trommel gespoeld.
Aan het einde van het wasprogramma
blijft er een klein beetje water in vakje
p staan.
-
^
Doseer het stijfsel in vakje i.
^
Draai de programmakeuzeschake
laar op
^
Kies een centrifugetoerental.
^
Druk op de START - toets.
Stijven
.
Het kleuren en ontkleuren
^
Gebruik geen textielverf en geen ont
kleuringsmiddelen in de wasauto
maat.
-
-
-
31
Reiniging en onderhoud
Haal vóórdat u de wasautomaat
,
een reinigings- of onderhoudsbeurt
geeft de spanning van het apparaat.
Het reinigen van de wasauto
maat
Reinig de wasautomaat met een mild
^
reinigingsmiddel of sopje.
Wrijf de automaat daarna met een
zachte doek droog.
Reinig de wastrommel met een reini
^
gingsmiddel voor roestvrij staal.
Het reinigen van de wasmiddellade
Verwijder eventuele resten wasmiddel
regelmatig.
Het reinigen van de zuighevel
Trek de zuighevel uit vakje §
^
en reinig de hevel onder stromend
^
warm water.
-
-
^ Reinig ook het pijpje, waar de zuig-
hevel overheen wordt gestoken.
^ Zet de zuighevel weer terug.
,
Gebruik geen oplosmiddelhoudende reinigingsmiddelen, schuurmiddelen, glas- of allesreinigers.
Deze kunnen namelijk kunststof op
pervlakken en andere onderdelen
beschadigen.
Spuit de wasautomaat in geen geval
met een waterspuit schoon.
-
^
Trek de wasmiddellade naar buiten
totdat u weerstand voelt.
^
Druk de ontgrendelingsknop in
^
en trek de wasmiddellade naar bui
ten.
^
Reinig de wasmiddellade met warm
water.
32
-
Het reinigen van pluizenfilter
en filterhuis
Controleer het pluizenfilter in het begin
na 3 à 4 wasbeurten. Zo kunt u nagaan
hoe vaak u het filter moet reinigen.
Bij een gewone reinigingsbeurt stroomt
er 2 l water weg.
Wanneer de afvoer is verstopt, bevindt
zich een vrij grote hoeveelheid water in
de automaat (max. 25 l).
Wees voorzichtig! Het water is
,
heet, wanneer kort daarvoor op een
hoge temperatuur is gewassen. U
kunt zich aan het water branden!
Aan de achterkant van het front van de
wasmiddellade bevindt zich een gele
opener voor het klepje van het pluizenfilter (zie afbeelding hieronder).
Reiniging en onderhoud
Open daarmee het klepje.
^
^ Zet een bak of schaal onder het klep-
je.
^
Pak deze gele opener.
^
Draai het pluizenfilter los door de
greep van het filterdeksel om te
draaien.
Draai het filter er echter niet uit.
Maak de schaal of bak net zo vaak
leeg, totdat er geen water meer uit de
automaat loopt. Draai, wanneer u daar
bij de waterstroom wilt onderbreken,
het deksel van het pluizenfilter weer
vast.
-
33
Reiniging en onderhoud
Wanneer er geen water meer uit de au
tomaat loopt,
^ draai het pluizenfilter er dan helemaal
uit.
Reinig het filterhuis.
-
^
Reinig de schroefdraad in het filter
^
huis en aan het pluizenfilter.
Aan de schroefdraad mogen zich
geen kalkaanslag en wasmiddelres
ten bevinden.
Zet het pluizenfilter weer in het filter
^
huis en draai het vast.
Wordt het pluizenfilter niet terug
,
gezet en vastgedraaid, dan loopt er
water uit het apparaat.
Attentie:
Om te voorkomen dat er onnodig veel
wasmiddel wordt verbruikt moet u nade reiniging:
^ ca. 2 l water door de wasmiddellade
spoelen.
Het kogelventiel is weer actief.
-
-
-
-
^
Reinig het filter grondig.
^
Controleer of de pompschoepvleugel
gemakkelijk rond te draaien is.
Is dat niet het geval zitten er waar
schijnlijk knopen, muntjes en/of draden
in het filterhuis.
^
Verwijder deze.
34
-
Reiniging en onderhoud
Het reinigen van de watertoe
-
voerzeefjes
De automaat heeft twee zeefjes ter be
scherming van de watertoevoerklep
pen.
Deze zeefjes moet u ongeveer 1 keer in
het half jaar controleren. Wanneer de
watertoevoer vaak wordt onderbroken
moet u misschien vaker controleren.
Het reinigen van het zeefje in de wa
tertoevoerslang
Draai de waterkraan dicht.
^
^ Schroef de toevoerslang van de wa-
terkraan.
-
-
-
Wanneer de wasautomaat werkt
staat de watertoevoerslang onder
hoge druk.
Controleer de slang daarom regelmatig
op scheurtjes of andere bescha
digingen en vervang hem indien nodig
door een originele Miele-slang.
Het reinigen van het zeefje in het
koppelstuk van de watertoevoerklep
Schroef de geribbelde kunststof
^
moer voorzichtig met een tang van
het koppelstuk af.
^ Pak het kunststof zeefje met bijv. een
punttang aan de opstaande rand in
-
^
Trek het rubberen dichtingsringetje 1
uit de groef.
^
Pak het kunststof zeefje 2 met een
combinatie- of punttang aan de op
staande rand in het midden vast en
trek het eruit.
^
Reinig het zeefje.
