Miele TKB 340 WP User manual

Gebruiksaanwijzing

Warmtepompdroger

Lees beslist de gebruiksaanwijzing voordat u uw apparaat plaatst, in stalleert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan uw apparaat.

nl-NL

M.-Nr. 10 205 000

Een bijdrage aan de bescherming van het milieu

Het verpakkingsmateriaal

De verpakking beschermt het apparaat tegen transportschade. Het verpak kingsmateriaal is uitgekozen omdat dit het milieu relatief weinig belast en kan worden hergebruikt.

Door hergebruik van verpakkingsmate riaal wordt er op grondstoffen bespaard en wordt er minder afval geproduceerd. Uw vakhandelaar neemt de verpakking in het algemeen terug.

Het afdanken van een apparaat

Oude elektrische en elektronische ap paraten bevatten meestal nog waarde volle materialen. Ze bevatten echter ook schadelijke stoffen die nodig zijn ge weest om de apparaten goed en veilig te laten functioneren. Wanneer u uw ou de apparaat bij het gewone afval doet of er op een andere manier niet goed mee omgaat, kunnen deze stoffen schadelijk zijn voor de gezondheid en het milieu.

Verwijder uw oude apparaat dan ook nooit samen met het gewone afval, maar lever het in bij een gemeentelijk inzameldepot voor elektrische en elek tronische apparatuur. Vraag uw hande laar indien nodig om inlichtingen.

Het afgedankte apparaat moet buiten het bereik van kinderen worden opge slagen.

Tips om energie te besparen

Voorkom dat de droogprogramma's meer energie verbruiken en langer du ren dan nodig is en wel door de volgen de maatregelen.

Centrifugeer het wasgoed voordat u het gaat drogen met een zo hoog mogelijk toerental in de wasauto maat.

Zo bespaart u bij het drogen ca. 20% energie, maar ook tijd, wanneer u bijv. met 1600 omw/min centrifugeert in plaats van met 1000 omw/min.

Gebruik voor ieder droogprogramma de maximale beladingscapaciteit van de trommel. Zie hiervoor het hoofd stuk: "Programma-overzicht". Het energieverbruik is dan, vergeleken met de totale hoeveelheid wasgoed, het gunstigst.

Zorg ervoor dat de temperatuur in het vertrek niet te hoog is. Zijn er behalve de droogautomaat nog meer warmteafgevende apparaten in het vertrek in gebruik, schakel deze apparaten dan uit of zorg ervoor dat er voldoende lucht wordt toegevoerd.

Reinig de twee pluizenfilters in de vulopening van de deur iedere keer nadat u de droogautomaat heeft ge bruikt.

2

Inhoud

Een bijdrage aan de bescherming van het milieu ..............................................

2

Veiligheidsinstructies en waarschuwingen ........................................................

6

Bediening van de droger .....................................................................................

17

Bedieningspaneel ..................................................................................................

17

Display ...................................................................................................................

18

Ingebruikneming van het apparaat ....................................................................

19

1. Tips voor het drogen van textiel .....................................................................

20

Waar u al bij het wassen op moet letten................................................................

20

Wasgoed vóór het drogen sorteren .......................................................................

20

Textielbehandelingssymbolen...........................................................................

21

Waar u bij het drogen verder nog op moet letten ..................................................

21

2. Trommel vullen .................................................................................................

22

3. Programma kiezen en starten.........................................................................

23

Programma kiezen .................................................................................................

23

Opties kiezen en/of voorprogrammeren (indien gewenst) .....................................

25

Programma starten ................................................................................................

25

4. Trommel leeghalen...........................................................................................

26

Einde van het programma / Kreukbeveiliging ........................................................

26

Trommel leeghalen.................................................................................................

26

Opties....................................................................................................................

27

Extra behoedzaam .................................................................................................

27

Kreukbeveiliging.....................................................................................................

27

Zoemer...................................................................................................................

27

Voorprogrammering.............................................................................................

28

Programma-overzicht..........................................................................................

29

Programmaverloop wijzigen ...............................................................................

32

Reiniging en onderhoud ......................................................................................

33

Condenswaterreservoir legen ................................................................................

33

Pluizenfilters...........................................................................................................

34

Pluizen verwijderen ...........................................................................................

