Miele KFN 12927 SD edt User Manual [nl]

Gebruiksaanwijzing en montage handleiding
Koel-vriescombinatie met
-
PerfectFresh-zone, NoFrost-systeem en DynaCool KFN 12927 SD edt
nl-BE
M.-Nr. 07 807 120
Inhoud
Beschrijving van het toestel .........................................4
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu ...........................6
Opmerkingen omtrent uw veiligheid ..................................7
Hoe kunt u energie besparen? ......................................12
Toestel in- en uitschakelen .........................................13
Koelzone afzonderlijk uitschakelen .................................14
Bij langdurige afwezigheid ..........................................14
Die richtige Temperatur............................................15
...inderKühlzone ................................................15
Automatische Temperaturverteilung (DynaCool) .........................15
...inderGefrierzone ..............................................16
Temperatur einstellen ..............................................16
Temperaturanzeige ................................................17
Mögliche Einstellwerte für die Temperatur ............................17
Temperatur in der PerfectFresh-Zone einstellen ..........................18
Waarschuwingssysteem ...........................................20
Temperatuuralarm .................................................20
Deuralarm .......................................................20
Superfrost gebruiken..............................................21
Koelzone juist gebruiken ..........................................22
Verschillende koelgedeelten .........................................22
Levensmiddelen die zeker niet gekoeld mogen worden....................23
Waarop moet u letten wanneer u levensmiddelen koopt ...................23
Levensmiddelen juist bewaren .......................................23
Onverpakte dierlijke en plantaardige levensmiddelen ..................23
PerfectFresh juist gebruiken .......................................24
Bewaartemperatuur ................................................24
Luchtvochtigheid ..................................................24
Bewaren in het droge en vochtige vak .................................24
Droog vak .....................................................24
Vochtig vak ....................................................25
Binnenruimte indelen .............................................27
Legplaten verplaatsen ..............................................27
Tweedelige legplaat ...............................................27
Rek/flessenrek aan de binnenkant van de deur verplaatsen ................27
Invriezen en bewaren..............................................29
Maximaal invriesvermogen ..........................................29
Inhoud
Wat gebeurt er als verse levensmiddelen worden ingevroren? ..............29
Diepvriesproducten bewaren ........................................29
Zelf levensmiddelen invriezen ........................................30
Hou bij het invriezen rekening met het volgende .......................30
Verpakken.....................................................30
Voor u de levensmiddelen in het toestel legt ..........................31
Hoe u de levensmiddelen in het toestel legt ..........................31
Grote stukken plaatsen .............................................31
Ingevroren levensmiddelen ontdooien .................................31
IJsblokjes maken ..................................................32
Dranken snel koelen ...............................................32
Vriestablet gebruiken...............................................32
Koelaccu gebruiken................................................33
Automatisch ontdooien............................................34
Reiniging en onderhoud ...........................................35
Buitenwanden, binnenruimte, toebehoren...............................35
Luchttoevoer- en -afvoeropeningen ...................................36
Deurdichting .....................................................36
Wat gedaan als...?..............................................37
Waar bepaalde geluiden vandaan komen .............................40
Technische Dienst van Miele/garantie ................................41
Elektrische aansluiting ............................................42
Opstelinstructies .................................................43
Opstelplaats......................................................43
Klimaatklasse ..................................................43
Luchttoevoer en luchtafvoer .........................................43
Toestel opstellen ..................................................43
Toestel waterpas zetten.............................................44
Afmetingen van het toestel ..........................................45
De draairichting van de deuren veranderen ...........................46
Toesteldeuren uitlijnen ............................................52
Het toestel inbouwen..............................................53
Beschrijving van het toestel
a Inschakeltoets voor het inschakelen
van het complete toestel en aan-uittoets voor het afzonderlijk in­en uitschakelen van de koelzone
b Toets voor het instellen van de tem
peratuur in de koelzone
c Temperatuurindicator voor de koel-
zone
d Temperatuurindicator voor de vries
zone
e Toets voor het instellen van de tem
peratuur in de vrieszone
-
f Toets en controlelampje voor
"Superfrost"
g Uitschakeltoets voor het waarschu-
wingssignaal en waarschuwingscontrolelampje
h Hoofdtoets voor het in- en
uitschakelen van het complete toe­stel
-
-
4
a Ventilator
b Boter- en kaasvak
c Binnenverlichting
d Rek/eierhouder
e Flessenrek
f Legplaat
g Flessenrek
h Gootje en
afvoeropening voor het dooiwater
i Droog vak van de PerfectFresh-zone
j Regelaar voor het instellen van de
luchtvochtigheid in het vochtige vak
k Vochtig vak van de PerfectFresh-
zone
Beschrijving van het toestel
l Vriesladen
5
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu
Recycleerbare verpakking
De verpakking behoedt het toestel voor transportschade. Er werd materiaal ge kozen dat door het milieu wordt verdra gen en opnieuw kan worden benut.