^
Monteer alles weer in omgekeerde
volgorde.
het midden vast en trek het er uit.
^
Reinig het zeefje.
^
-
Monteer alles weer in omgekeerde
volgorde.
De beide zeefjes moeten weer wor
den teruggeplaatst, nadat ze zijn
gereinigd.
-
35
Nuttige tips
Het oplossen van problemen . . .
De meeste problemen waar u in het dagelijks gebruik mee te maken zou kunnen
krijgen kunt u zelf oplossen.
In al die gevallen hoeft u de Technische Dienst niet te bellen en kunt u tijd en kos
ten besparen.
De volgende tabellen helpen u om de oorzaken van een probleem te vinden en uit
de wereld te helpen. Bedenk echter:
Reparaties aan elektrische apparaten mogen alleen door erkende vakmen
,
sen worden uitgevoerd. Gebeurt dit niet, dan kan de gebruiker grote risico’s lo
pen.
Om het u makkelijker te maken het probleem waar u mee te maken heeft en de
bijbehorende oplossing snel in de tabellen te vinden, hebben wij de problemen in
gedeeld in de volgende hoofdstukken:
– Het programma begint niet
– Het wasprogramma is afgebroken en er volgt een foutmelding
– Het wasprogramma verloopt normaal, maar er volgt een foutmelding
– Algemene problemen of een tegenvallend resultaat
-
-
-
-
Deur
– De deur kan met de
- toets niet worden geopend.
Het programma begint niet
FoutmeldingMogelijke oorzaakOplossing
Het controlelampje
Kreukbeveiliging/Einde
brandt niet of de START toets knippert niet.
Nadat u het programma
Pompen/Centrifugeren
heeft gekozen en op de
START - toets heeft ge
drukt, begint het pro
gramma niet.
36
Er staat geen stroom op het
apparaat.
De wasautomaat is niet
klaar voor gebruik.
-
-
Controleer of
–
de stekker goed in de
contactdoos zit;
–
de zekering in orde is.
Maak de wasautomaat
klaar voor gebruik zoals
beschreven in het hoofd
stuk: "Vóór de eerste
wasbeurt".
-
Nuttige tips
Het wasprogramma is afgebroken en er volgt een foutmelding
FoutmeldingMogelijke oorzaakOplossing
Het controlelampje Waterafvoer knippert.
Het controlelampje Watertoevoer knippert.
In het programmaverloop knippert het controlelampje Inw/Voor-wassen of Spoelen.
A Schakel om de foutmelding uit te schakelen de wasautomaat met de
I-Aan/0-Uit
- toets uit en draai de programmakeuzeschakelaar op stand
De waterafvoer is ge
-
blokkeerd.
De waterafvoerslang ligt
te hoog.
De watertoevoer is ge
-
blokkeerd.
Het zeefje in de water
toevoer is verstopt.
Er is sprake van een de-
fect.
Reinig het pluizenfilter en
het filterhuis.
De maximale opvoerhoog
te is 1m.
Draai de waterkraan open.
-
Reinig het zeefje.
-
Start het programma nog
een keer.
Volgt dezelfde foutmelding,
neem dan contact op met
de Technische Dienst.
Einde
-
.
37
Nuttige tips
Het wasprogramma verloopt normaal, maar er volgt een fout
melding
FoutmeldingMogelijke oorzaakOplossing
Het controlelampje Waterafvoer knippert.
Het controlelampje Watertoevoer knippert.
Het controlelampje Over-dosering brandt.
In het programmaverloop knippert het controlelampje Wassen.
In het programmaver
loop knippert het contro
lelampje Kreukbeveiliging/Einde.
De waterafvoer is be
-
lemmerd.
De watertoevoer is be
-
lemmerd.
Het zeefje in de watertoevoerslang is verstopt.
Er heeft zich tijdens het
wasprogramma teveel
schuim gevormd.
Er is sprake van een
defect.
-
Nadat het gekozen programma is gestart, is de pro
-
grammakeuzeschakelaar op een ander programma
-
gedraaid. Zet de programmakeuzeschakelaar op
het programma dat eerder is ingesteld.
Reinig het pluizenfilter of
het filterhuis.
Controleer of
de waterkraan ver ge
–
noeg is opengedraaid;
er knikken in de toevoer
–
slang zitten.
Reinig het zeefje.
Gebruik de volgende keer
minder wasmiddel en
neem de doseeraanwijzingen op de wasmiddelverpakking in acht.
Start het programma nog
een keer.
Volgt dezelfde foutmelding,
neem dan contact op met
de Technische Dienst.
-
-
-
-
A Schakel om de foutmelding uit te schakelen de wasautomaat met de
I-Aan/0-Uit
38
- toets uit en draai de programmakeuzeschakelaar op stand
Einde
.
Algemene problemen of een tegenvallend resultaat
ProbleemMogelijke oorzaakOplossing
De wasautomaat
trilt tijdens het cen
trifugeren.
Het wasgoed is niet
normaal gecentrifu
geerd.
In de wasmiddella
de blijft vrij veel
wasmiddel achter.
De wasverzachter
wordt niet volledig
ingespoeld of er
blijft teveel water in
vakje § staan.
De stelvoeten staan niet
gelijk en zijn niet met
-
een contramoer vastge
schroefd.
Het ingestelde centrifu
getoerental was te laag.
-
Er staat onvoldoende
-
druk op het water.
Poedervormige wasmiddelen in combinatie met
onthardingsmiddelen
hebben de neiging te
gaan plakken.
