Miele V 1814 WPS User manual

Gebruiksaanwijzing voor de wasautomaat V 1814 WPS
Lees beslist de gebruiksaanwijzing voordat u uw wasautomaat plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt onnodige schade aan uw apparaat.
nl-NL
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu
Het verpakkingsmateriaal
De verpakking beschermt het apparaat tegen transportschade.
Het verpakkingsmateriaal is uitgekozen omdat dit het milieu relatief weinig be last en kan worden hergebruikt. Door hergebruik van verpakkingsmate riaal wordt er op grondstoffen bespaard en wordt er minder afval geproduceerd.
Uw vakhandelaar neemt de verpakking in het algemeen terug.
-
Het afdanken van het apparaat
Oude elektrische en elektronische ap paraten bevatten meestal nog waarde volle materialen. Ze bevatten echter ook schadelijke stoffen die nodig zijn geweest om de apparaten goed en veilig te laten functi
­oneren. Wanneer u uw oude apparaat
bij het gewone afval doet of er op een andere manier niet goed mee omgaat, kunnen deze stoffen schadelijk zijn voor de gezondheid en het milieu.
Verwijder uw oude apparaat dan ook nooit samen met het gewone afval, maar lever het in bij een gemeentelijk inzameldepot voor elektrische en elek­tronische apparatuur. Vraag uw handelaar indien nodig om inlichtingen.
-
-
-
Het afgedankte apparaat moet tot die tijd buiten het bereik van kinderen wor den opgeslagen.
2
-
Inhoud
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
Bediening van de wasautomaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
Bedieningspaneel .................................................10
Functie van het display .............................................11
Ingebruikneming van de wasautomaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
Tips om energie en water te besparen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
Energie- en waterverbruik.........................................13
Wasmiddelen ..................................................13
Zo wast u goed. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
Korte handleiding .................................................14
Centrifugeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19
Maximaal centrifugetoerental ........................................19
Het centrifugeren tussen de spoelgangen ............................19
Het kiezen van de spoelstop ......................................19
Het overslaan van het centrifugeren tussen de spoelgangen en het
eindcentrifugeren (Zonder u) .....................................19
Programma-overzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20
Programmaverloop . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
Textielbehandelingssymbolen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
Het wijzigen van het programmaverloop. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26
Het afbreken van een programma / Het wisselen van programma............26
Het onderbreken van een programma .................................26
Het wijzigen van een gekozen programma ..............................26
Het bijvullen van de trommel of het voortijdig verwijderen van wasgoed uit de
trommel .........................................................27
Kinderbeveiliging..................................................27
3
Inhoud
Wasmiddelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28
Het juiste wasmiddel ...............................................28
Wateronthardingsmiddel ............................................29
Wasmiddelen met verschillende componenten ..........................29
Middelen voor het nabehandelen van het wasgoed .......................30
Automatisch spoelen met wasverzachter, synthetische stijfsels of vloeibare
stijfsels .......................................................30
Het kleuren en ontkleuren ...........................................30
Reiniging en onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31
Het reinigen van de trommel .........................................31
Het reinigen van de ommanteling, het bedieningspaneel en de trommel.......31
Het reinigen van de wasmiddellade ...................................31
Het reinigen van het watertoevoerzeefje ................................33
Nuttige tips . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34
Het oplossen van problemen.........................................34
Het lukt niet om een wasprogramma te starten. ..........................34
In het display staat een storingsmelding. ...............................35
Algemene problemen met de wasautomaat .............................36
Een tegenvallend wasresultaat .......................................37
De deur kan met de Deur - toets niet worden geopend.....................38
Het openen van de deur bij verstopte afvoer en/of stroomuitval..............39
Afdeling Klantcontacten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 41
Reparaties.....................................................41
Programma-actualisering (Update) .................................41
Garantietermijn en garantievoorwaarden .............................41
Bij te bestellen onderdelen ........................................41
Het plaatsen en aansluiten van de wasautomaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 42
Het apparaat van voren .............................................42
Het apparaat van achteren ..........................................43
Plaats van opstelling ...............................................44
Het plaatsen van de wasautomaat ..................................44
Het verwijderen van de transportbeveiliging.............................44
Het monteren van de transportbeveiliging ..............................46
4
Inhoud
Het stellen van de wasautomaat ......................................47
Het naar buiten draaien en vastzetten van de stelvoeten ................47
Het plaatsen van de wasautomaat onder een werkblad .................48
Was-droogzuil..................................................48
Het Miele waterbeveiligingssysteem ...................................49
Het aansluiten van de watertoevoer ...................................50
Het aansluiten van de waterafvoer ....................................52
Elektrische aansluiting ..............................................53
Verbruiksgegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 54
Instructie voor vergelijkende onderzoeken............................54
Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 55
Programmeerfuncties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 57
Taal J...........................................................57
Extra water .......................................................58
Behoedzaam wassen ..............................................58
Afkoeling waswater ................................................58
Code ...........................................................59
Temperatuureenheid ...............................................60
Zoemer..........................................................60
Akoestisch signaal.................................................60
Lichtsterkte ......................................................60
Contrast .........................................................60
Stand-by display ..................................................61
Memory .........................................................61
Kreukbeveilig. ....................................................61
5
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Personen die op grond van hun Deze wasautomaat voldoet aan de voorgeschreven veiligheidsbepalin gen. Door ondeskundig gebruik kunnen personen echter letsel oplopen en kan er materiële schade ontstaan. Lees de gebruiksaanwijzing daarom eerst aandachtig door voordat u uw apparaat voor het eerst gebruikt. Hierin vindt u belangrijke instructies betreffende de veiligheid, het ge bruik en het onderhoud van de was automaat. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt onnodige schade aan uw apparaat.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing en geef deze door aan de eventuele volgende eigenaar van de automaat.
-
Efficiënt gebruik
Deze wasautomaat is uitsluitend be-
~
stemd voor huishoudelijk gebruik.
Deze wasautomaat is uitsluitend be
~
stemd voor het wassen van textiel dat volgens de aanwijzingen van de fabri kant op het onderhoudsetiket in de wasautomaat mag worden gewassen. Gebruik voor andere doeleinden kan gevaarlijk zijn. De fabrikant is niet ver antwoordelijk voor schade die wordt veroorzaakt door een ander gebruik dan hier aangegeven of door een fou tieve bediening.
~
fysieke of psychische gesteldheid, hun
-
onervarenheid of gebrek aan kennis van de wasautomaat niet in staat zijn om het apparaat veilig te bedienen, mogen deze automaat alleen gebruiken als ze onder toezicht staan van of wor den geïnstrueerd door een verant woordelijk persoon.
Wanneer er kinderen in huis zijn
­Wanneer er kinderen in de buurt van
~
de wasautomaat zijn, houd ze dan goed in de gaten. Zorg ervoor dat ze niet met het apparaat gaan spelen.
Kinderen mogen de wasautomaat
~
alleen dan zonder toezicht gebruiken, wanneer ze weten hoe het apparaat werkt en wat voor gevaar zij lopen wan­neer ze de automaat fout bedienen.
Wanneer u met hoge temperaturen
~
was, bedenk dan dat het glas van de deur heet wordt.
­Zorg ervoor dat kinderen het glas tij
dens een wasprogramma niet aanra
­ken.
-
-
-
-
-
-
6
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Technische veiligheid
Controleer vóórdat het apparaat
~
wordt geplaatst, of het zichtbaar be schadigd is. Een beschadigde wasautomaat mag niet worden geplaatst en niet in gebruik genomen.
Vergelijk vóórdat u de wasautomaat
~
aansluit de aansluitgegevens (zekering, spanning en frequentie) op het type plaatje met die van het elektriciteitsnet. Deze moeten beslist overeenkomen. Raadpleeg bij twijfel een elektricien.
De elektrische veiligheid van de
~
wasautomaat is uitsluitend gegaran­deerd als deze wordt aangesloten op een aardingssysteem dat volgens de geldende veiligheidsbepalingen is ge­ïnstalleerd. Laat de huisinstallatie bij twijfel door een vakman / vakvrouw inspecteren. De fabrikant kan niet aansprakelijk wor­den gesteld voor schade die wordt ver­oorzaakt door een ontbrekende of be­schadigde aarddraad.
Gebruik om veiligheidsredenen
~
geen verlengsnoer. Dit in verband met gevaar voor bijvoor beeld oververhitting.
Defecte onderdelen mogen alleen
~
door originele Miele-onderdelen wor den vervangen. Alleen van deze Miele­onderdelen kunnen wij garanderen, dat zij volledig voldoen aan de veiligheids eisen die wij stellen aan onze appara ten en onderdelen daarvan.
-
-
-
-
Reparaties aan de wasautomaat
~
mogen alleen door vakmensen van Miele worden uitgevoerd. Ondeskundig uitgevoerde reparaties kunnen onvoorziene risico's voor de ge bruiker opleveren, waarvoor de fabri kant niet aansprakelijk kan worden ge steld.
Wanneer de aansluitkabel is be
~
schadigd, moet de kabel door erkende vakmensen worden vervangen.
Wanneer er een storing wordt ver
~
holpen en wanneer de wasautomaat wordt gereinigd en onderhouden mag er geen elektrische spanning op de wasautomaat staan. Dat is het geval, als aan één van de volgende voorwaarden is voldaan:
– als de hoofdschakelaar van de huis-
installatie is uitgeschakeld,
– of als de stekker uit de contactdoos
is getrokken.
Het Miele waterbeveiligingssysteem
~
beschermt tegen waterschade, als aan de volgende voorwaarden is voldaan.
Water en elektriciteit moeten op de
-
-
juiste wijze zijn aangesloten.
Is er sprake van schade, moet de wasautomaat onmiddellijk worden gerepareerd.
-
-
-
-
-
7
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Wanneer dit apparaat op een niet-
~
stationaire locatie (bijv. op een boot of in een camper) moet worden geplaatst, mag het uitsluitend door een vakman/ vakvrouw worden ingebouwd en aan gesloten. Hierbij moet aan alle voor waarden voor een veilig gebruik wor den voldaan.
-
-
-
Gebruik
Plaats uw wasautomaat niet in vorst
~
gevoelige ruimten. Bevroren slangen kunnen scheuren of barsten en de betrouwbaarheid van de elektronische besturing kan door tem­peraturen onder het vriespunt afnemen.
Verwijder voordat u de wasautomaat
~
in gebruik neemt de transportbeveili­ging aan de achterzijde van het appa­raat. Zie hoofdstuk: "Het plaatsen en aanslui­ten van de wasautomaat", paragraaf: "Het verwijderen van de transportbevei­liging". Wanneer u de transportbeveiliging niet verwijdert, kan dat bij het centrifugeren schade veroorzaken aan uw wasauto maat en aan de meubels / apparaten die ernaast staan.
