Lees altijd eerst alle meegeleverde instructies voordat u het toestel
plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u
voorkomt schade aan het toestel.
nl-BEM.-Nr. 11 197 700
Belangrijke installatie-instructies
De Range Cooker is ook toegestaan voor gebruik in andere dan
op het toestel aangegeven landen. De landspecifieke uitvoering en
de manier waarop de Range Cooker wordt aangesloten, hebben er
een grote invloed op of de kookplaat op een correcte en veilige
manier werkt.
Neem daarom contact op met de Miele Service in het betreffende
land als u het toestel in een land wilt gebruiken dat niet op het toestel vermeld staat.
Levensgevaar door kantelen
Als de Range Cooker nog niet is bevestigd, kan deze kantelen en
kinderen en volwassenen levensgevaarlijk verwonden.
Bevestig de Range Cooker overeenkomstig de installatiehandleiding met de kantelbeveiliging.
De Range Cooker moet overeenkomstig de installatiehandleiding
worden bevestigd en aangesloten.
Als u de Range Cooker hebt verschoven, klikt u het bevestigings-
lipje merkbaar in de kantelbeveiliging vast.
Gebruik de Range Cooker niet als de kantelbeveiliging niet op de
Auteursrecht en licenties.................................................................................. 140
Verklaring van overeenstemming .................................................................... 141
7
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Deze Range Cooker voldoet aan de voorgeschreven veiligheidsvoorschriften. Onjuist gebruik kan echter persoonlijk letsel of materiële schade tot gevolg hebben.
Lees de installatiehandleiding zorgvuldig door voordat u de Range
Cooker plaatst en aansluit.
Lees de gebruiksaanwijzing aandachtig door voordat u de Range
Cooker in gebruik neemt. De installatiehandleiding en gebruiksaanwijzing horen bij elkaar. Daarin vindt u belangrijke instructies
met betrekking tot de montage, de veiligheid, het gebruik en het
onderhoud. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan
het toestel.
Wanneer de veiligheidsinstructies en waarschuwingen niet worden
opgevolgd, kan Miele niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die daarvan het gevolg is.
Bewaar de installatiehandleiding en gebruiksaanwijzing zorgvuldig
en geef deze door aan een eventuele volgende eigenaar.
8
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Verantwoord gebruik
Deze Range Cooker is bestemd voor huishoudelijk gebruik of om-
standigheden die daarmee vergelijkbaar zijn.
Deze Range Cooker is niet bestemd voor gebruik buiten.
Gebruik de Range Cooker uitsluitend in huishoudelijke situaties:
- Gebruik de oven voor het bakken, braden, grillen, ontdooien, inmaken en drogen van levensmiddelen.
- Gebruik de kookplaat voor het bereiden en warmhouden van voedingsmiddelen.
Gebruik voor andere doeleinden is niet toegestaan.
Personen die op grond van hun fysieke of psychische gesteldheid, hun
onervarenheid of gebrek aan kennis van de Range Cooker niet in staat
zijn om deze veilig te bedienen, mogen de Range Cooker alleen onder
toezicht gebruiken.
Deze personen mogen de Range Cooker alleen zonder toezicht gebruiken als ze weten hoe ze deze veilig moeten bedienen. Ze moeten de
eventuele risico's van een foutieve bediening kunnen inzien en begrijpen.
Deze Range Cooker heeft vanwege speciale eisen (ten aanzien
van onder meer de temperatuur, de vochtigheid, de chemische bestendigheid, de slijtvastheid en vibraties) een speciale lamp. Deze
lamp mag alleen voor het voorziene doeleinde worden gebruikt. De
lamp is niet geschikt voor normale verlichtingsdoeleinden.
Kinderen in het gezin
Houd kinderen onder acht jaar op een afstand, tenzij u voortdu-
rend toezicht houdt.
Kinderen vanaf acht jaar mogen de oven alleen zonder toezicht
gebruiken als ze weten hoe ze het toestel veilig moeten bedienen. De
kinderen moeten zich bewust zijn van de gevaren van een foutieve
bediening.
Kinderen mogen het toestel niet zonder toezicht reinigen of onder-
houden.
9
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Houd kinderen in de gaten wanneer deze zich in de buurt van het
toestel bevinden. Laat ze nooit met het toestel spelen.
Verstikkingsgevaar. Kinderen kunnen zich tijdens het spelen in
verpakkingsmateriaal wikkelen (bijvoorbeeld in folie) of het materiaal
over hun hoofd trekken en stikken. Houd verpakkingsmaterialen weg
van kinderen.
Verbrandingsgevaar! De huid van kinderen is gevoeliger voor hoge
temperaturen dan de huid van volwassenen. Het toestel wordt heet
bij het deurglas, het bedieningspaneel en bij de openingen waar de
ovenlucht vrijkomt. Zorg dat kinderen uit de buurt van het toestel blijven als het in gebruik is.
Verbrandingsgevaar! De huid van kinderen is gevoeliger voor hoge
temperaturen dan de huid van volwassenen. Tijdens de pyrolyse
wordt het toestel warmer dan bij normale ovenfuncties.
Houd kinderen op een afstand als de pyrolysefunctie actief is.
Verwondingsgevaar! De deur mag met maximaal 15kg worden
belast. Kinderen kunnen zich aan de geopende deur verwonden.
Voorkom dat kinderen op de geopende deur gaan staan of zitten of
eraan gaan hangen.
Technische veiligheid
Door ondeskundig uitgevoerde installatie-, onderhouds- of repara-
tiewerkzaamheden kan de gebruiker aanzienlijke risico's lopen. Installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden mogen alleen
door een door Miele geautoriseerde deskundige worden uitgevoerd.
Schade aan de Range Cooker kan uw veiligheid in gevaar
brengen. Controleer het toestel op zichtbare schade. Gebruik nooit
een beschadigde Range Cooker.
Gebruik de greep van de ovendeur of het bedieningspaneel niet
om de Range Cooker te dragen of op te tillen.
De Range Cooker kan alleen betrouwbaar en veilig functioneren
als deze op het openbare elektriciteitsnet is aangesloten.
10
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
De elektrische veiligheid van de Range Cooker is uitsluitend gega-
randeerd als deze wordt aangesloten op een aardingssysteem dat
volgens de geldende voorschriften is geïnstalleerd. Aan deze fundamentele veiligheidsvoorwaarde moet worden voldaan. Laat de elektrische aansluiting bij twijfel door een elektricien inspecteren.
De aansluitgegevens (spanning en frequentie) op het typeplaatje
van de Range Cooker moeten beslist met de waarden van het elektriciteitsnet overeenkomen om beschadiging van de Range Cooker
te voorkomen.
Vergelijk deze gegevens voordat u het toestel aansluit. Raadpleeg bij
twijfel een elektricien.
Stopcontactblokken of verlengkabels bieden niet voldoende vei-
ligheidsgaranties (gevaar voor brand). Gebruik deze niet om de Range Cooker op het elektriciteitsnet aan te sluiten.
Deze Range Cooker mag niet op niet-stationaire plaatsen (bijv. op
een schip) worden gebruikt.
Wanneer onderdelen worden aangeraakt die onder spanning
staan of wanneer elektrische of mechanische onderdelen worden
veranderd, is dit gevaarlijk voor de gebruiker. Het kan er tevens toe
leiden dat de Range Cooker niet meer goed functioneert.
Open nooit de ommanteling van de Range Cooker.
