Gebruiks- en montageaanwijzing
Koel-vriescombinatie
Lees absoluut de gebruiks- en montageaanwijzing voor u het toestel
opstelt, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u
voorkomt schade aan het toestel.
M.-Nr. 09 574 240nl-BE
Inhoud
Beschrijving van het toestel .........................................5
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu ...........................7
Opmerkingen omtrent uw veiligheid ..................................8
Hoe kunt u energie besparen? ......................................17
Het toestel in- en uitschakelen ......................................19
Vóór het eerste gebruik .............................................19
Reiniging en onderhoud ..........................................19
Het toestel bedienen ...............................................19
Het toestel inschakelen .............................................19
Het toestel uitschakelen.............................................20
complete toestel en
aan-uitsensortoets om de Perfect
Fresh-zone afzonderlijk
in en uit te schakelen
b Sensortoets voor "Super koelen" of
"Superfrost"
c Sensortoets voor het instellen van de
temperatuur (X voor kouder)
d Controlelampje van de vergrendeling
(alleen zichtbaar wanneer de vergrendeling ingeschakeld is)
e Temperatuuraanduiding (tempera-
tuurindicator) voor de PerfectFreshof vrieszone
-
f Schakeltoets om te schakelen tussen
de PerfectFresh- en de vrieszone
(bovenaan: PerfectFresh-symbool /
onderaan: vriessymbool)
g Sensortoets voor het instellen van de
temperatuur (Y voor warmer)
h Uitschakeltoets voor het waarschu-
wingssignaal
(alleen zichtbaar bij een deur- of
temperatuuralarm)
i Actieve-koolfilterlampje
(alleen zichtbaar wanneer de
actieve-koolfilters moeten worden
vervangen)
5
Beschrijving van het toestel
a PerfectFresh-zone – droog vak
a Metalen flessenhouder
b Legplaat
c Cassette voor de
Active Air Clean-koolfilters
b PerfectFresh-zone – vochtige vak
ken
d Regelaar voor het instellen van de
luchtvochtigheid in de
vochtige vakken
e Vochtige vakken
f Gootje en
afvoeropening voor het dooiwater
c Vrieszone
g IJsblokjeslade met
automatische ijsblokjesautomaat
h Vriesladen met
vrieskalender
-
6
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu
Recycleerbare verpakking
De verpakking behoedt het toestel voor
transportschade. Er werd materiaal ge
kozen dat door het milieu wordt verdra
gen en opnieuw kan worden benut.
Door de verpakking weer in kringloop
te brengen, wordt er grondstof ge
spaard en verkleint de afvalberg. Geef
deze stoffen dus niet met het gewone
vuilnis mee. Breng ze liever naar het
dichtstbijzijnde gemeentelijk container
park. Waar u dat vindt, komt u zeker bij
uw gemeentebestuur aan de weet.
Het afdanken van het apparaat
Oude elektrische en elektronische apparaten bevatten vaak nog waardevolle
materialen. Ze bevatten echter ook
schadelijke stoffen die voor het functioneren en de veiligheid van het apparaat
nodig waren. Als u het apparaat bij het
gewone afval doet of bij verkeerde behandeling kunnen deze stoffen schadelijk zijn voor de gezondheid en het
milieu. Verwijder het afgedankte appa
raat dan ook nooit met het gewone af
val.
-
-
-
-
-
Bij de aankoop van uw nieuw toestel
heeft u een bijdrage betaald. Die wordt
volledig gebruikt voor de toekomstige
recyclage van dat toestel. Dat bevat
trouwens nog waardevol materiaal.
Door te recycleren wordt er dan ook
minder verspild en vervuild.
Als u vragen heeft omtrent het afdanken van uw oud toestel, neem dan
contact op met
– de handelaar bij wie u het kocht
of
– de firma Recupel,
telefoon 02 706 86 10,
website: www.recupel.be
of
–
uw gemeentebestuur als u uw toestel
naar een containerpark brengt.
Zorg er ook voor dat het toestel intus
sen kindveilig wordt bewaard voor u het
laat wegbrengen.
-
7
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Dit toestel voldoet aan de voorgeschreven veiligheidsvoor
schriften. Door ondeskundig gebruik kunnen gebruikers echter
letsel oplopen en kan er schade optreden aan het toestel.
Lees deze gebruiks- en montageaanwijzing daarom eerst aan
dachtig door voordat u het toestel in gebruik neemt. U vindt er
belangrijke opmerkingen omtrent opstelling, veiligheid, gebruik
en onderhoud. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade
aan het toestel.
Miele is niet aansprakelijk voor schade die ontstaan is doordat
deze opmerkingen niet in acht werden genomen.
Bewaar de gebruiks- en montageaanwijzing en geef ze door aan
wie het toestel eventueel na u gebruikt!
-
Juist gebruik
Dit toestel is bedoeld voor gebruik in het huishouden en in
~
gelijkaardige omgevingen.
Dit toestel is niet bestemd voor gebruik buiten.
-
Gebruik het toestel uitsluitend in huishoudelijke context voor het
~
koelen en bewaren van levensmiddelen, het bewaren van diepvries
producten, het invriezen van verse levensmiddelen en het maken
van ijsblokjes.