34

Pluizenfilters en luchtgeleidingsgedeelte reinigen bij sterke pluisvorming .......

35

3

Inhoud

 

Sokkelfilter .............................................................................................................

36

Verwijderen .......................................................................................................

36

Reinigen ............................................................................................................

36

Klepje voor het sokkelfilter................................................................................

37

Condensor controleren .....................................................................................

37

Terugplaatsen ...................................................................................................

38

Geurflacon ............................................................................................................

40

Geurflacon plaatsen...............................................................................................

40

Geurflacon vervangen............................................................................................

42

Nuttige tips ...........................................................................................................

44

Hulp bij problemen.................................................................................................

44

Het display geeft een probleem aan ......................................................................

44

Een tegenvallend droogresultaat ..........................................................................

46

Andere problemen .................................................................................................

47

Rooster rechts onder .............................................................................................

49

Afdeling Klantcontacten......................................................................................

50

Reparaties ..............................................................................................................

50

Na te bestellen accessoires ...................................................................................

50

Garantietermijn en garantievoorwaarden...............................................................

50

Plaatsen en aansluiten ........................................................................................

51

Het apparaat aan de voorkant ...............................................................................

51

Het apparaat aan de achterkant ............................................................................

52

Droger verplaatsen.................................................................................................

52

Plaatsen .................................................................................................................

53

Droogautomaat stellen......................................................................................

53

Ventilatie............................................................................................................

53

Bij een later transport (bijv. bij een verhuizing) .................................................

53

Nog meer plaatsingstips ........................................................................................

54

Externe afvoer voor het condenswater aansluiten.................................................

55

Speciale aansluitingen met een terugslagklep .................................................

55

Afvoerslang aansluiten......................................................................................

56

Voorbeelden......................................................................................................

57

Elektrische aansluiting ...........................................................................................

59

Verbruiksgegevens ..............................................................................................

60

Technische gegevens .........................................................................................

61

4

 

Inhoud

Programmeerfuncties..........................................................................................

63

Programmeren .......................................................................................................

63

Voorbeeld:..............................................................................................................

65

Programma "Katoen" droger of vochtiger .......................................................

66

Programma "Kreukherstellend" droger of vochtiger.......................................

66

Verlenging afkoeltijd........................................................................................

66

Volume zoemer ...............................................................................................

66

Toetssignaal ....................................................................................................

66

Code................................................................................................................

67

Geleidbaarheid................................................................................................

67

Extra droogtegraden .......................................................................................

68

Standby .............................................................................................................

69

Automatische uitschakeling apparaat..............................................................

70

Memory ............................................................................................................

70

Kreukbeveiliging...............................................................................................

70

5

Veiligheidsinstructies en waarschuwingen

Lees beslist deze gebruiksaanwijzing.

Dit apparaat voldoet aan de geldende veiligheidsvoorschriften. Onjuist gebruik echter kan persoonlijk letsel of schade aan het ap paraat tot gevolg hebben.

Lees de gebruiksaanwijzing daarom eerst aandachtig door voor dat u het apparaat voor het eerst gebruikt. Hierin vindt u belangrij ke instructies betreffende veiligheid, gebruik en onderhoud.

Bewaar de gebruiksaanwijzing en geef deze door aan een eventu ele volgende eigenaar van het apparaat.

Efficiënt gebruik

Deze droger is uitsluitend bestemd voor huishoudelijk of daarmee vergelijkbaar gebruik.

Deze droger is uitsluitend bestemd voor gebruik binnenshuis.

Deze droger is uitsluitend bestemd voor het drogen van textiel dat in water is gewassen en volgens de aanwijzingen van de fabrikant op het onderhoudsetiket in de droger mag worden gedroogd. Gebruik voor andere doeleinden kan gevaarlijk zijn. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor schade die wordt veroorzaakt door een ander gebruik dan hier aangegeven of door een foutieve bediening.

6

Veiligheidsinstructies en waarschuwingen

Personen die op grond van hun fysieke of psychische gesteld heid, hun onervarenheid of gebrek aan kennis van dit apparaat niet in staat zijn om het veilig te bedienen, mogen het alleen gebruiken als ze onder toezicht staan van of worden geïnstrueerd door een verantwoordelijk persoon.

