Miele KFN 14827 SDE ed-2, KFN 14827 SDE cs-2 User Manual [nl]

Gebruiks- en montageaanwijzing Koel-vriescombinatie
Lees absoluut de gebruiks- en montageaanwijzing voor u het toestel opstelt, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan het toestel.
M.-Nr. 09 574 240nl-BE
Inhoud
Beschrijving van het toestel .........................................5
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu ...........................7
Opmerkingen omtrent uw veiligheid ..................................8
Hoe kunt u energie besparen? ......................................17
Het toestel in- en uitschakelen ......................................19
Vóór het eerste gebruik .............................................19
Het toestel bedienen ...............................................19
Het toestel inschakelen .............................................19
Het toestel uitschakelen.............................................20
PerfectFresh-zone afzonderlijk uitschakelen ..........................21
Bij langdurige afwezigheid ..........................................21
Instelmodus ......................................................22
De juiste temperatuur .............................................24
...indePerfectFresh-zone..........................................24
Temperatuur in de PerfectFresh-zone instellen...........................24
Automatische temperatuurverdeling (DynaCool) .........................25
Temperatuur in de vrieszone instellen..................................25
Mogelijke instelwaarden voor de temperatuur .........................26
Temperatuurindicator ..............................................26
De lichtsterkte van de temperatuurindicator wijzigen ...................26
Waarschuwingssignaal ............................................28
Temperatuuralarm .................................................28
Deuralarm .......................................................29
Super koelen en Superfrost gebruiken ...............................30
Super koelen .....................................................30
Functie Superfrost .................................................31
Levensmiddelen in de PerfectFresh-zone bewaren .....................32
Levensmiddelen die zeker niet mogen worden gekoeld....................32
Waarop moet u letten wanneer u levensmiddelen koopt ...................32
Droog vak .......................................................34
Vochtige vakken ,, . ..............................................34
Inhoud
De binnenruimte indelen ...........................................37
De legplaten verplaatsen............................................37
Tweedelige legplaat ...............................................37
Invriezen en bewaren..............................................39
Maximaal invriesvermogen ..........................................39
Wat gebeurt er als verse levensmiddelen worden ingevroren? ..............39
Diepvriesproducten bewaren ........................................39
Zelf levensmiddelen invriezen ........................................40
Verpakken.....................................................40
Voor u de levensmiddelen in het toestel legt ..........................41
Hoe u de levensmiddelen in het toestel legt ..........................41
Grote levensmiddelen in het toestel leggen .............................41
Vrieskalender .....................................................42
Ingevroren levensmiddelen ontdooien .................................42
Dranken snel koelen ...............................................43
Koelaccu gebruiken................................................43
IJsblokjes maken .................................................44
Duur van de watertoevoer instellen ....................................45
Automatisch ontdooien............................................47
Reiniging en onderhoud ...........................................48
Binnenruimte, toebehoren ...........................................49
Toesteldeuren, zijwanden ...........................................49
Bakje voor ijsblokjes reinigen ........................................50
Ventilatieroosters ..................................................51
Deurdichting .....................................................51
Achterzijde – metalen rooster ........................................51
Actieve-koolfilters ................................................53
Actieve-koolfilters vervangen.........................................53
Wat gedaan als...?..............................................55
Waar bepaalde geluiden vandaan komen .............................59
Service After Sales/garantie ........................................60
Duur en voorwaarden van de garantie ...............................60
Gegevens voor testinstellingen .....................................61
Inhoud
Vaste wateraansluiting ............................................62
Opmerkingen omtrent de vaste wateraansluiting .........................62
Aansluiting op de watertoevoer .......................................63
Elektrische aansluiting ............................................65
Opstelinstructies .................................................66
Opstelplaats......................................................66
Klimaatklasse ..................................................66
Luchttoevoer en -afvoer .............................................67
Toestel met bijgeleverde wandafstandhouders ..........................67
Toestel opstellen ..................................................67
Toestel nivelleren ..................................................67
Toesteldeur ondersteunen...........................................68
Afmetingen van het toestel ..........................................69
Een side-by-side-combinatie opstellen ...............................70
Toestellen opstellen ................................................70
Opmerkingen omtrent het verschuiven van de toestelcombinatie ...........70
Toestellen met elkaar verbinden .......................................71
Toesteldeur uitlijnen................................................76
De draairichting van de deuren veranderen ...........................77
Toesteldeuren uitlijnen ............................................88
Het toestel inbouwen..............................................89
Contactgegevens ................................................91
Beschrijving van het toestel
a Aan-uitsensortoets voor het
complete toestel en aan-uitsensortoets om de Perfect Fresh-zone afzonderlijk in en uit te schakelen
b Sensortoets voor "Super koelen" of
"Superfrost"
c Sensortoets voor het instellen van de
temperatuur (X voor kouder)
d Controlelampje van de vergrendeling
(alleen zichtbaar wanneer de ver­grendeling ingeschakeld is)
e Temperatuuraanduiding (tempera-
tuurindicator) voor de PerfectFresh­of vrieszone
-
f Schakeltoets om te schakelen tussen
de PerfectFresh- en de vrieszone (bovenaan: PerfectFresh-symbool / onderaan: vriessymbool)
g Sensortoets voor het instellen van de
temperatuur (Y voor warmer)
h Uitschakeltoets voor het waarschu-
wingssignaal (alleen zichtbaar bij een deur- of temperatuuralarm)
i Actieve-koolfilterlampje
(alleen zichtbaar wanneer de actieve-koolfilters moeten worden vervangen)
5
Beschrijving van het toestel
a PerfectFresh-zone – droog vak
a Metalen flessenhouder
b Legplaat
c Cassette voor de
Active Air Clean-koolfilters
b PerfectFresh-zone – vochtige vak ken
d Regelaar voor het instellen van de
luchtvochtigheid in de vochtige vakken
e Vochtige vakken
f Gootje en
afvoeropening voor het dooiwater
c Vrieszone
g IJsblokjeslade met
automatische ijsblokjesautomaat
h Vriesladen met
vrieskalender
-
6
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu
Recycleerbare verpakking
De verpakking behoedt het toestel voor transportschade. Er werd materiaal ge kozen dat door het milieu wordt verdra gen en opnieuw kan worden benut.