De zuighevel zit niet
goed of is verstopt.
Stel de wasautomaat stevig en
schroef de stelvoeten met een
contramoer vast.
-
Kies bij de volgende wasbeurt
een hoger centrifugetoerental.
Reinig het zeefje in de wa
–
tertoevoer.
– Druk eventueel toets
water
in.
Doseer voortaan eerst het wasmiddel en dan pas het onthardingsmiddel in de wasmiddellade.
Reinig de zuighevel.
Zie hoofdstuk: "Reiniging en
onderhoud", paragraaf: "Het
reinigen van de wasmiddella
de".
Nuttige tips
-
Extra
-
39
Nuttige tips
ProbleemMogelijke oorzaakOplossing
Het wasgoed wordt
met een vloeibaar
wasmiddel niet
schoon.
Op het gewassen
wasgoed zijn grijze
elastische bolletjes
achtergebleven
(vetbolletjes).
Op het gewassen
wasgoed zitten witte, wasmiddelachtige bestanddelen.
In vloeibare wasmidde
len zitten geen bleek
middelen.
Fruit-, koffie- of theevlek
ken zijn er moeilijk uit te
krijgen.
Er is te weinig wasmid
del gedoseerd. Het was
goed is sterk met vet,
bijv. crème of olie ver
vuild geweest.
Het wasmiddel bevat
niet in water op te lossen
bestanddelen ter ontharding van het water, nl.
zeolieten.
Deze bestanddelen heb
ben zich op het textiel
vastgezet.
-
-
-
-
Gebruik poedervormige was
–
middelen met een bleekmid
del.
-
Doseer vlekkenzout in vakje
–
j en het vloeibare wasmid
del in een doseerbolletje.
Doseer vloeibaar wasmiddel
–
en vlekkenzout nooit bij el
kaar in het wasmiddelvakje.
Wanneer wasgoed zo ver
–
vuild is moet u óf meer was
middel doseren óf een vloei
baar wasmiddel gebruiken.
– Draai vóór de volgende was-
beurt het WITTE WAS/BONTE
WAS - programma op 60 °C
met een vloeibaar wasmiddel
en zonder wasgoed.
– Probeer de resten met een
borstel te verwijderen wanneer het wasgoed droog is.
– Was donker wasgoed voort-
aan met een vloeibaar was-
-
middel. Deze middelen be
vatten geen zeolieten.
-
-
-
-
-
-
-
-
40
Nuttige tips
De deur kan met de Deur - toets niet worden geopend.
ProbleemOplossing
De wasautomaat is niet
elektrisch aangesloten.
De wasautomaat is niet in
geschakeld.
De stroom is uitgevallen.Open de deur zoals beschreven in het hoofdstuk:
De deur is niet goed dicht
gedaan.
Er bevindt zich nog water
in de trommel en de wasautomaat kan het water
niet wegpompen.
De deur kan bij een temperatuur van hoger dan 55°C niet worden geopend. Op
deze manier wordt voorkomen dat u zich verbrandt.
Stop de stekker in het stopcontact.
Schakel de wasautomaat met de
-
in.
"Nuttige tips", paragraaf: "Het openen van de deur
bij stroomuitval".
Druk een keer stevig tegen de slotkant van de
-
deur en druk daarna op de
Reinig het pluizenfilter en het filterhuis.
Deur
I-Aan/0-Uit
- toets.
- toets
41
Nuttige tips
Het openen van de deur bij
stroomuitval
Schakel de wasautomaat uit.
^
Aan de binnenkant van het front van de
wasmiddellade bevindt zich een gele
opener warmee u het klepje van het
pluizenfilter kunt openen.
^ Pak de gele opener.
Laat het water er uitlopen, zoals be
^
schreven in het hoofdstuk: "Reiniging
en onderhoud", paragraaf: "Het reini
gen van pluizenfilter en filterhuis".
Controleer steeds of de trommel
,
stilstaat als u het wasgoed uit de au
tomaat wilt halen. Als u uw hand in
een nog draaiende trommel steekt,
loopt u het risico zich te verwonden.
-
-
-
^
Open het klepje van het pluizenfilter.
42
^
Trek aan de noodontgrendeling.
De deur gaat open.
Nuttige tips
Technische Dienst
Reparaties
Voor reparaties dient u
uw Miele-vakhandelaar of
–
de Technische Dienst van Miele Ne
–
derland B.V.
te waarschuwen.
Het adres en de telefoonnummers van
Miele Nederland B.V. en de diverse af
delingen vindt u op de achterzijde van
deze gebruiksaanwijzing.
Voor een goede en vlotte afhandeling is
het noodzakelijk dat de Technische
Dienst weet welk model wasautomaat u
heeft en welk nummer deze heeft.
Beide gegevens vindt u op het typeplaatje aan de binnenkant van de deur
boven het glas.
-
-
Garantietermijn en garantievoorwaar
den
De garantietermijn van de wasautomaat
bedraagt 1 jaar.
Nadere bijzonderheden over de garan
tievoorwaarden en het Miele Service
verzekering Certificaat treft u aan in bij
gaande folder.
