Miele KFN 14827 SDE ed, KFN 14827 SDE cs, KFN 14827 SDE cs-1, KFN 14827 SDE ed-1 User Manual [nl]

Gebruiksaanwijzing en montage handleiding
Koel-vriescombinatie
-
met PerfectFresh-zone, ijsblokjesmaker en NoFrost-systeem KFN 14827 SDE ed/cs (-1)
nl-BE
M.-Nr. 09 171 520
Inhoud
Beschrijving van het toestel .........................................5
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu ...........................7
Opmerkingen omtrent uw veiligheid ..................................8
Hoe kunt u energie besparen? ......................................13
Het toestel in- en uitschakelen ......................................14
Vóór het eerste gebruik .............................................14
Reiniging en onderhoud ..........................................14
Het toestel bedienen ...............................................14
Het toestel inschakelen .............................................14
Het toestel uitschakelen.............................................15
PerfectFresh-zone afzonderlijk uitschakelen ..........................15
Bij langdurige afwezigheid ..........................................16
Instelmodus ......................................................17
Toetsgeluid in-/uitschakelen .......................................17
Vergrendeling in-/uitschakelen .....................................18
De juiste temperatuur .............................................19
...indePerfectFresh-zone..........................................19
Temperatuur in de PerfectFresh-zone instellen...........................19
Automatische temperatuurverdeling (DynaCool) .........................20
Temperatuur in de vrieszone instellen..................................20
Mogelijke instelwaarden voor de temperatuur .........................21
Temperatuurindicator ..............................................21
De lichtsterkte van de temperatuurindicator wijzigen ...................21
Waarschuwingssignaal ............................................23
Temperatuuralarm .................................................23
Deuralarm .......................................................24
Super koelen en Superfrost gebruiken ...............................25
Super koelen .....................................................25
Functie Superfrost .................................................26
Superfrost inschakelen ...........................................26
Levensmiddelen in de PerfectFresh-zone bewaren .....................27
Bewaartemperatuur ................................................27
Luchtvochtigheid ..................................................27
Niet geschikt voor de koelkast ........................................28
Waarop moet u letten wanneer u levensmiddelen koopt ....................28
Levensmiddelen bewaren in de vakken van de PerfectFresh-zone ...........28
Onverpakte dierlijke en plantaardige levensmiddelen ..................30
Inhoud
De binnenruimte indelen ...........................................32
De legplaten verplaatsen............................................32
Tweedelige legplaat ...............................................32
Invriezen en bewaren..............................................34
Maximaal invriesvermogen ..........................................34
Wat gebeurt er als verse levensmiddelen worden ingevroren? ..............34
Diepvriesproducten bewaren ........................................34
Zelf levensmiddelen invriezen ........................................35
Tips voor het invriezen ...........................................35
Verpakken.....................................................35
Voor u de levensmiddelen in het toestel legt ..........................36
Hoe u de levensmiddelen in het toestel legt ..........................36
Grote levensmiddelen in het toestel leggen .............................36
Vrieskalender .....................................................37
Ingevroren levensmiddelen ontdooien .................................37
Dranken snel koelen ...............................................38
Koelaccu gebruiken................................................38
IJsblokjes maken .................................................39
Duur van de watertoevoer instellen ....................................40
Automatisch ontdooien............................................42
Reiniging en onderhoud ...........................................43
Binnenruimte, toebehoren ...........................................44
Toesteldeuren, zijwanden ...........................................44
Bakje voor ijsblokjes reinigen ........................................45
Ventilatieroosters ..................................................46
Deurdichting .....................................................46
Achterzijde – metalen rooster ........................................46
Actieve-koolfilters ................................................48
Actieve-koolfilters vervangen.........................................48
Actieve-koolfilters later vervangen ..................................48
Wat gedaan als...?..............................................50
Waar bepaalde geluiden vandaan komen .............................54
Technische Dienst van Miele/garantie ................................55
Wateraansluiting .................................................56
Let voordat het apparaat op de waterleiding wordt aangesloten
op het volgende...................................................56
Aansluiting op de watertoevoer .......................................56
Inhoud
Elektrische aansluiting ............................................58
Opstelinstructies .................................................59
Opstelplaats......................................................59
Klimaatklasse ..................................................59
Luchttoevoer en -afvoer .............................................59
Toestel opstellen ..................................................59
Toestel nivelleren ..................................................60
Toesteldeur ondersteunen...........................................60
Afmetingen van het toestel ..........................................61
Een side-by-side-combinatie opstellen ...............................62
Toestellen opstellen ................................................62
Opmerkingen omtrent het verschuiven van de toestelcombinatie ..........62
Toestellen met elkaar verbinden ......................................63
Toesteldeur uitlijnen................................................68
De draairichting van de deuren veranderen ...........................69
Toesteldeuren uitlijnen ............................................80
Het toestel inbouwen..............................................81
Beschrijving van het toestel
a Aan-uitsensortoets voor het hele toe
stel en aan-uitsensortoets om de PerfectFresh-zone afzonderlijk in en uit te schakelen
b Sensortoets voor "Super koelen" of
"Superfrost"
c Sensortoets voor het instellen van de
temperatuur (X voor kouder)
d Controlelampje van de vergrendeling
(brandt wanneer de vergrendeling ingeschakeld is)
e Temperatuurindicator voor de
PerfectFresh- of vrieszone
f Schakeltoets om te schakelen tussen
­de PerfectFresh- en de vrieszone (bovenaan: PerfectFresh-symbool / onderaan: vriessymbool)
g Sensortoets voor het instellen van de
temperatuur (Y voor warmer)
h Uitschakeltoets voor het waarschu-
wingssignaal (brandt wanneer het deur- of temperatuuralarm actief is)
i Actieve-koolfilterlampje
(brandt wanneer de actieve-kool­filters moeten worden vervangen)
5
Beschrijving van het toestel
a Flessenrek
b Legplaat
c Cassette voor de Active Air Clean-
koolfilters
d Regelaar voor het instellen van de
luchtvochtigheid in de schuifladen van de PerfectFresh-zone
e Schuifladen van de PerfectFresh-zo
ne
f Gootje en afvoeropening voor het
dooiwater
g IJsblokjeslade met automatische
ijsblokjesmaker
h Vriesladen met vrieskalender
-
6
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu
Recycleerbare verpakking
De verpakking behoedt het toestel voor transportschade. Er werd materiaal ge kozen dat door het milieu wordt verdra gen en opnieuw kan worden benut.
