Miele K 7374 D, K 7474 D, K 7674 E, K 7774 D User manual

Gebruiksaanwijzing Koelkast
Lees beslist de gebruiks- en montagehandleiding voordat u uw ap­paraat plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan uw apparaat.
nl – NL, BE M.-Nr. 11 745 790
Inhoud
Side-by-Side combinaties.............................................................................. 17
Klimaatklasse ................................................................................................. 17
Be- en ontluchting.......................................................................................... 18
Horizontale en verticale tussenruimte ............................................................ 18
Gewicht van de meubeldeur .......................................................................... 19
Inbouw in een hoge kast/zij-aanzicht............................................................. 20
Aansluitingen en be- en ontluchting............................................................... 21
Principe van de bediening begrijpen.............................................................. 28
Instellingsmodus ........................................................................................ 29
Deurvak met nauwkeurige afstelling verschuiven .......................................... 31
Deurvak/flessenvak verplaatsen..................................................................... 31
Eierrekken vastklikken.................................................................................... 31
De flessensteun verschuiven of verwijderen .................................................. 31
Plateaus met en zonder verlichting in hoogte verstellen................................ 32
Flessenrek variabel verplaatsen (afhankelijk van het model).......................... 32
Flessenrek in de isolatieplaat gebruiken ........................................................ 33
Sorteerbox verwijderen en terugplaatsen ...................................................... 33
Adapters voor de bakplaat plaatsen .............................................................. 33
Anti-geurfilters verplaatsen ............................................................................ 34
Koelapparaat aansluiten................................................................................. 36
Waterreservoir voor de vernevelaar vullen en gebruiken ............................... 36
2
Inhoud
Bij langdurige afwezigheid in acht nemen...................................................... 37
Mogelijke instelwaarden................................................................................. 39
Feestmodus................................................................................................ 42
Vakantiemodus......................................................................................... 42
Vergrendelingsfunctie/ inschakelen....................................................... 43
Sabbatmodus............................................................................................. 44
Informatie over de sabbatmodus................................................................ 44
Tijdsbestek tot de activering van het deuralarm wijzigen .......................... 45
Miele@home................................................................................................... 45
Het volume van de waarschuwings- en geluidssignalen/ wijzigen....... 47
De helderheid van het display wijzigen ..................................................... 47
Demo-functie uitschakelen ......................................................................... 48
Instellingen naar de fabrieksinstellingen resetten..................................... 48
Informatie.................................................................................................... 48
Vervangingsindicator anti-geurfilters ......................................................... 48
Reinigingsmodus...................................................................................... 49
Vernevelaar (humidifier).............................................................................. 56
Het vriesvak gebruiken................................................................................... 59
3
Inhoud
Het bereiden van ijsblokjes ............................................................................ 61
4

Veiligheidsinstructies en waarschuwingen

Dit koelapparaat voldoet aan de geldende veiligheidsvoorschriften. Onjuist gebruik kan echter persoonlijk letsel of materiële schade tot gevolg hebben.
Lees de gebruiks- en montagehandleiding aandachtig door voor­dat u het koelapparaat in gebruik neemt. Hierin vindt u belangrijke instructies met betrekking tot de inbouw, de veiligheid, het gebruik en het onderhoud. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan het koelapparaat.
In overeenstemming met de norm IEC60335-1 adviseert Miele u uitdrukkelijk om alle beschikbare informatie over de installatie van het koelapparaat en de veiligheidsinstructies en waarschuwingen te lezen en op te volgen.
Wanneer de veiligheidsrichtlijnen en waarschuwingen niet worden opgevolgd, kan Miele niet aansprakelijk worden gesteld voor scha­de die daarvan het gevolg is.
Bewaar de gebruiks- en montagehandleiding en geef deze door aan een eventuele volgende eigenaar.

Verantwoord gebruik

Het koelapparaat is bedoeld voor gebruik in huishoudens en der-
gelijke, bijvoorbeeld – in winkels, kantoren en soortgelijke werkomgevingen – in boerderijen – door klanten in hotels, motels, bed en breakfast en andere speci­fieke woonomgevingen. Dit koelapparaat mag niet buiten worden gebruikt.
5
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Dit apparaat is uitsluitend bestemd voor het koelen en bewaren
van levensmiddelen, voor het bewaren van diepvriesproducten, voor het invriezen en bewaren van verse levensmiddelen en voor het be­reiden van ijs. Gebruik voor andere doeleinden is ontoelaatbaar en kan gevaarlijk zijn.
Het koelapparaat is niet geschikt voor het bewaren en koelen van
geneesmiddelen, bloedplasma, laboratoriumpreparaten of vergelijk­bare stoffen of producten die onder de Richtlijn medische hulpmid­delen vallen. Een onjuist gebruik van het koelapparaat kan tot be­schadiging of bederf van de bewaarde producten leiden. Verder is het koelapparaat niet geschikt voor gebruik in ruimtes met explosie­gevaar. Miele is niet verantwoordelijk voor schade die ontstaat door gebruik voor andere doeleinden dan hier aangegeven of door een foutieve bediening.
Personen (kinderen inbegrepen) die op grond van hun fysieke of
psychische gesteldheid, hun onervarenheid of gebrek aan kennis van het koelapparaat niet in staat zijn om het koelapparaat veilig te be­dienen, mogen het alleen onder toezicht gebruiken. Deze personen mogen het koelapparaat enkel zonder toezicht bedie­nen, wanneer hen is uitgelegd hoe ze het veilig kunnen gebruiken en wanneer ze begrijpen welke risico's eraan verbonden zijn.

Wanneer er kinderen in huis zijn

Kinderen die jonger zijn dan 8jaar moeten op afstand van het
koelapparaat gehouden worden, tenzij ze steeds onder toezicht staan.
Kinderen vanaf acht jaar mogen het apparaat alleen zonder toe-
zicht gebruiken als ze weten hoe ze dit veilig moeten bedienen. De kinderen moeten zich bewust zijn van de gevaren van een onjuiste bediening.
6
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Kinderen mogen het apparaat niet zonder toezicht reinigen of on-
derhouden.
Houd kinderen in de gaten wanneer deze zich in de buurt van het
apparaat bevinden. Laat ze nooit met het apparaat spelen.
Verstikkingsgevaar! Kinderen kunnen zich tijdens het spelen in
verpakkingsmateriaal wikkelen (bijvoorbeeld in folie) of het materiaal over hun hoofd trekken en stikken. Houd verpakkingsmaterialen bij kinderen vandaan.

Technische veiligheid

Het koelmiddelcircuit is op lekkage gecontroleerd. Het koelappa-
raat voldoet aan de desbetreffende veiligheidsvoorschriften en de geldende EU-richtlijnen.
Dit koelapparaat bevat het koelmiddel isobutaan (R600a). Dit is
een natuurlijk gas dat niet schadelijk is voor het milieu. Het is echter wel brandbaar. Het koelmiddel beschadigt de ozonlaag niet en ver­hoogt het broeikaseffect niet. Het gebruik van dit milieuvriendelijke koelmiddel zorgt ervoor dat het apparaat iets meer geluid maakt. Naast het geluid van de compres­sor kunnen er stromingsgeluiden in het volledige koelcircuit ont­staan. Deze effecten zijn helaas onvermijdelijk, maar hebben geen invloed op de capaciteit van het koelapparaat. Zorg ervoor dat bij het transporteren en het inbouwen/installeren van het koelapparaat geen onderdelen van het koelcircuit beschadigd ra­ken. Vrijkomend koelmiddel kan oogletsel veroorzaken. Bij beschadigingen:
- Vermijd open vuur of andere brandhaarden.
- Maak het koelapparaat spanningsvrij.
7
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
- Lucht de kamer waarin het koelapparaat staat gedurende enkele minuten.
- Neem contact op met Miele.
Hoe meer koelmiddel een koelapparaat bevat, hoe groter de ruim-
te moet zijn waarin u het apparaat plaatst. Bij een eventuele lekkage kan in te kleine ruimtes een brandbaar mengsel van gas en lucht ont­staan. Per 11g koelmiddel moet het vertrek minstens 1m3 groot zijn. De hoeveelheid koelmiddel vindt u op het typeplaatje in het koelap­paraat.
Vergelijk voordat u het apparaat aansluit de aansluitgegevens (ze-
kering, spanning en frequentie) op het typeplaatje met die van het elektriciteitsnet. Deze moeten beslist overeenkomen zodat het appa­raat niet beschadigd raakt. Raadpleeg bij twijfel een elektricien.
De elektrische veiligheid van het apparaat is uitsluitend gegaran-
deerd, als het wordt aangesloten op een aardingssysteem dat vol­gens de geldende voorschriften is geïnstalleerd. Dit fundamentele veiligheidssysteem moet aanwezig zijn. Laat de elektrische installatie bij twijfel door een vakman/vakvrouw inspecteren.
Het apparaat kan alleen betrouwbaar en veilig functioneren, als
het op het openbare elektriciteitsnet is aangesloten.
Wanneer de meegeleverde aansluitkabel beschadigd is, moet de
aansluitkabel door een origineel Miele-onderdeel worden vervangen om gevaren voor de gebruiker te voorkomen. Alleen bij gebruik van originele Miele-onderdelen garandeert Miele dat aan de veiligheidsei­sen wordt voldaan.
Meervoudige stopcontacten of verlengsnoeren bieden niet vol-
doende veiligheid (brandgevaar). Gebruik deze niet voor het aanslui­ten van het apparaat op het elektriciteitsnet.
8
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Wanneer er vocht op onderdelen, die onder spanning staan, of op
de elektriciteitskabel komt, kan dat kortsluiting veroorzaken. Gebruik het apparaat daarom niet in ruimtes waar met water wordt gespet­terd (bijv. garage, bijkeuken).
Dit apparaat mag niet op een niet-stationaire locatie (bijv. op een
schip) worden gebruikt.
Beschadigingen aan het apparaat kunnen uw veiligheid in gevaar
brengen. Controleer het apparaat op zichtbare beschadigingen. Een beschadigd apparaat mag niet in gebruik worden genomen.
Gebruik het apparaat alleen als het is ingebouwd zodat een veilige
functie is gewaarborgd.
Bij installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden moet het
apparaat spanningsvrij zijn. Dit is het geval als:
- de zekeringen van de elektrische installatie zijn uitgeschakeld of
- de schroefzekeringen van de elektrische aansluiting er geheel zijn uitgedraaid of
- de stekker uit het stopcontact is getrokken. Trek daarbij aan de stekker en niet aan de aansluitkabel.
Door ondeskundig uitgevoerde installatie-, onderhouds- en repa-
ratiewerkzaamheden kan de gebruiker ernstig gevaar lopen. Installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden mogen alleen door een door Miele geautoriseerde vakman/vakvrouw worden uitge­voerd.
Garantieclaims komen te vervallen als het apparaat niet door
Miele technici wordt gerepareerd.
Defecte onderdelen mogen alleen door originele Miele onderdelen
worden vervangen. Alleen van deze onderdelen kan Miele garande­ren dat ze volledig voldoen aan de veiligheidseisen die Miele aan de producten stelt.
9
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Vanwege speciale eisen (bijvoorbeeld voor wat betreft tempera-
tuur, vochtigheid, chemische bestendigheid, slijtvastheid en trillin­gen) heeft dit koelapparaat speciale verlichting. Deze verlichting mag alleen voor de bedoelde toepassing worden gebruikt. De verlichting is niet geschikt voor de verlichting van het vertrek. De verlichting mag uitsluitend door een vakman/vakvrouw of door Miele worden vervangen. Dit koelapparaat bevat meerdere lichtbronnen met mini­maal energie-efficiëntieklasseF.

Deskundige installatie

Neem voor de installatie van het koelapparaat altijd de meegele-
verde montagehandleiding in acht.
Plaats het koelapparaat met behulp van een 2epersoon.Wijzig de draairichting van de deur (indien nodig) volgens de mee-
geleverde montagehandleiding.
Bouw het koelapparaat alleen in een stabiele, rechthoekige in-
bouwkast in, die waterpas is en op een vlakke en volledig rechte vloer staat.

Veilig gebruik

Het koelapparaat is vervaardigd voor een bepaalde klimaatklasse
(omgevingstemperatuurbereik) waar de kamertemperatuur niet bo­ven of onder mag liggen. De klimaatklasse staat aangegeven op het typeplaatje aan de binnenkant van het koelapparaat. Als de omge­vingstemperatuur lager is, staat de compressor langer stil. Het koel­apparaat kan de vereiste temperatuur dan niet behouden.
Zorg dat de ventilatieopeningen niet afgedekt of afgesloten wor-
den. Een goede luchtgeleiding is dan niet meer gewaarborgd. Het energieverbruik neemt toe en schade aan onderdelen kan niet wor­den uitgesloten.
10
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Indien u vet- of oliehoudende levensmiddelen in het apparaat of
de deur van het apparaat bewaart, voorkom dan dat evt. vrijkomend vet of olie in aanraking komt met kunststof onderdelen van het appa­raat. Hierdoor kunnen spanningsscheuren in de kunststof ontstaan waardoor deze knapt of scheurt.
Brand- en explosiegevaar. Bewaar geen explosieve stoffen en
geen producten met brandbare drijfgassen (bijv. spuitbussen) in het koelapparaat. Brandbare gasmengsels kunnen ontbranden door elektrische onderdelen.
Explosiegevaar. Gebruik geen elektrische apparaten in dit koelap-
paraat (bijv.voor het maken van softijs). Er kunnen vonken ontstaan.
Gevaar voor letsel en schade. Bewaar geen blikjes en flessen die
koolzuurhoudende dranken bevatten of vloeistoffen die kunnen be­vriezen in het vriesvak. Anders kunnen ze ontploffen.
Gevaar voor letsel en schade. Als u flessen snel in de diepvrieszo-
ne wilt koelen, dient u ze uiterlijk na één uur weer uit de diepvrieszo­ne te halen. Anders kunnen ze ontploffen.
Letselrisico. Raak diepvriesproducten en metalen onderdelen niet
met natte handen aan. Uw handen kunnen vastvriezen.
Gevaar voor letsel. Stop nooit ijsblokjes en ijs op een stokje, met
name waterijs, in uw mond direct nadat u ze uit het vriesvak heeft gehaald. Door de zeer lage temperatuur van de diepvriesproducten kunnen de lippen of tong vastvriezen.
Vries geheel of gedeeltelijk ontdooide levensmiddelen niet op-
nieuw in. Gebruik deze levensmiddelen zo snel mogelijk omdat ze anders aan voedingswaarde verliezen en bederven. Als ontdooide le­vensmiddelen worden gekookt of gebraden kunnen ze wel opnieuw worden ingevroren.
11
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Wanneer u levensmiddelen eet die te lang zijn bewaard, loopt u
het risico om voedselvergiftiging op te lopen. De bewaartijd hangt van vele factoren af, zoals de versheid en kwali­teit van de levensmiddelen en de bewaartemperatuur. Neem de be­waartips en de uiterste houdbaarheidsdatum van de levensmid­delenfabrikanten in acht.