-
-
-
-
43
Het plaatsen en aansluiten van de wasautomaat
Het apparaat van voren
a Watertoevoerslang (bestand tegen
een druk van maximaal 70 bar)
b Elektrische aansluiting
c - f Waterafvoerslang (met draaibaar
en verwijderbaar bochtstuk) met ver
schillende mogelijkheden voor water
afvoer
44
g Bedieningspaneel
h Wasmiddellade
i Deur
j Klepje voor het pluizenfilter, het filter
-
huis en de noodontgrendeling
-
k Handgrepen voor het transport
l Vier stelvoeten
-
Het plaatsen en aansluiten van de wasautomaat
Het apparaat van achteren
a Rand van het bovenblad
Hier kunt u het apparaat vastpakken
wanneer u het wilt verplaatsen.
b Elektrische aansluiting
c Watertoevoerslang (bestand tegen
een druk van maximaal 70 bar)
d Waterafvoerslang
e Draaibeveiligingen met transport
stangen
f Houder voor:
–
Watertoevoerslang
–
Waterafvoerslang
–
Transportstangen
-
45
Het plaatsen en aansluiten van de wasautomaat
Plaats van opstelling
Als plaats van opstelling is een beton
nen vloer het meest geschikt. In tegen
stelling tot een houten of een zachte
vloer trilt deze nauwelijks mee als de
wasautomaat aan het centrifugeren is.
Let bij het plaatsen van uw automaat op
het volgende:
Plaats het apparaat waterpas en sta
^
biel.
Plaats het apparaat niet op een
^
zachte vloerbedekking omdat het in
dat geval tijdens het centrifugeren
gaat trillen.
^ Wanneer u het apparaat op een hou-
ten vloer wilt plaatsen, plaats het dan
op een multiplex plaat van tenminste
3 cm dik.
U dient de plaat niet alleen maar aan
de planken van de vloer, maar aan
zoveel mogelijk - in ieder geval aan 2
- balken vast te schroeven.
-
Het plaatsen van de wasauto
maat
-
Wanneer u het apparaat van de ver
^
pakkingsbodem tilt en op de plaats
neerzet waar het moet staan, pak het
dan aan de voorkant bij de handgre
pen en aan de achterkant bij de rand
van het bovenblad vast.
Let op:
Pak het apparaat bij het tillen niet aan
^
de deur vast.
De machinevoeten en de vloer
,
onder het apparaat moeten droog
zijn. Is dat niet het geval, dan loopt u
het risico dat de automaat gaat glijden tijdens het centrifugeren.
Het verwijderen van de transportbeveiliging
-
-
-
^
Plaats het apparaat als het enigszins
kan in één van de hoeken van het
vertrek. Daar is iedere vloer het sta
bielst.
,
Wanneer het apparaat op een
reeds aanwezige (betonnen of ge
metselde) sokkel plaatst, let er dan
op dat het tijdens het centrifugeren
niet kan gaan schuiven. U doet dit
met behulp van spanklauwen. Deze
zijn verkrijgbaar bij de Miele-vakhan
del of bij de afdeling Onderdelen
van Miele Nederland B.V.
46
-
-
-
^
Haak een schroevendraaier achter
de draaibeveiligingen
^
en haal ze er af.
Het plaatsen en aansluiten van de wasautomaat
Draai de linker transportstang met
^
de bijgevoegde steeksleutel 90° en
^
trek de stang eruit.
Draai de rechter transportstang 90°
^
en
^
trek de stang eruit.
47
Het plaatsen en aansluiten van de wasautomaat
De wasautomaat mag zonder
,
transportbeveiliging niet worden ge
transporteerd.
Bewaar de transportbeveiliging.
Wanneer de wasautomaat moet wor
den getransporteerd (bijv. bij een
verhuizing) moet de beveiliging
weer worden gemonteerd.
-
-
Sluit de gaten met de draaibeveiligin
^
gen en de daaraan bevestigde dopjes af.
^
Bevestig de transportstangen aan de
achterwand van de wasautomaat. Let
erop dat de gaten b op de pennen
a worden geplaatst.
Het monteren van de trans
portbeveiliging
Het monteren van de transportbeveili
ging gebeurt in omgekeerde volgorde.
-
-
-
48
Het plaatsen en aansluiten van de wasautomaat
Het stellen van de wasauto
-
maat
De wasautomaat moet waterpas en ge
lijkmatig op de vloer staan. Alleen dan
is een optimale werking gewaarborgd.
Wanneer een wasautomaat verkeerd
wordt geplaatst, wordt er meer water en
energie verbruikt dan nodig is en kan
het apparaat gaan schuiven.
Het stellen van de automaat gebeurt
met behulp van de vier machine- of
stelvoeten. Wanneer het apparaat wordt
geleverd zijn alle stelvoeten naar bin
nen gedraaid.
-
Het naar buiten draaien en vastzetten
van de stelvoeten
-
^ Draai contramoer 2 met de bijge-
voegde steeksleutel los en wel met
de wijzers van de klok mee. Draai de
contramoer samen met stelvoet 1
naar buiten.
^ Controleer met een waterpas of het
apparaat waterpas staat.
^
Houd stelvoet 1 met een waterpomp
tang vast. Draai contramoer 2 met de
steeksleutel weer aan de ommante
ling vast.
,
Alle vier de contramoeren moe
ten stevig aan de ommanteling zijn
vastgedraaid. Controleer ook de
voeten die u bij het stellen van de
automaat niet naar buiten hebt ge
draaid. Doet u dat niet, dan bestaat
het gevaar dat het apparaat gaat
schuiven.
-
-
-
-
49
Het plaatsen en aansluiten van de wasautomaat
Het plaatsen van de wasautomaat on
der een werkblad of in een keuken
blok
Hier is een onderbouwset* noodza
–
kelijk.