Door de verpakking weer in kringloop te brengen, wordt er grondstof ge spaard en verkleint de afvalberg. Geef deze stoffen dus niet met het gewone vuilnis mee. Breng ze liever naar het dichtstbijzijnde gemeentelijk container park. Waar u dat vindt, komt u zeker bij uw gemeentebestuur aan de weet.
-
Berging van uw oud toestel
Bij de aankoop van uw nieuw toestel heeft u een bijdrage betaald. Die wordt
­volledig gebruikt voor de toekomstige
­recyclage van dat toestel. Dat bevat trouwens nog waardevol materiaal. Door te recycleren wordt er dan ook minder verspild en vervuild.
Als u vragen heeft omtrent het af danken van uw oud toestel, neem dan contact op met
-
– de handelaar bij wie u het kocht
of
– de firma Recupel,
telefoon 02 706 86 10, website: www.recupel.be
-
of
uw gemeentebestuur als u uw toestel naar een containerpark brengt.
Zorg ervoor dat de buisleidingen van de compressor geen schade oplopen voordat het toestel terdege wordt geborgen. Zo vermijdt u dat er koelmid del uit het koelcircuit of olie uit de com pressor in het milieu terechtkomt.
Zorg er ook voor dat het toestel kinder veilig wordt bewaard voor u het laat wegbrengen.
6
-
-
-
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Dit toestel voldoet aan de voorge schreven veiligheidsvoorschriften. Door ondeskundig gebruik kunnen gebruikers echter letsel oplopen en kan er schade optreden aan het toe stel.
Voor u het toestel in gebruik neemt, moet u de gebruiksaanwijzing aan dachtig lezen. U vindt er belangrijke opmerkingen omtrent de plaatsing, de installatie, het gebruik en het on derhoud van uw toestel. Dat is vei liger voor uzelf en u voorkomt scha de aan het toestel.
Bewaar de gebruiksaanwijzing en geef ze door aan wie het toestel eventueel na u gebruikt.
Juist gebruik
Het toestel is bedoeld voor gebruik
~
in het huishouden en gelijkaardige om­gevingen zoals
in winkels, kantoren en gelijkaardige werkomgevingen,
op boerderijen
-
-
-
-
-
Gebruik voor andere doeleinden is niet toegelaten en kan gevaarlijk zijn. De fa brikant is niet aansprakelijk voor scha de die werd veroorzaakt doordat het toestel voor andere doeleinden werd
-
gebruikt of verkeerd werd bediend.
Personen die door hun fysieke,
~
zintuiglijke of geestelijke mogelijkheden of hun onervarenheid of gebrek aan kennis niet in staat zijn om het toestel veilig te bedienen, mogen dit toestel al leen onder het toezicht of de begeleiding van een verantwoordelijk iemand gebruiken.
Kinderen in het huishouden
Kinderen mogen het toestel alleen
~
maar gebruiken wanneer hen de bedie­ning ervan zo uitgelegd is dat ze het veilig kunnen bedienen. Kinderen moe­ten de eventuele risico's van een foutie­ve bediening kunnen beseffen.
Hou kinderen die in de buurt van het
~
toestel komen in het oog. Let op dat kinderen niet met het toestel spelen door bijv. aan de toesteldeur te gaan hangen.
-
-
-
door klanten in hotels, motels, bed-and-breakfasts en andere typische woonomgevingen.
Gebruik het toestel uitsluitend in het huishouden voor het koelen en bewa ren van levensmiddelen, voor het be waren van diepvriesproducten, voor het invriezen van verse levensmiddelen en voor het maken van ijsblokjes.
-
-
7
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Technische veiligheid
Controleer vóórdat het toestel wordt
~
geplaatst, of het zichtbaar beschadigd is. Is dat het geval, neem het dan in geen geval in gebruik. Een beschadigd toestel kan uw veiligheid in gevaar brengen!
