PerfectFresh-zone,
NoFrost-systeem
en DynaCool
KFN 12927 SD edt
Lees in elk geval de gebruiksaanwijzing voor u het toestel opstelt,
installeert en in gebruik neemt.
Dat is veiliger voor uzelf en
u voorkomt schade aan het toestel.
nl-BE
M.-Nr. 07 807 120
Inhoud
Beschrijving van het toestel .........................................4
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu ...........................6
Opmerkingen omtrent uw veiligheid ..................................7
Hoe kunt u energie besparen? ......................................12
Toestel in- en uitschakelen .........................................13
Het toestel inbouwen..............................................53
Beschrijving van het toestel
a Inschakeltoets voor het inschakelen
van het complete toestel en
aan-uittoets voor het afzonderlijk inen uitschakelen van de koelzone
b Toets voor het instellen van de tem
peratuur in de koelzone
c Temperatuurindicator voor de koel-
zone
d Temperatuurindicator voor de vries
zone
e Toets voor het instellen van de tem
peratuur in de vrieszone
-
f Toets en controlelampje voor
"Superfrost"
g Uitschakeltoets voor het waarschu-
wingssignaal en
waarschuwingscontrolelampje
h Hoofdtoets voor het in- en
uitschakelen van het complete toestel
-
-
4
a Ventilator
b Boter- en kaasvak
c Binnenverlichting
d Rek/eierhouder
e Flessenrek
f Legplaat
g Flessenrek
h Gootje en
afvoeropening voor het dooiwater
i Droog vak van de PerfectFresh-zone
j Regelaar voor het instellen van de
luchtvochtigheid in het vochtige vak
k Vochtig vak van de PerfectFresh-
zone
Beschrijving van het toestel
l Vriesladen
5
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu
Recycleerbare verpakking
De verpakking behoedt het toestel voor
transportschade. Er werd materiaal ge
kozen dat door het milieu wordt verdra
gen en opnieuw kan worden benut.
Door de verpakking weer in kringloop
te brengen, wordt er grondstof ge
spaard en verkleint de afvalberg. Geef
deze stoffen dus niet met het gewone
vuilnis mee. Breng ze liever naar het
dichtstbijzijnde gemeentelijk container
park. Waar u dat vindt, komt u zeker bij
uw gemeentebestuur aan de weet.
-
Berging van uw oud toestel
Bij de aankoop van uw nieuw toestel
heeft u een bijdrage betaald. Die wordt
volledig gebruikt voor de toekomstige
recyclage van dat toestel. Dat bevat
trouwens nog waardevol materiaal.
Door te recycleren wordt er dan ook
minder verspild en vervuild.
Als u vragen heeft omtrent het af
danken van uw oud toestel, neem dan
contact op met
-
– de handelaar bij wie u het kocht
of
– de firma Recupel,
telefoon 02 706 86 10,
website: www.recupel.be
-
of
–
uw gemeentebestuur als u uw toestel
naar een containerpark brengt.
Zorg ervoor dat de buisleidingen van
de compressor geen schade oplopen
voordat het toestel terdege wordt
geborgen. Zo vermijdt u dat er koelmid
del uit het koelcircuit of olie uit de com
pressor in het milieu terechtkomt.
Zorg er ook voor dat het toestel kinder
veilig wordt bewaard voor u het laat
wegbrengen.
6
-
-
-
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Dit toestel voldoet aan de voorge
schreven veiligheidsvoorschriften.
Door ondeskundig gebruik kunnen
gebruikers echter letsel oplopen en
kan er schade optreden aan het toe
stel.
Voor u het toestel in gebruik neemt,
moet u de gebruiksaanwijzing aan
dachtig lezen. U vindt er belangrijke
opmerkingen omtrent de plaatsing,
de installatie, het gebruik en het on
derhoud van uw toestel. Dat is vei
liger voor uzelf en u voorkomt scha
de aan het toestel.
Bewaar de gebruiksaanwijzing en
geef ze door aan wie het toestel
eventueel na u gebruikt.
Juist gebruik
Het toestel is bedoeld voor gebruik
~
in het huishouden en gelijkaardige omgevingen zoals
–
in winkels, kantoren en gelijkaardige
werkomgevingen,
–
op boerderijen
-
-
-
-
-
Gebruik voor andere doeleinden is niet
toegelaten en kan gevaarlijk zijn. De fa
brikant is niet aansprakelijk voor scha
de die werd veroorzaakt doordat het
toestel voor andere doeleinden werd
-
gebruikt of verkeerd werd bediend.
Personen die door hun fysieke,
~
zintuiglijke of geestelijke mogelijkheden
of hun onervarenheid of gebrek aan
kennis niet in staat zijn om het toestel
veilig te bedienen, mogen dit toestel al
leen onder het toezicht of de
begeleiding van een verantwoordelijk
iemand gebruiken.
Kinderen in het huishouden
Kinderen mogen het toestel alleen
~
maar gebruiken wanneer hen de bediening ervan zo uitgelegd is dat ze het
veilig kunnen bedienen. Kinderen moeten de eventuele risico's van een foutieve bediening kunnen beseffen.
Hou kinderen die in de buurt van het
~
toestel komen in het oog. Let op dat
kinderen niet met het toestel spelen
door bijv. aan de toesteldeur te gaan
hangen.
-
-
-
–
door klanten in hotels, motels,
bed-and-breakfasts en andere
typische woonomgevingen.
Gebruik het toestel uitsluitend in het
huishouden voor het koelen en bewa
ren van levensmiddelen, voor het be
waren van diepvriesproducten, voor het
invriezen van verse levensmiddelen en
voor het maken van ijsblokjes.
-
-
7
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Technische veiligheid
Controleer vóórdat het toestel wordt
~
geplaatst, of het zichtbaar beschadigd is.
Is dat het geval, neem het dan in geen
geval in gebruik.
Een beschadigd toestel kan uw veiligheid
in gevaar brengen!
Is het aansluitsnoer beschadigd, laat
~
het dan vervangen door een vakman die
door Miele erkend is. Zo vermijdt u risi
co's voor wie het toestel gebruikt.
Dit toestel bevat het koelmiddel iso
~
butaan (R600a), een natuurlijk gas dat
het milieu weinig belast, maar wel
brandbaar is. Het is niet schadelijk voor
de ozonlaag en draagt niet bij tot het
broeikaseffect. Het gebruik van dit milieuvriendelijke koelmiddel veroorzaakt
wel een lichte verhoging van het
werkingsgeluid. Naast de
werkingsgeluiden van de compressor
kunnen er stromingsgeluiden in het volledige koelcircuit optreden. Deze effecten zijn jammer genoeg niet te vermijden, maar hebben geen invloed op
de prestaties van het toestel.
Let er bij het transporteren en het op
stellen van het toestel op dat geen en
kel onderdeel van het koelcircuit be
schadigd raakt. Wegspattend koelmid
del kan tot oogletsels leiden!
Bij beschadiging:
- Vermijd open vuur of ontstekingsbronnen,
- trek de stekker uit het stopcontact,
- verlucht het vertrek waarin het toestel
staat enkele minuten lang,
en
- verwittig de Technische Dienst
van Miele.
-
-
-
-
Hoe meer koelmiddel er in een toe
~
stel zit, hoe groter de ruimte moet zijn
waarin het toestel wordt opgesteld. Bij
een eventueel lek kan er in een te
kleine ruimte een brandbaar mengsel
van gas en lucht ontstaan.
Per 8 g koelmiddel moet het vertrek
minstens 1 m
heid koelmiddel is aangegeven op het
typeplaatje in het toestel.
Een veilige werking van het toestel
~
is alleen dan gewaarborgd als het toe
-
stel overeenkomstig de gebruiksaanwij
zing gemonteerd en aangesloten werd.
Voordat u het toestel aansluit, dient
~
u eerst de aansluitgegevens (spanning
en frequentie) op het typeplaatje met
die van het elektriciteitsnet te vergelijken.
Deze gegevens dienen absoluut overeen te stemmen. Anders treedt er schade op aan uw toestel. Vraag bij twijfel
inlichtingen aan uw elektricien.
Gebruik uit veiligheidsoverwegingen
~
geen verlengsnoeren of
stopcontactenblokken om het toestel
aan te sluiten. Die bieden niet voldoen
de veiligheidsgaranties. Er bestaat on
der meer gevaar voor oververhitting.
-
3
groot zijn. De hoeveel
-
-
-
-
-
-
8
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
De elektrische veiligheid van dit
~
toestel wordt enkel gewaarborgd als u
het op een aardsysteem aansluit dat
volgens de voorschriften werd geïnstal
leerd. Het is heel belangrijk dat aan
deze fundamentele veiligheidsvoor
waarde is voldaan. Laat de elektrische
installatie in uw woning bij twijfel door
een elektricien controleren.
De fabrikant kan niet aansprakelijk ge
steld worden voor schade die werd ver
oorzaakt doordat de aardleiding onder
broken was of gewoon ontbrak (bijv.
elektrische schokken).
Installatiewerken, onderhouds-
~
werken en reparaties mogen alleen
worden uitgevoerd door vakmensen die
door de fabrikant erkend zijn.
Door ondeskundig uitgevoerde
installatie-, onderhouds- of
reparatiewerken kunnen er voor de gebruiker aanzienlijke risico's ontstaan
waarvoor de fabrikant niet aansprakelijk
kan worden gesteld.
-
-
Tijdens installatie-, onderhouds- en
~
reparatiewerken moet het toestel van
het elektriciteitsnet losgekoppeld zijn.
Het toestel is pas stroomloos indien aan
een van deze voorwaarden werd vol
daan:
De stekker van het toestel is uitge
–
trokken.
Trek daarbij niet aan het snoer, wel
aan de stekker.
De zekering op uw elektrische instal
–
latie is uitgeschakeld.
Laat defecte onderdelen enkel
~
vervangen door originele
Miele-wisselstukken. Enkel dan bent u
zeker dat ze ten volle voldoen aan de
eisen die Miele qua veiligheid stelt.
Als u dit toestel niet op een vaste
~
plaats installeert, bijv. op een schip,
laat dit karwei dan enkel uitvoeren door
vakmensen. Die moeten ervoor zorgen
dat u het toestel veilig kunt gebruiken.
-
-
-
Laat u het toestel tijdens de ga
~
rantieperiode herstellen, dan mag dat
enkel gebeuren door een technicus die
door de fabrikant erkend is. Anders is
er bij schade achteraf geen aanspraak
meer op waarborg.
