Miele KFN 37452 iDE User Manual [nl]

Gebruiks- en montageaanwijzing Koel-vriescombinatie
Lees absoluut de gebruiks- en montageaanwijzing voor u het toestel opstelt, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan het toestel.
M.-Nr. 09 521 330nl-BE
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu
Recycleerbare verpakking
De verpakking behoedt het toestel voor transportschade. Er werd materiaal ge kozen dat door het milieu wordt verdra gen en opnieuw kan worden benut.
Door de verpakking weer in kringloop te brengen, wordt er grondstof ge spaard en verkleint de afvalberg. Geef deze stoffen dus niet met het gewone vuilnis mee. Breng ze liever naar het dichtstbijzijnde gemeentelijk container park. Waar u dat vindt, komt u zeker bij uw gemeentebestuur aan de weet.
Het afdanken van het apparaat
Oude elektrische en elektronische ap­paraten bevatten vaak nog waardevolle materialen. Ze bevatten echter ook schadelijke stoffen die voor het functio­neren en de veiligheid van het apparaat nodig waren. Als u het apparaat bij het gewone afval doet of bij verkeerde be­handeling kunnen deze stoffen schade­lijk zijn voor de gezondheid en het milieu. Verwijder het afgedankte appa raat dan ook nooit met het gewone af val.
-
-
­Bij de aankoop van uw nieuw toestel
heeft u een bijdrage betaald. Die wordt volledig gebruikt voor de toekomstige
-
recyclage van dat toestel. Dat bevat trouwens nog waardevol materiaal. Door te recycleren wordt er dan ook minder verspild en vervuild.
Als u vragen heeft omtrent het af­danken van uw oud toestel, neem dan contact op met
– de handelaar bij wie u het kocht
of
– de firma Recupel,
telefoon 02 706 86 10, website: www.recupel.be
of
-
­–
uw gemeentebestuur als u uw toestel naar een containerpark brengt.
Zorg er ook voor dat het toestel intus sen kindveilig wordt bewaard voor u het laat wegbrengen.
2
-
Inhoud
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu ...........................2
Beschrijving van het toestel .........................................6
Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren ...................................9
Opmerkingen omtrent uw veiligheid .................................10
Hoe kunt u energie besparen? ......................................20
Toestel in- en uitschakelen .........................................22
Het toestel bedienen ...............................................23
Het toestel inschakelen .............................................23
Het toestel uitschakelen.............................................24
Koelzone afzonderlijk uitschakelen .................................24
Koelzone weer inschakelen .......................................25
Bij langdurige afwezigheid ..........................................25
De juiste temperatuur .............................................26
...indekoelzone .................................................26
...indevrieszone.................................................26
Temperatuuraanduiding ............................................27
Temperatuur instellen ..............................................27
Super koelen, Superfrost en DynaCool gebruiken ......................29
Functie Super koelen ...............................................29
Functie Superfrost .................................................30
DynaCool ........................................................31
Temperatuur- en deuralarm ........................................33
Temperatuuralarm .................................................33
Deuralarm .......................................................34
Andere instellingen wijzigen........................................35
Vergrendeling 0 ..................................................35
Akoestische signalen ) ............................................36
Lichtsterkte van het display s........................................37
Sabbat-modus ¬ ..................................................38
Levensmiddelen in de koelzone bewaren .............................40
Verschillende koelgedeelten .........................................40
Levensmiddelen die zeker niet gekoeld mogen worden....................41
Waarop moet u letten wanneer u levensmiddelen koopt ...................42
Levensmiddelen juist bewaren .......................................42
Fruit en groenten................................................42
Levensmiddelen die rijk zijn aan eiwitten .............................42
3
Inhoud
Binnenruimte indelen .............................................43
Rek/flessenrek aan de binnenkant van de deur verplaatsen ................43
Flessenhouder verschuiven..........................................43
Legplaat / legplaat met verlichting ....................................43
Legplaat / legplaat met verlichting verplaatsen ........................43
Metalen flessenhouder verplaatsen....................................44
Invriezen en bewaren..............................................45
Maximaal invriesvermogen ..........................................45
Wat gebeurt er als verse levensmiddelen worden ingevroren? ..............45
Diepvriesproducten bewaren ........................................45
Zelf levensmiddelen invriezen ........................................46
Hou bij het invriezen rekening met het volgende .......................46
Verpakken.....................................................46
Voor u levensmiddelen in het toestel legt.............................47
Hoe de levensmiddelen in het toestel leggen .........................47
Ingevroren levensmiddelen ontdooien .................................48
Drank snel koelen .................................................48
Koudeaccu gebruiken ..............................................48
IJsblokjes maken .................................................49
IJsblokjesmaker met geïntegreerd bakje voor ijsblokjes....................49
Waterreservoir ....................................................49