Gebruik voor andere doeleinden is niet toegelaten.
8
-
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Het toestel is niet geschikt voor het bewaren en koelen van
~
geneesmiddelen, bloedplasma, laboratoriumpreparaten of andere
gelijkaardige stoffen of producten die ten grondslag liggen aan de
EU-richtlijn 93/42/EEG betreffende medische hulpmiddelen. Ver
keerd gebruik van het toestel kan leiden tot aantasting of bederf van
de bewaarde producten. Bovendien is het toestel niet geschikt voor
gebruik in explosiegevaarlijke omgevingen.
Miele is niet verantwoordelijk voor schade die wordt veroorzaakt
door een ander gebruik dan wat hier wordt vermeld of door foutieve
bediening.
Personen die door hun fysieke, zintuiglijke of geestelijke mogelijk-
~
heden of hun onervarenheid of gebrek aan kennis niet in staat zijn
dit toestel veilig te bedienen, moeten bij de bediening in het oog
worden gehouden.
Deze personen mogen het toestel zonder toezicht bedienen, maar
alleen wanneer hun de bediening van het toestel zo uitgelegd is dat
ze het veilig kunnen bedienen. Ze moeten de eventuele risico's van
een foutieve bediening kunnen beseffen en begrijpen.
-
Kinderen in het huishouden
Kinderen jonger dan acht jaar moeten uit de buurt van het toestel
~
worden gehouden, tenzij ze constant in het oog worden gehouden.
Kinderen vanaf acht jaar mogen het toestel zonder toezicht be
~
dienen, maar alleen wanneer hun de bediening ervan zo uitgelegd
is dat ze het toestel veilig kunnen bedienen. Ze moeten de eventue
le risico's van een foutieve bediening kunnen beseffen en begrijpen.
Kinderen mogen het toestel niet zonder toezicht reinigen of onder
~
houden.
Hou kinderen die in de buurt van het toestel komen in het oog.
~
Laat kinderen nooit met het toestel spelen.
-
-
-
9
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Gevaar voor verstikking! Spelende kinderen kunnen zich wikkelen
~
in verpakkingsmateriaal (bijv. folies) of het over hun hoofd trekken
en daardoor verstikken. Hou kinderen uit de buurt van verpakkings
materiaal.
Technische veiligheid
Controleer vóórdat het toestel wordt geplaatst, of het toestel aan de
~
buitenkant zichtbaar beschadigd is. Is dat het geval, neem het toestel
dan in geen geval in gebruik.
Een beschadigd toestel kan uw veiligheid in gevaar brengen!
Is de aansluitkabel beschadigd, laat deze dan vervangen door een
~
vakman of vakvrouw die door Miele erkend is. Zo vermijdt u risico's
voor wie het toestel gebruikt.
Dit toestel bevat het koelmiddel isobutaan (R600a), een natuurlijk
~
gas dat het milieu weinig belast, maar wel brandbaar is. Het is niet
schadelijk voor de ozonlaag en draagt niet bij tot het broeikaseffect. Het
gebruik van dit milieuvriendelijke koelmiddel veroorzaakt wel een lichte
verhoging van het werkingsgeluid. Naast werkingsgeluiden van de
compressor kunnen er ook stromingsgeluiden te horen zijn die afkomstig zijn van het koelcircuit. Deze effecten zijn jammer genoeg niet te
vermijden, maar hebben geen invloed op de prestaties van het toestel.
Let er bij het transporteren en het opstellen van het toestel op dat geen
enkel onderdeel van het koelcircuit beschadigd raakt. Wegspattend
koelmiddel kan tot oogletsels leiden!
Bij beschadiging:
–
Vermijd open vuur of ontstekingsbronnen,
-
–
trek de stekker uit het stopcontact,
–
verlucht het vertrek waarin het toestel staat gedurende enkele
minuten,
en
–
neem contact op met de dienst Herstellingen aan huis van Miele.
10
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Hoe meer koelmiddel er in een toestel zit, hoe groter de ruimte
~
moet zijn waarin het toestel wordt opgesteld. Bij een eventueel lek
kan er in een te kleine ruimte een brandbaar mengsel van gas en
lucht ontstaan.
Per 8 g koelmiddel moet het vertrek minstens 1 m
hoeveelheid koelmiddel is aangegeven op het typeplaatje in het toe
stel.
Een veilige werking van het toestel is alleen dan gewaarborgd als
~
het toestel overeenkomstig de gebruiksaanwijzing gemonteerd en
aangesloten werd.
Voordat u het toestel aansluit, dient u eerst de aansluitgegevens
~
(spanning en frequentie) op het typeplaatje met die van het elektriciteitsnet te vergelijken.
Deze gegevens dienen absoluut overeen te stemmen. Anders treedt
er schade op aan uw toestel. Vraag bij twijfel inlichtingen aan een
elektricien.
3
groot zijn. De
-
Gebruik uit veiligheidsoverwegingen geen verlengkabels of
~
stopcontactenblokken om het toestel aan te sluiten. Die bieden niet
voldoende veiligheidsgaranties. Er bestaat onder andere gevaar
voor oververhitting.