-
Sluit de kraan af als u langere tijd af
~
wezig bent (bijv. tijdens vakanties), ze ker als er zich in de buurt van de was automaat geen afvoer in de vloer zoals een putje bevindt.
Denk eraan dat er water kan over
~
stromen. Controleer daarom vóórdat u de water afvoerslang in een wastafel of wasbak hangt, of het water snel genoeg weg stroomt.
­Zorg er daarom ook voor dat de afvoer
slang niet weg kan glijden. Wanneer de slang niet goed vastzit kan hij door de kracht van het wegstromende water uit de wastafel of wasbak worden gedrukt.
Let erop dat u voorwerpen zoals
~
spijkers, naalden, munten en paper­clips niet meewast. Deze kunnen namelijk onderdelen van de wasautomaat beschadigen (bijv. kuip, wastrommel). Beschadigde onderdelen kunnen op hun beurt weer schade aan het was­goed veroorzaken.
Als u het wasmiddel op de juiste
~
manier doseert is het niet nodig dat u de wasautomaat ontkalkt. Mocht uw apparaat toch zo sterk ver kalkt zijn, dat het beslist moet worden ontkalkt, gebruik daar dan speciale ont kalkingsmiddelen voor die een anti-cor rosiemiddel bevatten. Deze middelen zijn verkrijgbaar via uw Miele-vakhandelaar of bij de afdeling Onderdelen van Miele Nederland B.V. Volg de adviezen voor het gebruik van de ontkalkingsmiddelen strikt op.
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
8
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Wasgoed dat met oplosmiddelhou
~
dende reinigingsmiddelen is behan deld, moet vóórdat het in de wasauto maat wordt gewassen, grondig in hel der water worden uitgespoeld.
Gebruik in deze wasautomaat nooit
~
reinigingsmiddelen die een oplosmid del bevatten, zoals wasbenzine. Doet u dat toch, dan kunnen onderde len van het apparaat beschadigen en kunnen er giftige dampen ontstaan. Het gevaar bestaat dan dat er brand uit breekt of zich een explosie voordoet.
Zorg ervoor dat er nooit oplosmid
~
delhoudende reinigingsmiddelen tegen deze wasautomaat terechtkomen, zoals wasbenzine. Dit is slecht voor kunststof oppervlak­ken.
Wanneer u textielverf in de wasauto-
~
maat wilt gebruiken, kies dan textielverf die daar geschikt voor is, gebruik niet meer verf dan strikt nodig is en neem de aanwijzingen van de textielverffabri­kant precies in acht.
-
-
-
-
-
-
-
-
Toebehoren
Alleen originele Miele-toebehoren
~
kunnen worden aan- of ingebouwd. Wanneer er andere toebehoren worden aan- of ingebouwd, kan Miele niet voor de gevolgen instaan en kan er geen beroep meer worden gedaan op bepa lingen met betrekking tot garantie en productaansprakelijkheid.
Wanneer de veiligheidsinstructies niet worden opgevolgd, kan de fa brikant niet verantwoordelijk worden gesteld voor schade die daar even­tueel het gevolg van is.
-
-
Ontkleuringsmiddelen kunnen door
~
hun chemische samenstelling corrosie veroorzaken. Deze middelen mogen daarom niet in de wasautomaat worden gebruikt.
Komt er vloeibaar wasmiddel in de
~
ogen terecht, spoel de ogen dan met veel water schoon. Wordt dit middel per ongeluk ingeslikt, bel dan direct de dokter op. Personen die een gevoelige of bescha digde huid hebben, kunnen het vloei baar wasmiddel maar beter niet aanra ken.
-
-
-
9
Bediening van de wasautomaat
Bedieningspaneel
a Display
Nadere bijzonderheden over het dis­play kunt u op de volgende bladzijde vinden.
b Temperatuur - toets
Met deze toets kunt u de gewenste temperatuur instellen.
c Toerental - toets
Met deze toets kunt u het gewenste centrifugetoerental, de Spoelstop of Zonder u instellen.
d Optische interface PC
Op deze plaats kunnen onze technici de wasprogramma's controleren, up daten en in het geheugen van de wasautomaat opslaan.
e Start/Stop - toets
Met deze toets kunt u: het gekozen wasprogramma starten en een gestart programma afbreken.
f Toetsen voor de extra functies
Met deze toetsen kunt u extra func­ties in- en uitschakelen.
g Programmakeuzeschakelaar
Met deze schakelaar kunt u het ge­wenste wasprogramma instellen. Het controlelampje van het gekozen programma licht op. De programmaschakelaar kan zowel rechtsom als linksom worden ge
­draaid.
h Deur - toets
Met deze toets kunt u de deur van de wasautomaat openen.
i I-Aan/0-Uit - toets
Met deze toets kunt u: de wasautomaat in- en uitschakelen en het programma onderbreken.
-
10
Bediening van de wasautomaat
Functie van het display
Via het display kunt u het volgende instellen:
– de wastemperatuur;
– het centrifugetoerental;
– afbreken van het programma;
– de kinderbeveiliging;
– de verschillende varianten die de
programmeerfuncties bieden.
Programmaduur (resttijd)
Wanneer u een programma start, dan geeft het display in uren en minuten aan hoelang het programma waar schijnlijk gaat duren.
Tijdens de eerste 8 minuten berekent de wasautomaat hoelang het duurt voordat het wasgoed het water heeft opgenomen en berekent op grond hier van de belading. Het is mogelijk dat het programma daardoor langer of korter gaat duren.
Programmeerfuncties
U kunt een aantal varianten program­meren om het wasprogramma nog be­ter af te stemmen op het soort wasgoed en de manier waarop u dit wilt wassen.
Bij het programmeren ziet u de vari­anten in het display.
-
-
Bovendien geeft het display ook aan:
heel kort de gekozen programma naam;
de duur van het gekozen program ma;
het programmaverloop.
-
-
11
Ingebruikneming van de wasautomaat
Het instellen van de displaytaal
Iedere wasautomaat wordt in de fa briek op zijn werking getest. Het is mogelijk dat er als gevolg van deze tests wat water in het apparaat achterblijft.
Controleer voordat u uw wasauto maat voor het eerst gebruikt of het apparaat volgens de regels is ge plaatst en aangesloten. Zie hoofdstuk: "Het plaatsen en aan sluiten van de wasautomaat".
Om veiligheidsredenen is het niet mo­gelijk om meteen bij de eerste wasbeurt te centrifugeren.
Ter activering van het centrifugeren moet u eerst een wasprogramma zon­der wasgoed en zonder wasmiddel draaien.
Wordt er wel wasmiddel gebruikt kan er overmatige schuimvorming optreden. Draait u eerst een wasprogramma zon­der wasgoed en zonder wasmiddel wordt daarmee tegelijk het kogelventiel geactiveerd. Het kogelventiel zorgt er voor dat vanaf de eerste wasbeurt steeds al het wasmiddel wordt gebruikt.
^
Schakel de wasautomaat met de I-Aan/0-Uit - toets in.
Wordt de wasautomaat voor het eerst ingeschakeld, dan verschijnt het start display.
­In het display verschijnt nu een scherm
dat u vraagt om de taal in te stellen die u in het display wilt hebben.
! deutsch
Draai met de programmakeuzescha
-
^
kelaar totdat de gewenste taal in het display verschijnt.
­Bevestig uw keuze met de
^
-
Start/Stop - toets.
U kunt de displaytaal echter ook altijd via de programmeerfunctie "Taal" instel len. Zie hoofdstuk: "Programmeerfuncties".
Het verwijderen van de transportbe­veiliging
Om schade aan uw wasautomaat te voorkomen moet u de transportbe­veiliging vóór de eerste wasbeurt verwijderen.
^
Hebt u dat gedaan, bevestig dat dan
-
door op Start/Stop te drukken.
Het starten van het eerste waspro gramma
De wasautomaat is nu klaar voor het eerste wasprogramma.
-
Het controlelampje van het programma Witte / Bonte was gaat branden.
-
-
-
Dit startdisplay verschijnt niet meer, zodra er een wasprogramma volledig is uitgevoerd en langer heeft ge
-
duurd dan 1 uur.
12
^
Draai de kraan open.
^
Druk op de Start/Stop - toets.
^
Schakel de wasautomaat na afloop van het programma uit.
De wasautomaat is nu in gebruik geno men.
-
Tips om energie en water te besparen
Energie- en waterverbruik
Benut bij ieder programma dat u
kiest de maximale beladingscapaci teit van de trommel. Het energie- en waterverbruik is dan, vergeleken met de totale hoeveel
-
heid wasgoed, het laagst.
Gebruik de programma's Automatic
en Express voor kleinere hoeveelhe den wasgoed.
Bij een geringe belading in de pro
­gramma Witte / Bonte was zorgt de beladingsautomaat voor een vermin dering van het water- en energiever­bruik en voor een verkorting van de programmaduur. Het is daardoor mogelijk dat de rest­tijd die in het display wordt aangege­ven in het verloop van het waspro­gramma wordt gecorrigeerd.
– Gebruik in plaats van het programma
Witte / Bonte was 95°C het program­ma Witte / Bonte was 60°C. Daarmee bespaart u 35 tot 45% energie. In de meeste gevallen is dit genoeg.
Wasmiddelen
Gebruik hoogstens zoveel wasmid
-
del als op de wasmiddelverpakking staat aangegeven.
Controleer bij het doseren van het
wasmiddel hoe vuil het wasgoed is.
Reduceer bij geringere beladings
-
hoeveelheden de wasmiddelhoeveel heid. Bij halve belading kan ca. wasmiddel worden gebruikt.
-
Juiste keuze van extra functies
Kies voor:
– licht vervuild wasgoed
zonder zicht­bare vlekken een wasprogramma met de extra functie Kort;
– normaal tot sterk vervuild wasgoed
met zichtbare vlekken een waspro­gramma zonder extra functie;
– wasgoed waar veel stof of zand in zit
de extra functie Voorwas.
Tip voor machinaal drogen
Wilt u het wasgoed na afloop in de droogautomaat drogen, kies dan het hoogste centrifugetoerental dat voor dit wasgoed mogelijk is.
1
/3minder
-
-
-
13
Zo wast u goed
Korte handleiding
Wanneer u een kort overzicht wilt heb ben over hoe u de wasautomaat moet bedienen, kunt u de met cijfers aange duide stappen (A, B, C,...)aanhou den.
A Inspecteer en sorteer het wasgoed
en behandel het voor
Het inspecteren van het wasgoed
^ Maak de zakken leeg.
Verwijder bij vitrage de haakjes en
^
-
het loodband of wikkel ze in een doek.
Keer gebreid of tricot wasgoed bin
^
­nenstebuiten als de fabrikant dat ad
­viseert.
Knoop bed- en kussenovertrekken
^
dicht zodat er geen andere textiel in terecht kan komen.