Voorbereiding ....................................................50
IJsblokjesmaker in-/uitschakelen......................................51
Grote hoeveelheden ijsblokjes maken ...............................51
Grootte van de ijsblokjes wijzigen ..................................52
Waterhoeveelheid instellen ..........................................52
IJsblokjesmaker in-/uitschakelen met de aan-uittoets......................53
Ontdooien .......................................................54
Koelzone ........................................................54
Reiniging en onderhoud ...........................................55
IJsblokjesmaker spoelen ............................................56
Het bakje voor ijsblokjes reinigen .....................................58
Reinigingspositie instellen ........................................58
Waterreservoir..................................................59
Legplaat / legplaat met verlichting ..................................60
Binnenruimte, toebehoren ...........................................61
Deurdichting .....................................................62
Luchttoevoer- en luchtafvoeropeningen ................................62
4
Inhoud
Storingen verhelpen ..............................................64
Waar bepaalde geluiden vandaan komen .............................76
Service After Sales/garantie ........................................77
Duur en voorwaarden van de garantie ...............................77
Gegevens voor testinstellingen .....................................78
Informatie voor handelaars.........................................79
Demo-functie r....................................................79
Elektrische aansluiting ............................................81
Opmerkingen omtrent de montage ..................................82
Opstelplaats......................................................82
Klimaatklasse ..................................................82
Luchttoevoer en -afvoer.............................................83
Voor u het toestel inbouwt ...........................................84
Inbouwafmetingen ................................................85
Deurscharnieren instellen..........................................86
De draairichting van de deuren veranderen ...........................87
Toestel inbouwen.................................................91
Meubeldeuren monteren ............................................98
Deur uitlijnen ..................................................101
Contactgegevens ...............................................107
5
Beschrijving van het toestel
Bedieningspaneel
a Het complete toestel in-/uitschakelen
b Optische interface
(alleen voor de dienst Herstellingen aan huis van Miele)
c De koelzone of de vrieszone selecte-
ren
d De functie
DynaCool (automatische tempera­tuurverdeling) in-/uitschakelen
e De functie "Super koelen" en "Super-
frost" in-/uitschakelen
f De temperatuur instellen
(X voor kouder), toets om een keuze te maken in de instelmodus
g Een keuze bevestigen (OK-toets)
h De temperatuur instellen
(Y voor warmer), toets om een keuze te maken in de instelmodus
i Het toestel in de instelmoduszetten
of eruit halen
j Het temperatuur- of deuralarm uit-
schakelen
k Display met temperatuuraanduiding
en symbolen (symbolen alleen zicht baar in de instelmodus, bij een alarm/een foutmelding; zie tabel voor de betekenis van de symbolen)
-
6
Beschrijving van het toestel
Betekenis van de symbolen
Symbool Betekenis Functie
0 Vergrendeling Beveiliging tegen ongewenste uitschakeling,
ongewenste wijziging van de temperatuur, ongewenste inschakeling van DynaCool, "Su per koelen", "Superfrost" en ongewenste wijziging van instellingen
® IJsblokjesmaker De ijsblokjesmaker in- en uitschakelen;
de waterhoeveelheid instellen; de ijsblokjesmaker spoelen; de reinigingspositie van het bakje voor ijsblokjes instellen; knippert bij de melding "Waterreservoir leeg" of bij een foutmelding van de ijsblokjesmaker.
-
) Akoestische signa-
len
< Miele|home
(huishoudelijke toe­stellen met elkaar verbinden)
s Lichtsterkte van het
display
¬ Sabbat-modus Het toestel in de sabbat-modus zetten of eruit
t Netaansluiting Wanneer het toestel niet ingeschakeld is, be
; Alarm Brandt bij een deuralarm; knippert bij een
r Demofunctie
(alleen zichtbaar wanneer de demofunctie ingeschakeld is)
Keuzemogelijkheden voor het toetsgeluid en het akoestische waarschuwingssignaal bij een deur- en temperatuuralarm
Alleen zichtbaar als de communicatiemodule gemonteerd en aangemeld is; meer informatie vindt u in de Miele Online Shop.
De lichtsterkte van het display instellen
halen
vestigt dit dat het toestel aangesloten is op het elektriciteitsnet; knippert bij een stroomonder breking
temperatuuralarm, stroomonderbreking en an dere foutmeldingen
De demofunctie uitschakelen
-
-
-
7
Beschrijving van het toestel
a Bedieningspaneel
b Ventilator
c Rek / eiervakjes
d Legplaat met
verlichting (FlexiLight)
e Legplaat
f Flessenrek
g Waterreservoir
h Flessenrek
i Dooiwatergoot en
dooiwaterafvoergat
j Binnenverlichting
fruit- en groentebak
k Fruit- en groentebak
l IJsblokjeslade met
automatische ijsblokjesmaker
m Vriesladen
8
Beschrijving van het toestel
Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren
Roestvrijstalen rand met led­verlichting voor legplaat (FlexiLight)
De led-verlichting bevindt zich aan de roestvrijstalen rand b, deze wordt met metaalplaatjes (contacten) a van stroom voorzien. Door de legplaat te verplaatsen, kunt u de verlichting van de koelzone aanpas­sen aan uw wensen.
Flessenrek
Toebehoren voor het onderhoud van roestvrij staal
Met het middel voor onderhoud van
roestvrij staal brengt u een water- en vuilafstotende beschermende film aan telkens als u het middel aan brengt. Hiermee verwijdert u op be hoedzame wijze waterstrepen, vingerafdrukken en andere vlekken en geeft u de oppervlakken een ge lijkmatig stralende glans.