Wanneer er kinderen in huis zijn

Kinderen onder de acht jaar mogen alleen in de buurt van de dro ger komen als ze constant onder toezicht staan.

Kinderen vanaf acht jaar mogen de droger alleen zonder toezicht gebruiken als ze weten hoe ze het apparaat veilig moeten bedienen. De kinderen moeten zich bewust zijn van de gevaren van een foutie ve bediening.

Kinderen mogen de droger niet zonder toezicht reinigen of onder houden.

Wanneer er kinderen in de buurt van de droger zijn, houd ze dan goed in de gaten en zorg ervoor dat ze er niet mee gaan spelen.

Technische veiligheid

Controleer vóórdat het apparaat wordt geplaatst, of het zichtbaar beschadigd is.

Een beschadigde droger mag niet worden geplaatst en niet in ge bruik genomen.

Vergelijk vóórdat u de droger aansluit de aansluitgegevens (zeke ring, spanning en frequentie) op het typeplaatje met die van het elek triciteitsnet. Deze moeten beslist overeenkomen. Raadpleeg bij twij fel een elektricien.

De droger kan alleen betrouwbaar en veilig functioneren, als hij op het openbare elektriciteitsnet is aangesloten.

7

Veiligheidsinstructies en waarschuwingen

De elektrische veiligheid van de droger is uitsluitend gegaran deerd als hij wordt aangesloten op een aardingssysteem dat volgens de geldende veiligheidsvoorschriften is geïnstalleerd. Laat de huisin stallatie bij twijfel door een vakman/vakvrouw controleren. De fabri kant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die is ont staan door een ontbrekende of beschadigde aarddraad.

Gebruik geen verlengsnoer in verband met gevaar voor overver hitting.

Wanneer de aansluitkabel is beschadigd, moet de kabel door een erkend vakman / vakvrouw worden vervangen.

Reparaties aan de droger mogen alleen door vakmensen van Miele worden uitgevoerd. Ondeskundig uitgevoerde reparaties kun nen onvoorziene risico's voor de gebruiker opleveren, waarvoor Miele niet aansprakelijk kan worden gesteld.

Defecte onderdelen mogen alleen door originele Miele-onderdelen worden vervangen. Alleen van deze Miele-onderdelen kunnen wij ga randeren, dat zij volledig voldoen aan de veiligheidseisen die wij aan onze producten stellen.

Wanneer er een storing moet worden verholpen of wanneer de droger moet worden gereinigd, mag er geen elektrische spanning op het apparaat staan. Dit is het geval als aan één van de volgende voorwaarden is voldaan:

als de stekker uit de contactdoos is getrokken,

als de desbetreffende zekering van de huisinstallatie is uitgescha keld of

als de hoofdschakelaar van de huisinstallatie is uitgeschakeld.

8

Veiligheidsinstructies en waarschuwingen

Deze droger mag niet op een niet-stationaire locatie (bijv. op een schip) worden gebruikt.

Voer geen aanpassingen aan de droger uit die niet uitdrukkelijk door Miele zijn toegestaan.

Informatie over de warmtepomp en over het koudemiddel

Deze droger werkt met de warmtepomptechniek. Deze techniek maakt gebruik van een gasvormig koudemiddel. Dit koudemiddel wordt door een compressor in elkaar geperst, door de drukverho ging op een hogere temperatuur gebracht en vloeibaar gemaakt. Vervolgens wordt het koudemiddel in een gesloten kringloop door de condensor geleid, waar de warmte wordt vermengd met de lucht die voor het drogen is gebruikt.

De warmtepomptechniek veroorzaakt een brommend geluid wan neer de droger werkt. Dit geluid is normaal en heeft geen nadelig effect op de werking van de droger.

Het koudemiddel is niet brandbaar en niet explosief.

Als de droger goed is vervoerd en geplaatst, is het in het alge meen niet nodig om het apparaat een tijdje te laten staan.

Zie hoofdstuk: "Plaatsen en aansluiten". Is aan de voorwaarden voor een goed vervoer en een goede plaatsing niet voldaan, laat het apparaat dan een tijdje staan om schade aan de warmtepomp te voorkomen.