Door de verpakking weer in kringloop te brengen, wordt er grondstof ge spaard en verkleint de afvalberg. Geef deze stoffen dus niet met het gewone vuilnis mee. Breng ze liever naar het dichtstbijzijnde gemeentelijk container park. Waar u dat vindt, komt u zeker bij uw gemeentebestuur aan de weet.
-
-
-
Als u vragen heeft omtrent het af danken van uw oud toestel, neem dan contact op met
­de handelaar bij wie u het kocht
of
-
Het afdanken van het apparaat
Oude elektrische en elektronische ap­paraten bevatten vaak nog waardevolle materialen. Ze bevatten echter ook schadelijke stoffen die voor het functio­neren en de veiligheid van het apparaat nodig waren. Als u het apparaat bij het gewone afval doet of bij verkeerde be­handeling kunnen deze stoffen schade­lijk zijn voor de gezondheid en het milieu. Verwijder het afgedankte appa raat dan ook nooit met het gewone af val.
Bij de aankoop van uw nieuw toestel heeft u een bijdrage betaald. Die wordt volledig gebruikt voor de toekomstige recyclage van dat toestel. Dat bevat trouwens nog waardevol materiaal. Door te recycleren wordt er dan ook minder verspild en vervuild.
-
-
– de firma Recupel,
telefoon 02 706 86 10, website: www.recupel.be
of
– uw gemeentebestuur als u uw toestel
naar een containerpark brengt.
Zorg er ook voor dat het toestel intus­sen kindveilig wordt bewaard voor u het laat wegbrengen.
7
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Gebruik voor andere doeleinden is niet Dit toestel voldoet aan de voorge schreven veiligheidsvoorschriften. Door ondeskundig gebruik kunnen gebruikers echter letsel oplopen en kan er schade optreden aan het toe stel.
Voor u het toestel in gebruik neemt, moet u de gebruiksaanwijzing aan dachtig lezen. U vindt er belangrijke opmerkingen omtrent de plaatsing, de veiligheid, het gebruik en het on derhoud van uw toestel. Dat is vei liger voor uzelf en u voorkomt scha de aan het toestel.
Bewaar de gebruiksaanwijzing en geef ze door aan wie het toestel eventueel na u gebruikt.
Juist gebruik
Het toestel is uitsluitend bedoeld
~
voor gebruik in het huishouden en gelijkaardige omgevingen zoals
in winkels, kantoren en gelijkaardige werkomgevingen,
op boerderijen,
door klanten in hotels, motels, bed­and-breakfasts en andere typische woonomgevingen.
Het toestel is niet bestemd voor gebruik buiten.
-
-
toegelaten en kan gevaarlijk zijn. De fa
brikant is niet aansprakelijk voor scha
de die werd veroorzaakt doordat het
toestel voor andere doeleinden werd
-
gebruikt of verkeerd werd bediend.
Personen die door hun fysieke,
~
zintuiglijke of geestelijke mogelijkheden
of hun onervarenheid of gebrek aan
­kennis niet in staat zijn om het toestel
veilig te bedienen, mogen dit toestel al leen onder het toezicht of de
­begeleiding van een verantwoordelijk
iemand gebruiken.
-
Kinderen in het huishouden
Kinderen vanaf acht jaar mogen het
~
toestel zonder toezicht gebruiken, maar alleen wanneer hun de bediening ervan zo uitgelegd is dat ze het veilig kunnen bedienen. Kinderen moeten de eventu­ele risico's van een foutieve bediening kunnen beseffen.
Kinderen jonger dan acht jaar moe-
~
ten uit de buurt van het toestel worden gehouden, tenzij ze constant in het oog worden gehouden.
Hou kinderen die in de buurt van het
~
toestel komen in het oog. Let op dat kinderen niet met het toestel spelen, bijv. in de vriesladen gaan zitten of aan de toesteldeur gaan hangen.
-
-
-
Gebruik het toestel uitsluitend in huis houdelijke context voor het koelen en bewaren van levensmiddelen, het be waren van diepvriesproducten, het in vriezen van verse levensmiddelen en het maken van ijsblokjes.
8
-
-
-
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Technische veiligheid
Controleer vóórdat het toestel wordt
~
geplaatst, of het zichtbaar beschadigd is. Is dat het geval, neem het dan in geen geval in gebruik. Een beschadigd toestel kan uw veiligheid in gevaar brengen!
Is de aansluitkabel beschadigd, laat
~
deze dan vervangen door een vakman of vakvrouw die door Miele erkend is. Zo vermijdt u risico's voor wie het toestel ge bruikt.
Dit toestel bevat het koelmiddel isobu
~
taan (R600a), een natuurlijk gas dat het milieu weinig belast, maar wel brandbaar is. Het is niet schadelijk voor de ozonlaag en draagt niet bij tot het broeikaseffect. Het gebruik van dit milieuvriendelijke koelmiddel veroorzaakt wel een lichte verhoging van het werkingsgeluid. Naast de werkingsgeluiden van de compressor kunnen er stromingsgeluiden in het volle­dige koelcircuit optreden. Deze effecten zijn jammer genoeg niet te vermijden, maar hebben geen invloed op de presta ties van het toestel. Let er bij het transporteren en het opstel len van het toestel op dat geen enkel on derdeel van het koelcircuit beschadigd raakt. Wegspattend koelmiddel kan tot oogletsels leiden! Bij beschadiging:
- Vermijd open vuur of vonken,
- trek de stekker uit het stopcontact,
- verlucht het vertrek waarin het toestel
staat enkele minuten lang, en
- verwittig de dienst
Herstellingen aan huis van Miele.