De doek voor het onderhoud van
roestvrij staal is gedrenkt in een on derhoudsmiddel voor roestvrij staal. Deze heeft dezelfde reinigende en beschermende eigenschappen als het Miele-middel voor het onderhoud van roestvrij staal.
Multifunctionele microvezeldoek
De microvezeldoek helpt om vingerafdrukken en normaal vuil te ver­wijderen op roestvrijstalen fronten, bedieningspane­len van toestellen, vensters, meubels, autoruiten enz.
-
-
-
-
Op de flessenhouder kunt u flessen ho rizontaal in het toestel leggen en ruimtebesparend bewaren. De flessenhouder kan variabel in het toestel worden aangebracht.
Het mits toeslag verkrijgbaar toebe
­horen is verkrijgbaar via de Tech
nische Dienst van Miele, bij uw Miele­handelaar of in de Miele Online Shop.
-
-
9
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Dit toestel voldoet aan de voorgeschreven veiligheidsbepalingen. Een verkeerd gebruik kan nochtans tot lichamelijk letsel en mate riële schade leiden.
Lees daarom de gebruiks- en montagehandleiding aandachtig door, voordat u het toestel in gebruik neemt. Daarin vindt u be langrijke instructies met betrekking tot de montage, de veiligheid, het gebruik en het onderhoud. Dit is in het belang van uw veilig heid en voorkomt schade aan het toestel.
Wanneer deze niet worden opgevolgd, kan Miele niet aansprake­lijk worden gesteld voor schade die daarvan het gevolg is.
Bewaar de gebruiks- en montagehandleiding zodat u deze kunt doorgeven aan een eventuele volgende bezitter!
Juist gebruik
-
-
-
Dit toestel is bedoeld voor gebruik in het huishouden en in
~
gelijkaardige omgevingen. Het is niet bestemd voor gebruik buiten.
Gebruik het toestel uitsluitend voor huishoudelijke doeleinden: om
~
levensmiddelen te koelen en te bewaren, om diepvriesproducten te bewaren, om verse levensmiddelen in te vriezen en om ijsblokjes te maken. Elk ander gebruik is niet toegelaten.
10
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Het toestel is niet geschikt voor het bewaren en koelen van
~
geneesmiddelen, bloedplasma, laboratoriumpreparaten of andere gelijkaardige stoffen of producten die ten grondslag liggen aan de richtlijn betreffende medische hulpmiddelen. Door een verkeerd ge bruik van het toestel kunnen producten worden beschadigd of kun nen bederven. Bovendien is het toestel ook niet geschikt voor ge bruik in explosieve omgevingen. Miele is niet verantwoordelijk voor schade die werd veroorzaakt doordat het toestel voor andere doeleinden werd gebruikt of ver keerd werd bediend.
Personen die op grond van hun fysieke of psychische
~
gesteldheid, hun onervarenheid of gebrek aan kennis van het toestel niet in staat zijn het toestel veilig te bedienen, mogen ze alleen on­der toezicht bedienen of wanneer ze worden geïnstrueerd door iemand die het apparaat kent. Ze moeten het mogelijke gevaar van een verkeerde bediening kun­nen herkennen en begrijpen.
-
-
-
-
Kinderen in het huishouden
Kinderen jonger dan acht jaar moeten uit de buurt van het toestel
~
worden gehouden, tenzij ze constant in het oog worden gehouden.
Kinderen vanaf acht jaar mogen het toestel zonder toezicht ge
~
bruiken, maar alleen als ze weten hoe het werkt en wat voor gevaar zij lopen wanneer ze het fout bedienen. Kinderen moeten de eventu ele risico's van een foutieve bediening kunnen beseffen.
Kinderen mogen het toestel niet zonder toezicht reinigen of on
~
derhouden.
Hou kinderen die in de buurt van het toestel komen in het oog.
~
Zorg ervoor dat ze nooit met het toestel spelen.
-
-
-
11
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Verstikkingsgevaar! Spelende kinderen kunnen zich wikkelen in
~
verpakkingsmateriaal (bijv. folies) of het over hun hoofd trekken en daardoor verstikken. Houd verpakkingsmateriaal buiten het bereik van kinderen in verband met verstikkingsgevaar.
Technische veiligheid
Het koelmiddelcircuit is op lekkage gecontroleerd. Het toestel vol
~
doet aan de geldende veiligheidsvoorschriften en de relevante EU­richtlijnen.
Dit toestel bevat het koelmiddel isobutaan (R600a), een natuurlijk
~
gas dat het milieu weinig belast, maar wel brandbaar is. Het be­schadigt de ozonlaag niet en verhoogt ook het broeikaseffect niet. Maar het gebruik van dit milieuvriendelijk koelmiddel heeft wel ge­leid tot meer lawaai als het toestel aanstaat. Er kunnen afgezien van de geluiden van de compressor stromingsgeluiden in het hele koelcircuit optreden. Deze effecten zijn helaas niet te vermijden, maar hebben geen invloed op de capaciteit van het toestel. Let er bij het transport en bij de inbouw/plaatsing op dat geen on­derdelen van het koelcircuit worden beschadigd. Vrijkomend koel­middel kan oogletsel veroorzaken! In geval van beschadiging:
vermijd open vuur of ontstekingsbronnen,
ontkoppel het toestel van het elektriciteitsnet,
verlucht gedurende enkele minuten het vertrek waarin het toestel staat en
-
neem contact op met de dienst Herstellingen aan huis van Miele.