Het recht op garantie vervalt wanneer de Range Cooker door een
klantendienst wordt gerepareerd die niet door Miele is erkend.
Enkel bij gebruik van originele Miele-onderdelen garandeert Miele
dat aan de veiligheidseisen wordt voldaan. Defecte onderdelen mogen alleen door originele Miele-onderdelen worden vervangen.
Een gasspecialist moet de gasaansluiting uitvoeren. Als de stek-
ker van de aansluitkabel wordt verwijderd of als de aansluitkabel
geen stekker heeft, dan moet de Range Cooker door een elektricien
op het elektriciteitsnet worden aangesloten.
Controleer elk jaar de gasleidingen en gastoestellen van uw huis-
installatie. Houd hierbij rekening met de voorschriften die in uw land
van toepassing zijn.
11
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Tijdens installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden moet
de Range Cooker van het elektriciteitsnet losgekoppeld zijn, bijv. als de
ovenverlichting defect is (zie het hoofdstuk “Nuttige tips”). De gastoevoer moet afgesloten zijn. Ga daarvoor als volgt te werk:
- Schakel de zekeringen van de elektrische installatie uit of
- draai de zekeringen van de elektrische installatie er helemaal uit of
- trek de stekker (indien aanwezig) uit het stopcontact. Trek daarbij
niet aan de elektriciteitskabel, maar aan de stekker.
- Sluit de gastoevoer.
Voor een correcte werking van de Range Cooker moet er voldoen-
de koellucht worden aangevoerd. De aanvoer van koellucht mag niet
worden belemmerd. Andere warmtebronnen (zoals een open haard)
mogen de benodigde koellucht niet te veel verwarmen.
Als de Range Cooker achter een meubelfront (bijv. een deur) inge-
bouwd is, sluit deze dan nooit wanneer u de Range Cooker gebruikt.
Achter een gesloten meubelfront hopen warmte en vocht zich op.
Daardoor kunnen de Range Cooker, de kasten en de vloer beschadigd
worden. Sluit de deur pas als de Range Cooker volledig is afgekoeld.
Veilig gebruik
Verbrandingsgevaar!
Het toestel wordt bij gebruik heet.
U kunt zich branden aan de verwarmingselementen, de ovenwanden, het voedingsmiddel en de accessoires.
Draag altijd ovenwanten als u hete gerechten in het toestel zet of
eruit haalt of als u in het toestel bezig bent.
Gevaar voor letsel door heet oppervlak.
Open of sluit de vochtregeling enkel wanneer de ovenruimte is afgekoeld.
Voorwerpen in de buurt van de ingeschakelde Range Cooker kunnen
door de hoge temperaturen vlam vatten.
Gebruik de Range Cooker nooit om er een ruimte mee te verwarmen.
12
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Olie en vet kunnen bij oververhitting vlam vatten. Houd het toestel
goed in de gaten als u met olie en/of vetten werkt.
Blus een brand met olie of vet nooit met water. Schakel het toestel
uit en doof de vlammen door de deur gesloten te houden.
Bij te lange grilleertijden drogen de voedingsmiddelen uit. De voe-
dingsmiddelen kunnen zelfs ontbranden.
Houd u zich aan de aanbevolen bereidingstijden.
Sommige voedingsmiddelen drogen snel uit en kunnen door hoge
grilleertemperaturen vlam vatten.
Gebruik ovenfuncties met grill daarom niet voor het afbakken van
broodjes of brood en voor het drogen van bloemen of kruiden. Gebruik hiervoor de ovenfunctie “Hetelucht plus ” of “Boven-Onderwarmte”.
Als u bij de bereiding van voedingsmiddelen alcoholhoudende
dranken gebruikt, moet u er rekening mee houden dat alcohol bij hoge temperaturen verdampt en op hete oppervlakken kan ontsteken.
Als u de restwarmte voor het warmhouden van gerechten wilt ge-
bruiken, kan door hoge luchtvochtigheid en condenswater corrosie
in de oven ontstaan en kan het bedieningspaneel beschadigd raken.
Schakel de oven in geen geval uit, maar stel de laagste temperatuur
van de gekozen ovenfunctie in. De ventilator blijft dan automatisch
ingeschakeld.
Gerechten die in de ovenruimte worden warm gehouden of be-
waard, kunnen uitdrogen. Het vrijkomende vocht kan in het toestel
corrosie veroorzaken. Dek gerechten daarom af.
Door warmteophoping kan het email barsten of loskomen.
Leg daarom nooit aluminiumfolie of een andere beschermfolie op de
bodem van het toestel.
Als u de bodem van het toestel wilt gebruiken voor een bereiding of
om serviesgoed te verwarmen, gebruik dan uitsluitend de ovenfuncties “Hetelucht plus” of “Gratineren”. Schakel daarbij altijd
de functie “Snelopwarmen” uit.
13
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Het email van de bodem kan door het verschuiven van voor-
werpen beschadigd raken.
Als u pannen of ander kookgerei of de energiezuinige rooster in de
ovenruimte zet, schuif deze voorwerpen dan niet over de bodem
heen en weer.
Wanneer een koude vloeistof op een heet oppervlak wordt gego-
ten, ontstaat damp die verbrandingen kan veroorzaken. Daarnaast
kunnen hete geëmailleerde oppervlakken door het plotselinge temperatuurverschil beschadigd raken.
Giet nooit koude vloeistoffen rechtstreeks op de hete geëmailleerde
oppervlakken.
Bij bereidingen met vochttoevoer en tijdens de restwaterverdam-
ping ontstaat stoom die ernstige verbrandingen kan veroorzaken.
Open tijdens een stoomstoot of tijdens de restwaterverdamping
nooit de deur.
Het is belangrijk dat de temperatuur in het gerecht gelijkmatig
wordt verdeeld en hoog genoeg is.
Roer het gerecht daarom regelmatig door of keer het.
Kunststof serviesgoed dat niet ovenbestendig is, smelt bij hoge
temperaturen, kan het toestel beschadigen en vlam vatten.
Gebruik alleen kunststof serviesgoed dat ovenbestendig is. Neem de
aanwijzingen van de betreffende fabrikant in acht.
In gesloten conservenblikken ontstaat bij het inmaken en op-
warmen een overdruk, waardoor deze kunnen ontploffen.
Gebruik de oven niet voor het inmaken en verwarmen van conservenblikken.
U kunt zich aan de open ovendeur verwonden of erover struikelen.
Laat de deur daarom niet onnodig open staan.
De deur mag met maximaal 15 kg worden belast. Ga nooit op de
geopende deur staan of zitten. Plaats er ook geen zware voorwerpen
op. Er mag ook niets tussen de deur en de ovenruimte vastgeklemd
raken. De oven kan anders beschadigd raken.
14
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Voor roestvrijstalen toestellen geldt het volgende:
De coating van het roestvrije staal wordt door kleefmiddelen aan-
getast en kan dan zijn beschermende werking tegen verontreinigingen verliezen. Plak geen notitieblaadjes, plakband, afplaktape of
andere kleefmiddelen op het roestvrije staal.
Het roestvrijstalen oppervlak is krasgevoelig. Zelfs magneten kun-
nen krassen veroorzaken.
Reiniging en onderhoud
De stoom van een stoomreiniger kan terechtkomen op onderdelen
die onder spanning staan en een kortsluiting veroorzaken.
Gebruik voor de reiniging van de Range Cooker nooit een stoomreiniger.
Door krassen kunnen de glasplaten van de deur beschadigd ra-
ken.
