Miele KFN 12943 SD edt, KFN 12943 SD cs User Manual [nl]

Gebruiksaanwijzing en montagehandleiding
Koel-vriescombinatie met NoFrost-systeem en DynaCool KFN 12943 SD edt/cs
Lees in elk geval de ge­bruiksaanwijzing voor u het toestel opstelt, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan het toestel.
nl-BE
M.-Nr. 09 435 770
Inhoud
Beschrijving van het toestel .........................................4
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu ...........................6
Opmerkingen omtrent uw veiligheid ..................................7
Hoe kunt u energie besparen? ......................................16
Toestel in- en uitschakelen .........................................18
Koelzone afzonderlijk uitschakelen .................................19
Bij langdurige afwezigheid ..........................................19
De juiste temperatuur .............................................20
...indekoelzone .................................................20
...indevrieszone.................................................20
Temperatuur instellen ..............................................20
Temperatuurindicator ..............................................21
Mogelijke temperatuurinstellingen ..................................21
Waarschuwingssysteem ...........................................23
Temperatuuralarm..................................................23
Deuralarm........................................................23
Superfrost en DynaCool gebruiken ..................................24
Functie Superfrost .................................................24
DynaCool m .....................................................25
Levensmiddelen in de koelzone bewaren .............................26
Verschillende koelgedeelten .........................................26
Levensmiddelen die zeker niet gekoeld mogen worden....................27
Waarop moet u letten wanneer u levensmiddelen koopt ...................28
Levensmiddelen juist bewaren .......................................28
Fruit en groenten................................................28
Levensmiddelen die rijk zijn aan eiwitten .............................28
De binnenruimte indelen ...........................................29
De legplaten verplaatsen............................................29
Tweedelige legplaat ...............................................29
Opdienset/flessenrek verplaatsen .....................................30
Universele box ....................................................30
De flessenhouder verschuiven .......................................31
Invriezen en bewaren..............................................32
Maximaal invriesvermogen ..........................................32
Wat gebeurt er als verse levensmiddelen worden ingevroren? ..............32
2
Inhoud
Zelf levensmiddelen invriezen ........................................33
Tips voor het invriezen ...........................................33
Verpakken.....................................................33
Voor u levensmiddelen in het toestel legt.............................34
Levensmiddelen in het toestel leggen ...............................34
Grote levensmiddelen in het toestel leggen .............................34
Vrieskalender .....................................................35
Ingevroren levensmiddelen ontdooien .................................35
IJsblokjes maken ..................................................36
Drank snel koelen .................................................36
Automatisch ontdooien............................................37
Reiniging en onderhoud ...........................................38
Binnenruimte, toebehoren ...........................................39
Toesteldeuren, zijwanden ...........................................40
Ventilatieopeningen ................................................41
Deurdichting .....................................................41
Achterzijde - metalen rooster.........................................41
Wat gedaan als...?..............................................42
Waar bepaalde geluiden vandaan komen .............................45
Service After Sales/garantie ........................................46
Duur en voorwaarden van de garantie ...............................46
Gegevens voor testinstellingen .....................................47
Elektrische aansluiting ............................................48
Opstelinstructies .................................................49
Opstelplaats......................................................49
Klimaatklasse ..................................................49
Luchttoevoer en -afvoer.............................................50
Toestel met bijgeleverde wandafstandhouders ..........................50
Toestel opstellen ..................................................50
Toestel nivelleren ..................................................51
................................................................51
Toesteldeur ondersteunen...........................................51
De draairichting van de deuren veranderen ...........................53
Toesteldeuren uitlijnen ............................................59
Het toestel inbouwen..............................................60
3
Beschrijving van het toestel
a Inschakeltoets voor het inschakelen
van het complete toestel en aan-uittoets voor het afzonderlijk in- en uitschakelen van de koelzone
b Toets en controlelampje voor de
dynamische koeling ("DynaCool")
c Toets voor het instellen van de
temperatuur in de koelzone
d Temperatuurindicator voor de
koelzone
e Temperatuurindicator voor de
vrieszone
f Toets voor het instellen van de
temperatuur in de vrieszone
g Toets en controlelampje voor
"Superfrost"
h Uitschakeltoets voor het
waarschuwingssignaal en waarschuwingscontrolelampje
i Hoofdtoets voor het in- en
uitschakelen van het complete toestel
4
a Ventilator
b Binnenverlichting
c Boter- en kaasvak
d Eierhouder/opdienset
e Legplaat
f Gootje en
afvoeropening voor het dooiwater
g Fruit- en groentebakken
h Flessenhouder
i Flessenrek
j Vriesladen met vrieskalender
Beschrijving van het toestel
5
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu
Recycleerbare verpakking
De verpakking behoedt het toestel voor transportschade. Er werd materiaal gekozen dat door het milieu wordt verdragen en opnieuw kan worden benut.