Hoe meer koelmiddel er in een toe
~
stel zit, hoe groter de ruimte moet zijn waarin het toestel wordt opgesteld. Bij een eventueel lek kan er in een te kleine ruimte een brandbaar mengsel van gas en lucht ontstaan. Per 8 g koelmiddel moet het vertrek minstens 1 m heid koelmiddel is aangegeven op het typeplaatje in het toestel.
Een veilige werking van het toestel
~
­is alleen dan gewaarborgd als het toe
stel overeenkomstig de gebruiksaanwij
-
zing gemonteerd en aangesloten werd.
Voordat u het toestel aansluit, dient
~
u eerst de aansluitgegevens (spanning en frequentie) op het typeplaatje met die van het elektriciteitsnet te vergelij­ken. Deze gegevens dienen absoluut over­een te stemmen. Anders treedt er scha­de op aan uw toestel. Vraag bij twijfel inlichtingen aan een elektricien.
Gebruik uit veiligheidsoverwegingen
~
-
geen verlengkabels of stopcontactenblokken om het toestel
-
aan te sluiten. Die bieden niet voldoen
-
de veiligheidsgaranties. Er bestaat on der andere gevaar voor oververhitting.
De elektrische veiligheid van dit
~
toestel wordt enkel gewaarborgd als u het op een aardsysteem aansluit dat volgens de voorschriften werd geïnstal leerd. Het is heel belangrijk dat aan deze fundamentele veiligheidsvoor waarde is voldaan. Laat de elektrische installatie in uw woning bij twijfel door een elektricien controleren.
3
groot zijn. De hoeveel
-
-
-
-
-
-
-
-
9
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
De fabrikant kan niet aansprakelijk ge steld worden voor schade die werd ver oorzaakt doordat de aardleiding onder broken was of gewoon ontbrak. Er be staat in dat geval onder andere gevaar voor elektrische schokken.
Installatie-, onderhouds- en
~
herstellingswerken mogen alleen wor den uitgevoerd door vakmensen die door de fabrikant erkend zijn. Door ondeskundig uitgevoerde installatie-, onderhouds- of herstellingswerken kunnen er voor de gebruiker aanzienlijke risico's ontstaan waarvoor de fabrikant niet aansprakelijk kan worden gesteld.
Laat u het toestel tijdens de ga-
~
rantieperiode herstellen, dan mag dat enkel gebeuren door een technicus die door de fabrikant erkend is. Anders is er bij schade achteraf geen aanspraak meer op garantie.
Tijdens installatie-, onderhouds- en
~
herstellingswerken moet het toestel van het elektriciteitsnet losgekoppeld zijn. Het toestel is pas stroomloos indien aan een van deze voorwaarden werd vol daan:
De stekker van het toestel is uit het stopcontact getrokken. Trek daarbij niet aan de kabel, wel aan de stekker.
De desbetreffende zekering in de zekeringenkast is uitgeschakeld.
Laat defecte onderdelen enkel
~
vervangen door originele Miele­wisselstukken. Enkel dan bent u zeker dat ze ten volle voldoen aan de eisen die Miele qua veiligheid stelt.
-
-
-
-
De fabrikant is niet aansprakelijk
~
voor schade die ontstaat door een ver
­keerde vaste wateraansluiting.
-
De aansluiting op het openbare
~
waternet en alle herstellingen aan de ijsblokjesmaker mogen enkel door ge kwalificeerde vakmensen worden uitge voerd.
De ijsblokjesmaker is niet geschikt
~
om op een warmwaterleiding aangeslo ten te worden.
De vaste wateraansluiting mag niet
~
worden uitgevoerd terwijl het toestel op het elektriciteitsnet aangesloten is.
Het toestel mag niet op niet-vaste
~
plaatsen (bijv. op een schip) worden gebruikt.
Veilig gebruik
Raak bevroren levensmiddelen niet
~
met natte handen aan. Uw handen zou­den kunnen vastvriezen. U kunt zich verwonden!
Gebruik geen elektrische toestellen
~
in het toestel (bijv. om softijs te ma ken). Er kunnen vonken ontstaan. Ont ploffingsgevaar!
Neem nooit ijsblokjes en ijslolly's,
~
met name waterijsjes, in de mond als u ze net uit de vrieszone hebt gehaald. Door de zeer lage temperatuur van het ijs kunnen uw lippen of tong vastvrie zen. U kunt zich verwonden!
-
-
-
-
-
-
-
10
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Gedeeltelijk of volledig ontdooide le
~
vensmiddelen mogen niet opnieuw wor den ingevroren. Verbruik deze levens middelen zo snel mogelijk, want de le vensmiddelen verliezen hun voedings waarde en bederven. Ontdooide levensmiddelen kunt u opnieuw invrie zen nadat u ze hebt gekookt of gebra den.
Bewaar geen explosieve stoffen of
~
producten met brandbare drijfgassen (bijv. spuitbussen) in het toestel. Als de thermostaat wordt ingeschakeld, kun nen er vonken ontstaan. Die kunnen ontvlambare mengsels tot ontploffing brengen.
Plaats dranken met een hoog alco-
~
holpercentage enkel rechtop en goed afgesloten in de koelzone. Ontploffingsgevaar!
Bewaar geen blikjes en flessen met
~
koolzuurhoudende dranken of met vloeistoffen die kunnen bevriezen in de vrieszone. De blikjes of flessen kunnen ontploffen. U zou zich kunnen verwonden en het toestel kan beschadigd raken!
Als u flessen snel in de vrieszone
~
wenst te koelen, dient u ze uiterlijk na één uur weer uit de vrieszone te halen. De flessen kunnen ontploffen. U kunt zich verwonden en er kan schade ont staan!