Is het aansluitsnoer beschadigd, laat
~
het dan vervangen door een vakman die door Miele erkend is. Zo vermijdt u risi co's voor wie het toestel gebruikt.
Dit toestel bevat het koelmiddel iso
~
butaan (R600a), een natuurlijk gas dat het milieu weinig belast, maar wel brandbaar is. Het is niet schadelijk voor de ozonlaag en draagt niet bij tot het broeikaseffect. Het gebruik van dit mi­lieuvriendelijke koelmiddel veroorzaakt wel een lichte verhoging van het werkingsgeluid. Naast de werkingsgeluiden van de compressor kunnen er stromingsgeluiden in het vol­ledige koelcircuit optreden. Deze ef­fecten zijn jammer genoeg niet te ver­mijden, maar hebben geen invloed op de prestaties van het toestel. Let er bij het transporteren en het op stellen van het toestel op dat geen en kel onderdeel van het koelcircuit be schadigd raakt. Wegspattend koelmid del kan tot oogletsels leiden! Bij beschadiging:
- Vermijd open vuur of ontstekings­bronnen,
- trek de stekker uit het stopcontact,
- verlucht het vertrek waarin het toestel staat enkele minuten lang, en
- verwittig de Technische Dienst van Miele.
-
-
-
-
Hoe meer koelmiddel er in een toe
~
stel zit, hoe groter de ruimte moet zijn waarin het toestel wordt opgesteld. Bij een eventueel lek kan er in een te kleine ruimte een brandbaar mengsel van gas en lucht ontstaan. Per 8 g koelmiddel moet het vertrek minstens 1 m heid koelmiddel is aangegeven op het typeplaatje in het toestel.
Een veilige werking van het toestel
~
is alleen dan gewaarborgd als het toe
-
stel overeenkomstig de gebruiksaanwij zing gemonteerd en aangesloten werd.
Voordat u het toestel aansluit, dient
~
u eerst de aansluitgegevens (spanning en frequentie) op het typeplaatje met die van het elektriciteitsnet te vergelij­ken. Deze gegevens dienen absoluut over­een te stemmen. Anders treedt er scha­de op aan uw toestel. Vraag bij twijfel inlichtingen aan uw elektricien.
Gebruik uit veiligheidsoverwegingen
~
geen verlengsnoeren of stopcontactenblokken om het toestel aan te sluiten. Die bieden niet voldoen de veiligheidsgaranties. Er bestaat on der meer gevaar voor oververhitting.
-
3
groot zijn. De hoeveel
-
-
-
-
-
-
8
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
De elektrische veiligheid van dit
~
toestel wordt enkel gewaarborgd als u het op een aardsysteem aansluit dat volgens de voorschriften werd geïnstal leerd. Het is heel belangrijk dat aan deze fundamentele veiligheidsvoor waarde is voldaan. Laat de elektrische installatie in uw woning bij twijfel door een elektricien controleren. De fabrikant kan niet aansprakelijk ge steld worden voor schade die werd ver oorzaakt doordat de aardleiding onder broken was of gewoon ontbrak (bijv. elektrische schokken).
Installatiewerken, onderhouds-
~
werken en reparaties mogen alleen worden uitgevoerd door vakmensen die door de fabrikant erkend zijn. Door ondeskundig uitgevoerde installatie-, onderhouds- of reparatiewerken kunnen er voor de ge­bruiker aanzienlijke risico's ontstaan waarvoor de fabrikant niet aansprakelijk kan worden gesteld.
-
-
Tijdens installatie-, onderhouds- en
~
reparatiewerken moet het toestel van het elektriciteitsnet losgekoppeld zijn. Het toestel is pas stroomloos indien aan
­een van deze voorwaarden werd vol daan:
De stekker van het toestel is uitge
trokken. Trek daarbij niet aan het snoer, wel aan de stekker.
­De zekering op uw elektrische instal
­latie is uitgeschakeld.
Laat defecte onderdelen enkel
~
vervangen door originele Miele-wisselstukken. Enkel dan bent u zeker dat ze ten volle voldoen aan de eisen die Miele qua veiligheid stelt.