Gebruik voor de reiniging van de glasplaten dan ook geen schuurmiddelen, geen harde sponzen of borstels en geen metalen schrapers.
De geleiderails kunnen worden verwijderd (zie “Reiniging en on-
derhoud”).
Plaats de geleiderails na afloop correct terug.
Grove verontreinigingen kunnen een grote rookontwikkeling tot
gevolg hebben. Ook kan de pyrolysefunctie hierdoor worden afgebroken. Verwijder alle grove verontreinigingen uit de ovenruimte,
voordat u de pyrolyse start.
Accessoires
Gebruik uitsluitend Miele-accessoires om te voorkomen dat ga-
rantieaanspraken vervallen. Worden er andere onderdelen gemonteerd of ingebouwd, dan vervalt het recht op waarborg en/of productaansprakelijkheid.
15
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Gebruik alleen de bijgeleverde Miele-spijzenthermometer. Wan-
neer deze moet worden vervangen, bestel dan een originele Mielespijzenthermometer.
De kunststof van de spijzenthermometer kan bij zeer hoge tempe-
raturen smelten. Gebruik de spijzenthermometer daarom niet voor de
grilleerfuncties (uitzondering: “Circulatiegrill”). Bewaar de spijzenthermometer niet in de ovenruimte.
Door de hoge temperaturen bij de pyrolyse worden accessoires
die niet pyrolysebestendig zijn, beschadigd. Haal alle accessoires uit
de oven die niet pyrolysebestendig zijn uit de oven voordat u de pyrolyse start. Dit geldt ook voor niet pyrolysebestendige accessores
die u achteraf koopt (zie “Reiniging en onderhoud”).
Plaats de energiezuinige rooster in het midden op de bodem van
de ovenruimte. Gebruik de energiezuinige rooster om kleine hoeveelheden te bakken in vormen waarvan de afmetingen op de energiezuinige rooster passen. Zorg ervoor dat het voedsel stevig op de
energiezuinige rooster staat en er niet af kan vallen. De energiezuinige rooster mag maximaal met 10kg worden belast.
Gevaar voor letsel door heet oppervlak.
- Draag altijd ovenwanten als u in de oven bezig bent, vooral wanneer u voedsel op de energiezuinige rooster plaatst of eraf neemt.
- Neem nooit de energiezuinige rooster samen met het voedsel uit
de oven, maar neem altijd eerst het voedsel eruit en dan de energiezuinige rooster.
- Schuif de energiezuinige rooster nooit op een (universele) bakplaat in de ovenruimte. Als u de bakplaat in- of uitschuift, kan de
energiezuinige rooster met het voedsel erop ongecontroleerd
gaan schuiven en kantelen.
16
Uw bijdrage aan de bescherming van het milieu
Recycleerbare verpakking
De verpakking behoedt het toestel voor
transportschade. Er werd milieuvriendelijk en recycleerbaar verpakkingsmateriaal gekozen.
Door hergebruik van verpakkingsmateriaal wordt er op grondstoffen bespaard
en wordt er minder afval geproduceerd.
Uw vakhandelaar neemt de verpakking
in het algemeen terug.
Uw toestel afdanken
Oude elektrische en elektronische toestellen bevatten meestal nog waardevolle materialen. Ze bevatten echter ook
stoffen, mengsels en onderdelen die
nodig zijn geweest om de toestellen
goed en veilig te laten functioneren.
Wanneer u uw oude toestel bij het gewone afval doet of er op een andere
manier niet goed mee omgaat, kunnen
deze stoffen schadelijk zijn voor de gezondheid en het milieu. Doe uw oude
toestel daarom nooit bij het gewone
huisafval.
Lever het in bij een gemeentelijk inzameldepot voor elektrische en elektronische apparatuur, bij uw vakhandelaar
of bij Miele. U bent wettelijk zelf verantwoordelijk voor het wissen van eventuele persoonlijke gegevens op het af te
danken toestel.
Bij de aankoop van uw nieuw toestel
heeft u een bijdrage betaald. Die wordt
volledig gebruikt voor de toekomstige
recyclage van dat toestel. Dat bevat
trouwens nog waardevol materiaal.
Door te recycleren wordt er dan ook
minder verspild en vervuild.
Als u vragen heeft omtrent het afdanken
van uw oud toestel, neem dan contact
op met
- de handelaar bij wie u het kocht
of
- de firma Recupel,
telefoon 0800/15 880,
website: www.recupel.be
of
- uw gemeentebestuur als u uw toestel
naar een containerpark brengt.
Zorg er ook voor dat het toestel intussen kindveilig wordt bewaard voor u het
laat wegbrengen.
17
Overzicht Range Cooker
a
Kookplaat
b
Bedieningselementen oven en kookplaat
c
Deurvergrendeling met deurcontactschakelaar voor de pyrolysefunctie
Deze schakelaar zorgt ervoor dat de
verwarmingselementen en de ventilator worden uitgeschakeld zodra de
deur wordt geopend.
d
Vochtregeling
e
Openingen voor de stoomtoevoer
f
Verwarmingselement voor bovenwarmte/grill (met antenne voor de
draadloze spijzenthermometer)
g
Opbergruimte voor de spijzenthermometer
18
h
Ovenverlichting
i
Vulbuis voor het stoomsysteem
j
Aansluitpunt voor de grillmotor
k
Aanzuigopening voor de ventilator
met de daarachter liggende ringverwarmingselementen
l
Geleiderails met 6niveaus
m
Bodem ovenruimte met eronder het
verwarmingselement voor onderwarmte
n
Typeplaatje
Het typeplaatje bevindt zich achter
het sokkelpaneel.
o
Deur
Bedieningselementen
a
Bedieningsknoppen met ringverlichting voor de kookzones
b
Optische interface
(alleen voor de Miele Service)
c
Bedieningsknop met ringverlichting voor de grillplaat
d
Sensortoets
In- en uitdraaien van het bedieningspaneel
e
Sensortoets
Instellen van een alarm en/of een kookwekker
f
Sensortoets
Voor het in- en uitschakelen van de ovenverlichting
g
Sensortoets
Voor stapsgewijs terugspringen
h
Display
Voor de weergave van de dagtijd en van informatie voor de bediening
i
Verzonken Aan/Uit-toets
Voor het in- en uitschakelen van de oven
19
Bedieningselementen
Bedieningsknoppen
Met de bedieningsknop steekt u de branders aan en regelt u de sterkte van de
vlam. U kunt de branders traploos instellen op een stand tussen de grootste en de
kleinste vlam.
De bedieningsknoppen hebben een ringverlichting. Zodra u een kookzone inschakelt, wordt de verlichting rondom de bijbehorende bedienknop ingeschakeld.
Aan-/uit-toets
De Aan/uit-toets is verzonken en reageert op aanraking met uw vinger.
Met deze toets schakelt u de oven in en uit.
20
Bedieningselementen
Sensortoetsen
De sensortoetsen reageren op vingercontact. Elke aanraking wordt met een toetsgeluid bevestigd. U kunt dat toetsgeluid uitschakelen (zie hoofdstuk “Instellingen –
Volume – Toetsgeluid”).
Sensor-
toets
Voor het uit- en in-
Voor stapsgewijs
FunctieAanwijzingen
draaien van het bedieningspaneel van
de oven
Voor het instellen
van kookwekkerof alarmtijden
Voor het in- en uit-
schakelen van de
verlichting
terugspringen
U kunt het bedieningspaneel van de oven automatisch of handmatig uit- en indraaien (zie het hoofdstuk “Instellingen - draaibaar bedieningspaneel”).