Als u levensmiddelen eet die te lang
~
bewaard werden, bestaat er gevaar voor voedselvergiftiging. De bewaarduur is afhankelijk van di verse factoren, zoals de versheid en kwaliteit van de levensmiddelen en de temperatuur waarop ze worden be
-
-
-
-
-
-
-
-
waard. Hou rekening met de
­bewaarinstructies en de
­verbruikstermijnen van de fabrikant van de levensmiddelen.
-
-
Gebruik geen voorwerpen met een
~
scherpe punt of rand om
rijm- en ijslagen te verwijderen,
vastgevroren bakjes voor ijsblokjes
en levensmiddelen los te wrikken.
Als u dat doet, beschadigt u de koelelementen en functioneert het toe stel niet meer correct.
Plaats nooit elektrische verwar-
~
mingstoestellen of kaarsen in het toe­stel om het te ontdooien. De kunststof zou beschadigd raken.
Gebruik geen ontdooisprays of -
~
producten om ijs te verwijderen. Die kunnen immers explosieve gassen vormen en kunnen oplosmiddelen of drijfgassen bevatten die de kunststof aantasten. Ook zijn ze mogelijk schade­lijk voor de gezondheid.
Behandel de deurdichting niet met
~
olie of vet. Daardoor wordt de deurdichting na ver loop van tijd poreus.
Als u in het toestel of in de deur vet-
~
of oliehoudende levensmiddelen be waart, dient u ervoor te zorgen dat eventueel uitlopend vet of uitlopende olie niet in contact komt met de kunststofonderdelen. Er kunnen spanningsscheuren in de kunststof ontstaan, zodat die barst of scheurt.
-
-
-
11
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Dek de luchttoevoer- en luchtafvoer
~
openingen van het toestel niet af. Als deze openingen afgedekt zijn, kan er geen goede luchtcirculatie plaatsvin den. Het stroomverbruik stijgt en scha de aan onderdelen kan niet worden uit gesloten.
Het toestel is geconstrueerd voor
~
een bepaalde klimaatklasse (bereik van de kamertemperatuur) waarvan de onder- en bovengrens moeten worden gerespecteerd. De klimaatklasse is ver meld op het typeplaatje aan de binnen zijde van het toestel. Een te lage kamertemperatuur heeft tot gevolg dat de compressor gedurende een lange tijd stilstaat, zodat het toestel de vereiste temperatuur niet kan aan­houden.
Gebruik voor het ontdooien en reini-
~
gen van het toestel in geen geval een stoomreiniger. Stoom kan in aanraking komen met on­derdelen van het toestel die onder spanning staan en zo een kortsluiting veroorzaken.
Voor roestvrijstalen toestellen geldt het volgende:
-
Zelfs koelkastmagneten kunnen kras
­sen veroorzaken.
-
Wat met een afgedankt toe stel?
­Vernietig het knip- of vergrendelslot
~
van uw toestel wanneer u het afdankt. Op die manier voorkomt u dat spelende kinderen zich in het toestel opsluiten, wat levensgevaarlijk kan zijn.
Beschadig geen onderdelen van het
-
~
koelcircuit, bijv. door
-
koelmiddelkanalen van het
verdampsysteem open te prikken,
– buizen te knikken,
– beschermende lagen af te krabben.
Als er koelmiddel uit spuit, kan dat oogletsels veroorzaken.
Wanneer de veiligheidsinstructies niet worden opgevolgd, kan de fa­brikant niet verantwoordelijk worden gesteld voor schade die daar even tueel het gevolg van is.
-
-
-
Kleef nooit herkleefbare notes (post-
~
its), doorzichtige plakband, ondoorzichtige plakband of andere kleefmiddelen op het gecoate opper vlak van de deur. De coating zou daardoor beschadigd raken en haar beschermende werking tegen vuil verliezen.
De hoogwaardige
~
oppervlaktecoating van de deur is ge voelig voor krassen.
12
-
-
Hoe kunt u energie besparen?
Normaal energieverbruik Verhoogd energieverbruik
Opstellen In een verluchte ruimte. In een gesloten, niet verluchte ruimte.
Beschermd tegen rechtstreekse zonnestralen.
Niet naast een warmtebron (verwar mingselement, fornuis).
Bij een ideale kamertemperatuur van ongeveer 20 °C.
Dek de ventilatieopeningen niet af. Verwijder regelmatig het stof van de ventilatieopeningen.
Temperatuurinstelling Thermostaat op basis van "circa-getallen" (regeling in niveaus)
Temperatuurinstelling Thermostaat op basis van graden (digitaal display)
Gebruik Laat de schuifladen, legplaten en
Ontdooien Ontdooi de vrieszone bij een ijslaag
Bij een gemiddelde instelling van 2 tot 3.
Bewaarzone van 8 tot 12 °C
Koelzone 4 tot 5 °C
PerfectFresch-zone ongeveer 0 °C
Vrieszone -18 °C
Wijnbewaarzone van 10 tot 12 °C
rekken zoals ze waren toen het toe­stel werd geleverd.
Open de deur altijd zo kort mogelijk. De deur vaak en langdurig openen
Schik de levensmiddelen in het toe stel.
Laat warme gerechten en dranken eerst buiten het toestel afkoelen.
Plaats levensmiddelen goed verpakt of goed afgedekt in het toestel.
Leg ingevroren producten in de koelzone om ze te ontdooien.
Doe de vakken niet te vol zodat de lucht kan circuleren.
van 0,5 cm.
Bij rechtstreekse zonnestralen.
Naast een warmtebron
­(verwarmingselement, fornuis).
Bij een hogere omgevingstempera tuur.
Bij een hoge instelling: Hoe lager de temperatuur in de zone, hoe hoger het energiever bruik!
Bij toestellen met een winterschake­ling moet u erop letten dat die scha­kelaar bij omgevingstemperaturen boven 16 °C of 18 °C uitgeschakeld is!