Deze droger bevat gefluoreerde broeikasgassen. Deze zijn hermetisch afgesloten. Aanduiding: R134a

9

Veiligheidsinstructies en waarschuwingen

Volg de aanwijzingen in de hoofdstukken: "Plaatsen en aanslui ten" en "Technische gegevens".

Zorg ervoor dat u altijd bij de stekker kunt komen om de spanning van de droger te halen.

De spleet tussen de onderkant van het apparaat en de vloer mag niet met sokkellijsten, hoogpolig tapijt, etc. worden verkleind. Een toereikende luchttoevoer is anders niet gewaarborgd

De deur van de droger moet vrij kunnen bewegen en er mag daar om vlak voor de droger geen andere deur worden geplaatst.

Meer tips voor het gebruik

De maximale beladingscapaciteit bedraagt 8,0 kg (droog was goed), maar sommige programma's hebben een lagere beladingsca paciteit.

Zie hoofdstuk: "Programma-overzicht".

Deze droger mag in verband met brandgevaar niet worden aange sloten op een regelbare wandcontactdoos, bijv. via een tijdschake laar of combi-regelaar wasautomaat - droger.

Wanneer het droogprogramma in zo'n geval vóór het einde van de afkoelfase zou worden afgebroken, zou het wasgoed in brand kun nen vliegen.

10

Veiligheidsinstructies en waarschuwingen

In verband met brandgevaar mag onderstaand textiel niet worden gedroogd.

Textiel dat niet is gewassen.

Textiel dat niet grondig genoeg is gereinigd en daardoor nog olie-, vetof crèmeresten bevat. Het gaat hier bijvoorbeeld om textiel uit keukens of schoonheidssalons. Bij textiel dat niet voldoende is gereinigd bestaat zelfs na afloop van het droogprogramma en zelfs buiten de droger nog gevaar voor brand.

Textiel dat brandgevaarlijke reinigingsmiddelen bevat of resten van aceton, alcohol, wasbenzine, petroleum, kerosine, vlekverwij deraar, terpentine, was, waxremover of chemicaliën. Het gaat hier bijvoorbeeld om allerlei soorten schoonmaakdoekjes.

Textiel dat resten van haarversteviger, haarspray, nagellakremover en dergelijke bevat.

Reinig dit soort sterk vervuild textiel grondig en wel met extra wasmiddel en op een hoge temperatuur. Was dit textiel zo nodig twee keer.

11

Veiligheidsinstructies en waarschuwingen

Verwijder aanstekers, lucifers en alle andere voorwerpen uit de zakken van het textiel.

Waarschuwing: Schakel de droger nooit uit voordat het droog programma afgelopen is, tenzij u al het wasgoed direct uit de auto maat haalt en zo ophangt dat de warmte eruit kan.

Gebruik wasverzachters en soortgelijke producten altijd volgens de aanwijzingen van de fabrikant.

In verband met brandgevaar mogen de volgende soorten textiel of producten nooit in het apparaat worden gedroogd.

Textiel en producten die met industriële chemicaliën zijn gerei nigd, bijv. in een stomerij.

Textiel en producten die rubber of schuimrubber bevatten, zoals waterdicht textiel, hoofdkussens en douchemutsen.

Textiel en producten die vullingen bevatten en die beschadigd zijn, zodat de vullingen eruit kunnen vallen. Het gaat hier bijvoor beeld om kussens en jacks.

12

Veiligheidsinstructies en waarschuwingen

Op de verwarmingsfase volgt bij veel programma's de afkoelfase. Daarmee kunt u er zeker van zijn dat het wasgoed niet zo heet wordt dat het verbrandt en beschadigd raakt. Pas hierna is het programma afgelopen.

Haal alle stukken wasgoed dan direct uit de automaat.

Leun niet op de deur om te voorkomen dat de droger gaat kan telen.

Sluit de deur iedere keer nadat u de droger heeft gebruikt. Zo voorkomt u dat

kinderen of huisdieren in het apparaat kruipen

en dat kinderen er voorwerpen in stoppen.

Deze droger mag nooit zonder of

met beschadigde pluizenfilters worden gebruikt;

met een beschadigd sokkelfilter worden gebruikt.

Gebeurt dat wel, dan zouden er te veel pluizen in de droger kunnen komen, wat tot een defect kan leiden.

Reinig de pluizenfilters iedere keer nadat u de droger heeft ge bruikt.