-
9
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Efficiënt gebruik
Raak bevroren levensmiddelen niet
~
met natte handen aan. Uw handen zou
den kunnen vastvriezen. U zou zich
kunnen verwonden.
Neem nooit ijsblokjes en ijslolly's,
~
met name waterijsjes, in de mond als u
ze net uit de vrieszone hebt gehaald.
Door de zeer lage temperatuur van het
ijs kunnen uw lippen of tong vastvrie
zen. U zou zich kunnen verwonden.
Gedeeltelijk of volledig ontdooide le
~
vensmiddelen mogen niet opnieuw wor
den ingevroren. Verbruik deze levensmiddelen zo snel mogelijk, want de levensmiddelen verliezen hun voedingswaarde en bederven. Ontdooide
levensmiddelen kunt u opnieuw invriezen nadat u ze hebt gekookt of gebraden.
Bewaar geen explosieve stoffen en
~
geen producten met brandbare drijfgassen (bijv. spuitbussen) in het toestel. Als de thermostaat wordt inge
schakeld, kunnen er vonken ontstaan.
Die kunnen ontvlambare mengsels tot
ontploffing brengen.
Gebruik geen elektrische toestellen
~
in het toestel (bijv. om softijs te ma
ken). Er kunnen vonken ontstaan. Ont
ploffingsgevaar!
Plaats dranken met een hoog alco
~
holpercentage enkel rechtop en goed
afgesloten in de koelzone.
Ontploffingsgevaar!
-
-
-
-
Bewaar geen blikjes en flessen met
~
koolzuurhoudende dranken of met
vloeistoffen die kunnen bevriezen in de
-
vrieszone. De blikjes of flessen kunnen
ontploffen.
U zou zich kunnen verwonden en er
zou schade kunnen ontstaan.
Als u flessen snel in de vrieszone
~
wenst te koelen, dient u ze uiterlijk na
één uur weer uit de vrieszone te halen.
De flessen kunnen ontploffen. U kunt
zich verwonden en er kan schade ont
-
staan.
Als u levensmiddelen eet die te lang
~
bewaard werden, bestaat er gevaar
voor voedselvergiftiging.
De bewaarduur is afhankelijk van diverse factoren, zoals de versheid en
kwaliteit van de levensmiddelen en de
temperatuur waarop ze worden bewaard. Hou rekening met de
bewaartips en de houdbaarheidsdata
van de fabrikant van de levensmiddelen.
Gebruik geen voorwerpen met
~
scherpe punt of rand om
–
rijm- en ijslagen te verwijderen,
–
vastgevroren ijsbakjes en levensmid
delen los te wrikken.
-
Als u dat doet, beschadigt u de
koelelementen en functioneert het toe
stel niet meer correct.
Plaats nooit elektrische verwar
~
mingstoestellen of kaarsen in het toe
stel om het te ontdooien.
De kunststof zou beschadigd raken.
-
-
-
-
-
10
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Gebruik geen ontdooisprays of
~
producten om ijs te verwijderen.
Die kunnen immers explosieve gassen
vormen, ze kunnen oplosmiddelen of
drijfgassen bevatten die de kunststof
aantasten of ze kunnen de gezondheid
schaden.
Behandel de deurdichting niet met
~
olie of vet.
Daardoor wordt de deurdichting na ver
loop van tijd poreus.
Als u in het toestel of in de deur vet-
~
of oliehoudende levensmiddelen be
waart, dient u ervoor te zorgen dat
eventueel uitlopend vet of uitlopende
olie niet in contact komt met de
kunststofonderdelen.
Er kunnen spanningsscheuren in de
kunststof ontstaan, zodat die barst of
scheurt.
Dek de ventilatieroosters van het
~
toestel niet af.
Als die openingen afgedekt zijn, kan er
geen goede luchtcirculatie plaatsvinden. Het stroomverbruik stijgt en scha
de aan onderdelen kan niet worden uit
gesloten.
Het toestel is geconstrueerd voor
~
een bepaalde klimaatklasse (bereik van
de kamertemperatuur) waarvan de
onder- en bovengrens gerespecteerd
moeten worden. De klimaatklasse is
vermeld op het typeplaatje aan de bin
nenzijde van het toestel.
Een te lage kamertemperatuur heeft tot
gevolg dat het koelelement gedurende
een lange tijd stilstaat, zodat het toestel
de vereiste temperatuur niet kan aan
houden.
-
-
-
Gebruik voor het ontdooien en reini
~
gen van het toestel in geen geval een
stoomreiniger.
Stoom kan in aanraking komen met on
derdelen van het toestel die onder
spanning staan en zo een kortsluiting
veroorzaken.
Wat met een afgedankte koelvriescombinatie?
-
Vernietig het knip- of vergrendelslot
~
van uw oude koel-vriescombinatie als u
het toestel afdankt.
Op die manier voorkomt u dat spelende
kinderen zich in het toestel opsluiten,
wat levensgevaarlijk kan zijn.
Beschadig geen onderdelen van het
~
koelcircuit, bijv. door
– koelmiddelkanalen van het
verdampsysteem open te prikken;
– buizen te knikken;
– beschermende lagen af te krabben.
-
Als er koelmiddel uit spuit, kan dat
-
oogletsels veroorzaken.
De fabrikant is niet aansprakelijk
voor schade die ontstaan is doordat
deze veiligheidsrichtlijnen niet in
acht werden genomen.
-
-
-
11
Hoe kunt u energie besparen?
normaal energieverbruikverhoogd energieverbruik
OpstellenIn een verluchtbare ruimte.In een gesloten, niet te verluchten
Beschermd tegen directe
zonnestraling.
Niet naast een warmtebron (verwar
mingselement, fornuis).
Bij een ideale kamertemperatuur van
20 °C.
Temperatuurinstelling
Thermostaat
"niveaugetallen"
(regeling in niveaus)
Laat warme gerechten en dranken
eerst buiten het toestel afkoelen.
Levensmiddelen goed verpakt of
goed afgedekt inladen.
Leg ingevroren producten in de
koelzone om ze te ontdooien.
Doe de vakken niet te vol zodat de
lucht kan circuleren.
van 0,5 cm.
ruimte
Bij directe zonnestraling.
Naast een warmtebron (verwar
mingselement, fornuis).
Bij een hogere omgevingstempera
tuur.
Bij een hoge instelling: Hoe lager de
temperatuur in het vriesvak, hoe ho
ger het energieverbruik!
Bij toestellen met een winterschake
ling moet u erop letten dat die scha
kelaar bij temperaturen boven 16
resp. 18 °C uitgeschakeld is.
De deur vaak en langdurig openen =
koudeverlies
Wanneer alles door elkaar ligt, moet
u lang zoeken en blijft de deur lang
openstaan.
Warme gerechten in het toestel doen
de compressor langdurig werken
(het toestel probeert harder te
koelen).
Wanneer vloeistoffen in de koelzone
verdampen en condenseren, leidt
dat tot verlies van het koelvermogen.
Een ijslaag vermindert de overdracht
van de koude aan de in te vriezen le
vensmiddelen en doet het stroom
verbruik stijgen.
-
-
-
-
-
-
-
12
Toestel in- en uitschakelen
Vóór het eerste gebruik
De roestvrijstalen deuren en lijsten op
de rekken en legplaten (en eventueel
ook de zijwanden) zijn van een folie
voorzien om ze bij het transport te be
schermen.
Trek de beschermfolie pas weg na
^
het opstellen of inbouwen.
Wrijf de roestvrijstalen deuren onmid
^
dellijk na het afnemen van de be
schermfolie in met het bijgeleverde
onderhoudsmiddel voor roestvrij
staal.
Belangrijk! Het onderhoudsmiddel
voor roestvrij staal zorgt voor een
duurzame film die voorkomt dat het
roestvrij staal snel vuil wordt.
^ Reinig de binnenruimte en het toebe-
horen. Gebruik daarvoor lauw water.
Wrijf daarna alles droog met een
doek.
^
Reinig de zijwanden met een voch
tige, schone doek. Wrijf deze vervol
gens droog met een zachte doek.
Laat het toestel na het transport
ca. 1/2 tot 1 uur staan voor u het
aansluit. Dit is zeer belangrijk voor
de latere werking!
-
-
-
Toestel inschakelen
Met de hoofdtoets rechts kunt u de koel
zone en de vrieszone tegelijk inscha
kelen. Dit is ook mogelijk via de
inschakeltoets links.
-
Druk rechts op de hoofdtoets.
^
De temperatuurindicator voor de koel
zone geeft de ingestelde temperatuur
weer. De temperatuurindicator voor de
vrieszone en het
waarschuwingscontrolelampje knipperen tot de temperatuur in de vrieszone
koud genoeg is.
Het toestel begint te koelen en de binnenverlichting in de koelzone gaat aan
wanneer de deur wordt geopend.
Om zeker te zijn dat de temperatuur
laag genoeg is, dient u het toestel
enkele uren te laten voorkoelen
voordat u voor het eerst levensmid
delen in het toestel plaatst.
Pas wanneer de temperatuur in de
vrieszone laag genoeg is (minstens
-18 °C) plaatst u levensmiddelen in
de vrieszone.
Koelaccu
-
-
-
-
Plaats de koelaccu in de bovenste
vrieslade of op het vriestablet (om
plaats te besparen). Na ca. 24 uur kan
de koelaccu zijn maximale koelvermo
gen leveren.
-
13
Toestel in- en uitschakelen
Toestel uitschakelen
Druk rechts zo lang op de hoofdtoets
^
tot de beide temperatuurindicatoren
uitgaan.
De binnenverlichting gaat uit. De
koeling is uitgeschakeld.
Koelzone afzonderlijk uitschakelen
U kunt de koelzone afzonderlijk uitscha
kelen terwijl de vrieszone ingeschakeld
blijft. Dit is bijv. interessant wanneer u
op vakantie bent.
^ Druk links zo lang op de aan-uittoets
voor de koelzone tot de temperatuurindicator voor de koelzone dooft.
Bij langdurige afwezigheid
Als u het toestel gedurende lange tijd
niet gebruikt, gaat u als volgt te werk:
schakel het toestel uit,
^
trek de stekker uit het stopcontact,
^
reinig het toestel en
^
laat de toesteldeuren op een kier
^
staan om geurvorming te vermijden.
Als het toestel bij langdurige afwe
zigheid wordt uitgeschakeld maar
-
niet gereinigd, bestaat er gevaar
voor schimmelvorming als de deuren gesloten blijven.