Door de verpakking weer in kringloop te brengen, wordt er grondstof ge spaard en verkleint de afvalberg. Geef deze stoffen dus niet met het gewone vuilnis mee. Breng ze liever naar het dichtstbijzijnde gemeentelijk container park. Waar u dat vindt, komt u zeker bij uw gemeentebestuur aan de weet.
Het afdanken van het apparaat
Oude elektrische en elektronische ap­paraten bevatten vaak nog waardevolle materialen. Ze bevatten echter ook schadelijke stoffen die voor het functio­neren en de veiligheid van het apparaat nodig waren. Als u het apparaat bij het gewone afval doet of bij verkeerde be­handeling kunnen deze stoffen schade­lijk zijn voor de gezondheid en het milieu. Verwijder het afgedankte appa raat dan ook nooit met het gewone af val.
-
-
-
-
-
Bij de aankoop van uw nieuw toestel heeft u een bijdrage betaald. Die wordt volledig gebruikt voor de toekomstige recyclage van dat toestel. Dat bevat
­trouwens nog waardevol materiaal. Door te recycleren wordt er dan ook minder verspild en vervuild.
Als u vragen heeft omtrent het af­danken van uw oud toestel, neem dan contact op met
– de handelaar bij wie u het kocht
of
– de firma Recupel,
telefoon 02 706 86 10, website: www.recupel.be
of
uw gemeentebestuur als u uw toestel naar een containerpark brengt.
Zorg er ook voor dat het toestel intus sen kindveilig wordt bewaard voor u het laat wegbrengen.
-
7
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Dit toestel voldoet aan de voorgeschreven veiligheidsvoor schriften. Door ondeskundig gebruik kunnen gebruikers echter letsel oplopen en kan er schade optreden aan het toestel.
Lees deze gebruiks- en montageaanwijzing daarom eerst aan dachtig door voordat u het toestel in gebruik neemt. U vindt er belangrijke opmerkingen omtrent opstelling, veiligheid, gebruik en onderhoud. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan het toestel.
Miele is niet aansprakelijk voor schade die ontstaan is doordat deze opmerkingen niet in acht werden genomen.
Bewaar de gebruiks- en montageaanwijzing en geef ze door aan wie het toestel eventueel na u gebruikt!
-
Juist gebruik
Dit toestel is bedoeld voor gebruik in het huishouden en in
~
gelijkaardige omgevingen. Dit toestel is niet bestemd voor gebruik buiten.
-
Gebruik het toestel uitsluitend in huishoudelijke context voor het
~
koelen en bewaren van levensmiddelen, het bewaren van diepvries producten, het invriezen van verse levensmiddelen en het maken van ijsblokjes. Gebruik voor andere doeleinden is niet toegelaten.
8
-
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Het toestel is niet geschikt voor het bewaren en koelen van
~
geneesmiddelen, bloedplasma, laboratoriumpreparaten of andere gelijkaardige stoffen of producten die ten grondslag liggen aan de EU-richtlijn 93/42/EEG betreffende medische hulpmiddelen. Ver keerd gebruik van het toestel kan leiden tot aantasting of bederf van de bewaarde producten. Bovendien is het toestel niet geschikt voor gebruik in explosiegevaarlijke omgevingen. Miele is niet verantwoordelijk voor schade die wordt veroorzaakt door een ander gebruik dan wat hier wordt vermeld of door foutieve bediening.
Personen die door hun fysieke, zintuiglijke of geestelijke mogelijk-
~
heden of hun onervarenheid of gebrek aan kennis niet in staat zijn dit toestel veilig te bedienen, moeten bij de bediening in het oog worden gehouden. Deze personen mogen het toestel zonder toezicht bedienen, maar alleen wanneer hun de bediening van het toestel zo uitgelegd is dat ze het veilig kunnen bedienen. Ze moeten de eventuele risico's van een foutieve bediening kunnen beseffen en begrijpen.
-
Kinderen in het huishouden
Kinderen jonger dan acht jaar moeten uit de buurt van het toestel
~
worden gehouden, tenzij ze constant in het oog worden gehouden.
Kinderen vanaf acht jaar mogen het toestel zonder toezicht be
~
dienen, maar alleen wanneer hun de bediening ervan zo uitgelegd is dat ze het toestel veilig kunnen bedienen. Ze moeten de eventue le risico's van een foutieve bediening kunnen beseffen en begrijpen.
Kinderen mogen het toestel niet zonder toezicht reinigen of onder
~
houden.
Hou kinderen die in de buurt van het toestel komen in het oog.
~
Laat kinderen nooit met het toestel spelen.