De onderbouwset moet door een
vakman / vakvrouw worden gemon
teerd.
Het bovenblad van de automaat
–
moet om veiligheidsredenen beslist
door een afdekplaat worden
vervangen.
– Wanneer de automaat onder een
werkblad wordt ondergebouwd dat
900/910 hoog is, is er één stelframe*
vereist.
– De watertoevoer, waterafvoer en de
elektrische aansluiting dienen in de
buurt van de automaat geïnstalleerd
te zijn en men moet er gemakkelijk
bij kunnen.
Bij de onderbouwset is een montage
handleiding gevoegd.
-
-
-
-
Let op het volgende:
-
a De afstand tot de wand moet veilig-
heidshalve minstens 2 cm
b Hoogte:
Tussenstuk met werkblad:
ca. 169 cm
Tussenstuk zonder werkblad:
ca. 170 cm
bedragen.
Was-droogzuil
Op deze wasautomaat kan een Mieledroogautomaat worden geplaatst.
Daarvoor is een tussenstuk* noodzake
lijk.
Het tussenstuk moet door een vak
man / vakvrouw worden gemon
teerd.
De met * aangegeven onderdelen zijn
verkrijgbaar bij de Miele-vakhandel of
bij de afdeling Onderdelen van Miele
Nederland B.V.
50
-
-
Het terugplaatsen van het bovenblad
van de wasautomaat
Hebt u het bovenblad van de wasauto
maat voor plaatsing onder een werk
blad of voor een was-droogzuil verwij
derd en moet u het blad daarna
terugplaatsen, let er dan op dat het ste
vig aan de houders aan de achterkant
vastzit.
Alleen dan kunt u er zeker van zijn dat
de wasautomaat veilig kan worden ge
transporteerd.
-
-
-
-
-
Het plaatsen en aansluiten van de wasautomaat
Het aansluiten van de water
-
toevoer
De automaat mag zonder terugslagklep
op het waterleidingnet worden aange
sloten, omdat hij gebouwd is volgens
EU-normen (zie het keurmerk op het ty
peplaatje).
Voor de aansluiting op de waterleiding
is een kraan met
vereist. Is zo’n kraan niet aanwezig,
dan mag de automaat uitsluitend door
een erkend installateur op de waterlei
ding worden aangesloten.
Een slang
wordt op de kraan aangesloten.
Deze slang is niet geschikt om op
warm water te worden aangesloten.
Let erop dat het dichtingsringetje goed
in de schroefkoppeling zit.
Het aansluitpunt staat onder druk. Controleer daarom of de aansluiting niet lek
is. Dit kunt u doen door de kraan langzaam open te draaien.
3
/4" schroefkoppeling
3
/8" met3/4" schroefkoppeling
-
-
Slangen van 2,5 of 4,0 m lengte zijn als
extra toebehoren leverbaar.
De waterdruk moet tussen de 1 en 10
bar liggen. Is de druk hoger dan 10 bar
dan moet er een drukreduceerventiel in
de waterleiding worden ingebouwd.
Van een minimale waterdruk van 1 bar
is sprake, als er binnen 15 seconden 5
liter water in een emmer met marke
ringsstreepjes stroomt terwijl de kraan
helemaal open is gedraaid.
De beide zeefjes in het vrije uiteinde
van de watertoevoerslang en in het
koppelstuk van de watertoevoerklep
mogen niet worden verwijderd.
-
Wanneer u de slang vervangt, gebruik
dan uitsluitend slangen die bestand zijn
tegen een plotselinge drukverhoging
van minstens 70 bar. Dit geldt ook voor
de daaraan bevestigde aansluitingsar
maturen. Originele Miele-onderdelen
voldoen aan deze eis.
-
51
Het plaatsen en aansluiten van de wasautomaat
Het aansluiten van de wateraf
-
voer
Het sop wordt afgepompt m.b.v. een af
voerpomp met een opvoerhoogte van
1m.
Het water moet ongehinderd weg kun
nen stromen en daarom mogen er geen
knikken in de slang zitten.
Het bochtstuk aan het eind van de slan
g is draaibaar en kan indien nodig wor
den verwijderd.
De waterafvoerslang kan op de vol
gende manieren worden aangebracht
1. De slang kan in een wasbak, wasta-
fel of gootsteen worden gehangen:
Attentie:
– Zorg ervoor dat de slang niet weg
kan glijden.
– Wordt het water in een wasbak, was-
tafel of gootsteen afgepompt moet
het snel genoeg weg kunnen stro-
men. Is dat niet het geval, dan loopt
u het risico dat er water overstroomt
of dat een deel van het weggepomp
te water in de automaat wordt terug
gezogen.
-
-
Indien noodzakelijk kan de afvoerslang
tot max. 5 m worden verlengd.
Verlengstukken zijn verkrijgbaar bij de
-
Miele-vakhandel of bij de afdeling On
derdelen van Miele Nederland B.V.
Voor opvoerhoogten van meer dan 1 m
(tot max. 1,8 m) is een tweede afvoer
pomp - met duowerking - incl. de nood
zakelijke ombouwset verkrijgbaar, en
wel bij de Miele-vakhandel of bij de af
deling Onderdelen van Miele Neder
land B.V.
-
-
-
-
-
-
-
2. De slang kan op een kunststof af
voerbuis met rubberen mof worden
aangesloten. Een sifon is niet beslist
noodzakelijk.