-
De binnenverlichting gaat uit. De koel
zone is uitgeschakeld.
De temperatuurindicator voor de vries
zone blijft aan.
Koelzone weer inschakelen
^
Druk links opnieuw op de aan-uit
toets.
De temperatuurindicator voor de koel
zone gaat aan. De koelzone begint te
koelen en de binnenverlichting wordt
ingeschakeld wanneer de deur wordt
geopend.
14
-
-
-
-
De juiste temperatuur
Bij het bewaren van levensmiddelen is
een juiste temperatuurinstelling zeer
belangrijk. Levensmiddelen bederven
snel door de aanwezigheid van micro
-organismen. Dat proces kan door de
juiste bewaartemperatuur worden
verhinderd of vertraagd. De tempera
tuur beïnvloedt de groeisnelheid van de
micro-organismen. Hoe lager de tem
peratuur, hoe langzamer dit proces ver
loopt.
De temperatuur in het toestel stijgt
als u vaak en gedurende lange tijd
–
de toesteldeur opent,
– hoe meer levensmiddelen er worden
bewaard,
– als de verse levensmiddelen warm
zijn,
– als de omgevingstemperatuur van
het toestel hoog is.
Het toestel is geconstrueerd voor
een bepaalde klimaatklasse (bereik
van de kamertemperatuur) waarvan
de onder- en bovengrens moeten
worden gerespecteerd.
-
-
-
...indekoelzone
We raden een koeltemperatuur van
5°Caan in het midden van het toestel.
In de PerfectFresh-zone wordt de tem
peratuur automatisch geregeld en vari
eert deze van 0tot3°C.
We raden hier 1°Caan als tempera
tuur.
-
Automatische temperatuur
verdeling (DynaCool)
Als de koeling inschakelt, schakelt het
toestel automatisch ook de ventilator in.
Op die manier wordt de koelte gelijkmatig verdeeld in de koelzone, zodat
de levensmiddelen in de koelkast allemaal ongeveer met dezelfde temperatuur worden gekoeld.
-
-
-
-
15
De juiste temperatuur
...indevrieszone
Om verse levensmiddelen in te vriezen
en ze langdurig te bewaren, is een tem
peratuur van -18 °C vereist. Bij die tem
peratuur komt de groei van micro-orga
nismen in hoge mate tot stilstand. Zo
dra de temperatuur boven -10 °C stijgt,
begint de ontbinding door de micro-or
ganismen. De levensmiddelen kunnen
dan minder lang worden bewaard.
Daarom mogen geheel of gedeeltelijk
ontdooide levensmiddelen pas opnieuw
worden ingevroren nadat u ze hebt ver
werkt (door ze te koken of braden).
Door de hoge temperaturen worden de
meeste micro-organismen gedood.
-
Temperatuur instellen
De temperatuur voor de koel- en vrieszone kunt u instellen met de toets voor
het instellen van de temperatuur.
^
Druk zo vaak op de toets voor het in
stellen van de temperatuur tot de ge
wenste temperatuur op de tempera
tuurindicator wordt weergegeven.
-
Het controlelampje naast de ingestelde
temperatuur voor de koelzone brandt.
Het controlelampje naast de ingestelde
temperatuur voor de vrieszone knippert
totdat deze bereikt is.
-
Binnen de weergegeven
temperatuurbereiken voor de koelen vrieszone kunt u een
-
tussentemperatuur instellen.
Deze instellingsmogelijkheid wordt
geïllustreerd in het volgende voorbeeld:
Stel dat u voor de vrieszone een tempe
ratuur tussen -15 °C en -18 °C wilt in
stellen:
^ Druk zo vaak op de toets voor het in-
stellen van de temperatuur tot -15 °C
op de temperatuurindicator wordt
weergegeven.
^ Druk nogmaals op de toets voor het
instellen van de temperatuur en hou
deze ca. 5 seconden ingedrukt.
De tussentemperatuur binnen het kleine
temperatuurbereik is ingesteld. Dit is
echter niet zichtbaar op de tempera
-
tuurindicator.
-
-
-
-
De eerste keer dat u erop drukt, wordt
de temperatuur die u het laatst hebt in
gesteld, knipperend weergegeven.
Bij het instellen wijzigt de temperatuur
in stijgende zin. Als de hoogste instel
ling is bereikt, keert de temperatuurindi
cator terug naar de laagste instelling.
Als u een nieuwe temperatuur instelt,
wordt deze na korte tijd automatisch
opgeslagen.
16
-
-
-
De juiste temperatuur
Temperatuurindicator
De temperatuurindicator op het be
dieningspaneel geeft altijd de ge
wenste temperatuur weer.
Mogelijke temperatuurinstellingen
De temperatuur kan als volgt worden
ingesteld:
In de koelzone van 3 °C tot 9 °C.
–
In de vrieszone van -15 °C tot -32 °C.
–
Het bereiken van de laagste tempera
tuur is afhankelijk van de opstelplaats
en van de omgevingstemperatuur. Bij
een hoge omgevingstemperatuur kan
de laagste temperatuur niet altijd worden bereikt.
-
De desbetreffende temperatuurindica
tor knippert wanneer een andere tem
-
peratuur wordt ingesteld.
De ingestelde temperatuur op de tem
peratuurindicator voor de vrieszone
knippert ook wanneer
de temperatuur in de vrieszone niet
–
binnen het weergeefbare tempera
tuurbereik ligt,
de temperatuur in de vrieszone met
–
verschillende graden gestegen is
-
(hiermee wordt koudeverlies aange
geven).
Tegelijkertijd knippert het
waarschuwingscontrolelampje.
Een kortstondig koudeverlies vormt
geen probleem als dit ontstaat doordat
– de deuren van het toestel één keer
gedurende lange tijd geopend blijven, bijv. om grote hoeveelheden levensmiddelen te plaatsen of uit het
toestel te halen,
-
-
-
-
-
–
u verse levensmiddelen invriest.
Als de temperatuur gedurende
langere tijd warmer was dan -18 °C,
controleert u of de ingevroren le
vensmiddelen gedeeltelijk of volle
dig ontdooid zijn. In dit geval, dient
u deze levensmiddelen zo snel mo
gelijk te verbruiken!
-
-
-
17
De juiste temperatuur
Temperatuur in de
PerfectFresh-zone instellen
In de PerfectFresh-zone ligt de tempe
ratuur automatisch tussen 0 en 3 °C.
Als u het warmer of kouder wilt in de
PerfectFresh-zone, kunt u de tempera
tuur binnen dit bereik lichtjes wijzigen.
Als u bijvoorbeeld vis wilt bewaren, stelt
u best een lagere instelling in.
U kunt een instelling tussen 1en9in
stellen.
Hoe lager de instelling, hoe lager de
temperatuur is in de PerfectFresh-zone.
De standaardinstelling voor de
PerfectFresh-zone is 5.
Bij een instelling van 1 tot 4 zakt de
temperatuur mogelijk onder 0 °C.
Levensmiddelen kunnen bevriezen!
-
-
-
Afhankelijk van de instelling brandt op
de temperatuurindicator voor de koel
zone een bepaalde combinatie van
leds.
-
18
Druk op de toets voor "Superfrost" en
^
hou deze 5 seconden ingedrukt, tot
dat het controlelampje knippert.
Op de temperatuurindicator branden
de leds van de laatst gekozen instel
ling en het controlelampje voor
"Superfrost" knippert.
^ Druk zo vaak op de toets voor het in-
stellen van de temperatuur in de
vrieszone totdat de leds van de gewenste instelling branden.
Bij het instellen gaan de leds in
stijgende zin aan. Als instelling 9 is
bereikt, wordt teruggekeerd naar instelling 1.
De juiste temperatuur
of
Wacht 5 minuten.
^
De nieuwe instelling wordt automa
tisch opgeslagen.
U hebt de instelmodus verlaten.
De temperatuurindicator voor de koel
zone geeft de gewenste temperatuur
weer en de toets voor "Superfrost" gaat
-
uit.
Als de functie "Superfrost" was inge
schakeld voordat u een nieuwe in
stelling instelde, blijft de functie in
geschakeld na het verlaten van de
instelmodus.
-
-
-
-
-
^
Nadat u een nieuwe instelling hebt in
gesteld, drukt u op de toets voor "Su
perfrost" om de instelling te bevesti
gen.
^
Druk rechts op de hoofdtoets voor
het in- en uitschakelen van het com
plete toestel.
-
-
-
-
19
Waarschuwingssysteem
Het toestel is voorzien van een waar
schuwingssysteem, zodat de tempera
tuur in de vrieszone niet ongemerkt kan
stijgen. Dit systeem geeft ook een
waarschuwingssignaal wanneer de toe
steldeuren te lang open staan. Zo voor
komt u energieverlies.
Waarschuwingssysteem in
-
-
schakelen
Het waarschuwingssysteem is altijd au
tomatisch actief. Het hoeft niet extra te
worden ingeschakeld.
Temperatuuralarm
Stijgt de vriestemperatuur te hoog,
dan weerklinkt er een waarschuwingssignaal en knipperen tegelijkertijd de
temperatuurindicator voor de vrieszone
en het waarschuwingscontrolelampje.
De ingestelde temperatuur bepaalt
wanneer het toestel een temperatuurbereik als te warm identificeert.
Het alarm (combinatie van het knippe
ren en het akoestische waarschuwings
signaal) wordt bijv. geactiveerd
–
als bij het herschikken en uitnemen
van ingevroren levensmiddelen te
veel warme kamerlucht in het toestel
stroomt,
waarschuwingscontrolelampje con
stant.
-
Deuralarm
Als de toesteldeuren langer dan 60 se
conden open blijven staan, weerklinkt
een waarschuwingssignaal.
Zodra de toesteldeur wordt gesloten,
wordt het waarschuwingssignaal uitge
schakeld.
-
Waarschuwingssignaal
vroeger uitschakelen
Als het waarschuwingssignaal u stoort,
kunt u het vroeger uitschakelen.
^ Druk op de uitschakeltoets voor het
waarschuwingssignaal.
-
Het waarschuwingssignaal wordt uitgeschakeld.
-
De temperatuurindicator en het
waarschuwingscontrolelampje blij
ven knipperen tot de alarmtoestand
is beëindigd. Daarna branden ze
constant. Hiermee is het waarschu
wingssysteem weer gebruiksklaar.
-
-
-
-
-
–
als u een grote hoeveelheid
levensmiddelen invriest,
–
na een stroomonderbreking.