Als u dit toestel niet op een vaste
~
plaats installeert, bijv. op een schip, laat dit karwei dan enkel uitvoeren door vakmensen. Die moeten ervoor zorgen dat u het toestel veilig kunt gebruiken.
-
-
-
Laat u het toestel tijdens de ga
~
rantieperiode herstellen, dan mag dat enkel gebeuren door een technicus die door de fabrikant erkend is. Anders is er bij schade achteraf geen aanspraak meer op waarborg.
-
9
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Efficiënt gebruik
Raak bevroren levensmiddelen niet
~
met natte handen aan. Uw handen zou den kunnen vastvriezen. U zou zich kunnen verwonden.
Neem nooit ijsblokjes en ijslolly's,
~
met name waterijsjes, in de mond als u ze net uit de vrieszone hebt gehaald. Door de zeer lage temperatuur van het ijs kunnen uw lippen of tong vastvrie zen. U zou zich kunnen verwonden.
Gedeeltelijk of volledig ontdooide le
~
vensmiddelen mogen niet opnieuw wor den ingevroren. Verbruik deze levens­middelen zo snel mogelijk, want de le­vensmiddelen verliezen hun voedings­waarde en bederven. Ontdooide levensmiddelen kunt u opnieuw invrie­zen nadat u ze hebt gekookt of gebra­den.
Bewaar geen explosieve stoffen en
~
geen producten met brandbare drijf­gassen (bijv. spuitbussen) in het toe­stel. Als de thermostaat wordt inge schakeld, kunnen er vonken ontstaan. Die kunnen ontvlambare mengsels tot ontploffing brengen.
Gebruik geen elektrische toestellen
~
in het toestel (bijv. om softijs te ma ken). Er kunnen vonken ontstaan. Ont ploffingsgevaar!
Plaats dranken met een hoog alco
~
holpercentage enkel rechtop en goed afgesloten in de koelzone. Ontploffingsgevaar!
-
-
-
-
Bewaar geen blikjes en flessen met
~
koolzuurhoudende dranken of met vloeistoffen die kunnen bevriezen in de
-
vrieszone. De blikjes of flessen kunnen ontploffen. U zou zich kunnen verwonden en er zou schade kunnen ontstaan.
Als u flessen snel in de vrieszone
~
wenst te koelen, dient u ze uiterlijk na één uur weer uit de vrieszone te halen. De flessen kunnen ontploffen. U kunt zich verwonden en er kan schade ont
-
staan.
­Als u levensmiddelen eet die te lang
~
bewaard werden, bestaat er gevaar voor voedselvergiftiging. De bewaarduur is afhankelijk van di­verse factoren, zoals de versheid en kwaliteit van de levensmiddelen en de temperatuur waarop ze worden be­waard. Hou rekening met de bewaartips en de houdbaarheidsdata van de fabrikant van de levensmid­delen.
Gebruik geen voorwerpen met
~
scherpe punt of rand om
rijm- en ijslagen te verwijderen,
vastgevroren ijsbakjes en levensmid delen los te wrikken.
-
Als u dat doet, beschadigt u de koelelementen en functioneert het toe stel niet meer correct.
Plaats nooit elektrische verwar
~
mingstoestellen of kaarsen in het toe stel om het te ontdooien. De kunststof zou beschadigd raken.
-
-
-
-
-
10
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Gebruik geen ontdooisprays of
~
producten om ijs te verwijderen. Die kunnen immers explosieve gassen vormen, ze kunnen oplosmiddelen of drijfgassen bevatten die de kunststof aantasten of ze kunnen de gezondheid schaden.
Behandel de deurdichting niet met
~
olie of vet. Daardoor wordt de deurdichting na ver loop van tijd poreus.
Als u in het toestel of in de deur vet-
~
of oliehoudende levensmiddelen be waart, dient u ervoor te zorgen dat eventueel uitlopend vet of uitlopende olie niet in contact komt met de kunststofonderdelen. Er kunnen spanningsscheuren in de kunststof ontstaan, zodat die barst of scheurt.
Dek de ventilatieroosters van het
~
toestel niet af. Als die openingen afgedekt zijn, kan er geen goede luchtcirculatie plaatsvin­den. Het stroomverbruik stijgt en scha de aan onderdelen kan niet worden uit gesloten.
