Gebruiks- en montagehandleiding
Koel-vriescombinatie
Lees beslist de gebruiks- en montagehandleiding voordat u uw apparaat plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u
voorkomt schade aan uw apparaat.
nl-NLM.-Nr. 11 450 040
Inhoud
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen......................................................... 5
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu ............................................ 14
Energie besparen ................................................................................................15
Beschrijving van het apparaat............................................................................ 17
Dit koelapparaat voldoet aan de geldende veiligheidsvoorschriften.
Onjuist gebruik kan echter persoonlijk letsel of materiële schade
tot gevolg hebben.
Lees de gebruiks- en montagehandleiding aandachtig door voordat u het koelapparaat in gebruik neemt. Hierin vindt u belangrijke
instructies met betrekking tot de inbouw, de veiligheid, het gebruik
en het onderhoud. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade
aan het apparaat.
In overeenstemming met de norm IEC60335-1 adviseert Miele u
uitdrukkelijk om het hoofdstuk over de installatie van het apparaat
en de veiligheidsinstructies en waarschuwingen te lezen en op te
volgen.
Wanneer de veiligheidsinstructies en waarschuwingen niet worden
opgevolgd, kan Miele niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die daarvan het gevolg is.
Bewaar de gebruiks- en montagehandleiding en geef deze door
aan een eventuele volgende eigenaar.
Verantwoord gebruik
Het koelapparaat is bedoeld voor gebruik in huishoudens en der-
gelijke, bijvoorbeeld
– in winkels, kantoren en soortgelijke werkomgevingen
– in boerderijen
– door klanten in hotels, motels, bed en breakfast en andere specifieke woonomgevingen.
Dit koelapparaat mag niet buiten worden gebruikt.
5
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Dit apparaat is uitsluitend bestemd voor het koelen en bewaren
van levensmiddelen, voor het bewaren van diepvriesproducten, voor
het invriezen en bewaren van verse levensmiddelen en voor het bereiden van ijs.
Gebruik voor andere doeleinden is ontoelaatbaar en kan gevaarlijk
zijn.
Het koelapparaat is niet geschikt voor het bewaren en koelen van
geneesmiddelen, bloedplasma, laboratoriumpreparaten of vergelijkbare stoffen of producten die onder de Richtlijn medische hulpmiddelen vallen. Een onjuist gebruik van het koelapparaat kan tot beschadiging of bederf van de bewaarde producten leiden. Verder is
het koelapparaat niet geschikt voor gebruik in ruimtes met explosiegevaar.
Miele is niet verantwoordelijk voor schade die ontstaat door gebruik
voor andere doeleinden dan hier aangegeven of door een foutieve
bediening.
Personen (kinderen inbegrepen) die op grond van hun fysieke of
psychische gesteldheid, hun onervarenheid of gebrek aan kennis van
het koelapparaat niet in staat zijn om het koelapparaat veilig te bedienen, mogen het alleen onder toezicht gebruiken.
Deze personen mogen het koelapparaat enkel zonder toezicht bedienen, wanneer hen is uitgelegd hoe ze het veilig kunnen gebruiken en
wanneer ze begrijpen welke risico's eraan verbonden zijn.
6
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Wanneer er kinderen in huis zijn
Kinderen die jonger zijn dan 8jaar moeten op afstand van het
koelapparaat gehouden worden, tenzij ze steeds onder toezicht
staan.
Kinderen vanaf acht jaar mogen het apparaat alleen zonder toe-
zicht gebruiken als ze weten hoe ze dit veilig moeten bedienen. De
kinderen moeten zich bewust zijn van de gevaren van een onjuiste
bediening.
Kinderen mogen het apparaat niet zonder toezicht reinigen of on-
derhouden.
Houd kinderen in de gaten wanneer deze zich in de buurt van het
apparaat bevinden. Laat ze nooit met het apparaat spelen.
Verstikkingsgevaar! Kinderen kunnen zich tijdens het spelen in
verpakkingsmateriaal wikkelen (bijvoorbeeld in folie) of het materiaal
over hun hoofd trekken en stikken. Houd verpakkingsmaterialen bij
kinderen vandaan.
7
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Technische veiligheid
Het koelmiddelcircuit is op lekkage gecontroleerd. Het koelappa-
raat voldoet aan de desbetreffende veiligheidsvoorschriften en de
geldende EU-richtlijnen.
Dit koelapparaat bevat het koelmiddel isobutaan (R600a). Dit is
een natuurlijk gas dat niet schadelijk is voor het milieu. Het is echter
wel brandbaar. Het koelmiddel beschadigt de ozonlaag niet en verhoogt het broeikaseffect niet.
