Lees absoluut uw gebruiksaanwijzing voor
u het toestel installeert en in gebruik neemt.
Daardoor zorgt u voor uw eigen veiligheid
en vermijdt u schade aan uw toestel.
a Temperatuurregelknop
b Toets voor winterschakeling
met controlelampje
d Vriesvak
e Legplaat (glas of rooster)
c Lichtcontactschakelaar
h Boter- en kaasvak
i Eierrekje
f Gootje en afvoeropening voor het
dooiwater
g Fruit- en groentebakken
4
j Deurrekken
k Binnenverlichting
l Flessenrek
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu
Recycleerbare verpakking
De verpakking behoedt het toestel voor
transportschade. Er werd materiaal ge
kozen, dat door het milieu wordt verdra
gen en opnieuw kan worden benut.
Door de verpakking weer in kringloop
te brengen, wordt er grondstof ge
spaard en verkleint de afvalberg. Geef
deze stoffen dus niet met het gewone
vuilnis mee. Breng ze liever naar het
dichtstbijzijnde gemeentelijk container
park. Waar u dat vindt, komt u zeker bij
uw gemeentebestuur aan de weet.
-
Berging van uw oud toestel
Bij de aankoop van uw nieuw toestel
heeft u een bijdrage betaald. Die wordt
volledig gebruikt voor de toekomstige
recyclage van dat toestel. Dat bevat
trouwens nog waardevol materiaal.
Door te recycleren wordt er dan ook
minder verspild en vervuild.
Als u vragen heeft omtrent het afdan
ken van uw oud toestel, neem dan con
tact op met
de handelaar bij wie u het kocht
–
of
– de firma Recupel,
telefoon 02 706 86 10,
website: www.recupel.be
of
– uw gemeentebestuur als u uw toestel
naar een containerpark brengt.
Zorg er ook voor dat het toestel intussen kinderveilig wordt bewaard voor u
het laat wegbrengen. Hou dus rekening
met de gelijknamige rubriek in de "Op
merkingen omtrent uw veiligheid".
-
-
-
5
Opmerkingen omtrent uw veiligheid, waarschuwingen
ozonlaag. Het vergroot evenmin het
Dit toestel voldoet aan de voorge
schreven veiligheidsvoorschriften.
Bij ondeskundig gebruik kan de ge
bruiker gevaar lopen en het toestel
beschadigd worden.
Lees aandachtig uw gebruiksaanwij
zing voor u het toestel in gebruik
neemt. U vindt er belangrijke opmer
kingen omtrent het inbouwen, de
veiligheid, het gebruik en het onder
houd van het toestel. Zo beschermt
u zichzelf en vermijdt u schade aan
het apparaat.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing
zorgvuldig. Geef ze door aan wie
het toestel achteraf gebruikt.
Het toestel juist gebruiken
Gebruik dit toestel uitsluitend in het
huishouden. Het dient enerzijds om
levensmiddelen te koelen en te bewaren, anderszijds om diepvrieswaar te
bewaren, verse levensmiddelen in te
vriezen en consumptie-ijs te bereiden.
Alle andere toepassingen zijn ongeoor
loofd en misschien ook wel gevaarlijk.
De fabrikant kan niet aansprakelijk zijn
voor schade die werd veroorzaakt door
dat het toestel niet correct gebruikt of
verkeerd bediend werd.
Technische veiligheid
Dit toestel bevat het koelmiddel
isobutaan R600a. Dat is een na
tuurlijk gas dat heel weinig milieubelas
tend is. Het is evenwel brandbaar. Het
brengt echter geen schade toe aan de
-
broeikaseffect.
Door dit milieuvriendelijk koelmiddel toe
te passen maakt het toestel wel iets
meer lawaai. Naast het geluid dat de
compressor maakt, kan er in heel het
koelcircuit lawaai optreden. Deze ge
volgen zijn jammer genoeg niet te ver
mijden. Ze beïnvloeden echter niet het
vermogen van het toestel.
Bij het transport en opstellen van het
toestel dient u ervoor te zorgen dat er
geen onderdelen van het koelmiddelcir
cuit worden beschadigd. Wegspattend
koelmiddel kan oogletsels veroorzaken!
Is er toch schade opgetreden,
– vermijd dan open vuur of vonken,
– trek de stekker uit het stopcontact,
– laat het vertrek waar het toestel staat,
enkele minuten doorluchten
– en verwittig de Technische Dienst.
Hoe meer koelmiddel het toestel
bevat, hoe groter het vertrek moet
zijn, waar het opgesteld wordt. Treedt
er eventueel een lek op, dan kan er in
te kleine vertrekken een brandbaar
gas-luchtmengsel worden gevormd.
-
Per 8 g koelmiddel dient het vertrek
minstens 1 m
koelmiddel het toestel bevat, vindt u op
-
het typeplaatje aan de binnenzijde.
Vergelijk voor het aansluiten van
het toestel beslist de aansluitgege
vens op het typeplaatje met de
gegevens van uw huisinstallatie. Het
gaat hier over de spanning en de fre
quentie. Deze gegevens moeten abso
luut overeenstemmen om schade aan
uw toestel te vermijden. Vraag bij twijfel
inlichtingen aan uw installateur.
3
ruim te zijn. Hoeveel
-
-
-
-
-
-
6
Opmerkingen omtrent uw veiligheid, waarschuwingen
De elektrische veiligheid van dit
toestel wordt enkel gewaarborgd
indien het op een aardsysteem is aan
gesloten, dat volgens de voorschriften
werd geïnstalleerd. Het is heel belang
rijk dat deze fundamentele veiligheids
voorziening voorhanden is. Laat uw in
stallatie bij twijfel door een vakman
nakijken.