Het sorteren van het wasgoed
Sorteer het wasgoed naar kleur en
^
naar de symbolen in het wasetiket, dat zich in de kraag of in de zijnaad bevindt.
^ Was geen textiel dat volgens het
wasetiket niet in de wasautomaat kan worden gewassen. Het symbool daarvoor is: h.
^ Donkergekleurd wasgoed geeft bij
de eerste wasbeurten vaak iets af. Was licht en donker wasgoed daar­om apart.
-
-
,
Voorwerpen (spijkers, munten, paperclips e.d.) kunnen wasgoed en onderdelen van de wasautomaat be schadigen.
^
Sluit de ritsen. Keer kleding met rit sen eventueel binnenstebuiten.
^
Sluit eventuele haakjes en oogjes.
^
Zorg ervoor dat onderdelen van kle ding, zoals bh-beugels, niet los kun nen raken. Losgeraakte onderdelen moeten eerst worden vastgemaakt of verwijderd.
14
Het voorbehandelen van vlekken
^
Verwijder eventuele vlekken op het
­textiel, als het even kan zodra ze ont
staan zijn. Dit is nog belangrijker voor
-
-
-
moeilijke vlekken als thee-, koffie-, ei­en bloedvlekken. Neem de vlekken met een tissue af. Wrijf de vlekken er niet in!
,
Gebruik in geen geval chemi sche (oplosmiddelhoudende) reini gingsmiddelen in de wasautomaat!
-
-
-
Zo wast u goed
B Schakel de wasautomaat in
C Belaad de wasautomaat
Open de deur met de Deur - toets.
^
Leg het wasgoed uit elkaar gevou
^
wen en losjes in de trommel.
Leg stukken wasgoed van verschil
^
lende grootte in de trommel.
Daardoor wordt een beter wasresultaat bereikt en kan het wasgoed zich tijdens het centrifugeren beter verdelen.
Gebruik de maximale belading.
^
Bij een maximale belading is het ener gie- en waterverbruik, vergeleken met de totale hoeveelheid wasgoed, het laagst. Bij overschrijding van de maximale be­ladingscapaciteit vallen de wasresulta­ten tegen en gaat het wasgoed sneller kreuken.
Let erop dat er niets tussen deur en manchet beklemd raakt.
-
-
-
D Kies een programma
^ Draai de programmakeuzeschake-
laar naar links of naar rechts totdat het lampje gaat branden van het pro­gramma dat u wilt hebben.
E Kies de temperatuur en/of het cen-
trifugetoerental
U kunt de temperatuur en/of het centri­fugetoerental in het display wijzigen.
1:49 60° 1350
^
Wijzig indien gewenst de tempera tuur door op de Temperatuur - toets te drukken. Wijzig indien gewenst het centrifuge toerental door op de Toerental - toets te drukken.
-
-
^
Sluit de deur met een lichte klap.
15
Zo wast u goed
F Kies eventueel (een) extra func
tie(s)
Met de extra functies kunt u het geko zen programma nog beter afstemmen op uw wasgoed.
^ Druk op de toets(en) van de ge-
wenste extra functie(s).
Het controlelampje naast de gekozen extra functie gaat branden.
Niet alle extra functies kunnen bij alle wasprogramma's worden gekozen. Wanneer u op een extra functietoets drukt en het controlelampje niet gaat branden, betekent dat dat deze extra functie voor het gekozen programma niet van toepassing is.
-
Extra water
Wanneer deze functie is ingeschakeld, dan wordt er meer water gebruikt.
-
De functie heeft drie varianten. Wanneer het apparaat wordt geleverd, wordt de waterstand bij het wassen en bij het spoelen verhoogd. U kunt één van de andere varianten kiezen. Zie hoofdstuk: "Programmeerfuncties".
Voorwas
Deze functie is voor wasgoed waar veel stof of zand in zit.
Zoemer
Wanneer deze functie is ingeschakeld, dan gaat er na afloop van het waspro­gramma en in de spoelstop een zoe­mer.
De zoemer gaat zolang totdat de was­automaat wordt uitgeschakeld.
U kunt het geluidsniveau van de zoe mer veranderen. Zie hoofdstuk: "Programmeerfuncties".
-
Kort
Wanneer deze functie is ingeschakeld, dan duurt de hoofdwas korter.
Deze functie is geschikt voor licht ver vuild wasgoed zonder zichtbare vlek ken.
16
-
-
G Doseer het wasmiddel
Het is belangrijk om niet te weinig en niet te veel wasmiddel te doseren.
Te weinig wasmiddel heeft tot gevolg dat
het wasgoed niet schoon en in de
loop van de tijd grauw en hard wordt;
er zich vetbolletjes in het wasgoed
vormen;
er zich kalk op de kuip en de verwar
mingselementen afzet.
Te veel wasmiddel heeft tot gevolg dat
– er zich te veel schuim vormt, de was-
werking daardoor gering is en de reinigings-, spoel- en centrifugeerre­sultaten niet optimaal zijn;
– er door een automatisch ingescha-
kelde extra spoelgang meer water wordt verbruikt;
– het milieu extra wordt belast.
Zo wast u goed
-
Trek de wasmiddellade naar buiten
^
en doseer het middel in de vakjes.
i
Vakje voor de voorwas Wanneer u de extra functie Voorwas hebt gekozen, neem dan totale aanbevolen wasmiddelhoe­veelheid.
j
Vakje voor de hoofdwas
1
/3van de
§
Vakje voor wasverzachter of stijfsel
^
Schuif de wasmiddellade weer naar binnen.
Nadere bijzonderheden over wasmid delen en de dosering daarvan treft u aan in het hoofdstuk: "Wasmiddelen".
-
17
Zo wast u goed
H Start het programma
De Start/Stop - toets is nu aan het knip peren.
Druk op deze toets.
^
Blijven er stukken wasgoed in de
­trommel liggen, loopt u het risico dat
ze bij de volgende wasbeurt krim pen of afgeven.
-
Direct nadat u het programma heeft ge start, geeft het display in uren en minu ten aan hoelang het programma waar schijnlijk gaat duren.
Tijdens de eerste 8 minuten berekent de wasautomaat hoelang het duurt voordat het wasgoed het water heeft opgenomen en berekent op grond hier van de belading. Het is mogelijk dat het programma daardoor langer of korter gaat duren.
Bovendien geeft het display het pro­grammaverloop aan. Zo kunt u tijdens het wasprogramma zien welke fase in het programmaverloop is bereikt.
I Haal na afloop van het programma
het wasgoed uit de automaat
Na afloop van het programma knippe­ren afwisselend in het display:
0:00 Kreukbeveilig.
en
0:00 inde
-
-
-
-
^ Controleer of er voorwerpen in de
manchet van de deur zijn achterge­bleven.
^ Schakel de wasautomaat met de
I-Aan/0-Uit - toets uit.
^ Sluit de deur.
Doet u dat niet, dan bestaat het gevaar dat er voorwerpen per vergissing in de trommel terechtkomen, worden meege wassen en het wasgoed beschadigen.
-
^
Open de deur met de Deur - toets.
^
Haal het wasgoed uit de trommel.
^
Controleer of de trommel leeg is.
18
Centrifugeren
Maximaal centrifugetoerental
Het maximale centrifugetoerental kan van programma tot programma ver schillen.
Programma Omw/min
Witte / Bonte was 1350
Kreukherstellend 1200
Fijne was 600
Wol 1200
Express 1350
Automatic 1200
Overhemden 600
Jeans 900
Donker wasgoed 1200
Centrifugeren 1350
U kunt een lager toerental instellen.
Het centrifugeren tussen de spoel­gangen
Het wasgoed wordt niet alleen aan het eind, maar ook na de hoofdwas en tus­sen de spoelgangen gecentrifugeerd. Stelt u een lager centrifugetoerental in, dan wordt er ook na de hoofdwas en tussen de spoelgangen met een lager toerental gecentrifugeerd. In het programma Witte / Bonte was wordt bij een toerental van lager dan 700 omw/min een spoelgang ingelast.
-
Het kiezen van de spoelstop
Kies de Spoelstop met de Toerental -
^
toets.
Het wasgoed blijft na de laatste spoel gang in het water liggen. Dat heeft het voordeel dat het wasgoed minder kreukt wanneer u het niet direct uit de trommel haalt.
Toch eindcentrifugeren:
De wasautomaat biedt u het voor het gekozen programma maximaal toelaat bare centrifugetoerental aan. U kunt een lager toerental kiezen.
^ Kies een toerental en druk op de
Start/Stop - toets.
– Beëindigen programma
:
^ Druk op de Deur - toets.
Het water wordt afgepompt. ^ Druk opnieuw op de Deur - toets.
De deur gaat open.
Het overslaan van het centrifugeren tussen de spoelgangen en het eind centrifugeren (Zonder u)
^
Kies Zonder u met de Toerental ­toets.
Na de laatste spoelgang wordt het wa ter afgepompt en wordt de kreukbevei liging ingeschakeld. In de programma's Witte / Bonte was,
Kreukherstellend, Express en Automa tic wordt een spoelgang ingelast.
-
-
-
-
-
-
19
Programma-overzicht
Witte / Bonte was 95°C tot 30°C Maximaal 6,0 kg
Wasgoed Wasgoed van katoen, linnen of mengweefsels; T-shirts, onder
goed, tafellakens en servetten
Extra functies Kort, Extra water, Voorwas
Instructie voor onderzoeksinstituten:
Kort programma: 3,0 kg belading en extra functie Kort
Kreukherstellend 60°C tot 30°C Maximaal 3,0 kg
Wasgoed Wasgoed van synthetische vezels, mengweefsels of kreukher
stellend gemaakt katoen
Tip Kies bij kreukgevoelig wasgoed een lager centrifugetoerental.
Extra functies Kort, Extra water, Voorwas
Fijne was 60°C tot koud Maximaal 2,0 kg
Wasgoed Wasgoed van synthetische vezels, mengweefsels en kunstzijde
Vitrage die volgens de fabrikant in de wasautomaat kan worden gewassen.
Tips – Vitrage trekt veel stof aan en zal daarom vaak in een program-
ma met de extra functie Voorwas moeten worden gewassen.
– Reduceer bij kreukgevoelige vitrage het centrifugetoerental of
centrifugeer helemaal niet.
Extra functies Kort, Voorwas
Wol / 40°C tot koud Maximaal 2,0 kg
Wasgoed Wasgoed van wol en wolmengweefsels
Express 40°C tot koud Maximaal 3,0 kg
Wasgoed Een kleinere hoeveelheid wasgoed die uit katoen, linnen of
mengweefsels bestaat en alleen maar hoeft te worden opgefrist.
Tip Wilt u afzonderlijke stukken wasgoed uitspoelen, kies dan dit
programma met de temperatuur Koud.