Zodra het ingestelde temperatuurbereik
in de vrieszone weer bereikt is, wordt
het waarschuwingssignaal
uitgeschakeld en branden de tempera
tuurindicator en het
20
-
Superfrost gebruiken
Functie Superfrost
Om verse levensmiddelen optimaal in
te vriezen, dient u eerst de functie "Su
perfrost" in te schakelen.
Op die manier worden de levensmid
delen snel doorvroren en blijven de
voedingswaarde, de vitamines, het uit
zicht en de smaak behouden.
Uitzonderingen:
Als u reeds ingevroren levensmid
–
delen in het toestel plaatst.
Als u dagelijks slechts maximaal 2 kg
–
levensmiddelen in het toestel legt.
Superfrost inschakelen
De functie "Superfrost" dient u 6 uur
vooraf in te schakelen. Pas daarna
plaatst u de levensmiddelen die u wilt
invriezen. Als u het maximale invries-
vermogen wenst te gebruiken, dient u
24 uur vooraf de functie "Superfrost" in
te schakelen!
-
-
Superfrost uitschakelen
De functie "Superfrost" wordt automa
tisch na ca. 65 uur uitgeschakeld. Het
controlelampje gaat uit en het toestel
werkt weer met het normale koelvermo
gen.
Om energie te sparen, kunt u de functie
"Superfrost" zelf uitschakelen zodra er
een constante temperatuur van min
stens -18 °C in de vrieszone bereikt is
en de temperatuurindicator constant
brandt.
Druk op de toets voor "Superfrost",
^
zodat het controlelampje uitgaat.
De koeling van het toestel werkt weer
op het normaal vermogen.
-
-
-
^
Druk op de toets voor "Superfrost",
zodat het controlelampje aangaat.
De temperatuur in het toestel daalt,
doordat het toestel nu werkt met het
maximale koelvermogen.
Zolang de gewenste temperatuur niet
bereikt is, knipperen de temperatuurin
dicator en de uitschakeltoets voor
het waarschuwingssignaal.
-
21
Koelzone juist gebruiken
Verschillende koelgedeelten
Door de natuurlijke luchtcirculatie is de
temperatuur in de koelzone niet overal
gelijk. De koude, zware lucht daalt naar
het onderste gedeelte van het toestel.
Gebruik de verschillende koelgedeelten
wanneer u levensmiddelen in het toe
stel plaatst!
Dit is een toestel met een automa
tische dynamische koeling, waarbij
er in het toestel een gelijkmatige
temperatuur heerst wanneer de ven
tilator draait. Daardoor zijn er tussen
de verschillende koelgedeelten minder uitgesproken temperatuurverschillen.
Warmste gedeelte
Het warmste gedeelte van de koelzone
bevindt zich bovenaan aan de deur.
Gebruik dit gedeelte bijv. om boter te
bewaren, zodat ze gemakkelijk smeerbaar blijft, en voor kaas, zodat die zijn
aroma niet verliest.
Koudste gedeelte
Het koudste gedeelte van de koelzone
bevindt zich vlak boven de PerfectFresh
-zone. In de vakken van de PerfectFresh
-zone zijn de temperaturen nog lager.
Gebruik het koudste gedeelte van de
koelzone en de PerfectFresh-zone voor
alle delicate en snel bederfbare levens
middelen zoals:
-
-
-
vers deeg, taart-, pizza- en quiche
–
deeg,
kaas en andere producten op basis
–
van melk,
in folie verpakte, bereide groenten en
–
alle verse levensmiddelen waarvan
de minimale houdbaarheidsdatum is
gebaseerd op een bewaartempera
tuur van minstens 4 °C.
Bewaar geen explosieve stoffen en
geen producten met brandbare drijf
gassen (bijv. spuitbussen) in het
toestel. Ontploffingsgevaar!
Sterke drank met een hoog alcoholpercentage mag u uitsluitend rechtop en goed afgesloten in het toestel
plaatsen.
Als u in het toestel of in de deur vetof oliehoudende levensmiddelen bewaart, dient u ervoor te zorgen dat
eventueel uitlopend vet of uitlopende olie niet in contact komt met de
kunststofonderdelen.
Er kunnen spanningsscheuren in de
kunststof ontstaan, zodat die barst
of scheurt.
-
De levensmiddelen mogen niet te
gen de achterwand komen. Ze kun
nen anders aan de achterwand vast
vriezen.
-
-
-
-
-
-
-
–
vis, vlees, gevogelte,
–
worst, kant-en-klaargerechten,
–
gebak en gerechten met eieren of
room,
22
Plaats de levensmiddelen niet te
dicht tegen elkaar zodat er gemak
kelijk lucht tussen kan circuleren.
Dek de ventilator op de achterwand
niet af. Die is belangrijk voor het
koelvermogen!
-
Levensmiddelen die zeker niet
gekoeld mogen worden
Niet alle levensmiddelen kunnen in de
koelkast bewaard worden, doordat ze
gevoelig zijn voor koude. Augurken
bijv. worden glazig, aubergines bitter
en aardappelen zoet. Tomaten en
sinaasappelen verliezen hun aroma en
de schil van citrusvruchten wordt hard.
Koelzone juist gebruiken
Waarop moet u letten wanneer
u levensmiddelen koopt
De belangrijkste voorwaarde om le
vensmiddelen lang te kunnen bewaren,
is hun versheid. Dat is van het grootste
belang voor de bewaartijd van de producten. De koelketen mag indien mo
ge-lijk niet onderbroken worden. Let er
bijv. op dat de levensmiddelen niet te
lang in een warme auto blijven liggen.
Wanneer het verouderings- of
bederfproces ingezet is, kan dat niet
meer ongedaan gemaakt worden. Een
onderbreking van de koeling geduren
de twee uur zet het bederf al in gang.
Levensmiddelen juist bewaren
-
-
-
Onder andere de volgende levensmiddelen zijn gevoelig voor koude:
Normaal mag u levensmiddelen alleen
verpakt of goed afgedekt in de koelzone bewaren (voor de PerfectFresh-zone
zijn er uitzonderingen). Zo vermijdt u
dat de levensmiddelen vreemde geuren opnemen of gaan uitdrogen. Tegelijk voorkomt u de overdracht van eventuele bacteriën. Een correcte instelling
van de temperatuur en een aangepaste
hygiëne vertragen de vermenigvuldiging van bacteriën zoals salmonel
la.
Onverpakte dierlijke en plantaardige
levensmiddelen
Onverpakte dierlijke en plantaardige le
vensmiddelen moet u van elkaar schei
den. Als de levensmiddelen samen be
waard moeten worden, dan moeten ze
in elk geval verpakt zijn. Op die manier
voorkomt u dat er microbiologische ver
anderingen optreden.
-
-
-
-
-
23
PerfectFresh juist gebruiken
De ideale bewaaromstandigheden ver
schillen van levensmiddel tot levens
middel. De bedoeling is om de levens
middelen zolang mogelijk vers te hou
den en de smaak en vitamines zo goed
mogelijk te bewaren.
Van groot belang daarbij zijn de be
waartemperatuur en de luchtvochtig
heid.
Het bijzondere aan de PerfectFresh-zo
ne is de juiste verhouding tussen tem
peratuur en vochtigheid. Daardoor kun
nen levensmiddelen er tot drie keer
langer in bewaard worden dan in nor
male koelzones.
-
-
-
-
-
-
-
Bewaartemperatuur
Voor verse levensmiddelen die ongevoelig zijn voor koude, bedraagt de optimale bewaartemperatuur ca.0-3°C,
zoals die in de PerfectFresh-zone automatisch heerst. De levensmiddelen blijven daar aanzienlijk langer vers dan in
de normale koelzone omdat de
bederfprocessen bij die temperatuur
trager verlopen.
Luchtvochtigheid
Hoe beter de vochtigheid van de
bewaarruimte met de eigen vochtigheid
van de levensmiddelen overeenstemt,
hoe knapperiger en verser de levens
middelen gedurende langere tijd blij
ven. Het watergehalte van de levens
middelen blijft immers in grote mate be
houden.
-
-
-
Welke voordelen biedt de
-
PerfectFresh-zone?
Omdat de levensmiddelen tot drie keer
langer vers blijven, betekent dat voor u
meer smaak met verse producten,
–
meer comfort door een aangepaste
–
bewaring en
meer besparingen door
–
-
kwaliteitsbehoud.
-
Bewaren in het droge en
vochtige vak
De PerfectFresh-zone is in twee zones
opgedeeld: het droge vak en het vochtige vak (aantal afhankelijk van het model).
Droog vak
In het droge vak heerst een relatief lage
luchtvochtigheid. Die stemt ongeveer
overeen met de luchtvochtigheid die
ook in de koelzone heerst.
In het droge vak gaat het dus hoofdza
kelijk om de lage temperatuur van 0
°C, minder om de luchtvochtigheid.
Het droge vak is geschikt voor het be
waren van bijzonder gevoelige levens
middelen, zoals
–
verse vis, schaal- en schelpdieren,
vlees, gevogelte, worst, zuivelpro
ducten en klaargemaakte slaatjes.
-
Merk op dat levensmiddelen die rijk zijn
aan eiwitten sneller bederven.
Schaal- en schelpdieren bederven dus
sneller dan vis, terwijl vis sneller bederft
dan vlees.
-
-
-
-
24
Bewaar die levensmiddelen alleen af
gedekt of verpakt.
Uitzondering: vlees (De uitdroging van
het vleesoppervlak remt de kiemvor
ming af en zorgt daardoor voor een be
tere houdbaarheid. Verschillende vlees
soorten mogen niet rechtstreeks met el
kaar in contact komen, maar moeten al
tijd door een verpakking worden
gescheiden. Daardoor wordt
vroegtijdige bederving door
kiemoverdracht vermeden.)
-
-
PerfectFresh juist gebruiken
Bij een lage luchtvochtigheid ,
–
heersen er dezelfde omstandighe
den als in het droge vak.
-
Neem de levensmiddelen ca.
30 - 60 minuten voor u ze gaat ge
bruiken, uit de PerfectFresh-zone.
Pas bij kampertemperatuur
ontplooien het aroma en de smaak
zich.
-
-
Vochtig vak
Het vochtige vak is voorzien van een
regelaar waarmee u de relatieve luchtvochtigheid kunt wijzigen. Schuif daarvoor de regelaar op de gewenste relatieve luchtvochtigheid ( - = hoge
luchtvochtigheid, , = lage luchtvochtigheid).