Het toestel is geconstrueerd voor
~
een bepaalde klimaatklasse (bereik van de kamertemperatuur) waarvan de onder- en bovengrens gerespecteerd moeten worden. De klimaatklasse is vermeld op het typeplaatje aan de bin nenzijde van het toestel. Een te lage kamertemperatuur heeft tot gevolg dat het koelelement gedurende een lange tijd stilstaat, zodat het toestel de vereiste temperatuur niet kan aan houden.
-
-
-
Gebruik voor het ontdooien en reini
~
gen van het toestel in geen geval een stoomreiniger. Stoom kan in aanraking komen met on derdelen van het toestel die onder spanning staan en zo een kortsluiting veroorzaken.
Wat met een afgedankte koel­vriescombinatie?
-
Vernietig het knip- of vergrendelslot
~
van uw oude koel-vriescombinatie als u het toestel afdankt. Op die manier voorkomt u dat spelende kinderen zich in het toestel opsluiten, wat levensgevaarlijk kan zijn.
Beschadig geen onderdelen van het
~
koelcircuit, bijv. door
– koelmiddelkanalen van het
verdampsysteem open te prikken;
– buizen te knikken;
– beschermende lagen af te krabben.
-
Als er koelmiddel uit spuit, kan dat
-
oogletsels veroorzaken.
De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade die ontstaan is doordat deze veiligheidsrichtlijnen niet in acht werden genomen.
-
-
-
11
Hoe kunt u energie besparen?
normaal energieverbruik verhoogd energieverbruik
Opstellen In een verluchtbare ruimte. In een gesloten, niet te verluchten
Beschermd tegen directe zonnestraling.
Niet naast een warmtebron (verwar mingselement, fornuis).
Bij een ideale kamertemperatuur van 20 °C.
Temperatuurinstelling Thermostaat "niveaugetallen" (regeling in niveaus)
Temperatuurinstelling Thermostaat "graadaanduidingen" (digitaal scherm)
Gebruik De deur alleen maar zo kort mogelijk
Ontdooien Ontdooi het vriesvak bij een ijslaag
Bij een gemiddelde instelling van 2 tot 3.
Keldervak van 8 tot 12 °C
Koelvak van 4 tot 5 °C
PerfectFresh-zone bijna 0 °C
Vriesvak -18 °C
Wijnbewaarzone van 10 tot 12 °C
openen.
Levensmiddelen goed gesorteerd inladen.
Laat warme gerechten en dranken eerst buiten het toestel afkoelen.
Levensmiddelen goed verpakt of goed afgedekt inladen.
Leg ingevroren producten in de koelzone om ze te ontdooien.
Doe de vakken niet te vol zodat de lucht kan circuleren.
van 0,5 cm.
ruimte
Bij directe zonnestraling.
Naast een warmtebron (verwar
­mingselement, fornuis).
Bij een hogere omgevingstempera tuur.
Bij een hoge instelling: Hoe lager de temperatuur in het vriesvak, hoe ho ger het energieverbruik!
Bij toestellen met een winterschake ling moet u erop letten dat die scha kelaar bij temperaturen boven 16 resp. 18 °C uitgeschakeld is.
De deur vaak en langdurig openen = koudeverlies
Wanneer alles door elkaar ligt, moet u lang zoeken en blijft de deur lang openstaan.
Warme gerechten in het toestel doen de compressor langdurig werken (het toestel probeert harder te koelen).
Wanneer vloeistoffen in de koelzone verdampen en condenseren, leidt dat tot verlies van het koelvermogen.
Een ijslaag vermindert de overdracht van de koude aan de in te vriezen le vensmiddelen en doet het stroom verbruik stijgen.
-
-
-
-
-
-
-
12
Toestel in- en uitschakelen
Vóór het eerste gebruik
De roestvrijstalen deuren en lijsten op de rekken en legplaten (en eventueel ook de zijwanden) zijn van een folie voorzien om ze bij het transport te be schermen.
Trek de beschermfolie pas weg na
^
het opstellen of inbouwen.
Wrijf de roestvrijstalen deuren onmid
^
dellijk na het afnemen van de be schermfolie in met het bijgeleverde onderhoudsmiddel voor roestvrij staal.
Belangrijk! Het onderhoudsmiddel voor roestvrij staal zorgt voor een duurzame film die voorkomt dat het roestvrij staal snel vuil wordt.
^ Reinig de binnenruimte en het toebe-
horen. Gebruik daarvoor lauw water. Wrijf daarna alles droog met een doek.