De fabrikant kan niet aansprakelijk zijn
voor schade die werd veroorzaakt door
dat de aardleiding onderbroken was of
gewoon ontbrak. Er zijn dan ook elektri
sche schokken mogelijk.
Het toestel kan enkel veilig werken
indien u het volgens de gebruiksaanwijzing monteert en aansluit.
Indien u dit toestel niet op een vas-
te plaats inbouwt en monteert, bv.
op een schip, laat dit karwei dan enkel
uitvoeren door vakmensen. Die moeten
ervoor zorgen dat u het toestel veilig
kan gebruiken.
Installatiewerk en herstellingen
mag u enkel door erkende vak
mensen laten uitvoeren. Door ondes
kundige installaties of reparaties kun
nen er niet te onderschatten risico’s op
duiken voor wie het toestel gebruikt.
Daarvoor is de fabrikant niet aanspra
kelijk.
Het toestel is pas stroomloos
indien aan een van de volgende
voorwaarden is voldaan:
–
u hebt de stekker van het toestel uit
het stopcontact getrokken.
Trek niet aan het snoer, wel aan de
stekker om het toestel stroomloos te
maken.
-
-
-
-
u hebt de smeltveiligheden van de
–
huisinstallatie uitgeschakeld.
-
-
-
-
Gebruik om het toestel op het
stroomnet aan te sluiten, geen ver
lengsnoeren. Die waarborgen niet de
nodige veiligheid. Er is risico op over
verhitting.
Gebruik
-
-
-
Raak de diepvrieswaar niet met
natte handen aan. Uw handen kun
nen eraan vastvriezen. U kan kwetsuren
oplopen!
Steek ijsblokjes en frisco’s, vooral
ijslolly’s, nooit meteen in de mond
nadat u die uit de diepvriezer hebt genomen. Door de zeer lage temperatuur
kunnen uw lippen of uw tong vastvriezen. U kan letsels oplopen!
Vries gedeeltelijk of volledig ont-
dooide levensmiddelen niet terug
in. Verbruik die zo vlug mogelijk.
De levensmiddelen boeten immers aan
voedingswaarde in en bederven. Zo u
ze kookt of braadt, kan u die levens
middelen opnieuw invriezen.
Bewaar in uw toestel geen explo
sieve stoffen. Zodra de thermostaat
inschakelt, kunnen er dan vonken ont
staan. Die kunnen bepaalde vonkge
voelige mengelingen doen ontploffen.
Alcohol met hoog gehalte mag u
enkel goed afgesloten en rechtop
in het koelzone bewaren. Er is anders
explosiegevaar!
-
-
-
-
-
-
-
7
Opmerkingen omtrent uw veiligheid, waarschuwingen
Bewaar in uw vriesvak geen blikjes
of flessen met koolzuurhoudende
drank of met vloeistof die kan bevrie
zen. De blikjes of flessen kunnen
stukspringen. U kan letsels oplopen en
er is risico op schade!
Neem flessen die u in de vriesvak
legt om snel te koelen, uiterlijk na
een uur weer uit. De flessen kunnen
stukspringen. Er is risico’s op lichame
lijk letsel en op schade!
Zo u te lang bewaarde levensmid
delen eet, loopt u het risico van
voedselvergiftiging.
De bewaarduur hangt van heel wat factoren af. Onder meer van de mate
waarin de levensmiddelen vers en degelijk zijn, maar ook van de bewaartemperatuur. Hou de bewaartips en de opgegeven bewaarduur van de voedselfabrikanten in acht!
Gebruik geen spitse noch scherpe
voorwerpen om
–
rijm- en ijslagen te verwijderen,
–
aangevroren ijsblokjesschalen en
diepvrieswaar los te maken.
-
-
-
Behandel de deurdichting niet met
olie of vet. Anders wordt die op de
duur poreus.
Dek de ventilatieroosters van het
toestel niet af. Anders is er geen
onberispelijke luchttoevoer meer ge
waarborgd. Het stroomverbruik stijgt en
er kan schade optreden aan bepaalde
onderdelen.
Dit toestel is geschikt voor een be
paalde klimaatklasse of categorie
van omgevingstemperatuur. Die tempe
ratuur dient binnen zekere grenzen te
blijven. De klimaatklasse vindt u terug
op het typeplaatje binnen in het toestel.
Door te lage kamertemperaturen blijft
de compressor te lang stilstaan. Daardoor kan het toestel de noodzakelijke
temperatuur niet bieden.
Gebruik om uw toestel te ontdooien
en schoon te maken in geen geval
een toestel met stoom onder druk.
De stoom kan onderdelen aanraken,
die onder spanning staan. Zo kan er
kortsluiting optreden.
-
-
-
Zo beschadigt u de vriesplaten en raakt
het toestel volledig defect.
Zet nooit elektrische verwarmings
apparaten en kaarsen in het toe
stel. Anders loopt de kunststof schade
op.
Gebruik nooit ontdooisprays of
ijsverwijderende middelen. Die
kunnen explosieve gassen vormen, die
oplosmiddel of drijfgas bevatten of uw
gezondheid kunnen schaden.
8
-
-
Opmerkingen omtrent uw veiligheid, waarschuwingen
Uw oud toestel afdanken
Verniel het slot van uw oude koel
kast of diepvriezer wanneer u die
buiten gebruik stelt. Zo vermijdt u dat
spelende kinderen zich in het toestel
opsluiten en in levensgevaar komen.
Maak oude toestellen onbruikbaar.
Trek de stekker uit het stopcontact
en knip het aansluitsnoer door.
Zorg dat u geen onderdelen van
het koelcircuit beschadigt, b.v.
door:
de koelmiddelkanaaltjes van de ver
–
damper open te steken,
– de buisleidingen af te knikken of
– oppervlakbekledingen af te krabben.