Door de verpakking weer in kringloop te brengen, wordt er grondstof gespaard en verkleint de afvalberg. Geef deze stoffen dus niet met het gewone vuilnis mee. Breng ze liever naar het dichtstbijzijnde gemeentelijk containerpark. Waar u dat vindt, komt u zeker bij uw gemeentebestuur aan de weet.
Het afdanken van het apparaat
Oude elektrische en elektronische apparaten bevatten vaak nog waardevolle materialen. Ze bevatten echter ook schadelijke stoffen die voor het functioneren en de veiligheid van het apparaat nodig waren. Als u het apparaat bij het gewone afval doet of bij verkeerde behandeling kunnen deze stoffen schadelijk zijn voor de gezondheid en het milieu. Verwijder het afgedankte apparaat dan ook nooit met het gewone afval.
Bij de aankoop van uw nieuw toestel heeft u een bijdrage betaald. Die wordt volledig gebruikt voor de toekomstige recyclage van dat toestel. Dat bevat trouwens nog waardevol materiaal. Door te recycleren wordt er dan ook minder verspild en vervuild.
Als u vragen heeft omtrent het afdanken van uw oud toestel, neem dan contact op met
– de handelaar bij wie u het kocht
of
– de firma Recupel,
telefoon 02 706 86 10, website: www.recupel.be
of
uw gemeentebestuur als u uw toestel naar een containerpark brengt.
Zorg er ook voor dat het toestel intussen kindveilig wordt bewaard voor u het laat wegbrengen.
6
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Dit toestel voldoet aan de voorgeschreven veiligheidsvoorschriften. Door ondeskundig gebruik kunnen gebruikers echter letsel oplopen en kan er schade optreden aan het toestel.
Lees deze gebruiks- en montageaanwijzing daarom eerst aandachtig door voordat u het toestel in gebruik neemt. U vindt er belangrijke opmerkingen omtrent opstelling, veiligheid, gebruik en onderhoud. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan het toestel.
Miele is niet aansprakelijk voor schade die ontstaan is doordat deze opmerkingen niet in acht werden genomen.
Bewaar de gebruiks- en montageaanwijzing en geef ze door aan wie het toestel eventueel na u gebruikt!
Juist gebruik
Dit toestel is bedoeld voor gebruik in het huishouden en in
~
gelijkaardige omgevingen. Dit toestel is niet bestemd voor gebruik buiten.
Gebruik het toestel uitsluitend in huishoudelijke context voor het
~
koelen en bewaren van levensmiddelen, het bewaren van diepvriesproducten, het invriezen van verse levensmiddelen en het maken van ijsblokjes. Gebruik voor andere doeleinden is niet toegelaten.
7
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Het toestel is niet geschikt voor het bewaren en koelen van
~
geneesmiddelen, bloedplasma, laboratoriumpreparaten of andere gelijkaardige stoffen of producten die ten grondslag liggen aan de EU-richtlijn 93/42/EEG betreffende medische hulpmiddelen. Verkeerd gebruik van het toestel kan leiden tot aantasting of bederf van de bewaarde producten. Bovendien is het toestel niet geschikt voor gebruik in explosiegevaarlijke omgevingen. Miele is niet verantwoordelijk voor schade die wordt veroorzaakt door een ander gebruik dan wat hier wordt vermeld of door foutieve bediening.