Accessoires en onderdelen

Gebruik uitsluitend Miele accessoires om te voorkomen dat garan-
tieaanspraken vervallen.
Miele geeft u na afloop van de serieproductie van het koelappa-
raat een leveringsgarantie van maximaal 15jaar en minimaal 10jaar voor essentiële onderdelen.
12
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen

Reiniging en onderhoud

Behandel de deurdichting niet met olie of vet om te voorkomen
dat deze in de loop van de tijd poreus wordt.
Gebruik voor het ontdooien en reinigen van het apparaat nooit een
stoomreiniger, aangezien stoom in aanraking kan komen met span­ningsvoerende delen van het apparaat en zo kortsluiting kan veroor­zaken.
Spitse of scherpe voorwerpen beschadigen de koelelementen
waardoor het apparaat niet meer functioneert. Gebruik daarom geen spitse of scherpe voorwerpen, om
- rijp- en ijslagen te verwijderen
- en vastgevroren ijsbakjes en/of vastgevroren levensmiddelen los te wrikken.
Plaats wanneer u wilt ontdooien nooit elektrische verwarmingsap-
paraten of kaarsen in het apparaat om te voorkomen dat de kunst­stof beschadigd raakt.
Gebruik geen ontdooisprays of andere middelen om te ontdooien.
Deze kunnen explosieve gassen vormen, oplosmiddelen of drijfgas­sen bevatten die de kunststof beschadigen of schadelijk zijn voor de gezondheid.
13
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen

Transport

Het apparaat moet altijd rechtop en in de transportverpakking
worden vervoerd.
Gevaar voor letsel en schade. Vervoer het koelapparaat met be-
hulp van een tweede persoon, omdat het koelapparaat erg zwaar is.

Wat te doen wanneer u het apparaat afdankt

Maak het slot van uw oude koelkast eventueel kapot. Zo voorkomt
u, dat kinderen ingesloten raken, wat levensgevaarlijk is.
Vrijkomend koelmiddel kan oogletsel veroorzaken. Beschadig
daarom geen onderdelen van het koelsysteem, bijv. door
- koelmiddelkanalen van de verdamper open te prikken,
- buisleidingen om te buigen,
- coatings af te krabben.

Symbool op de compressor (afhankelijk van het model)

Deze waarschuwing geldt alleen voor het recyclen. Bij normaal gebruik bestaat er geen gevaar.
Het is levensgevaarlijk, de olie in de compressor in te slikken of in
te ademen.
14

Een bijdrage aan de bescherming van het milieu

Verpakkingsmateriaal weg­gooien
De verpakking beschermt het apparaat tegen transportschade. Het verpak­kingsmateriaal is uitgekozen met het oog op een zo gering mogelijke belas­ting van het milieu en de mogelijkheden voor recycling.
Door hergebruik van verpakkingsmateri­aal wordt er op grondstoffen bespaard en wordt er minder afval geproduceerd. Uw vakhandelaar neemt de verpakking over het algemeen terug.

Het afdanken van het apparaat

Elektrische en elektronische apparaten bevatten meestal waardevolle materia­len. Ze bevatten ook stoffen, mengsels en onderdelen die nodig zijn geweest om de apparaten goed en veilig te laten functioneren. Wanneer u uw af te dan­ken apparaat bij het gewone huisvuil af­voert of er niet goed mee omgaat, kun­nen deze stoffen schadelijk zijn voor de gezondheid en het milieu. Voer het af te danken apparaat daarom nooit via het gewone huisvuil af.
Lever het apparaat in bij een gemeente­lijk inzameldepot voor elektrische en elektronische apparaten, bij uw vakhan­delaar of bij Miele. U bent wettelijk zelf verantwoordelijk voor het wissen van eventuele persoonlijke gegevens op het af te danken apparaat.
Let erop dat de buisleidingen van het koelapparaat niet worden beschadigd, totdat het op vakkundige en milieu­vriendelijke wijze wordt verschroot. Alleen dan kunt u er zeker van zijn dat de koelmiddelen in het koelcircuit en de olie in de compressor niet in het milieu terechtkomen.
Het af te danken apparaat moet buiten het bereik van kinderen worden opge­borgen. Zie ook het hoofdstuk “Veilig­heidsinstructies en waarschuwingen”.
15
*INSTALLATION*

Installatie

Plaats van opstelling

Pas op voor schade en letsel
door een kantelend koelapparaat. Het koelapparaat is zwaar en heeft
met een geopende deur de neiging om naar voren te kantelen.
Houd de deur of deuren van het koelapparaat dicht, totdat het appa­raat is ingebouwd. Het koelapparaat moet volgens de gebruiks- en mon­tagehandleiding in de inbouwnis zijn vastgezet.
Pas op voor brand en beschadi-
ging door apparaten die warmte af­geven.
Apparaten die warmte afgeven, kun­nen in brand vliegen en brand in het koelapparaat veroorzaken.
Het koelapparaat mag niet onder een kookplaat ingebouwd worden.
Pas op voor brand en beschadi-
ging door open vuur. Door open vuur kan het koelapparaat
vlam vatten. Houd open vuur, zoals een kaars, uit
de buurt van het koelapparaat.
Kies een droge ruimte uit waar goed kan worden geventileerd.
Denk er bij de keuze van de plaats van opstelling aan dat het energieverbruik van het koelapparaat stijgt als u het ap­paraat dicht bij een verwarming, een fornuis of een andere warmtebron plaatst. Vermijd de directe blootstelling aan zonlicht. Hoe hoger de omgevingstemperatuur, des te langer zal de compressor in wer­king zijn en des te hoger is het energie­verbruik.
Beschadigingsgevaar door hoge
luchtvochtigheid. Bij een hoge luchtvochtigheid kan op
de buitenkant van het koelapparaat condens ontstaan. Dit condenswater kan corrosie ver­oorzaken.
Plaats het koelapparaat in een droge en/of geklimatiseerde ruimte met vol­doende ventilatie.
Controleer na het plaatsen of de deur/deuren van het koelapparaat goed sluit/sluiten en of het koelappa­raat op de beschreven wijze is inge­bouwd. De aangegeven ventilatie­openingen moeten beslist worden aangehouden.
16
*INSTALLATION*
Installatie

Side-by-Side combinaties

Pas op voor beschadiging door
condens op de buitenwanden van het koelapparaat.
Bij een hoge luchtvochtigheid kan condens op de buitenkant van het koelapparaat neerslaan. Dat kan cor­rosie veroorzaken.
Plaats een koelapparaat nooit op of naast andere modellen.
Uitzondering: het koelapparaat kan met een ander koelapparaat met geïnte­greerde verwarming in afzonderlijke in­bouwnissen naast elkaar worden inge­bouwd. Vraag uw vakhandelaar welke combinaties met uw koelapparaat mo­gelijk zijn.

Klimaatklasse

Het koelapparaat is vervaardigd voor een bepaalde klimaatklasse (omge­vingstemperatuurbereik) waar de ka­mertemperatuur niet boven of onder mag liggen. De klimaatklasse staat aan­gegeven op het typeplaatje aan de bin­nenkant van het koelapparaat.
Klimaatklasse Omgevingstem-
peratuur
SN +10tot +32°C
N +16tot +32°C
ST +16tot +38°C
T +16tot +43°C
Als de omgevingstemperatuur lager is, staat de compressor langer stil. Dat kan hogere temperaturen in het koelappa­raat veroorzaken en dus tot gevolg­schade leiden.
17
*INSTALLATION*
Installatie

Be- en ontluchting

Pas op voor brand en beschadi-
ging door onvoldoende ventilatie. Als het koelapparaat niet voldoende
wordt geventileerd, schakelt de com­pressor steeds vaker en steeds lan­ger in. Daardoor stijgen het energie­verbruik en de temperatuur van de compressor. Deze kan hierdoor be­schadigd raken.
Zorg voor voldoende ventilatie voor het koelapparaat.
Houd dus beslist de aangegeven af­metingen voor de ventilatie-ope­ningen aan.
De ventilatie-openingen mogen niet worden afgedekt of geblokkeerd.
Bovendien moeten ze regelmatig van stof worden ontdaan.
De lucht op de achterwand van het koelapparaat wordt warm. Daarom moet de inbouwkast zodanig zijn ge­construeerd dat een goede luchttoevoer en luchtafvoer gewaarborgd zijn (zie hoofdstuk: “Inbouwmaten” en de mee­geleverde montagehandleiding).

Meubeldeur

Horizontale en verticale tussenruimte

Afhankelijk van het keukendesign zijn de dikte en de draaihoek van de meu­beldeur evenals de afmeting van de tussenruimte rondom (horizontaal en verticaal) vastgelegd.
Let daarom beslist op het volgende:
- Horizontale tussenruimte
De spleet tussen de meubeldeur en de kastdeur daarboven of daaronder moet minstens 3mm bedragen.
- Verticale tussenruimte
Als de ruimte tussen de meubeldeur van het koelapparaat en het aan de scharnierkant daarnaast gelegen keukenmeubelfront of het afsluitende zijpaneel te klein is, kan de deur van het koelapparaat bij het openen te­gen het keukenmeubelfront/zijpaneel stoten.
Afhankelijk van de dikte en de draai­hoek van de meubeldeur is een spe­cifieke afmeting van de tussenruimte nodig.
18
Denk daaraan bij het plannen van uw keuken of als u uw koelapparaat ver­vangt.
*INSTALLATION*
Installatie
Dikte van de meu­beldeur A [mm]
Afmeting tussenruimte X
[mm]
voor verschillende
draaihoeken B
R0 R1,2 R2 R3
16–19 min. 3
20 5 4 4 3,5
21 5,5 5 4,5 4
22 6,5 6 5,5 5
aangrenzend keukenmeubelfront A=dikte meubelfront
B=draaihoek X=afmeting tussenruimte

Gewicht van de meubeldeur

Beschadiging door te zware
meubeldeur. Wanneer er een meubeldeur wordt
gemonteerd die het maximaal toe­laatbare gewicht overschrijdt, kun­nen de scharnieren beschadigd ra­ken.
Het maximaal toelaatbare gewicht van de meubeldeur is:
Koelapparaat kg
K 7374 D 19
K 7474 D 21
K 7674 E 22
K 7774 D 26
afsluitend zijpaneel A=dikte meubelfront
B=draaihoek X=afmeting tussenruimte
Tip: Monteer een afstandslijst tussen keukenkast en zijpaneel. Zo ontstaat een tussenruimte die breed genoeg is.
19
*INSTALLATION*
Installatie

Inbouwmaten

Inbouw in een hoge kast/zij-aanzicht

Alle maten zijn in mm aangegeven.
* Het opgegeven energieverbruik is gemeten bij een nisdiepte van 560mm. Het koelapparaat functioneert goed bij een nisdiepte van 550mm, maar heeft dan een iets hoger energieverbruik.
Zorg er bij het inbouwen voor dat de inbouwkast voldoet aan de voorgeschreven inbouwmaten.
Nishoogte
A
K 7374 D 1.220–1.236
K 7474 D 1.397–1.413
K 7674 E 1.574–1.590
K 7774 D 1.772–1.788
20
*INSTALLATION*

Aansluitingen en be- en ontluchting

Alle maten zijn in mm aangegeven.
De aangegeven ventilatie-openingen zijn beslist noodzakelijk om de correcte werking van het koelapparaat te garanderen.
Installatie
a
Vooraanzicht
b
Lengte van de aansluitkabel = 2.200mm
c
Ventilatie-opening min. 200cm²
d
Ventilatie
e
Geen aansluiting in dit gedeelte
21
*INSTALLATION*
Installatie

De openingshoek van de deur van het apparaat verkleinen

De deurscharnieren zijn standaard zo ingesteld, dat de deur van het apparaat ver open kan.
Als de deur eventueel niet zo ver open mag, kunnen de deurscharnieren wor­den aangepast.
Als de deur van het apparaat bij ope­ning bijvoorbeeld tegen een aangren­zende muur slaat, moet de openings­hoek tot circa 90° worden verkleind:
Breng de deurbegrenzingsstiften aan voordat het apparaat wordt inge­bouwd.
Plaats de bijgevoegde stiften van bo-
ven in de scharnieren.
De openingshoek van de deur is nu be­perkt tot 90°.
De veerkracht van de deur in­stellen
Geldig voor koelapparaten met een hoogte van 1.220mm: het is mogelijk de deur van het appa­raat zachtjes te openen door de veer­kracht te versterken.
22
De deur mag niet zo ver worden geopend:
Draai de inbussleutel met de klok
mee.
Het scharnier is nu strakker ingesteld en de deur kan niet meer zo ver open.
De deur mag ver worden geopend:
Draai de inbussleutel tegen de klok
in.
Het scharnier is minder strak ingesteld en gaat gemakkelijker open.
*INSTALLATION*
Installatie

Elektrische aansluiting

Het koelapparaat mag uitsluitend met de meegeleverde aansluitkabel op een geaard stopcontact worden aangeslo­ten. Een langere aansluitkabel is bij Miele verkrijgbaar.
Plaats het koelapparaat zodanig dat het stopcontact goed bereikbaar is. Indien het stopcontact niet vrij toegankelijk is, zorg dan dat er voor elke pool een werkschakelaar aanwezig is.
Brandgevaar door oververhitting.
Het gebruik van het koelapparaat via verdeelstekkers en verlengkabels kan tot overbelasting van de kabels leiden.
Gebruik daarom om veiligheidsrede­nen geen verdeelstekkers en ver­lengkabels.
De elektrische installatie moet conform VDE0100 zijn uitgevoerd.
Op het typeplaatje en in de gebruiks­aanwijzing staat informatie over het no­minale verbruik en de bijbehorende ze­kering. Vergelijk deze informatie met de gegevens van de elektrische aansluiting ter plaatse. Raadpleeg bij twijfel een elektricien.
Het koelapparaat mag niet op wissel­richters worden aangesloten die bij au­tonome stroomvoorzieningen worden toegepast, zoals bij zonne-energie. Als het koelapparaat wordt ingeschakeld, kan het bij spanningspieken om veilig­heidsredenen worden uitgeschakeld. De elektronica kan daarbij beschadigd ra­ken.