12
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Hoe meer koelmiddel er in een toestel voorhanden is, hoe groter
~
het vertrek moet zijn waar het toestel wordt opgesteld. In te kleine vertrekken kan zich bij lekkage een brandbaar mengsel van gas en lucht vormen. De kamer moet per 8 g koelmiddel minstens 1 m veelheid koelmiddel staat op het typeplaatje binnenin het toestel.
De aansluitgegevens (zekering, frequentie en spanning) op het
~
typeplaatje van het toestel moeten absoluut overeenstemmen met deze van het elektriciteitsnet. Zo voorkomt u schade aan uw toestel. Deze moeten beslist overeenkomen. Raadpleeg bij twijfel een elek tricien.
De elektrische veiligheid van het toestel is uitsluitend gegaran-
~
deerd, als het wordt aangesloten op een aardingssysteem dat vol­gens de geldende voorschriften is geïnstalleerd. Laat de elektrische installatie bij twijfel door een elektricien inspecteren.
Is de aansluitkabel beschadigd, laat dan een nieuwe installeren
~
door een vakman of vakvrouw die door Miele erkend is. Zo vermijdt u risico's voor wie het toestel gebruikt.
3
groot zijn. De hoe
-
-
Stopcontactenblokken of verlengkabels bieden niet voldoende
~
veiligheidsgaranties (gevaar voor brand). Dit in verband met gevaar voor oververhitting.
Wanneer er vocht terechtkomt op onderdelen van het toestel die
~
onder spanning staan of de aansluitkabel, kan dat een kortsluiting veroorzaken. Plaats het toestel daarom nooit in vochtige vertrekken zoals garage of waskeuken waar gevaar dreigt door spatwater.
13
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Dit toestel mag niet op niet-vaste plaatsen (bijv. op een schip)
~
worden gebruikt.
Controleer voordat het toestel wordt geplaatst, of het zichtbaar
~
beschadigd is. Een beschadigd toestel mag niet worden geplaatst en niet in gebruik worden genomen.
Gebruik uw toestel enkel in ingebouwde toestand. Enkel dan is
~
een veilige werking gewaarborgd.
Tijdens installatie-, onderhouds- en herstellingswerken moet het
~
toestel van het elektriciteitsnet losgekoppeld zijn. Dit is pas het ge val wanneer:
– als de zekeringen in uw zekeringkast zijn uitgeschakeld,
– als de zekeringen van de huisinstallatie er geheel zijn uitgedraaid
of
– als de aansluitkabel van het elektriciteitsnet losgekoppeld is.
Trek bij aansluitkabels met een stekker niet aan de kabel maar aan de stekker om het toestel los te koppelen van het elektrici­teitsnet.
-
Installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden mogen al-
~
leen door een door Miele geautoriseerde vakman/vakvrouw worden uitgevoerd. Door ondeskundig uitgevoerde werkzaamheden kan de gebruiker risico's lopen.
Het recht op garantie vervalt wanneer het toestel door een klan
~
tendienst wordt hersteld die niet door Miele is erkend.
Defecte onderdelen mogen alleen door originele Miele-
~
wisselstukken worden vervangen. Enkel dan bent u zeker dat ze ten volle voldoen aan de eisen die Miele qua veiligheid stelt.
14
-
Efficiënt gebruik
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Het toestel is bestemd voor een bepaalde klimaatklasse (kamer
~
temperatuur), waarvan de grenzen moeten worden aangehouden. De klimaatklasse is vermeld op het typeplaatje aan de binnenruimte van het toestel. Een te lage kamertemperatuur heeft tot gevolg dat de compressor voor langere tijd afslaat, zodat het toestel de vereiste temperatuur niet kan aanhouden.
De luchttoevoer- en luchtafvoeropeningen mogen niet afgedekt of
~
afgesloten worden. Een goede luchtgeleiding is dan niet meer gewaarborgd. Een hoger energieverbruik en schade aan onderdelen kunnen niet worden uit­gesloten.
Als u in het toestel of in de deur vet- of oliehoudende levensmid-
~
delen bewaart, dient u ervoor te zorgen dat eventueel uitlopend vet of uitlopende olie niet in contact komt met de kunststofonderdelen. Daardoor kunnen spanningsscheuren in de kunststof ontstaan die dan breekt of scheurt.
Bewaar geen explosieve stoffen en geen producten met brand-
~
bare drijfgassen (bijv. spuitbussen) in het toestel. Door de elek­trische onderdelen kunnen explosieve gasmengsels ontsteken en brand of explosies veroorzaken.
-
Gebruik geen elektrische toestellen in het toestel (bijv. om softijs
~
te maken). Door vonkvorming ontstaat explosiegevaar.
Bewaar geen blikjes en flessen met koolzuurhoudende dranken
~
of met vloeistoffen die kunnen bevriezen in de vrieszone. De blikjes of flessen kunnen barsten. U zou zich kunnen verwonden en er zou schadekunnen ontstaan.
15
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Als u flessen snel in de vrieszone wilt koelen, dient u ze uiterlijk
~
na één uur weer uit de vrieszone te halen. Anders zullen ze ontplof fen waardoor u zich zou kunnen verwonden en er schade zou kunnenontstaan.