Zodra de pyrolysereiniging start, draait het bedieningspaneel automatisch in.
Als een menu in het display verschijnt of als een
bereiding actief is, kunt u op elk moment een
kookwekkertijd (bijvoorbeeld voor het koken van
eieren) of een alarm (een bepaalde dagtijd) instellen (zie “Alarm en kookwekker”).
Als het display donker is, moet u de oven eerst inschakelen, voordat de sensortoets reageert.
Als er een menu in het display verschijnt of als een
bereiding actief is, kunt u met de toets de verlichting in- en uitschakelen.
Als het display donker is, moet u de oven eerst inschakelen, voordat de sensortoets reageert.
Afhankelijk van de gekozen instelling dooft de verlichting bij een bereiding na 15 seconden of blijft
continu aan.
21
Bedieningselementen
Eigen
programma's
Ovenfuncties
Speciale
toepassingen
MyMiele
Instellingen
Hoofdmenu12:00Hoofdmenu12:00
Touchscreen
Het touchscreen kan door puntige of scherpe voorwerpen, zoals bijv. pennen,
bekrast raken.
Raak het touchscreen uitsluitend met uw vingers aan.
Bij aanraking met de vingers worden er kleine elektrische ladingen afgegeven die
een elektrische impuls creëren die het oppervlak van het touchscreen herkent.
Het display bestaat uit drie delen.
Linksboven verschijnt het menupad. Hier ziet u in welk menu of submenu u zich
bevindt. De afzonderlijke menupunten worden door een verticaal streepje van elkaar gescheiden. Als het menupad wegens ruimtegebrek niet meer volledig kan
worden weergegeven, worden hogere menupunten door … vervangen.
Rechtsboven verschijnen de dagtijd, het alarm en de kookwekker.
In het midden verschijnt het actuele menu met de menupunten. Door hier in het
menu over het display te vegen, bladert u naar rechts of links.
Onderaan kunt u met de pijlen en naar rechts en links bladeren. Het aantal
blokjes tussen de pijlen geeft aan hoeveel pagina's er zijn en waar u zich in het
huidige menu bevindt.
In het display kunnen ook de volgende symbolen verschijnen:
SymboolBetekenis
Instellingen, zoals de lichtsterkte van het display en het volume
van de geluidssignalen, stelt u met behulp van een balkje in.
Dit symbool geeft aan dat er extra informatie is of dat er aanwij-
zingen zijn voor de bediening. Bevestig dergelijke informatievensters met OK.
De vergrendeling van het toestel of de toetsenvergrendeling is in-
geschakeld (zie “Instellingen – Veiligheid”). Het toestel kan niet
worden bediend.
Alarm
Kookwekker
Kerntemperatuur bij gebruik van de spijzenthermometer
… Dit symbool wijst op hogere menupunten die wegens ruimtege-
brek niet meer in het menupad kunnen worden weergegeven.
23
Bedieningselementen
Bedieningsprincipe
Als u een mogelijke keuze aantipt, kleurt het betreffende veld oranje.
Functie / instelling kiezen of menu oproepen
Tip één keer de gewenste toets aan.
Bladeren
U kunt naar links en rechts bladeren.
Strijk over het beeldscherm. Houd uw vinger tegen het display en strijk met de
vinger in de gewenste richting (scrollen).
Of tip de pijltoetsen en aan om naar links of rechts te bladeren.
Menuniveau verlaten
Druk op of druk in het menupad op een hoger menupunt of op … .
Afhankelijk van het menu waarin u zich bevindt, komt u in het hogere menu of gaat
u terug naar het hoofdmenu.
Functie “Help”
Bij sommige menupunten/functies verschijnt het veld Help.
Raak het veld aan.
Er verschijnt nu extra informatie in tekst en beeld.
24
Bedieningselementen
Cijfers invoeren
Voer cijfers met de cijferrollen in of met het cijferblok.
Als u cijfers via de cijferrol wilt invoeren, gaat u als volgt te werk:
Scroll op de cijferrol naar boven of naar beneden, totdat de gewenste waarde
verschijnt.
Als u cijfers met het cijferblok wilt invoeren, gaat u als volgt te werk:
Druk op rechts onder op het invoerveld.
Het cijferblok verschijnt.
Druk op de betreffende cijfers.
Als u een geldige waarde hebt ingevoerd, kleurt het veld OK groen.
Met de pijl wist u het laatst ingevoerde cijfer.
Druk op OK.
Letters invoeren
Namen voert u via een toetsenbord in. Kies korte namen.
Druk op de gewenste letters en tekens.
Druk op Opslaan.
25
Uitvoering
Type-aanduiding
Een overzicht van de beschreven modellen vindt u op de achterkant van het
boekje.
Typeplaatje
Het typeplaatje bevindt zich achter het
sokkelpaneel. Het sokkelpaneel is met
magneten op de sokkel van de Range
Cooker bevestigd, zodat dit er gemakkelijk afgehaald en weer op bevestigd
kan worden.
Hier vindt u de type-aanduiding van uw
Range Cooker, het serienummer en de
aansluitgegevens (spanning/frequentie/
maximale aansluitwaarde).
Zorg dat u deze informatie bij de hand
hebt als u vragen of problemen hebt.
Miele kan u dan gericht verder helpen.
Levering
Het volgende wordt meegeleverd:
- De installatiehandleiding voor de
Range Cooker
Bijgeleverde en bij te bestellen
accessoires
Uitrusting afhankelijk van het model!
Een oven beschikt altijd over geleiderails, een universele bakplaat, een grillen braadplaat, een bak- & braadrooster (kort gezegd: rooster), een energiezuinige rooster, een uitschuifsysteem
met rooster en een spijzenthermometer.
Afhankelijk van het model kan uw
Range Cooker ook gedeeltelijk van de
hierna genoemde accessoires zijn
voorzien.
Alle genoemde accessoires, reinigingsen onderhoudsmiddelen zijn op de
Miele Range Cooker afgestemd.
De producten zijn verkrijgbaar via de
Miele-webshop, de Miele Service of bij
de Miele-vakhandelaar.
Vermeld bij uw bestelling altijd de typeaanduiding van uw Range Cooker en de
aanduiding van de gewenste accessoires.
- Gebruiksaanwijzingen voor de Range
Cooker:
– Gaskookplaat
– Oven
- Ontkalkingstabletten en een kunststof slang met houder voor het ontkalken van het stoomsysteem
- De kantelbeveiliging inclusief de
schroeven voor de bevestiging van
de Range Cooker
- Diverse accessoires
26
Uitvoering
Energiezuinige rooster
De energiezuinige rooster dient voor het
energiezuinig bereiden van gerechten.
Als u de energiezuinige rooster gebruikt,
plaatst u het steeds in het midden op
de bodem van de ovenruimte.
Geleiderails
In de ovenruimte bevinden zich rechts
en links de geleiderails met de niveaus voor het inschuiven van de
accessoires.
De aanduiding van de niveaus vindt u
op het frontgedeelte van de ovenruimte.
Elk niveau bestaat uit een stijl waarop u
bijvoorbeeld de rooster kunt inschuiven.
De geleiderails zijn niet vanuit de fabriek
ingebouwd, maar zijn verpakt in een accessoirepakket dat in de oven ligt.
Universele bakplaat en rooster met
uittrekbeveiliging
Universele bakplaat HUBB30-1:
Het geëmailleerde oppervlak is van een
PerfectClean-afwerking voorzien.