-
-
-
9
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Gevaar voor verstikking! Spelende kinderen kunnen zich wikkelen
~
in verpakkingsmateriaal (bijv. folies) of het over hun hoofd trekken en daardoor verstikken. Hou kinderen uit de buurt van verpakkings materiaal.
Technische veiligheid
Controleer vóórdat het toestel wordt geplaatst, of het toestel aan de
~
buitenkant zichtbaar beschadigd is. Is dat het geval, neem het toestel dan in geen geval in gebruik. Een beschadigd toestel kan uw veiligheid in gevaar brengen!
Is de aansluitkabel beschadigd, laat deze dan vervangen door een
~
vakman of vakvrouw die door Miele erkend is. Zo vermijdt u risico's voor wie het toestel gebruikt.
Dit toestel bevat het koelmiddel isobutaan (R600a), een natuurlijk
~
gas dat het milieu weinig belast, maar wel brandbaar is. Het is niet schadelijk voor de ozonlaag en draagt niet bij tot het broeikaseffect. Het gebruik van dit milieuvriendelijke koelmiddel veroorzaakt wel een lichte verhoging van het werkingsgeluid. Naast werkingsgeluiden van de compressor kunnen er ook stromingsgeluiden te horen zijn die afkom­stig zijn van het koelcircuit. Deze effecten zijn jammer genoeg niet te vermijden, maar hebben geen invloed op de prestaties van het toestel. Let er bij het transporteren en het opstellen van het toestel op dat geen enkel onderdeel van het koelcircuit beschadigd raakt. Wegspattend koelmiddel kan tot oogletsels leiden! Bij beschadiging:
Vermijd open vuur of ontstekingsbronnen,
-
trek de stekker uit het stopcontact,
verlucht het vertrek waarin het toestel staat gedurende enkele minuten, en
neem contact op met de dienst Herstellingen aan huis van Miele.
10
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Hoe meer koelmiddel er in een toestel zit, hoe groter de ruimte
~
moet zijn waarin het toestel wordt opgesteld. Bij een eventueel lek kan er in een te kleine ruimte een brandbaar mengsel van gas en lucht ontstaan. Per 8 g koelmiddel moet het vertrek minstens 1 m hoeveelheid koelmiddel is aangegeven op het typeplaatje in het toe stel.
Een veilige werking van het toestel is alleen dan gewaarborgd als
~
het toestel overeenkomstig de gebruiksaanwijzing gemonteerd en aangesloten werd.
Voordat u het toestel aansluit, dient u eerst de aansluitgegevens
~
(spanning en frequentie) op het typeplaatje met die van het elektrici­teitsnet te vergelijken. Deze gegevens dienen absoluut overeen te stemmen. Anders treedt er schade op aan uw toestel. Vraag bij twijfel inlichtingen aan een elektricien.
3
groot zijn. De
-
Gebruik uit veiligheidsoverwegingen geen verlengkabels of
~
stopcontactenblokken om het toestel aan te sluiten. Die bieden niet voldoende veiligheidsgaranties. Er bestaat onder andere gevaar voor oververhitting.
De elektrische veiligheid van dit toestel wordt enkel gewaarborgd
~
als het wordt aangesloten op een volgens de voorschriften geïnstal leerd aardsysteem. Het is heel belangrijk dat aan deze fundamente le veiligheidsvoorwaarde is voldaan. Laat de elektrische installatie in uw woning bij twijfel door een elektricien controleren. De fabrikant kan niet aansprakelijk gesteld worden voor schade die werd veroorzaakt doordat de aardleiding onderbroken was of ge woon ontbrak. Er bestaat in dat geval onder andere gevaar voor elektrische schokken.
-
-
-
11
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Installatie-, onderhouds- en herstellingswerken mogen alleen wor
~
den uitgevoerd door vakmensen die door de fabrikant erkend zijn. Door ondeskundig uitgevoerde installatie-, onderhouds- of herstellingswerken kunnen er voor de gebruiker aanzienlijke risico's ontstaan waarvoor de fabrikant niet aansprakelijk kan worden ge steld.
Laat u het toestel tijdens de garantieperiode herstellen, dan mag
~
dat enkel gebeuren door een technicus die door de fabrikant erkend is. Anders is er bij schade achteraf geen aanspraak meer op ga rantie.
Tijdens installatie-, onderhouds- en herstellingswerken moet het
~
toestel van het elektriciteitsnet losgekoppeld zijn. Het toestel is pas stroomloos indien aan een van deze voorwaarden werd voldaan:
– De stekker van het toestel is uitgetrokken.
Trek daarbij niet aan de kabel, wel aan de stekker.
– De desbetreffende zekering in de zekeringkast is uitgeschakeld.
Laat defecte onderdelen enkel vervangen door originele
~
Miele-wisselstukken. Enkel dan bent u zeker dat ze ten volle voldoen aan de eisen die Miele qua veiligheid stelt.
-
-
-
Dit toestel mag niet op niet-vaste plaatsen (bijv. op een schip)
~
worden gebruikt.
De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade die ontstaat door
~
een verkeerde vaste wateraansluiting.
De aansluiting op het openbare waternet en alle herstellingen aan
~
de ijsblokjesmaker mogen enkel door gekwalificeerde vakmensen worden uitgevoerd.
De ijsblokjesmaker is niet geschikt om op een warmwaterleiding
~
aangesloten te worden.
12
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
De vaste wateraansluiting mag niet worden uitgevoerd terwijl het
~
toestel op het elektriciteitsnet aangesloten is.
Veilig gebruik
Raak bevroren levensmiddelen niet met natte handen aan. Uw
~
handen zouden kunnen vastvriezen. U kunt zich verwonden!