Extra functie Extra water
-
-
20
Programma-overzicht
Automatic 40°C tot koud Maximaal 3,5 kg
Wasgoed Wasgoed dat naar kleur is gesorteerd en een combinatie is van
wasgoed dat anders met het programma Witte / Bonte was en wasgoed dat anders met het programma Kreukherstellend wordt gewassen.
Tip Beide soorten wasgoed worden zo behoedzaam mogelijk be
handeld en zo goed mogelijk gereinigd. Dit is mogelijk doordat wasparameters zoals waterstand, wasritme en centrifugeprofiel automatisch worden aangepast.
Overhemden 60°C tot koud Maximaal 2,0 kg
Tips
Extra functies Kort, Extra water
Jeans 60°C tot koud Maximaal 3,0 kg
Tips – Was jeansstoffen binnenstebuiten.
Extra functies Kort, Voorwas
Donker wasgoed 40°C tot koud Maximaal 3,0 kg
Wasgoed Zwart en donker wasgoed van katoen of mengweefsels
Tip Was dit wasgoed binnenstebuiten.
Extra functie Kort
Centrifugeren
Tips
Behandel kragen en manchetten vóór als dat nodig is.
Gebruik voor zijden overhemden en blouses het programma
Fijne was.
– Jeansstoffen geven vaak iets af wanneer ze de eerste paar
keer worden gewassen. Was lichte en donkere jeansstoffen daarom apart.
Alleen pompen: Kies Zonder u.
Centrifugeren: Stel een centrifugetoerental in.
-
21
Programmaverloop
Hoofdwas Spoelen Centrifugeren
Water
stand
Witte / Bonte was d a ( 2-4 Kreukherstellend ( c e 2-3 Fijne was e d e 3 L Wol e e e 2 LL Express d b d 2-3 Automatic ( abc e 2-3 Overhemden e c e 2 L Jeans ( c e 3 L Donker wasgoed ( b d 3 LL Centrifugeren –––– – L
-
Wasrit
me
-
Water
stand
-
Spoel
gangen
1)
2)
2)
2)
Centrifuge
­ren tussen
de spoel
gangen
Eind
-
-
centrifu
geren
-
-
LL LL
LL LL
d = Lage waterstand ( = Middelste waterstand e = Hoge waterstand
a= Intensief ritme b= Normaal ritme c= Behoedzaam ritme d= Sensitief ritme e= Handwasritme
Voor nadere bijzonderheden over het programmaverloop zie volgende bladzij de.
22
-
Programmaverloop
De wasautomaat beschikt over een vol ledig elektronische besturing met bela dingsautomaat. Tijdens een wasprogramma zuigt het wasgoed water op. Om hoeveel water het gaat hangt af van de hoeveelheid wasgoed en het soort textiel. Hoe groter het absorptievermogen van het wasgoed is, des te meer water er moet worden bijgepompt. De elektroni ca van de wasautomaat kan de hoe
­veelheid water meten die het wasgoed opneemt en die moet worden bijge
­pompt. Het programmaverloop en de wastijd zijn bij de diverse programma's dus verschillend. Het programmaverloop van de hier ver­melde programma's slaat op het basis­programma met maximale belading. Eventueel gekozen extra functies zijn hier buiten beschouwing gelaten.
Het display geeft tijdens iedere was­beurt aan in welke fase het waspro­gramma zich op dat moment bevindt.
Nadere bijzonderheden over het pro
-
-
grammaverloop:
Kreukbeveiliging:
De trommel beweegt nog 30 minuten na afloop van het programma om kreukvorming te voorkomen. Een uitzondering vormt het programma Wol.
­De wasautomaat kan altijd worden geo
pend.
1)
Wordt er een temperatuur gekozen van 60°C tot 95°C, dan worden er 2 spoelgangen uitgevoerd. Wordt er een temperatuur gekozen van beneden de 60°C, dan worden er 3 spoelgangen uitgevoerd.
Een 3e, resp. 4e spoelgang wordt uitgevoerd wanneer:
– er teveel schuim in de trommel zit;
– er een lager centrifugetoerental is
gekozen dan 700 omw/min;
Zonder centrifugeren is gekozen.
2)
Een 3e spoelgang wordt uitgevoerd wanneer:
-
-
Zonder centrifugeren is gekozen.
23
Textielbehandelingssymbolen
Wassen
Het getal in de wastobbe geeft de maximale wastemperatuur aan.
9 Normaal programma 4 Mild programma c Zeer mild programma / Handwas
h Niet wassen
Voorbeelden voor de programmakeu ze
Programma Textielbehandelings-
symbolen
Witte / Bonte was
Kreukherstel­lend
Fijne was ac Wol / Express 76 Automatic 7621
9ö8E76
54321
Trommeldrogen
De punten geven de globale tempera tuur aan.
q Op een normale temperatuur r Op een lagere temperatuur s Niet drogen in de automaat
Strijken
De punten verwijzen naar de punten op de regelaar van het strijkijzer en
-
geven de temperatuur aan.
I ca. 200°C H ca. 150°C G ca. 110°C J Niet strijken
Chemisch reinigen
f Reiniging met chemische op-
losmiddelen.
p
De letters verwijzen naar het reinigingsmiddel.
w Nat reinigen D Niet chemisch reinigen
-
24
Bleken
x Elk bleekmiddel toegestaan { Alleen zuurstofbleekmiddel
toegestaan
z Niet bleken
Textielbehandelingssymbolen
In het wasgoed bevindt zich een etiket met textielbehandelingssymbolen. Dit etiket doet aanbevelingen voor de juiste behandeling van het artikel waarop het is aangebracht. Het mag niet worden verward met een garantie hoe het textiel zich in het ge bruik zal gedragen. Het behandelings etiket waarborgt dat het textielproduct bij de aanbevolen behandeling geen schade lijdt.
-
-
Een artikel waarop een behandelings etiket met de symbolen is aangebracht moet voldoen aan bepaalde eisen van wasechtheid, wrijfechtheid en water­echtheid van de kleuren. Het mag niet teveel krimpen of vervor­men, de lijmen mogen niet loslaten en bij de eerste vier keer reinigen zijn ont­leding, smelten, vergelen, pillen en blij­vende kreukels ontoelaatbaar.
Behandelingen en temperaturen die milder zijn dan op het etiket aangege­ven zijn altijd toegestaan.
-
25
Het wijzigen van het programmaverloop
Het afbreken van een program ma / Het wisselen van pro
-
gramma
U kunt een wasprogramma ieder mo ment afbreken, nadat u het heeft ge start.
Druk op de Start/Stop - toets.
^
In het display verschijnt:
Programma afbreken
De Start/Stop - toets begint te knippe ren.
^ Druk nog een keer op de Start/Stop -
toets.
In het display verschijnt:
Is afgebroken
De wasautomaat schakelt de afvoer­pomp in.
Wilt u de was uit de automaat halen, ^ druk dan op de Deur - toets.
-
-
-
Het onderbreken van een pro
­gramma
Schakel de wasautomaat met de
^
I-Aan/0-Uit - toets uit.
Wanneer u het programma weer wilt voortzetten,
schakel het apparaat dan weer in.
^
Het wijzigen van een gekozen programma
Het basisprogramma
Wanneer een programma eenmaal is gestart kunt u geen ander programma meer kiezen, zonder het lopende pro­gramma af te breken.
De temperatuur
De temperatuur kunt u tot 5 minuten na de programmastart wijzigen.
^ Druk op de Temperatuur - toets.
-
Wilt u een ander programma kiezen, doe dan het volgende.
^
Schakel de wasautomaat met de I-Aan/0-Uit - toets uit.
^
Schakel het apparaat daarna weer in.
^
Controleer of er nog wasmiddel in de wasmiddellade zit.
Is dat niet het geval,
^
doseer genoeg wasmiddel.
^
Kies en start een ander programma.
26
Het centrifugetoerental
Het centrifugetoerental kunt u tot vlak voor het eindcentrifugeren wijzigen.
^
Druk op de Toerental - toets.
Extra functies
De extra functies Kort en Extra water kunt u tot 5 minuten na de programma start in- en uitschakelen.
Wanneer de kinderbeveiliging is ge activeerd, kan het programma niet worden afgebroken, noch worden gewijzigd.
-
-
Het wijzigen van het programmaverloop
Het bijvullen van de trommel of het voortijdig verwijderen van wasgoed uit de trommel
Druk op de Deur - toets en klap de
^
deur open.
Leg wasgoed in de trommel of haal
^
er wasgoed uit.
Sluit de deur.
^
Het programma wordt automatisch voortgezet.
Attentie:
Nadat de wasautomaat een programma eenmaal heeft gestart kan hij in de hoe­veelheid wasgoed geen wijzigingen meer vaststellen. Daarom gaat de wasautomaat, ook na­dat u nog wasgoed in de trommel hebt gelegd of wasgoed uit de trommel heeft gehaald, altijd van de maximale bela­dingshoeveelheid uit. De resttijd kan langer zijn dan aange­geven.
In een paar gevallen kan de deur niet meer worden geopend, en wel wan neer
de temperatuur van het sop boven de 55°C komt;
de waterstand te hoog is;
de programmafase Centrifugeren is bereikt.
Wanneer u in één van bovenstaande gevallen op de Deur - toets drukt, ver schijnt in het display:
-
-
Kinderbeveiliging
Met het inschakelen van de kinderbe veiliging voorkomt u dat de wasauto maat tijdens het wassen wordt geo pend of dat het programma wordt af gebroken.
Het inschakelen van de kinderbeveili ging
Druk na de programmastart lang
^
de Start/Stop - toets.
In het display verschijnt:
Vergr. over 3 sec. 0
^ Blijf zo lang op de Start/Stop - toets
drukken, totdat in het display ver­schijnt:
Vergrendeld 0
De kinderbeveiliging is nu geactiveerd en wordt na afloop van het programma automatisch opgeheven.
Het uitschakelen van de kinderbevei liging
^
Druk na de programmastart lang de Start/Stop - toets.
In het display verschijnt:
Ontgr. over 3 sec. 0
^
Blijf zo lang op de Start/Stop - toets drukken, totdat in het display ver schijnt:
Ontgrendeld 1
-
op
op
-
-
-
-
-
-
: Deur vergrendeld
27
Wasmiddelen
Het juiste wasmiddel
U kunt alle wasmiddelen gebruiken die voor gebruik in de wasautomaat geschikt zijn. Tips voor gebruik en dosering van wasmiddelen voor volle belading staan op de wasmiddelverpakking.
Universeel Color Fijnwasmiddel
Witte / Bonte was X X
Kreukherstellend X X
Fijne was X
Wol Wolwasmiddel
Express X X
Automatic X X
Overhemden X X
Jeans X
Donker wasgoed X
1) Alleen vloeibare wasmiddelen
1)
1)
28
Wasmiddelen
Het doseren van het wasmiddel
De dosering is van verschillende facto ren afhankelijk.