Raak bevroren levensmiddelen en onderdelen van metaal niet
~
met natte handen aan. De handen kunnen vastvriezen en u zou zich kunnen verwonden.
Neem nooit ijsblokjes en ijslolly's, met name waterijsjes, in de
~
mond als u ze net uit de vrieszone hebt gehaald. Door de zeer lage temperatuur van het ijs kunnen de lippen of de tong vastvriezen en u zou zich kunnen verwonden.
Geheel of gedeeltelijk ingevroren levensmiddelen niet opnieuw in-
~
vriezen. De levensmiddelen verliezen aan voedingswaarde of be­derven, verbruik ze dus zo snel mogelijk. Gekookte of gebraden ont­dooide levensmiddelen kunt u opnieuw invriezen.
-
Als u levensmiddelen eet die te lang bewaard zijn, bestaat er ge-
~
vaar voor voedselvergiftiging. De bewaarduur is afhankelijk van diverse factoren, zoals de vers­heid, de kwaliteit van de levensmiddelen en de temperatuur waarop ze worden bewaard. Let op de houdbaarheidsdatum en op de bewaarinstructies van de fabrikant van de levensmiddelen.
16
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Neem de volgende opmerkingen in acht omtrent het water voor
~
het maken van ijsblokjes:
Vul uitsluitend koud en vers drinkwater in het waterreservoir. Heet
water of andere vloeistoffen kunnen het waterreservoir of de ijsblokjesmaker beschadigen.
Ververs het water regelmatig maar in elk geval voordat u de
ijsblokjesmaker inschakelt om verse ijsblokjes te maken. Op die manier voorkomt u dat zich ziektekiemen ontwikkelen.
Gebruik geen water afkomstig uit omkeerosmosesystemen.
Het toestel kan beschadigd raken.
Gebruik uitsluitend Miele-accessoires om te voorkomen dat
~
garantieaanspraken vervallen. Worden er andere onderdelen ge­monteerd of ingebouwd, dan vervalt het recht op waarborg en/of productaansprakelijkheid.
Reiniging en onderhoud
Behandel de deurdichting niet met olie of vet.
~
Daardoor wordt de deurdichting na verloop van tijd poreus.
De stoom van een stoomreiniger kan in aanraking komen met de-
~
len die onder spanning staan en zo kortsluiting veroorzaken. Gebruik voor het reinigen en ontdooien van het toestel nooit een stoomreiniger.
Gebruik geen voorwerpen met scherpe punt of rand om
~
rijm- en ijslagen te verwijderen
en levensmiddelen los te wrikken.
Daardoor beschadigt u de koelelementen en functioneert het toestel niet meer correct.
17
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Plaats nooit elektrische verwarmingstoestellen of kaarsen in het
~
toestel om het te ontdooien. De kunststof zou beschadigd raken.
Gebruik geen ontdooisprays of producten om ijs te verwijderen.
~
Deze kunnen immers explosieve gassen vormen, bevatten mogelijk oplos- of drijfmiddelen die de kunststof aantasten of zijn mogelijk schadelijk voor de gezondheid.
Reinig de ijsblokjesmaker en dus ook de watertoevoer:
~
voordat u hem voor het eerst gaat gebruiken,
nadat de ijsblokjesmaker gedurende een lange tijd niet is ge
bruikt,
– bij continubedrijf regelmatig (minstens één keer per maand), om
ijsresten uit het systeem te verwijderen (een verstopping van de watertoevoer wordt vermeden) en
– voordat u de ijsblokjesmaker voor een langere periode uitscha-
kelt.
-
Doe voor het reinigen van de ijsblokjesmaker uitsluitend hand-
~
warm drinkwater in het reservoir. Gebruik geen heet of kokend wa­ter. Doe ook geen reinigings- of spoelmiddel in het drinkwater.
18
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Transport
Transporteer het toestel om beschadiging te voorkomen altijd
~
rechtop staand en in de transportverpakking.
Laat u voor het transport van het toestel helpen door een tweede
~
persoon, omdat het toestel zwaar is. U zou zich kunnen verwonden en er zou schade kunnen ontstaan.
Wat met het oude toestel
Vernietig het deurslot van uw toestel als u het afdankt.
~
Op die manier voorkomt u dat spelende kinderen zichzelf in het toe­stel opsluiten, wat levensgevaarlijk kan zijn.
Beschadig geen onderdelen van het koelcircuit, bijv. door
~
– koelmiddelkanalen van het verdampsysteem open te prikken,
– buizen te knikken,
– oppervlaktecoatings weg te krabben,
als er koelmiddel naar buiten spuit, kan dat oogletsels veroorzaken.
19
Hoe kunt u energie besparen?
Normaal energieverbruik
Opstellen/wachten In een verluchte ruimte. In een gesloten,
Beschermd tegen rechtstreekse zonnestralen.
Niet naast een warmtebron (verwarmingselement, for nuis).
Bij een ideale kamertempera tuur van ongeveer 20 °C.
Dek de luchttoevoer- en luchtafvoeropeningen niet af. Verwijder regelmatig het stof van de luchttoevoer- en luchtafvoeropeningen.