Personen die door hun fysieke, zintuiglijke of geestelijke
~
mogelijkheden of hun onervarenheid of gebrek aan kennis niet in staat zijn dit toestel veilig te bedienen, moeten bij de bediening in het oog worden gehouden. Deze personen mogen het toestel zonder toezicht bedienen, maar alleen wanneer hun de bediening van het toestel zo uitgelegd is dat ze het veilig kunnen bedienen. Ze moeten de eventuele risico's van een foutieve bediening kunnen beseffen en begrijpen.
Kinderen in het huishouden
Kinderen jonger dan acht jaar moeten uit de buurt van het toestel
~
worden gehouden, tenzij ze constant in het oog worden gehouden.
Kinderen vanaf acht jaar mogen het toestel zonder toezicht
~
bedienen, maar alleen wanneer hun de bediening ervan zo uitgelegd is dat ze het toestel veilig kunnen bedienen. Ze moeten de eventuele risico's van een foutieve bediening kunnen beseffen en begrijpen.
Kinderen mogen het toestel niet zonder toezicht reinigen of
~
onderhouden.
Hou kinderen die in de buurt van het toestel komen in het oog.
~
Laat kinderen nooit met het toestel spelen.
8
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Gevaar voor verstikking! Spelende kinderen kunnen zich wikkelen
~
in verpakkingsmateriaal (bijv. folies) of het over hun hoofd trekken en daardoor verstikken. Hou kinderen uit de buurt van verpakkingsmateriaal.
Technische veiligheid
Controleer vóórdat het toestel wordt geplaatst, of het toestel aan de
~
buitenkant zichtbaar beschadigd is. Is dat het geval, neem het toestel dan in geen geval in gebruik. Een beschadigd toestel kan uw veiligheid in gevaar brengen!
Is de aansluitkabel beschadigd, laat deze dan vervangen door een
~
vakman of vakvrouw die door Miele erkend is. Zo vermijdt u risico's voor wie het toestel gebruikt.
Dit toestel bevat het koelmiddel isobutaan (R600a), een natuurlijk
~
gas dat het milieu weinig belast, maar wel brandbaar is. Het is niet schadelijk voor de ozonlaag en draagt niet bij tot het broeikaseffect. Het gebruik van dit milieuvriendelijke koelmiddel veroorzaakt wel een lichte verhoging van het werkingsgeluid. Naast werkingsgeluiden van de compressor kunnen er ook stromingsgeluiden te horen zijn die afkomstig zijn van het koelcircuit. Deze effecten zijn jammer genoeg niet te vermijden, maar hebben geen invloed op de prestaties van het toestel. Let er bij het transporteren en het opstellen van het toestel op dat geen enkel onderdeel van het koelcircuit beschadigd raakt. Wegspattend koelmiddel kan tot oogletsels leiden! Bij beschadiging:
Vermijd open vuur of ontstekingsbronnen,
trek de stekker uit het stopcontact,
verlucht het vertrek waarin het toestel staat gedurende enkele minuten, en
neem contact op met de dienst Herstellingen aan huis van Miele.
9
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Hoe meer koelmiddel er in een toestel zit, hoe groter de ruimte
~
moet zijn waarin het toestel wordt opgesteld. Bij een eventueel lek kan er in een te kleine ruimte een brandbaar mengsel van gas en lucht ontstaan. Per 8 g koelmiddel moet het vertrek minstens 1 m hoeveelheid koelmiddel is aangegeven op het typeplaatje in het toestel.
Een veilige werking van het toestel is alleen dan gewaarborgd als
~
het toestel overeenkomstig de gebruiksaanwijzing gemonteerd en aangesloten werd.