De mate waarin het wasgoed is ver
vuild
Licht vervuild Er zijn geen vuile vlekken te zien, maar de kledingstukken ruiken niet meer zo fris.
Normaal vervuild Er zijn lichte vlekken te zien.
Sterk vervuild Er zijn donkere vlekken te zien.
– De waterhardheid
Wanneer u de hardheidsgraad in uw regio niet weet, informeer daar dan naar bij uw waterleidingbedrijf.
– De hoeveelheid wasgoed
Waterhardheid
Hardheids-
graad
I Zacht 0 - 10
II Gemiddeld 10 - 16
III Hard tot
Eigenschap
van het water
zeer hard
Duitse
hardheid
°dH
>16
Wateronthardingsmiddel
Wanneer het water harder is dan
­10° dH kunt u een wateronthardings middel gebruiken om wasmiddel te be
­sparen.
De juiste dosering vindt u op de ver pakking.
Doseer eerst het wasmiddel en dan pas het onthardingsmiddel.
Het wasmiddel kunt u normaal toevoe gen, d.w.z. in doseringen voor zacht water tot 10° dH.
Wasmiddelen met verschil­lende componenten
Wanneer u met verscheidene compo­nenten wast, adviseren wij u deze mid­delen altijd bij elkaar in vakje j te do­seren, en wel in de onderstaande volg­orde:
1. Wasmiddel
2. Wateronthardingsmiddel
3. Vlekkenzout
Dan worden de middelen beter inge spoeld.
-
-
-
-
-
29
Wasmiddelen
Middelen voor het nabehande
-
len van het wasgoed
Wasverzachters Met wasverzachters wordt uw wasgoed extra zacht en minder statisch.
Synthetische stijfsels Met synthetische stijfsels krijgt u het wasgoed beter in model.
Stijfsels Met gewone stijfsels wordt uw wasgoed stevig.
Automatisch spoelen met wasver zachter, synthetische stijfsels of vloeibare stijfsels
-
Wanneer u verschillende keren auto matisch met stijfsel heeft gespoeld, reinig dan de wasmiddellade. Reinig de zuighevel extra goed.
Het kleuren en ontkleuren
Let erop dat het gebruik van textiel
^
verf in de wasautomaat alleen is toe gestaan voor huishoudelijke doelein den. Neem niet meer verf dan strikt nodig is. Wordt er teveel geverfd dan kan het in de verf aanwezige zout het roestvrij staal aantasten. Neem de aanwijzingen van de textiel­verffabrikant precies in acht.
^ Gebruik geen
in de automaat.
ontkleuringsmiddelen
-
-
-
-
^
Doseer één van bovenstaande pro ducten in vakje §.
Doseer niet hoger dan de pijl.
De middelen worden automatisch met het laatste spoelwater in de trommel gespoeld.
Aan het eind van het wasprogramma blijft er een klein beetje water in vakje
§ staan.
30
-
Reiniging en onderhoud
Het reinigen van de trommel
Wanneer er met lage temperaturen en / of een vloeibaar wasmiddel wordt ge wassen, bestaat het gevaar dat er in de wasautomaat ziektekiemen en geurtjes ontstaan. Om dit te voorkomen moet u eenmaal in de maand een wasprogramma met een poederwasmiddel en met een tempera tuur van 60°C of hoger laten draaien.
Het reinigen van de ommante
-
­ling, het bedieningspaneel en de trommel
Haal vóórdat u de wasautomaat
,
een reinigings- of onderhoudsbeurt geeft de spanning van het apparaat.
,
Spuit de wasautomaat in geen
geval met een waterspuit schoon.
^ Reinig deze onderdelen met een mild
reinigingsmiddel of sopje.
^
Droog ze daarna met een zachte doek.
Het reinigen van de wasmid dellade
Verwijder eventuele resten wasmiddel regelmatig.
-
^ Trek de wasmiddellade naar buiten
totdat u weerstand voelt.
^ Druk de ontgrendelingsknop in ^ en haal de wasmiddellade uit het ap-
paraat.
^ Reinig de wasmiddellade met warm
water.
-
,
Gebruik geen oplosmiddelhou dende reinigingsmiddelen, schuur middelen, glas- of allesreinigers. Deze kunnen namelijk kunststof op pervlakken en andere onderdelen beschadigen.
-
-
-
31
Reiniging en onderhoud
Het reinigen van zuighevel en kanaal
Wanneer u verschillende keren vloeibaar stijfsel hebt gebruikt, reinig de zuighevel dan extra goed. Vloeibare stijfsels klonteren snel.
^ Trek de zuighevel uit vakje § (1) ^ en reinig de hevel onder stromend
warm water.
^ Reinig ook het pijpje, waar de zuig-
hevel overheen wordt gestoken.
^ Zet de zuighevel weer terug (2).
Het reinigen van de wasmiddellade kast
^ Reinig ook het gedeelte waar de
wasmiddellade zit. Verwijder de was­middelresten en kalkaanslag en ge­bruik daarvoor een flessenborstel.
-
^
Reinig het wasverzachterkanaal met warm water en een borstel.
32
Reiniging en onderhoud
Het reinigen van het watertoe voerzeefje
De wasautomaat heeft één zeefje ter bescherming van de watertoevoerklep.
Dit zeefje, dat zich in de schroefkoppe ling van de veiligheidsklep bevindt, moet u ongeveer 1 keer in het half jaar controleren. Wanneer de watertoevoer vaak wordt onderbroken moet u mis schien vaker controleren.
-
Draai de waterkraan dicht.
^
-
Schroef de toevoerslang van de wa
^
terkraan.
-
^ Trek het rubberen dichtingsringetje 1
uit de groef.
^ Pak het kunststof zeefje 2 met een
combinatie- of punttang aan de op­staande rand in het midden vast en trek het eruit.
^ Reinig het kunststof zeefje.
-
^
Monteer alles weer in omgekeerde volgorde.
^
Schroef de slang stevig aan de kraan vast.
^
Draai de kraan open.
^
Draai de schroefkoppeling nog wat vaster aan als er nog water uitloopt.
Het zeefje moet nadat het is gerei nigd weer worden teruggeplaatst.
-
33
Nuttige tips
Het oplossen van problemen...
De meeste problemen waar u in het dagelijks gebruik mee te maken zou kunnen krijgen kunt u zelf oplossen. In al die gevallen hoeft u onze technici niet te bellen en kunt u tijd en kosten be sparen.
De volgende tabellen helpen u om de oorzaken van een probleem te vinden en uit de wereld te helpen. Bedenk echter:
Reparaties aan elektrische apparaten mogen alleen door erkende vakmen
,
sen worden uitgevoerd. Gebeurt dit niet, dan kan de gebruiker grote risico's lo pen.
Het lukt niet om een wasprogramma te starten.
Probleem Oorzaak Oplossing
Het display blijft don­ker en het controle­lampje van de Start/ Stop - toets brandt niet.
Het display vraagt u om een code in te voe­ren.
Het display is donker. Het display staat in
Er staat geen stroom op het apparaat.
De code is geacti­veerd.
stand-by, d.w.z. is au tomatisch uitgescha keld om energie te be sparen.
Controleer of – de stekker goed in de con-
tactdoos zit;
– de zekering in orde is.
Voer de code in en bevestig deze. Wanneer u niet wilt dat deze vraag de volgende keer weer verschijnt, deactiveer de code dan.
Druk op een willekeurige
-
toets.
-
Het display staat niet meer in
-
stand-by.
-
-
-
34
In het display staat een storingsmelding.
Probleem Oorzaak Oplossing A
Nuttige tips
In het display brandt en
Waterafvoer ­storing
knippert.
In het display brandt en
Watertoevoer ­storing
knippert.
In het display brandt en
Waterproof ­storing
knippert.
In het display brandt en
Technische storing
knippert.
In het display knippert
Kreukbeveil. Contr. dosering
!
De waterafvoer is
niet optimaal of zelfs geblokkeerd.
De waterafvoer
slang ligt te hoog.
!
De watertoevoer is
niet optimaal of zelfs geblokkeerd.
Het Waterproof-sys-
!
teem heeft gerea­geerd.
Er is sprake van een
!
defect.
Er heeft zich tijdens het wasprogramma te veel schuim gevormd.
Reinig het pluizenfilter en
het filterhuis. De maximale opvoerhoogte
-
is1m.
Controleer of
de waterkraan ver genoeg
is opengedraaid; er knikken in de toevoer
slang zitten.
Neem contact op met de af­deling Klantcontacten.
Start het programma nog een keer. Volgt dezelfde storingsmel­ding, neem dan contact op met de afdeling Klantcontac ten.
Gebruik de volgende keer
-
minder wasmiddel en neem de doseeraanwijzingen op de wasmiddelverpakking in acht.
-
-
A Schakel om de storingsmelding uit het display te verwijderen de wasautomaat
met de I-Aan/0-Uit - toets uit.
35
Nuttige tips
Algemene problemen met de wasautomaat
Probleem Oorzaak Oplossing
De wasautomaat trilt tij dens het centrifugeren.
De wasautomaat heeft het wasgoed niet nor maal gecentrifugeerd en het wasgoed is nog nat.
De wasautomaat maakt een pompend geluid.
In de wasmiddellade blijft vrij veel wasmiddel achter.
De wasverzachter wordt niet volledig ingespoeld of er blijft teveel water in vakje § staan.
In het display staat een taal die u niet kent.
De stelvoeten staan niet
-
gelijk en zijn niet met een contramoer vastge schroefd.
Bij het eindcentrifugeren heeft de automaat een
-
grote onbalans herkend en het centrifugetoeren tal gereduceerd.
Dat is geen storing. Wanneer het water wordt afge­pompt zijn dit soort geluiden normaal.
Er staat onvoldoende druk op het water.
Poedervormige wasmid­delen in combinatie met onthardingsmiddelen hebben de neiging te gaan plakken.
De zuighevel zit niet goed of is verstopt.
Onder "Programmeer functies", "Taal J"iseen andere taal gekozen.
-
-
Stel de wasautomaat ste vig en schroef de stelvoe ten met een contramoer vast.
Vul de trommel met grote en kleine stukken was goed om het wasgoed beter in balans te krijgen.
-
– Reinig het zeefje in de
watertoevoer.
– Kies eventueel de ex-
tra functie Extra water.
Reinig de wasmiddellade en doseer voortaan eerst het wasmiddel en dan pas het onthardingsmid­del in het juiste vakje.
Reinig de zuighevel. Zie hoofdstuk: "Reiniging en onderhoud", para graaf: "Het reinigen van de wasmiddellade".
Stel uw eigen taal in.
-
-
-
-
36
Een tegenvallend wasresultaat
Probleem Oorzaak Oplossing
Het wasgoed wordt met een vloeibaar wasmiddel niet schoon.