De elektrische veiligheid van dit toestel wordt enkel gewaarborgd
~
als het wordt aangesloten op een volgens de voorschriften geïnstal
leerd aardsysteem. Het is heel belangrijk dat aan deze fundamente
le veiligheidsvoorwaarde is voldaan. Laat de elektrische installatie in
uw woning bij twijfel door een elektricien controleren.
De fabrikant kan niet aansprakelijk gesteld worden voor schade die
werd veroorzaakt doordat de aardleiding onderbroken was of ge
woon ontbrak. Er bestaat in dat geval onder andere gevaar voor
elektrische schokken.
-
-
-
11
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Installatie-, onderhouds- en herstellingswerken mogen alleen wor
~
den uitgevoerd door vakmensen die door de fabrikant erkend zijn.
Door ondeskundig uitgevoerde installatie-, onderhouds- of
herstellingswerken kunnen er voor de gebruiker aanzienlijke risico's
ontstaan waarvoor de fabrikant niet aansprakelijk kan worden ge
steld.
Laat u het toestel tijdens de garantieperiode herstellen, dan mag
~
dat enkel gebeuren door een technicus die door de fabrikant erkend
is. Anders is er bij schade achteraf geen aanspraak meer op ga
rantie.
Tijdens installatie-, onderhouds- en herstellingswerken moet het
~
toestel van het elektriciteitsnet losgekoppeld zijn.
Het toestel is pas stroomloos indien aan een van deze voorwaarden
werd voldaan:
– De stekker van het toestel is uitgetrokken.
Trek daarbij niet aan de kabel, wel aan de stekker.
– De desbetreffende zekering in de zekeringkast is uitgeschakeld.
Laat defecte onderdelen enkel vervangen door originele
~
Miele-wisselstukken. Enkel dan bent u zeker dat ze ten volle voldoen
aan de eisen die Miele qua veiligheid stelt.
-
-
-
Dit toestel mag niet op niet-vaste plaatsen (bijv. op een schip)
~
worden gebruikt.
De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade die ontstaat door
~
een verkeerde vaste wateraansluiting.
De aansluiting op het openbare waternet en alle herstellingen aan
~
de ijsblokjesmaker mogen enkel door gekwalificeerde vakmensen
worden uitgevoerd.
De ijsblokjesmaker is niet geschikt om op een warmwaterleiding
~
aangesloten te worden.
12
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
De vaste wateraansluiting mag niet worden uitgevoerd terwijl het
~
toestel op het elektriciteitsnet aangesloten is.
Veilig gebruik
Raak bevroren levensmiddelen niet met natte handen aan. Uw
~
handen zouden kunnen vastvriezen. U kunt zich verwonden!
Neem nooit ijsblokjes en ijslolly's, met name waterijsjes, in de
~
mond als u ze net uit de vrieszone hebt gehaald.
Door de zeer lage temperatuur van de bevroren levensmiddelen
kunnen uw lippen of tong vastvriezen. U kunt zich verwonden!
Gedeeltelijk of volledig ontdooide levensmiddelen mogen niet op-
~
nieuw worden ingevroren. Verbruik deze levensmiddelen zo snel
mogelijk, want de levensmiddelen verliezen hun voedingswaarde en
bederven. Ontdooide levensmiddelen kunt u opnieuw invriezen nadat u ze hebt gekookt of gebraden.
Bewaar geen explosieve stoffen of producten met brandbare
~
drijfgassen (bijv. spuitbussen) in het toestel. Als de thermostaat
wordt ingeschakeld, kunnen er vonken ontstaan. Die kunnen ontvlambare mengsels tot ontploffing brengen.
Gebruik geen elektrische toestellen in het toestel (bijv. om softijs
~
te maken). Er kunnen vonken ontstaan. Ontploffingsgevaar!
Bewaar geen blikjes en flessen met koolzuurhoudende dranken
~
of vloeistoffen die kunnen bevriezen in de vrieszone. De blikjes of
flessen kunnen uit elkaar springen.
U kunt zich verwonden en er kan schade ontstaan!
13
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Als u flessen snel in de vrieszone wenst te koelen, moet u ze ui
~
terlijk na één uur weer uit de vrieszone halen. De flessen kunnen
ontploffen. U kunt zich verwonden en er kan schade ontstaan!
Als u levensmiddelen eet die te lang bewaard werden, bestaat er
~
gevaar voor voedselvergiftiging.
De bewaarduur is afhankelijk van diverse factoren, zoals de vers
heid en kwaliteit van de levensmiddelen en de temperatuur waarop
ze worden bewaard. Hou rekening met de bewaarinstructies en de
verbruikstermijnen van de fabrikant van de levensmiddelen!
Gebruik geen voorwerpen met scherpe punt of rand om
~
– rijm- en ijslagen te verwijderen,
– vastgevroren bakjes voor ijsblokjes en levensmiddelen los te wrik-
ken.
Als u dat doet, beschadigt u de koelelementen en functioneert het
toestel niet meer correct.
Plaats nooit elektrische verwarmingstoestellen of kaarsen in het
~
toestel om het te ontdooien.