Koelapparaat aansluiten

Om veiligheidsredenen raden we aan een aardlekschakelaar (RCD) te gebrui­ken van het type in de huisinstalla­tie waarin u het koelapparaat installeert.
Een beschadigde aansluitkabel mag al­leen door een speciale aansluitkabel van hetzelfde type worden vervangen (verkrijgbaar bij Miele). Om veiligheids­redenen mag dit alleen door een door Miele geautoriseerde vakman/-vrouw of een technicus van Miele worden ge­daan.
Steek de stekker in de achterkant van
het koelapparaat.
Zorg dat de stekker goed vastklikt. Steek de stekker van het koelappa-
raat in het stopcontact.
Het koelapparaat is nu op het elektrici­teitsnet aangesloten.
23

Energie besparen

Zo bespaart u energie:
Plaats van opstelling
Temperatuur­instelling
Gebruik Als gevolg van binnenstromende warmte en een belemmerde
Het koelapparaat moet bij hogere omgevingstemperaturen vaker koelen en verbruikt dan meer energie. Daarom:
- Plaats het koelapparaat in een goed geventileerde ruimte.
- Plaats het koelapparaat niet naast een warmtebron (verwar­mingselement, fornuis).
- Bescherm het koelapparaat tegen directe blootstelling aan zonlicht.
- Zorg voor een ideale omgevingstemperatuur van ongeveer 20°C.
- Houd de ventilatie-openingen vrij en reinig ze regelmatig door stof te verwijderen.
Hoe lager de temperatuur, des te hoger het energieverbruik. De volgende instellingen worden aangeraden:
- Koelzone 4tot 5°C.
- PerfectFresh Active-zone ca. 0°C.
- Vriesvak -18°C.
luchtcirculatie neemt het energieverbruik toe. Daarom:
- Open de deur/deuren altijd zo kort mogelijk. Een goede sorte­ring van de levensmiddelen helpt bij de oriëntatie.
24
- Sluit de deur/deuren van het apparaat na het openen volledig.
- Laat warme levensmiddelen afkoelen voordat u ze in het koel­apparaat bewaart.
- Bewaar de levensmiddelen goed verpakt of afgedekt.
- Leg de vakken niet te vol, zodat de lucht kan circuleren.
- Leg diepvriesproducten in de koelzone wanneer ze moeten ontdooien.
- Houd u bij de plaatsing van laden en plateaus aan de stan­daard toestand.
Energie besparen
Ontdooien Een laag ijs zorgt voor een verminderde toevoer van koude lucht
naar de diepvriesproducten. Daarom:
- Ontdooi het vriesvak als er een laag van maximaal 0,5cm is ontstaan.
25

Beschrijving van het apparaat

26
Beschrijving van het apparaat
a
Display
b
Vriesvak
c
Ventilator met verlichting
d
Plateau met verlichting (FlexiLight 2.0)
e
Eierrek
f
Deurvak met nauwkeurige afstelling
g
Droge achterwand
h
Variabel flessenrek (afhankelijk van het model)
i
Plaats voor een bakplaat (ComfortSize)
j
Deurvak voor flessen met flessensteun
k
Isolatieplaat met flessenrek; met vernevelaar (humidifier) en waterreservoir ter bevochtiging van het vochtvak
l
Deksel voor het instellen van de luchtvochtigheid in het vochtvak
m
Sorteerbox
n
Vochtvak voor fruit en groente (PerfectFresh Active-zone)
o
Gootje en afvoeropening voor het dooiwater
p
Droogvak met lage temperatuur voor bederfelijke levensmiddelen (PerfectFresh Active-zone)
27
Beschrijving van het apparaat
5
°C
1
2
3
4

Startscreen

Door puntige of scherpe voorwerpen, zoals pennen, kunnen er krassen op het touchscreen ontstaan.
Raak het touchscreen alleen met uw vingers aan. Als uw vingers koud zijn, reageert het touchscreen mogelijk niet.
a
Temperatuuraanduiding voor de koelzone
b
Sensortoets instellingsmodus voor het kiezen van verschillende functies in de instellingsmodus
c
Weergave Miele@home verbindingsstatus (alleen zichtbaar wanneer de functie Miele@home is ingesteld)
d
Weergave demo-functie (alleen zichtbaar wanneer de demo-functie is ingeschakeld)

Principe van de bediening begrijpen

Raak in het startscreen het gewenste veld/het gewenste symbool aan.Swipe naar links of rechts over het display totdat de gewenste waarde/het ge-
wenste symbool in het midden wordt weergegeven.
Raak ter bevestiging de gewenste keuze in het display aan.
De gekozen waarde/het gekozen symbool brandt oranje (op enkele uitzonderingen na).
Raak of OK aan om het instellingsniveau te verlaten.
28
Beschrijving van het apparaat

Instellingsmodus

In de instellingsmodus kunt u de volgende functies kiezen en hun instellingen wij­zigen:
Symbool Functie Fabrieks-
instelling
De functie Feestmodus in- of uitschakelen
(zie hoofdstuk “Het wijzigen van instellingen”)
De functie Vakantiemodus in- of uitschakelen
(zie hoofdstuk “Het wijzigen van instellingen”)
/ De vergrendeling in- of uitschakelen
(zie hoofdstuk “Het wijzigen van instellingen”)
De functie sabbatmodus in- of uitschakelen
(zie hoofdstuk “Het wijzigen van instellingen”)
Informatie over de functie sabbatmodus oproepen (zie hoofdstuk “Het wijzigen van instellingen”)
Het tijdsbestek tot de activering van het deuralarm wij­zigen (zie hoofdstuk “Het wijzigen van instellingen”)
De temperatuur in de PerfectFresh Active-zone
wijzigen (zie hoofdstuk “De juiste temperatuur”)
De vernevelaar (humidifier) in- of uitschakelen of de in-
tensiteit ervan instellen (zie hoofdstuk “Levensmiddelen in de PerfectFresh Active-zone bewaren”)
Uit
Uit
(uit)
Uit
––
1:00
5
Uit
De functie Miele@home de eerste keer instellen,
wifi activeren en deactiveren of de netwerkconfiguratie resetten (zie hoofdstuk “Het wijzigen van instellingen”)
/
Het toetssignaal in- of uitschakelen Aan
/ Het volume van de waarschuwings- en geluidssignalen
wijzigen of deze signalen volledig uitschakelen (zie hoofdstuk “Het wijzigen van instellingen”)
APP
Aan /stand5
29
Beschrijving van het apparaat
De helderheid van het display wijzigen
(zie hoofdstuk “Het wijzigen van instellingen”)
°C/°F De temperatuureenheid wijzigen
(°Celsius of °Fahrenheit)
De demo-functie uitschakelen
(alleen zichtbaar wanneer deze is ingeschakeld) (zie hoofdstuk “Het wijzigen van instellingen”)
De instellingen naar de standaard toestand
resetten (zie hoofdstuk “Het wijzigen van instellingen”)
Informatie (type-aanduiding en serienummer) over uw
koelapparaat oproepen (zie hoofdstuk “Het wijzigen van instellingen”)
De herinnering aan het vervangen van de anti-geurfilters
inschakelen (zie hoofdstuk “Bij te bestellen accessoi­res”) (zie hoofdstuk “Het wijzigen van instellingen”)
De reinigingsmodus in- of uitschakelen
(zie hoofdstuk “Reiniging en onderhoud”)
Stand4
°C
Uit
––
––
Uit
Uit
30
Beschrijving van het apparaat

De binnenruimte indelen

Deurvak met nauwkeurige afstelling verschuiven

Maak gebruik van de nauwkeurige af­stelling als u voor het deurvak/het fles­senvak daaronder meer ruimte naar bo­ven toe nodig hebt.
De hoogte van het deurvak kan in een beladen toestand worden aangepast.
Pak het deurvak met beide handen
vast, druk aan beide kanten de grijze toetsen onder het deurvak in en ver­schuif het deurvak.

Deurvak/flessenvak verplaatsen

Verplaats de vakken/flessenvakken in de deur alleen als er niets in staat.

Eierrekken vastklikken

Klik de eierrekken vast op de achter-
ste rand van het deurvak.
De flessensteun verschuiven of ver­wijderen
De lamellen van de flessensteun zorgen ervoor dat flessen stevig staan wanneer u de deur van het apparaat opent en sluit.
U kunt de flessensteun naar rechts of naar links verschuiven. Zo ontstaat er meer ruimte voor drinkpakken.
U kunt de flessensteun er volledig uit­halen, bijvoorbeeld om deze goed schoon te maken:
Trek de flessensteun er naar boven
toe af.
Schuif de deurvakken/flessenvakken
naar boven en haal ze er naar voren toe uit.
Zet de deurvakken/flessenvakken er
op de gewenste plaats weer in.
31
Beschrijving van het apparaat

Plateaus met en zonder verlichting in hoogte verstellen

U kunt de plateaus in hoogte verstellen als u producten van verschillende hoog­te wilt bewaren.
Til het plateau aan de voorkant iets
op en trek het plateau een stukje naar voren.
Til het plateau met de uitsparingen
over de plateauribben heen om het omhoog of omlaag te verplaatsen.
Schuif het plateau terug.
Let erop dat het plateau met de verlich­ting hoorbaar vastklikt.
Met stopjes wordt voorkomen dat de plateaus er per ongeluk uit worden ge­trokken.
Flessenrek variabel verplaatsen (af­hankelijk van het model)
U kunt het flessenrek op verschillende plekken in het koelapparaat plaatsen.
Til het flessenrek aan de voorkant iets
op, trek het een stukje naar voren, til het met de uitsparing over de pla­teauribben heen en verplaats het om­hoog of omlaag.
De beugel aan de achterkant van het rek moet naar boven wijzen, zodat de flessen niet tegen de achterwand aan kunnen komen.
Met stopjes wordt voorkomen dat het flessenrek er per ongeluk uit wordt ge­trokken.
32
Beschrijving van het apparaat
Flessenrek in de isolatieplaat gebrui­ken
In de isolatieplaat kan naar keuze het flessenrek of de glasplaat worden ge­bruikt.
Verwijder de glasplaat achterin de
isolatieplaat en bewaar de plaat se­paraat.
Leg de flessen met de bodem naar
achter tot aan de aanslag in het rek.
Tip: Als de flessen over het flessenrek uitsteken, kunt u het onderste flessen­vak omhoog schuiven.

Adapters voor de bakplaat plaatsen

Dankzij de meegeleverde adapters voor de bakplaat kan de bakplaat eenvoudig in de koelzone worden geplaatst. De maximale afmetingen van de bakplaat zijn: breedte 466mm/diepte 386mm/ hoogte 50mm.
Laat de adapters links en rechts op
de onderste steunen in de koelzone vastklikken.
Open de deur van het apparaat tot u
weerstand voelt.
Sorteerbox verwijderen en terug­plaatsen
Dankzij de extra sorteerbox in de PerfectFresh Active-zone kunt u levens­middelen eenvoudiger sorteren.
Til de sorteerbox eerst aan de achter-
kant op als u deze wilt verwijderen.
Om de sorteerbox weer in de lade te
plaatsen, dient u deze eerst met het voorste gedeelte terug te plaatsen.
Plaats de bakplaat op de adapters in
de koelzone en schuif de plaat naar binnen totdat u weerstand voelt.
Tip: Laat de bakplaat tot op kamertem­peratuur afkoelen, voordat u deze in de koelzone schuift.
33
Beschrijving van het apparaat

Anti-geurfilters verplaatsen

Het anti-geurfilter met houder KKF-FS (Active AirClean) kan als accessoire worden bijbesteld (zie paragraaf “Bij te bestellen accessoires”.)
Let bij sterk geurende levensmidde­len (bijv. heel kruidige kaas) op het volgende:
- Plaats de houder met de anti-geurfil­ters op het plateau, waarop u deze le­vensmiddelen legt.
- Vervang de anti-geurfilters desge­wenst eerder.
- Plaats nog meer anti-geurfilters (met houder) in het koelapparaat (zie para­graaf: ”Bij te bestellen accessoires”).
De houder voor de anti-geurfilters zit op een beschermlijst aan de achterkant van het plateau.
Als u de anti-geurfilters wilt verplaat-
sen, trekt u de houder omhoog en haalt u deze van de beschermlijst.
Plaats de beschermlijst op het ge-
wenste plateau.
Plaats de houder op de beschermlijst.
Trek de beschermlijst van het plateau.
34
Beschrijving van het apparaat

Bij te bestellen accessoires

Miele heeft speciaal voor dit apparaat handige accessoires en reinigings- en onderhoudsmiddelen in het assorti­ment.

Universeel microvezeldoekje

Het microvezeldoekje is handig bij het verwijderen van vingerafdrukken en an­der licht vuil op roestvrijstalen fronten, panelen, ramen, meubels enz.

MicroCloth-kit

De MicroCloth kit bestaat uit een uni­verseel doekje, een glasreinigingsdoek­je en een hoogglansdoekje. De doekjes zijn heel sterk. Door de zeer fijne microvezels hebben de doekjes een grote reinigingscapaciteit.

MicroCloth HyClean

De MicroCloth HyClean is een anti-bac­teriële universele doek die bijzonder scheur- en slijtvast is. De doek kan droog of vochtig, met of zonder reini­gingsmiddel worden gebruikt.

Anti-geurfilters met houder KKF-FS (Active AirClean)

De anti-geurfilters neutraliseren onaan­gename geurtjes in de koelzone en zor­gen op die manier voor een betere luchtkwaliteit.

Flessenrek

Beschrijving zie hoofdstuk “Beschrijving van het apparaat”, paragraaf “ De bin­nenruimte indelen”.
Plateau met draaibare bodem (Flexi­Tray)
De draaibare bodem kan 180° met de wijzers van de klok mee worden ge­draaid. Op die manier is een optimale toegang mogelijk, ook tot de levens­middelen die achterin staan.

Sorteerbox

Beschrijving zie hoofdstuk “Beschrijving van het apparaat”, paragraaf “Het inde­len van de binnenruimte”.
Bij te bestellen accessoires kunt u in de Miele webshop bestellen. De pro­ducten zijn ook verkrijgbaar bij Miele (zie achter in deze gebruiksaanwijzing) en bij uw Miele vakhandelaar.

Anti-geurfilters met houder KKF-RF (Active AirClean) vervangen

Er zijn vervangende filters verkrijgbaar die in de houder passen. Wij adviseren de anti-geurfilters om de 6maanden te vervangen.
35

Het apparaat in- en uitschakelen

Voor het eerste gebruik

Verwijder al het verpakkingsmateriaal
en de beschermende folie.
Reinig de binnenkant van het appa-
raat en de accessoires (zie hoofdstuk “Reiniging en onderhoud”).

Koelapparaat aansluiten

Sluit het koelapparaat op het elektri-
citeitsnet aan zoals beschreven in het hoofdstuk “Elektrische aansluiting”.
In het display verschijnt eerst Miele, ver­volgens.