Op het gewassen wasgoed zijn grij­ze, elastische bol­letjes achtergeble­ven (vetbolletjes).
Op het gewassen wasgoed zitten wit­te, wasmiddelach tige bestanddelen.
In vloeibare wasmidde len zitten geen bleekmid delen. Fruit-, koffie- of theevlek ken zijn er moeilijk uit te krijgen.
Er is te weinig wasmiddel gedoseerd. Het was­goed is te sterk met vet, bijv. crème of olie ver­vuild geweest.
Het wasmiddel bevat niet in water op te lossen be-
-
standdelen ter onthar ding van het water, nl. zeolieten. Deze bestanddelen heb ben zich op het textiel vastgezet.
Gebruik poedervormige was
-
middelen met een bleekmid
­del.
-
Doseer vlekkenzout in vakje
j en het vloeibare wasmid del in een doseerbolletje.
Doseer vloeibaar wasmiddel
en vlekkenzout nooit bij el kaar in het wasmiddelvakje.
– Wanneer wasgoed zo ver-
vuild is moet u óf meer was­middel doseren óf een vloei­baar wasmiddel gebruiken.
– Draai vóór de volgende was-
beurt een wasprogramma op 60 °C met een vloeibaar was­middel en zonder wasgoed.
– Probeer de resten met een
borstel te verwijderen wan-
-
neer het wasgoed droog is.
Was donker wasgoed voort aan met een wasmiddel dat
-
geen zeolieten bevat. Vloeibare wasmiddelen vol doen meestal aan deze eis.
Was dit textiel met het pro gramma Donker wasgoed.
Nuttige tips
-
-
-
-
-
-
-
37
Nuttige tips
De deur kan met de Deur - toets niet worden geopend.
Oorzaak Oplossing
De wasautomaat is niet elektrisch aangesloten en/ of is niet ingeschakeld.
De kinderbeveiliging is in geschakeld.
De code is geactiveerd. Deactiveer de code.
De stroom is uitgevallen. Open de deur zoals beschreven in de volgende
De deur is niet goed dicht­gedaan.
Er bevindt zich nog water in de trommel en de was­automaat kan het water niet afpompen.
De deur kan bij een temperatuur van hoger dan 55°C niet worden geopend. Op deze manier wordt voorkomen dat u zich verbrandt.
Stop de stekker in het stopcontact en/of schakel de wasautomaat met de I-Aan/0-Uit - toets in.
Schakel de kinderbeveiliging uit zoals beschreven
-
in de gelijknamige paragraaf.
Zie hoofdstuk: "Programmeerfuncties", paragraaf: "Code".
paragraaf.
Druk een keer stevig tegen de slotkant van de deur en druk daarna op de Deur - toets.
Reinig het pluizenfilter en het filterhuis zoals be­schreven in de volgende paragraaf.
38
Nuttige tips
Het openen van de deur bij verstopte afvoer en/of stroomuitval
Schakel de wasautomaat uit.
^
Aan de achterkant van het front van de wasmiddellade bevindt zich een gele opener voor het klepje van het pluizen filter.
^ Pak deze gele opener.
Verstopte afvoer
Wanneer de afvoer is verstopt, bevindt zich een vrij grote hoeveelheid water in de automaat (max. 25 l).
Wees voorzichtig! Het water is
,
heet, wanneer kort daarvoor op een
-
hoge temperatuur is gewassen. U kunt zich aan het water branden!
Het legen van de wasautomaat
Zet een bak of schaal onder het klep
^
je.
Het pluizenfilter mag er niet hele­maal uit worden gedraaid.
-
^
Open daarmee het klepje van het pluizenfilter.
^
Draai het pluizenfilter zover los totdat het water eruit stroomt.
^
Draai telkens wanneer de bak of de schaal volraakt, het deksel van het pluizenfilter vast en maak de bak of schaal leeg.
39
Nuttige tips
Wanneer er geen water meer uit de au tomaat loopt,
^ draai het pluizenfilter er dan helemaal
uit.
^ Reinig het pluizenfilter grondig.
Zet het pluizenfilter weer in het filter
^
­huis.
Draai het filter weer vast.
^
Wordt het pluizenfilter niet terug
,
gezet en vastgedraaid, dan loopt er water uit het apparaat.
Het openen van de deur
Controleer steeds of de trommel
,
stilstaat wanneer u het wasgoed uit de automaat wilt halen. Wanneer u uw hand in een nog draaiende trom mel steekt, loopt u het risico zich te verwonden.
-
-
-
^
Controleer of de pompschoepvleugel gemakkelijk rond te draaien is.
^
Is dat niet het geval, verwijder dan de voorwerpen en/of draden.
^
Reinig het filterhuis.
40
^
Trek aan de noodontgrendeling.
De deur gaat open.
Afdeling Klantcontacten
Reparaties
Voor reparaties dient u te bellen:
uw Miele-vakhandelaar of
de afdeling Klantcontacten van Miele
Nederland B.V.
Adres en telefoonnummer van Miele Nederland B.V. vindt u op de achterzij de van deze gebruiksaanwijzing.
Voor een goede en vlotte afhandeling is het noodzakelijk dat onze technici we ten welk model wasautomaat u heeft en welk nummer deze heeft. Beide gegevens vindt u op het type­plaatje aan de binnenkant van de deurboven het glas.
-
Programma-actualisering (Update)
Wasmiddelen, textiel, wasgewoonten en wasvoorschriften zullen in de toe komst veranderingen ondergaan.
De was- en spoelprogramma's zullen daaraan moeten worden aangepast.
Onze technici zijn in staat om waspro
­gramma's te updaten en in het geheu
gen van uw wasautomaat op te slaan.
Dat zal gebeuren via de optische inter face PC op het bedieningspaneel (PC = Programme Correction).
Miele zal zelf aangeven wanneer de programma's kunnen worden geactuali­seerd.
Garantietermijn en garantievoorwaar­den
De garantietermijn van de wasautomaat bedraagt 2 jaar.
Nadere bijzonderheden over de garan­tievoorwaarden en het Miele Service­verzekering Certificaat treft u aan in bij gaande folder.
-
-
-
-
-
Bij te bestellen onderdelen
Onderdelen voor deze wasautomaat kunt u bijbestellen bij de Miele-vakhan del of bij de afdeling Onderdelen van Miele Nederland B.V.
-
41
Het plaatsen en aansluiten van de wasautomaat
Het apparaat van voren
a Watertoevoerslang Waterproof-sys
teem
b Elektrische aansluiting
c - f Waterafvoerslang (met draai
baar en verwijderbaar bochtstuk) met verschillende mogelijkheden voor waterafvoer
g Wasmiddellade
42
-
h Bedieningspaneel
i Deur
j Klepje voor het pluizenfilter, het filter
-
huis en de noodontgrendeling
k Vier stelvoeten
-
Het plaatsen en aansluiten van de wasautomaat
Het apparaat van achteren
a Rand van het bovenblad
Hier kunt u het apparaat vastpakken wanneer u het wilt verplaatsen.
b Elektrische aansluiting
c Watertoevoerslang Waterproof-
systeem
d Waterafvoerslang
e Draaibeveiligingen met transport
stangen
f Houder voor watertoevoerslang en
waterafvoerslang
g Houders voor transportstangen
-
43
Het plaatsen en aansluiten van de wasautomaat
Plaats van opstelling
Als plaats van opstelling is een beton nen vloer het meest geschikt. In tegen stelling tot een houten of een zachte vloer trilt deze nauwelijks mee als de wasautomaat aan het centrifugeren is.
Let bij het plaatsen van uw automaat op het volgende:
Plaats het apparaat waterpas en sta
^
biel.
Plaats het apparaat niet op een
^
zachte vloerbedekking omdat het in dat geval tijdens het centrifugeren gaat trillen.
^ Wanneer u het apparaat op een hou-
ten vloer wilt plaatsen, plaats het dan op een multiplex plaat van tenminste 3 cm dik. U dient de plaat niet alleen maar aan de planken van de vloer, maar aan zoveel mogelijk - in ieder geval aan 2 - balken vast te schroeven.
-
-
Het plaatsen van de wasautomaat
Wanneer u het apparaat van de ver
^
pakkingsbodem tilt en op de plaats neerzet waar het moet staan, pak het dan aan de voorkant bij de stelvoeten en aan de achterkant bij de rand van het bovenblad vast.
Pak het apparaat bij het tillen niet aan de deur vast.
-
De machinevoeten en de vloer
,
onder het apparaat moeten droog zijn. Is dat niet het geval, dan loopt u het risico dat de automaat gaat glij­den tijdens het centrifugeren.
Het verwijderen van de trans­portbeveiliging
-
^
Plaats het apparaat als het enigszins kan in één van de hoeken van het vertrek. Daar is iedere vloer het sta bielst.
,
Wanneer het apparaat op een reeds aanwezige (betonnen of ge metselde) sokkel plaatst, let er dan op dat het tijdens het centrifugeren niet kan gaan schuiven. U doet dit met behulp van spanklau wen. Deze zijn verkrijgbaar bij de Miele-vakhandel of bij de afdeling Onderdelen van Miele Nederland B.V.
44
-
-
^
Haak een schroevendraaier achter
-
de draaibeveiligingen (1)
^
en haal ze er af (2).
Het plaatsen en aansluiten van de wasautomaat
Draai de linker transportstang met de
^
bijgevoegde steeksleutel 90° en
^
trek de stang eruit.
Draai de rechter transportstang 90°
^
en
^
trek de stang eruit.
45
Het plaatsen en aansluiten van de wasautomaat
Sluit de gaten af die vrijkomen
,
nadat u de transportbeveiliging heeft verwijderd. Doet u dat niet, dan loopt u het risi co zich te bezeren.
^ Sluit de gaten met de draaibeveiligin-
gen en de daaraan bevestigde dop­jes af.
-
Bevestig de transportstangen aan de
^
achterwand van de wasautomaat. Let erop dat de gaten b op de pennen a worden geplaatst.
De wasautomaat mag zonder
,
transportbeveiliging niet worden ge­transporteerd. Bewaar de transportbeveiliging. Wanneer de wasautomaat moet wor­den getransporteerd (bijv. bij een verhuizing) moet de beveiliging weer worden gemonteerd.
46
Het monteren van de trans
-
portbeveiliging
Het monteren van de transportbeveili ging gebeurt in omgekeerde volgorde.
-
Het plaatsen en aansluiten van de wasautomaat
Het stellen van de wasauto
-
maat
De wasautomaat moet waterpas en ge lijkmatig op de vloer staan. Alleen dan is een optimale werking gewaarborgd.
Wanneer een wasautomaat verkeerd wordt geplaatst, wordt er meer water en energie verbruikt dan nodig is en kan het apparaat gaan schuiven.