= koudeverlies
-
Als u lang moet zoeken, blijft de deur lang openstaan.
Warme gerechten doen de com pressor langdurig werken (het toe stel probeert te koelen).
Wanneer vloeistoffen in de koelzone verdampen en condenseren, leidt dat tot verlies van het koelvermo gen.
Een ijslaag vermindert de over dracht van de koude aan de in te vriezen levensmiddelen en doet het energieverbruik stijgen!
-
-
-
-
-
-
13
Het toestel in- en uitschakelen
Vóór het eerste gebruik
Beschermfolie
De roestvrijstalen randen en roestvrij stalen houders in het toestel zijn voor zien van een beschermfolie. Bij een roestvrijstalen toestel zijn ook de buitenoppervlakken voorzien van een beschermfolie.
Trek de beschermfolie pas weg nadat
^
u het toestel op zijn plaats hebt opge steld.
Reiniging en onderhoud
^ Wrijf de roestvrijstalen randen en de
roestvrijstalen houders in het toestel onmiddellijk na het afnemen van de beschermfolie in met het bijgeleverde Miele-onderhoudsmiddel voor roest­vrij staal.
^ Wrijf bij roestvrijstalen toestellen ook
de zijwanden onmiddellijk na het af­nemen van de beschermfolie in met het bijgeleverde Miele­onderhoudsmiddel voor roestvrij staal. De toesteldeuren hebben een speci ale coating, die bestand is tegen vuil. Wrijf deze niet in met het Miele­onderhoudsmiddel voor roestvrij staal!
-
-
^
Actieve-koolfilters
-
(Active Air Clean-koolfilters)
^
Het toestel bedienen
U kunt dit toestel bedienen door de sensortoetsen aan te raken.
Het toestel inschakelen
Met de aan-uittoets kunt u de Perfect Fresh-zone en de vrieszone gelijktijdig inschakelen.
-
^
Belangrijk! Telkens als u het Miele­onderhoudsmiddel voor roestvrij staal aanbrengt, brengt u een water- en vuilafstotende beschermende film aan!
Reinig de binnenruimte en het toebe horen. Gebruik daarvoor lauw water. Wrijf daarna alles droog met een doek.
Plaats de bijgeleverde actieve­koolfilters in de cassette en plaats de cassette op een van de legplaten in de PerfectFresh-zone (zie "Actieve­koolfilters").
Raak zo vaak de aan-uittoets aan tot de temperatuurindicator aangaat.
-
-
14
Als de temperaturen in het toestel niet binnen het mogelijke weergavebereik liggen, branden in de temperatuurindi cator alleen streepjes.
-
Het toestel in- en uitschakelen
Het PerfectFresh-symbool, het vriessymbool en de uitschakeltoets voor het waarschuwingssignaal knippe ren tot de temperatuur laag genoeg is.
Zodra de temperaturen binnen het mo gelijke weergavebereik liggen, wordt op de temperatuurindicator telkens de heersende temperatuur weergegeven.
Het toestel begint te koelen en de bin nenverlichting schakelt in als de deur wordt geopend.
Om zeker te zijn dat de temperatuur laag genoeg is, dient u het toestel enkele uren te laten voorkoelen voordat u voor het eerst levensmid­delen in het toestel plaatst. Pas wanneer de temperatuur in de vrieszone laag genoeg is (minstens
-18 °C) plaatst u levensmiddelen in het toestel.
Afhankelijk van de geselecteerde tem peratuurzone kunt u
­de functie "Super koelen" of
"Superfrost" selecteren of
-
-
de temperatuur instellen.
Meer informatie vindt u in de rubrieken in kwestie.
Koelaccu
Plaats de koelaccu in de bovenste vrieslade. Na ca. 24 uur kan de koelaccu zijn maximale koelvermogen leveren.
Het toestel uitschakelen
^ Raak zo vaak de aan-uittoets aan tot
de temperatuurindicator en alle lamp­jes uitgaan. (Als dit niet het geval is, is de vergrendeling ingeschakeld!)
-
Met deze schakeltoets kunt u scha kelen tussen de PerfectFresh- en de vrieszone.
Als u de vrieszone wilt selecteren (om bijv. de temperatuur te controleren),
^
raakt u de schakeltoets aan tot het vriessymbool geel oplicht.
-
Als eerder de PerfectFresh-zone is ge selecteerd met de schakeltoets, wor den de PerfectFresh-zone en de vries zone na elkaar uitgeschakeld.
De binnenverlichting gaat uit. De koeling is uitgeschakeld.
PerfectFresh-zone afzonderlijk uitschakelen
U kunt de PerfectFresh-zone afzonder lijk uitschakelen. De vrieszone blijft dan ingeschakeld. Dit is bijv. interessant wanneer u op vakantie bent.
-
-
-
-
15
Het toestel in- en uitschakelen
Bij langdurige afwezigheid
Als u het toestel gedurende lange tijd niet gebruikt, gaat u als volgt te werk:
^
Selecteer met de schakeltoets de
^
PerfectFresh-zone.
Het PerfectFresh-symbool licht geel op.
Raak zo vaak de aan-uittoets aan tot
^
het PerfectFresh-symbool uitgaat.
De binnenverlichting gaat uit. De Per­fectFresh-zone is uitgeschakeld.
De vrieszone blijft ingeschakeld en het vriessymbool brandt.
Als u de PerfectFresh-zone weer wilt inschakelen,
^
^
^
^
^ laat de toesteldeuren op een kier
schakel het toestel uit,
trek de stekker uit of schakel de des betreffende zekering in uw zekeringenkast uit,
maak het bakje voor ijsblokjes leeg en reinig het,
sluit de afsluitkraan voor de watertoe voer,
reinig het toestel en
staan om geurvorming te vermijden.
ls het toestel bij langdurige af­wezigheid wordt uitgeschakeld maar niet gereinigd, bestaat er gevaar voor schimmelvorming als de deu­ren gesloten blijven.