Wanneer u de pluizenfilters of het sokkelfilter met warm water heeft gereinigd, droog ze dan goed af. Door natte filters kunnen sto ringen ontstaan!

Plaats uw droger niet in vorstgevoelige ruimten. Zelfs temperatu ren om het vriespunt hebben een negatief effect op de werking van het apparaat. Door bevriezend condenswater in de pomp, in het condenswaterreservoir en/of de waterafvoerslang kan de automaat beschadigd raken.

13

Veiligheidsinstructies en waarschuwingen

U kunt voor het condenswater een externe afvoer aansluiten, bijv. door de afvoerslang in een wastafel of wasbak te hangen.

Zorg er in dat geval voor dat de slang niet weg kan glijden. Wanneer de slang niet goed vastzit kan er condenswater overstromen en dit kan schade veroorzaken.

Condenswater is geen drinkwater.

Het drinken van condenswater kan schadelijk zijn voor de gezond heid van mens en dier.

Zorg ervoor dat de ruimte waar de droger is opgesteld stofen pluisvrij is.

Door vuildeeltjes in de aangezogen lucht kan de condensor op den duur verstopt raken.

Spuit de droger niet nat.

14

Veiligheidsinstructies en waarschuwingen

Gebruik van de geurflacon (na te bestellen accessoire)

Gebruik alleen originele Miele-geurflacons.

Geurflacons mogen alleen in de winkelverpakking worden be waard. Gooi deze verpakking niet weg.

Het is mogelijk dat er geurstof uit de flacon loopt. Houd een geur flacon of een pluizenfilter waar een geurflacon in zit daarom niet schuin, maar rechtop en leg ze nooit plat neer.

Is er toch geurstof uit de flacon op de vloer, op de droger of op een onderdeel van de droger, bijv. het pluizenfilter, terechtgekomen, veeg de geurstof dan direct op met een droge doek.

Is er geurstof in aanraking gekomen met uw huid, reinig deze dan grondig met water en zeep. Is er geurstof in uw ogen terechtgeko men, spoel deze dan minstens 15 minuten lang met schoon water en neem contact op met een arts. Heeft u geurstof binnengekregen, spoel uw mond dan grondig met schoon water en neem contact op met een arts.

Is er geurstof op uw kleren terechtgekomen, trek dan meteen an dere kleren aan. Reinig kleren en andere stukken textiel die met geurstof in aanraking zijn gekomen met flink wat water en wasmid del.

Volgt u onderstaande instructies niet op, dan kan er brand ont staan of kan de droger beschadigd raken.

Is de geurflacon leeg, vul deze dan niet bij en gooi hem weg.

Gebruik nooit een defecte geurflacon.

Gebruik een lege geurflacon niet voor iets anders.

Neem ook de informatie door die bij de geurflacon wordt gele verd.

15

Veiligheidsinstructies en waarschuwingen

Accessoires

Alleen originele Miele-accessoires mogen worden aanof inge bouwd.

Worden er andere accessoires aanof ingebouwd, dan kan Miele niet voor de gevolgen instaan en kan er geen beroep meer worden gedaan op bepalingen met betrekking tot garantie en productaan sprakelijkheid.

Wasen droogautomaten van Miele kunnen als was-droogzuil worden geplaatst. Hiervoor is een specifiek tussenstuk (WTV) nodig dat kan worden nabesteld. Let erop dat het tussenstuk bij uw Mieledroger en Miele-wasautomaat past.

Wilt u een Miele-sokkel nabestellen, let er dan op dat deze bij uw droger past.

Worden de veiligheidsinstructies en waarschuwingen niet op gevolgd, dan kan Miele niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die daarvan het gevolg is.

16

Bediening van de droger

Bedieningspaneel

aDisplay met sensortoetsen en

Nadere bijzonderheden over het dis play kunt u op de volgende bladzij den vinden.

bStart/Stop - toets

Met deze toets kunt u het gekozen programma starten en een gestart programma afbreken.

cToetsen voor de opties

Met deze toetsen kunt u (een) op tie(s) inof uitschakelen.

dProgrammakeuzeschakelaar

Met deze schakelaar kunt u een droogprogramma instellen.

eOptische interface

Op deze plaats kunnen de technici de droogprogramma's controleren, updaten en in het geheugen van de droogautomaat opslaan.

f - toets

Met deze toets kunt u de droogauto maat inen uitschakelen. De droog automaat gaat in het kader van de energiebesparing 15 minuten na af loop van het programma / de kreuk beveiliging automatisch uit. Het ap paraat gaat ook uit wanneer u het in de 15 minuten na het inschakelen niet bedient.