De kunststof zou beschadigd raken.
-
-
Gebruik geen ontdooisprays of producten om ijs te verwijderen.
~
Die kunnen immers explosieve gassen vormen, ze kunnen oplos
middelen of drijfgassen bevatten die de kunststof aantasten of ze
kunnen de gezondheid schaden.
Gebruik voor het ontdooien en reinigen van het toestel in geen
~
geval een stoomreiniger.
Stoom kan in aanraking komen met onderdelen van het toestel die
onder spanning staan en zo een kortsluiting veroorzaken.
Behandel de deurdichting niet met olie of vet.
~
Daardoor wordt de deurdichting na verloop van tijd poreus.
14
-
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Als u in het toestel of in de deur vet- of oliehoudende levensmid
~
delen bewaart, dient u ervoor te zorgen dat eventueel uitlopend vet
of uitlopende olie niet in contact komt met de kunststofonderdelen.
Er kunnen spanningsscheuren in de kunststof ontstaan, zodat die
barst of scheurt.
Dek de ventilatieopeningen van het toestel niet af.
~
Als deze openingen afgedekt zijn, kan er geen goede luchtcirculatie
plaatsvinden. Het stroomverbruik stijgt en schade aan onderdelen
kan niet worden uitgesloten.
Het toestel is geconstrueerd voor een bepaalde klimaatklasse
~
(bereik van de kamertemperatuur) waarvan de onder- en
bovengrens moeten worden gerespecteerd. De klimaatklasse is vermeld op het typeplaatje aan de binnenzijde van het toestel.
Een te lage kamertemperatuur heeft tot gevolg dat de compressor
gedurende een lange tijd stilstaat, zodat het toestel de vereiste temperatuur niet kan aanhouden.
Voor roestvrijstalen toestellen geldt het volgende:
ondoorzichtige plakband of andere kleefmiddelen op het gecoate
oppervlak van de deur.
De coating zou daardoor beschadigd raken en haar beschermende
werking tegen vuil verliezen.
De hoogwaardige oppervlaktecoating van de deur is gevoelig
~
voor krassen.
Zelfs koelkastmagneten kunnen krassen veroorzaken.
15
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Transport
Transporteer het toestel altijd terwijl het verticaal staat en terwijl
~
het zich in de transportverpakking bevindt. Zo voorkomt u schade.
Transporteer het toestel met zijn tweeën. Het toestel is immers
~
zwaar. Gevaar voor verwonding en beschadiging!
Wat met een afgedankt toestel?
Vernietig het deurslot van uw toestel als u het afdankt.
~
Op die manier voorkomt u dat spelende kinderen zich in het toestel
opsluiten, wat levensgevaarlijk kan zijn.
Beschadig geen onderdelen van het koelcircuit, bijv. door
~
– koelmiddelkanalen van het verdampsysteem open te prikken,
– buizen te knikken,
– oppervlaktecoatings weg te krabben,
Wegspattend koelmiddel kan tot oogletsels leiden.
16
Hoe kunt u energie besparen?
Normaal energieverbruikVerhoogd energieverbruik
Opstellen/wachten In een verluchte ruimte.In een gesloten,
niet-verluchte ruimte.
Thermostaatinstelling
Beschermd tegen
rechtstreekse zonnestralen.
Niet naast een warmtebron
(verwarmingselement,
fornuis).
Bij een ideale kamertempera
tuur van ongeveer 20 °C.
Dek de luchttoevoerope
ningen niet af. Verwijder re
gelmatig het stof van de
luchttoevoeropeningen.
Verwijder minstens 1 keer
per jaar het stof van de compressor en het metalen rooster (warmtewisselaar) aan de
achterzijde van het toestel.
Vrieszone -18 °CBij een hoge instelling:
Bij rechtstreekse
zonnestralen.
Naast een warmtebron
(verwarmingselement,
fornuis).
Bij een hogere omgevings
temperatuur.
Als de luchttoevoerope
ningen afgedekt zijn of on
der het stof zitten.
Wanneer er zich stof heeft
opgehoopt op de compressor en het metalen rooster
(warmtewisselaar).
Hoe lager de temperatuur in
de zones, hoe hoger het
energieverbruik!
-
-
-
17
Hoe kunt u energie besparen?
Normaal energieverbruikVerhoogd energieverbruik
GebruikLaat de schuifladen, legplaten
en rekken zoals ze waren toen
het toestel werd geleverd.
Open de deur alleen indien
nodig en altijd zo kort moge
lijk.
Schik de levensmiddelen in
het toestel.
Neem een koeltas mee wan
neer u boodschappen doet en
leg de levensmiddelen snel in
het toestel.
Plaats levensmiddelen die u
uit het toestel haalt altijd zo
snel mogelijk terug, voordat ze
te veel opwarmen.
Laat warme gerechten en
dranken eerst buiten het toestel afkoelen.
Plaats levensmiddelen goed
verpakt of goed afgedekt in
het toestel.
Leg ingevroren producten in
de koelzone om ze te ontdooi
en.
-
-
Als u de deur vaak en langdu
rig opent, treedt er koudever
lies op en stroomt er warme
omgevingslucht naar binnen.