Neem nooit ijsblokjes en ijslolly's, met name waterijsjes, in de
~
mond als u ze net uit de vrieszone hebt gehaald. Door de zeer lage temperatuur van de bevroren levensmiddelen kunnen uw lippen of tong vastvriezen. U kunt zich verwonden!
Gedeeltelijk of volledig ontdooide levensmiddelen mogen niet op-
~
nieuw worden ingevroren. Verbruik deze levensmiddelen zo snel mogelijk, want de levensmiddelen verliezen hun voedingswaarde en bederven. Ontdooide levensmiddelen kunt u opnieuw invriezen na­dat u ze hebt gekookt of gebraden.
Bewaar geen explosieve stoffen of producten met brandbare
~
drijfgassen (bijv. spuitbussen) in het toestel. Als de thermostaat wordt ingeschakeld, kunnen er vonken ontstaan. Die kunnen ont­vlambare mengsels tot ontploffing brengen.
Gebruik geen elektrische toestellen in het toestel (bijv. om softijs
~
te maken). Er kunnen vonken ontstaan. Ontploffingsgevaar!
Bewaar geen blikjes en flessen met koolzuurhoudende dranken
~
of vloeistoffen die kunnen bevriezen in de vrieszone. De blikjes of flessen kunnen uit elkaar springen. U kunt zich verwonden en er kan schade ontstaan!
13
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Als u flessen snel in de vrieszone wenst te koelen, moet u ze ui
~
terlijk na één uur weer uit de vrieszone halen. De flessen kunnen ontploffen. U kunt zich verwonden en er kan schade ontstaan!
Als u levensmiddelen eet die te lang bewaard werden, bestaat er
~
gevaar voor voedselvergiftiging. De bewaarduur is afhankelijk van diverse factoren, zoals de vers heid en kwaliteit van de levensmiddelen en de temperatuur waarop ze worden bewaard. Hou rekening met de bewaarinstructies en de verbruikstermijnen van de fabrikant van de levensmiddelen!
Gebruik geen voorwerpen met scherpe punt of rand om
~
– rijm- en ijslagen te verwijderen,
– vastgevroren bakjes voor ijsblokjes en levensmiddelen los te wrik-
ken.
Als u dat doet, beschadigt u de koelelementen en functioneert het toestel niet meer correct.
Plaats nooit elektrische verwarmingstoestellen of kaarsen in het
~
toestel om het te ontdooien. De kunststof zou beschadigd raken.
-
-
Gebruik geen ontdooisprays of producten om ijs te verwijderen.
~
Die kunnen immers explosieve gassen vormen, ze kunnen oplos middelen of drijfgassen bevatten die de kunststof aantasten of ze kunnen de gezondheid schaden.
Gebruik voor het ontdooien en reinigen van het toestel in geen
~
geval een stoomreiniger. Stoom kan in aanraking komen met onderdelen van het toestel die onder spanning staan en zo een kortsluiting veroorzaken.
Behandel de deurdichting niet met olie of vet.
~
Daardoor wordt de deurdichting na verloop van tijd poreus.
14
-
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Als u in het toestel of in de deur vet- of oliehoudende levensmid
~
delen bewaart, dient u ervoor te zorgen dat eventueel uitlopend vet of uitlopende olie niet in contact komt met de kunststofonderdelen. Er kunnen spanningsscheuren in de kunststof ontstaan, zodat die barst of scheurt.
Dek de ventilatieopeningen van het toestel niet af.
~
Als deze openingen afgedekt zijn, kan er geen goede luchtcirculatie plaatsvinden. Het stroomverbruik stijgt en schade aan onderdelen kan niet worden uitgesloten.
Het toestel is geconstrueerd voor een bepaalde klimaatklasse
~
(bereik van de kamertemperatuur) waarvan de onder- en bovengrens moeten worden gerespecteerd. De klimaatklasse is ver­meld op het typeplaatje aan de binnenzijde van het toestel. Een te lage kamertemperatuur heeft tot gevolg dat de compressor gedurende een lange tijd stilstaat, zodat het toestel de vereiste tem­peratuur niet kan aanhouden.
Voor roestvrijstalen toestellen geldt het volgende:
-
Kleef nooit herkleefbare notes (post-its), doorzichtige plakband,
~
ondoorzichtige plakband of andere kleefmiddelen op het gecoate oppervlak van de deur. De coating zou daardoor beschadigd raken en haar beschermende werking tegen vuil verliezen.
De hoogwaardige oppervlaktecoating van de deur is gevoelig
~
voor krassen. Zelfs koelkastmagneten kunnen krassen veroorzaken.
15
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Transport
Transporteer het toestel altijd terwijl het verticaal staat en terwijl
~
het zich in de transportverpakking bevindt. Zo voorkomt u schade.
Transporteer het toestel met zijn tweeën. Het toestel is immers
~
zwaar. Gevaar voor verwonding en beschadiging!
Wat met een afgedankt toestel?
Vernietig het deurslot van uw toestel als u het afdankt.
~
Op die manier voorkomt u dat spelende kinderen zich in het toestel opsluiten, wat levensgevaarlijk kan zijn.
Beschadig geen onderdelen van het koelcircuit, bijv. door
~
– koelmiddelkanalen van het verdampsysteem open te prikken,
– buizen te knikken,
– oppervlaktecoatings weg te krabben,
Wegspattend koelmiddel kan tot oogletsels leiden.
16
Hoe kunt u energie besparen?