Staat de regelaar op een hoge luchtvochtigheid -, dan kan de luchtvochtigheid tot 90 % bedragen als het
vochtige vak goed gevuld is. De lucht
vochtigheid hangt daarbij in grote mate
af van de soort en de hoeveelheid van
de bewaarde levensmiddelen.
Hou er rekening mee dat de hoge
luchtvochtigheid alleen bereikt wordt en
invloed op de levensmiddelen kan heb
ben, wanneer die niet verpakt zijn of
in een luchtdoorlatende verpakking
zitten.
–
Bij een hoge luchtvochtigheid - is
het vochtige vak aangewezen voor
het bewaren van vers geoogste
producten, zoals groente, sla,
kruiden, champignons, kool en in
heems fruit.
-
-
-
Mogen alle levensmiddelen sa
men bewaard worden?
Leg niet alle levensmiddelen samen in
één schuiflade. Sommige levensmiddelen tonen zich geen goede partners!
Enerzijds worden er geurtjes en
smaken overgedragen (worteltjes nemen bijv. snel de smaak en geur van
uien over), anderzijds geven heel wat
levensmiddelen een natuurlijk gas
(ethyleen) vrij waarop andere levensmiddelen heel gevoelig reageren zodat
ze sneller slecht worden.
Voorbeelden van fruit en groenten
die veel gas vrijgeven:
met appels bewaren omdat appels veel
gas vrijgeven en broccoli daar zeer ge
voelig op reageert. Het gevolg is dat u
de broccoli minder lang kunt bewaren
dan eigenlijk mogelijk is.
-
26
Legplaten verplaatsen
U kunt legplaten verplaatsen om de
positie af te stemmen op de hoogte van
de levensmiddelen:
Til de legplaat op en trek ze iets naar
^
voren. Schuif ze met de uitsparing
over de steunribben en verplaats ze
naar boven of naar onderen.
De achterste boord van de legplaat
moet naar boven wijzen zodat de le
vensmiddelen niet tegen de achter
wand rusten en daaraan kunnen vast
vriezen.
Schuifstoppen voorkomen dat de
legplaten ongewild uit het toestel getrokken worden.
-
-
-
Binnenruimte indelen
plaatst u de twee houders links en
^
rechts op de steunribben op de ge
wenste hoogte,
en schuift u de glazen platen na el
^
kaar in het toestel.
De glazen plaat met de
aanslagboord moet achteraan liggen!
-
-
Tweedelige legplaat
Om hoge waren, zoals hoge flessen of
recipiënten, te kunnen plaatsen, is er
een tweedelige legplaat, waarvan u het
voorste deel voorzichtig onder het achterste deel kunt schuiven:
^
Til de achterste helft van de glazen
legplaat omhoog.
^
Til tegelijkertijd de voorste helft van
de glazen plaat lichtjes op en schuif
die vervolgens voorzichtig onder de
achterste helft.
Om de tweedelige legplaat te ver
plaatsen,
^
neemt u de twee halve glazen platen
uit het toestel,
-
Rek/flessenrek aan de
binnenkant van de deur
verplaatsen
^ Schuif het rek/flessenrek naar boven
en haal het uit het toestel.
^
Plaats het rek/flessenrek op de ge
wenste plaats weer in het toestel.
Zorg er daarbij voor dat het goed op
de verhogingen wordt vastgedrukt.
-
27
Binnenruimte indelen
Schuifladen van de Perfect
-
Fresh-zone
De schuifladen van de PerfectFresh-zo
ne zijn op telescopische rails gemon
teerd en kunnen helemaal uit het toestel
getrokken worden om ze te vullen of
leeg te maken en om ze te reinigen.
Trek de schuifladen tot de aanslag uit
^
het toestel en neem ze langs boven
weg.
Schuif de telescopische rails vervol
gens weer naar binnen. Zo vermijdt
u schade!
^ Trek het deksel tussen de
schuifladen voorzichtig iets naar voren en neem het naar beneden weg.
^ Om het deksel weer op zijn plaats te
zetten, plaatst u het van onderen
naar boven in de steunen. Schuif het
dan naar achteren tot het vastklikt.
Om de schuiflade op zijn plaats te zetten,
-
-
-
^
legt u de schuiflade op de telesco
pische rails a, die helemaal uitge
trokken zijn. De telescopische rails
moeten vooraan tegen de voorzijde
van de schuiflade komen b!
^
Schuif de schuiflade in het toestel c.
28
-
-
Invriezen en bewaren
Maximaal invriesvermogen
Om de levensmiddelen zo snel mogelijk
tot in de kern in te vriezen, mag het
maximale invriesvermogen niet worden
overschreden. Het maximale invriesver
mogen binnen 24 uur is vermeld op het
typeplaatje "Invriesvermogen
...kg/24 u".
Het maximale invriesvermogen dat ver
meld staat op het typeplaatje is geba
seerd op de Duitse norm DIN EN ISO
15502.
-
Wat gebeurt er als verse
levensmiddelen worden
ingevroren?
Verse levensmiddelen moeten zo snel
mogelijk volledig worden doorvroren,
zodat de voedingswaarde, de
vitamines, het uitzicht en de smaak behouden blijven.
Hoe langzamer de levensmiddelen worden doorvroren, hoe meer vloeistof er
uit elke cel naar de tussenruimten loopt.
De cellen krimpen.
Tijdens het ontdooien kan slechts een
deel van de voordien vrijgekomen vloei
stof naar de cellen terugvloeien.
In de praktijk betekent dit dat de
levensmiddelen veel vocht verliezen.
Dat kunt u zelf vaststellen: tijdens het
ontdooien vormt er zich immers een
grote waterplas rond het levensmiddel.
Tijdens het ontdooien kan de kleine
hoeveelheid vloeistof die naar de tus
senruimten was gelopen, terugkeren
naar de cellen, zodat het vochtverlies
zeer gering is. Er vormt zich slechts
een kleine waterplas!
Diepvriesproducten bewaren
Als u diepvriesproducten wenst te be
waren, controleert u tijdens de aankoop
in de winkel
de verpakking op beschadigingen,
–
de houdbaarheidsdatum en
–
– de koelzonetemperatuur van de
winkeldiepvries. Als de
koelzonetemperatuur warmer is dan
-18 °C, wordt de houdbaarheid van
de diepvriesproducten korter.
^ Koop diepvriesproducten pas op het
einde van het winkelen, en transporteer ze in krantenpapier of in een
koelzak.
^
Plaats de diepvriesproducten onmid
dellijk in het toestel.
Gedeeltelijk of volledig ontdooide le
vensmiddelen niet opnieuw invrie
zen. Pas nadat u de levensmiddelen
heeft verwerkt (koken of braden),
kunt u ze opnieuw invriezen.
-
-
-
-
-
Als het levensmiddel snel wordt
doorvroren, heeft de celvloeistof minder
tijd om uit de cellen naar de tussen
ruimten te lopen. De cellen krimpen
veel minder.
-
29
Invriezen en bewaren
Zelf levensmiddelen invriezen
Vries uitsluitend verse levensmiddelen
in perfecte staat in!
Hou bij het invriezen rekening met
het volgende
Onderstaande levensmiddelen kun
–
nen ingevroren worden:
vers vlees, gevogelte, wild, vis,
groenten, kruiden, onbewerkt fruit,
zuivelproducten, bakkerijproducten,
voedselresten, eigeel, eiwit en talrijke
kant-en-klaargerechten.
– Volgende levensmiddelen zijn niet
geschikt om in te vriezen:
wijndruiven, bladsalade, radijsjes,
ramenas, zure room, mayonaise, volledige eieren in de schaal, uien, volledige onbewerkte appels en peren.
– Om de kleur, de smaak, het aroma
en de vitamine C te behouden, moet
u groenten blancheren voor u ze invriest. Doe de groenten in porties gedurende2-3minuten in kokend wa
ter. Neem de groenten daarna uit het
water en koel ze snel in koud water
af. Laat de groenten uitdruppen.
–
Mager vlees is beter geschikt om in
te vriezen dan vet vlees en kan veel
langer worden bewaard.
kruiden verandert tijdens het invrie
zen.
Warme schotels of dranken eerst bui
–
ten het toestel laten afkoelen, om te
voorkomen dat reeds bevroren le
vensmiddelen gedeeltelijk ontdooien
-
en dat het stroomverbruik stijgt.
Verpakken
Vries per portie in.
^
Geschikte verpakking
- Kunststoffolie
- Buisfolie uit polyethyleen
- Aluminiumfolie
- Diepvriesdozen
Ongeschikte verpakking
- Pakpapier
- Perkamentpapier
- Cellofaan
- Vuilniszakjes
- Gebruikte winkelzakjes
^ Druk de lucht goed uit de verpak-
king.
^
Sluit de verpakking goed af met
- elastiekjes
- kunststofclips
- touw of
- koudebestendige kleefband.
-
-
-
–
Plaats telkens een folie uit kunststof
tussen koteletten, steaks, schnitzels
enz. Zo vermijdt u dat ze tot één blok
samenvriezen.
–
Rauwe levensmiddelen en geblan
cheerde groenten voor het invriezen
niet kruiden en zouten, schotels
slechts lichtjes kruiden en zouten. De
smaakintensiteit van sommige
30
Zakjes en buisfolie uit polyethyleen
kunt u ook met een folielasapparaat
dichtlassen.
^
Noteer de inhoud en de invriesdatum
-
op de verpakking.
Invriezen en bewaren
Voor u de levensmiddelen in het
toestel legt
Als u meer dan 2 kg verse levens
^
middelen dient in te vriezen, dient u
enige tijd vooraf de functie "Super
frost" in te schakelen (zie "Superfrost
gebruiken").
De levensmiddelen die al in het toestel
liggen, krijgen zo een koudereserve.
Hoe u de levensmiddelen in het
toestel legt
U kunt de levensmiddelen overal in de
vrieszone invriezen.
Plaats grote hoeveelheden rechtstreeks
op de glazen platen, omdat de levensmiddelen daar zeer snel en dus degelijk worden ingevroren. Daartoe kunt u
de twee bovenste vriesladen uitnemen.
Als u de bovenste vrieslade uitneemt,
dient u erop te letten dat de
ventilatorgleuven aan de achterzijde
van het toestel niet worden afgedekt.
Ze zijn belangrijk voor een goede wer
king!
De onderste vrieslade moet altijd in het
toestel blijven.
Elke vrieslade en elke glazen plaat
kan met maximaal 25 kg worden be
last!