-
-
^
selecteert u met de schakeltoets de PerfectFresh-zone, zodat het PerfectFresh-symbool geel oplicht, en raakt u zo vaak de aan-uittoets aan tot de temperatuurindicator aan gaat, of
^
schakelt u het toestel uit en weer in.
Het toestel begint te koelen en de bin nenverlichting schakelt in als de deur wordt geopend.
16
-
-
Het toestel in- en uitschakelen
Instelmodus
Bepaalde instellingen van het toestel kunt u alleen in de instelmodus wijzi gen.
Informatie over hoe u het toestel in de instelmodus zet en hoe u de instel lingen wijzigt vindt u in de rubrieken in kwestie.
Overzicht van de beschikbare functies in de instelmodus:
Het toestel in de instelmodus zetten of de instelmodus verla­ten
Toetsgeluid in-/uitschakelen (zie rubriek "Het toestel in- en uitschakelen")
Bevestigen dat de actieve­koolfilters vervangen zijn (zie "Actieve-koolfilters")
Vergrendeling in-/uitschakelen (zie rubriek "Het toestel in- en uitschakelen")
Lichtsterkte van de tempera tuurindicator wijzigen (zie ru briek "De juiste temperatuur")
Duur van de watertoevoer voor de ijsblokjesmaker instellen (zie "IJsblokjes maken")
-
-
c
b
^
u
-
-
d
e
Toetsgeluid in-/uitschakelen
Als u niet wilt dat er een geluid weer klinkt telkens als u een toets aanraakt, kunt u het toetsgeluid uitschakelen.
Raak de toets X aan en laat uw vin
^
ger erop rusten.
^ Terwijl uw vinger op de toets X rust,
raakt u één keer de aan-uittoets aan.
^ Hou uw vinger nog 5 seconden op
de toets X tot c wordt weergegeven op de temperatuurindicator.
^ Raak opnieuw zo vaak de toets X
aan tot b wordt weergegeven op de temperatuurindicator.
^
Raak ter bevestiging de aan-uittoets aan.
^
U kunt nu instellen of het toetsgeluid moet uitgeschakeld of ingeschakeld zijn. Raak hiertoe de toets X aan.
b0: het toetsgeluid is uitgeschakeld b1: het toetsgeluid is ingeschakeld b -: terug naar het menu.
De geselecteerde instelling brandt con stant en de nieuwe instelling knippert.
-
-
-
Wanneer het toestel in de instelmodus staat, wordt het deur alarm automatisch onderdrukt. Zo dra de deur wordt gesloten, wordt het deuralarm weer geactiveerd.
^
Nadat u een nieuwe instelling hebt
-
-
gekozen, raakt u ter bevestiging de aan-uittoets aan.
^
Raak zo vaak de toets X aan tot c wordt weergegeven op de tempera tuurindicator.
-
17
Het toestel in- en uitschakelen
Raak de aan-uittoets aan.
^
U hebt de instelmodus verlaten.
Vergrendeling in-/uitschakelen
Met de vergrendeling kunt u het toestel beveiligen, zodat het niet ongewenst wordt uitgeschakeld.
Raak de toets X aan en laat uw vin
^
ger erop rusten.
^ Terwijl uw vinger op de toets X rust,
raakt u één keer de aan-uittoets aan.
^ Hou uw vinger nog 5 seconden op
de toets X tot c wordt weergegeven op de temperatuurindicator.
^
^
^
U hebt de instelmodus verlaten.
Als de vergrendeling ingeschakeld is, brandt het controlelampje van de ver grendeling
­tor.
Nadat u een nieuwe instelling hebt gekozen, raakt u ter bevestiging de aan-uittoets aan.
Raak zo vaak de toets X aan tot c wordt weergegeven op de tempera tuurindicator.
Raak de aan-uittoets aan.
X op de temperatuurindica
-
-
-
^
Raak opnieuw zo vaak de toets X aan tot u wordt weergegeven op de temperatuurindicator.
^
Raak ter bevestiging de aan-uittoets aan.
^
U kunt nu instellen of de vergrende ling moet uitgeschakeld of ingescha keld zijn. Raak hiertoe de toets X aan. u0: de vergrendeling is uitgescha keld
u1: de vergrendeling is ingeschakeld u -: terug naar het menu.
De geselecteerde instelling brandt con stant en de nieuwe instelling knippert.
18
-
-
-
-
De juiste temperatuur
Bij het bewaren van levensmiddelen is de juiste temperatuurinstelling zeer be langrijk. Levensmiddelen bederven snel door de aanwezigheid van micro-orga nismen. Dat proces kan door de juiste bewaartemperatuur worden verhinderd of vertraagd. De temperatuur beïn vloedt de groeisnelheid van de micro­organismen. Hoe lager de temperatuur, hoe langzamer dit proces verloopt.
De temperatuur in het toestel stijgt
als u vaak en gedurende lange tijd
de toesteldeuren opent,
– hoe meer levensmiddelen er worden
bewaard,
– als de verse levensmiddelen warm
zijn,
– als de omgevingstemperatuur van
het toestel hoog is. Het toestel is geconstrueerd voor een bepaalde klimaatklasse (bereik van de kamertemperatuur) waarvan de onder- en bovengrens gerespecteerd moeten worden.
-
...indePerfectFresh-zone
In de PerfectFresh-zone wordt de tem peratuur automatisch geregeld tussen 0en2°C.
-
Temperatuur in de
-
PerfectFresh-zone instellen
Als u het toch wat warmer of kouder
­wenst, omdat u bijv. vis wenst te bewa
ren, dan kunt u de temperatuur wijzi gen.
Selecteer met de schakeltoets de
^
PerfectFresh-zone.
Het PerfectFresh-symbool licht geel op.
^ U kunt nu de temperatuur in de Per-
fectFresh-zone wijzigen. Raak hiertoe de toets X aan: U kunt kiezen uit de instellingswaarden b1tot b9:
b1: laagste temperatuur, b9: hoogste temperatuur.