Het gebruik van dit milieuvriendelijke koelmiddel zorgt ervoor dat het
apparaat iets meer geluid maakt. Naast het geluid van de compressor kunnen er stromingsgeluiden in het volledige koelcircuit ontstaan. Deze effecten zijn helaas onvermijdelijk, maar hebben geen
invloed op de capaciteit van het koelapparaat.
Zorg ervoor dat bij het transporteren en het inbouwen/installeren van
het koelapparaat geen onderdelen van het koelcircuit worden beschadigd. Vrijkomend koelmiddel kan oogletsel veroorzaken.
Bij beschadigingen:
– Vermijd open vuur of andere brandhaarden.
– Maak het koelapparaat spanningsvrij.
– Lucht de kamer waarin het koelapparaat staat gedurende enkele
minuten.
– Neem contact op met Miele.
Hoe meer koelmiddel een koelapparaat bevat, des te groter moet
het vertrek zijn waarin dit koelapparaat wordt geplaatst. Wanneer het
vertrek te klein is, kan zich bij een eventueel lek een brandbaar
mengsel van gas en lucht vormen. Per 11 g koelmiddel moet het vertrek minstens 1 m3 groot zijn. De hoeveelheid koelmiddel staat op
het typeplaatje aan de binnenkant van het apparaat.
8
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Vergelijk voordat u het apparaat aansluit de aansluitgegevens (ze-
kering, spanning en frequentie) op het typeplaatje met die van het
elektriciteitsnet. Deze moeten beslist overeenkomen zodat het apparaat niet beschadigd raakt.
Raadpleeg bij twijfel een elektricien.
De elektrische veiligheid van het apparaat is uitsluitend gegaran-
deerd, als het wordt aangesloten op een aardingssysteem dat volgens de geldende voorschriften is geïnstalleerd. Dit fundamentele
veiligheidssysteem moet aanwezig zijn. Laat de elektrische installatie
bij twijfel door een vakman/vakvrouw inspecteren.
Het apparaat kan alleen betrouwbaar en veilig functioneren, als
het op het openbare elektriciteitsnet is aangesloten.
Wanneer de aansluitkabel is beschadigd, moet deze door een
door Miele erkende vakman/vakvrouw worden vervangen om gevaar
voor de gebruiker te voorkomen.
Meervoudige stopcontacten of verlengsnoeren bieden niet vol-
doende veiligheid (brandgevaar). Gebruik deze niet voor het aansluiten van het apparaat op het elektriciteitsnet.
Wanneer er vocht op onderdelen, die onder spanning staan, of op
de elektriciteitskabel komt, kan dat kortsluiting veroorzaken. Gebruik
het apparaat daarom niet in ruimtes waar met water wordt gespetterd (bijv. garage, bijkeuken).
Dit apparaat mag niet op een niet-stationaire locatie (bijv. op een
schip) worden gebruikt.
Beschadigingen aan het apparaat kunnen uw veiligheid in gevaar
brengen. Controleer het apparaat op zichtbare beschadigingen. Een
beschadigd apparaat mag niet in gebruik worden genomen.
Gebruik het apparaat alleen als het is ingebouwd zodat een veilige
functie is gewaarborgd.
Bij installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden moet het
apparaat spanningsvrij zijn. Dit is het geval als:
9
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
– de zekeringen van de elektrische installatie zijn uitgeschakeld of
– de schroefzekeringen van de elektrische aansluiting er geheel zijn
uitgedraaid of
– de stekker uit het stopcontact is getrokken. Trek daarbij aan de
stekker en niet aan de aansluitkabel.
Door ondeskundig uitgevoerde installatie-, onderhouds- en repa-
ratiewerkzaamheden kan de gebruiker ernstig gevaar lopen.
Installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden mogen alleen
door een door Miele geautoriseerde vakman/vakvrouw worden uitgevoerd.
Garantieclaims komen te vervallen als het apparaat niet door
Miele-technici wordt gerepareerd.
Defecte onderdelen mogen alleen door originele Miele-onderdelen
worden vervangen. Alleen van deze Miele-onderdelen kunnen wij garanderen, dat zij volledig aan onze veiligheidseisen voldoen.
Veilig gebruik
Het apparaat is voor een bepaalde klimaatklasse (kamertempera-
tuur) geconstrueerd waarvan de grenzen niet mogen worden overschreden. De klimaatklasse staat aangegeven op het typeplaatje aan
de binnenkant van uw apparaat. Een te lage kamertemperatuur heeft
tot gevolg dat de compressor langer afslaat, zodat het apparaat de
vereiste temperatuur niet kan aanhouden.