Verwijder minstens 1 keer per jaar het stof van de com­pressor en het metalen roos­ter (warmtewisselaar) aan de achterzijde van het toestel.
Verhoogd energieverbruik
niet-verluchte ruimte.
Bij rechtstreekse zonnestralen.
Naast een warmtebron (ver warmingselement, fornuis).
-
Bij een hoge kamertempera
­tuur.
Als de luchttoevoer- en luchtafvoeropeningen afge­dekt zijn of onder het stof zit­ten.
Wanneer er zich stof heeft opgehoopt op de compres­sor en het metalen rooster (warmtewisselaar).
-
-
Temperatuur­instelling
20
Koelzone 4 tot 5 °C Bij een lage temperatuur-
Vrieszone -18 °C
instelling: hoe lager de koel­/vrieszonetemperatuur, hoe hoger het energieverbruik!
Hoe kunt u energie besparen?
Normaal energieverbruik
Gebruik Laat de laden, legplaten en
rekken zoals ze waren toen het toestel werd geleverd.
Open de toesteldeur alleen in dien nodig en altijd zo kort mogelijk.
Schik de levensmiddelen in het toestel.
Neem een koelzak mee wan neer u boodschappen doet en plaats de levensmiddelen snel in het toestel.
Plaats levensmiddelen die u uit het toestel haalt altijd zo snel mogelijk terug, voordat ze te veel opwarmen.
Laat warme gerechten en dranken eerst buiten het toe­stel afkoelen.
Verhoogd energieverbruik
Als u de deur vaak en langdu
­rig opent, treedt er koudever lies op en stroomt er warme kamerlucht naar binnen. Het toestel probeert te koelen en de compressor werkt langdu rig.
Warme gerechten en levens
­middelen die opgewarmd zijn tot buitentemperatuur, brengen warmte in het toestel.
Het toestel probeert te koelen en de compressor werkt lang­durig.
-
-
-
-
Plaats levensmiddelen goed verpakt of goed afgedekt in het toestel.
Leg ingevroren producten in de koelzone om ze te ontdooi en.
Doe de vakken niet te vol zo dat de lucht kan circuleren.
Wanneer vloeistoffen in de koelzone verdampen en condenseren, leidt dat tot ver lies van het koelvermogen.
-
-
-
21
Toestel in- en uitschakelen
Vóór het eerste gebruik
Verpakkingsmaterialen
Verwijder alle verpakkingsmaterialen
^
uit de binnenruimte.
Beschermfolie
De roestvrijstalen randen en roestvrij stalen gedeelten zijn van een be schermfolie voorzien om ze bij het transport te beschermen.
Trek de beschermfolie van de roest
^
vrijstalen randen.
Reiniging en onderhoud
Neem daartoe beslist de desbetref­fende opmerkingen in acht in de ru­briek "Reiniging en onderhoud".
^ Wrijf de roestvrijstalen oppervlakken
onmiddellijk na het afnemen van de beschermfolie in met het middel voor het onderhoud van roestvrij staal van Miele.
Belangrijk! Telkens als u het Miele­middel voor het onderhoud van roest vrij staal aanbrengt, brengt u een water- en vuilafstotende bescher mende film aan!
-
-
-
Toebehoren
Flessenhouder
De lamellen van de flessenhouder reiken tot in het flessenrek en zorgen ervoor dat de flessen beter op hun plaats worden gehouden wanneer de toesteldeur wordt geopend en geslo ten.
-
^ Steek de flessenhouder in het mid-
den op de achterrand van het flessenrek.
Koelaccu
Leg de koelaccu in de bovenste diep vrieslade. Na ca. 24 uur kan de
-
koelaccu zijn maximaal koelvermogen leveren.
-
-
^
Reinig het inwendige van het toestel en het toebehoren.
^
Reinig de ijsblokjesmaker: na het kiezen van de instelling "IJsblokjesmaker spoelen" worden de ijsblokjesmaker en de watertoevoer automatisch met water uit het water reservoir gespoeld.
22
-
Toestel in- en uitschakelen
Het toestel bedienen
U kunt dit toestel bedienen door de toetsen aan te raken (te selecteren).
Elke aanraking wordt met een toetsgeluid bevestigd. U kunt dat toetsgeluid uitschakelen (zie "Andere instellingen wijzigen – Akoestische sig nalen").
Het toestel inschakelen
Zodra het toestel aangesloten is op het elektriciteitsnet, verschijnt na enkele ogenblikken het netaansluitingssymbool t op het dis­play.
^ Raak de aan-uittoets aan.
Het netaansluitingssymbool t gaat uit en het toestel begint te koelen.
Bij geopende deur van de koelzone gaat de binnenverlichting aan en de lichtsterkte van de led-verlichting van de legplaten neemt toe totdat de maxi male lichtsterkte bereikt is.
Wanneer u het toestel voor het eerst in gebruik neemt knipperen de sensor
­toets van de vrieszone en het
alarmsymbool ;, totdat de ingestelde vriestemperatuur bereikt is.
Zodra de ingestelde vriestemperatuur bereikt is, brandt de sensortoets voor de vrieszone continu en gaat het sym bool voor het alarm ; uit.