Rooster HBBR36-2:
Aan de zijkanten van de rooster bevindt
zich achteraan een uittrekbeveiliging.
De beveiliging voorkomt dat u de rooster helemaal uit de geleiderails trekt, terwijl u het er slechts gedeeltelijk uit wilde
trekken.
U kunt de geleiderails monteren en demonteren (zie hoofdstuk “Reiniging en
onderhoud”).
Monteer de geleiderails wanneer u gerechten wil bereiden op de universele
bakplaat, de rooster of dergelijke.
Als u gerechten energiezuinig wil bereiden, maak dan geen gebruik van de geleiderails, maar enkel van de energiezuinige rooster.
Schuif de rooster altijd op de stijlen van
een niveau in de geleiderails.
De geleiderails en de rooster zijn geschikt voor pyrolyse.
Als u de universele bakplaat wilt gebruiken, leg ze dan op de rooster.
27
Uitvoering
Uitschuifsysteem met rooster HFCBBR36-2
Het uitschuifsysteem met rooster kan in
elk niveau worden bevestigd en kan geheel uit de ovenruimte worden getrokken. Hierdoor kunt u de gerechten goed
bekijken.
Het uitschuifsysteem met rooster is geschikt voor pyrolyse.
Het uitschuifsysteem met rooster wordt
op de stijlen van een niveau geschoven
en klikt vast.
Het uitschuifsysteem mag met maximaal 15kg worden belast.
Plaats het uitschuifsysteem op de
stijlen van het niveau (1) en schuif het
langs de stijl in de ovenruimte (2) totdat het vastklikt.
Als het uitschuifsysteem blokkeert
nadat het is geplaatst, moet u het
een keer krachtig uittrekken.
Om een uitschuifsysteem met rooster te
demonteren:
Schuif het uitschuifsysteem volledig
in.
Uitschuifsysteem met rooster monteren en demonteren
Verbrandingsgevaar!
De verwarmingselementen moeten
zijn uitgeschakeld. De ovenruimte
moet zijn afgekoeld.
Trek het uitschuifsysteem bij het
monteren of demonteren niet uit elkaar.
Houd het uitschuifsysteem met roos-
ter met beide handen bij de rails vast
en zet het voor het gewenste niveau.
28
Til het uitschuifsysteem aan de voor-
kant aan beide kanten op (1) en trek
het er aan de rails langs de stijlen uit
(2).
Gebruik van de universele bakplaat
Als u de universele bakplaat wilt ge-
bruiken, leg dit dan op het uitschuifsysteem met rooster.
Uitvoering
De geperforeerde gourmet-bakplaat
HBBL71
De bakplaat met gaatjes is speciaal
ontwikkeld voor de bereiding van bakkerijproducten uit vers gist- en kwarkoliedeeg, brood en broodjes.
De fijne gaatjes ondersteunen het bruineren aan de onderkant.
U kunt deze ook gebruiken voor het
drogen/uitdrogen.
Het geëmailleerde oppervlak is met
PerfectClean veredeld.
Voor dezelfde toepassingen kunt u ook
de geperforeerde ronde bakvorm HB-FP27-1 gebruiken.
De geperforeerde gourmet-bakplaat
wordt op het rooster gezet.
Grill- & braadplaat HGBB30-1
De grill- & braadplaat wordt in de universele bakplaat gelegd.
De plaat voorkomt bij het grillen of braden dat het vocht dat uit het vlees
loopt, verbrandt zodat het nog kan worden gebruikt.
Het geëmailleerde oppervlak is van een
PerfectClean-afwerking voorzien.
Ronde bakvorm HBF27-1
De ronde bakvorm is uitstekend geschikt om pizza's, platte taarten uit gistof roerdeeg, zoete en hartige gebakjes
en taartjes, gegratineerde desserts of
plat brood te bereiden, of om diepgevroren taart/cake of pizza af te bakken.
Het geëmailleerde oppervlak is met
PerfectClean veredeld.
Baksteen HBS60
Met de baksteen kunt u een optimaal
bakresultaat behalen bij gerechten die
een knapperige gebakken bodem moeten hebben, zoals pizza, quiche, brood,
broodjes, pikant gebak en dergelijke.
De baksteen is van vuurvaste keramiek
en is geglazuurd. Hij wordt op de rooster geplaatst.
Om het gerecht op de steen te plaatsen
of te verwijderen is een schuiver van
onbehandeld hout bijgeleverd.
De ovensteen kan bij het plaatsen of
uitnemen van het voedsel met de
houten pizzaschep van de energiezuinige rooster worden gekanteld.
Gebruik de ovensteen niet op de
energiezuinige rooster.
29
Uitvoering
Gourmetpan HUB
Deksel gourmetpan HBD
De braadpan is groter dan de
toegestane grootte van pannen die
op gaskookplaten mogen worden
gebruikt.
De hete gassen die langs de bodem
van de braadpan wegstromen, kunnen het werkblad en de ombouw beschadigen en brand veroorzaken.
Daarnaast is de temperatuurontwikkeling van de gasvlam te hoog voor
de braadpan, waardoor de anti-aanbaklaag kan worden beschadigd.
Gebruik de braadpan niet op een
gaskookplaat.
De Miele-gourmetpannen worden op
het rooster geplaatst. Het oppervlak van
de braadpannen heeft een anti-aanbaklaag.
De gourmetpannen zijn in verschillende
dieptes verkrijgbaar. De breedte en de
hoogte zijn gelijk.
Bijpassende deksels zijn afzonderlijk
verkrijgbaar. Vermeld bij het bestellen
het type.
Diepte: 22cmDiepte: 35cm
HUB5000-M
HUB5001-M *
HBD60-22HBD60-35
* geschikt voor inductiekookplaten
Spijzenthermometer
Uw oven is voorzien van een draadloze
spijzenthermometer. Hiermee kunt u
tijdens de bereiding de temperatuur van
het gerecht nauwkeurig controleren (zie
het hoofdstuk “Braden – spijzenthermometer”). De spijzenthermometer wordt
in het frontgedeelte bewaard.
HUB5001-XL *
30
Uitvoering
Draaigrill HDGR30+
Om vlees als rollade of kip te bereiden,
kunt u de draaigrill gebruiken. Door de
draaiende beweging wordt het te grillen
vlees aan alle kanten gelijkmatig bruin
(zie het hoofdstuk “Grillen - grillen met
de draaigrill”).
De draaigrill wordt op de universele
bakplaat gezet en met het aansluitpunt
voor de grillmotor in de achterwand verbonden.
De draaigrill mag met maximaal 5kg
worden belast.
Spatel
Met de spatel verwijdert u de afdekking
van de ovenverlichting.
Ontkalkingstabletten, kunststof slang
met houder
Deze accessoires zijn nodig als u het
toestel ontkalkt.
Miele-microvezeldoek
De microvezeldoek is ideaal om normaal vuil en vingerafdrukken te verwijderen.
Ovenreiniger van Miele
De ovenreiniger is geschikt om zeer
hardnekkig vuil te verwijderen. Verwarmen van de ovenruimte is niet nodig.
31
Uitvoering
Ovenelektronica
Door de elektronica van de oven is het
mogelijk de verschillende ovenfuncties
te gebruiken voor bakken, braden en
grillen.