3. De slang kan op een wasbak of was
tafel met kunststof nippel worden
aangesloten.
4. De slang kan in een putje in de vloer
worden gehangen.
52
-
-
Het plaatsen en aansluiten van de wasautomaat
Elektrische aansluiting
De wasautomaat mag alleen door een
erkend installateur op het elektriciteits
net worden aangesloten.
Deze wasautomaat is voorzien van een
aansluitkabel en een stekker met be
schermingscontact (randaarde), ge
schikt voor aansluiting op ~230 V
50 Hz.
Deze wasautomaat mag uitsluitend
worden aangesloten op een contact
doos met beschermingscontact (rand
aarde) of een daarvoor geschikte
2-polige schakelaar, bijv. voor in de
badkamer.
Wij raden u af om de wasautomaat op
een verlengsnoer en/of stekkerdoos
aan te sluiten. Dit om brand te voorkomen.
In de EU-richtlijnen geeft men ter verhoging van de veiligheid het advies om
de huisinstallatie van een aardlekschakelaar te voorzien.
-
-
-
-
-
De gegevens van de aansluitwaarden
vindt u op het typeplaatje. Vergelijk
deze waarden met de gegevens van
uw elektriciteitsnet.
53
Verbruiksgegevens
ProgrammaBeladingVerbruiksgegevens
EnergieWaterProgrammaduur
in kWhin lnormaalkort
WITTE WAS / BONTE WAS
95°C5,0 kg1,70491 h 54 min1 h 22 min
1)
60°C
40°C5,0 kg0,50491 h 57 min1 h 03 min
KREUKHERSTELLEND
40°C2,5 kg0,45581 h 22 min47 min
FIJNE WAS
30°C1,0 kg0,356557 min45 min
Zijde /
30°C1,0 kg0,243937 min27 min
WOL /
30°C2,0 kg0,233540 min
1)
Testprogramma volgens N 60456
De verbruiksgegevens kunnen van de aangegeven waarden afwijken, al naar
gelang de waterdruk, waterhardheid, temperatuur van het instromende water,
kamertemperatuur, het soort en de hoeveelheid wasgoed, verschillen in de netspanning en gekozen extra functies.
5,0 kg0,95491 h 57 min1 h 13 min
54
Technische gegevens
Hoogte85,0 cm
Breedte59,5 cm
Diepte58,0 cm
Diepte bij geopende deur94,5 cm
Gewicht93 kg
Maximale belasting van de vloer1600 Newton (ca. 160 kg)
Beladingscapaciteit5 kg droog wasgoed
AansluitspanningZie typeplaatje
AansluitwaardeZie typeplaatje
ZekeringZie typeplaatje
Minimale waterdruk1 bar (100 Pa)
Maximale waterdruk10 bar (1000 Pa)
Lengte van de toevoerslang1,60 m
Lengte van de afvoerslang1,50 m
Lengte van de aansluitkabel1,60 m
Maximale opvoerhoogte1,00 m
Maximale afpomplengte5,00 m
KeurmerkKEMA
55
56
Te programmeren functies
voor de wijziging van
standaardwaarden
Het programmeren van aanvullende functies
U kunt een aantal aanvullende functies
programmeren om het wasprogramma
nog beter af te stemmen op het soort
wasgoed en de manier waarop u dit wilt
wassen.
Systeem extra water
Wanneer de functie "Systeem extra
water" is geprogrammeerd, wordt via
de extra functie
ter toegevoerd.
Het systeem extra water heeft vier
varianten.
Het gaat om de volgende
programma’s:
– WITTE WAS / BONTE WAS
– KREUKHERSTELLEND
Miniwas
–
–
Combinatiewas
–
Zijde
Extra water
meer wa
-
"Systeem extra water" biedt vier mo
gelijkheden:
Variant 1:
–
Meer water bij het spoelen bij de ge
noemde programma’s, behalve bij
"Zijde"
Variant 2:
–
Meer water bij de hoofdwas en bij
het spoelen bij de genoemde
programma’s
In deze variant wordt het apparaat
geleverd.
Variant 3:
–
Extra spoelgang in het programma
WITTE WAS / BONTE WAS
– Variant 4:
Combinatie van de varianten 2 en 3
Voor het programmeren van deze functie zie de volgende bladzijde.
-
-
De aanvullende functie "Systeem extra
water" kunt u na het programmeren ge
bruiken door de toets
drukken.
58
Extra water
in te
-
Het programmeren van aanvullende functies
Het programmeren van de aanvul
lende functie gebeurt met de stappen
tot en met:
De aanvullende functies worden gepro
grammeerd met behulp van de START toets en met behulp van de program
makeuzeschakelaar. Deze bedienings
elementen hebben dus een tweede
functie die niet op het paneel te zien is.
Eerst moet aan de volgende voorwaar
den worden voldaan:
De wasautomaat moet uitgeschakeld
–
zijn.
– De deur moet gesloten zijn.
– De programmakeuzeschakelaar
Einde
moet op de stand
A Druk de START - toets in en houd
deze gedurende de stappen B en
C ingedrukt.
B Schakel de wasautomaat met behulp
van de
C Wacht totdat het controlelampje van
de START - toets gaat branden. . .
D . . . en laat de START - toets daarna
los.
E Draai de programmakeuzeschake
laar op stand WITTE WAS/BONTE
WAS 75°C:
I-Aan/0-Uit
staan.
- toets in.