^
Reinig de zijwanden met een voch tige, schone doek. Wrijf deze vervol gens droog met een zachte doek.
Laat het toestel na het transport ca. 1/2 tot 1 uur staan voor u het aansluit. Dit is zeer belangrijk voor de latere werking!
-
-
-
Toestel inschakelen
Met de hoofdtoets rechts kunt u de koel zone en de vrieszone tegelijk inscha kelen. Dit is ook mogelijk via de inschakeltoets links.
-
Druk rechts op de hoofdtoets.
^
De temperatuurindicator voor de koel zone geeft de ingestelde temperatuur weer. De temperatuurindicator voor de vrieszone en het waarschuwingscontrolelampje knippe­ren tot de temperatuur in de vrieszone koud genoeg is.
Het toestel begint te koelen en de bin­nenverlichting in de koelzone gaat aan wanneer de deur wordt geopend.
Om zeker te zijn dat de temperatuur laag genoeg is, dient u het toestel enkele uren te laten voorkoelen voordat u voor het eerst levensmid
­delen in het toestel plaatst.
Pas wanneer de temperatuur in de vrieszone laag genoeg is (minstens
-18 °C) plaatst u levensmiddelen in de vrieszone.
Koelaccu
-
-
-
-
Plaats de koelaccu in de bovenste vrieslade of op het vriestablet (om plaats te besparen). Na ca. 24 uur kan de koelaccu zijn maximale koelvermo gen leveren.
-
13
Toestel in- en uitschakelen
Toestel uitschakelen
Druk rechts zo lang op de hoofdtoets
^
tot de beide temperatuurindicatoren uitgaan.
De binnenverlichting gaat uit. De koeling is uitgeschakeld.
Koelzone afzonderlijk uitschakelen
U kunt de koelzone afzonderlijk uitscha kelen terwijl de vrieszone ingeschakeld blijft. Dit is bijv. interessant wanneer u op vakantie bent.
^ Druk links zo lang op de aan-uittoets
voor de koelzone tot de temperatuur­indicator voor de koelzone dooft.
Bij langdurige afwezigheid
Als u het toestel gedurende lange tijd niet gebruikt, gaat u als volgt te werk:
schakel het toestel uit,
^
trek de stekker uit het stopcontact,
^
reinig het toestel en
^
laat de toesteldeuren op een kier
^
staan om geurvorming te vermijden.
Als het toestel bij langdurige afwe zigheid wordt uitgeschakeld maar
-
niet gereinigd, bestaat er gevaar voor schimmelvorming als de deu­ren gesloten blijven.
-
De binnenverlichting gaat uit. De koel zone is uitgeschakeld.
De temperatuurindicator voor de vries zone blijft aan.
Koelzone weer inschakelen
^
Druk links opnieuw op de aan-uit toets.
De temperatuurindicator voor de koel zone gaat aan. De koelzone begint te koelen en de binnenverlichting wordt ingeschakeld wanneer de deur wordt geopend.
14
-
-
-
-
De juiste temperatuur
Bij het bewaren van levensmiddelen is een juiste temperatuurinstelling zeer belangrijk. Levensmiddelen bederven snel door de aanwezigheid van micro
-organismen. Dat proces kan door de juiste bewaartemperatuur worden verhinderd of vertraagd. De tempera tuur beïnvloedt de groeisnelheid van de micro-organismen. Hoe lager de tem peratuur, hoe langzamer dit proces ver loopt.
De temperatuur in het toestel stijgt
als u vaak en gedurende lange tijd
de toesteldeur opent,
– hoe meer levensmiddelen er worden
bewaard,
– als de verse levensmiddelen warm
zijn,
– als de omgevingstemperatuur van
het toestel hoog is. Het toestel is geconstrueerd voor een bepaalde klimaatklasse (bereik van de kamertemperatuur) waarvan de onder- en bovengrens moeten worden gerespecteerd.
-
-
-
...indekoelzone
We raden een koeltemperatuur van 5°Caan in het midden van het toestel.
In de PerfectFresh-zone wordt de tem peratuur automatisch geregeld en vari eert deze van 0tot3°C. We raden hier 1°Caan als tempera tuur.