Voordat u het toestel aansluit, dient u eerst de aansluitgegevens
~
(spanning en frequentie) op het typeplaatje met die van het elektriciteitsnet te vergelijken. Deze gegevens dienen absoluut overeen te stemmen. Anders treedt er schade op aan uw toestel. Vraag bij twijfel inlichtingen aan een elektricien.
3
groot zijn. De
Gebruik uit veiligheidsoverwegingen geen verlengkabels of
~
stopcontactenblokken om het toestel aan te sluiten. Die bieden niet voldoende veiligheidsgaranties. Er bestaat onder andere gevaar voor oververhitting.
De elektrische veiligheid van dit toestel wordt enkel gewaarborgd
~
als het wordt aangesloten op een volgens de voorschriften geïnstalleerd aardsysteem. Het is heel belangrijk dat aan deze fundamentele veiligheidsvoorwaarde is voldaan. Laat de elektrische installatie in uw woning bij twijfel door een elektricien controleren. De fabrikant kan niet aansprakelijk gesteld worden voor schade die werd veroorzaakt doordat de aardleiding onderbroken was of gewoon ontbrak. Er bestaat in dat geval onder andere gevaar voor elektrische schokken.
10
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Installatie-, onderhouds- en herstellingswerken mogen alleen
~
worden uitgevoerd door vakmensen die door de fabrikant erkend zijn. Door ondeskundig uitgevoerde installatie-, onderhouds- of herstellingswerken kunnen er voor de gebruiker aanzienlijke risico's ontstaan waarvoor de fabrikant niet aansprakelijk kan worden gesteld.
Laat u het toestel tijdens de garantieperiode herstellen, dan mag
~
dat enkel gebeuren door een technicus die door de fabrikant erkend is. Anders is er bij schade achteraf geen aanspraak meer op garan tie.
Tijdens installatie-, onderhouds- en herstellingswerken moet het
~
toestel van het elektriciteitsnet losgekoppeld zijn. Het toestel is pas stroomloos indien aan een van deze voorwaarden werd voldaan:
– De stekker van het toestel is uitgetrokken.
Trek daarbij niet aan de kabel, wel aan de stekker.
-
– De desbetreffende zekering in de zekeringkast is uitgeschakeld.
Laat defecte onderdelen enkel vervangen door originele
~
Miele-wisselstukken. Enkel dan bent u zeker dat ze ten volle voldoen aan de eisen die Miele qua veiligheid stelt.
Dit toestel mag niet op niet-vaste plaatsen (bijv. op een schip)
~
worden gebruikt.
11
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Veilig gebruik
Raak bevroren levensmiddelen niet met natte handen aan. Uw
~
handen zouden kunnen vastvriezen. U kunt zich verwonden!
Neem nooit ijsblokjes en ijslolly's, met name waterijsjes, in de
~
mond als u ze net uit de vrieszone hebt gehaald. Door de zeer lage temperatuur van de bevroren levensmiddelen kunnen uw lippen of tong vastvriezen. U kunt zich verwonden!
Gedeeltelijk of volledig ontdooide levensmiddelen mogen niet
~
opnieuw worden ingevroren. Verbruik deze levensmiddelen zo snel mogelijk, want de levensmiddelen verliezen hun voedingswaarde en bederven. Ontdooide levensmiddelen kunt u opnieuw invriezen nadat u ze hebt gekookt of gebraden.
Bewaar geen explosieve stoffen of producten met brandbare
~
drijfgassen (bijv. spuitbussen) in het toestel. Als de thermostaat wordt ingeschakeld, kunnen er vonken ontstaan. Die kunnen ontvlambare mengsels tot ontploffing brengen.
Gebruik geen elektrische toestellen in het toestel (bijv. om softijs
~
te maken). Er kunnen vonken ontstaan. Ontploffingsgevaar!
Plaats dranken met een hoog alcoholpercentage enkel rechtop
~
en goed afgesloten in de koelzone. Ontploffingsgevaar!