Het toestel probeert te koelen
en de compressor werkt lang
durig.
Warme gerechten en levens
middelen die opgewarmd zijn
tot buitentemperatuur,
brengen warmte in het toestel.
Het toestel probeert te koelen
en de compressor werkt langdurig.
Wanneer vloeistoffen in de
koelzone verdampen en
condenseren, leidt dat tot ver
lies van het koelvermogen.
-
-
-
-
-
-
18
Doe de vakken niet te vol zo
dat de lucht kan circuleren.
-
Vóór het eerste gebruik
Verpakkingsmaterialen
Verwijder alle verpakkingsmaterialen
^
uit de binnenruimte.
Het toestel in- en uitschakelen
Belangrijk! Telkens als u het
Miele-onderhoudsmiddel voor roestvrij
staal aanbrengt, brengt u een wateren vuilafstotende beschermende film
aan!
Beschermfolie
De roestvrijstalen randen en roestvrij
stalen houders in het toestel zijn voor
zien van een beschermfolie.
Bij een roestvrijstalen toestel zijn ook de
buitenoppervlakken voorzien van een
beschermfolie.
^ Trek de beschermfolie pas weg nadat
u het toestel op zijn plaats hebt opgesteld.
Reiniging en onderhoud
Neem daartoe in elk geval de opmerkingen in acht die vermeld staan in
de rubriek "Reinigen".
^ Wrijf de roestvrijstalen randen en de
roestvrijstalen houders in het toestel
onmiddellijk na het afnemen van de
beschermfolie in met het bijgeleverde
Miele-onderhoudsmiddel voor roest
vrij staal.
^
Wrijf bij roestvrijstalen toestellen ook
de zijwanden onmiddellijk na het af
nemen van de beschermfolie in met
het bijgeleverde
Miele-onderhoudsmiddel voor roest
vrij staal.
De toesteldeuren hebben een speci
ale coating, die bestand is tegen vuil.
Wrijf deze niet in met het
Miele-onderhoudsmiddel voor roest
vrij staal!
-
-
-
-
-
-
-
Reinig de binnenruimte en het toebe
^
horen. Gebruik daarvoor lauw water.
Wrijf daarna alles droog met een doek.
Actieve-koolfilters
(Active Air Clean-koolfilters)
Plaats de bijgeleverde
^
actieve-koolfilters in de cassette en
plaats de cassette op een van de
legplaten in de PerfectFresh-zone
(zie "Actieve-koolfilters").
Het toestel bedienen
U kunt dit toestel bedienen door de
sensortoetsen aan te raken.
Het toestel inschakelen
Met de aan-uittoets kunt u de Perfect
Fresh-zone en de vrieszone gelijktijdig
inschakelen.
^
Raak zo vaak de aan-uittoets aan tot
de temperatuurindicator aangaat.
Als de temperaturen in het toestel niet
binnen het mogelijke weergavebereik
liggen, branden in de temperatuurindi
cator alleen streepjes.
-
-
-
19
Het toestel in- en uitschakelen
Het PerfectFresh-symbool, het
vriessymbool en de uitschakeltoets
voor het waarschuwingssignaal knippe
ren tot de temperatuur laag genoeg is.
Zodra de temperaturen binnen het mo
gelijke weergavebereik liggen, wordt
op de temperatuurindicator telkens de
heersende temperatuur weergegeven.
Het toestel begint te koelen en de bin
nenverlichting schakelt in als de deur
wordt geopend.
Om zeker te zijn dat de temperatuur
laag genoeg is, dient u het toestel
enkele uren te laten voorkoelen
voordat u voor het eerst levensmiddelen in het toestel plaatst.
Pas wanneer de temperatuur in de
vrieszone laag genoeg is (minstens
-18 °C) plaatst u levensmiddelen in
het toestel.
Afhankelijk van de geselecteerde tem
peratuurzone kunt u
de functie "Super koelen" of
–
"Superfrost" selecteren of
-
-
de temperatuur instellen.
–
Meer informatie vindt u in de rubrieken
in kwestie.
Koelaccu
Plaats de koelaccu in de bovenste
vrieslade. Na ca. 24 uur kan de
koelaccu zijn maximale koelvermogen
leveren.
Het toestel uitschakelen
^ Raak zo vaak de aan-uittoets aan tot
de temperatuurindicator en alle lampjes uitgaan. (Als dit niet het geval is,
is de vergrendeling ingeschakeld!)
-
Met deze schakeltoets kunt u scha
kelen tussen de PerfectFresh- en de
vrieszone.
Als u de vrieszone wilt selecteren (om
bijv. de temperatuur te controleren),
^
raakt u de schakeltoets aan tot het
vriessymbool geel oplicht.
20
-
Als eerder de PerfectFresh-zone is ge
selecteerd met de schakeltoets, wor
den de PerfectFresh-zone en de vries
zone na elkaar uitgeschakeld.
De binnenverlichting gaat uit. De
koeling is uitgeschakeld.