Zorg dat de ventilatieopeningen niet afgedekt of afgesloten wor-
den. Een goede luchtgeleiding is dan niet meer gewaarborgd. Het
energieverbruik neemt toe en schade aan onderdelen kan niet worden uitgesloten.
Indien u vet- of oliehoudende levensmiddelen in het apparaat of
de deur van het apparaat bewaart, voorkom dan dat evt. vrijkomend
vet of olie in aanraking komt met kunststof onderdelen van het apparaat. Hierdoor kunnen spanningsscheuren in de kunststof ontstaan
waardoor deze knapt of scheurt.
10
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Brand- en explosiegevaar. Bewaar geen explosieve stoffen en
geen producten met brandbare drijfgassen (bijv. spuitbussen) in het
koelapparaat. Brandbare gasmengsels kunnen ontbranden door
elektrische onderdelen.
Explosiegevaar. Gebruik geen elektrische apparaten in dit koelap-
paraat (bijv.voor het maken van softijs). Er kunnen vonken ontstaan.
Bewaar geen blikjes en flessen in de diepvrieszone/vrieskast die
koolzuurhoudende dranken bevatten of vloeistoffen die kunnen bevriezen. De blikjes en flessen kunnen uit elkaar springen, u zou zich
kunnen verwonden en er zou schade kunnen ontstaan!
Haal flessen die u in de diepvrieszone heeft gelegd om snel te
koelen er na maximaal één uur weer uit. De blikjes en flessen kunnen
uit elkaar springen, u zou zich kunnen verwonden en er zou schade
kunnen ontstaan.
Letselrisico. Raak diepvriesproducten en metalen onderdelen niet
met natte handen aan. Uw handen kunnen vastvriezen.
Letselrisico. Stop nooit ijsblokjes en ijs op een stokje, met name
waterijs, direct nadat u deze uit de diepvrieszone heeft gehaald, in
uw mond. Door de zeer lage temperatuur van de diepvriesproducten
kunnen lippen of tong vastvriezen.
Vries geheel of gedeeltelijk ontdooide levensmiddelen niet op-
nieuw in. Gebruik deze levensmiddelen zo snel mogelijk omdat ze
anders aan voedingswaarde verliezen en bederven. Als ontdooide levensmiddelen worden gekookt of gebraden kunnen ze wel opnieuw
worden ingevroren.
Wanneer u levensmiddelen eet die te lang zijn bewaard, loopt u
het risico om voedselvergiftiging op te lopen.
De bewaartijd hangt van vele factoren af, zoals de versheid en kwaliteit van de levensmiddelen en de bewaartemperatuur. Neem de bewaartips en de uiterste houdbaarheidsdatum van de levensmiddelenfabrikanten in acht.
11
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Gebruik uitsluitend Miele-accessoires om te voorkomen dat ga-
rantieaanspraken vervallen.
Reiniging en onderhoud
Behandel de deurdichting niet met olie of vet om te voorkomen
dat deze in de loop van de tijd poreus wordt.
Gebruik voor het ontdooien en reinigen van het apparaat nooit een
stoomreiniger, aangezien stoom in aanraking kan komen met spanningsvoerende delen van het apparaat en zo kortsluiting kan veroorzaken.
Spitse of scherpe voorwerpen beschadigen de koelelementen
waardoor het apparaat niet meer functioneert. Gebruik daarom geen
spitse of scherpe voorwerpen, om
– rijp- en ijslagen te verwijderen
– en vastgevroren ijsbakjes en/of vastgevroren levensmiddelen los
te wrikken.
Plaats wanneer u wilt ontdooien nooit elektrische verwarmingsap-
paraten of kaarsen in het apparaat om te voorkomen dat de kunststof beschadigd raakt.
Gebruik geen ontdooisprays of andere middelen om te ontdooien.
Deze kunnen explosieve gassen vormen, oplosmiddelen of drijfgassen bevatten die de kunststof beschadigen of schadelijk zijn voor de
gezondheid.
Transport
Het apparaat moet altijd rechtop en in de transportverpakking
worden vervoerd.
Gevaar voor letsel en schade. Het koelapparaat is erg zwaar.
Vraag daarom iemand u te helpen bij het vervoeren van het apparaat.
12
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Wat te doen wanneer u het apparaat afdankt
Maak het slot van uw oude koelkast eventueel kapot. Zo voorkomt
u, dat kinderen ingesloten raken, wat levensgevaarlijk is.