Wegspuitend koelmiddel kan oogletsels
tot gevolg hebben.
-
De fabrikant is niet aansprakelijk
voor schade die werd veroorzaakt
doordat de veiligheidsbepalingen en
waarschuwingen niet in acht werden
genomen.
-
9
Het toestel in- en uitschakelen
Voor het eerste gebruik
Maak de binnenruimte en het toebe
^
horen schoon. Gebruik daar lauw wa
ter voor en wrijf daarna alles met een
doek droog.
Laat het toestel na het transport
zowat een (half) uur staan voor u het
aansluit. Dat is van groot belang
voor de goede werking achteraf!
-
Het toestel inschakelen
Draai de temperatuurregelknop van
^
de stand "0" weg.
Het toestel begint te koelen en het licht
in de koelruimte gaat aan telkens als de
toesteldeur opengaat.
Hoe hoger het getal op de regelknop,
hoe lager de temperatuur in het toestel.
Het toestel uitschakelen
^ Draai de temperatuurregelknop van
"1" naar de stand "0".
Bij langdurige afwezigheid
Zo u het toestel lange tijd niet gebruikt:
schakel het toestel uit,
^
trek de stekker uit het stopcontact,
^
laat het vriesvak ontdooien,
^
maak het toestel schoon,
^
laat de toesteldeuren op een kier om
^
reukhinder tegen te gaan.
Werd het toestel bij langdurige afwe
zigheid uitgeschakeld, maar niet
schoongemaakt? In zo’n geval is er
risico van schimmelvorming zo de
toesteldeur gesloten blijft.
-
De koeling en de verlichting worden uit
geschakeld.
10
-
De juiste temperatuur
Voor het bewaren van levensmiddelen
is het van groot belang de juiste tempe
ratuur in te stellen. Door micro-organis
men bederft eetwaar namelijk gauw.
Door een juiste bewaartemperatuur kan
dat proces evenwel worden vermeden
of vertraagd. De temperatuur heeft in
vloed op de snelheid waarmee de mi
cro-organismen aangroeien. Hoe lager
de temperatuur, hoe trager dat proces.
De temperatur in het toestel loopt op
naarmate
u de toesteldeur vaker opent en
–
langer laat openstaan,
– u meer eetwaar in het toestel be-
waart,
– de vers geplaatste eetwaar warm is,
– de omgevingstemperatuur rond het
toestel hoger ligt.
Dit toestel is geschikt voor een be-
paalde klimaatklasse of categorie
van omgevingstemperatuur. Die tem-
peratuur dient binnen zekere gren-
zen te blijven.
-
-
. . . in de koelkast
Wij bevelen een koeltemperatuur van
5 °C in het midden van het toestel aan.
Wenst u de koeltemperatuur eens te
controleren?
Neem het volgende in acht:
gewone bad- en andere huisthermo
–
meters meten gewoonlijk heel on
nauwkeurig. Gebruik bij voorkeur een
elektronisch meettoestel.
Meet niet de luchttemperatuur in het
–
toestel. Daarmee weet u nog niets
over de temperatuur in de levens
middelen.
Tijdens het meten doet u de koelkast
deur zo weinig mogelijk open. Anders
stroomt er telkens warme lucht naar
binnen.
. . . in het vriesvak
Om verse levensmiddelen in te vriezen
en eetwaar lange tijd te bewaren, is er
een temperatuur van -18 °C nodig. Bij
deze temperatuur wordt de aangroei
van micro-organismen verregaand
stopgezet. Zodra de temperatuur boven de -10 °C stijgt, wordt de diepvrieswaar door de microorganismen aangetast en kan die niet meer zo lang wor
den bewaard. Daarom mag u gedeelte
lijk of volledig ontdooide spijzen pas
weer invriezen nadat u ze gekookt of
gebraden hebt. Door de hoge tempera
tuur worden de meeste micro-organis
men immers vernietigd.
-
-
-
-
-
-
-
-
^
Zet een glas water met een thermo
meter erin in het midden van het toe
stel.
Na ca. 24 uur kan u de - bij benadering
gemeten - koeltemperatuur in uw toe
stel aflezen.
-
-
-
11
De juiste temperatuur
De temperatuur instellen
De temperatuur kan u met de tempera
tuurregelknop instellen.
Draai de temperatuurregelknop in
^
een stand tussen 1 en 7.
Hoe hoger de stand, hoe lager de tem
peratuur in het toestel.
Aanbevolen wordt een stand ergens in
het midden.
Als u in het vriesvak diepvries bewaart
en de vereiste lage temperatuur dient
te worden gevrijwaard, stelt u het best
een stand van 4 tot 7 in.
Kies deze stand eveneens als u de toesteldeur vaak opent, heel wat eetwaar
in de koelruimte zet of als de omgevingstemperatuur hoog ligt.
-
-
12
Winterschakeling
Bij lage kamertemperaturen onder of
gelijk aan 18 °C kan het in het vriesvak
te warm worden. De compressor slaat
namelijk minder vaak aan omdat de ka
mertemperatuur laag ligt. Het is moge
lijk dat de diepvrieswaar gaat ontdooi
en. Met de winterschakeling kan dit
worden tegengegaan.
De winterschakeling aanzetten
^ Druk op de toets voor de winterscha-
keling zodat het controlelampje aangaat.
De compressor wordt nu vaker in werking gezet. Daardoor zakt de temperatuur in het vriesvak zodat de vereiste
vriestemperatuur gewaarborgd is.
-
De winterschakeling uitzetten
Zodra de kamertemperatuur warmer
is dan 18 °C, dient u de winterschake
ling uit te zetten. Anders verspilt het
toestel stroom. Het vriesvak wordt dan
via de temperatuurregelknop voldoen
de gekoeld.