-
-
-
Het toestel in- en uitschakelen
PerfectFresh-zone afzonderlijk
uitschakelen
U kunt de PerfectFresh-zone afzonder
lijk uitschakelen. De vrieszone blijft dan
ingeschakeld. Dit is bijv. interessant
wanneer u op vakantie bent.
Selecteer met de schakeltoets de
^
PerfectFresh-zone.
Het PerfectFresh-symbool licht geel op.
^ Raak zo vaak de aan-uittoets aan tot
het PerfectFresh-symbool uitgaat.
De binnenverlichting gaat uit. De PerfectFresh-zone is uitgeschakeld.
De vrieszone blijft ingeschakeld en het
vriessymbool brandt.
Als u de PerfectFresh-zone weer wilt
inschakelen,
schakelt u het toestel uit en weer in.
^
Het toestel begint te koelen en de bin
nenverlichting schakelt in als de deur
wordt geopend.
Bij langdurige afwezigheid
Als u het toestel gedurende lange tijd
niet gebruikt, gaat u als volgt te werk:
schakel het toestel uit,
^
trek de stekker uit of schakel de des
^
betreffende zekering in uw
zekeringenkast uit,
^ maak het bakje voor ijsblokjes leeg
en reinig het,
^ sluit de afsluitkraan voor de watertoe-
voer,
^ reinig het toestel en
^ laat de toesteldeuren op een kier
staan om geurvorming te vermijden.
ls het toestel bij langdurige afwezigheid wordt uitgeschakeld
maar niet gereinigd, bestaat er ge
vaar voor schimmelvorming als de
deuren gesloten blijven.
-
-
-
^
selecteert u met de schakeltoets de
PerfectFresh-zone, zodat het
PerfectFresh-symbool geel oplicht,
en raakt u zo vaak de aan-uittoets
aan tot de temperatuurindicator aan
gaat, of
-
21
Het toestel in- en uitschakelen
Instelmodus
Bepaalde instellingen van het toestel
kunt u alleen in de instelmodus wijzi
gen.
Informatie over hoe u het toestel in de
instelmodus zet en hoe u de instel
lingen wijzigt vindt u in de rubrieken in
kwestie.
Overzicht van de beschikbare functies
in de instelmodus:
Het toestel in de instelmodus
zetten of de instelmodus verla
ten
Toetsgeluid in-/uitschakelen
(zie rubriek "Het toestel in- en
uitschakelen")
Bevestigen dat de
actieve-koolfilters vervangen
zijn (zie "Actieve-koolfilters")
Vergrendeling in-/uitschakelen
(zie rubriek "Het toestel in- en
uitschakelen")
Lichtsterkte van de tempera
tuurindicator wijzigen (zie ru
briek "De juiste temperatuur")
Duur van de watertoevoer voor
de ijsblokjesmaker instellen
(zie "IJsblokjes maken")
-
-
c
-
b
^
u
-
d
-
e
Toetsgeluid in-/uitschakelen
Als u niet wilt dat er een geluid weer
klinkt telkens als u een toets aanraakt,
kunt u het toetsgeluid uitschakelen.
Raak de toets X aan en laat uw vin
^
ger erop rusten.
^ Terwijl uw vinger op de toets X rust,
raakt u één keer de aan-uittoets aan.
^ Hou uw vinger nog 5 seconden op
de toets X tot c wordt weergegeven
op de temperatuurindicator.
^ Raak opnieuw zo vaak de toets X
aan tot b wordt weergegeven op de
temperatuurindicator.
^
Raak ter bevestiging de aan-uittoets
aan.
^
U kunt nu instellen of het toetsgeluid
moet uitgeschakeld of ingeschakeld
zijn. Raak hiertoe de toets X aan.
b0: het toetsgeluid is uitgeschakeld
b1: het toetsgeluid is ingeschakeld
b -: terug naar het menu.
-
-
Wanneer het toestel in de
instelmodus staat, wordt het deur
alarm automatisch onderdrukt. Zodra
de deur wordt gesloten, wordt het
deuralarm weer geactiveerd.
22
De geselecteerde instelling brandt con
-
stant en de nieuwe instelling knippert.
-
Nadat u een nieuwe instelling hebt
^
gekozen, raakt u ter bevestiging de
aan-uittoets aan.
Raak zo vaak de toets X aan tot c
^
wordt weergegeven op de tempera
tuurindicator.
Raak de aan-uittoets aan.
^
Het toestel in- en uitschakelen
U kunt nu instellen of de vergrende
^
ling moet uitgeschakeld of ingescha
keld zijn. Raak hiertoe de toets X
aan.
-
u0: de vergrendeling is uitgescha
keld
u1: de vergrendeling is ingeschakeld
u -: terug naar het menu.
-
-
-
U hebt de instelmodus verlaten.
Vergrendeling in-/uitschakelen
Met de vergrendeling kunt u het toestel
beveiligen, zodat het niet ongewenst
wordt uitgeschakeld.
^ Raak de toets X aan en laat uw vin-
ger erop rusten.
^
Terwijl uw vinger op de toets X rust,
raakt u één keer de aan-uittoets aan.
^
Hou uw vinger nog 5 seconden op
de toets X tot c wordt weergegeven
op de temperatuurindicator.