Normaal energieverbruik Verhoogd energieverbruik
Opstellen/wachten In een verluchte ruimte. In een gesloten,
niet-verluchte ruimte.
Thermostaatinstel­ling
Beschermd tegen rechtstreekse zonnestralen.
Niet naast een warmtebron (verwarmingselement, fornuis).
Bij een ideale kamertempera tuur van ongeveer 20 °C.
Dek de luchttoevoerope ningen niet af. Verwijder re gelmatig het stof van de luchttoevoeropeningen.
Verwijder minstens 1 keer per jaar het stof van de com­pressor en het metalen roos­ter (warmtewisselaar) aan de achterzijde van het toestel.
Vrieszone -18 °C Bij een hoge instelling:
Bij rechtstreekse zonnestralen.
Naast een warmtebron (verwarmingselement, fornuis).
Bij een hogere omgevings
­temperatuur.
Als de luchttoevoerope
­ningen afgedekt zijn of on
­der het stof zitten.
Wanneer er zich stof heeft opgehoopt op de compres­sor en het metalen rooster (warmtewisselaar).
Hoe lager de temperatuur in de zones, hoe hoger het energieverbruik!
-
-
-
17
Hoe kunt u energie besparen?
Normaal energieverbruik Verhoogd energieverbruik
Gebruik Laat de schuifladen, legplaten
en rekken zoals ze waren toen het toestel werd geleverd.
Open de deur alleen indien nodig en altijd zo kort moge lijk.
Schik de levensmiddelen in het toestel.
Neem een koeltas mee wan neer u boodschappen doet en leg de levensmiddelen snel in het toestel.
Plaats levensmiddelen die u uit het toestel haalt altijd zo snel mogelijk terug, voordat ze te veel opwarmen.
Laat warme gerechten en dranken eerst buiten het toe­stel afkoelen.
Plaats levensmiddelen goed verpakt of goed afgedekt in het toestel.
Leg ingevroren producten in de koelzone om ze te ontdooi en.
-
-
Als u de deur vaak en langdu rig opent, treedt er koudever lies op en stroomt er warme omgevingslucht naar binnen. Het toestel probeert te koelen en de compressor werkt lang durig.
Warme gerechten en levens middelen die opgewarmd zijn tot buitentemperatuur, brengen warmte in het toestel. Het toestel probeert te koelen en de compressor werkt lang­durig.
Wanneer vloeistoffen in de koelzone verdampen en condenseren, leidt dat tot ver lies van het koelvermogen.
-
-
-
-
-
-
18
Doe de vakken niet te vol zo dat de lucht kan circuleren.
-
Vóór het eerste gebruik
Verpakkingsmaterialen
Verwijder alle verpakkingsmaterialen
^
uit de binnenruimte.
Het toestel in- en uitschakelen
Belangrijk! Telkens als u het Miele-onderhoudsmiddel voor roestvrij staal aanbrengt, brengt u een water­en vuilafstotende beschermende film aan!
Beschermfolie
De roestvrijstalen randen en roestvrij stalen houders in het toestel zijn voor zien van een beschermfolie. Bij een roestvrijstalen toestel zijn ook de buitenoppervlakken voorzien van een beschermfolie.
^ Trek de beschermfolie pas weg nadat
u het toestel op zijn plaats hebt opge­steld.
Reiniging en onderhoud
Neem daartoe in elk geval de opmer­kingen in acht die vermeld staan in de rubriek "Reinigen".
^ Wrijf de roestvrijstalen randen en de
roestvrijstalen houders in het toestel onmiddellijk na het afnemen van de beschermfolie in met het bijgeleverde Miele-onderhoudsmiddel voor roest vrij staal.
^
Wrijf bij roestvrijstalen toestellen ook de zijwanden onmiddellijk na het af nemen van de beschermfolie in met het bijgeleverde Miele-onderhoudsmiddel voor roest vrij staal. De toesteldeuren hebben een speci ale coating, die bestand is tegen vuil. Wrijf deze niet in met het Miele-onderhoudsmiddel voor roest vrij staal!
-
-
-
-
-
-
-
Reinig de binnenruimte en het toebe
^
horen. Gebruik daarvoor lauw water. Wrijf daarna alles droog met een doek.
Actieve-koolfilters (Active Air Clean-koolfilters)
Plaats de bijgeleverde
^
actieve-koolfilters in de cassette en plaats de cassette op een van de legplaten in de PerfectFresh-zone (zie "Actieve-koolfilters").
Het toestel bedienen
U kunt dit toestel bedienen door de sensortoetsen aan te raken.
Het toestel inschakelen
Met de aan-uittoets kunt u de Perfect Fresh-zone en de vrieszone gelijktijdig inschakelen.
^
Raak zo vaak de aan-uittoets aan tot de temperatuurindicator aangaat.
Als de temperaturen in het toestel niet binnen het mogelijke weergavebereik liggen, branden in de temperatuurindi cator alleen streepjes.
-
-
-
19
Het toestel in- en uitschakelen
Het PerfectFresh-symbool, het vriessymbool en de uitschakeltoets voor het waarschuwingssignaal knippe ren tot de temperatuur laag genoeg is.
Zodra de temperaturen binnen het mo gelijke weergavebereik liggen, wordt op de temperatuurindicator telkens de heersende temperatuur weergegeven.
Het toestel begint te koelen en de bin nenverlichting schakelt in als de deur wordt geopend.