Druk op de toets voor de winterscha
^
keling zodat het controlelampje uit
gaat.
Het toestel koelt nu weer met zijn nor
male vermogen.
-
-
-
-
-
13
De koelruimte goed benutten
Verschillende koudezones
Wegens de natuurlijke luchtcirculatie
komen er in de koelruimte verschillende
temperaturen aan bod. Koude, zware
lucht zakt naar onderen in het toestel.
Benut deze temperatuurverschillen bij
het schikken van levensmiddelen!
De koudste zone in de koelruimte
Bewaar in uw toestel geen explosie
ve stoffen noch producten met
brandbaar drijfgas (bv. spraybus
sen). Explosiegevaar!
Alcohol met hoog gehalte mag u en
kel goed afgesloten en rechtop in
het toestel bewaren.
-
-
-
De koudste zone in de koelruimte be
vindt zich direct boven de groentebak
ken.
Benut deze zone voor al uw delicate en
gauw aan bederf onderhevige levensmiddelen. Enkele voorbeelden:
– vis, vlees en gevogelte,
– worst en kant-en-klaargerechten,
– eier- of roomgerechten en dito ge-
bak,
– vers deeg, taart-, pizza- en quiche-
deeg,
–
kaas en andere producten van rauwe
melk,
–
in folie verpakte kant-en-klare groen
ten en alle verse levensmiddelen
waarvan de minimumbewaarduur
een bewaartemperatuur van min
stens 4 °C vergt.
De warmste zone in de koelruimte
-
-
Bewaar tafelolie liever niet in de
-
deur van de koelkast. Eventueel ge
morste olie kan op de duur scheur
tjes veroorzaken in de kunststof.
Laat de eetwaar de rugwand van het
toestel niet raken. Anders kan die eraan vriezen.
Levensmiddelen die niet
geschikt zijn om te koelen
Niet alle levensmiddelen zijn geschikt
om in de koelkast te worden bewaard.
Dat is onder meer het geval voor:
–
groente en fruit dat gevoelig is voor
koude. Bv. bananen, avocado’s,
-
papaja’s, passievruchten, aubergi
nes, paprika’s, tomaten en augurken.
–
fruit dat nog moet narijpen.
–
aardappelen.
–
harde kaas (parmezaan)
-
-
-
De warmste zone vindt u helemaal bo
ven aan de deur. Gebruik deze zone
om boter te bewaren, die smeerbaar
moet blijven. U kan daar ook kaas leg
gen zodat het aroma wordt bewaard.
14
-
-
De koelruimte goed benutten
De levensmiddelen juist
bewaren
Bewaar de levensmiddelen enkel ver
pakt en goed gesloten. Daarmee ver
mijdt u dat ze geur van de eetwaar er
naast opnemen, dat ze uitdrogen en
eventueel aanwezige bacteriën over
dragen. Als u de temperatuur juist in
stelt en hygiënisch te werk gaat, wordt
de toename van bacteriën, als bv.
salmonella, vertraagd.
Groente en fruit
Groente en fruit kan u onverpakt in de
groentebakken bewaren. Denk erom
dat sommige groentesoorten een natuurlijk gas afgeven, dat verouderingsprocessen versnelt. Sommige fruit- en
groentesoorten reageren op dit natuurlijk gas heel gevoelig. Daarom mag u
niet om het even welke fruit- en groentesoort samen in dezelfde bak bewaren.
-
-
-
-
Tips om stroom te sparen
Zo u de toesteldeur vaak en lang
–
opendoet, stijgt de temperatuur in
het toestel. De compressor dient dan
-
langer te draaien om de koele tem
peratuur in het toestel op peil te hou
den. Doe de toesteldeur dus enkel
open als dat nodig is en hou ze niet
te lang open.
Door lang in het toestel te zoeken
–
wegens gebrek aan orde gaat de
temperatuur eveneens stijgen.
Warme spijs en drank laat u het best
–
eerst afkoelen voor u die in het toestel plaatst.
– Pak de eetwaar niet te dicht op el-
kaar. Dan kan er lucht circuleren tussen de verschillende levensmiddelen.
-
-
Voorbeelden voor fruit dat veel na
tuurlijk gas afgeeft:
appels, aprikozen, peren, nectarines,
perziken, pruimen, avocado’s en vijgen.
Voorbeelden van groente die erg ge
voelig reageert op natuurlijk gas af
komstig van andere groente en van
fruit:
De legroosters en -platen kan u volgens
de hoogte van de recipiënten ver
plaatsen.
Trek het rooster / de plaat tot aan de
^
aanslag naar voren en til het / hem
vooraan op om het / hem uit te ne
men.
Zet het legrooster / legplaat er met
^
de achterste opstaande rand naar
boven toe op de gewenste plaats
weer in.
Die opstaande rand dient naar boven
te wijzen opdat de eetwaar de rugwand niet aanraakt noch eraan vastvriest.
-
-
Legrooster / -plaat in 2 delen
(naar gelang van het model)
Glazen legplaat
Deur- en flessenrekken
verplaatsen
Schuif het rek naar boven toe en
^
neem het er naar voren uit.
Zet het rek er naar believen weer er
^
gens in. Druk het juist en stevig op
de nokken.
-
De flessenhouder verschuiven
De flessenhouder kan u naar links of
rechts verschuiven. Daardoor hebben
de flessen bij het openen en sluiten van
de toesteldeur meer houvast.
Om hoge recipiënten te plaatsen, is er
een legplaat in 2 delen. Daarvan kan u
het voorste deel uitnemen. Zo kan u op
de legplaat eronder hogere recipiënten
plaatsen.
Legrooster
Om hoge recipiënten te plaatsen, is er
een legrooster waarbij u een klein ge
deelte opzij kan opklappen.