-
-
-
F Telkens wanneer u op de START -
toets drukt kiest u een andere vari
ant.
Wanneer het controlelampje
-
Voorwassen
-
-
zen
en wel meer water bij het spoelen.
2 x knippert, dan is variant 2 geko
–
zen
en wel meer water bij het wassen en
bij het spoelen
(vanuit de fabriek ingesteld).
– 3 x knippert, dan is variant 3 geko-
zen
en wel extra spoelgang in het programma WITTE WAS/BONTE WAS.
– 4 x knippert, dan is variant 4 geko-
zen
en wel een combinatie van variant 2
en 3.
G Schakel de wasautomaat met de
1 x knippert, dan is variant 1 geko
–
I-Aan/0-Uit
Op de toets
variant nu geprogrammeerd en blijft dat
totdat er een andere variant wordt ge
kozen, geactiveerd en opgeslagen.
:
- toets uit.
Extra water
Inweken/
is de gekozen
-
-
-
-
Het controlelampje
sen
licht telkens na 2 seconden 2 x
kort op, omdat standaard variant 2 is
ingesteld.
Inweken/Voorwas
-
59
Het programmeren van aanvullende functies
Behoedzaam wassen
Wanneer de functie "Behoedzaam
wassen" is geprogrammeerd, wordt
het aantal trommelbewegingen gere
duceerd.
Zo kan licht vervuild wasgoed be
hoedzamer worden gewassen.
"Behoedzaam wassen" kan worden ge
bruikt in de programma’s WITTE WAS/
BONTE WAS, KREUKHERSTELLEND,
Miniwas,StijvenenCombinatiewas
Met deze functie wordt in bovenge
noemde programma’s bij iedere wasbeurt met het behoedzame ritme gewassen.
De functie is, wanneer de wasautomaat
wordt geleverd, niet geprogrammeerd.
Het programmeren van de aanvullende functie gebeurt met de stappen
tot en met:
De aanvullende functies worden geprogrammeerd met behulp van de START toets en met behulp van de program
makeuzeschakelaar. Deze bedienings
elementen hebben dus een tweede
functie die niet op het paneel te zien is.
Eerst moet aan de volgende voorwaar
den worden voldaan:
-
-
.
-
-
A Druk de START - toets in en houd
deze gedurende de stappen B en
C ingedrukt.
B Schakel de wasautomaat met behulp
van de
C Wacht totdat het controlelampje van
de START - toets gaat branden. . .
D . . . en laat de START - toets daarna
los.
E Draai de programmakeuzeschake
laar op stand WITTE WAS/BONTE
WAS 60°C.
Wanneer het controlelampje
Voorwassen
hoedzaam wassen" niet ingeschakeld.
Wanneer het controlelampje
Voorwassen
hoedzaam wassen" wel ingeschakeld.
F Telkens wanneer u op de START -
toets drukt, schakelt u over van de
ene situatie op de andere.
G Schakel de wasautomaat met de
I-Aan/0-Uit
-
De gekozen en geactiveerde aanvul
lende functie is nu opgeslagen en blijft
dat totdat ze weer wordt gewist.
-
I-Aan/0-Uit
- toets in.
Inweken/
niet knippert, dan is "Be-
Inweken/
wel knippert, dan is "Be-
- toets uit.
-
-
–
De wasautomaat moet uitgeschakeld
zijn.
–
De deur moet gesloten zijn.
–
De programmakeuzeschakelaar
moet op de stand
60
Einde
staan.
Het programmeren van aanvullende functies
Afkoeling van het sop
Wanneer de functie "Afkoeling van
het sop" is geprogrammeerd, stroomt
er aan het einde van de hoofdwas ter
afkoeling van het sop extra water in
de trommel.
"Afkoeling van het sop" kan worden ge
bruikt bij het programma WITTE WAS/
BONTE WAS en wel bij de temperatu
ren 95°C en 75°C.
Het verdient aanbeveling om deze
functie te programmeren
– wanneer de wasautomaat in een ge-
bouw staat met waterafvoerbuizen
die niet aan de Komokeur voldoen;
– wanneer u de waterafvoerslang in
een wasbak, wastafel of gootsteen
hangt.
Op deze manier kunt u verbrandingsof verschroeiingsgevaar voorkomen.
De functie is wanneer de wasautomaat
wordt geleverd niet geprogrammeerd.
Het programmeren van de aanvul
lende functie gebeurt met de stappen
tot en met:
De aanvullende functies worden gepro
grammeerd met behulp van de START toets en met behulp van de program
makeuzeschakelaar. Deze bedienings
elementen hebben dus een tweede
functie die niet op het paneel te zien is.
-
-
-
Eerst moet aan de volgende voorwaar
den worden voldaan:
De wasautomaat moet uitgeschakeld
–
zijn.
De deur moet gesloten zijn.
–
De programmakeuzeschakelaar
–
Einde
-
-
moet op de stand
A Druk de START - toets in en houd
deze gedurende de stappen B en
C ingedrukt.
B Schakel de wasautomaat met behulp
van de
C Wacht totdat het controlelampje van
de START - toets gaat branden. . .
D . . . en laat de START - toets daarna
los.
E Draai de programmakeuzeschake-
laar op stand WITTE WAS/BONTE
WAS 40°C.
Wanneer het controlelampje
Voorwassen
koeling van het sop" niet ingeschakeld.
Wanneer het controlelampje
Voorwassen
koeling van het sop" wel ingeschakeld.