Bewaar geen blikjes en flessen met koolzuurhoudende dranken
~
of vloeistoffen die kunnen bevriezen in de vrieszone. De blikjes of flessen kunnen uit elkaar springen. U kunt zich verwonden en er kan schade ontstaan!
Als u flessen snel in de vrieszone wenst te koelen, moet u ze
~
uiterlijk na één uur weer uit de vrieszone halen. De flessen kunnen ontploffen. U kunt zich verwonden en er kan schade ontstaan!
12
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Als u levensmiddelen eet die te lang bewaard werden, bestaat er
~
gevaar voor voedselvergiftiging. De bewaarduur is afhankelijk van diverse factoren, zoals de versheid en kwaliteit van de levensmiddelen en de temperatuur waarop ze worden bewaard. Hou rekening met de bewaarinstructies en de verbruikstermijnen van de fabrikant van de levensmiddelen!
Gebruik geen voorwerpen met scherpe punt of rand om
~
rijm- en ijslagen te verwijderen,
vastgevroren bakjes voor ijsblokjes en levensmiddelen los te
wrikken.
Als u dat doet, beschadigt u de koelelementen en functioneert het toestel niet meer correct.
Plaats nooit elektrische verwarmingstoestellen of kaarsen in het
~
toestel om het te ontdooien. De kunststof zou beschadigd raken.
Gebruik geen ontdooisprays of producten om ijs te verwijderen.
~
Die kunnen immers explosieve gassen vormen, ze kunnen oplosmiddelen of drijfgassen bevatten die de kunststof aantasten of ze kunnen de gezondheid schaden.
Gebruik voor het ontdooien en reinigen van het toestel in geen
~
geval een stoomreiniger. Stoom kan in aanraking komen met onderdelen van het toestel die onder spanning staan en zo een kortsluiting veroorzaken.
Behandel de deurdichting niet met olie of vet.
~
Daardoor wordt de deurdichting na verloop van tijd poreus.
13
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Als u in het toestel of in de deur vet- of oliehoudende
~
levensmiddelen bewaart, dient u ervoor te zorgen dat eventueel uitlopend vet of uitlopende olie niet in contact komt met de kunststofonderdelen. Er kunnen spanningsscheuren in de kunststof ontstaan, zodat die barst of scheurt.
Dek de ventilatieopeningen van het toestel niet af.
~
Als deze openingen afgedekt zijn, kan er geen goede luchtcirculatie plaatsvinden. Het stroomverbruik stijgt en schade aan onderdelen kan niet worden uitgesloten.
Het toestel is geconstrueerd voor een bepaalde klimaatklasse
~
(bereik van de kamertemperatuur) waarvan de onder- en bovengrens moeten worden gerespecteerd. De klimaatklasse is vermeld op het typeplaatje aan de binnenzijde van het toestel. Een te lage kamertemperatuur heeft tot gevolg dat de compressor gedurende een lange tijd stilstaat, zodat het toestel de vereiste temperatuur niet kan aanhouden.
Voor roestvrijstalen toestellen geldt het volgende:
Kleef nooit herkleefbare notes (post-its), doorzichtige plakband,
~
ondoorzichtige plakband of andere kleefmiddelen op het gecoate oppervlak van de deur. De coating zou daardoor beschadigd raken en haar beschermende werking tegen vuil verliezen.
De hoogwaardige oppervlaktecoating van de deur is gevoelig
~
voor krassen. Zelfs koelkastmagneten kunnen krassen veroorzaken.
14
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Wat met een afgedankt toestel?
Vernietig het deurslot van uw toestel als u het afdankt.
~
Op die manier voorkomt u dat spelende kinderen zich in het toestel opsluiten, wat levensgevaarlijk kan zijn.
Beschadig geen onderdelen van het koelcircuit, bijv. door
~
koelmiddelkanalen van het verdampsysteem open te prikken,
buizen te knikken,
oppervlaktecoatings weg te krabben,
Wegspattend koelmiddel kan tot oogletsels leiden.