Vrijkomend koelmiddel kan oogletsel veroorzaken. Beschadig
daarom geen onderdelen van het koelsysteem, bijv. door
– koelmiddelkanalen van de verdamper open te prikken,
– buisleidingen om te buigen,
– coatings af te krabben.
Symbool op de compressor (afhankelijk van het model)
Deze waarschuwing geldt alleen voor het recyclen. Bij normaal gebruik bestaat er
geen gevaar.
Het is levensgevaarlijk, de olie in de compressor in te slikken of in
te ademen.
13
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu
Verpakkingsmateriaal weggooien
De verpakking beschermt het apparaat
tegen transportschade. Het verpakkingsmateriaal is uitgekozen met het
oog op een zo gering mogelijke belasting van het milieu en de mogelijkheden
voor recycling.
Door hergebruik van verpakkingsmateriaal wordt er op grondstoffen bespaard
en wordt er minder afval geproduceerd.
Uw vakhandelaar neemt de verpakking
over het algemeen terug.
Afdanken van het apparaat
Elektrische en elektronische apparaten
bevatten meestal waardevolle materialen. Ze bevatten ook stoffen, mengsels
en onderdelen die nodig zijn geweest
om de apparaten goed en veilig te laten
functioneren. Wanneer u uw oude apparaat bij het gewone huisvuil doet of er
niet goed mee omgaat, kunnen deze
stoffen schadelijk zijn voor de gezondheid en het milieu. Voer uw oude apparaat daarom nooit via het gewone huisafval af.
Lever het apparaat in bij een gemeentelijk inzameldepot voor elektrische en
elektronische apparatuur, bij uw vakhandelaar of bij Miele. U bent wettelijk
zelf verantwoordelijk voor het wissen
van eventuele persoonlijke gegevens op
het af te danken apparaat.
14
Let erop dat de buisleidingen van uw
koelapparaat niet worden beschadigd,
totdat het op vakkundige en milieuvriendelijke wijze wordt verschroot.
Alleen dan kunt u er zeker van zijn dat
de koelmiddelen in het koelcircuit en de
olie in de compressor niet in het milieu
terechtkomen.
Het afgedankte apparaat moet tot aan
de afvoer buiten het bereik van kinderen
worden opgeslagen. Informatie hierover
vindt u in deze gebruiks- en montagehandleiding in het hoofdstuk “Veiligheidsinstructies en waarschuwingen”.
Energie besparen
Normaal energieverbruikTe hoog energieverbruik
Plaatsing en onderhoud
Temperatuurinstelling
In goed geventileerde ruimtes.
Niet direct blootgesteld aan
zonnestralen.
Niet naast een warmtebron
(verwarming, fornuis).
Bij een ideale omgevingstemperatuur van ca. 20°C.
Dek ventilatieroosters niet af
en maak ze regelmatig stofvrij.
Koelzone: 4 tot 5 °CHoe lager de temperatuur,
PerfectFresh Pro-zone ca.
0°C
Diepvrieszone: -18°C
In gesloten, niet geventileerde ruimtes.
Direct blootgesteld aan zonnestralen.
Naast een warmtebron (verwarming, fornuis).
Bij een hoge omgevingstemperatuur vanaf 25°C.
Als ventilatieroosters zijn afgedekt of vol zitten met stof.
des te hoger het energieverbruik!
15
Energie besparen
Normaal energieverbruikTe hoog energieverbruik
GebruikPlaats de laden, plateaus en
vakken zoals bij levering.
Open de deur alleen indien
nodig en zo kort mogelijk.
Leg de levensmiddelen bij
het inruimen meteen op de
goede plek.
Neem bij het boodschappen
doen een koeltas mee en leg
de levensmiddelen zo snel
mogelijk in het apparaat.
Pakt u levensmiddelen uit
het apparaat, neem dan wat
u nodig heeft en leg de rest
zo snel mogelijk weer terug
om koudeverlies te voorkomen.
Laat warme levensmiddelen
eerst buiten het apparaat afkoelen.
Leg de levensmiddelen alleen afgedekt of verpakt in
het apparaat.
Leg ingevroren levensmiddelen in de koelzone wanneer ze moeten ontdooien.
Als u de deur vaak en lang
opent, gaat koude lucht verloren en komt er warme
lucht in de koelkast. Het apparaat probeert dan af te
koelen en de compressor
draait langer.