^
Raak opnieuw zo vaak de toets X
aan tot u wordt weergegeven op de
temperatuurindicator.
De geselecteerde instelling brandt con
stant en de nieuwe instelling knippert.
Nadat u een nieuwe instelling hebt
^
gekozen, raakt u ter bevestiging de
aan-uittoets aan.
^ Raak zo vaak de toets X aan tot c
wordt weergegeven op de temperatuurindicator.
^ Raak de aan-uittoets aan.
U hebt de instelmodus verlaten.
Als de vergrendeling ingeschakeld is,
brandt het controlelampje van de vergrendeling
tor.
X op de temperatuurindica-
-
^
Raak ter bevestiging de aan-uittoets
aan.
23
De juiste temperatuur
Bij het bewaren van levensmiddelen is
de juiste temperatuurinstelling zeer be
langrijk. Levensmiddelen bederven snel
door de aanwezigheid van micro-orga
nismen. Dat proces kan door de juiste
bewaartemperatuur worden verhinderd
of vertraagd. De temperatuur beïn
vloedt de groeisnelheid van de micro
-organismen. Hoe lager de tempera
tuur, hoe langzamer dit proces ver
loopt.
De temperatuur in het toestel stijgt
als u vaak en gedurende lange tijd
–
de toesteldeuren opent,
– hoe meer levensmiddelen er worden
bewaard,
– als de verse levensmiddelen warm
zijn,
– als de omgevingstemperatuur van
het toestel hoog is.
Het toestel is geconstrueerd voor
een bepaalde klimaatklasse (bereik
van de kamertemperatuur) waarvan
de onder- en bovengrens
gerespecteerd moeten worden.
-
-
-
-
-
...indePerfectFresh-zone
In de PerfectFresh-zone wordt de tem
peratuur automatisch geregeld tussen
0en2°C.
-
Temperatuur in de
-
PerfectFresh-zone instellen
Als u het toch wat warmer of kouder
wenst, omdat u bijv. vis wenst te bewa
ren, dan kunt u de temperatuur wijzi
gen.
Selecteer met de schakeltoets de
^
PerfectFresh-zone.
Het PerfectFresh-symbool licht geel
op.
^ U kunt nu de temperatuur in de Per-
fectFresh-zone wijzigen. Raak hiertoe
de toets X aan:
U kunt kiezen uit de
instellingswaarden b1tot b9:
b1: laagste temperatuur,
b9: hoogste temperatuur.
Door het aanraken van de
toets X:daalt de temperatuur
toets Y:stijgt de temperatuur.
Tijdens het instellen wordt de waarde
knipperend weergegeven.
-
-
24
Volgende wijzigingen zijn in de tempe
ratuurindicator merkbaar als u de toet
sen aanraakt:
–
Eén keer aanraken: de laatstgekozen waarde wordt knipperend
weergegeven.
-
-
De juiste temperatuur
Telkens als u de toets nogmaals aan
–
raakt:
De instellingswaarde wordt in stap
pen gewijzigd.
Uw vinger op de toets laten rusten:
–
De instellingswaarde wijzigt
ononderbroken.
Ongeveer 5 seconden nadat u de
laatste keer op de toets hebt gedrukt,
geeft de temperatuurindicator automa
tisch de effectieve instellingswaarde
aan die momenteel in de PerfectFresh
-zone heerst.
De instellingswaarden b1tot b9
komen overeen met bepaalde
temperatuurbereiken. Ze stellen
geen temperaturen voor!
De voorinstelling voor de temperatuur in de PerfectFresh-zone is b5.
Bij een instelling van b1tot b4 worden eventueel temperaturen onder
nul bereikt.
Levensmiddelen kunnen bevriezen!
Automatische
temperatuurverdeling
(DynaCool)
...indevrieszone
-
Om verse levensmiddelen in te vriezen
en ze langdurig te bewaren, is een tem
peratuur van -18 °C vereist. Bij die tem
peratuur komt de groei van micro-orga
nismen in hoge mate tot stilstand. Zodra
de temperatuur boven -10 °C stijgt, be
gint de ontbinding door de micro-orga
nismen. De levensmiddelen kunnen dan
minder lang worden bewaard. Daarom
mogen geheel of gedeeltelijk ontdooide
levensmiddelen pas opnieuw ingevroren
worden, nadat ze verwerkt werden (ko
ken of braden). Door de hoge temperatu
ren worden de meeste micro-organismen
gedood.
Temperatuur in de vrieszone
instellen
^
Selecteer met de schakeltoets de
vrieszone.
Het vriessymbool licht geel op.
-
-
-
-
-
-
-
Als de koeling van de PerfectFresh-zo
ne inschakelt, schakelt het toestel auto
matisch ook de ventilator in. Op die ma
nier wordt de koelte gelijkmatig ver
deeld in de PerfectFresh-zone, zodat
de levensmiddelen allemaal ongeveer
met dezelfde temperatuur worden ge
koeld.
-
-
-
-
^
Stel nu de temperatuur in met de
sensortoetsen ernaast.
Door het aanraken van de
toets X:daalt de temperatuur
toets Y:stijgt de temperatuur.