17

Bediening van de droger

Display

gTijdweergave

De tijdweergave geeft in uren : minu ten aan hoelang het programma nog gaat duren.

De duur van de programma's Ka toen, Kreukherstellend, Fijne was, Express, Jeans en Gladstrijken kan tijdens het droogproces nog behoor lijk variëren. Dat hangt o.a. af van de hoeveelheid wasgoed, de textiel soort en het restvocht. De elektroni ca past de resttijd telkens aan.

hControle-aanduiding

De volgende symbolen zijn alleen zichtbaar als het nodig is:

...

... Condenswaterreservoir of water afvoerslang controleren

...

... Sokkelfilter reinigen / Pluizen ver wijderen

...

... Technische storing / Miele waar schuwen

iWeergave droogtegraden

Hier worden de droogtegraden weergegeven die kunnen worden gekozen. Zie ( - sensortoets).

j - sensortoets

Deze sensortoets heeft een dubbele functie. Met deze toets kunt u . . .

. . . het starttijdstip van het gekozen programma instellen / voorprogram meren. knippert wanneer een tijd wordt gekozen, brandt wanneer de tijd loopt.

. . . de duur van het programma Warme lucht instellen. knippert wanneer een tijd wordt gekozen.

kAanduiding Perfect Dry

Het Perfect Dry-systeem meet het restvocht van het wasgoed in de programma’s met droogtegraad en zorgt zo voor een precieze droging. Het controlelampje Perfect Dry . . .

. . . knippert, nadat het programma is gestart en gaat uit, wanneer de programmaduur wordt aangegeven.

. . . gaat branden, nadat tegen het einde van het programma de inge stelde droogtegraad is bereikt.

. . . blijft donker bij de volgende pro gramma's: Wol, Zijde en Warme lucht.

l - sensortoets

Met deze toets kunt u de droogte graad instellen. Deze licht op in .

18

Ingebruikneming van het apparaat

Beschermfolie en sticker ver wijderen

Verwijder

de beschermfolie van de deur

en alle stickers van de voorkant en van het bovenblad (indien aanwezig).

Stickers die u na het openen van de deur ziet zitten, bijv. het type plaatje, mag u niet verwijderen.

Na het plaatsen

De droger moet op de juiste wij ze worden geplaatst en aangesloten. Is het apparaat niet getransporteerd volgens de beschrijving in het hoofd stuk: "Plaatsen en aansluiten", dan moet het ca. 1 uur blijven staan, voordat het elektrisch wordt aange sloten.

Ingebruikneming afsluiten vol gens de gebruiksaanwijzing

Lees de hoofdstukken: "1. Tips voor het drogen van textiel" en "2. Trom mel vullen".

Vul nu de trommel en kies een pro gramma zoals beschreven in hoofd stuk: "3. Programma kiezen en starten".

19

1. Tips voor het drogen van textiel

Waar u al bij het wassen op moet letten

Was erg vuil textiel extra grondig! Ge bruik voldoende wasmiddel en kies een hoge temperatuur. Was dit textiel bij twijfel verschillende keren.

Leg textiel niet druipnat in de droger, maar centrifugeer het eerst in de wasautomaat met het maximale cen trifugetoerental. Hoe hoger het centri fugetoerental is, des te meer energie en tijd bespaart u tijdens het drogen.

Was nieuw, gekleurd textiel apart, voordat u het voor het eerst droogt. Droog het niet samen met lichtge kleurd textiel, want het kan afgeven, ook op de kunststof onderdelen van de droger. Bovendien kunnen er plui zen van een afwijkende kleur achter blijven.

Gesteven textiel kunt u in dit appa raat drogen. Doseer dan wel voor hetzelfde effect de dubbele hoeveel heid stijfsel bij het wassen.

Wasgoed vóór het drogen sor teren

Verwijder eventuele voorwerpen uit het wasgoed die er niet horen, zoals doseerbolletjes en aanstekers.