Als levensmiddelen nog
warm of op omgevingstemperatuur zijn, komt er warme
lucht in het apparaat. Het
apparaat probeert dan af te
koelen en de compressor
draait langer.
Wanneer vloeibare stoffen in
de koelzone condenseren,
neemt de koelcapaciteit af.
16
Zorg ervoor dat vakken en
laden niet te zwaar worden
beladen, zodat de lucht kan
circuleren.
Als de luchtcirculatie afneemt, wordt de koelcapaciteit minder.
Bedieningspaneel
Beschrijving van het apparaat
a
Aan/Uit - toets
van het hele apparaat
b
Optische interface
(alleen voor Miele-technici)
c
Toets van de koelzone, resp. diep-
vrieszone
d
Toets Superkoelen en Superfrost
e
Temperatuurtoets
( = kouder),
Keuzetoets in de instelmodus
f
Bevestigen van een keuze (OK-toets)
g
Temperatuurtoets
( = warmer),
Keuzetoets in de instelmodus
h
Aan/Uit - toets van de instelmodus
i
Uitschakelen van het temperatuurresp. het deuralarm
j
Display met temperatuuraanduiding
en symbolen (de symbolen zijn alleen
zichtbaar in de instelmodus, bij een
alarm of melding. Voor de betekenis
van de symbolen zie tabel)
17
Beschrijving van het apparaat
Betekenis van de symbolen
SymboolBetekenisFunctie
VergrendelingHiermee wordt voorkomen dat per ongeluk
het apparaat wordt uitgeschakeld, een andere temperatuur wordt ingesteld, Superkoelen en Superfrost worden ingeschakeld
en instellingen worden gewijzigd.
GeluidssignalenKeuzemogelijkheden van toetssignaal en
zoemer bij deuralarm en temperatuuralarm
Miele@homeAlleen zichtbaar bij een geplaatste en aan-
gemelde Miele@home communicatiestick
of communicatiemodule
Lichtsterkte van het
display
Vervangingsindicator
anti-geurfilter (Active
AirClean)
Temperatuur
PerfectFresh Pro
SabbatmodusSabbatmodus in- en uitschakelen
NetaansluitingBevestigt dat het koelapparaat elektrisch
Alarm
(alleen zichtbaar bij
deur- of temperatuuralarm)
Demo-functie
(symbool alleen zichtbaar als functie is ingeschakeld)
Lichtsterkte van het display instellen
Deze functie moet worden geactiveerd als u
een geurfilter heeft geplaatst; het lampje
gaat branden als u het filter moet vervangen
Temperatuur in de PerfectFresh Pro-zone
wijzigen
wel is aangesloten, ook wanneer het niet is
ingeschakeld; knippert bij stroomstoring.
Brandt bij een deuralarm; knippert bij een
temperatuuralarm, stroomstoring en andere
storingsmeldingen
Uitschakelen demo-functie
18
Beschrijving van het apparaat
a
Bedieningspaneel
b
Ventilator
c
Eierhouder / deurvak
d
Plateau
e
Plateau met
verlichting (FlexiLight)
f
Deurvak voor flessen
g
Binnenverlichting
PerfectFresh Pro-zone
h
Droogtevak PerfectFresh Pro-zone
i
Gootje voor het dooiwater en afvoeropening voor het dooiwater
j
Regelaar voor het instellen van de
luchtvochtigheid in het vochtvak
k
Vochtvak PerfectFresh Pro-zone
l
Diepvriesladen
De PerfectFreshPro-zone voldoet aan
de eis van een koelvak volgens EN
ISO 15502.
19
Accessoires
Bijgeleverde accessoires
Flessensteun
De flessensteun wordt in het deurvak
voor flessen geplaatst. Flessen staan
steviger wanneer u de deur van het apparaat opent en sluit.
Botervak
Bakje voor ijsblokjes
Koelaccu
De koelaccu voorkomt, dat bij een
stroomstoring de temperatuur in de
diepvrieszone snel stijgt. U kunt daardoor de levensmiddelen langer bewaren.
Na ca. 24 uur bereikt de koelaccu zijn
maximale koelcapaciteit.
Eierhouder
20
Accessoires
Bij te bestellen accessoires
Miele heeft speciaal voor dit apparaat
handige accessoires en reinigings- en
onderhoudsmiddelen in het assortiment.
Bij te bestellen accessoires kunt u bij
Miele (zie achter in deze gebruiksaanwijzing), in de webshop van Miele of
bij de Miele-vakhandelaar verkrijgen.