Het stellen van de automaat gebeurt met behulp van de vier machine- of stelvoeten. Wanneer het apparaat wordt geleverd zijn alle stelvoeten naar binnen gedraaid.
Het naar buiten draaien en vastzetten van de stelvoeten
-
Controleer met een waterpas of het
^
apparaat waterpas staat.
^ Houd stelvoet 1 met een waterpomp-
tang vast. Draai contramoer 2 met de steeksleutel weer aan de ommante­ling vast.
,
Alle vier de contramoeren moe­ten stevig aan de ommanteling zijn vastgedraaid. Controleer ook de voeten die u bij het stellen van de automaat niet naar buiten hebt gedraaid. Doet u dat niet, dan bestaat het ge vaar dat het apparaat gaat schui ven.
-
-
^
Draai contramoer 2 met de bijge voegde steeksleutel los en wel met de wijzers van de klok mee. Draai de contramoer samen met stelvoet 1 naar buiten.
-
47
Het plaatsen en aansluiten van de wasautomaat
Het plaatsen van de wasautomaat onder een werkblad
Het is niet mogelijk om het bo
,
venblad van de wasautomaat te de monteren.
Deze wasautomaat kan compleet met bovenblad onder een werkblad worden geschoven, wanneer het werkblad ten minste hoog genoeg is.
-
-
Was-droogzuil
Op deze wasautomaat kan een Miele­droogautomaat worden geplaatst. Daarvoor is een tussenstuk noodzake lijk, dat verkrijgbaar is bij de Miele-vak handel en bij de afdeling Onderdelen van Miele Nederland B.V.
Let op het volgende:
-
-
-
48
a De afstand tot de wand moet veilig
heidshalve minstens 2 cm
b Hoogte:
Tussenstuk met werkblad: ca. 172 cm Tussenstuk zonder werkblad ca. 170 cm
c Diepte van de was-droogzuil:
ca. 65 cm
bedragen
-
Het plaatsen en aansluiten van de wasautomaat
Het Miele waterbeveiligings
-
systeem
Het Miele waterbeveiligingssysteem biedt een volledige bescherming tegen waterschade door de wasautomaat.
Het systeem bestaat hoofdzakelijk uit drie onderdelen:
1) de watertoevoerslang
2) de elektronica en de ommanteling
3) de waterafvoerslang
1) De watertoevoerslang
– Deze beschikt over een elektrisch
waterinlaatventiel.
Dit systeem functioneert als een au­tomatische kraan en zit in de uitstul­ping van de watertoevoerslang.
– Het waterinlaatventiel is bestand te-
gen een druk van tussen de 7.000 en
10.000 kPa.
Scheuren in het ventiel worden daar­mee voorkomen.
De beschermhuls van de watertoe voerslang
-
2) De elektronica en de ommanteling
De bodemplaat
Wanneer de wasautomaat lekt wordt het overtollige water in de bodem plaat opgevangen en wordt het wa terinlaatventiel door de vlotterscha kelaar uitgeschakeld. De watertoevoer is vanaf dat moment geblokkeerd. Het water dat zich in de kuip bevindt wordt afgepompt.
Bescherming tegen overstromen
Voorkomen wordt dat de wasauto maat door een ongecontroleerde wa­tertoevoer gaat lekken. Stijgt de waterstand boven een be­paald niveau, dan wordt de afvoer­pomp ingeschakeld en het water ge­controleerd afgepompt.
3) De waterafvoerslang
– Bescherming tegen leegzuigen
De waterafvoerslang is beveiligd met een ventilatiesysteem. Hiermee wordt voorkomen dat de wasautomaat wordt leeggezogen.
-
-
-
-
Deze beschermhuls zit als een twee de huid om de watertoevoerslang heen. Wanneer de watertoevoerslang lekt, wordt het overtollige water door de beschermhuls in de bodemplaat op gevangen en wordt het waterinlaat ventiel door de vlotterschakelaar uit geschakeld. De watertoevoer is vanaf dat moment geblokkeerd. Het water dat zich in de kuip bevindt wordt afgepompt.
-
-
-
-
49
Het plaatsen en aansluiten van de wasautomaat
Het aansluiten van de water
-
toevoer
Het waterinlaatventiel bevat elek
,
trische onderdelen en mag daarom niet worden gemonteerd in gedeel ten van het vertrek waar met water wordt gewerkt, bijv. badkuipen of douchecabines. Gebruik in dat geval een metaalom vlochte verlengslang. Deze is te ver krijgen bij de Miele-vakhandel of bij de afdeling Onderdelen van Miele Nederland B.V.
De behuizing van het waterinlaatven tiel mag niet in vloeistof worden ge dompeld!
-
De automaat mag zonder terugslagklep op het waterleidingnet worden aange sloten, omdat hij gebouwd is volgens EU-normen.
-
De waterdruk moet minstens 100 kPa en mag niet meer dan 1.000 kPa bedra gen. Is de druk hoger dan 1.000 kPa, dan moet er een drukreduceerventiel in de
­waterleiding worden ingebouwd.
­Voor de aansluiting is een kraan met
3
/4"-schroefkoppeling noodzakelijk. Is zo'n kraan niet aanwezig, dan mag de automaat uitsluitend door een er kend installateur op de waterleiding worden aangesloten.
Het aansluitpunt staat onder
,
druk van de waterleiding. Controleer daarom of de aansluiting niet lek is. Dit kunt u doen door de kraan lang­zaam open te draaien. Leg het dichtingsringetje er eventu­eel opnieuw in en draai de schroef koppeling eventueel wat vaster aan.
-
-
De wasautomaat is niet geschikt om op warm water te worden aangeslo ten.
-
-
-
-
-
De beschermhuls mag niet worden beschadigd en er mogen geen knik ken in zitten.
50
-
Het plaatsen en aansluiten van de wasautomaat
Onderhoud
Wanneer u het systeem vervangt, doe dat dan alleen met het Miele Water proof-systeem.
Het zeefje in de schroefkoppeling van het waterinloopventiel mag ter bescherming van het ventiel niet worden verwijderd.
Verlengslang om na te bestellen
Een metaalomvlochte slang van 1,5 m lang kan worden nabesteld bij de Miele-vakhandel of bij de afdeling On derdelen van Miele Nederland B.V.
Deze slang is bestand tegen een druk van minstens 14.000 kPa en kan als verlengslang worden gebruikt.
-
-
51
Het plaatsen en aansluiten van de wasautomaat
Het aansluiten van de wateraf
-
voer
Het sop wordt afgepompt m.b.v. een afvoerpomp met een opvoerhoogte van 1m. Het water moet ongehinderd weg kun nen stromen en daarom mogen er geen knikken in de slang zitten. Het bochtstuk aan het eind van de slang is draaibaar en kan indien nodig worden verwijderd.
Indien noodzakelijk kan de afvoerslang tot max. 5 m worden verlengd. Verlengstukken zijn verkrijgbaar bij de Miele-vakhandel of bij de afdeling On­derdelen van Miele Nederland B.V.
Voor opvoerhoogten van meer dan 1 m (tot max. 1,8 m) is een tweede afvoer­pomp - met duowerking - incl. de nood­zakelijke ombouwset verkrijgbaar, en wel bij de Miele-vakhandel of bij de af­deling Onderdelen van Miele Neder­land B.V.
De waterafvoerslang kan op de vol gende manieren worden aangebracht
1. De slang kan in een wasbak, wasta
fel of gootsteen worden gehangen:
-
-
-
2. De slang kan op een kunststof af
voerbuis met rubberen mof worden aangesloten. Een sifon is niet beslist noodzakelijk.
3. De slang kan op een wasbak of was
tafel met kunststof nippel worden aangesloten.
4. De slang kan in een putje in de vloer
worden gehangen.
Attentie:
a Adapter
b Schroefkoppeling
c Slangklem
d Uiteinde van de slang
-
-
Attentie:
Zorg ervoor dat de slang niet weg kan glijden.
Wordt het water in een wasbak, was tafel of gootsteen afgepompt moet het snel genoeg weg kunnen stro men. Is dat niet het geval, dan loopt u het risico dat er water overstroomt of dat een deel van het wegge pompte water in de automaat wordt teruggezogen.
52
^
Bevestig de adapter a met de schroefkoppeling b aan de sifon van de wastafel.
^
Plaats het uiteinde van de slang d
-
op de adapter a.
^
-
-
Draai de slangklem c direct achter de schroefkoppeling met een schroe vendraaier vast.
-
Het plaatsen en aansluiten van de wasautomaat
Elektrische aansluiting
De wasautomaat mag alleen door een erkend installateur volgens de gelden de NEN-normen op het elektriciteitsnet worden aangesloten.
Deze wasautomaat is voorzien van een aansluitkabel en een stekker met be schermingscontact (randaarde), ge schikt voor aansluiting op ~230 V 50 Hz.
Deze wasautomaat mag uitsluitend worden aangesloten op een contact doos met beschermingscontact (rand aarde) of een daarvoor geschikte 2­polige schakelaar, bijv. voor in de bad­kamer.
Let bij een stekkerverbinding op het volgende. Om de elektrische spanning van het apparaat te kunnen halen, is het beslist noodzakelijk dat men altijd bij de aan­sluitstekker kan komen.
-
-
-
-
-
Wij raden u af om de wasautomaat op een verlengsnoer en/of stekkerdoos aan te sluiten. Dit om brand te voor komen.
In de EU-richtlijnen geeft men ter verho ging van de veiligheid het advies om de huisinstallatie van een aardlekscha kelaar te voorzien.
De gegevens van de aansluitwaarden vindt u op het typeplaatje. Vergelijk deze waarden met de gegevens van uw elektriciteitsnet.
-
-
-
53
Verbruiksgegevens
Belading Verbruikswaarden
Energie Water Programmaduur
in kWh in l Kort Normaal
Witte / Bonte was 95°C 6,0 kg 1,99 47 2 h 09 min
Kreukherstellend 40°C
Fijne was 30°C 2,0 kg 0,35 69 49 min 59 min Wol / 30°C 2,0 kg 0,23 39 39 min
Express 40°C 3,0 kg 0,30 34 30 min
Automatic 40°C 3,5 kg 0,35 - 0,50 40 - 55 1 h 18 min
Overhemden 60°C 2,0 kg 1,00 59 1 h 02 min 1 h 12 min
Jeans 40°C 3,0 kg 0,50 52 50 min 1 h 00 min
Donker wasgoed 40°C 3,0 kg 0,60 60 1 h 00 min 1 h 10 min
Instructie voor vergelijkende onderzoeken
1)
Testprogramma volgens EN 60456
2)
Kort programma voor onderzoeksinstituten; daarbij moet de extra functie Kort worden gekozen.