^
Plaats de levensmiddelen naast el
kaar op de bodem van de vriesladen
of op de glazen platen in de vrieszo
ne, zodat de levensmiddelen zo snel
mogelijk tot in de kern worden
ingevroren.
-
-
-
-
-
Leg de levensmiddelen droog in het
^
toestel om te vermijden dat ze aan el
kaar of aan het toestel vastvriezen.
In te vriezen levensmiddelen mogen
niet in aanraking komen met reeds
ingevroren levensmiddelen, zodat
die niet ontdooien.
Grote stukken plaatsen
Als u grote levensmiddelen zoals een
gans of wild in het toestel wilt plaatsen,
kunt u ook de glazen platen tussen de
vriesladen uitnemen. Daartoe dient u
de twee bovenste vriesladen uit te nemen en de glazen platen lichtjes optillen en langs voren uittrekken!
Ingevroren levensmiddelen
ontdooien
Ingevroren levensmiddelen kunt u op
verschillende manieren ontdooien
– in de microgolfoven,
–
in de gewone oven met de functie
"Hete lucht" of "Ontdooien",
–
bij kamertemperatuur,
–
in de koelkast (de afgegeven koude
wordt gebruikt om de levensmid
delen te koelen),
–
in de stoomoven.
Platte stukken vlees en vis kunnen
licht ontdooid in een hete pan worden
-
gelegd.
Fruit kan bij kamertemperatuur in de
verpakking of in een afgedekte schotel
worden ontdooid.
-
-
31
Invriezen en bewaren
Groenten kunnen over het algemeen
bevroren in kokend water worden ge
daan of in heet vet worden gestoofd.
Wegens de gewijzigde celstructuur is
de bereidingstijd iets korter dan bij ver
se groenten.
Gedeeltelijk of volledig ontdooide le
vensmiddelen niet opnieuw invrie
zen. Pas nadat u de levensmiddelen
heeft verwerkt (koken of braden),
kunt u ze opnieuw invriezen.
-
-
IJsblokjes maken
^ Vul het bakje voor ijsblokjes voor drie
kwart met water en plaats het op de
bodem van het vriesvak.
^
Gebruik een stomp voorwerp, bijv.
een lepelsteel, om een vastgevroren
bakje voor ijsblokjes los te maken.
Vriestablet gebruiken
Op het vriestablet kunt u bessen,
kruiden, groenten en ander klein mate
riaal voorzichtig invriezen. De levens
-
middelen blijven hun vorm grotendeels
behouden en de verschillende stukken
vriezen niet aan elkaar vast.
Plaats de in te vriezen levensmid
^
delen los op het vriestablet.
^ Haak het vriestablet in een van de
bovenste vriesladen.
Laat de levensmiddelen gedurende 10
tot 12 uur grondig invriezen. Plaats de
levensmiddelen dan in een diepvrieszakje of doos en leg ze zo in de vriesladen.
-
-
-
^
De ijsblokjes komen gemakkelijk los
uit het bakje als u het kort onder stro
mend water houdt.
Dranken snel koelen
Als u flessen in de vrieszone plaatst om
ze snel te koelen, dient u de flessen uiterlijk na één uur weer uit te nemen,
anders zullen de flessen ontploffen!
32
-
-
Koelaccu gebruiken
In geval van een stroomonderbreking
voorkomt de koelaccu dat de tempera
tuur in de vrieszone te snel stijgt.
Plaats de koelaccu in de bovenste
vrieslade of rechtstreeks op de levens
middelen. Na ca. 24 uur kan de
koelaccu zijn maximaal koelvermogen
leveren.
In geval van een stroomonderbreking
legt u de koelaccu rechtstreeks op de
ingevroren levensmiddelen in de bo
venste lade, om een zo groot mogelijke
bewaartijd te verzekeren.
Als u verse levensmiddelen in het toestel wenst te plaatsen, gebruikt u de
koel-accu als scheiding tussen de
reeds ingevroren levensmiddelen en de
verse levensmiddelen, zodat de reeds
ingevroren levensmiddelen niet ontdooien.
-
-
Invriezen en bewaren
-
U kunt de koelaccu ook gebruiken om
voedsel of dranken gedurende korte
tijd in een koelbox te koelen.
33
Automatisch ontdooien
Koelzone en PerfectFreshzone
Terwijl de compressor draait, kunnen er
rijm en waterpareltjes worden gevormd
op de achterzijde van de koelzone en
PerfectFresh-zone. Deze dient u niet te
verwijderen, want de koelzone en Per
fectFresh-zone ontdooien automatisch.
Het dooiwater loopt via een dooiwater
goot en door een dooiwaterafvoerbuis
naar een verdampsysteem aan de ach
terzijde van het toestel.
Zorg ervoor dat het dooiwater altijd
ongehinderd kan weglopen, door de
dooiwatergoot en de dooiwaterafvoerbuis schoon te houden.
-
Vrieszone
Het toestel is uitgerust met een
"NoFrost"-systeem, waardoor het toestel
automatisch wordt ontdooid.
De geproduceerde vochtigheid zet zich
af op de verdamper, wordt regelmatig
automatisch ontdooid en verdampt.
Door het automatisch ontdooien blijft de
vrieszone altijd ijsvrij. De levens
middelen vriezen dankzij dit speciale
systeem niet vast!
-
34
Gebruik nooit reinigingsmiddelen die
zand, schuurmiddelen, soda, zuren
of chloorverbindingen bevatten. Ge
bruik ook geen chemische oplos
middelen.
Ook ongeschikt zijn zogenaamde
schuurmiddelen die "vrij zijn van
schuurmiddelen", want die veroorza
ken matte vlekken.
Gebruik voor het onderhoud van de
roestvrijstalen deuren een geschikt
onderhoudsmiddel voor roestvrij
staal (verkrijgbaar bij de Service
After Sales van Miele).
Zorg ervoor dat er geen water in de
elektronica, de verlichting of de ventilatieroosters terechtkomt.
-
Reiniging en onderhoud
Haal de levensmiddelen uit het toe
^
stel en bewaar ze op een koele
plaats.
-
-
Neem alle onderdelen die kunnen
^
worden uitgenomen uit het toestel om
het gemakkelijker te kunnen reinigen.
Buitenwanden, binnenruimte,
toebehoren
Reinig het toestel minstens 1 keer per
^
maand met lauw water en wat hand
afwasmiddel.
Reinig alle onderdelen met de hand.
^
^ Reinig het gootje en de afvoerope-
ning voor het dooiwater regelmatig
met een wattenstaafje of iets dergelijks, zodat het dooiwater altijd ongehinderd kan weglopen.
-
-
Er mag geen reinigingswater door
de afvoeropening voor het dooiwater
lopen.
Gebruik geen stoomreiniger. De
stoom kan terechtkomen op onder
delen van het toestel die onder
spanning staan en zo kortsluiting
veroorzaken.
Het typeplaatje in het toestel mag
niet worden verwijderd. De informa
tie op dit plaatje is belangrijk in ge
val van een storing.
Vóór het reinigen
^
Schakel het toestel uit en trek de
stekker uit het stopcontact of schakel
de zekering uit.
^ Veeg de buitenwanden, de binnen-
ruimte en het toebehoren na de reiniging af met een doek die met schoon
water is vochtig gemaakt. Wrijf vervolgens alles droog met een doek.
-
-
-
Laat de deuren van het toestel korte
tijd openstaan.
^
Reinig de roestvrijstalen deuren met
een geschikt reinigingsmiddel voor
roestvrij staal.
^
Wrijf de roestvrijstalen deuren na elke
reiniging in met een geschikt onder
houdsmiddel voor roestvrij staal!
Het is belangrijk de roestvrijstalen
deuren na elke reiniging met een on
derhoudsmiddel voor roestvrij staal
te behandelen. Dat beschermt de
roestvrijstalen oppervlakken en voor
komt dat ze snel weer vuil worden.
-
-
-
35
Reiniging en onderhoud
Luchttoevoer- en
-afvoeropeningen
Reinig alle luchttoevoer- en -afvoer
^
openingen regelmatig met een
borsteltje of stofzuiger. Wanneer er
zich stof ophoopt, neemt het energie
verbruik toe.
-
Achterzijde - metalen rooster
Minstens 1 keer per jaar moet het stof
van het metalen rooster aan de achter
zijde van het toestel (warmtewisselaar)
worden verwijderd. Wanneer er zich
stof ophoopt, neemt het energieverbruik toe.
^ Let er bij het reinigen van het metalen
rooster op dat u geen kabels of andere onderdelen aftrekt, knikt of beschadigt.
Deurdichting
Behandel de deurdichting niet met
olie of vet. Anders wordt ze na ver
loop van tijd poreus.
-
Na het reinigen
Plaats in de koelzone alle onderdelen
^
terug.
Plaats de levensmiddelen in de koel
^
zone, sluit de toesteldeuren, steek de
stekker in het stopcontact en schakel
het toestel in.
Schakel de functie "Superfrost" in, zo
^
dat de vrieszone snel koud wordt.
Plaats de levensmiddelen in de vries
^
zone zodra de temperatuur in de
vrieszone laag genoeg is.
^ Schakel de functie "Superfrost" uit
door op de toets voor "Superfrost" te
drukken.
-
-
-
Reinig de deurdichting regelmatig uit
sluitend met schoon water en wrijf ze
daarna grondig droog met een doek.
36
-
Herstellingen aan elektrische toe
stellen mag u enkel en alleen door
een vakman of vakvrouw laten uit
voeren. Door ondeskundig uitge
voerde herstellingen kunnen er niet
te onderschatten risico's voor de ge
bruiker ontstaan.
Wat gedaan als...
. . . het toestel niet koelt?
Controleer of het toestel ingescha
^
keld is. De temperatuurindicator moet
branden.
^ Controleer of de stekker van het toe-
stel goed in het stopcontact zit.
^ Controleer of de desbetreffende ze-
kering in uw zekeringenkast uitgeschakeld is. Als dit het geval is, doet
u een beroep op de dienst Herstellingen aan huis van Miele.
...detemperatuur in de koel- of
vrieszone te laag is?
^
Stel een hogere temperatuur in.
-
-
-
-
Wat gedaan als...?
...deinschakelfrequentie en
inschakelduur van de compressor
toenemen?
Controleer of de ventilatieroosters
^
niet afgedekt zijn of onder het stof zit
-
ten.
Controleer of het metalen rooster
^
(warmtewisselaar) aan de achterzijde
van het toestel niet onder het stof zit.