Om zeker te zijn dat de temperatuur laag genoeg is, dient u het toestel enkele uren te laten voorkoelen voordat u voor het eerst levensmid­delen in het toestel plaatst. Pas wanneer de temperatuur in de vrieszone laag genoeg is (minstens
-18 °C) plaatst u levensmiddelen in het toestel.
Afhankelijk van de geselecteerde tem peratuurzone kunt u
­de functie "Super koelen" of
"Superfrost" selecteren of
-
-
de temperatuur instellen.
Meer informatie vindt u in de rubrieken in kwestie.
Koelaccu
Plaats de koelaccu in de bovenste vrieslade. Na ca. 24 uur kan de koelaccu zijn maximale koelvermogen leveren.
Het toestel uitschakelen
^ Raak zo vaak de aan-uittoets aan tot
de temperatuurindicator en alle lamp­jes uitgaan. (Als dit niet het geval is, is de vergrendeling ingeschakeld!)
-
Met deze schakeltoets kunt u scha kelen tussen de PerfectFresh- en de vrieszone.
Als u de vrieszone wilt selecteren (om bijv. de temperatuur te controleren),
^
raakt u de schakeltoets aan tot het vriessymbool geel oplicht.
20
-
Als eerder de PerfectFresh-zone is ge selecteerd met de schakeltoets, wor den de PerfectFresh-zone en de vries zone na elkaar uitgeschakeld.
De binnenverlichting gaat uit. De koeling is uitgeschakeld.
-
-
-
Het toestel in- en uitschakelen
PerfectFresh-zone afzonderlijk uitschakelen
U kunt de PerfectFresh-zone afzonder lijk uitschakelen. De vrieszone blijft dan ingeschakeld. Dit is bijv. interessant wanneer u op vakantie bent.
Selecteer met de schakeltoets de
^
PerfectFresh-zone.
Het PerfectFresh-symbool licht geel op.
^ Raak zo vaak de aan-uittoets aan tot
het PerfectFresh-symbool uitgaat.
De binnenverlichting gaat uit. De Per­fectFresh-zone is uitgeschakeld.
De vrieszone blijft ingeschakeld en het vriessymbool brandt.
Als u de PerfectFresh-zone weer wilt inschakelen,
schakelt u het toestel uit en weer in.
^
Het toestel begint te koelen en de bin nenverlichting schakelt in als de deur
­wordt geopend.
Bij langdurige afwezigheid
Als u het toestel gedurende lange tijd niet gebruikt, gaat u als volgt te werk:
schakel het toestel uit,
^
trek de stekker uit of schakel de des
^
betreffende zekering in uw zekeringenkast uit,
^ maak het bakje voor ijsblokjes leeg
en reinig het,
^ sluit de afsluitkraan voor de watertoe-
voer,
^ reinig het toestel en ^ laat de toesteldeuren op een kier
staan om geurvorming te vermijden.
ls het toestel bij langdurige af­wezigheid wordt uitgeschakeld maar niet gereinigd, bestaat er ge vaar voor schimmelvorming als de deuren gesloten blijven.
-
-
-
^
selecteert u met de schakeltoets de PerfectFresh-zone, zodat het PerfectFresh-symbool geel oplicht, en raakt u zo vaak de aan-uittoets aan tot de temperatuurindicator aan gaat, of
-
21
Het toestel in- en uitschakelen
Instelmodus
Bepaalde instellingen van het toestel kunt u alleen in de instelmodus wijzi gen.
Informatie over hoe u het toestel in de instelmodus zet en hoe u de instel lingen wijzigt vindt u in de rubrieken in kwestie.
Overzicht van de beschikbare functies in de instelmodus:
Het toestel in de instelmodus zetten of de instelmodus verla ten
Toetsgeluid in-/uitschakelen (zie rubriek "Het toestel in- en uitschakelen")
Bevestigen dat de actieve-koolfilters vervangen zijn (zie "Actieve-koolfilters")
Vergrendeling in-/uitschakelen (zie rubriek "Het toestel in- en uitschakelen")
Lichtsterkte van de tempera tuurindicator wijzigen (zie ru briek "De juiste temperatuur")
Duur van de watertoevoer voor de ijsblokjesmaker instellen (zie "IJsblokjes maken")
-
-
c
-
b
^
u
-
d
-
e
Toetsgeluid in-/uitschakelen
Als u niet wilt dat er een geluid weer klinkt telkens als u een toets aanraakt, kunt u het toetsgeluid uitschakelen.
Raak de toets X aan en laat uw vin
^
ger erop rusten.
^ Terwijl uw vinger op de toets X rust,
raakt u één keer de aan-uittoets aan.
^ Hou uw vinger nog 5 seconden op
de toets X tot c wordt weergegeven op de temperatuurindicator.
^ Raak opnieuw zo vaak de toets X
aan tot b wordt weergegeven op de temperatuurindicator.
^
Raak ter bevestiging de aan-uittoets aan.
^
U kunt nu instellen of het toetsgeluid moet uitgeschakeld of ingeschakeld zijn. Raak hiertoe de toets X aan.
b0: het toetsgeluid is uitgeschakeld b1: het toetsgeluid is ingeschakeld b -: terug naar het menu.
-
-
Wanneer het toestel in de instelmodus staat, wordt het deur alarm automatisch onderdrukt. Zodra de deur wordt gesloten, wordt het deuralarm weer geactiveerd.
22
De geselecteerde instelling brandt con
-
stant en de nieuwe instelling knippert.
-
Nadat u een nieuwe instelling hebt
^
gekozen, raakt u ter bevestiging de aan-uittoets aan.