Universeel microvezeldoekje
Het microvezeldoekje is handig bij het
verwijderen van vingerafdrukken en ander licht vuil op roestvrijstalen fronten,
panelen, ramen, meubels enz.
MicroCloth-kit
De MicroCloth kit bestaat uit een universeel doekje, een glasreinigingsdoekje en een hoogglansdoekje.
De doekjes zijn heel sterk. Door de zeer
fijne microvezels hebben de doekjes
een grote reinigingscapaciteit.
Flessenrek
Anti-geurfilters met houder KKF-FF
(Active AirClean)
De anti-geurfilters neutraliseren onaangename geuren in de koelzone en zorgen zo voor een betere luchtkwaliteit.
De houder van de anti-geurfilters wordt
op de beschermlijst aan de achterkant
van het plateau geplaatst en kan willekeurig verplaatst worden.
Activeer nu de vervangingsindicator in
de instellingsmodus. Zie hoofdstuk:
“Het wijzigen van instellingen”, paragraaf: “Vervangingsindicator anti-geurfilters”.
Anti-geurfilters met houder KKF-RF
(Active AirClean) vervangen
U kunt bij Miele vervangende filters (Active AirClean) verkrijgen die in deze
houder passen. Wij adviseren, de antigeurfilters om de 6 maanden te vervangen.
Flessen kunt u op het flessenrek in de
koelzone leggen. Daarmee bespaart u
ruimte.
Het flessenrek kan op verschillende manieren in de koelzone worden geplaatst.
21
Accessoires
WiFi-stick XKS3130W
(Miele@home)
De WiFi-stick zorgt ervoor, dat uw koelapparaat kan communiceren, zodat u
gegevens van het apparaat op uw
smartphone of tablet (iOS®- en
Android™-systemen) op elk moment
kunt oproepen.
U kunt pas gebruikmaken van de
functies van de Miele@mobile app of
van Miele@home, bijv. het inschakelen
van Superkoelen/Superfrost, als u de
WiFi-stick in het koelapparaat gestoken
heeft en met uw WiFi-netwerk verbonden bent.
Bij de stick is een montage- en installatiehandleiding gevoegd, die de installatie van de WiFi-stick en de aanmelding
bij een WiFi-netwerk beschrijft.
22
Het apparaat in- en uitschakelen
Vóór het eerste gebruik
Verpakkingsmateriaal
Verwijder al het verpakkingsmateriaal
uit het apparaat.
Beschermfolie
De roestvrijstalen lijsten en panelen zijn
voorzien van een folie ter bescherming
tijdens het transport.
Trek deze folie van de roestvrijstalen
lijsten en panelen.
Het apparaat reinigen
Neem daarbij de aanwijzingen uit het
hoofdstuk “Reiniging en onderhoud”
in acht.
Reinig de binnenkant van het appa-
raat en de accessoires.
Het apparaat bedienen
U bedient dit apparaat door de sensortoetsen aan te raken.
Iedere keer wanneer u een sensortoets
aantipt, klinkt er een signaal. Dit toetssignaal kunt u uitschakelen. Zie hoofdstuk: “Het wijzigen van instellingen”, paragraaf: “Geluidssignalen”.
Apparaat inschakelen
Nadat het apparaat elektrisch is aangesloten, verschijnt na korte tijd in het display symbool voor de elektrische
aansluiting.
Tip de Aan/Uit – toets aan.
Symbool voor de elektrische aan-
sluiting gaat uit en het apparaat begint
te koelen.
In het bedieningspaneel verschijnen de
sensortoetsen van de koudezones
waaruit kan worden gekozen:
De sensortoets van de koelzone licht
geel op en in het display verschijnt de
temperatuur die in de koelzone heerst.
23
Het apparaat in- en uitschakelen
Wanneer de deur van het apparaat
wordt geopend, gaat de binnenverlichting aan en wordt de LED-verlichting
van de plateaus steeds sterker, totdat
de maximale lichtsterkte is bereikt.
Wanneer het apparaat voor het eerst in
gebruik wordt genomen, knipperen de
sensortoetsen van de diepvrieszone en
alarmsymbool , totdat de ingestelde
temperatuur bereikt is.
Zodra de temperatuur die voor de diepvrieszone is ingesteld, is bereikt, brandt
de sensortoets van de diepvrieszone
constant en gaat alarmsymbool uit.
Voordat u voor de eerste keer levensmiddelen in het apparaat legt, kunt u
het apparaat het beste een paar uur
laten voorkoelen. Leg pas levensmiddelen in de diepvrieszone als de temperatuur laag genoeg is (min. -18 °C).