Om zeker te zijn dat de temperatuur laag genoeg is, dient u het toestel enkele uren te laten voorkoelen voor­dat u voor het eerst levensmiddelen in het toestel plaatst. Leg pas levenmiddelen in de vrieszo­ne, wanneer de temperatuur laag ge­noeg is (minstens -18 °C).
-
-
-
Op het bedieningspaneel verschijnen de sensortoetsen voor de selecteerbare zones:
Koelzone Vrieszone
De sensortoets voor de koelzone heeft een gele kleur en op het display ver schijnt de temperatuur die in de koelzo ne heerst.
-
-
23
Toestel in- en uitschakelen
Voor elke koelzone kunt u de instel lingen afzonderlijk wijzigen.
Raak daartoe de sensortoets aan
^
voor de zone waarvoor u de instel lingen wilt wijzigen.
Een sensortoets met een gele kleur geeft nu aan dat deze is geselecteerd.
U kunt nu voor de koelzone de functie "Super koelen" en DynaCool selecteren of de temperatuur wijzigen.
U kunt voor de vrieszone de functie "Superfrost" selecteren of de tempera­tuur wijzigen.
Meer informatie vindt u in de rubrieken in kwestie.
-
-
Het toestel uitschakelen
Raak de aan-uittoets aan.
^
Als dat niet mogelijk is, betekent dit dat de vergrendeling ingeschakeld is!
Op het display gaat de temperatuur aanduiding uit en verschijnt het netaansluitingssymbool t.
De binnenverlichting gaat uit. De koeling is uitgeschakeld.
Koelzone afzonderlijk uitschakelen
U kunt de koelzone afzonderlijk uitscha­kelen terwijl de vrieszone ingeschakeld blijft. Dit kan bijvoorbeeld in de vakan­tietijd praktisch zijn.
-
Als vervolgens een andere koelzone wordt geselecteerd, blijven de instel lingen voor de eerder geselecteerde koelzone behouden.
24
-
^
Druk op de sensortoets voor de koel zone totdat de toets niet meer gese lecteerd is.
Op het display worden gedurende kor te tijd streepjes weergegeven.
-
-
-
Toestel in- en uitschakelen
Koelzone weer inschakelen
De koelzone kan vervolgens weer af zonderlijk worden ingeschakeld.
Druk op de sensortoets voor de koel
^
zone totdat de toets weer een gele kleur heeft.
De temperatuurindicator voor de koel­zone gaat aan. De koelzone begint te koelen en de binnenverlichting schakelt in als de deur wordt geopend.
-
Bij langdurige afwezigheid
Als u het toestel gedurende lange tijd niet gebruikt:
schakel het toestel uit,
^
trek de stekker uit of schakel de des
^
betreffende zekering in uw zekeringkast uit,
maak de ijsblokjeslade leeg,
^
Als u het toestel/de koelzone (koelzone
­wordt afzonderlijk uitgeschakeld) gedu
rende lange tijd niet gebruikt:
giet het waterreservoir leeg en berg
^
het op nadat u het hebt gereinigd en afgedroogd,
^ reinig het toestel/de koelzone en
^ laat de toesteldeuren/koelzonedeur
op een kier staan om geurvorming te vermijden.
Als het toestel/de koelzone bij lang­durige afwezigheid wordt uitgescha­keld maar niet wordt gereinigd, be staat er gevaar voor schimmelvor ming als de toesteldeuren gesloten blijven. Ook kunnen zich in het water dat in het waterreservoir is gebleven ziek tekiemen ontwikkelen. Gevaar voor infectie!
-
-
-
-
-
25
De juiste temperatuur
Bij het bewaren van levensmiddelen is een juiste temperatuurinstelling zeer belangrijk. Levensmiddelen bederven snel door de aanwezigheid van micro­organismen. Dat proces kan door de juiste bewaartemperatuur worden verhinderd of vertraagd. De tempera tuur beïnvloedt de groeisnelheid van de micro-organismen. Hoe lager de tem peratuur, hoe langzamer dit proces ver loopt.
De temperatuur in het toestel stijgt
als u vaak en gedurende lange tijd
de toesteldeur opent,
– hoe meer levensmiddelen er worden
bewaard,
– als de verse levensmiddelen warm
zijn,
– als de kamertemperatuur van het
toestel hoog is. Het toestel is ontworpen voor een be­paalde klimaatklasse (bereik van de kamertemperatuur) waarvan de onder- en bovengrens in acht moe ten worden genomen.
-
-
-
...indekoelzone
Voor de koelzone raden we een koeltemperatuur van 4°Caan.
...indevrieszone
Om verse levensmiddelen in te vriezen en ze langdurig te bewaren, is een tem peratuur van -18 °C vereist. Bij die tem
-
peratuur komt de groei van micro-orga nismen in hoge mate tot stilstand. Zo dra de temperatuur boven -10 °C stijgt, begint de ontbinding door de micro-or ganismen. De levensmiddelen kunnen dan minder lang worden bewaard. Daarom mogen volledig of gedeeltelijk ontdooide levensmiddelen pas opnieuw worden ingevroren nadat u ze hebt ver­werkt (door ze te koken of braden). Door de hoge temperaturen worden de meeste micro-organismen gedood.
-
-
-
-
-
26
De juiste temperatuur
Temperatuuraanduiding
De temperatuuraanduiding op het display geeft bij normale werking de
gemiddelde, daadwerkelijke koelzonetemperatuur en de tempe ratuur van de warmste plaats in de vrieszone weer die momenteel
heerst in het toestel.