Raak zo vaak de toets X aan tot c
^
wordt weergegeven op de tempera tuurindicator.
Raak de aan-uittoets aan.
^
Het toestel in- en uitschakelen
U kunt nu instellen of de vergrende
^
ling moet uitgeschakeld of ingescha keld zijn. Raak hiertoe de toets X aan.
-
u0: de vergrendeling is uitgescha keld
u1: de vergrendeling is ingeschakeld u -: terug naar het menu.
-
-
-
U hebt de instelmodus verlaten.
Vergrendeling in-/uitschakelen
Met de vergrendeling kunt u het toestel beveiligen, zodat het niet ongewenst wordt uitgeschakeld.
^ Raak de toets X aan en laat uw vin-
ger erop rusten.
^
Terwijl uw vinger op de toets X rust, raakt u één keer de aan-uittoets aan.
^
Hou uw vinger nog 5 seconden op de toets X tot c wordt weergegeven op de temperatuurindicator.
^
Raak opnieuw zo vaak de toets X aan tot u wordt weergegeven op de temperatuurindicator.
De geselecteerde instelling brandt con stant en de nieuwe instelling knippert.
Nadat u een nieuwe instelling hebt
^
gekozen, raakt u ter bevestiging de aan-uittoets aan.
^ Raak zo vaak de toets X aan tot c
wordt weergegeven op de tempera­tuurindicator.
^ Raak de aan-uittoets aan.
U hebt de instelmodus verlaten.
Als de vergrendeling ingeschakeld is, brandt het controlelampje van de ver­grendeling tor.
X op de temperatuurindica-
-
^
Raak ter bevestiging de aan-uittoets aan.
23
De juiste temperatuur
Bij het bewaren van levensmiddelen is de juiste temperatuurinstelling zeer be langrijk. Levensmiddelen bederven snel door de aanwezigheid van micro-orga nismen. Dat proces kan door de juiste bewaartemperatuur worden verhinderd of vertraagd. De temperatuur beïn vloedt de groeisnelheid van de micro
-organismen. Hoe lager de tempera tuur, hoe langzamer dit proces ver loopt.
De temperatuur in het toestel stijgt
als u vaak en gedurende lange tijd
de toesteldeuren opent,
– hoe meer levensmiddelen er worden
bewaard,
– als de verse levensmiddelen warm
zijn,
– als de omgevingstemperatuur van
het toestel hoog is. Het toestel is geconstrueerd voor een bepaalde klimaatklasse (bereik van de kamertemperatuur) waarvan de onder- en bovengrens gerespecteerd moeten worden.
-
-
-
-
-
...indePerfectFresh-zone
In de PerfectFresh-zone wordt de tem peratuur automatisch geregeld tussen 0en2°C.
-
Temperatuur in de
-
PerfectFresh-zone instellen
Als u het toch wat warmer of kouder wenst, omdat u bijv. vis wenst te bewa ren, dan kunt u de temperatuur wijzi gen.
Selecteer met de schakeltoets de
^
PerfectFresh-zone.
Het PerfectFresh-symbool licht geel op.
^ U kunt nu de temperatuur in de Per-
fectFresh-zone wijzigen. Raak hiertoe de toets X aan: U kunt kiezen uit de instellingswaarden b1tot b9:
b1: laagste temperatuur, b9: hoogste temperatuur.
Door het aanraken van de
toets X: daalt de temperatuur toets Y: stijgt de temperatuur.
Tijdens het instellen wordt de waarde knipperend weergegeven.
-
-
24
Volgende wijzigingen zijn in de tempe ratuurindicator merkbaar als u de toet sen aanraakt:
Eén keer aanraken: de laatst gekozen waarde wordt knipperend weergegeven.
-
-
De juiste temperatuur
Telkens als u de toets nogmaals aan
raakt: De instellingswaarde wordt in stap pen gewijzigd.
Uw vinger op de toets laten rusten:
De instellingswaarde wijzigt ononderbroken.
Ongeveer 5 seconden nadat u de laatste keer op de toets hebt gedrukt, geeft de temperatuurindicator automa tisch de effectieve instellingswaarde aan die momenteel in de PerfectFresh
-zone heerst.
De instellingswaarden b1tot b9 komen overeen met bepaalde temperatuurbereiken. Ze stellen geen temperaturen voor!
De voorinstelling voor de tempera­tuur in de PerfectFresh-zone is b5. Bij een instelling van b1tot b4 wor­den eventueel temperaturen onder nul bereikt. Levensmiddelen kunnen bevriezen!
Automatische temperatuurverdeling (DynaCool)
...indevrieszone
-
Om verse levensmiddelen in te vriezen
­en ze langdurig te bewaren, is een tem
peratuur van -18 °C vereist. Bij die tem peratuur komt de groei van micro-orga nismen in hoge mate tot stilstand. Zodra de temperatuur boven -10 °C stijgt, be gint de ontbinding door de micro-orga nismen. De levensmiddelen kunnen dan minder lang worden bewaard. Daarom
­mogen geheel of gedeeltelijk ontdooide
levensmiddelen pas opnieuw ingevroren
­worden, nadat ze verwerkt werden (ko
ken of braden). Door de hoge temperatu ren worden de meeste micro-organismen gedood.
Temperatuur in de vrieszone instellen
^
Selecteer met de schakeltoets de vrieszone.
Het vriessymbool licht geel op.