Voor elke koudezone kunt u de instellingen wijzigen.
Tip de sensortoets aan van die zone
waarin u instellingen wilt veranderen.
De sensortoets die u heeft gekozen licht
nu geel op.
Voor de koelzone kunt u de functie Superkoelen inschakelen of de temperatuur wijzigen.
Voor de diepvrieszone kunt u de functie Superfrost inschakelen of de temperatuur wijzigen.
Nadere informatie vindt u in de desbetreffende hoofdstukken.
Kiest u na het aanpassen een andere
koudezone, dan blijven de instellingen
van de eerder gekozen koudezone van
kracht.
24
Het apparaat in- en uitschakelen
Het apparaat uitschakelen
Raak de Aan/Uit-toets aan.
Als dat niet mogelijk is, is de vergrendeling ingeschakeld.
In het display gaat de temperatuuraanduiding uit en verschijnt het symbool voor de elektrische aansluiting.
De verlichting gaat uit. De koeling wordt
uitgeschakeld.
Het apart uitschakelen van de koelzone
U kunt de koelzone uitschakelen, terwijl
de diepvrieszone ingeschakeld blijft. Dit
kan handig zijn, bijvoorbeeld in de vakantie.
Het weer inschakelen van de koelzone
De koelzone kunt u daarna weer apart
inschakelen.
Tip de sensortoets van de koelzone
aan totdat de toets weer geel oplicht.
De temperatuuraanduiding van de koelzone gaat branden. De koelzone begint
te koelen. Wanneer de deur van de
koelzone wordt geopend, gaat de binnenverlichting aan.
Tip de sensortoets van de koelzone
aan totdat de toets niet meer geel oplicht.
In het display verschijnen strepen. Deze
blijven enige tijd branden.
25
Het apparaat in- en uitschakelen
Bij langdurige afwezigheid
Als het koelapparaat bij langdurige
afwezigheid wordt uitgeschakeld
maar niet wordt gereinigd, bestaat er
gevaar voor schimmelvorming als de
deur van het apparaat gesloten blijft.
Het koelapparaat moet in ieder geval
worden gereinigd.
Wanneer u het koelapparaat langere tijd
niet gebruikt, neemt u de volgende
stappen:
Schakel het koelapparaat uit.
Trek de stekker uit het stopcontact of
schakel de hoofdschakelaar uit.
Reinig het apparaat en laat de deur
openstaan om het apparaat voldoende te beluchten en te voorkomen dat
er geurtjes ontstaan.
Volg de laatste twee tips ook op als u
de koelzone voor een langere periode
apart uitschakelt.
26
De juiste temperatuur
Om levensmiddelen te bewaren, is het
zeer belangrijk, dat u de juiste temperatuur instelt. Levensmiddelen kunnen
door micro-organismen snel bederven.
Als u de juiste temperatuur instelt, voorkomt of vertraagt u dat proces. De temperatuur heeft invloed op de snelheid
waarmee de micro-organismen groeien.
Als de temperatuur daalt, gaan deze
processen langzamer.
De temperatuur in het koelapparaat
stijgt als:
– de deur van het apparaat vaker en
langer open is
– er meer levensmiddelen worden op-
geslagen
– de vers opgeslagen levensmiddelen
warmer zijn
– de omgevingstemperatuur van het
koelapparaat hoger is. Het koelapparaat is geconstrueerd voor een bepaalde klimaatklasse. Een klimaatklasse is een temperatuurbereik waar
de kamertemperatuur niet boven of
onder mag liggen.
Automatische temperatuurverdeling
(DynaCool)
De ventilator wordt automatisch ingeschakeld, als u de koeling voor de koelzone inschakelt. Daarmee wordt de
koude in de koelzone gelijkmatig verdeeld, zodat de levensmiddelen die in
de koelzone zijn opgeslagen met ongeveer dezelfde temperatuur worden gekoeld.
... in de diepvrieszone
Om verse levensmiddelen in te vriezen
en langdurig te bewaren, moet de temperatuur -18°C zijn. Bij deze temperatuur wordt de groei van micro-organismen grotendeels gestopt. Zodra de
temperatuur tot boven -10 °C stijgt, begint de ontbinding door micro-organismen en zijn de levensmiddelen minder
lang houdbaar. Daarom mogen (gedeeltelijk) ontdooide levensmiddelen pas
weer worden ingevroren, nadat ze zijn
verwerkt (koken of bakken/braden).
Door de lage temperaturen worden de
meeste micro-organismen gedood.