Waterreservoir voor de vernevelaar vullen en gebruiken

Vul het waterreservoir voor de verne-
velaar met vers drinkwater (zie hoofd­stuk “Levensmiddelen in de PerfectFresh Active-zone bewaren”, paragraaf “Vochtvak”).
Plaats het waterreservoir in de isola-
tieplaat tussen koelzone en PerfectFresh Active-zone (zie hoofd­stuk “Levensmiddelen in de PerfectFresh Active-zone bewaren”, paragraaf “Vochtvak”).

Het koelapparaat inschakelen

Open de deur van het apparaat.Raak in het display aan.
Het koelapparaat begint te koelen en de binnenverlichting gaat aan wanneer u de deur opent.
Het koelapparaat koelt naar de inge­stelde temperatuur.
Voordat u voor de eerste keer le­vensmiddelen in het apparaat legt, kunt u het koelapparaat het beste een paar uur laten voorkoelen. Leg pas levensmiddelen in het koelappa­raat als de vooraf ingestelde tempe­ratuur bereikt is.
Leg pas levensmiddelen in het vries­vak als de temperatuur in het vries­vak laag genoeg is (min. -18°C).

Het koelapparaat uitschakelen

Raak in het display de temperatuur-
weergave aan.
Swipe naar rechts totdat in het
midden wordt weergegeven.
36
Raak aan.
De koeling en de binnenverlichting zijn uitgeschakeld.
Let op. Het koelapparaat is niet span­ningsvrij wanneer het wordt uitgescha­keld.
Het apparaat in- en uitschakelen

Bij langdurige afwezigheid in acht nemen

Als het koelapparaat bij langdurige afwezigheid wordt uitgeschakeld, maar niet wordt gereinigd, bestaat er gevaar voor schimmelvorming als de deur van het koelapparaat gesloten blijft.
Het koelapparaat moet in ieder geval worden gereinigd.
Wanneer u het koelapparaat langere tijd niet gebruikt, doet u het volgende:
Schakel het koelapparaat uit.Ontdooi het vriesvak.Trek de stekker los of schakel de ze-
kering van de huisinstallatie uit.
Giet het waterreservoir voor de verne-
velaar leeg en bewaar het schoon en droog.
Reinig het koelapparaat en laat de
deur open staan om het apparaat vol­doende te ventileren en te voorkomen dat er geurtjes ontstaan.
37

De juiste temperatuur

Voor de houdbaarheid van levensmid­delen is het zeer belangrijk dat u de juiste temperatuur instelt. Als de tempe­ratuur daalt, ontstaan er minder snel mi­cro-organismen. De levensmiddelen be­derven niet zo snel.
De temperatuur in het koelapparaat stijgt als:
- de deur van het apparaat vaker en langer open is
- er meer levensmiddelen worden op­geslagen
- de vers opgeslagen levensmiddelen warmer zijn
- de omgevingstemperatuur van het koelapparaat hoger is. Het koelappa­raat is vervaardigd voor een bepaalde klimaatklasse (omgevingstempera­tuurbereik) waar de kamertempera­tuur niet boven of onder mag liggen.
…in de koelzone en in de PerfectFresh Active-zone
Voor de koelzone adviseren wij een koeltemperatuur van 4°C.
In de PerfectFresh Active-zone wordt de temperatuur automatisch geregeld en ligt tussen de 0en 3°C.
Automatische temperatuurverdeling (DynaCool)
De ventilator wordt automatisch inge­schakeld, als u de koeling voor de koel­zone inschakelt. Daarmee wordt de koude in de koelzone gelijkmatig ver­deeld, zodat de levensmiddelen die in de koelzone zijn opgeslagen met onge­veer dezelfde temperatuur worden ge­koeld.
… in het vriesvak
Om verse levensmiddelen in te vriezen en langdurig te bewaren, moet de tem­peratuur -18°C zijn. Bij deze tempera­tuur wordt de groei van micro-organis­men grotendeels gestopt. Zodra de temperatuur tot boven -10°C stijgt, be­gint de ontbinding door micro-organis­men en zijn de levensmiddelen minder lang houdbaar. Daarom mogen (gedeel­telijk) ontdooide levensmiddelen pas weer worden ingevroren, nadat ze zijn verwerkt (koken of bakken/braden). Door de hoge temperaturen worden de meeste micro-organismen gedood.
38
De juiste temperatuur

Temperatuuraanduiding

Bij normaal gebruik wordt in het dis­play de gemiddelde, daadwerkelijke temperatuur van de koelzone weer­gegeven, die op dat moment in het koelapparaat heerst.
Het kan een paar uur duren voordat de gewenste temperaturen worden bereikt en constant worden aangegeven. Dat hangt van de omgevingstemperatuur en de instelling af.

Temperatuur instellen

Raak in het display de temperatuur-
weergave aan.
Swipe naar links of rechts totdat de
gewenste temperatuur in het midden wordt weergegeven.
Raak ter bevestiging de gewenste
temperatuur aan.
De temperatuurweergave springt weer naar de daadwerkelijke temperatuur die op dat moment in het koelapparaat heerst.
Hoe hoger of lager de temperatuur in de koelzone is, des te hoger of lager is ook de temperatuur in het vriesvak.
Houd er rekening mee dat de tempe­raturen in het vriesvak bij een geringe belading kunnen schommelen. In be­paalde omstandigheden kunnen tem­peraturen boven -18ºC worden be­reikt.

Mogelijke instelwaarden

- Koelzone: 3tot 9°C

De temperatuur in de PerfectFresh Active-zone wijzigen

In de PerfectFresh Active-zone wordt de temperatuur automatisch op 0tot 3°C gehouden.
Wanneer u het daar echter warmer of kouder wilt hebben, bijv. omdat u vis wilt bewaren, kunt u de temperatuur stapsgewijs wijzigen.
Raak aan.Swipe naar links of rechts totdat in
het midden wordt weergegeven.
Raak aan.Swipe naar links of rechts totdat de
gewenste instelling (1: laagste tempe­ratuur; 9: hoogste temperatuur) in het midden wordt weergegeven.
Raak ter bevestiging de gewenste in-
stelling aan.
De temperatuur is vooraf ingesteld op stand 5.
Bij een instelling van stand 1 tot stand 4 kan de temperatuur onder bepaalde omstandigheden tot onder het vriespunt dalen. Levensmiddelen kunnen bevriezen.
Controleer de instelling van de tem­peratuur.
39
De juiste temperatuur

Als u de temperatuurinstelling heeft gewijzigd:

Controleer de temperatuurweergave
na enkele uren nog een keer. Pas dan is de ingestelde temperatuur bereikt.
- na ca.6uur bij een koelapparaat dat niet zo vol is
- na ca.24uur bij een vol koelapparaat
Als de temperatuur na deze tijd te hoog of te laag is:
Stel de temperatuur opnieuw in.
40

Het gebruik van de functie SuperKoelen

SuperKoelen
Als de functie SuperKoelen is inge­schakeld, wordt de koelzone zeer snel tot de koudste waarde afgekoeld (afhankelijk van de omgevingstempe­ratuur). Het koelapparaat werkt met een maximale capaciteit en de tempe­ratuur daalt. Kies deze functie als u grote hoeveelheden verse levensmid­delen of dranken snel wilt afkoelen.
Als de functie SuperKoelen is inge­schakeld, kan het zijn dat het apparaat meer geluid maakt.
U dient de functie SuperKoelen
4uur voordat u de in te vriezen le­vensmiddelen of dranken in de diepvrieszone plaatst in te schake-
len.
De functie SuperKoelen wordt auto­matisch na ca.12uur uitgeschakeld. Het koelapparaat werkt weer met nor­male koelcapaciteit.
SuperKoelen in- en uitschakelen
Raak de temperatuurweergave voor
de koelzone aan.
Druk op om de functie SuperKoe-
len in en weer uit te schakelen.
Als de functie SuperKoelen is inge- schakeld, brandt oranje.
Verlaat dit instellingsniveau door de
temperatuurweergave aan te raken.
Tip: Om energie te besparen kunt u de functie SuperKoelen zelf uitschake­len zodra de levensmiddelen of dranken koel genoeg zijn.
41

Het wijzigen van instellingen

Uitleg over de afzonderlijke in­stellingen
Hierna worden alleen de instellingen be­schreven die verdere toelichting verei­sen.
Als u zich in de instellingsmodus bevindt, wordt het deuralarm of een andere waarschuwingsmelding auto­matisch onderdrukt.
Feestmodus
De functie Feestmodus is aan te be­velen als u grote hoeveelheden verse levensmiddelen en dranken snel wilt koelen.
Tip: Schakel de functie Feestmodus ca. 4uur voordat u de levensmiddelen en dranken in het apparaat legt in.
Als de Feestmodus is ingeschakeld, wordt de functie SuperKoelen auto­matisch ingeschakeld.
De Feestmodus kan niet worden in­geschakeld als de Vakantiemodus is ingeschakeld.
De functie Feestmodus gaat na ca. 24uur automatisch uit. U kunt de functie Feestmodus echter ook op een eerder moment uitschakelen.
Vakantiemodus
De functie Vakantiemodus is han­dig wanneer u bijvoorbeeld tijdens de vakantie de koelzone niet geheel wilt uitschakelen of geen grote koelcapaci­teit nodig heeft.
Als de Vakantiemodus ingeschakeld is, wordt dit in het startscreen weerge­geven. De modus kan via het start­screen en via de instellingsmodus worden uitgeschakeld.
De koelzone blijft ingeschakeld op 15°C. In de PerfectFresh Active-zone wordt automatisch een temperatuur van 9tot 12°C ingesteld. De koelzone kan zo energiezuinig in gebruik blijven.
Bij deze gemiddelde koelzonetempe­ratuur kunnen langer houdbare levens­middelen nog enige tijd in het koelap­paraat bewaard blijven. Het energie­verbruik is lager dan bij normaal ge­bruik. Ook ontstaan er geen geurtjes en schimmels, die wél kunnen ontstaan als de koelzone helemaal wordt uitge­schakeld en de deur van het apparaat is gesloten.
42
Het wijzigen van instellingen
Gevaar voor de gezondheid door
het eten van bedorven levensmidde­len.
Wanneer de temperatuur in de koel­zone lange tijd boven de 4°C blijft, kunnen de houdbaarheid en kwaliteit van de levensmiddelen in de diep­vrieszone verminderen.
Schakel de functie Vakantiemo­dus altijd alleen in voor korte tijd.
Bewaar in die tijd geen kwetsbare en bederfelijke levensmiddelen zoals fruit, groente, vis, vlees en zuivelpro­ducten in het apparaat.
Vergrendelingsfunctie/ inscha­kelen
Als de vergrendelingsfunctie is inge­schakeld, beschermt deze het koelap­paraat tegen onbedoeld uitschakelen en tegen onbedoeld aangebrachte wijzigin­gen door onbevoegde personen, bij­voorbeeld kinderen.
Raak gedurende ca. 6seconden
aan.
De weergave gaat naar de instelling van de temperatuur.
Voer nu de gewenste instellingen uit.
Door de deur van het apparaat te slui­ten, wordt de vergrendelingsfunctie opnieuw ingeschakeld.
Vergrendelingsfunctie/ helemaal uitschakelen
Raak aan.Raak gedurende ca. 6seconden
aan.
Swipe naar links of rechts totdat in
het midden wordt weergegeven.
Raak aan.
Als de vergrendelingsfunctie uitgescha­keld is, brandt .
Raak aan.Swipe naar links of rechts totdat
in het midden wordt weergegeven.
Raak aan.
Als de vergrendelingsfunctie ingescha­keld is, brandt oranje.
Sluit de deur van het apparaat. Pas
dan is de vergrendelingsfunctie ac­tief.
Vergrendelingsfunctie/ korte tijd deactiveren
Als u bijvoorbeeld de temperatuur wilt wijzigen, kunt u de vergrendelingsfunc­tie gedurende korte tijd deactiveren:
43
Het wijzigen van instellingen
Sabbatmodus
Het apparaat beschikt over de sabbat­modus om gebruikers in hun religieuze verplichtingen van dienst te zijn.
Als de sabbatmodus is ingeschakeld, wordt dit eerst in het startscreen weer­gegeven.
Na ca. 3seconden dooft het display.
Als de sabbatmodus is ingescha­keld, kunt u voor het koelapparaat geen instellingen wijzigen.
Let erop dat de deur van het apparaat goed gesloten is, omdat optische en akoestische signalen zijn uitgescha­keld.
De functie sabbatmodus wordt au­tomatisch uitgeschakeld na ca. 120uur.
Bij een ingeschakelde sabbatmodus wordt het volgende gedeactiveerd:
- de verlichting wanneer de deur wordt geopend
- alle geluidssignalen en optische sig­nalen
- de temperatuuraanduiding
Gevaar voor de gezondheid door
het eten van bedorven levensmidde­len.
Omdat een mogelijke stroomuitval tijdens de sabbatmodus niet wordt aangegeven, zijn de levensmiddelen mogelijk langere tijd blootgesteld ge­weest aan hogere temperaturen. Daardoor zijn de levensmiddelen kor­ter houdbaar.
Als er tijdens de sabbatmodus een stroomuitval is geweest, controleer dan de kwaliteit van de levensmidde­len.
Sabbatmodus uitschakelen
Raak het zwarte display aan.Raak in de instellingsmodus het
symbool aan.
Als de sabbatmodus uitgeschakeld is, brandt het symbool wit.
Informatie over de sabbatmodus
Dit product is door Star-K, een internati­onaal koosjer certificeringsbureau, ge­certificeerd. Hier kunt u de versie van de Star-K cer­tificering bekijken.
Alle eerder ingeschakelde functies blij­ven actief.
44
Het wijzigen van instellingen
Tijdsbestek tot de activering van het deuralarm wijzigen
U kunt instellen hoe snel het deuralarm na het openen van de deur van het ap­paraat moet klinken.
Raak aan.Swipe naar links of rechts totdat
in het midden wordt weergegeven.
Raak  aan.  Swipe naar links of rechts totdat het
gewenste tijdsbestek tussen 30se­conden en 3minuten: 30seconden in het midden wordt weergegeven.
Raak ter bevestiging de gewenste in-
stelling aan.

Miele@home

Uw koelapparaat heeft een geïnte­greerde wifi-module.
De wifi-verbinding is standaard gede­activeerd.
Voor het gebruik heeft u het volgende nodig:
- een wifi-netwerk
- de Miele app
- een gebruikersaccount bij Miele. Het gebruikersaccount kunt u via de Miele app aanmaken.
De Miele app helpt u bij de verbinding tussen het koelapparaat en uw eigen wifi-netwerk.
Nadat u het koelapparaat in uw wifi-net­werk heeft opgenomen, kunt u met de app bijvoorbeeld de volgende hande­lingen uitvoeren:
- Informatie over de status van uw koelapparaat opvragen
- Instellingen van uw koelapparaat wij­zigen
Als u het koelapparaat in uw wifi-net­werk opneemt, wordt het energiever­bruik hoger, ook als het koelapparaat is uitgeschakeld.
Zorg ervoor dat op de plaats van op­stelling van uw koelapparaat het sig­naal van uw wifi-netwerk sterk ge­noeg is.