Daarnaast biedt de elektronica de volgende functies:
- Dagtijdweergave
- Alarm en kookwekker
- Automatisch in- en uitschakelen van
de oven
- Koken met vochtregeling
- Samenstellen van eigen programma's
- Kiezen van individuele instellingen
Beveiligingen
Vergrendeling van de oven
De vergrendelingsfunctie voorkomt dat
de oven onbedoeld wordt bediend (zie
het hoofdstuk “Instellingen – veiligheid vergrendeling ”).
De vergrendeling blijft ook na een
stroomstoring actief.
Toetsenvergrendeling voor de oven
Deze vergrendelingsfunctie voorkomt
dat een bereidingsproces onbedoeld
wordt uitgeschakeld of dat instellingen
worden gewijzigd. Als de vergrendeling
actief is, worden de sensortoetsen en
de velden in het display enkele seconden na de start van een bereiding vergrendeld (zie “Instellingen – Veiligheid –
Toetsenvergrendeling”).
Automatische uitschakeling
Deze functie wordt automatisch geactiveerd als het toestel gedurende een ongebruikelijk lange tijd ingeschakeld is
geweest. Hoe lang die tijd is, is afhankelijk van de gekozen ovenfunctie.
32
Uitvoering
Koelventilator
De ventilator wordt bij elke bereiding
automatisch ingeschakeld. De ventilator
mengt de hete ovenlucht met de lucht
uit de keuken. Zo wordt de ovenlucht
afgekoeld, voordat deze tussen de deur
en het bedieningspaneel vrijkomt.
Om te voorkomen dat er vocht in de
ovenruimte, op het bedieningspaneel of
in de keukenkast neerslaat, blijft de
ventilator na een bereiding nog enige
tijd ingeschakeld.
De ventilator wordt na een bepaalde tijd
automatisch uitgeschakeld (zie “Instellingen – Naloop ventilator”).
Luchtgekoelde deur
De deur is uit glasplaten opgebouwd
die deels voorzien zijn van een warmtereflecterende coating.
Als de oven in gebruik is, wordt extra
lucht door de deur geleid, zodat de buitenste glasplaat koel blijft.
U kunt de deur voor reinigingsdoeleinden verwijderen en verder uit elkaar halen (zie “Reiniging en onderhoud”).
Deurvergrendeling voor de pyrolysefunctie
Bij het begin van de pyrolyse wordt de
deur om veiligheidsredenen vergrendeld. De vergrendeling wordt pas weer
opgeheven als na de pyrolyse de temperatuur in de ovenruimte onder 280°C
is gekomen.
33
Uitvoering
PerfectClean-veredelde oppervlakken
PerfectClean-veredelde oppervlakken
hebben zeer goede anti-aanbakeigenschappen en zijn heel eenvoudig te reinigen.
Na het bakken of braden laat het gerecht gemakkelijk los en verontreinigingen kunt u eenvoudig verwijderen.
Op PerfectClean kunt u uw gerechten in
stukken snijden en verdelen.
Gebruik geen keramische messen op
PerfectClean-veredelde oppervlakken, omdat deze krassen kunnen
veroorzaken.
PerfectClean-veredelde oppervlakken
zijn, wat de reiniging betreft, vergelijkbaar met glas.
Volg de aanwijzingen in het hoofdstuk
“Reiniging en onderhoud”, zodat de
voordelen van de anti-aanbaklaag en de
eenvoudige reiniging behouden blijven.
Pyrolysebestendige accessoires
De volgende accessoires kunnen
tijdens de pyrolysereiniging in de ovenruimte blijven:
- Geleiderails
- Uitschuifsysteem met rooster
- Rooster
Lees de aanwijzingen in het hoofdstuk
“Reiniging en onderhoud”.
PerfectClean-veredeld zijn:
- Universele bakplaat
- Grill- & braadplaat
- Gourmet-bakplaat, met gaten
- Ronde bakvorm
- Ronde bakvorm, met gaten
34
Eerste ingebruikneming
Basisinstellingen
De Range Cooker mag pas wor-
den gebruikt nadat deze deskundig
is geïnstalleerd.
Lees de installatiehandleiding zorgvuldig door voordat u de Range Cooker plaatst.
Lees de gebruiksaanwijzing aandachtig door voordat u de Range
Cooker in gebruik neemt.
Als de Range Cooker op het elektriciteitsnet wordt aangesloten, wordt deze automatisch ingeschakeld.
Welkomstscherm
In het display verschijnt een begroeting.
Daarna wordt u gevraagd enkele instellingen uit te voeren die voor de ingebruikneming van het toestel nodig zijn.
Volg de instructies op het display.
Taal instellen
Kies de gewenste taal.
Datum instellen
U kunt cijfers invoeren door te scrollen
(op de cijferrol), maar u kunt ook het cijferblok gebruiken.
Stel achtereenvolgens de dag, de
maand en het jaar in.
Bevestig met OK.
Dagtijd instellen
U kunt cijfers invoeren door te scrollen
(op de cijferrol), maar u kunt ook het cijferblok gebruiken.
Stel de dagtijd in uren en minuten in.
Bevestig met OK.
U kunt de dagtijd ook in een 12-uursformaat laten weergeven (zie “Instellingen – Dagtijd – Tijdformaat”).
Bevestig met OK.
Land instellen
Kies het gewenste land.
Bevestig met OK.
35
Eerste ingebruikneming
Dagtijdweergave
Stel ten slotte de weergave van de dagtijd voor het uitgeschakelde toestel in
(zie “Instellingen - Dagtijd - Weergave”).
- Aan
De dagtijd wordt altijd in het display
weergegeven.
- Uit
Het display blijft donker om energie
te besparen. Bepaalde functies zijn
beperkt beschikbaar.
- Nachtuitschakeling
De dagtijd verschijnt alleen van 5 tot
23 uur en is 's nachts uitgeschakeld
om energie te besparen.
Kies het gewenste weergaveformaat.
Bevestig met OK.
Er verschijnt een melding over het energieverbruik.
Bevestig met OK.
Volg eventuele verdere aanwijzingen.
De melding Eerste ingebruikname succes-
vol afgerond verschijnt.
Bevestig met OK.
Het toestel is nu klaar voor gebruik.
Als u per ongeluk een taal heeft gekozen die u niet beheerst, volg dan de
aanwijzingen onder “Instellingen - Taal
”.
36
Eerste ingebruikneming
Oven voor het eerst opwarmen
en stoomsysteem doorspoelen
Als u de oven voor het eerst opwarmt,
kunnen er onaangename geurtjes ontstaan. Als u de lege oven gedurende
minimaal één uur verhit, verdwijnen deze geurtjes snel. Het is ook zinvol om
het stoomsysteem door te spoelen.
Zorg tijdens het opwarmen voor een
goede ventilatie van de keuken.
U voorkomt zo dat de geurtjes in andere vertrekken te ruiken zijn.
Verwijder eventueel aanwezige stic-
kers en beschermfolie uit de oven en
van de accessoires.
Reinig de ovenruimte voor het op-
warmen met een vochtige doek. U
verwijdert zo stof en eventuele verpakkingsresten.
Monteer het uitschuifsysteem met
rooster op de geleiderails en schuif
alle platen en het rooster in de oven.
Schakel het toestel met de Aan/Uit-
toets in.
Het hoofdmenu verschijnt.
Kies Ovenfuncties.
Kies de ovenfunctie “Profi”.
De voorgeprogrammeerde temperatuur
verschijnt (160°C).
De ovenverwarming, de verlichting en
de ventilator worden ingeschakeld.
Stel de maximale temperatuur
(250°C) in.
Bevestig met OK.
U wordt verzocht het water te laten opzuigen.