15
Hoe kunt u energie besparen?
Normaal energieverbruik Verhoogd energieverbruik
Opstellen/wachten In een verluchte ruimte. In een gesloten,
niet-verluchte ruimte.
Thermostaatinstel ling
Beschermd tegen rechtstreekse zonnestralen.
Niet naast een warmtebron (verwarmingselement, fornuis).
Bij een ideale kamertemperatuur van ongeveer 20 °C.
Dek de luchttoevoeropeningen niet af. Verwijder regelmatig het stof van de luchttoevoeropeningen.
Verwijder minstens 1 keer per jaar het stof van de compressor en het metalen rooster (warmtewisselaar) aan de achterzijde van het toestel.
-
Koelzone 4 tot 5 °C Vrieszone -18 °C
Bij rechtstreekse zonnestralen.
Naast een warmtebron (verwarmingselement, fornuis).
Bij een hogere omgevingstemperatuur.
Als de luchttoevoeropeningen afgedekt zijn of onder het stof zitten.
Wanneer er zich stof heeft opgehoopt op de compressor en het metalen rooster (warmtewisselaar).
Bij een hoge instelling: Hoe lager de temperatuur in de zones, hoe hoger het energieverbruik!
16
Hoe kunt u energie besparen?
Normaal energieverbruik Verhoogd energieverbruik
Gebruik Laat de schuifladen, legplaten
en rekken zoals ze waren toen het toestel werd geleverd.
Open de deur alleen indien nodig en altijd zo kort mogelijk.
Schik de levensmiddelen in het toestel.
Neem een koeltas mee wanneer u boodschappen doet en leg de levensmiddelen snel in het toestel.
Plaats levensmiddelen die u uit het toestel haalt altijd zo snel mogelijk terug, voordat ze te veel opwarmen.
Laat warme gerechten en dranken eerst buiten het toestel afkoelen.
Plaats levensmiddelen goed verpakt of goed afgedekt in het toestel.
Als u de deur vaak en langdurig opent, treedt er koudeverlies op en stroomt er warme omgevingslucht naar binnen. Het toestel probeert te koelen en de compressor werkt langdurig.
Warme gerechten en levensmiddelen die opgewarmd zijn tot buitentemperatuur, brengen warmte in het toestel. Het toestel probeert te koelen en de compressor werkt langdurig.
Wanneer vloeistoffen in de koelzone verdampen en condenseren, leidt dat tot verlies van het koelvermogen.
Leg ingevroren producten in de koelzone om ze te ontdooien.
Doe de vakken niet te vol zodat de lucht kan circuleren.
17
Toestel in- en uitschakelen
Vóór het eerste gebruik
Beschermfolie
De roestvrijstalen lijsten op de rekken en legplaten zijn van een folie voorzien om ze bij het transport te beschermen. Bij een roestvrijstalen toestel zijn de roestvrijstalen deur en eventueel ook de zijwanden voorzien van een beschermfolie.
Trek de beschermfolie pas weg
^
nadat u het toestel op zijn plaats hebt opgesteld.
Reiniging
^ Reinig de binnenruimte en het
toebehoren. Gebruik daarvoor lauw water. Wrijf daarna alles droog met een doek.
Toestel inschakelen
Met de hoofdtoets rechts kunt u de koelzone en de vrieszone tegelijk inschakelen. Dit is ook mogelijk via de inschakeltoets links.
Druk rechts op de hoofdtoets.
^
De temperatuurindicator voor de koelzone geeft de ingestelde temperatuur weer. De temperatuurindicator voor de vrieszone en het waarschuwingscontrolelampje knipperen tot de temperatuur in de vrieszone koud genoeg is.
Het toestel begint te koelen en de binnenverlichting in de koelzone gaat aan wanneer de deur wordt geopend.
Om zeker te zijn dat de temperatuur laag genoeg is, dient u het toestel enkele uren te laten voorkoelen voordat u voor het eerst levensmiddelen in het toestel plaatst. Pas wanneer de temperatuur in de vrieszone laag genoeg is (minstens
-18 °C) plaatst u levensmiddelen in de vrieszone.