Beschikbaarheid wifi-verbinding

De wifi-verbinding deelt een frequentie­bereik met andere apparaten (zoals magnetrons, op afstand bestuurbaar
45
Het wijzigen van instellingen
speelgoed). Hierdoor kunnen tijdelijke of volledige storingen in de verbinding optreden. Een constante beschikbaar­heid van de aangeboden functies kan daarom niet worden gegarandeerd.

Beschikbaarheid van Miele@home

Het gebruik van de Miele app is afhan­kelijk van de beschikbaarheid van de Miele@home-services in uw land.
De service Miele@home is niet in elk land beschikbaar.
Informatie over de beschikbaarheid vindt u op de website www.miele.com.

Miele app

De Miele app kunt u gratis downloaden uit de Apple App Store® of de Google
Play Store™.
Miele@home voor de 1e keer instel­len
Raak aan.Swipe naar links of rechts totdat in
het midden wordt weergegeven.
Raak aan.Raak de gewenste verbindingsme-
thode (APP of WPS) aan.
Na een succesvolle aanmelding ver­schijnt in het startscreen .
Als er geen verbinding tot stand kon worden gebracht, verschijnt .
Start in dit geval het proces opnieuw.
46
Het wijzigen van instellingen
Wifi-verbinding deactiveren of active­ren
Raak aan.Swipe naar links of rechts totdat in
het midden wordt weergegeven.
Raak aan.Raak aan om de wifi-verbinding te
deactiveren.
In het display verschijnt . Raak aan om de wifi-verbinding
weer te activeren.
Raak aan om het menuniveau te
verlaten.
Als de wifi-verbinding actief is, brandt in het startscreen.

Netwerkconfiguratie resetten

Raak aan.Swipe naar links of rechts totdat in
het midden wordt weergegeven.
Raak aan.Swipe naar rechts totdat in het
midden wordt weergegeven.
Raak aan.Raak OK aan.
Alle instellingen en ingevoerde waarden voor Miele@home worden gereset.
De wifi-verbinding is gedeactiveerd, dooft.
Herstel de netwerkconfiguratie wan­neer u het koelapparaat afvoert, ver­koopt of een gebruikt koelapparaat gaat gebruiken. Alle persoonlijke ge­gevens worden van het koelapparaat verwijderd. Bovendien heeft de vori­ge eigenaar geen toegang meer tot het koelapparaat.
Het volume van de waarschuwings­en geluidssignalen/ wijzigen
U kunt het volume van de waarschu­wings- en geluidssignalen wijzigen (bijv. bij een deuralarm of een foutmelding). Of u kunt de waarschuwings- en ge­luidssignalen uitschakelen als deze u storen.
Raak aan.Swipe naar links of rechts totdat in
het midden wordt weergegeven.
Raak aan.Swipe naar links of rechts totdat het
gewenste volume in het midden wordt weergegeven.
Bevestig het gewenste volume door
de segmentbalk aan te raken.
Als de waarschuwings- en geluidssig­nalen uitgeschakeld zijn, verschijnt .
De helderheid van het display wij­zigen
U kunt de helderheid van het display aan de lichtverhoudingen van de omge­ving aanpassen.
Raak aan.Swipe naar links of rechts totdat in
het midden wordt weergegeven.
Raak aan.
47
Het wijzigen van instellingen
Swipe naar links of rechts totdat het
gewenste helderheidsniveau in het midden wordt weergegeven.
Bevestig het gewenste helderheidsni-
veau door de segmentbalk aan te ra­ken.
Demo-functie uitschakelen
Met de demo-functie kan de vakhan­del het koelapparaat presenteren zon­der de koeling in te hoeven schakelen. Voor particulier gebruik is deze instel­ling niet relevant.
Als de demo-functie standaard inge­schakeld is, verschijnt in het start­screen.
Raak aan.Raak aan.Swipe naar links of rechts totdat in
het midden wordt weergegeven.
Raak aan. Nadat de demo-functie uitgeschakeld
is, wordt het koelapparaat uitgescha­keld en moet het opnieuw worden inge­schakeld.
Instellingen naar de fabrieksinstel­lingen resetten
Alle instellingen van het koelapparaat worden naar de fabrieksinstellingen ge­reset (instellingen zie hoofdstuk “Be­schrijving van het apparaat”).
Raak aan.Swipe naar links of rechts totdat
in het midden wordt weergegeven.
Raak aan. In het display verschijnt . Raak OK aan.
Het koelapparaat wordt uitgeschakeld en moet opnieuw worden ingeschakeld.
Informatie
In het display verschijnen gegevens van het apparaat (type-aanduiding en serienummer).
Tip: Deze gegevens zijn belangrijk voor het melden van een storing bij Miele (zie hoofdstuk “Service”).

Vervangingsindicator anti-geurfilters

Nadat de anti-geurfilters zijn geplaatst (bij te bestellen accessoires), moet eerst de vervangingsindicator anti-geurfil­ters in de instellingsmodus wor­den geactiveerd.
48
De vervangingsindicator voor de anti-geurfilters in het startscreen herin­nert u er ca. om de 6maanden aan dat de anti-geurfilters moeten worden vervangen (zie hoofdstuk “Reiniging en onderhoud”, paragraaf “Anti-geurfil­ters vervangen”).
Reinigingsmodus
De reinigingsmodus maakt een eenvoudige reiniging van de koelzone mogelijk (zie hoofdstuk “Reiniging en onderhoud”). De binnenverlichting blijft ingeschakeld, hoewel de koelzo­ne uitgeschakeld is. Akoestische en optische signalen zijn ook uitgescha­keld.
Als de reinigingsmodus ingescha­keld is, wordt dit in het startscreen weergegeven.
Na de reiniging moet de reinigingsmo­dus worden uitgeschakeld. Als de deur van het apparaat langer dan 10minuten gesloten is, wordt de reini­gingsmodus automatisch uitge­schakeld.
Het wijzigen van instellingen
49

Deuralarm

Gevaar voor de gezondheid door
het eten van bedorven levensmidde­len.
Is de temperatuur vrij lang hoger dan
-18°C, dan kunnen de diepvriespro­ducten geheel of gedeeltelijk zijn ont­dooid. Daardoor zijn de levensmid­delen korter houdbaar.
Controleer of de diepvriesproducten geheel of gedeeltelijk zijn ontdooid. Gebruik deze levensmiddelen in dat geval dan zo snel mogelijk of kook of bak ze, alvorens ze opnieuw in te vriezen.
Dit koelapparaat heeft een waarschu­wingssysteem dat in werking treedt wanneer de deur te lang openstaat. Daarmee wordt voorkomen dat er on­nodig veel energie wordt verbruikt en dat het voor de opgeslagen levens­middelen te warm wordt.
Als de deur van het apparaat langdurig openstaat, wordt  in de tempera­tuurweergave geel verlicht. Bovendien klinkt er een waarschuwingssignaal.
Deuralarm voortijdig uitschakelen
Als het waarschuwingssignaal storend is, kunt u het vroegtijdig uitschakelen.
Raak in het display gedurende enige
tijd  aan.
Het waarschuwingssignaal stopt en het symbool dooft.
Als de deur van het apparaat niet wordt gesloten, wordt het waarschu­wingssignaal na 3minuten herhaald.
Het tijdsbestek tot de activering van het deuralarm kan worden gewijzigd. Het deuralarm kan echter ook worden uitge­schakeld (zie hoofdstuk “Het wijzigen van instellingen”).
Zodra de deur van het apparaat geslo­ten wordt, stopt het waarschuwingssig­naal en dooft.
50

Levensmiddelen in de koelzone bewaren

Explosiegevaar door brandbare
gasmengsels. Brandbare gasmengsels kunnen ont-
branden door elektrische onderde­len.
Bewaar geen explosieve stoffen en geen producten met brandbare drijf­gassen (bijv. spuitbussen) in het koelapparaat. Dergelijke spuitbussen kunt u herkennen aan de hand van de opgedrukte inhoudsopgave of een vlamsymbool. Eventueel ont­snappende gassen kunnen ontbran­den door elektrische onderdelen.
Gevaar voor beschadiging door
levensmiddelen die vet of olie bevat­ten.
Als u vet- of oliehoudende levens­middelen in het apparaat of de deur van het apparaat bewaart, kunnen spanningsscheuren in de kunststof ontstaan waardoor deze knapt of scheurt.
Voorkom dat vet of olie in aanraking komt met kunststof onderdelen van het koelapparaat.

Gedeelten met verschillende temperaturen

Door de natuurlijke luchtcirculatie ont­staan er verschillende temperaturen in de koelzone.
De koude, zware lucht zakt naar het on­derste gedeelte van de koelzone. Maak gebruik van deze verschillende tempe­raturen als u de levensmiddelen in het apparaat legt.
Dit is een apparaat met een automa­tische dynamische koeling (DynaCool). Wanneer de ventilator in werking is, wordt de koude in de verschillende zones gelijkmatig verdeeld en zijn de temperatuurverschillen minder groot.

Warmste gedeelte

Het minst koele gedeelte in de koel­kast / koelzone bevindt zich helemaal bovenin tegen de deur. Gebruik dit ge­deelte voor het opslaan van boter zodat deze smeerbaar blijft en voor kaas zo­dat deze zijn aroma niet verliest.
Als de luchtcirculatie niet voldoende is, wordt de koelcapaciteit lager en stijgt het energieverbruik.
Leg de levensmiddelen niet te dicht op elkaar, zodat de lucht goed kan circuleren.
Dek de ventilator op de achterwand niet af.
51
Levensmiddelen in de koelzone bewaren

Koudste gedeelte

Het koudste gedeelte in de koelzone bevindt zich direct boven de isolatie­plaat voor de PerfectFreshActive-zone en bij de achterwand. In de vakken van de PerfectFresh Active-zone heersen nog lagere temperaturen.
Gebruik deze gedeelten in de koelzone en in de PerfectFresh Active-zone voor alle levensmiddelen die niet lang houd­baar zijn, zoals:
- vis, vlees, gevogelte
- worst, kant-en-klaargerechten
- levensmiddelen waar eieren of room in zitten
- vers deeg, taart-/cake-, pizza- of qui­chedeeg
- producten van rauwe melk
- in folie verpakte voorgesneden groenten
- in het algemeen alle verse levensmid­delen (waarvan de minimale houd­baarheidsdatum alleen geldt bij een bewaartemperatuur van minstens 4°C)

Niet geschikt voor de koelzone

Koudegevoelige levensmiddelen zijn niet geschikt om bij temperaturen onder 5°C te worden bewaard.
Tot de koudegevoelige levensmiddelen behoren onder andere:
- ananas, avocado's, bananen, granaatappels, mango's, meloenen, papaja's, passievruchten, citrus­vruchten (zoals citroenen, sinaasap­pelen, mandarijntjes, grapefruit)
- fruit (dat nog verder moet rijpen)
- aubergines, komkommers, aardap­pels, paprika's, tomaten, courgettes
- harde kazen (zoals parmezaan en bergkaas)
Tips voor het inkopen van le­vensmiddelen
De belangrijkste voorwaarde om le­vensmiddelen lang te kunnen bewaren, is dat ze vers in het koelapparaat ge­legd worden. Let ook op de houdbaarheidsdatum en de juiste bewaartemperatuur. Zorg dat de levensmiddelen zo koel mogelijk blijven, als u ze bijvoorbeeld in de warme auto transporteert.
52
Levensmiddelen in de koelzone bewaren

Levensmiddelen juist bewaren

Bewaar levensmiddelen in de koelzone verpakt of goed afgedekt (in de PerfectFresh Active-zone zijn er uitzon­deringen). Zo nemen ze geen vreemde geuren over, drogen ze niet uit en wor­den er geen bacteriën overgedragen. Dit is vooral belangrijk als u dierlijke le­vensmiddelen bewaart. Let vooral op met levensmiddelen zoals rauw vlees en vis. Deze mogen niet in contact komen met andere levensmiddelen. Als u de temperatuur juist instelt en de koelzone goed schoon houdt, blijven le­vensmiddelen aanzienlijk langer houd­baar. Afval van levensmiddelen wordt voorkomen.
53
Levensmiddelen in de PerfectFresh Active-zone bewa­ren

PerfectFresh Active-zone

De PerfectFresh Active-zone voldoet aan de eisen van een koelvak volgens DIN EN62552:2020.
De omstandigheden in de PerfectFresh Active-zone zijn optimaal voor het be­waren van fruit, groente, vis, vlees en melkproducten. De levensmiddelen blij­ven veel langer vers en smaak en vita­mines blijven behouden.
In de PerfectFresh Active-zone wordt de temperatuur automatisch geregeld en ligt tussen de 0 en 3°C. Die temperatu­ren zijn lager dan in een traditionele koelzone, maar voor levensmiddelen die niet gevoelig zijn voor kou is dit de optimale bewaartemperatuur.
Bovendien kan de luchtvochtigheid in de PerfectFresh Active-zone worden af­gestemd op de vochtigheid van de be­waarde levensmiddelen. Als de verne­velaar is ingeschakeld, worden fruit en groente met waterdamp beneveld. De vernevelaar wordt ongeveer om de 90minuten ingeschakeld en altijd als de deur wordt geopend. De verhoogde luchtvochtigheid zorgt ervoor dat de le­vensmiddelen hun eigen vocht behou­den en niet zo snel uitdrogen.
Om levensmiddelen goed te kunnen bewaren, is het essentieel dat ze zich in goede staat bevinden wanneer u ze in de koelkast legt.
Neem de levensmiddelen ca. 30tot 60minuten voordat u ze gebruikt uit de PerfectFresh Active-zone. Pas op kamertemperatuur komen aroma en smaak tot hun recht.

Vochtvak

| |
In het bovenste vochtvak heerst een temperatuur van 0tot3°C. De lucht­vochtigheid is afhankelijk van de posi­tie van het deksel niet-verhoogd of verhoogd.