16
-
Diepvries bewaren en levensmiddelen invriezen
Het vriesvakje gebruiken
Gebruik het vriesvak om
diepvries te bewaren,
–
ijsblokjes en roomijs te maken,
–
zelf kleine hoeveelheden levensmid
–
delen in te vriezen.
Diepvrieswaar bewaren
Zo u kant-en-klare diepvrieswaar in het
toestel legt, controleer dan reeds bij de
aanschaf
of de verpakking niet beschadigd is,
–
– tot wanneer het product houdbaar is
– en hoe laag de koeltemperatuur in
de winkeltoog is. Ligt die hoger dan
-18 °C, dan is de diepvrieswaar niet
zo lang houdbaar.
^ Koop uw diepvrieswaar op het einde
van uw boodschappen. Bewaar hem
in krantenpapier of een koeltas.
^
Leg de gekochte diepvrieswaar met
een in uw toestel.
Vries gedeeltelijk of volledig ont
dooide levensmiddelen niet terug in.
Zo u ze kookt of braadt, kan u die le
vensmiddelen opnieuw invriezen.
-
Zelf levensmiddelen invriezen
Gebruik enkel verse en onberispelijke
levensmiddelen om in te vriezen!
Hou hiermee rekening bij het
invriezen:
Zijn geschikt om in te vriezen:
–
vers vlees, gevogelte, wild, vis,
groente, kruiden, rauw fruit, zuivel,
gebak, spijsresten, eigeel, eiwit en
heel wat kant- en klaargerechten.
Niet geschikt om in te vriezen:
–
druiven, kropsla, radijsjes, ramme
nas, zure room, mayonaise, eieren in
hun schaal, uien, ongeschilde rauwe
appelen en peren.
– Om kleur, smaak, aroma en vitami-
nen C te bewaren, dient u fruit en
groente voor het invriezen te blancheren. Doe de groente per portie 2
à 3 minuten in kokend water. Daarna
uitnemen en vlug in koud water afkoelen. Laat de groente uitdruppen.
-
–
Mager vlees is beter geschikt om in
te vriezen dan vet. Het kan trouwens
veel langer worden bewaard.
–
Leg tussen koteletten, biefstuk,
-
vleeslapjes e.d. telkens plastic folie.
Zo vermijdt u dat de porties aaneen
vriezen.
-
-
–
Rauwe levensmiddelen en geblan
cheerde groente mag u voor het in
vriezen niet kruiden of zouten. Klaar
gemaakte spijzen kruidt of zout u
maar lichtjes. Sommige kruiden ver
anderen immers van smaakintensiteit
bij het invriezen.
-
-
-
-
17
Diepvries bewaren en levensmiddelen invriezen
Laat warme spijs en drank eerst bui
–
ten het toestel afkoelen. Anders
wordt reeds ingevroren eetwaar even
ontdooid. Dit leidt bovendien tot een
hoger stroomverbruik.
Verpakken
Vries de eetwaar per portie in.
^
Geschikte verpakking
- kunststoffolie
- zakjes van polyethyleen
- aluminiumfolie
- diepvriesdozen
Ongeschikte verpakking
- inpakpapier
- perkamentpapier
- cellofaan
- vuilniszakken
- gebruikte boodschapzakjes
^ Druk de lucht uit de verpakking.
^ Sluit de verpakking af met
- elastiekjes,
- kunststofklemmen,
- touwtjes of
- koudebestendige plakband.
Polyethyleen zakjes kan u ook met
een lastoestel dichtmaken.
^
Plak op de verpakking een etiket met
inhoud en invriesdatum erop.
Voor u de diepvrieswaar schikt
Druk op de toets voor de winterscha
^
keling tot het controlelampje aangaat.
De temperatuur in de vrieszone daalt.
Daardoor krijgt de reeds bewaarde
diepvrieswaar wat koudereserve.
Diepvrieswaar schikken
Leg de levensmiddelen op hun brede
^
zijde op de bodem van de vrieszone,
opdat ze zo vlug mogelijk tot in de
kern bevroren geraken.
Leg de pakjes er droog in. Anders
^
vriezen ze aan elkaar.
Levensmiddelen die u er pas inlegt,
mogen niet in aanraking komen met
reeds ingevroren eetwaar. Anders
gaat die lichtjes ontdooien.
Diepvries ontdooien
Diepvries kan u ontdooien
– in uw microgolfoven,
–
in uw oven met de verwarmingssoort
"Hete lucht" of "Ontdooien",
–
op kamertemperatuur,
–
in uw koelkast.
Platte stukken vlees en vis kan u in
een hete pan doen zodra ze lichtjes
ontdooid zijn.
-
18
Fruit kan u op kamertemperatuur zowel
in de verpakking als in een schotel met
deksel ontdooien.
Diepvries bewaren en levensmiddelen invriezen
Ingevroren groente kan u in kokend
water doen of in heet vet stoven. De
kooktijd valt dan wat korter uit dan bij
verse groente.
Vries gedeeltelijk of volledig ont
dooide levensmiddelen niet terug in.
Zo u ze kookt of braadt, kan dat wel.
-
IJsblokjes maken
^ Druk de sluitbout naar onder en vul
de ijsblokjesschaal met water. Het
overtollige water loopt via de afvoeropening over.
^ Druk de sluitbout nu naar boven om
het schaaltje af te sluiten. Zet het
schaaltje op de bodem van de
vrieszone.
^
Gebruik om de vastgevroren ijs
schaal los te maken een stomp voor
werp, b.v. een lepelsteel.
-
-
^
De ijsblokjes komen vlotter los uit de
schaal als u die even onder stromend
water houdt.
Drank snel koelen
Als u flessen met drank snel koelt, haal
die dan uiterlijk na 1 uur weer uit het
vriesvak. Anders springen ze stuk!