Door het aanraken van de
toets X: daalt de temperatuur toets Y: stijgt de temperatuur.
-
-
Tijdens het instellen wordt de waarde knipperend weergegeven.
Volgende wijzigingen zijn in de tempe ratuurindicator merkbaar als u de toet sen aanraakt:
Eén keer aanraken: de laatst gekozen waarde wordt knipperend weergegeven.
-
-
19
De juiste temperatuur
Telkens als u de toets nogmaals aan
raakt: De instellingswaarde wordt in stap pen gewijzigd.
Uw vinger op de toets laten rusten:
De instellingswaarde wijzigt ononderbroken.
Ongeveer 5 seconden nadat u de laatste keer op de toets hebt gedrukt, geeft de temperatuurindicator automa tisch de effectieve instellingswaarde aan die momenteel in de PerfectFresh­zone heerst.
De instellingswaarden b1tot b9 komen overeen met bepaalde temperatuurbereiken. Ze stellen geen temperaturen voor!
De voorinstelling voor de tempera­tuur in de PerfectFresh-zone is b5. Bij een instelling van b1tot b4 wor­den eventueel temperaturen onder nul bereikt. Levensmiddelen kunnen bevriezen!
-
Automatische temperatuurverdeling (DynaCool)
...indevrieszone
-
Om verse levensmiddelen in te vriezen en ze langdurig te bewaren, is een tem peratuur van -18 °C vereist. Bij die tem peratuur komt de groei van micro-orga nismen in hoge mate tot stilstand. Zodra de temperatuur boven -10 °C stijgt, be gint de ontbinding door de micro-orga nismen. De levensmiddelen kunnen dan minder lang worden bewaard. Daarom
­mogen geheel of gedeeltelijk ontdooide
levensmiddelen pas opnieuw ingevroren worden, nadat ze verwerkt werden (ko ken of braden). Door de hoge temperatu ren worden de meeste micro-organismen gedood.
Temperatuur in de vrieszone instellen
^
Selecteer met de schakeltoets de vrieszone.
Het vriessymbool licht geel op.
-
-
-
-
-
-
-
Als de koeling van de PerfectFresh-zo ne inschakelt, schakelt het toestel auto matisch ook de ventilator in. Op die ma nier wordt de koelte gelijkmatig ver deeld in de PerfectFresh-zone, zodat de levensmiddelen allemaal ongeveer met dezelfde temperatuur worden ge koeld.
20
-
-
-
-
^
Stel nu de temperatuur in met de
­sensortoetsen ernaast.
Door het aanraken van de
toets X: daalt de temperatuur toets Y: stijgt de temperatuur.
Tijdens het instellen wordt de insteltemperatuur knipperend weerge geven.
-
De juiste temperatuur
Volgende wijzigingen zijn in de tempe ratuurindicator merkbaar als u de toet sen aanraakt:
Eén keer aanraken: de laatst
gekozen temperatuurwaarde wordt knipperend weergegeven.
Telkens als u de toets nogmaals aan
raakt: De temperatuurwaarde verandert in stappen van 1 °C.
Uw vinger op de toets laten rusten:
de temperatuurwaarde wijzigt ononderbroken. Wanneer de hoogste of laagste tem­peratuurwaarde is bereikt, gaat de toets X of Y uit.
Ongeveer 5 seconden nadat u de laatste keer op de toets hebt gedrukt, geeft de temperatuurindicator automa­tisch de gemiddelde effectieve tempe­ratuur aan die dan in de vrieszone heerst.
Als u de temperatuur hebt gewijzigd, controleert u de temperatuurindicator
na ca. 6 uur als er weinig voedsel in het toestel zit en na ca. 24 uur als het toestel volledig gevuld is. Pas dan is
de gekozen temperatuur werkelijk inge steld. Als de temperatuur na die tijd nog te hoog of te laag is, stelt u de tem peratuur opnieuw in.
Mogelijke instelwaarden voor de temperatuur
De temperatuur in de vrieszone kan van
-14 °C tot -28 °C ingesteld worden.
Het bereiken van de laagste tempera tuur is afhankelijk van de opstelplaats en van de omgevingstemperatuur. Bij
-
-
-
een hoge omgevingstemperatuur kan de laagste temperatuur niet altijd wor den bereikt.
Temperatuurindicator
De temperatuurindicator op het bedie ningspaneel geeft tijdens normale wer
-
king de temperatuur aan in het midden van de PerfectFresh-zone of de warm ste plaats in de vrieszone.
De lichtsterkte van de temperatuur indicator wijzigen
U kunt de lichtsterkte van de tempera­tuurindicator aanpassen aan de lichtverhoudingen van de omgeving.
^ Raak de toets X aan en laat uw vin-
ger erop rusten.
^
Terwijl uw vinger op de toets X rust,
­raakt u één keer de aan-uittoets aan.
-
^
Hou uw vinger nog 5 seconden op de toets X tot c wordt weergegeven op de temperatuurindicator.
^
Raak opnieuw zo vaak de toets X aan tot d wordt weergegeven op de temperatuurindicator.
^
Raak ter bevestiging de aan-uittoets aan.
-
-
-
-
-
21
De juiste temperatuur
U kunt nu de lichtsterkte van de tem
^
peratuurindicator wijzigen. Raak hier toe de toets X aan:
d0: maximale lichtsterkte d1: verminderde lichtsterkte d -: terug naar het menu.
-
-
De geselecteerde instelling brandt con stant en de nieuwe instelling knippert.
Nadat u een nieuwe instelling hebt
^
gekozen, raakt u ter bevestiging de aan-uittoets aan.
Raak zo vaak de toets X aan tot c
^
wordt weergegeven op de tempera tuurindicator.
^ Raak de aan-uittoets aan.
U hebt de instelmodus verlaten.