Tijdens het instellen wordt de
insteltemperatuur knipperend weerge
geven.
-
25
De juiste temperatuur
Volgende wijzigingen zijn in de tempe
ratuurindicator merkbaar als u de toet
sen aanraakt:
Eén keer aanraken: de laatst
–
gekozen temperatuurwaarde wordt
knipperend weergegeven.
Telkens als u de toets nogmaals aan
–
raakt:
De temperatuurwaarde verandert in
stappen van 1 °C.
Uw vinger op de toets laten rusten:
–
de temperatuurwaarde wijzigt
ononderbroken.
Wanneer de hoogste of laagste temperatuurwaarde is bereikt, gaat de
toets X of Y uit.
Ongeveer 5 seconden nadat u de
laatste keer op de toets hebt gedrukt,
geeft de temperatuurindicator automatisch de gemiddelde effectieve temperatuur aan die dan in de vrieszone
heerst.
-
een hoge omgevingstemperatuur kan
de laagste temperatuur niet altijd wor
den bereikt.
Temperatuurindicator
De temperatuurindicator op het bedie
ningspaneel geeft tijdens normale wer
king de temperatuur aan in het midden
van de PerfectFresh-zone of de warm
ste plaats in de vrieszone.
De lichtsterkte van de temperatuur
indicator wijzigen
U kunt de lichtsterkte van de temperatuurindicator aanpassen aan de
lichtverhoudingen van de omgeving.
^ Raak de toets X aan en laat uw vin-
ger erop rusten.
-
-
-
-
-
Als u de temperatuur hebt gewijzigd,
controleert u de temperatuurindicator
na ca. 6 uur als er weinig voedsel in
het toestel zit en na ca. 24 uur als het
toestel volledig gevuld is. Pas dan is
de gekozen temperatuur werkelijk inge
steld. Als de temperatuur na die tijd
nog te hoog of te laag is, stelt u de tem
peratuur opnieuw in.
Mogelijke instelwaarden voor de
temperatuur
De temperatuur in de vrieszone kan van
-14 °C tot -28 °C ingesteld worden.
Het bereiken van de laagste tempera
tuur is afhankelijk van de opstelplaats
en van de omgevingstemperatuur. Bij
26
-
^
Terwijl uw vinger op de toets X rust,
raakt u één keer de aan-uittoets aan.
-
^
Hou uw vinger nog 5 seconden op
de toets X tot c wordt weergegeven
op de temperatuurindicator.
^
Raak opnieuw zo vaak de toets X
aan tot d wordt weergegeven op de
temperatuurindicator.
^
Raak ter bevestiging de aan-uittoets
aan.
U kunt nu de lichtsterkte van de tem
^
peratuurindicator wijzigen. Raak hier
toe de toets X aan:
d0: maximale lichtsterkte
d1: verminderde lichtsterkte
d -: terug naar het menu.
De juiste temperatuur
-
-
De geselecteerde instelling brandt con
stant en de nieuwe instelling knippert.
Nadat u een nieuwe instelling hebt
^
gekozen, raakt u ter bevestiging de
aan-uittoets aan.
Raak zo vaak de toets X aan tot c
^
wordt weergegeven op de tempera
tuurindicator.
^ Raak de aan-uittoets aan.
U hebt de instelmodus verlaten.
-
-
27
Waarschuwingssignaal
Het toestel is voorzien van een waar
schuwingssysteem, zodat de tempera
tuur in het toestel niet ongemerkt kan
stijgen en om energieverlies te ver
mijden als de deuren open blijven
staan.
Waarschuwingssysteem in
-
-
-
schakelen
Het waarschuwingssysteem is altijd au
tomatisch actief. Het moet niet extra
worden ingeschakeld.
Temperatuuralarm
Als de temperatuur in een te warm temperatuurbereik komt, weerklinkt een
waarschuwingssignaal.
De uitschakeltoets voor het waarschuwingssignaal knippert rood en het
vriessymbool knippert.
Het geluidssignaal en de visuele signalen worden bijvoorbeeld weergegeven
–
als bij het herschikken en uitnemen
van ingevroren levensmiddelen te
veel warme kamerlucht binnen
stroomt,
-
Temperatuuralarm vroeger uit
-
schakelen
Als het waarschuwingssignaal u stoort,
kunt u het vroeger uitschakelen.
Raak de uitschakeltoets voor het
^
waarschuwingssignaal aan.
Het waarschuwingssignaal wordt uit
geschakeld.
De uitschakeltoets voor het waar
schuwingssignaal en het symbool
van de temperatuurzone in kwestie
blijven knipperen tot de alarmtoestand is beëindigd.
Als de temperatuur gedurende
langere tijd warmer was dan -18 °C,
gaat u na of de ingevroren levensmiddelen gedeeltelijk of volledig
ontdooid zijn. In dit geval dient u
deze levensmiddelen zo snel mogelijk te verbruiken!
-
-
-
–
als u een grote hoeveelheid levens
middelen invriest,
–
na een stroomonderbreking.
Zodra de alarmtoestand beëindigd is,
stopt het waarschuwingssignaal en
gaan de visuele signalen uit.
28
-
Loading...
+ 64 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.