19
Ontdooien
Koelzone
Terwijl de compressor draait, kunnen er
zich tegen de rugwand van de koelzo
ne rijm en waterdruppels vormen. Die
hoeft u niet te verwijderen. De koelzone
ontdooit immers automatisch.
Het dooiwater loopt via een geultje en
een afvoerbuisje naar de verdamper
aan de achterzijde van het toestel.
Zorg ervoor dat het dooiwater altijd
ongehinderd kan wegvloeien. Hou
het afvoergeultje en -buisje proper.
Vriesvak
Het vriesvak ontdooit niet automatisch.
De ingevroren levensmiddelen mogen
immers niet ontdooien.
Door het normale gebruik ontstaat er op
de duur rijm en ijs in het vriesvak. Daar
door verslecht de koude-afgifte en ver
hoogt het stroomverbruik.
Krab de rijm- of ijslaag niet weg. U
kan anders de verdamper bescha
digen. Dan werkt uw toestel niet
meer.
Ontdooi het toestel zo nu en dan. Zo er
reeds een ca. 5 mm dikke ijslaag werd
gevormd, dient u dat zeker te doen.
Kies een tijdstip waarop er weinig of
geen diepvrieswaar in het toestel ligt.
Voor u het toestel ontdooit
^ Neem de diepvrieswaar uit en wikkel
die in verschillende lagen krantenpapier of dekens.
-
-
-
20
^
Bewaar de diepvrieswaar op een
koele plaats tot het toestel weer klaar
is voor gebruik.
Ontdooien
Om te ontdooien
Ga bij het ontdooien vlug te werk.
Hoe langer de diepvrieswaar op ka
mertemperatuur blijft liggen, hoe
korter de bewaarduur ervan wordt.
Schakel het toestel uit.
^
Laat de deur van de vriesvak open.
^
Neem het dooiwater met een spons
^
op.
Om het ontdooien te versnellen: zet een
kommetje heet (geen kokend) water op
een onderzetter in het vriesvak. Laat de
deur dicht om de warmte binnen te
houden.
Zet nooit elektrische verwarmingsapparaten noch kaarsen in het toestel. Anders wordt de kunststof beschadigd.
Gebruik geen ontdooisprays noch
ijsverwijderende middelen. Die kunnen explosieve gassen vormen,
maar ook oplosmiddel of drijfgas be
vatten, dat de kunststof aantast of
schadelijk is voor de gezondheid.
-
-
Na het ontdooien
Maak het toestel schoon en droog. Er
^
mag geen water van de schoonmaak
in het afvoerbuisje voor het dooiwater
terechtkomen.
Schakel het toestel in.
^
Leg de diepvrieswaar weer in het
^
vriesvak.
21
Schoonmaken
Gebruik nooit reinigingsmiddel met
zand, schurend middel, soda of
zuur, noch chemisch oplosmiddel.
Ongeschikt zijn ook zogenaamde
"schuurmiddelvrije" schuurmiddelen.
Die doen matte plekken opduiken.
Let erop dat er geen water terecht
komt in de temperatuurregelknop
noch in de verlichting.
Door het afvoergaatje voor het dooi
water mag u geen sop laten lopen.
Gebruik nooit stoomreinigers. De
stoom kan toestelonderdelen aanraken, die onder spanning staan. Er
kan dan kortsluiting optreden.
Het typeplaatje binnen in het toestel
mag u niet verwijderen. Bij een
eventuele storing heeft de Technische Dienst dat nodig!
Voor het schoonmaken
^
Schakel het toestel uit door de tem
peratuurregelknop op "0" te draaien.
^
Neem de eetwaar uit het toestel en
bewaar die op een koele plaats.
^
Laat het vriesvak ontdooien.
^
Neem alle onderdelen die u kan uit
nemen, uit om ze schoon te maken.
Buitenwanden, binnenruimte,
toebehoren
Om die schoon te maken gebruikt u het
best lauw water met wat afwasmiddel.
Was alle onderdelen met de hand af,
niet in de vaatwasser. Het botervlootje
kan u wel in de afwasautomaat zetten.
-
-
Maak de koelzone minstens eens per
^
maand schoon. Het vriesvak telkens
na het ontdooien.
Maak het geultje voor het dooiwater
^
alsook het afvoerbuisje vaker schoon
met een staafje. Zo kan het dooiwater
steeds ongehinderd weglopen.
^ Spoel de buitenwanden, binnenruim-
ten en het toebehoren daarna met
helder water af. Wrijf alles met een
doek droog. Laat de toesteldeur even
openstaan.
Ventilatieroosters
^ Maak de ventilatieroosters geregeld
met een kwast of stofzuiger schoon.
Hoe meer stof erop ligt, hoe meer
-
stroom het toestel verbruikt.
Deurdichting
Behandel de deurdichting nooit met
olie of vet. Die wordt anders na ver
-
loop van tijd poreus.
^
Maak de deurdichting geregeld met
helder water schoon. Wrijf ze nadien
met een doek goed droog.
-
22
Achterzijde - metalen rooster
Stof het metalen rooster op de rugzij
^
de van het toestel (warmtewisselaar)
minstens eens per jaar af. Hoe meer
stof, hoe hoger het stroomverbruik!
Zorg er bij het schoonmaken van het
metalen rooster voor dat u geen
snoeren of andere onderdelen af
trekt, knikt of beschadigt.
-
Na het schoonmaken
Plaats alle onderdelen weer in het
^
toestel.
^ Schakel het toestel in met de tempe-
ratuurregelknop.
^ Zet de levensmiddelen weer in het
toestel en sluit de toesteldeuren.
Schoonmaken
-
23
Wat gedaan als ...?