De toesteldeuren werden vaak geo
^
pend of er werden grote hoeveelhe
den verse levensmiddelen geplaatst
of ingevroren.
^ Controleer of de toesteldeuren goed
sluiten.
...decompressor constant werkt?
^ Om energie te besparen schakelt de
compressor bij een gering
koudeverbruik op een laag toerental
over. Daardoor wordt de werkingstijd
van de compressor verlengd.
^
De functie "Superfrost" is nog inge
schakeld. "Superfrost" schakelt auto
matisch uit na ca. 65 uur.
-
-
-
-
-
^
De functie "Superfrost" is nog actief,
het controlelampje brandt.
"Superfrost" schakelt automatisch uit
na ca. 65 uur.
^
Controleer of de toesteldeuren goed
dicht zijn.
^
Werd een grote hoeveelheid levens
middelen in één keer ingevroren?
Omdat de compressor daardoor zeer
lang werkt, daalt de temperatuur in
de koelzone automatisch.
. . . het ingevroren voedsel ontdooit
omdat het te warm is in de vrieszo
ne?
^
Is de kamertemperatuur lager dan
die waarvoor uw toestel ontworpen
is?
Verhoog de kamertemperatuur.
De compressor schakelt minder vaak in
als de kamertemperatuur te laag ligt.
Daardoor kan het te warm worden in de
vrieszone.
-
37
Wat gedaan als...?
...delevensmiddelen vastgevroren
zijn?
Maak de levensmiddelen los met een
stomp voorwerp, bijv. een lepelsteel.
...dedeur van de vrieszone niet ver
schillende keren na elkaar kan wor
den geopend?
Dit is geen storing. Door de zuigende
werking kunt u de deur pas na enige
tijd zonder extra moeite openen.
. . er een waarschuwingssignaal
weerklinkt?
Een toesteldeur staat langer dan 60 seconden open!
^ Doe de toesteldeur dicht!
. . . het waarschuwingssignaal weerklinkt en zowel de temperatuurindicator voor de vrieszone als het
waarschuwingscontrolelampje knipperen?
-
. . . het controlelampje voor "Super
frost" samen met de temperatuurin
dicator knippert?
Er zit een storing in het toestel. Neem
contact op met de dienst Herstellingen
aan huis van Miele.
-
...debinnenverlichting in de koelzo
ne niet meer werkt?
Stond de toesteldeur van de koelzo
^
ne gedurende lange tijd open? De
verlichting schakelt automatisch uit
als de deur 15 minuten geopend is
gebleven.
Is dat niet het geval, dan is de binnenverlichting defect.
^ Trek de stekker uit of schakel de
desbetreffende zekering in uw
zekeringenkast uit.
-
-
-
-
De vrieszone is, afhankelijk van de in
gestelde temperatuur, te warm, omdat
^
de deur van de vrieszone vaak werd
geopend of grote hoeveelheden ver
se levensmiddelen werden ingevro
ren, zonder dat de functie "Super
frost" werd ingeschakeld.
^
de ventilatieroosters werden afge
dekt.
Als de storingen verholpen zijn, bran
den de temperatuurindicator van de
vrieszone en het
waarschuwingscontrolelampje constant
en wordt het waarschuwingssignaal uit
geschakeld.
38
-
-
-
-
-
-
^
Neem de lampafdekking a vooraan
vast en haak ze achteraan uit.
^
Draai de gloeilamp b eruit en ver
vang ze.
Aansluitgegevens van de gloeilamp:
-
220-240 V, fitting E 14.
Het vereiste vermogen (watt) leest u
van de defecte gloeilamp af.
-
Plaats de lampafdekking a terug.
^
...debodem van de koelzone nat
is?
De afvoeropening voor het dooiwater zit
verstopt.
Reinig het gootje en de afvoerope
^
ning voor het dooiwater.
Als u de storing niet kunt verhelpen
aan de hand van de bovenstaande
informatie, neemt u contact op met
de dienst Herstellingen aan huis van
Miele.
Om het koudeverlies zo beperkt mogelijk te houden, laat u indien mogelijk de deuren van het toestel dicht
tot de storing verholpen is.
-
Wat gedaan als...?
39
Waar bepaalde geluiden vandaan komen
Heel normale geluidenWaar komen ze vandaan?
Brrrrr...Gebrom komt van de motor (compressor). Dat kan even wat har
der worden terwijl de motor ingeschakeld wordt.
Blubb, blubb....Geborrel, geklots of gezoem komt van het koelmiddel dat door
de buisjes vloeit.
Klik....U hoort een klik telkens als de thermostaat de motor in- of uit
schakelt.
Sssrrrrr....Bij toestellen met verschillende zones of bij No-Frostmodellen
kan u een zacht geruis horen van de luchtstroming in de binnen
ruimte van het toestel.
Bedenk echter dat motor- en stromingsgeluiden in de koelingskringloop niet te
vermijden zijn!
-
-
-
Geluid waaraan u vlot kan
verhelpen
Geklepper, gerammel, gerinkelHet toestel staat niet waterpas: Stel het toestel waterpas.
Waar komt het vandaan en wat kan u ertegen
doen?
Schroef de voetjes in of uit het toestel of leg iets onder het toestel.
Het toestel raakt andere toestellen of meubels aan: Schuif het
toestel van de meubels of andere toestellen weg.
Laden, korven of legplaten trillen of knellen: Controleer de uit
neembare onderdelen en zet ze eventueel opnieuw op hun
plaats.
Flessen of recipiënten raken elkaar: Schuif de flessen of reci
piënten wat uit elkaar.
De snoerhouder hangt nog tegen de achterzijde van het toe
stel: Neem de snoerhouder weg.
-
-
-
40
Technische Dienst van Miele/garantie
Neem in geval van storingen die u zelf
niet kan verhelpen, contact op met
uw Miele-handelaar
^
of
de Technische Dienst van Miele.
^
Het adres en de telefoonnummers van
onze Technische Dienst vindt u op de
rugzijde van deze gebruiksaanwijzing.
Wanneer u daar een beroep op doet,
geef dan a.u.b. altijd het type- en het
machinenummer van uw toestel op.
Deze gegevens vindt u op het type
plaatje binnen in het toestel.
Duur en voorwaarden van de
garantie
De duur van de garantie bedraagt
2 jaar.
Meer informatie over de garantievoorwaarden kan u bekomen op onze site
of per telefoon bij Miele. Zie keerzijde
van deze gebruiksaanwijzing.
-
41
Elektrische aansluiting
Dit toestel wordt aansluitklaar geleverd,
is dus voorzien van snoer en stekker.
Het apparaat is geschikt om te worden
aangesloten op eenfasige stroom
220 - 240 V, 50 Hz. Dit toestel mag en
kel op een degelijk geaard stopcontact
worden aangesloten.
Om de veiligheid te verhogen, verdient
het aanbeveling een verliesstroomscha
kelaar met een uitschakelstroom van
30 mA voor het toestel te schakelen.
U dient smeltveiligheden van 10 A te
voorzien.
Plaats het stopcontact naast of vlakbij
het toestel. Dat dient vlot toegankelijk te
zijn.
Gebruik geen verlengsnoeren om het
toestel op het stroomnet aan te sluiten.
Die waarborgen niet de nodige veiligheid. Er is risico van oververhitting.
-
-
Sluit uw toestel niet aan op stroomomzetters die bij apart werkende stroomvoorziening worden gebruikt, bv. bij
zonne-energie. Bij het inschakelen van
uw toestel kunnen er anders span
ningspieken optreden waardoor het
voor uw veiligheid wordt uitgeschakeld.
Daardoor kan de elektronische bestu
ring echter schade oplopen!
Gebruik uw toestel ook niet met zoge
heten stroomsparende stekkers.
Daardoor wordt de stroomtoevoer naar
het toestel immers beperkt zodat het
toestel te warm wordt.
Dient het aansluitsnoer te worden
vervangen, dan mag dat enkel worden
uitgevoerd door een erkend elektricien.
42
-
-
-
Plaats geen warmteproducerende
toestellen, zoals een broodrooster of
microgolfoven, op het toestel. Hier
-
door stijgt het energieverbruik!
Opstelinstructies
Een te lage kamertemperatuur heeft tot
gevolg dat de compressor gedurende
lange tijd niet werkt. Dit kan tot te hoge
temperaturen in het toestel leiden, zo
dat de levensmiddelen eventueel zelfs
beginnen te ontdooien!
-
Dit toestel mag niet onmiddellijk
naast ("side-by-side") een ander mo
del worden opgesteld!
Omdat het toestel niet met een zij
wandverwarming uitgerust is, kan er
bij een "side-by-side"-opstelling con
denswater ontstaan!
Vraag meer informatie bij uw Miele
-
-handelaar.
Opstelplaats
Kies geen opstelplaats vlak naast een
fornuis, een verwarming of in de omgeving van een venster met directe inval
van zonnestralen. Hoe hoger de omgevingstemperatuur, hoe langer de compressor moet werken, waardoor er
meer stroom wordt verbruikt.
Een droge, ventileerbare ruimte is het
meest geschikt.
Klimaatklasse
Het toestel is geconstrueerd voor een
bepaalde klimaatklasse (bereik van de
kamertemperatuur) waarvan de onderen bovengrens moeten worden
gerespecteerd. De klimaatklasse is ver
meld op het typeplaatje aan de binnen
zijde van het toestel.
Luchttoevoer en luchtafvoer
De lucht aan de achterkant van het toe
stel wordt opgewarmd. De ventilatie
roosters mogen daarom niet worden af
gedekt. Zo is een goede luchttoevoer
en -afvoer verzekerd.
Ook moet het stof regelmatig van de
ventilatieroosters worden verwijderd.
Toestel opstellen
^ Verwijder eerst de kabelhouder aan
de achterzijde van het toestel.
^ Controleer of de onderdelen aan de
achterzijde van het toestel nergens
tegenaan kunnen komen. Buig ze zo
nodig de andere kant op.
^
Schuif het toestel voorzichtig op de
daartoe voorziene plaats.
^
Plaats het toestel met de achterwand
vlak tegen de keukenwand.
-
-
-
-
-
KlimaatklasseKamertemperatuur
SN
N
ST
T
van +10 °C tot +32 °C
van +16 °C tot +32 °C
van +16 °C tot +38 °C
van +16 °C tot +43 °C
43
Opstelinstructies
Toestel waterpas zetten
Nivelleer het toestel met de
^
regelvoetjes.