Dit soort voorwerpen kunnen tijdens het droogprogramma smelten of ex ploderen en het textiel en de droger beschadigen.

Neem de veiligheidsinstructies en waarschuwingen in het gelijkna mige hoofdstuk in acht.

Wordt de droger niet goed gebruikt, dan kan brand het gevolg zijn.

Sorteer het gewassen wasgoed naar textielsoort, grootte, symbolen in het onderhoudsetiket en gewenste droogtegraad.

Controleer of de zomen en naden in tact zijn, zodat er geen vullingen uit kunnen komen.

Haal het op elkaar gepropte gewas sen textiel uit elkaar.

Bind ceinturen en schortenbandjes vast.

Knoop dekbedovertrekken en slopen dicht, zodat er geen klein wasgoed in kan komen.

Sluit haakjes en oogjes.

Maak onderdelen van kleding die zijn losgeraakt zoals bh-beugels vast of verwijder ze.

Doe jasjes en lange ritsen open, zo dat het textiel gelijkmatig kan drogen.

Kreukherstellend wasgoed kreukt des te meer, naarmate de automaat voller beladen is. Dat geldt vooral voor kwetsbaar textiel zoals overhemden en blouses. Verminder zo nodig de belading.

20

1. Tips voor het drogen van textiel

Textielbehandelingssymbolen

Drogen

Op normale / vrij hoge tempera tuur

Op lagere temperatuur: Kies Extra behoedzaam voor kwetsbare textielsoorten.

Niet geschikt voor de droger

Strijken en mangelen

Zeer heet

Heet

Niet zeer heet

Niet strijken / mangelen

Waar u bij het drogen verder nog op moet letten

Lees hoofdstuk: "Programma-over zicht".

Daarin kunt u alle programma's en bijbehorende beladingen vinden.

Gebruik voor ieder droogprogramma de maximale beladingscapaciteit van de trommel.

Het energieverbruik is dan relatief ge zien het laagst.

Kies de vereiste droogtegraad, bijv.. . . .

. . . Kastdroog, wanneer u het was goed na het drogen niet meteen uit elkaar haalt en opruimt.

. . . Mangeldroog, wanneer u het wasgoed na het drogen verder wilt behandelen, bijv. wilt mangelen.

Dons heeft afhankelijk van de kwali teit de neiging om te krimpen. Droog textiel met dons daarom alleen in het speciale programma Gladstrijken.

Droog zuiver linnen alleen in de auto maat als dat volgens het etiket is toe gestaan, want het kan ruw worden.

Gebruik voor dergelijk textiel alleen het programma Gladstrijken.

Wol en wolmengweefsels hebben de neiging te vervilten en te krimpen. Droog deze soorten textiel alleen in het speciale programma Wol.

Machinaal gebreid textiel zoals T- shirts en ondergoed krimpt vaak wanneer het voor het eerst wordt ge wassen. Droog het dus niet te lang en te heet om verder krimpen te voorko men. Koop dit soort textiel eventueel één of twee maten te groot.

Verminder bij bijzonder temperatuuren kreukgevoelig wasgoed de bela ding en kies de optie Extra behoed zaam.

21

Miele TKB 340 WP User manual

2. Trommel vullen

Het is beslist noodzakelijk om hoofdstuk: "1. Tips voor het dro gen van textiel" te lezen, voordat u verder gaat.

Schakel de automaat met de - toets in.

De trommelverlichting gaat aan.

De trommelverlichting gaat in het ka der van de energiebesparing automa tisch na een paar minuten en ook na de start van het programma uit.

Deur openen

Leg uw hand in de greep van de deur en trek de deur open.

Leg het wasgoed in de trommel.

Zorg ervoor dat u de trommel nooit te zwaar belaadt.

Een volle trommel is slecht voor het wasgoed, heeft een negatief effect op het droogresultaat en werkt kreukvorming in de hand.

Let erop dat er geen wasgoed tus sen de deur kan komen.

Dit kan beschadigd raken.

Gebruikt u geen geurflacon, let er dan op dat het opstaande haakje op de afbeelding helemaal naar bene den is geschoven.

Deur sluiten

Zwaai de deur dicht.

22

Loading...
+ 50 hidden pages