Herstellingen aan elektrische toe
stellen mogen enkel en alleen door
een vakman worden uitgevoerd.
Door ondeskundige reparaties kun
nen er ernstige risico’s opduiken
voor wie het toestel gebruikt.
Volgende storingen kunt u echter zelf
verhelpen:
-
. . . het toestel niet koelt?
Zie na of de temperatuurregelknop
^
op een andere stand staat als "0".
-
Zit de stekker van het toestel wel ste
^
vig in het stopcontact?
Zijn de smeltstoppen van uw huisin
^
stallatie niet uitgevallen? Zo dat het
geval is, doe dan een beroep op de
Technische Dienst van Miele.
-
-
Wat gedaan als . . .
. . . er na het inschakelen van het toe
stel, vooral na het eerste gebruik, on
gewone geluiden waar te nemen
zijn?
Schakel het toestel eerst uit om na te
gaan wat volgt:
^ Staat het toestel stevig en waterpas ?
^ Gaan de meubels naast het toestel
niet trillen als de compressor draait?
^ Kunnen alle onderdelen aan de ach-
terzijde van het toestel vrij bewegen?
^
Hebt u de snoerhouder van de rugzij
de verwijderd? Die kan anders trilge
luiden teweegbrengen.
^
Zitten de uitneembare onderdelen
juist in het toestel?
^
Kunnen flessen of recipiënten elkaar
niet raken?
Bedenk wel dat motor- en stromingsla
waai in het koudecircuit niet te ver
mijden valt.
-
. . . de temperatuur in de koelzone te
koud is?
-
-
Zet de temperatuurregelknop op een
^
kleiner getal.
^ Is het vriesvakdeurtje goed dicht?
^ Werd er een grote hoeveelheid eet-
waar tegelijk ingevroren?
Daar de compressor dan heel lang
draait, zakt de temperatuur in de
koelzone automatisch. Daarom vriest
u bij voorkeur nooit meer dan 2 kg
eetwaar tegelijkertijd in.
^
Is de winterschakeling niet ingescha
-
keld?
-
. . . de compressor vaker en langer in
geschakeld wordt?
^
Zijn de ventilatieroosters niet geblok
keerd of zitten ze niet onder het stof?
^
Zit het metalen rooster (warmtewisse
-
laar) op de rugzijde van het toestel
niet onder het stof?
-
-
-
-
24
Wat gedaan als ...?
De toesteldeur en het deurtje van het
^
vriesvak werden vaak geopend.
Er werden veel verse levensmiddelen
^
ingevroren.
Kunnen de toesteldeuren wel goed
^
dicht?
Kijk eens na of er in het vriesvak
^
geen dikke laag rijm zit. Is dat zo,
laat het toestel dan ontdooien.
. . . de diepvrieswaar ontdooit omdat
het in het vriesvak te warm is?
Is de kamertemperatuur waarvoor uw
^
toestel voorzien is, niet onder die opgegeven temperatuur gezakt?
Verhoog de kamertemperatuur of zet
de winterschakeling aan.
De compressor springt niet zo vaak in
gang indien de kamertemperatuur te
laag is. Dan kan het in het vriesvak ook
te warm worden.
. . . de diepvrieswaar vastgevroren
is?
^
Maak de diepvrieswaar los met een
stomp voorwerp, bv. een lepelsteel.
. . . de binnenverlichting in de koelzo
ne niet meer werkt?
Misschien klemt de lichtcontactscha
^
kelaar.
Staat de temperatuurregelknop op
^
een andere stand dan ‘0’?
Zo ja, dan is het lampje defect:
Trek de stekker uit het stopcontact of
^
schakel de overeenkomstige smelt
stoppen uit.
^ Grijp langs achter in het lampdeksel.
Duw het deksel opzij omhoog a en
trek het deksel weg b.
^ Vervang het lampje. Gegevens:
220 – 240 V, max. 15 W, fitting E 14
^
Schuif het lampdeksel op zijn plaats
tot u een klik hoort.
-
-
-
. . . er zich in het vriesvak een dikke
ijslaag gevormd heeft?
^
Kan de deur van het vriesvak goed
dicht?
^
Ontdooi het vriesvak en maak het
schoon.
Dikke lagen ijs beperken het koelver
mogen. Dan stijgt ook het stroomver
bruik.
-
-
25
Wat gedaan als ...?
. . . de bodem van de koelzone nat is?
Het afvoergaatje voor het dooiwater is
verstopt.
Maak het afvoergeultje en -buisje
^
voor het dooiwater schoon.
Kan u de storing aan de hand van
deze aanwijzingen niet ongedaan
maken? Doe dan een beroep op de
Technische Dienst van Miele.
Maak de toesteldeuren bij voorkeur
niet open tot de storing werd verhol
pen. Zo beperkt u koudeverlies.
-
26
Technische dienst
Neem in geval van storingen die u zelf
niet kan verhelpen, contact op met
uw Miele-handelaar
^
of
de Technische Dienst van Miele.
^
Het adres en de telefoonnummers van
onze Technische Dienst vindt u op de
rugzijde van deze gebruiksaanwijzing.
Wanneer u daar een beroep op doet,
geef dan a.u.b. altijd het type- en het
machinenummer van uw toestel op.
Deze gegevens vindt u op het type
plaatje binnen in het toestel.
-
27
Elektrische aansluiting
Dit toestel wordt aansluitklaar geleverd,
is dus voorzien van snoer en stekker.
Het apparaat is geschikt om te worden
aangesloten op eenfasige stroom
220 - 240 V, 50 Hz. Dit toestel mag en
kel op een degelijk geaard stopcontact
worden aangesloten.
Om de veiligheid te verhogen, verdient
het aanbeveling een verliesstroomscha
kelaar met een uitschakelstroom van
30 mA voor het toestel te schakelen.