^ Draai in elk geval het regelvoetje a in
de lagersteun uit om de onderste toe
steldeur te ondersteunen.
44
-
Afmetingen van het toestel
Opstelinstructies
ABC
KFN 12927 SD edt2011 mm600 mm630 mm
45
De draairichting van de deuren veranderen
Het toestel wordt geleverd met rechts
scharnierende deuren. Als de deuren
linksscharnierend moeten zijn, moet u
de draairichting van de deuren veran
deren.
Om de draairichting van de deuren te
veranderen, hebt u het volgende ge
reedschap nodig:
een kruiskopschroevendraaier,
–
een sleufschroevendraaier,
–
torx-schroevendraaiers in verschil
–
lende groottes,
– een steeksleutel.
Voer het veranderen van de draairichting van de deuren altijd met
twee personen uit.
Deurgrepen afnemen:
-
-
-
-
Draai nu de 4 schroeven (Torx 15) op
^
het bevestigingsplaatje los en neem
de greep af.
Maak de afdekplaatjes aan de an
^
dere zijde los en plaats ze op de vrij
gekomen gaten.
-
-
^
Als u aan de deurgreep a trekt,
schuift het zijgedeelte van de deur
greep b naar achteren.
^
Trek het zijgedeelte van de deur
greep b krachtig naar achteren toe
uit de geleiding.
46
-
-
De draairichting van de deuren veranderen
Toesteldeuren afnemen:
Neem de levensmiddelen uit de
deurrekken.
Sluit de bovenste toesteldeur.
^
^ Neem de afdekking a af. Schuif ze
hiertoe van achteren naar voren en
haal ze er vervolgens langs boven af.
^ Haal de afdekking b er langs boven
af.
Waarschuwing! Zodra u hieronder
de lagersteun verwijdert, zit de bo
venste toesteldeur los!
-
Maak het bevestigingsonderdeel f
^
los van de afdekking e. Schuif het
hiertoe wat naar links en neem het
vervolgens langs voren af.
Draai het bevestigingsonderdeel f
^
180°.
Plaats de afdekking e van voren af
^
op het bevestigingsonderdeel f en
schuif ze naar rechts. Het opschrift
moet leesbaar zijn.
Neem de afdekking g af, draai ze
^
180° en plaats ze aan de andere zij
de.
^ Plaats de afdekking e samen met
het bevestigingsonderdeel f aan de
andere zijde.
-
^
Draai de schroeven d in de boven
ste lagersteun c los en trek de lager
steun langs boven af.
^
Neem de bovenste toesteldeur voor
zichtig langs boven af en zet ze even
opzij.
^
Maak met behulp van een schroe
vendraaier langs boven de afdekking
e los en neem ze samen met het be
vestigingsonderdeel f af. Ga hierbij
voorzichtig te werk.
-
-
-
-
-
47
De draairichting van de deuren veranderen
Doe de onderste toesteldeur dicht.
^
Waarschuwing! Zodra u hieronder
de lagersteun verwijdert, zit de on
derste toesteldeur los!
-
^ Trek in het midden van het toestel de
lagerbout i langs boven uit.
^ Neem de onderste toesteldeur voor-
zichtig langs boven af en zet ze even
opzij.
^ Trek de afdekking j af.
^
Schroef de lagersteun k af, draai
hem 180° en schroef hem op de te
genoverliggende zijde.
^
Trek het kunststofkapje h af en zet
het 180° gedraaid terug op de lager
steun k.
^
Plaats de afdekking j op de tegen
overliggende zijde.
-
^ Neem de stop l uit de deurlagerbus
in de toesteldeur en plaats de stop
aan de andere zijde.
-
^
-
Neem met behulp van een schroe
vendraaier telkens de veerklem m
onderaan uit de toesteldeur en plaats
ze aan de andere zijde.
-
48
De draairichting van de deuren veranderen
Draairichting van de toesteldeuren
veranderen:
Neem de afdekking a naar voren toe
^
af.
^ Trek de afdekking b af.
^ Draai het regelvoetje aan de lager-
bout c er helemaal in.
^ Kantel het toestel met zijn tweeën
voorzichtig naar achteren toe en trek
de lagerbout c er eerst naar onderen toe en vervolgens naar voren toe
uit. Vergeet de scharnierbus d niet.
^
Draai de schroeven e los en verwij
der de lagersteun f.
^
Verwijder de afdekking g en plaats
ze op de gaatjes aan de andere kant.
^
Draai de schroef van het
lageronderdeel h op de lagersteun
f wat los. Draai het in het tegenover
liggende gat van de lagersteun f en
draai de schroef vervolgens weer
vast.
Schroef de lagersteun f aan de an
^
dere zijde vast. Gebruik daartoe uit
sluitend de beide buitenste langwer
pige gaten. Laat de schroef in het
midden achterwege. Zo kunt u later
via de buitenste langwerpige gaten
de deur van het toestel uitlijnen.
^ Plaats de afdekking b op haar
plaats.
^ Kantel het toestel met zijn tweeën
voorzichtig naar achteren toe en
plaats aan de linkerkant de lagerbout
c van onderen af in de lagersteun
-
f. De inkeping op de lagerbout wijst
hierbij naar voren.
^
Plaats de scharnierbus d op de la
gerbout c.
^
Duw links de afdekking a op haar
plaats. Zorg ervoor dat u aan beide
kanten een klik hoort.
-
^
Plaats de onderste toesteldeur langs
boven op de lagerbout c.
^
Doe de onderste toesteldeur dicht.
-
-
-
-
49
De draairichting van de deuren veranderen
Plaats de lagerbout i in de lager
^
steun k in de onderste toesteldeur.
De tap op de lagerbout zit daarbij in
de uitsparing op de lagersteun.
Plaats de bovenste toesteldeur op de
^
lagerbout i in het midden van het
toestel.
Sluit de bovenste toesteldeur.
^
^ Plaats de lagersteun c aan de an-
dere zijde en bevestig hem met de
schroeven d.
-
^ Plaats de afdekkingen a en b aan
de andere zijde.
^
Lijn de toesteldeur via de langwer
pige gaten in de onderste lagersteun
uit ten opzichte van de behuizing van
het toestel. Draai de schroeven ver
volgens vast.
50
-
-
De draairichting van de deuren veranderen
Deurgrepen opnieuw monteren:
Hou in elk geval rekening met de
volgende aanwijzingen voor de be
vestiging van de deurgreep, want bij
foutieve montage raakt de deurdich
ting beschadigd.
^ Schroef de deurgreep met de twee
voorste schroeven b eerst losjes in
aan de andere zijde.
Let er in elk geval op dat het
zijgedeelte van de deurgreep d
-
tijdens het openen van de deur niet
in aanraking komt met de deurdich
ting. De deurdichting zou na verloop
-
van tijd beschadigd raken!
Mocht dit het geval zijn,
lijn het bevestigingsplaatje c nog
^
maals uit met de stifttappen a tot het
bevestigingsplaatje en het
zijgedeelte van de deurgreep d de
gewenste hoek hebben en de dich
ting tijdens het openen van de deur
niet meer wordt geraakt.
-
-
-
Het bevestigingsplaatje c moet zo op
de deurbehuizing liggen dat, wanneer
de deur gesloten is, het bevestigings
plaatje gelijk ligt met de buitenwand
van het toestel.
Als dit niet het geval is,
^
draait u de twee vooraf gemonteerde
stifttappen a met een inbussleutel in
tot het bevestigingsplaatje c de ge
wenste hoek heeft.
^
Draai de 4 schroeven b goed vast.
^
Schuif het zijgedeelte van de deur
greep d vanaf de zijkant van het toe
stel op de geleiding van het bevesti
gingsplaatje tot het hoorbaar vast
klikt.
-
-
-
-
-
-
51
Toesteldeuren uitlijnen
U kunt de toesteldeuren nadien uitlijnen
ten opzichte van de behuizing van het
toestel.
In de volgende afbeelding wordt de
toesteldeur niet gesloten weergege
ven, zodat u de procedure beter
kunt volgen.
Lijn de onderste toesteldeur uit via de
buitenste langwerpige gaten in de on
derste lagersteun:
^ Verwijder de middelste schroef a
van de lagersteun.
-
-
Lijn de bovenste toesteldeur uit via de
langwerpige gaten in de middelste la
gersteun:
Draai beide schroeven c een beetje
^
uit.
^ Lijn de toesteldeur uit door de lager-
steun naar links of rechts te verschuiven.
^ Draai de schroeven c vervolgens
vast.
-
^
Draai beide buitenste schroeven b
een beetje uit.
^
Lijn de toesteldeur uit door de lager
steun naar links of rechts te verschui
ven.
^
Draai de schroeven b vervolgens
vast. De schroef a hoeft niet op
nieuw te worden ingeschroefd.
52
-
-
-
Het toestel inbouwen
werken waardoor het stroomverbruik
toeneemt.
De verluchtingsopeningen mogen
niet afgedekt of afgesloten worden.
Bovendien moeten ze geregeld ge
reinigd worden.
Bij inbouw met keukenkasten met
genormaliseerde afmetingen
(maximumdiepte van 580 mm) kan het
toestel rechtstreeks naast de keuken
kast worden opgesteld. De toesteldeur
staat dan op 34 mm verwijderd aan de
zijkant en steekt 55 mm uit ten opzichte
van de voorkant van de keukenkast. Op
deze manier kan de toesteldeur zonder
problemen worden geopend en gesloten.
-
-
a Opzetkast
b Toestel
c Koelkast
d Wand
Het toestel kan in elk kastenrij worden
ingebouwd. Om het toestel even hoog
te laten komen als de kasten, kan bo
ven het toestel een opzetkast a wor
-
-
den geplaatst.
Met het oog op de aan- en afvoer van
de lucht moet er langs de achterzijde
van het toestel een afvoerkanaal van
minimum 50 mm diep voorzien worden,
over de hele breedte van de opzetkast.
De diameter van de verluchting onder
het plafond moet minstens 300 cm
2
be
dragen zodat de opgewarmde lucht on
gehinderd kan wegstromen. In het an
-
dere geval moet de compressor harder
Als u het toestel opstelt naast eenwand d is aan de kant van de schar-
nieren tussen de wand d en het toestel
b een afstand van ca. 55 mm vereist.
Dit zorgt ervoor dat de deur helemaal
kan worden geopend.
-
-
535455
Wijzigingen voorbehouden / 1610
KFN 12927 SD edt
M.-Nr. 07 807 120 / 01
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.