18
Toestel in- en uitschakelen
Toestel uitschakelen
Druk rechts zo lang op de hoofdtoets
^
tot de beide temperatuurindicatoren uitgaan.
De binnenverlichting gaat uit. De koeling is uitgeschakeld.
Koelzone afzonderlijk uitschakelen
U kunt de koelzone afzonderlijk uitschakelen terwijl de vrieszone ingeschakeld blijft. Dit is bijv. interessant wanneer u op vakantie bent.
^ Druk links zo lang op de aan-uittoets
voor de koelzone tot de temperatuurindicator voor de koelzone dooft.
Bij langdurige afwezigheid
Als u het toestel gedurende lange tijd niet gebruikt, gaat u als volgt te werk:
schakel het toestel uit,
^
trek de stekker uit of schakel de
^
desbetreffende zekering in uw zekeringenkast uit,
reinig het toestel en
^
laat de toesteldeuren op een kier
^
staan om geurvorming te vermijden.
Als het toestel bij langdurige afwezigheid wordt uitgeschakeld maar niet gereinigd, bestaat er gevaar voor schimmelvorming als de deuren gesloten blijven.
De binnenverlichting gaat uit. De koelzone is uitgeschakeld.
De temperatuurindicator voor de vrieszone blijft aan.
Koelzone weer inschakelen
^
Druk links opnieuw op de aan-uit toets.
De temperatuurindicator voor de koelzone gaat aan. De koelzone begint te koelen en de binnenverlichting wordt ingeschakeld wanneer de deur wordt geopend.
-
19
De juiste temperatuur
Bij het bewaren van levensmiddelen is een juiste temperatuurinstelling zeer belangrijk. Levensmiddelen bederven snel door de aanwezigheid van micro-organismen. Dat proces kan door de juiste bewaartemperatuur worden verhinderd of vertraagd. De temperatuur beïnvloedt de groeisnelheid van de micro-organismen. Hoe lager de temperatuur, hoe langzamer dit proces verloopt.
De temperatuur in het toestel stijgt
als u vaak en gedurende lange tijd
de toesteldeur opent,
– hoe meer levensmiddelen er worden
bewaard,
– als de verse levensmiddelen warm
zijn,
– als de omgevingstemperatuur van
het toestel hoog is. Het toestel is geconstrueerd voor een bepaalde klimaatklasse (bereik van de kamertemperatuur) waarvan de onder- en bovengrens moeten worden gerespecteerd.
...indekoelzone
We raden een koeltemperatuur van
5°Caan in het midden van het toestel.
...indevrieszone
Om verse levensmiddelen in te vriezen en ze langdurig te bewaren, is een temperatuur van -18 °C vereist. Bij die temperatuur komt de groei van micro-organismen in hoge mate tot stilstand. Zodra de temperatuur boven
-10 °C stijgt, begint de ontbinding door de micro-organismen. De levensmiddelen kunnen dan minder lang worden bewaard. Daarom mogen geheel of gedeeltelijk ontdooide levensmiddelen pas opnieuw worden ingevroren nadat u ze hebt verwerkt (door ze te koken of braden). Door de hoge temperaturen worden de meeste micro-organismen gedood.
Temperatuur instellen
De temperatuur voor de koel- en vrieszone kunt u instellen met de toets voor het instellen van de temperatuur.
^
Druk zo vaak op de toets voor het instellen van de temperatuur tot de gewenste temperatuur op de temperatuurindicator wordt weergegeven.
20
De eerste keer dat u erop drukt, wordt de temperatuur die u het laatst hebt ingesteld, knipperend weergegeven.
Bij het instellen wijzigt de temperatuur in stijgende zin. Als de hoogste instelling is bereikt, keert de temperatuurindicator terug naar de laagste instelling.
Loading...
+ 44 hidden pages