F Telkens wanneer u op de START -
toets drukt, schakelt u over van de
ene situatie op de andere.
G Schakel de wasautomaat met de
I-Aan/0-Uit
I-Aan/0-Uit
niet knippert, dan is "Af-
wel knippert, dan is "Af
- toets uit.
staan.
- toets in.
Inweken/
Inweken/
-
-
-
De gekozen en geactiveerde aanvul
lende functie is nu opgeslagen en blijft
dat totdat ze weer wordt gewist.
-
61
Het programmeren van aanvullende functies
Memory
Wanneer de functie "Memory" is ge
programmeerd, slaat de wasauto
maat het centrifugetoerental dat bij
een programma wordt gekozen en
eventuele extra functies die bij dat
zelfde programma worden ingesteld,
bij de start van het programma op.
Wanneer u de volgende keer hetzelfde
basiswasprogramma kiest, geeft de
wasautomaat het opgeslagen centrifu
getoerental en de eventueel opgesla
gen extra functie(s) weer aan.
De "Memory" - functie is, wanneer de
wasautomaat wordt geleverd, niet geprogrammeerd.
Het programmeren van de aanvullende functie gebeurt met de stappen
tot en met:
De aanvullende functies worden geprogrammeerd met behulp van de START toets en met behulp van de program
makeuzeschakelaar. Deze bedienings
elementen hebben dus een tweede
functie die niet op het paneel te zien is.
Eerst moet aan de volgende voorwaar
den worden voldaan:
-
-
-
-
-
-
A Druk de START - toets in en houd
deze gedurende de stappen B en
C ingedrukt.
B Schakel de wasautomaat met behulp
van de
C Wacht totdat het controlelampje van
de START - toets gaat branden. . .
D . . . en laat de START - toets daarna
los.
E Draai de programmakeuzeschake
laar op stand WITTE WAS/BONTE
WAS 30°C.
Wanneer het controlelampje
Voorwassen
mory" niet ingeschakeld.
Wanneer het controlelampje
Voorwassen
mory" wel ingeschakeld.
F Telkens wanneer u op de START -
toets drukt, schakelt u over van de
ene situatie op de andere.
G Schakel de wasautomaat met de
-
-
I-Aan/0-Uit
De gekozen en geactiveerde aanvul
lende functie is nu opgeslagen en blijft
dat totdat ze weer wordt gewist.
I-Aan/0-Uit
- toets in.
Inweken/
niet knippert, dan is "Me-
Inweken/
wel knippert, dan is "Me-
- toets uit.
-
-
–
De wasautomaat moet uitgeschakeld
zijn.
–
De deur moet gesloten zijn.
–
De programmakeuzeschakelaar
moet op de stand
62
Einde
staan.
Het programmeren van aanvullende functies
Inweektijd
Wanneer de functie "Inweektijd" is ge
programmeerd, dan gaat via de extra
functie "Inweken" aan het waspro
gramma een inweekprogramma voor
af.
Op de toets
weektijd programmeren van 30 minu
ten, 1 uur, 1 uur en 30 minuten of 2 uur.
Wanneer de wasautomaat wordt gele
verd is er op de toets
weektijd van 2 uur geprogrammeerd.
Het programmeren van de aanvullende functie gebeurt met de stappen
tot en met:
De aanvullende functies worden geprogrammeerd met behulp van de START toets en met behulp van de programmakeuzeschakelaar. Deze bedieningselementen hebben dus een tweede
functie die niet op het paneel te zien is.
Eerst moet aan de volgende voorwaar
den worden voldaan:
–
De wasautomaat moet uitgeschakeld
zijn.
–
De deur moet gesloten zijn.
–
De programmakeuzeschakelaar
moet op de stand
A Druk de START - toets in en houd
deze gedurende de stappen B en
C ingedrukt.
B Schakel de wasautomaat met behulp
van de
Inweken
I-Aan/0-Uit
kunt u een in
Inweken
Einde
staan.
- toets in.
-
-
een in
-
-
-
C Wacht totdat het controlelampje van
de START - toets gaat branden. . .
D . . . en laat de START - toets daarna
los.
-
E Draai de programmakeuzeschake
laar op stand KREUKHERSTELLEND
60°C:
Het controlelampje
sen
licht telkens na 2 seconden 1 x
kort op, omdat standaard een in
weektijd van 2 uur is ingesteld.
F Telkens wanneer u op de START -
toets drukt kiest u een andere vari
ant.
Wanneer het controlelampje
Voorwassen
– 1 x knippert, dan is variant 1 geko-
zen
en wel een inweektijd van 2 uur.
– 2 x knippert, dan is variant 2 geko-
zen
-
en wel een inweektijd van 1 uur en
30 min.
–
3 x knippert, dan is variant 3 geko
zen
en wel een inweektijd van 1 uur.
–
4 x knippert, dan is variant 4 geko
zen
en wel een inweektijd van 30 min.
G Schakel de wasautomaat met de
I-Aan/0-Uit
Op de toets
weektijd nu geprogrammeerd en blijft
dat totdat er een andere inweektijd
wordt gekozen, geactiveerd en opge
slagen.
:
- toets uit.
Inweken
Inweken/Voorwas
is de gekozen in
-
-
-
-
Inweken/
-
-
-
-
63
Wijzigingen voorbehouden/003/0802
M.-Nr. 05 602 210
Dit papier bestaat uit 100% chloorvrij gebleekte cellulose en is dus minder belastend voor het milieu.
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.