-
-
22
Waarschuwingssignaal
Het toestel is voorzien van een waar schuwingssysteem, zodat de tempera tuur in het toestel niet ongemerkt kan stijgen en om energieverlies te ver mijden als de deuren open blijven staan.
Waarschuwingssysteem in
-
-
-
schakelen
Het waarschuwingssysteem is altijd au tomatisch actief. Het moet niet extra worden ingeschakeld.
Temperatuuralarm
Als de temperatuur in een te warm tem­peratuurbereik komt, weerklinkt een waarschuwingssignaal.
De uitschakeltoets voor het waarschu­wingssignaal knippert rood en het vriessymbool knippert.
Het geluidssignaal en de visuele signa­len worden bijvoorbeeld weergegeven
als bij het herschikken en uitnemen van ingevroren levensmiddelen te veel warme kamerlucht binnen stroomt,
-
Temperatuuralarm vroeger uit
-
schakelen
Als het waarschuwingssignaal u stoort, kunt u het vroeger uitschakelen.
Raak de uitschakeltoets voor het
^
­waarschuwingssignaal aan.
Het waarschuwingssignaal wordt uit geschakeld. De uitschakeltoets voor het waar schuwingssignaal en het symbool van de temperatuurzone in kwestie blijven knipperen tot de alarmtoe­stand is beëindigd.
Als de temperatuur gedurende langere tijd warmer was dan -18 °C, gaat u na of de ingevroren levens­middelen gedeeltelijk of volledig ont­dooid zijn. In dit geval dient u deze levensmiddelen zo snel mogelijk te verbruiken!
-
-
-
als u een grote hoeveelheid levens middelen invriest,
na een stroomonderbreking.
Zodra de alarmtoestand beëindigd is, stopt het waarschuwingssignaal en gaan de visuele signalen uit.
-
23
Waarschuwingssignaal
Deuralarm
Als de toesteldeuren langer dan ca. 2 minuten open blijven staan, weerklinkt een waarschuwingssignaal.
De uitschakeltoets voor het waarschu wingssignaal licht rood op en het sym bool van de temperatuurzone waarvan de deur open staat knippert.
Zodra de deur wordt gesloten, stopt het waarschuwingssignaal en gaan de visuele signalen uit.
-
-
Deuralarm vroeger uitscha­kelen
Als de deur geopend is en het waar­schuwingssignaal u stoort, kunt u het vroeger uitschakelen.
^ Raak de uitschakeltoets voor het
waarschuwingssignaal aan. Het waarschuwingssignaal wordt uit geschakeld. De uitschakeltoets voor het waar schuwingssignaal blijft branden en het symbool het symbool van de tem peratuurzone waarvan de deur open staat blijft knipperen tot de deur wordt gesloten.
-
-
-
24
Super koelen en Superfrost gebruiken
Super koelen
Met de functie "Super koelen" wordt de hele PerfectFresh-zone zeer snel op de koudste waarde afgekoeld (afhankelijk van de kamertemperatuur).
Super koelen inschakelen
De functie "Super koelen" is vooral aan te bevelen als u grote hoeveelheden verse levensmiddelen of dranken snel wenst af te koelen.
^ Selecteer met de schakeltoets de
PerfectFresh-zone.
Het PerfectFresh-symbool licht geel op.
^
Raak de toets voor "Super koelen" aan, zodat deze geel oplicht.
De temperatuur in het toestel daalt, doordat het toestel nu werkt met het maximale koelvermogen.
Super koelen uitschakelen
De functie "Super koelen" schakelt zich automatisch na ca. 6 uur uit. Het toestel werkt weer met het normale koelvermo gen.
Om energie te sparen, kunt u de functie "Super koelen" zelf uitschakelen zodra de levensmiddelen of dranken koud ge noeg zijn.
^ Selecteer met de schakeltoets de
PerfectFresh-zone.
Het PerfectFresh-symbool licht geel op.
^ Raak de toets voor "Super koelen"
aan, zodat deze nog slechts lichtgeel is.
De koeling van het toestel werkt weer met het normale vermogen.
-
-
25
Super koelen en Superfrost gebruiken
Functie Superfrost
Om verse levensmiddelen optimaal in te vriezen, dient u eerst de functie "Su perfrost" in te schakelen.
Op die manier worden de levensmid delen snel doorvroren en blijven de voedingswaarde, de vitamines, het ui terlijk en de smaak behouden.
Uitzonderingen:
Als u reeds ingevroren levensmid
delen in het toestel plaatst.
Als u dagelijks slechts maximaal 2 kg
levensmiddelen plaatst.
Superfrost inschakelen
De functie "Superfrost" dient u 6 uur vooraf in te schakelen. Pas daarna
plaatst u de levensmiddelen die u wilt invriezen. Als u het maximale invries-
vermogen wenst te gebruiken, dient u 24 uur vooraf de functie "Superfrost" in
te schakelen!
-
-
-
De temperatuur in de vrieszone daalt, doordat het toestel nu in de vrieszone werkt met het hoogst mogelijke koelver
­mogen.
Superfrost uitschakelen
De functie "Superfrost" schakelt auto matisch na ca. 30 tot 65 uur uit, afhan kelijk van de hoeveelheid geplaatste levensmiddelen. Het toestel werkt weer met het normale, energiebesparende koelvermogen.
Om energie te besparen, kunt u de functie "Superfrost" zelf uitschakelen zo dra er een constante temperatuur van minstens -18 °C in de vrieszone is be­reikt.
^ Selecteer met de schakeltoets de
vrieszone.
-
-
-
-
-
^
Selecteer met de schakeltoets de vrieszone.
Het vriessymbool licht geel op.
^
Raak de toets voor "Superfrost" aan, zodat die geel oplicht.
26
Het vriessymbool licht geel op.
^
Raak de toets voor "Superfrost" aan, zodat deze nog slechts lichtgeel is.
De koeling van het toestel werkt weer met het normale vermogen.
Loading...
+ 58 hidden pages