Vul een glas (reservoir) met de beno-
digde hoeveelheid leidingwater.
Open de deur.
Klap de vulbuis links onder het bedie-
ningspaneel naar voren.
Steek de vulbuis in het glas met lei-
dingwater.
Bevestig met OK.
Het opzuigen begint.
De werkelijk opgezogen waterhoeveelheid kan minder zijn dan de gevraagde
hoeveelheid. Er kan dan een resthoeveelheid in het glas achterblijven.
Haal het glas weg als het water is op-
gezogen.
Bevestig de melding dat het opzuigen
is afgerond met OK.
Sluit de deur.
De melding verdwijnt.
Kies Automatische stoomstoot.
37
Eerste ingebruikneming
U hoort nog eens een kort pompgeluid.
Het water dat zich nog in de vulbuis bevindt, wordt opgezogen.
Na enige tijd wordt automatisch een
stoomstoot uitgevoerd.
Letselrisico!
Stoom kan verbrandingen veroorzaken.
Open de deur niet tijdens een stoomstoot.
Verhit de ovenruimte gedurende minimaal een uur.
Na minimaal een uur:
Schakel het toestel met de Aan/Uit-
toets uit.
Na het eerste opwarmen
Verbrandingsgevaar! Laat de
ovenruimte voor de handmatige reiniging eerst afkoelen.
Schakel het toestel met de Aan/Uit-
toets in.
Schakel de ovenverlichting met de
sensortoets in.
Haal alle accessoires uit het toestel
en reinig deze handmatig (zie “Reiniging en onderhoud”).
Reinig de ovenruimte met warm wa-
ter, afwasmiddel en een schoon
sponsdoekje of met een schoon,
vochtig microvezeldoekje.
Wrijf alles daarna met een zachte
doek droog.
Schakel de ovenverlichting en de
oven uit.
Sluit de deur pas als de ovenruimte
droog is.
38
Tips om energie te besparen
Bereidingsprocessen in de
oven
Haal alle accessoires uit de oven die
u niet nodig heeft voor de bereiding.
Open de deur niet onnodig tijdens
een bereiding.
Kies in het algemeen de laagste tem-
peratuur uit het recept of de bereidingstabel en controleer het product
na de kortste tijd die wordt genoemd.
Gebruik bij voorkeur matte, donkere
bakvormen en ovenschalen van nietreflecterende materialen (geëmailleerd staal, hittebestendig glas, gegoten aluminium). Blanke materialen zoals roestvrij staal of aluminium reflecteren de warmte, zodat deze het gerecht slechter bereikt. Bedek de bodem van de ovenruimte of het rooster
ook nooit met warmtereflecterend
aluminiumfolie.
Controleer de bereidingstijd om ener-
gieverspilling bij het bereiden van
voedingsmiddelen te voorkomen.
Stel indien mogelijk een bereidingstijd
in of gebruik een spijzenthermometer.
Gratineren is een innovatieve
ovenfunctie met een optimale warmtebenutting. U bespaart energie vergeleken met de gebruikelijke ovenfuncties.
- Gebruik de functie Gratineren
voor energiezuinig bakken van kleine
hoeveelheden, zoals cake in een
springvorm, cakevorm of tulbandvorm en pizza.
- Verwijder daarvoor alle accessoires
uit de ovenruimte, inclusief de geleiderails.
- Sluit de vochtregeling.
- Plaats de energiezuinige rooster midden in de ovenruimte met daarop het
voedsel.
- Houd de deur tijdens de bereiding
gesloten.
Voor tal van gerechten kunt u de
functie “Hetelucht Plus ” gebruiken. U kunt daarbij met lagere
temperaturen werken dan bij “Bovenonderwarmte”, omdat de warmte
meteen over de ovenruimte wordt
verdeeld. Bovendien kunt u meerdere
niveaus tegelijk gebruiken.
Gebruik voor grillgerechten de oven-
functie “Circulatiegrill”. U grilleert
dan met lagere temperaturen dan bij
andere grilleerfuncties op maximale
temperatuur.
Bereid zo mogelijk altijd meerdere ge-
rechten gelijktijdig. Plaats deze naast
elkaar of op meerdere niveaus.
Kook gerechten die u niet gelijktijdig
kunt toebereiden zo mogelijk direct
na elkaar, zodat u de al aanwezige
warmte gebruikt.
39
Tips om energie te besparen
Benutting restwarmte
Bij bereiding met temperaturen boven
140°C en bereidingstijden van meer
dan 30minuten kunt u de temperatuur ca.5minuten voor het einde van
de bereiding tot de minimaal instelbare temperatuur verlagen. De beschikbare restwarmte is voldoende om de
voedingsmiddelen op het einde te garen. Schakel de oven echter in geen
geval uit (zie hoofdstuk “Veiligheidsinstructies en waarschuwingen”).
Als u voor een bereiding een berei-
dingstijd heeft ingevoerd, schakelt de
ovenverwarming zich kort voor het
einde van de bereiding vanzelf uit. Op
het display verschijnt Energiebespa-
rende fase. De aanwezige restwarmte
is voldoende om de bereiding te voltooien.
Als u voor een bereiding een berei-
dingstijd heeft ingevoerd, schakelt de
ovenverwarming zich kort voor het
einde van de bereiding vanzelf uit. Op
het display verschijnt Energiebespa-
rende fase. De aanwezige restwarmte
is voldoende om de bereiding te voltooien.
Instellingen
Schakel de dagindicatie uit om het
energieverbruik te verminderen (zie
hoofdstuk “Instellingen”). Schakel de
dagindicatie uit om het energieverbruik te verminderen (zie hoofdstuk
“Instellingen”).
Stel de ovenverlichting zo in, dat ze
tijdens een bereiding automatisch na
15 seconden wordt uitgeschakeld. U
kunt de verlichting op elk moment
weer inschakelen door op de sensortoets te drukken.
Energiebesparende functie
De oven schakelt om energie te spa-
ren automatisch uit als geen gerecht
wordt bereid en de oven niet wordt
bediend. De tijd wordt weergegeven
of het display wordt donker (zie
hoofdstuk “Instellingen”).
Wilt u de pyrolysereiniging uitvoeren?
Start het reinigen dan bij voorkeur direct na een bereiding. De aanwezige
restwarmte vermindert het energieverbruik.
40
Bediening
Eenvoudige bediening
Schakel de oven in.
Het hoofdmenu verschijnt.
Plaats het voedingsmiddel in de
oven.
Kies Ovenfuncties.
Kies de gewenste functie.
De ovenfunctie en de voorgeprogrammeerde temperatuur verschijnen.
De ovenverwarming, de verlichting en
de ventilator worden ingeschakeld.
Wijzig zo nodig de voorgeprogram-
meerde temperatuur.
De voorgeprogrammeerde temperatuur wordt binnen enkele seconden
overgenomen. Indien nodig kiest u Wij-
zigen om terug te keren naar de tem-
peratuurinstelling (zie “Uitgebreide bediening – Temperatuur wijzigen”).
Bevestig met OK.
Koelventilator
Om te voorkomen dat er vocht in de
ovenruimte, op het bedieningspaneel of
in de keukenkast neerslaat, blijft de
ventilator na een bereiding nog enige
tijd ingeschakeld.
De ventilator wordt na een bepaalde tijd
automatisch uitgeschakeld (zie “Instellingen – Naloop ventilator”).
De ingestelde en de werkelijke temperatuur verschijnen.