... in de koelzone en de
PerfectFresh Pro-zone
Voor de koelzone adviseren wij een
koeltemperatuur van 4 °C.
In de PerfectFresh Pro-zone wordt de
temperatuur automatisch geregeld en
ligt tussen de 0 en 3 °C.
27
De juiste temperatuur
Temperatuuraanduiding
Als het apparaat normaal in gebruik is,
geeft de temperatuuraanduiding in het
display de gemiddelde, werkelijketemperatuur van de koelzone en de
temperatuur van de warmste plek inde diepvrieszone aan, die op dat moment in het apparaat heersen.
Als de temperatuur in de diepvrieszone
niet in het bereik ligt dat in de temperatuuraanduiding kan worden aangegeven, gaan er in het display alleen
streepjes knipperen.
Het kan zeker een paar uur duren voordat de gewenste temperatuur wordt bereikt en als stabiel wordt aangegeven.
Dit hangt onder andere van de omgevingstemperatuur en de instelling af.
Temperatuur in de koel-/diepvrieszone instellen
De temperaturen in de koel- en diepvrieszone kunt u onafhankelijk van elkaar instellen.
Kies de koel- of diepvrieszone.
Stel met de sensortoetsen onder het
display de temperatuur in.
Het drukken op de sensortoets heeft
het volgende effect.
– Temperatuur gaat omlaag.
28
– Temperatuur gaat omhoog.
De temperatuurwaarde die u instelt,
knippert in de temperatuuraanduiding.
De juiste temperatuur
Bij het aantippen van de sensortoetsen
ziet u in het display het volgende veranderen:
– Wanneer u de toetsen voor het eerst
aantipt, knippert de temperatuur-
waarde die u het laatst heeft ingesteld.
– Vanaf de tweede keer dat u de toet-
sen aantipt, verandert de temperatuurwaarde in stappen van 1°C.
– Wanneer u de sensortoets niet los-
laat, verandert de temperatuurwaarde
continu.
Ongeveer 5 seconden nadat u voor het
laatst op een temperatuurtoets heeft
gedrukt, verschijnt in de temperatuuraanduiding automatisch de temperatuurwaarde die op dat moment in het
desbetreffende gedeelte heerst.
Of
tip de OK - toets aan om uw keuze te
bevestigen.
Heeft u de temperatuur gewijzigd, controleer dan de temperatuuraanduiding
en wel na ca. 6uur wanneer er weinig
levensmiddelen in het apparaat liggen en na ca. 24uur wanneer het apparaat goed vol zit. Pas dan is de in-
gestelde temperatuur bereikt.
Is de temperatuur dan nog te hoog of
te laag, wijzig de temperatuur dan.
Mogelijke temperatuurinstellingen
De temperatuur is instelbaar:
– In de koelzone van 3°C tot en met
9°C.
– In de diepvrieszone van -15°C tot en
met -26°C.
29
De juiste temperatuur
De temperatuur in de
PerfectFresh Pro-zone wijzigen
In de PerfectFresh-zone wordt de temperatuur automatisch op 0 tot 3 °C gehouden. Wanneer u het daar echter
warmer of kouder wilt hebben, bijv. omdat u vis wilt bewaren, kunt u de temperatuur wijzigen.
De temperatuur in de PerfectFresh
Pro-zone is op 5 ingesteld. Als u
stand 1 tot en met 4 instelt, kan de
temperatuur tot onder het vriespunt
dalen. De levensmiddelen kunnen
dan bevriezen!
Kies in dat geval een hogere stand.
Tip de toets voor de instellingen aan.
Tip toets of aan om de tempe-
ratuur in de PerfectFresh Pro-zone te
wijzigen. U kunt kiezen tussen stand 1
tot en met 9:
1: laagste temperatuur,
9: hoogste temperatuur.
Tip de OK - toets aan om uw keuze te
bevestigen.
Wat u heeft ingesteld, wordt overgenomen. Symbool knippert.
In het display verschijnen alle symbolen
voor de instelmodus. Symbool knippert.
Tip de temperatuurtoetsen ( of )
zo vaak aan, totdat in het display
symbool begint te knipperen.
Tip de OK - toets aan om uw keuze te
bevestigen.
In het display knippert de laatst ingestelde variant. Symbool brandt.
30
Tip de Aan/Uit - toets van de instel-
modus aan om deze modus te verlaten.
Doet u dat niet, dan verlaat de elektronica na ca. een minuut automatisch de instelmodus.
Het duurt enige tijd voordat de ingestelde temperatuur is bereikt.
Loading...
+ 78 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.