Als de temperatuur in de vrieszone niet binnen het mogelijke temperatuurbereik ligt, knipperen op het display alleen streepjes.
Afhankelijk van de kamertemperatuur en de instelling kan het enkele uren du­ren voor de gewenste temperatuur be­reikt is en permanent wordt weergege­ven.
Als de temperatuur gedurende lange tijd warmer was dan -18 °C, controleert u of de ingevroren le­vensmiddelen gedeeltelijk of volle­dig ontdooid zijn. Als dat het geval is, dient u deze levensmiddelen zo snel mogelijk te verbruiken!
-
Temperatuur instellen
De temperatuur in de koel- en de vries zone kunt u los van elkaar instellen.
Selecteer de koel- of de vrieszone.
^
Stel met de twee toetsen onder het
^
display de temperatuur in.
Het aanraken van de toetsen heeft het volgende effect:
– Hiermee wordt de temperatuur kou-
der.
Hiermee wordt de temperatuur war mer.
-
-
Tijdens het instellen wordt de tempera tuurwaarde knipperend weergegeven.
-
27
De juiste temperatuur
De volgende wijzigingen zijn op het dis play merkbaar als u de toetsen aan raakt:
Eén keer aanraken: de laatst inge
stelde temperatuurwaarde wordt knipperend weergegeven.
Telkens als u de toets nogmaals aan
raakt: De temperatuurwaarde wijzigt in stappen van 1 °C.
Uw vinger op de toets laten rusten:
De temperatuurwaarde wijzigt ononderbroken. Wanneer de laagste of hoogste tem­peratuurwaarde bereikt is, weerklinkt een negatief toetsgeluid (als het toetsgeluid ingeschakeld is).
Ongeveer 5 seconden nadat u de laatste keer op de toets hebt gedrukt, geeft de temperatuuraanduiding auto­matisch de daadwerkelijke tempera­tuur weer die momenteel in het toestel heerst.
-
-
Mogelijke instelwaarden voor de tem
-
peratuur
De temperatuur kan als volgt worden ingesteld:
In de koelzone van 1 °C tot 9 °C.
In de vrieszone van -15 °C tot -26 °C.
-
-
Of
^
raak de OK-toets aan om uw keuze te bevestigen.
Als u de temperatuur hebt gewijzigd, controleert u de temperatuuraanduiding
na ca. 6 uur als er weinig levensmid delen in het toestel zitten en na ca. 24 uur als het toestel volledig ge vuld is. Pas dan is de gekozen tempe
ratuur werkelijk ingesteld.
Als de temperatuur na die tijd te hoog of te laag is, stelt u een andere tempe ratuur in.
28
-
-
-
-
Super koelen, Superfrost en DynaCool gebruiken
Functie Super koelen
Met de functie "Super koelen" wordt de koelzone zeer snel op de koudste waar de afgekoeld (afhankelijk van de ka mertemperatuur).
Super koelen inschakelen
De functie "Super koelen" is vooral aan te bevelen als u grote hoeveelheden verse levensmiddelen of dranken snel wenst af te koelen.
^ Raak de toets voor de koelzone aan.
Het symbool voor de koelzone licht geel op.
-
Super koelen uitschakelen
De functie "Super koelen" wordt auto matisch na ca. 12 uur uitgeschakeld.
­Het toestel werkt weer met het normale koelvermogen.
Om energie te besparen, kunt u de functie "Super koelen" zelf uitschakelen zodra de levensmiddelen of dranken koud genoeg zijn.
^ Raak de toets voor de koelzone aan.
Het symbool voor de koelzone licht geel op.
-
^
Raak de toets voor "Super koelen" aan, zodat deze geel oplicht.
De temperatuur in het toestel daalt, doordat het toestel nu werkt met het maximale koelvermogen.
^
Raak de toets voor "Super koelen" aan, zodat deze niet langer een gele kleur heeft.
De koeling van het toestel werkt weer met het normale vermogen.
29
Super koelen, Superfrost en DynaCool gebruiken
Functie Superfrost
Om verse levensmiddelen optimaal in te vriezen, dient u eerst de functie "Su perfrost" in te schakelen.
Op die manier worden de levensmid delen snel doorvroren en blijven de voedingswaarde, de vitamines, het uit zicht en de smaak behouden.
Uitzonderingen:
Als u reeds ingevroren levensmid
delen in het toestel plaatst.
Als u dagelijks slechts maximaal 2 kg
levensmiddelen plaatst.
-
Superfrost inschakelen
De functie "Superfrost" dient u 6 uur vooraf in te schakelen. Pas daarna
­plaatst u de levensmiddelen die u wilt invriezen. Als u het maximale invries
-
vermogen wilt gebruiken, dient u 24 uur vooraf de functie "Superfrost" in
­te schakelen!
^ Raak de toets voor de vrieszone aan.
Het symbool voor de vrieszone licht geel op.
^ Raak de toets voor "Superfrost" aan,
zodat deze geel oplicht.
-
30
De temperatuur in het toestel daalt, doordat het toestel nu werkt met het maximale koelvermogen.
Loading...
+ 78 hidden pages