-
Automatische temperatuur verdeling (DynaCool)
Als de koeling inschakelt, schakelt het toestel automatisch ook de ventilator in. Op die manier wordt de koelte gelijk­matig verdeeld in de koelzone, zodat de levensmiddelen in de koelkast alle­maal ongeveer met dezelfde tempera­tuur worden gekoeld.
-
-
-
-
15
De juiste temperatuur
...indevrieszone
Om verse levensmiddelen in te vriezen en ze langdurig te bewaren, is een tem peratuur van -18 °C vereist. Bij die tem peratuur komt de groei van micro-orga nismen in hoge mate tot stilstand. Zo dra de temperatuur boven -10 °C stijgt, begint de ontbinding door de micro-or ganismen. De levensmiddelen kunnen dan minder lang worden bewaard. Daarom mogen geheel of gedeeltelijk ontdooide levensmiddelen pas opnieuw worden ingevroren nadat u ze hebt ver werkt (door ze te koken of braden). Door de hoge temperaturen worden de meeste micro-organismen gedood.
-
Temperatuur instellen
De temperatuur voor de koel- en vries­zone kunt u instellen met de toets voor het instellen van de temperatuur.
^
Druk zo vaak op de toets voor het in stellen van de temperatuur tot de ge wenste temperatuur op de tempera tuurindicator wordt weergegeven.
-
Het controlelampje naast de ingestelde temperatuur voor de koelzone brandt. Het controlelampje naast de ingestelde
­temperatuur voor de vrieszone knippert
­totdat deze bereikt is.
-
Binnen de weergegeven temperatuurbereiken voor de koel­en vrieszone kunt u een
-
tussentemperatuur instellen.
Deze instellingsmogelijkheid wordt geïllustreerd in het volgende voorbeeld:
Stel dat u voor de vrieszone een tempe
­ratuur tussen -15 °C en -18 °C wilt in stellen:
^ Druk zo vaak op de toets voor het in-
stellen van de temperatuur tot -15 °C op de temperatuurindicator wordt weergegeven.
^ Druk nogmaals op de toets voor het
instellen van de temperatuur en hou deze ca. 5 seconden ingedrukt.
De tussentemperatuur binnen het kleine temperatuurbereik is ingesteld. Dit is echter niet zichtbaar op de tempera
-
tuurindicator.
-
-
-
-
De eerste keer dat u erop drukt, wordt de temperatuur die u het laatst hebt in gesteld, knipperend weergegeven.
Bij het instellen wijzigt de temperatuur in stijgende zin. Als de hoogste instel ling is bereikt, keert de temperatuurindi cator terug naar de laagste instelling.
Als u een nieuwe temperatuur instelt, wordt deze na korte tijd automatisch opgeslagen.
16
-
-
-
De juiste temperatuur
Temperatuurindicator
De temperatuurindicator op het be dieningspaneel geeft altijd de ge
wenste temperatuur weer.
Mogelijke temperatuurinstellingen
De temperatuur kan als volgt worden ingesteld:
In de koelzone van 3 °C tot 9 °C.
In de vrieszone van -15 °C tot -32 °C.
Het bereiken van de laagste tempera tuur is afhankelijk van de opstelplaats en van de omgevingstemperatuur. Bij een hoge omgevingstemperatuur kan de laagste temperatuur niet altijd wor­den bereikt.
-
De desbetreffende temperatuurindica tor knippert wanneer een andere tem
-
peratuur wordt ingesteld.
De ingestelde temperatuur op de tem
peratuurindicator voor de vrieszone knippert ook wanneer
de temperatuur in de vrieszone niet
binnen het weergeefbare tempera tuurbereik ligt,
de temperatuur in de vrieszone met
verschillende graden gestegen is
-
(hiermee wordt koudeverlies aange geven).
Tegelijkertijd knippert het waarschuwingscontrolelampje.
Een kortstondig koudeverlies vormt geen probleem als dit ontstaat doordat
– de deuren van het toestel één keer
gedurende lange tijd geopend blij­ven, bijv. om grote hoeveelheden le­vensmiddelen te plaatsen of uit het toestel te halen,
-
-
-
-
-
u verse levensmiddelen invriest.
Als de temperatuur gedurende langere tijd warmer was dan -18 °C, controleert u of de ingevroren le vensmiddelen gedeeltelijk of volle dig ontdooid zijn. In dit geval, dient u deze levensmiddelen zo snel mo gelijk te verbruiken!
-
-
-
17
Loading...
+ 39 hidden pages