Niet-verhoogde luchtvochtigheid

Bij deze instelling wordt het vochtvak een droogtevak (zie paragraaf “Droogte­vak”).
Verhoogde luchtvochtigheid
Bij deze instelling is het vak geschikt voor fruit en groente.
Het is mogelijk dat zich bij een ver­hoogde luchtvochtigheid in het vochtvak op de bodem en onder het deksel condenswater ontwikkelt.
Verwijder het condenswater met een doek.
Verhoogde luchtvochtigheid kie­zen
Bij deze instelling moet de verne­velaar ingeschakeld zijn.
Als de vernevelaar ingeschakeld is, neemt het energieverbruik iets toe. Ook kan het apparaat meer geluid ma­ken.
Raak aan.Swipe naar links of rechts totdat in
het midden wordt weergegeven.
Raak aan.
54
Levensmiddelen in de PerfectFresh Active-zone bewa-
ren
Swipe naar links totdat de gewenste
intensiteit van de vernevelaar (1: ge­ringe bevochtiging; 3: maximale be­vochtiging) in het midden wordt weer­gegeven.
Raak ter bevestiging de gewenste in-
stelling aan.
Het symbool brandt oranje.
Open de lade van het vochtvak.
Schuif het deksel naar achteren tot-
dat u weerstand voelt.
Het deksel is gesloten en de luchtvoch­tigheid in het vak blijft.
Niet-verhoogde luchtvochtigheid kiezen
Bij deze instelling moet de verneve­laar uitgeschakeld zijn.
Raak aan.Swipe naar links of rechts totdat in
het midden wordt weergegeven.
Raak aan.Swipe naar rechts en raak aan.
Het symbool brandt wit.
Open de lade van het vochtvak.
Trek het deksel naar voren totdat u
weerstand voelt.
Het deksel is geopend en de luchtvoch­tigheid wordt lager.
55
Levensmiddelen in de PerfectFresh Active-zone bewa­ren
Vernevelaar (humidifier)
Als de vernevelaar is ingeschakeld, worden fruit en groente die in het vochtvak worden bewaard, steeds als de deur wordt geopend en ongeveer om de 90minuten met water bene­veld. De waterdamp zorgt voor extra vochtigheid in het vochtvak.
De vernevelaar en het bijbehorende wa­terreservoir bevinden zich in de isolatie­plaat tussen koelzone en PerfectFresh Active-zone.
Zorg voor het volgende, voordat u de vernevelaar inschakelt (zie hoofdstuk “Het wijzigen van instellingen”):
- Het waterreservoir is gereinigd, met water gevuld en vastgeklikt.
- Het deksel van het vochtvak is geslo­ten (instelling).
Het water in het waterreservoir is vol­doende voor ca. 4maanden.
Het waterreservoir hoeft pas te wor­den bijgevuld als de vernevelaar geen waterdamp meer produceert.
Gevaar voor de gezondheid door
verontreinigd water. Het gebruik van verontreinigd water
kan tot vergiftigingen leiden. Vul het waterreservoir uitsluitend met
vers drinkwater.
Gevaar voor de gezondheid door
bacteriën in het water. Als water langere tijd in het waterre-
servoir zit, kunnen er ziektekiemen ontstaan. Dit is gevaarlijk voor de ge­zondheid.
Reinig het waterreservoir voor de vernevelaar en vul het waterreservoir met vers drinkwater als het koelap­paraat of de koelzone langere tijd (meer dan 2dagen) uitgeschakeld was of als de vernevelaar langere tijd (meer dan 2dagen) uitgeschakeld was.
Reinig het waterreservoir voor de vernevelaar en vul het met vers drinkwater als de vakantiemodus gedurende een langere periode (meer dan 2weken) was ingescha­keld.
Gevaar voor beschadiging door
ongeschikte vloeistof. Suikerhoudende vloeistoffen kunnen
de vernevelaar buiten werking stel­len.
Vul het waterreservoir uitsluitend met vers drinkwater.
56
Levensmiddelen in de PerfectFresh Active-zone bewa-
ren

Waterreservoir voor de vernevelaar vullen

Druk op de achterste buitenhoeken
van de glasplaat.
De glasplaat klapt aan de voorkant om­hoog.
Til de glasplaat op en klap deze naar
achteren.
De glasplaat staat rechtop. Druk de schuifschakelaar naar
links.
Het waterreservoir komt omhoog. Haal het waterreservoir uit het appa-
raat en vul het tot aan de markering met drinkwater.
Plaats het waterreservoir terug.

Droogtevak

|
In het onderste droogtevak heerst een temperatuur van 0niet3°C, de luchtvochtigheid is niet verhoogd.
Het droogtevak is bijzonder geschikt voor het bewaren van bederfelijke le­vensmiddelen, zoals:
- verse vis, schaal- en schelpdieren
- vlees, gevogelte, worst
- rauwkostsalades
- zuivelproducten zoals yoghurt, kaas, slagroom, kwark etc.
- Bovendien kunt u hier allerlei andere levensmiddelen bewaren, mits deze verpakt zijn.
Houd er rekening mee dat eiwitrijke levensmiddelen sneller bederven. Zo bederven schaal- en schelpdieren bijv. sneller dan vis, en vis bederft weer sneller dan vlees.
Bewaar deze levensmiddelen om hy­giënische redenen alleen verpakt of
in een bakje.
Klap de glasplaat omlaag.
57
Levensmiddelen in de PerfectFresh Active-zone bewa­ren
Bent u niet tevreden met de manier waarop uw opgeslagen levensmiddelen worden gekoeld (bijv. wanneer ze al na korte tijd slap worden), neem dan on­derstaande tips in acht:
Bewaar alleen verse levensmiddelen in de koelkast. De staat waarin levensmid-
delen verkeren wanneer u ze invriest, is essentieel voor het resultaat.
Reinig de vakken van de PerfectFresh Active-zone vóórdat u de levensmiddelen
daarin legt.
Dep zeer vochtige levensmiddelen af voordat u ze in de koelkast bewaart.Leg geen koudegevoelige levensmiddelen in de PerfectFresh Active-zone (zie
hoofdstuk “Levensmiddelen in de koelzone bewaren”, paragraaf ”Niet geschikt voor de koelzone”).
Kies voor het bewaren van het levensmiddel het juiste PerfectFresh Active-vak
en de juiste positie van het deksel (niet-verhoogde luchtvochtigheid of ver­hoogde luchtvochtigheid).
Een verhoogde luchtvochtigheid in het vochtvak wordt alleen bereikt door
het vocht van de levensmiddelen die in dat vak worden bewaard, mits ze onver­pakt worden bewaard. Hoe meer levensmiddelen er in het vak worden bewaard, des te hoger de vochtigheid.
Wanneer er zich bij de instelling te veel vocht in het vak verzamelt en de le-
vensmiddelen worden aangetast, dient u het condenswater vooral van de bo­dem en onder het deksel met een doekje te verwijderen of legt u een rooster of iets dergelijks in het vak, zodat het overtollige vocht eraf kan druipen.
Als de luchtvochtigheid ondanks de instelling te laag is, kunt u de levens-
middelen het beste in luchtdichte verpakkingen bewaren.
Als u het gevoel heeft dat de temperatuur in de PerfectFresh Active-zone te
hoog of te laag is, kunt u eerst proberen dit via de koelzone te regelen door de temperatuur iets te wijzigen, ca. 1tot 2ºC. Pas wanneer zich ijskristallen op de bodem van de PerfectFresh Active-vakken vormen, dient u de temperatuur te verhogen om te voorkomen dat de levensmiddelen door de koude niet meer kunnen worden gebruikt.
Als de wijziging van de temperatuur in de koelzone niet voldoende is, wijzigt u
de temperatuur in de PerfectFresh Active-zone (zie hoofdstuk “De juiste tempe­ratuur”).
58

Invriezen en bewaren

Wat gebeurt er bij het invriezen van verse levensmiddelen?

Gevaar voor de gezondheid door
het eten van bedorven levensmidde­len.
Is de temperatuur vrij lang hoger dan
-18°C, dan kunnen de diepvriespro­ducten geheel of gedeeltelijk zijn ont­dooid. Daardoor zijn de levensmid­delen korter houdbaar.
Controleer of de diepvriesproducten geheel of gedeeltelijk zijn ontdooid. Gebruik deze levensmiddelen in dat geval dan zo snel mogelijk of kook of bak ze, alvorens ze opnieuw in te vriezen.
Verse levensmiddelen moeten zo snel mogelijk tot in de kern worden ingevro­ren. Alleen zo blijven voedingswaarde, vitaminen, vorm en smaak behouden.
Als het levensmiddel snel tot in de kern ingevroren is, heeft de vloeistof in de cellen minder tijd om uit de cellen te lo­pen. De cellen krimpen dan aanzienlijk minder. Tijdens het ontdooien kan de slechts geringe hoeveelheid vloeistof die naar de tussenruimten was ge­stroomd, terugkeren naar de cellen zo­dat het vochtverlies zeer gering is. Daarom ontstaat er slechts een klein plasje water.

Het vriesvak gebruiken

Gebruik het vriesvak om:
- diepvriesproducten te bewaren
- ijsblokjes te maken
- kleinere hoeveelheden levensmidde­len in te vriezen
Gegevens over het maximale vriesver­mogen vindt u op het typeplaatje.
Het vriesvermogen geeft aan welke hoeveelheid levensmiddelen in hoe­veel uur tot in de kern kan worden in­gevroren.

Diepvriesproducten bewaren

Wilt u diepvriesproducten bewaren, controleer dan al tijdens de aankoop in de winkel:
- de verpakking op beschadigingen
- de houdbaarheidsdatum
- de temperatuur in de diepvries in de winkel moet -18°C of lager zijn
Vervoer diepvriesproducten indien
mogelijk in een koeltas of leg ze snel in het koelapparaat.
59
Invriezen en bewaren
Verse levensmiddelen zelf in­vriezen

Vóór het inruimen

Als u meer dan 2kg verse levensmid-
delen wilt invriezen, dient u 4–6uur voor het inruimen van de levensmid­delen de functie SuperKoelen in te schakelen.
De al ingevroren diepvriesproducten krijgen zo een koudereserve.
Vries uitsluitend verse levensmidde-
len in perfecte staat in.
Houd er rekening mee dat sommige levensmiddelen niet geschikt zijn om in te vriezen. Dat geldt bijvoorbeeld voor soorten groenten die normaal ge­sproken rauw worden gegeten, zoals bladsla of radijsjes.
Tip: Om kleur, smaak, aroma en vitami­neC te behouden, kunt u de groente blancheren voordat u deze invriest. Leg daarvoor een portie groente 2–3minu­ten in kokend water. Neem de groente dan uit het water en laat deze snel in koud water afkoelen. Laat de groente uitlekken.

Diepvriesproducten in het apparaat leggen

Leg in te vriezen levensmiddelen niet tegen reeds ingevroren levensmidde­len, om te voorkomen dat de inge­vroren levensmiddelen gaan ontdooi­en.
Om te voorkomen dat levensmidde-
len aan elkaar of aan de bodem vast­vriezen, dient u ervoor te zorgen dat de verpakkingen droog zijn.
Leg de in te vriezen producten over
de hele breedte op de bodem van het vriesvak of tegen de zijwanden, zodat ze zo snel mogelijk tot in de kern wor­den ingevroren.
De levensmiddelen zijn na ca. 24uur ingevroren.
Schakel de functie SuperKoelen
weer uit.
In te vriezen levensmiddelen verpak­ken
Vries levensmiddelen per portie in.
Tip: Kies een geschikte verpakking om vriesbrand te voorkomen (bijv. diep­vriesbakjes).
Druk de lucht uit de verpakking en
sluit de verpakking goed.
Doe een sticker op de verpakking
met inhoud en invriesdatum.
60
Invriezen en bewaren
Bewaartijd van ingevroren le­vensmiddelen
Levensmiddelen­groep
Schepijs 2 tot 6
Brood, bakwaren 2 tot 6
Kaas 2 tot 4
Vis, vet 1 tot 2
Vis, mager 1 tot 5
Worst, ham 1 tot 3
Wild, varkensvlees 1 tot 12
Gevogelte, rund­vlees
Groente, fruit 6 tot 18
Kruiden 6 tot 10
De aangegeven bewaartijden zijn richtwaar­den.
Bewaartijd (maanden)
2 tot 10

Accessoires gebruiken

Het bereiden van ijsblokjes

Vul het bakje voor ijsblokjes voor
driekwart met water en zet het bakje op de bodem van het vriesvak.
Wanneer een bakje is vastgevroren,
gebruik dan een stomp voorwerp, bijv. een lepelsteel om het los te ma­ken.
Tip: Houd het bakje even onder stro­mend water, dan laten de ijsblokjes ge­makkelijk los.
Bij de in de handel verkrijgbare diep­vriesproducten is de op de verpakking aangegeven uiterste houdbaarheidsda­tum beslissend.
Bij een constante temperatuur in het vriesvak van -18°C,mits u dit goed schoon houdt, blijven levensmiddelen zo lang mogelijk goed en hoeft u minder weg te gooien.

Dranken snel koelen

Wanneer u flessen drank in het diep­vriesvak heeft gelegd om snel te koelen, haal ze er dan na maximaal 1uur weer uit. Dit om te voorkomen dat ze uit el­kaar springen.
61

Ontdooien

Koelzone en PerfectFresh Active-zone
De koelzone en de PerfectFresh Active-zone worden auto­matisch ontdooid.
Het dooiwater loopt via het gootje en de afvoeropening voor het dooiwater in het verdampingssysteem aan de achterkant van het koelapparaat. Door de warmte van de compressor verdampt het dooi­water automatisch.
Houd het gootje en de afvoeropening voor het dooiwater schoon. Het dooiwater moet altijd probleemloos afgevoerd kunnen worden.

Vriesvak ontdooien

Het vriesvak ontdooit niet automatisch.
Door het gebruik vormen zich in het vriesvak bijv. op de wanden aan de binnenkant in de loop van de tijd rijp en ijs. De hoeveelheid rijp en ijs is ook afhankelijk van de volgende oorzaken:
- De deur van het vriesvak is vaak of vrij lange tijd open geweest.
- Grote hoeveelheden verse levens­middelen zijn ingevroren.
- De luchtvochtigheid in de ruimte is hoger geworden.
Als de ijslaag erg dik is, kan het ge­beuren dat de deur van het vriesvak niet meer goed sluit. Ook neemt de koelcapaciteit af, waardoor het ener­gieverbruik stijgt.
Ontdooi het vriesvak regelmatig, ech-
ter in ieder geval zodra zich een ca. 0,5cm dikke ijslaag heeft gevormd.
62
Tip: U kunt dat het beste doen als er weinig of geen diepvriesproducten in het vriesvak liggen of als de luchtvoch­tigheid en de temperatuur in het vak laag zijn.
Ontdooien
Pas op voor beschadiging door
onjuist ontdooien. Zorg er bij het ontdooien voor dat u
de vriesplaat niet beschadigt. Anders werkt het koelapparaat niet meer.
Krab de rijp- en ijslagen er niet af. Gebruik geen scherpe of spitse voor­werpen.
Gebruik voor het bespoedigen van het ontdooiproces geen mechani­sche hulpmiddelen of andere mid­delen die niet door de fabrikant wor­den aanbevolen.
Zorg ervoor dat er geen water in de kastombouw terechtkomt.