1)
60°C
60°C 3,0 kg 0,73 39 1 h 03 min
40°C
40°C
6,0 kg 1,02 47 1 h 49 min
1)
6,0 kg 0,65 59 2 h 04 min
2)
3,0 kg 0,36 39 59 min
1)
3,0 kg 0,50 55 59 min 1 h 19 min
De verbruiksgegevens kunnen van de aangegeven waarden afwijken, al naar gelang de waterdruk, waterhardheid, temperatuur van het instromende water, kamertemperatuur, het soort en de hoeveelheid wasgoed, verschillen in de net spanning en gekozen extra functies.
54
-
Technische gegevens
Hoogte 851 mm
Breedte 595 mm
Diepte 634 mm
Diepte bij geopende deur 1074 mm
Gewicht 99 kg
Maximale belasting van de vloer 1.600 Newton (ca. 160 kg)
Beladingscapaciteit 6 kg droog wasgoed
Aansluitspanning Zie typeplaatje
Aansluitwaarde Zie typeplaatje
Zekering Zie typeplaatje
Verbruiksgegevens Zie hoofdstuk: "Verbruiksgegevens".
Minimale waterdruk 100 kPa (1 bar)
Maximale waterdruk 1.000 kPa (10 bar)
Lengte van de toevoerslang 1,60 m
Lengte van de afvoerslang 1,50 m
Lengte van de aansluitkabel 1,60 m
Maximale opvoerhoogte 1,00 m
Maximale afpomplengte 5,00 m
LED Klasse 1
Keurmerk Zie typeplaatje
55
Programmeerfuncties voor de wijziging van standaard­waarden en de programmering van varianten
Met de volgende programmeerfuncties kunt u de elektronica van de wasauto­maat aanpassen aan wisselende omstandigheden. U kunt de varianten ieder moment veranderen.
Programmeerfuncties
Het openen van het menu van de programmeerfuncties
De programmeerfuncties en de varianten daarvan kunt u oproepen met behulp van de Start/Stop - toets en de programmakeuzeschakelaar. Deze bedieningselementen hebben dus een tweede functie die niet op het paneel te zien is.
Eerst moet aan twee voorwaarden zijn voldaan.
De wasautomaat moet uitgeschakeld
zijn.
– De deur moet gesloten zijn.
A Druk op de Start/Stop - toets en blijf
daar gedurende de stappen B en C op drukken.
B Druk op de I-Aan/0-Uit - toets.
C Zodra in het display staat...
Taal ! ...
...kuntudeStart/Stop - toets losla ten.
U bevindt zich nu in het menu van de programmeerfuncties.
Het programmeren van de varianten
F Draai met de programmakeuzescha
kelaar totdat de gewenste variant in het display verschijnt.
G Bevestig uw keuze door op de
Start/Stop - toets te drukken.
Welke variant is ingesteld wordt door een vinkje L of door een balkdiagram aangegeven.
Het sluiten van de het menu van de programmeerfuncties
H Draai met de programmakeuzescha-
kelaar totdat Terug verschijnt.
I Bevestig uw keuze door op de
Start/Stop - toets te drukken.
A in het display
Taal J
Er zijn verschillende talen waarin de meldingen in het display kunnen wor
­den weergegeven.
Met de programmeerfunctie Taal J kunt u één van de aangegeven talen kiezen.
-
-
Het kiezen van de program
-
meerfuncties
D Draai met de programmakeuzescha
kelaar totdat de gewenste program meerfunctie in het display verschijnt.
E Bevestig uw keuze door op de
Start/Stop - toets te drukken.
U kunt nu de gewenste variant kiezen.
De gekozen taal wordt opgeslagen.
-
-
57
Programmeerfuncties
Extra water
Wanneer u de extra functie Extra wa ter heeft ingeschakeld, wordt er bij
de programma's meer water ge bruikt. Daarbij zijn 3 varianten mogelijk. Met de programmeerfunctie Extra water kunt u de variant programme ren die u wilt hebben.
De 3 varianten zijn:
Water +
Een hogere waterstand bij het wassen en spoelen.
In deze variant wordt het apparaat ge­leverd.
Extra spoelgang
Er wordt een extra spoelgang uitge­voerd.
Water+/Extra spoelg
Een combinatie van bovenstaande varianten.
-
-
Behoedzaam wassen
Met het activeren van deze program meerfunctie kunt u licht vervuild was goed met een behoedzaam ritme wassen. Het aantal trommelbewegingen wordt gereduceerd.
"Behoedzaam wassen" kan worden ge bruikt voor de programma's Witte / Bon
-
te was en Kreukherstellend.
Wanneer het apparaat wordt geleverd is de functie niet geactiveerd.
Afkoeling waswater
Wanneer u deze programmeerfunctie activeert, stroomt er aan het einde van de hoofdwas extra water in de trommel ter afkoeling van het waswa ter.
"Afkoeling waswater" kan worden ge­bruikt voor het programma Witte / Bonte was en wel als het waswater aan het eind van de hoofdwas een hogere tem­peratuur heeft dan 70°C.
Het verdient aanbeveling om deze functie te activeren
– wanneer de wasautomaat in een ge-
bouw staat met waterafvoerbuizen die niet aan de Komokeur voldoen;
wanneer u de waterafvoerslang in een wasbak, wastafel of gootsteen hangt. Op deze manier kunt u brand- of schroeigevaar voorkomen.
­Wanneer het apparaat wordt geleverd
­is de functie niet geactiveerd.
-
-
-
58
Code
Met het activeren van deze program meerfunctie kunt u de elektronica met een code vergrendelen. Daarmee voorkomt u dat uw appa raat door vreemden kan worden ge bruikt.
Wanneer u de code heeft geactiveerd, moet u na het inschakelen van de was automaat de code weer invoeren om de automaat te kunnen bedienen.
Code ...
^ Druk op de Start/Stop - toets.
Het activeren van de code
Activeren
^ Druk op de Start/Stop - toets.
-
-
-
Programmeerfuncties
125
Ter bevestiging verschijnt in het dis play:
Code geactiveerd
Nadat u het apparaat heeft uitgescha keld, kunt u het alleen maar gebruiken als u de code invoert.
-
Wanneer u de wasautomaat weer wilt gebruiken
Nadat u de wasautomaat heeft inge schakeld, vraagt het display u om de code in te voeren.
^ Voer de code in zoals boven be-
schreven en bevestig deze.
U kunt nu weer gaan wassen.
-
-
-
Het display vraagt u nu om de code in te voeren.
Het invoeren van de code
De code is 125 en kan niet worden ge wijzigd.
O __ __
^
Draai met de programmakeuzescha kelaar, totdat het 1e cijfer wordt aan gegeven.
^
Bevestig het cijfer met de Start/Stop ­toets.
^
Doe hetzelfde met het 2e en 3e cijfer.
Het deactiveren van de code
^ Schakel de programmeerfuncties in
zoals aan het begin van dit hoofdstuk beschreven.
-
C Zodra in het display staat...
O __ __
^
laat de Start/Stop - toets dan los.
-
-
^
Voer de code in.
^
Druk op de Start/Stop - toets.
^
Kies Code en Deactiveren.
59
Programmeerfuncties
Temperatuureenheid
Het display kan de temperatuur weergeven in °C/Celsius of in °F/Fahrenheit. Met de programmeerfunctie Tempe ratuureenheid kunt u één daarvan kiezen.
Wanneer het apparaat wordt geleverd wordt de temperatuur in °C/Celsius weergegeven.
Zoemer
Wanneer u de extra functie Zoemer heeft ingeschakeld, gaat er aan het eind van het programma of in de spoelstop een zoemer. Met de programmeerfunctie Zoemer kunt u kiezen tussen twee geluids­sterkten.
De mogelijkheden zijn:
Normaal
Akoestisch signaal
Met het activeren van deze program meerfunctie kunt u een akoestisch signaal inschakelen.
-
Dat klinkt iedere keer wanneer u op een toets drukt.
Wanneer het apparaat wordt geleverd is de functie niet geactiveerd.
Lichtsterkte
De lichtsterkte van de meldingen in het display kan verschillen. Met de programmeerfunctie Licht- sterkte kunt u tussen 10 standen kie­zen.
Welke lichtsterkte is gekozen wordt op een balkdiagram aangegeven.
Wanneer het apparaat wordt geleverd is stand 5 ingesteld.
De lichtsterkte wordt ingesteld zodra u een stand gekozen hebt.
-
De zoemer gaat met een normale ge luidssterkte.
In deze variant wordt het apparaat ge leverd.
Harder
De zoemer gaat harder dan normaal.
60
-
Contrast
-
Het contrast van de meldingen in het display kan verschillen. Met de programmeerfunctie Contrast kunt u tussen 10 standen kiezen.
Welk contrast is gekozen wordt op een balkdiagram aangegeven.
Wanneer het apparaat wordt geleverd is stand 5 ingesteld.
Het contrast wordt ingesteld zodra u een stand gekozen hebt.
Programmeerfuncties
Stand-by display
Het display wordt donker, wanneer u 10 minuten na het inschakelen van de wasautomaat geen programma kiest en tevens 10 minuten nadat het programma is afgelopen. De Start/Stop - toets knippert lang zaam. Dit bespaart energie. Wanneer u op een toets drukt, wordt het display weer ingeschakeld. Met de programmeerfunctie Stand-by display kunt u bepalen of het display alleen in bovenstaande gevallen don ker wordt of ook tijdens het program­maverloop.
De mogelijkheden zijn:
Aan
De stand-by is ingeschakeld, d.w.z. het display wordt in bovenstaande gevallen en ook 10 minuten na de programma­start donker.
Niet in programverl.
De stand-by is tijdens het programma verloop uitgeschakeld, d.w.z. het dis play blijft het hele programma zicht baar.
In deze variant wordt het apparaat ge leverd.
-
-
-
-
-
Memory
Met het activeren van deze program meerfunctie kunt u de memory in schakelen. Dat houdt in dat de wasautomaat het programma dat u het laatst hebt ge kozen en de temperatuur, het centri fugetoerental en de eventuele extra functies die u daarbij hebt gekozen, bij de start van het programma op slaat.
De eerstvolgende keer dat u de wasau tomaat inschakelt, geeft het apparaat
­de opgeslagen componenten aan.
Wanneer het apparaat wordt geleverd is de functie niet geactiveerd.
Kreukbeveilig.
Met het activeren van deze program­meerfunctie kunt u de kreukbeveili­ging inschakelen. Dat houdt in dat de trommel na af­loop van het programma nog max. 30 minuten draait om kreukvorming te voorkomen.
De wasautomaat kan altijd geopend worden.
Wanneer het apparaat wordt geleverd is de functie wel geactiveerd.
-
-
-
-
-
-
Aan
De kreukbeveiliging is ingeschakeld.
Uit
De kreukbeveiliging is uitgeschakeld.
616263
Wijzigingen voorbehouden/0508
M.-Nr. 07 171 700 / 01
Loading...