U dient smeltveiligheden van 10 A te
voorzien.
Plaats het stopcontact naast of vlakbij
het toestel. Dat dient vlot toegankelijk te
zijn.
Gebruik geen verlengsnoeren om het
toestel op het stroomnet aan te sluiten.
Die waarborgen niet de nodige veiligheid. Er is risico van oververhitting.
-
-
Dient het aansluitsnoer te worden vervangen, dan mag dat enkel worden uitgevoerd door een erkend elektricien.
28
Zet boven op het toestel geen appa
raten die warmte afgeven, bv.
broodroosters of microgolfovens. Er
wordt dan meer stroom verbruikt!
Plaats van opstelling
Kies geen plaats vlak naast een fornuis,
een radiator of bij een venster vlak in
de zon. Hoe hoger de kamertempera
tuur oploopt, hoe langer de compressor
draait en hoe meer stroom er wordt ver
bruikt. Geschikt is een droog, goed
verlucht vertrek.
Klimaatklasse
Dit toestel is geschikt voor een bepaalde klimaatklasse of categorie van
omgevingstemperatuur. Die temperatuur dient binnen zekere grenzen te blijven. De klimaatklasse vindt u terug op
het typeplaatje binnen in het toestel.
-
Opstellen
Ventilatie
Tegen de rugzijde van het toestel wordt
de lucht verwarmd. Daarom mag u de
ventilatieroosters niet afdekken. Dan
blijft een onberispelijke ventilatie ge
waarborgd.
Stof de ventilatieroosters ook geregeld
af.
De handgreep bevestigen
Als u de deurscharnieren niet van kant
hoeft te verwisselen, schroeft u nu de
handgreep op de toesteldeur.
-
KlimaatklasseKamertemperatuur
SN
N
ST
T
+10 °C tot +32 °C
+16 °C tot +32 °C
+18 °C tot +38 °C
+18 °C tot +43 °C
Door te lage kamertemperaturen blijft
de compressor te lang stilstaan. Daar
door kan het toestel de noodzakelijke
temperatuur niet bieden. De diepvries
waar kan eventueel ontdooien!
^
Schroef de greep a met de schroe
-
ven b in de gaatjes van de deur.
-
-
29
Opstellen
Het toestel opstellen
Verwijder eerst de snoerhouders van
^
de achterzijde van het toestel.
Zie na of alle onderdelen aan de ach
^
terzijde van het toestel vrij kunnen
bewegen. Buig ze eventueel voor
zichtig van mekaar weg.
Schuif het toestel voorzichtig op de
^
daartoe voorziene plaats.
Het toestel waterpas zetten
-
-
Zet het toestel aan de verstelbare
^
voetjes stevig waterpas. Gebruik
daartoe de bijgeleverde dopsleutel.
30
De deurscharnieren verwisselen
Uw toestel wordt geleverd met schar
nieren aan de rechterkant. Moet de
deur naar links opengaan, dan kan u
de scharnieren van kant verwisselen.
-
Toesteldeur
^ Laat de toesteldeur dicht en schroef
het scharnierhoekplaatje b uit. Neem
de toesteldeur langs onder af.
^ Neem het tussenringetje d en de
scharnierbout c uit het scharnier
hoekplaatje. Draai deze delen in het
tweede gat van het scharnierhoek
plaatje.
-
-
Til het afdekplaatje a weg. Sluit
^
daarmee de vrije openingen aan de
andere kant.
Verwijder de dop g uit de scharnier
^
bus. Zet de dop er aan de andere
kant weer in.
Plaats het handvat f aan de andere
^
kant.
Steek de toesteldeur op de bovenste
^
scharnierbout e en doe ze dicht.
Steek de onderste scharnierbout c
^
met het scharnierhoekplaatje b in de
daartoe voorziene opening op de on
derkant van de toesteldeur. Schroef
het scharnierhoekplaatje op de ommanteling vast.
^ Hang de toesteldeur nu mooi recht.
Gebruik daartoe de langwerpige
gaatjes in het scharnierhoekplaatje.
Draai daarna alle schroeven aan.
-
-
^
Draai de bovenste scharnierbout e
uit en schroef hem aan de andere
kant weer in.
31
De deurscharnieren verwisselen
Deurtje van het vriesvak
Schroef de scharniersteun a af.
^
Neem het vriesvakdeurtje b samen
met de scharniersteun af.
^ Plaats de scharniersteun op de bo-
venste stift c van het vriesvakdeurtje. Draai het deurtje zodat de scharniersteun zich onderaan bevindt.
^ Schroef de sluithaak d af.
^ Draai de sluithaak 180° en schroef
hem aan de andere kant e in.
^
Zet het vriesvakdeurtje met de bo
venste stift in de opening f. Schroef
de scharniersteun vast g.
^
Sluit de gaatjes met de dopjes h.
32
-
Inbouw onder een doorlopend werkblad
Dit toestel kan u onder een doorlopend
werkblad schuiven. Daartoe neemt u
eerst het bovenblad van het toestel af.
Draai de schroeven a aan de achter
^
zijde van het toestel uit.
^ Til het bovenblad achteraan lichtjes
op en neem het langs voren weg.
Voor de luchttoevoer en -afvoer aan
de achterzijde van het toestel dient
u in het werkblad een ventilatieopening te voorzien. Die uitsnijding
moet minstens 140 cm
2
groot zijn.
-
Het wandafsluitprofiel op het werkblad mag bij 600 mm inbouwdiepte
hoogstens 10 mm diep zijn!
333435
Wijzigingen voorbehouden / 2302
K 2322 S-1
Dit papier spaart het milieu doordat het uit 100 % chloorvrij gebleekte celstof bestaat.
M.-Nr. 05 625 991 / V
02
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.