Het ontdooien voorbereiden

Schakel ca. 4uur voor het ontdooien
de functie SuperKoelen in.
Daardoor krijgen de reeds ingevroren diepvriesproducten een extra koudere­serve en kunnen ze dus iets langer op kamertemperatuur worden bewaard.
Schakel de functie SuperKoelen en
het koelapparaat uit.
Trek de stekker los of schakel de ze-
kering van de huisinstallatie uit.
Laat de deur van het vriesvak open-
staan.
Tip: U kunt het ontdooien versnellen door 2pannetjes op een onderzetter met heet (niet kokend) water in het vriesvak te zetten. In dat geval moet de deur van het vriesvak bij het ontdooien gesloten blijven, zodat de warmte niet kan ontsnappen.
Neem de stukjes ijs die zijn losge-
raakt uit het koelapparaat.
Neem het dooiwater meerdere keren
met een spons of doek op.

Na het ontdooien

Reinig het vriesvak en maak het
droog.
Sluit het koelapparaat weer aan en
schakel het in.
Verwijder de diepvriesproducten.
Wikkel de diepvriesproducten in ver­schillende lagen krantenpapier of de­kens.
Tip: U kunt de diepvriesproducten ook in koeltassen bewaren.
Bewaar de diepvriesproducten op
een koele plaats, totdat het vriesvak weer klaar is voor gebruik.

Het ontdooien

Hoe langer de diepvriesproducten bij kamertemperatuur worden bewaard, hoe korter ze houdbaar zijn.
Ontdooi zo snel mogelijk.
Leg de diepvriesproducten weer te-
rug in het vriesvak, zodra de tempera­tuur laag genoeg is.
63

Reiniging en onderhoud

Het typeplaatje in het koelapparaat mag niet worden verwijderd. De gege­vens zijn nodig in geval van storing.
Zorg ervoor dat er geen water komt in de elektronische besturing of de verlichting.
Gevaar voor beschadiging door
binnendringend vocht. De stoom van een stoomreiniger kan
kunststof en elektrische onderdelen beschadigen.
Gebruik geen stoomreiniger om het koelapparaat te reinigen.
Er mag geen reinigingswater in de af­voeropening voor het dooiwater lo­pen.
Opmerkingen over het reini­gingsmiddel
Gebruik in het koelapparaat alleen reinigings- en onderhoudsmiddelen die geen risico vormen voor de le­vensmiddelen.
Om beschadigingen aan de oppervlak­ken te voorkomen, gebruikt u bij de rei­niging geen
- soda-, ammoniak-, zuur- of chloride­houdende reinigingsmiddelen
- kalkoplossende reinigingsmiddelen
- schurende reinigingsmiddelen (zoals schuurpoeder, schuurmiddel, schuur­sponsjes)
- oplosmiddelhoudende reinigingsmid­delen
- reinigingsmiddelen voor roestvrij staal
- reinigingsmiddelen voor vaatwassers
- ovensprays
64
- glasreinigers
- schurende harde sponsjes en borstels (bijv.schuursponsjes)
- vlekkensponsjes
- scherpe metalen schrapers
Wij adviseren om een schoon spons­doekje, lauw water en wat afwasmiddel te gebruiken.
Reiniging en onderhoud

Koelapparaat op de reiniging voorbereiden

Tip: Schakel de reinigingsmodus in.
De koeling in de koelzone is hierbij uit­geschakeld, de binnenverlichting blijft ingeschakeld.
Raak aan.Swipe naar links of rechts totdat
in het midden wordt weergegeven.
Raak aan.Raak aan om het instellingsniveau
te verlaten.
Als de reinigingsmodus ingescha­keld is, wordt dit in het startscreen weergegeven.
Neem de levensmiddelen uit het ap-
paraat en bewaar ze op een koele plaats.
Haal de accessoires die verwijderd
kunnen worden, voor de reiniging uit het apparaat (zie paragraaf “Acces­soires verwijderen, demonteren en reinigen”).
Ontdooi het vriesvak (zie hoofdstuk:
“Ontdooien”).

De binnenruimte reinigen

Reinig het koelapparaat regelmatig, minstens 1keer per maand, en reinig het vriesvak altijd nadat het is ont­dooid.
Als vervuilingen langer inwerken, kunt u ze soms niet meer verwijde­ren.
De oppervlakken kunnen verkleuren of veranderen.
Verwijder verontreinigingen bij voor­keur meteen.
Reinig de binnenruimte met een
schoon sponsdoekje, lauw water en wat afwasmiddel.
Neem alles na de reiniging met
schoon water af en droog het met een doek.
Reinig het vriesvak elke keer nadat
het ontdooid is.
Reinig het gootje en de afvoerope-
ning voor het dooiwater vaker met een stokje of iets dergelijks, zodat het dooiwater ongehinderd kan wegstro­men.
Laat de deur van het koelapparaat
nog even openstaan om het koelap­paraat voldoende te luchten en geur­tjes te voorkomen.
65
Reiniging en onderhoud

Accessoires met de hand of in de vaatwasser reinigen

De volgende onderdelen mogen uitslui­tend handmatig worden gereinigd:
- de roestvrijstalen panelen of lijsten
- het variabele flessenrek
- het deurvak met de nauwkeurige af­stelling
- het plateau met de tekst
- de isolatieplaat met het flessenrek
- alle laden en deksels van vakken (af­hankelijk van het model)
- de kunststof onderdelen van het pla­teau met de draaibare bodem (ver­krijgbaar als bij te bestellen accessoi­res)
De volgende onderdelen zijn geschikt voor de vaatwasser:
Kans op beschadigingen door te
hoge temperaturen in de vaatwasser. Delen van het koelapparaat kunnen
onbruikbaar worden wanneer ze bij temperaturen van meer dan 55°C in de vaatwasser worden gereinigd en bijvoorbeeld vervormen.
Gebruik voor onderdelen die in de vaatwasser kunnen worden gereinigd uitsluitend programma's tot maxi­maal 55°C.
Kunststof onderdelen kunnen in de vaatwasser verkleuren wanneer ze in aanraking komen met natuurlijke kleurstoffen, zoals die van wortels, to­maten en ketchup. Een dergelijke ver­kleuring heeft geen effect op de ge­bruiksmogelijkheden.
- de flessensteun, het eierrek
- de deurvakken en flessenvakken in de deur (zonder roestvrijstalen pa­neel)
- de plateaus (zonder lijsten en zonder tekst)
- de 2onderdelen van het waterreser­voir voor de vernevelaar
- de sorteerbox
- de adapters voor de bakplaat
- de houder voor de anti-geurfilters (verkrijgbaar als bij te bestellen ac­cessoire)
Accessoires verwijderen, de­monteren en reinigen
ComfortClean deurvak met nauwkeu­rige afstelling verwijderen
Pak het ComfortClean deurvak met
beide handen vast, druk aan beide kanten de grijze toetsen onder het deurvak in en schuif het deurvak om­hoog van de geleiderails.
Schuif het ComfortClean deurvak na
de reiniging weer van bovenaf op de geleiderails.
66
Reiniging en onderhoud

Deurvak/flessenvak demonteren

Verwijder de roestvrijstalen panelen voordat u het deurvak/flessenvak in de vaatwasser reinigt.
Om de roestvrijstalen panelen te verwij­deren, gaat u als volgt te werk:
Plaats het deurvak/flessenvak op het
werkblad.
Druk de vergrendelingsnok in, zodat
deze naar buiten komt. Nu komt het hele roestvrijstalen paneel los.
Bevestig het roestvrijstalen paneel na
de reiniging in omgekeerde volgorde op het deurvak.

Plateaus met en zonder verlichting demonteren

Pas op voor beschadiging door
verkeerde reiniging. De roestvrijstalen lijst met led-ver-
lichting raakt beschadigd als deze voor de reiniging in water wordt ge­legd.
Reinig de roestvrijstalen lijst met led­verlichting met een vochtige doek.
Verwijder de roestvrijstalen lijst of de roestvrijstalen lijst met led-verlichting, voordat u het plateau reinigt.
Leg het plateau op een zachte onder-
grond op het werkblad (bijv. op een theedoek) met de bovenkant naar be­neden.
Pas op voor beschadiging door
verkeerd gebruik. Bij het lostrekken van de roestvrijsta-
len lijst met led-verlichting kunnen de metalen contacten beschadigd ra­ken.
Deze contacten, in de linkerhoek aan de voorkant, voorzien de led-verlich­ting van stroom. Maak altijd eerst de kant los waar zich geen contacten bevinden.
67
Reiniging en onderhoud

Laden uit de koelzone halen

Pak aan de linkerkant van de roest-
vrijstalen lijst de kunststof houder bij het achterste punt vast.
1. Trek de kunststof houder van het pla­teau af en
2. Trek tegelijkertijd de lijst eraf. Nu komt ook de tegenoverliggende kant los.
Zet de roestvrijstalen lijst na de reini-
ging in omgekeerde volgorde weer op het plateau.
Trek de lade naar buiten totdat u
weerstand voelt.
Pak de lade achteraan aan de zijkant
vast, til de lade iets op en neem deze uit het apparaat.
Schuif de telescopische geleiders daarna weer naar binnen om be­schadigingen te voorkomen.
Pas op voor beschadiging door
verkeerde reiniging. De telescopische geleiders bevatten
een speciaal vet dat er bij het reini­gen kan worden uitgespoeld. Daar­door kunnen de telescopische gelei­ders worden beschadigd.
Reinig de geleiders met een vochtige doek.

De laden terugplaatsen

Schuif de geleiders helemaal naar
binnen en plaats de lade erop.
68
Schuif de lade in het koelapparaat
totdat deze vastklikt.
Reiniging en onderhoud

Waterreservoir voor de vernevelaar verwijderen en demonteren

Gevaar voor de gezondheid door
bacteriën in het water. Als water langere tijd in het waterre-
servoir zit, kunnen er ziektekiemen ontstaan. Dit is gevaarlijk voor de ge­zondheid.
Reinig het waterreservoir voor de vernevelaar en vul het waterreservoir met vers drinkwater als het koelap­paraat of de koelzone langere tijd (meer dan 2dagen) uitgeschakeld was of als de vernevelaar langere tijd (meer dan 2dagen) uitgeschakeld was.
Reinig het waterreservoir voor de vernevelaar en vul het met vers drinkwater als de vakantiemodus gedurende een langere periode (meer dan 2weken) was ingescha­keld.
Druk de schuifschakelaar naar
links.
Het waterreservoir komt omhoog.
Verwijder het waterreservoir.
Demonteer het waterreservoir in 2on-
derdelen en reinig de onderdelen handmatig of in de vaatwasser.
Plaats het waterreservoir terug.Klap de glasplaat omlaag.
Druk op de achterste buitenhoeken
van de glasplaat.
De glasplaat klapt aan de voorkant om­hoog.
Til de glasplaat op en klap deze naar
achteren.
De glasplaat staat rechtop.
69
Reiniging en onderhoud
Isolatieplaat met flessenrek verwijde­ren
Verwijder de voorste en de achterste
glasplaat van de isolatieplaat.
Til het flessenrek aan de voorkant op
en trek het uit het koelapparaat.
Schuif het flessenrek na de reiniging
terug totdat u weerstand voelt en druk het flessenrek omlaag.
Leg de glasplaten weer op de isola-
tieplaat.

Deksel verwijderen

Anti-geurfilters vervangen (bij te be­stellen accessoire)
Vervang circa elke 6maanden de anti­geurfilters in de houder.
Het symbool op het startscreen her­innert u eraan dat de anti-geurfilters moeten worden vervangen.
Anti-geurfilters KKF-RF zijn verkrijg­baar bij Miele, in de vakhandel of via internet.
Trek de houder voor de anti-geurfil-
ters naar boven toe van het plateau af.
Til het deksel aan de voorkant op en
trek het eruit.
Schuif het deksel na de reiniging te-
rug.
70
Verwijder de beide anti-geurfilters en
plaats de nieuwe filters met de rond­omlopende rand naar beneden in de houder.
Plaats de houder in het midden op de
achterste beschermlijst van het pla­teau, zodat de houder daar vastklikt.
Reiniging en onderhoud
Bevestig het vervangen van de filters
door op het display het symbool aan te raken.
Het lampje voor het vervangen van de anti-geurfilters gaat uit en de teller wordt gereset.
Het symbool dooft.

Deurdichting reinigen

Pas op voor beschadiging door
verkeerde reiniging. De deurdichting kan poreus worden
als deze met olie of vet wordt behan­deld.
Behandel de deurdichting niet met olie of vet.
Reinig de deurdichting regelmatig al-
leen met helder water en wrijf de deurdichting daarna met een doek grondig droog.