-
-
-
-
-
-
-
Als de koeling van de PerfectFresh-zo ne inschakelt, schakelt het toestel auto matisch ook de ventilator in. Op die ma nier wordt de koelte gelijkmatig ver deeld in de PerfectFresh-zone, zodat de levensmiddelen allemaal ongeveer met dezelfde temperatuur worden ge koeld.
-
-
-
-
^
Stel nu de temperatuur in met de
­sensortoetsen ernaast.
Door het aanraken van de
toets X: daalt de temperatuur toets Y: stijgt de temperatuur.
Tijdens het instellen wordt de insteltemperatuur knipperend weerge geven.
-
25
De juiste temperatuur
Volgende wijzigingen zijn in de tempe ratuurindicator merkbaar als u de toet sen aanraakt:
Eén keer aanraken: de laatst
gekozen temperatuurwaarde wordt knipperend weergegeven.
Telkens als u de toets nogmaals aan
raakt: De temperatuurwaarde verandert in stappen van 1 °C.
Uw vinger op de toets laten rusten:
de temperatuurwaarde wijzigt ononderbroken. Wanneer de hoogste of laagste tem­peratuurwaarde is bereikt, gaat de toets X of Y uit.
Ongeveer 5 seconden nadat u de laatste keer op de toets hebt gedrukt, geeft de temperatuurindicator automa­tisch de gemiddelde effectieve tempe­ratuur aan die dan in de vrieszone heerst.
-
een hoge omgevingstemperatuur kan
­de laagste temperatuur niet altijd wor den bereikt.
Temperatuurindicator
De temperatuurindicator op het bedie ningspaneel geeft tijdens normale wer
­king de temperatuur aan in het midden
van de PerfectFresh-zone of de warm ste plaats in de vrieszone.
De lichtsterkte van de temperatuur indicator wijzigen
U kunt de lichtsterkte van de tempera­tuurindicator aanpassen aan de lichtverhoudingen van de omgeving.
^ Raak de toets X aan en laat uw vin-
ger erop rusten.
-
-
-
-
-
Als u de temperatuur hebt gewijzigd, controleert u de temperatuurindicator
na ca. 6 uur als er weinig voedsel in het toestel zit en na ca. 24 uur als het toestel volledig gevuld is. Pas dan is
de gekozen temperatuur werkelijk inge steld. Als de temperatuur na die tijd nog te hoog of te laag is, stelt u de tem peratuur opnieuw in.
Mogelijke instelwaarden voor de temperatuur
De temperatuur in de vrieszone kan van
-14 °C tot -28 °C ingesteld worden.
Het bereiken van de laagste tempera tuur is afhankelijk van de opstelplaats en van de omgevingstemperatuur. Bij
26
-
^
Terwijl uw vinger op de toets X rust, raakt u één keer de aan-uittoets aan.
-
^
Hou uw vinger nog 5 seconden op de toets X tot c wordt weergegeven
­op de temperatuurindicator.
^
Raak opnieuw zo vaak de toets X aan tot d wordt weergegeven op de temperatuurindicator.
^
Raak ter bevestiging de aan-uittoets aan.
U kunt nu de lichtsterkte van de tem
^
peratuurindicator wijzigen. Raak hier toe de toets X aan:
d0: maximale lichtsterkte d1: verminderde lichtsterkte d -: terug naar het menu.
De juiste temperatuur
-
-
De geselecteerde instelling brandt con stant en de nieuwe instelling knippert.
Nadat u een nieuwe instelling hebt
^
gekozen, raakt u ter bevestiging de aan-uittoets aan.
Raak zo vaak de toets X aan tot c
^
wordt weergegeven op de tempera tuurindicator.
^ Raak de aan-uittoets aan.
U hebt de instelmodus verlaten.
-
-
27
Waarschuwingssignaal
Het toestel is voorzien van een waar schuwingssysteem, zodat de tempera tuur in het toestel niet ongemerkt kan stijgen en om energieverlies te ver mijden als de deuren open blijven staan.
Waarschuwingssysteem in
-
-
-
schakelen
Het waarschuwingssysteem is altijd au tomatisch actief. Het moet niet extra worden ingeschakeld.
Temperatuuralarm
Als de temperatuur in een te warm tem­peratuurbereik komt, weerklinkt een waarschuwingssignaal.
De uitschakeltoets voor het waarschu­wingssignaal knippert rood en het vriessymbool knippert.
Het geluidssignaal en de visuele signa­len worden bijvoorbeeld weergegeven
als bij het herschikken en uitnemen van ingevroren levensmiddelen te veel warme kamerlucht binnen stroomt,
-
Temperatuuralarm vroeger uit
-
schakelen
Als het waarschuwingssignaal u stoort, kunt u het vroeger uitschakelen.
Raak de uitschakeltoets voor het
^
­waarschuwingssignaal aan.
Het waarschuwingssignaal wordt uit geschakeld. De uitschakeltoets voor het waar schuwingssignaal en het symbool van de temperatuurzone in kwestie blijven knipperen tot de alarmtoe­stand is beëindigd.
Als de temperatuur gedurende langere tijd warmer was dan -18 °C, gaat u na of de ingevroren levens­middelen gedeeltelijk of volledig ontdooid zijn. In dit geval dient u deze levensmiddelen zo snel moge­lijk te verbruiken!
-
-
-
als u een grote hoeveelheid levens middelen invriest,
na een stroomonderbreking.
Zodra de alarmtoestand beëindigd is, stopt het waarschuwingssignaal en gaan de visuele signalen uit.
28
-
Loading...
+ 64 hidden pages