Ventilatieopeningen reinigen

Na het reinigen

Schakel de reinigingsfunctie weer uit
door in het startscreen aan te ra­ken.
Raak opnieuw aan.
Als de reinigingsfunctie uitgeschakeld is, brandt het symbool wit.
Het koelapparaat begint weer te koelen. Plaats alle onderdelen terug in het
koelapparaat.
Schakel de functie SuperKoelen
een tijdje in, zodat de temperatuur in het koelapparaat snel daalt.
Leg pas levensmiddelen in het koel-
apparaat als de temperatuur laag ge­noeg is.
Sluit de deur/deuren van het appa-
raat.
Stof op de onderdelen verhoogt het energieverbruik.
Reinig de ventilatieopeningen regel-
matig met een borsteltje of een stof­zuiger (gebruik daarvoor bijv. de reliëfborstel voor Miele stofzuigers).
71

Nuttige tips

De meeste storingen en problemen die bij dagelijks gebruik kunnen optreden, kunt u zelf verhelpen. U bespaart daarmee niet alleen tijd, maar ook kosten, omdat u Miele niet hoeft in te schakelen.
De volgende tabellen helpen u de oorzaken van een probleem te achterhalen en het probleem te verhelpen.
Open de deuren van het apparaat als het enigszins mogelijk is niet voordat de storing is verholpen. Op deze manier houdt u het koudeverlies zo gering mogelijk.
Probleem Oorzaak en oplossing
Het koelapparaat koelt niet en de binnenver­lichting werkt niet wan­neer de deur van het koelapparaat open is.
De compressor is voort­durend in werking.
De compressor scha­kelt steeds vaker en steeds langer in, de temperatuur in het koel­apparaat is te laag.
Het koelapparaat is niet ingeschakeld en in het dis­play brandt .
Schakel het koelapparaat in.
De stekker zit niet goed in het stopcontact. Steek de stekker in het stopcontact. Als het koel-
apparaat uitgeschakeld is, verschijnt in het dis­play.
De zekering van de huisinstallatie is uitgeschakeld. Het koelapparaat, de huisspanning of een ander ap­paraat kunnen defect zijn.
Neem contact op met een elektricien of met Miele.
Geen storing. Om energie te besparen, schakelt de compressor bij een geringere koel-/vriescapaciteit op een laag toerental over. Daardoor moet de com­pressor langer werken.
De ventilatie-openingen zijn geblokkeerd of er zit veel stof in.
Zorg ervoor dat de ventilatie-openingen niet wor-
den geblokkeerd.
Reinig de ventilatie-openingen regelmatig door
stof te verwijderen.
De deur van het apparaat en van het vriesvak zijn vaak open geweest.
Open de deur van het apparaat of het vriesvak al-
leen indien nodig en zo kort mogelijk.
72
Probleem Oorzaak en oplossing
Na een tijdje wordt automatisch weer de juiste tem­peratuur bereikt.
De deur van het apparaat en de deur van het vries­vak zijn niet goed gesloten. Misschien heeft zich in het vriesvak al een dikke ijs­laag gevormd.
Sluit de deuren van het apparaat. Na een tijdje wordt automatisch weer de juiste tem-
peratuur bereikt. Als er al een dikke ijslaag is ontstaan, neemt de koel-
capaciteit af en stijgt het energieverbruik. Ontdooi het vriesvak en reinig het.
De omgevingstemperatuur is te hoog. Hoe hoger de omgevingstemperatuur is, des te langer is de com­pressor in werking.
Volg de aanwijzingen in het hoofdstuk “Installatie”,
paragraaf “Plaats van opstelling”.
Het koelapparaat is niet goed in de inbouwnis ge­plaatst.
Monteer het koelapparaat volgens de instructies in
de meegeleverde montagehandleiding op de juiste manier.
Er is een te lage temperatuur ingesteld. Corrigeer de temperatuurinstelling.
Er is in een keer een grotere hoeveelheid verse le­vensmiddelen ingevroren.
Lees de opmerkingen in het hoofdstuk: “Invriezen
en bewaren”.
De functie SuperKoelen is nog ingeschakeld. Schakel de functie SuperKoelen zelf eerder uit
om energie te besparen.
Nuttige tips
73
Nuttige tips
Probleem Oorzaak en oplossing
De compressor slaat steeds minder vaak en steeds korter aan; de temperatuur in het koel­apparaat stijgt.
In het koelapparaat heeft zich een ijslaag gevormd, of in het bin­nenste van het koelap­paraat vormt zich con­denswater. Het kan zijn dat de deur van het ap­paraat niet goed sluit.
De deurdichting is be­schadigd of moet ver­vangen worden.
Dit is geen storing. De ingestelde temperatuur is te hoog.
Corrigeer de temperatuurinstelling.Controleer de temperatuur nog een keer na 24uur.
De diepvriesproducten beginnen te ontdooien. De omgevingstemperatuur ligt onder de temperatuur waarvoor het koelapparaat geschikt is. De compressor slaat minder vaak aan als de omge­vingstemperatuur te laag is. Daardoor kan het in het vriesvak te warm worden.
Volg de aanwijzingen in het hoofdstuk “Installatie”,
paragraaf “Plaats van opstelling”.
Verhoog de omgevingstemperatuur.
De deurdichting is uit de groef gegleden. Controleer of de deurdichting goed in de groef zit.
De deurdichting is beschadigd. Controleer of de deurdichting beschadigd is.
De deurdichting kan zonder gereedschap vervangen worden.
Vervang de deurdichting. Deze is verkrijgbaar bij
Miele Nederland of bij de vakhandel.
74

Algemene problemen met het apparaat

Probleem Oorzaak en oplossing
De bodem van de koel­zone is nat.
De diepvriesproducten zijn vastgevroren.
Er zit een vrij dikke ijs­laag in het vriesvak.
Er klinkt geen waar­schuwingssignaal, hoe­wel de deur van het ap­paraat al een tijdje openstaat.
De afvoeropening voor het dooiwater is verstopt. Reinig het gootje en de afvoeropening voor het
dooiwater.
De verpakking van de levensmiddelen was niet droog toen ze in het apparaat werden gelegd.
Maak de ingevroren levensmiddelen met een
stomp voorwerp los, bijv. met een lepelsteel.
De deur van het vriesvak sluit niet goed. Controleer of de deur van het vriesvak goed sluit.
Het vriesvak moet ontdooid worden. Ontdooi het vriesvak en reinig het.
Dit is geen storing. Het waarschuwingssignaal in de instellingsmodus is uitgeschakeld. Als u het akoes­tische alarm weer wilt inschakelen:
Raak aan.Swipe naar links of rechts totdat in het midden
wordt weergegeven.
Raak aan.Swipe naar links of rechts totdat het gewenste vo-
lume in het midden wordt weergegeven.
Bevestig het gewenste volume door de segment-
balk aan te raken.
Als de waarschuwings- en geluidssignalen ingescha­keld zijn, verschijnt .
Nuttige tips
75
Nuttige tips

Meldingen in het display

Melding Oorzaak en oplossing
In het startscreen brandt , het koelappa­raat koelt niet, maar kan wel gewoon worden be­diend en de binnenver­lichting functioneert.
In het display brandt , het koelapparaat kan niet worden be­diend.
Er verschijnt niets in het display. Het display is zwart.
In het display brandt , het koelapparaat kan niet worden bediend.
De demo-functie is ingeschakeld.
Raak aan.Raak aan.Swipe naar links of rechts totdat in het midden
wordt weergegeven.
Raak aan. Nadat de demo-functie uitgeschakeld is, wordt het
koelapparaat uitgeschakeld en moet het opnieuw worden ingeschakeld.
De reinigingsfunctie is nog ingeschakeld. Schakel de reinigingsfunctie weer uit door in het
startscreen aan te raken.
Raak opnieuw aan. Als de reinigingsfunctie uitgeschakeld is, brandt het
symbool wit. Het koelapparaat begint weer te koelen. De sabbatmodus is ingeschakeld: de binnenver-
lichting is uitgeschakeld en het koelapparaat koelt. Raak het zwarte display aan.
In het display verschijnt .
Raak  aan. is oranje verlicht.
Als de sabbatmodus uitgeschakeld is, brandt het symbool wit.
De vergrendelingsfunctie is ingeschakeld. Ontgrendel het koelapparaat kort of schakel de
vergrendelingsfunctie helemaal uit (zie hoofdstuk “Het wijzigen van instellingen”, paragraaf “Vergren­delingsfunctie/ kort deactiveren/helemaal uit­schakelen”).
76
Melding Oorzaak en oplossing
In het startscreen brandt het symbool, er klinkt ook een ge­luidssignaal.
De vervangingsindicator voor de anti-geurfilters herinnert u eraan dat de anti-geurfilters moeten wor­den vervangen.
Vervang de anti-geurfilters in de houder (zie hoofd-
stuk “Reiniging en onderhoud”, paragraaf “Anti­geurfilters vervangen (bij te bestellen accessoi­res”)) en bevestig de vervanging van de anti-geur­filters door op het symbool in het display te drukken.
Het symbool dooft.
In het display brandt
, er klinkt ook een
waarschuwingssignaal.
Het deuralarm klinkt.
RaakOK aan. Het waarschuwingssignaal stopt en het symbool
dooft. Sluit de deur van het apparaat.
In het display brandt rood, soms verschijnt een storingscode F met cijfers. Bovendien klinkt er een waarschuwings­signaal.
Er is een storing opgetreden. Schakel het waarschuwingssignaal uit door in het
display aan te raken.
Neem contact op met Miele. Om de storing te melden, moet u naast de storings-
code ook de typeaanduiding van het koelapparaat en het serienummer weten. Deze informatie kunt u direct laten weergeven:
Raak daarvoor in het display aan. De noodzakelijke gegevens verschijnen in het dis-
play. Als u bevestigt met OK, verlaat u het informatiedis-
play en verschijnt de storingscode opnieuw. U kunt het apparaat ook direct vanuit de storingsindi-
catie uitschakelen.
Nuttige tips
Er verschijnt een storing van het apparaat: deze heeft altijd voorrang en breekt iedere instelling direct af die u op dat moment uitvoert.
Een storing in het apparaat gaat vóór een deur- en/of temperatuuralarm.
77
Nuttige tips

Problemen met de vernevelaar

Probleem Oorzaak en oplossing
De vernevelaar benevelt de levensmiddelen in de PerfectFresh Active-zo­ne niet
De vernevelaar is niet ingeschakeld. Raak in de instellingsmodus het symbool
aan.
Het deksel is naar voren getrokken en staat dus op de instelling “Niet-verhoogde luchtvochtigheid”.
Schuif het deksel naar achter, zodat de instelling
“Verhoogde luchtvochtigheid” gekozen is.
Er zit niet genoeg water in het waterreservoir. Vul het waterreservoir.
Het waterreservoir is niet goed vastgeklikt. Plaats het waterreservoir opnieuw, zodat het goed
vastklikt.
Er bevindt zich vuil voor de vernevelaar. Reinig de vernevelaar en het waterreservoir.
78
Nuttige tips

De binnenverlichting werkt niet

Gevaar voor elektrische schok door blootliggende onderdelen, waarop
spanning staat. Wanneer u de afdekplaat voor de verlichting verwijdert, kunt u in aanraking ko-
men met onderdelen, waarop spanning staat. Verwijder de afdekplaat voor de verlichting niet. Laat de LED-verlichting alleen
door de technici van Miele repareren en vervangen.
Pas op voor letsel door LED-verlichting.
Deze verlichting komt overeen met risicogroep RG2. Als de afdekplaat defect is, kan dat oogletsel veroorzaken.
Kijk niet direct van dichtbij met optische instrumenten (een loep of iets derge­lijks) in de verlichting als de afdekplaat voor de verlichting defect is.
Probleem Oorzaak en oplossing
De binnenverlichting werkt niet.
Het koelapparaat is niet ingeschakeld. Schakel het koelapparaat in.
De sabbatmodus is ingeschakeld: het display is zwart en het koelapparaat koelt.
Raak het zwarte display aan. In het display verschijnt .
Raak  aan. is oranje verlicht.
Raak in de instellingsmodus het symbool
aan.
Als de sabbatmodus uitgeschakeld is, brandt het symbool wit.
Wanneer de deur geopend wordt, gaat de verlichting na ongeveer 15minuten automatisch uit in verband met gevaar voor oververhitting. Is dit niet het geval, dan is er sprake van een storing.
Neem contact op met Miele.
79
Nuttige tips
Probleem Oorzaak en oplossing
De led-verlichting op één van de plateaus doet het niet.
De led-verlichting van alle plateaus doet het niet.
Het plateau ligt niet goed op de ribben. Controleer of het plateau goed op de ribben rust:
aan de linkervoorkant van het plateau en in de lin­kerribben bevinden zich metalen contacten waar­mee de led-verlichting van stroom wordt voorzien.
Schuif het plateau naar binnen en let erop dat het
hoorbaar vastklikt.
De led-verlichting van de roestvrijstalen lijst is defect. Vervang de roestvrijstalen lijst met led-verlichting.
Deze is verkrijgbaar bij Miele.
Er is vloeistof over de led-verlichting van een plateau of in de contactopeningen in de linkerribben ge­stroomd. De led-verlichting van alle plateaus wordt automa­tisch uitgeschakeld.
Veeg de lijst met led-verlichting af, maak ze droog
of laat ze buiten het koelapparaat drogen.
Let erop dat de contacten schoon en droog zijn,
voordat u de plateaus met verlichting naar binnen schuift.
Schuif het plateau naar binnen en let erop dat het
hoorbaar vastklikt.
Sluit de deur van het apparaat. Nadat u de deur opnieuw hebt geopend, doet de ver-
lichting het weer. Als dit niet de oorzaak was, is er sprake van een sto-
ring. Neem contact op met Miele.
80

Oorzaken van geluiden

Vaak voor­komende geluiden
Brrrrr ... Dit brommende geluid komt van de motor (compressor). Wan-
Blub, blub ... Deze klotsende, gorgelende of snorrende geluiden komen van
Klik ... Dit klikkende geluid is altijd te horen wanneer de thermostaat de
Knak ... Een knakkend geluid is hoorbaar wanneer materiaal in het appa-
Houdt u er rekening mee dat motor- en stromingsgeluiden in het koelsysteem niet te vermijden zijn!
Geluiden Oorzaak en oplossing
Klapperende, rammelende, kletterende geluiden
Waardoor worden ze veroorzaakt?
neer de motor aanslaat, klinkt dit geluid nog iets sterker.
de koelvloeistof die door de leidingen stroomt.
motor in- of uitschakelt.
raat uitzet.
Het apparaat staat niet waterpas. Zet het apparaat recht met be­hulp van een waterpas. Gebruik daarvoor de stelvoeten onder het koelapparaat.
Vanaf een inbouwnis van 140cm: schuif de meegeleverde stabi­lisatiestangen aan de onderkant van de bodem erin.
Uitneembare onderdelen zoals laden, rekken of plateaus wiebe­len of klemmen. Controleer de uitneembare onderdelen en ver­vang deze indien nodig.
Flessen, potten etc. komen tegen elkaar aan. Zet deze iets uit el­kaar.
81

Service

SN-ST
R600a:
XXXXXX
Nr. XX/ XXXXXXXXX.
XXX l
XXg

Contact bij storingen

Voor storingen die u niet zelf kunt ver­helpen, waarschuwt u uw Miele vakhan­delaar of Miele.
Een bezoek van een technicus kunt u online op www.miele.com/service boeken.
De contactgegevens van de afdeling klantcontacten van Miele vindt u ach­teraan in dit document.
Miele heeft de typeaanduiding en het serienummer nodig (Fabr./SN/Nr.). Bei­de gegevens vindt u op het typeplaatje.
Het typeplaatje vindt u in het apparaat.

Informatie over het apparaat weergeven

Deze gegevens vindt u in de instellings­modus onder Informatie (zie hoofd­stuk “Het wijzigen van instellingen”) of op het typeplaatje in de binnenruimte van het koelapparaat.

EPREL-databank

Vanaf 1maart2021 kunt u de informatie over energie-etikettering en de eisen in­zake ecologisch ontwerp in de Europe­se productendatabank (EPREL) terug­vinden. Via de volgende link https:// eprel.ec.europa.eu/ vindt u de produc­tendatabank. Hier wordt u gevraagd om de typeaanduiding in te voeren.
U vindt de typeaanduiding op het type­plaatje.

Garantie

De garantietermijn voor dit apparaat be­draagt 2 jaar.
Meer informatie over de garantievoor­waarden in uw land kunt u bij Miele ver­krijgen.
82
K 7374 D, K 7474 D, K 7674 E, K 7774 D
M.-Nr. 11 745 790 / 02nl – NL, BE
Loading...