U kunt het stijgen van de temperatuur
op het display volgen. Als de ingestelde
temperatuur voor het eerst wordt bereikt, klinkt er een akoestisch signaal als
deze functie is ingeschakeld (zie “Instellingen – Volume – Geluidssignalen”).
Na de bereiding:
Haal het voedingsmiddel uit de oven.
Schakel de oven uit.
41
Instellingen
Menu “Instellingen” oproepen
U bevindt zich in het hoofdmenu.
Kies Instellingen.
U kunt nu de instellingen controleren of
wijzigen.
U kunt instellingen alleen wijzigen als
op dat moment geen bereiding plaatsvindt.
Instellingen wijzigen en opslaan
Kies Instellingen.
Scroll over het display totdat de ge-
wenste instelling verschijnt en druk
erop.
U herkent de actuele instellingen aan
het gekleurde kadertje.
Veeg met uw vinger over het display
totdat de gewenste optie verschijnt
en tik erop.
Bevestig met OK.
De instelling wordt opgeslagen.
42
Overzicht van de instellingen
MenupuntMogelijke instellingen
Taal ... / deutsch/ english/ ...
Land
TijdWeergave
Aan / Uit* / Nachtuitschakeling
Type klok
Analoog * / Digitaal
Tijdsformaat
24 uur * / 12 uur (am/pm)
Instellen
Datum
VerlichtingAan / 15 seconden aan*
StartschermHoofdmenu
Ovenfuncties
Speciale toepassingen
MyMiele
Eigen programma's
Lichtsterkte
VolumeGeluidssignalen
Toetsgeluid
Welkomstmelodie
EenhedenTemperatuur
°C * / °F
Naloop ventilatorTijdgestuurd
Temperatuurgestuurd *
PyrolyseMet advies
Zonder advies *
Voorgeprogr. temperatu-
ren
Instellingen
*Fabrieksinstelling
43
Instellingen
MenupuntMogelijke instellingen
VeiligheidVergrendeling
Aan / Uit*
Toetsenvergrendeling
Aan / Uit*
ZwenkpaneelAutomatisch
Handmatig *
SpijzenthermometerSensorgroep 0 tot Sensorgroep 9
NetwerkAan * / Uit
Miele@homeModuleinstellingen
Modulestatus
Module-actie starten
IP-instellingen
DNS-instellingen
SSID-instellingen
Netwerkcodering
Systeeminstellingen
Apparaatnaam wijzigen
Apparatenlijst
Apparatenlijst actualiseren
Andere toestellen aanmelden
Bij systeem afmelden
Als tijdgever vastleggen
Weergave bij stand-by [Aan * / Alleen foutmeldingen]
Apparaatopties
HandelaarDemo-functie
Aan / Uit*
FabrieksinstellingenInstellingen
Eigen programma's
Voorgeprogr. temperaturen
MyMiele
*Fabrieksinstelling
44
Instellingen
Taal
U kunt uw eigen taal en land instellen.
Nadat u uw keuze heeft gemaakt en bevestigd, verschijnt in het display meteen
de gekozen taal.
Tip: Als u per ongeluk een taal heeft gekozen die u niet beheerst, kiest u In-
stellingenen kunt u aan de hand van het
symbool gemakkelijk weer terug naar
het submenu Taal .
Dagtijd
Weergave
Kies de gewenste weergave van de
dagtijd voor het uitgeschakelde toestel:
- Aan
De dagtijd wordt altijd in het display
weergegeven. U kunt de weergegeven sensortoetsen meteen bedienen,
de verlichting in- en uitschakelen,
alsmede het alarm en de kookwekker gebruiken.
- Uit
Het display blijft donker om energie
te besparen. U moet de oven inschakelen, voordat u deze kunt bedienen.
Dit geldt ook voor de functies Alarm
+ kookwekker en Verlichting.
Weergave
U kunt de dagtijd analoog (in de vorm
van een klok met wijzerplaat) of digitaal
(h:min) laten weergeven.
Bij digitale weergave verschijnt op het
display ook de datum.
Tijdsformaat
U kunt het tijdsformaat van de dagtijd
kiezen:
- 24 uur
De dagtijd wordt in het 24-uurs-formaat weergegeven.
- 12 uur (am/pm)
De dagtijd wordt in het 12-uurs-formaat weergegeven.
Instellen
U stelt de uren en de minuten in.
Na een stroomstoring verschijnt de
huidige dagtijd opnieuw. De oven bewaart de informatie ca.200uur in het
geheugen.
- Nachtuitschakeling
Om energie te besparen, verschijnt
de dagtijd alleen van 5 tot 23 uur in
het display. De resterende tijd is het
display donker en moet u de oven inschakelen voordat u deze kunt bedienen.
45
Instellingen
Datum
Met deze functie stelt u de datum in.
De datum verschijnt bij uitgeschakelde
oven alleen als u kiest voor de instelling “Dagtijd – Kloktype – Digitaal”.
Verlichting
- Aan
De ovenverlichting blijft tijdens de hele bereiding ingeschakeld.
- 15 seconden aan
De ovenverlichting wordt tijdens een
bereiding na 15 seconden uitgeschakeld. Als u op drukt, wordt de verlichting weer 15 seconden ingeschakeld.
Startscherm
Af fabriek verschijnt na het inschakelen
van de oven het hoofdmenu. In plaats
daarvan kunt u als startscherm ook bijvoorbeeld de ovenfuncties of de functies onder MyMiele kiezen (zie
“MyMiele”).
Lichtsterkte
De instelling van de lichtsterkte van het
display kunt u aflezen op een balkje met
zeven segmenten.
Kies Donkerder of Lichter, om de licht-
sterkte te wijzigen.
46
Instellingen
Volume
Geluidssignalen
De instelling van het volume kunt u aflezen op een balkje met zeven segmenten.
Als alle segmenten gevuld zijn, is het
maximale volume ingesteld. Is geen enkel segment gevuld, dan is het signaal
uitgezet.
Kies Zachter of Harder, om het volume
te wijzigen.
Kies Aan of Uitom de geluidssignalen
in of uit te schakelen.
Toetssignaal
De instelling van het volume kunt u aflezen op een balkje met zeven segmenten.
Als alle segmenten gevuld zijn, is het
maximale volume ingesteld. Is geen enkel segment gevuld, dan is het signaal
uitgezet.
Eenheden
Temperatuur
- °C
De temperatuur wordt in graden Celsius weergegeven.
- °F
De temperatuur wordt in graden Fahrenheit weergegeven.
Kies Zachter of Harder, om het volume
te wijzigen.
Kies Aan of Uitom het toetssignaal in
of uit te schakelen.
Welkomstmelodie
U kunt de melodie die u bij aanraking
van de Aan/Uit-toets hoort, uit- of inschakelen.
47
Instellingen
Naloop koelventilator
Om te voorkomen dat er vocht in de
ovenruimte, op het bedieningspaneel of
in de keukenkast neerslaat, blijft de
ventilator na een bereiding nog enige
tijd ingeschakeld.
- Temperatuurgestuurd
De ventilator wordt bij een temperatuur in de oven onder ca.70°C uitgeschakeld.
- Tijdgestuurd
De ventilator wordt na ca.25minuten
uitgeschakeld.
Door condenswater kunnen de keukenkast en het werkblad beschadigd
raken en kan er corrosie in de oven
ontstaan.
Als u in het toestel voedingsmiddelen
warmhoudt, zal bij de instelling Tijd-
gestuurd de luchtvochtigheid toene-
men. Hierdoor kunnen het bedieningspaneel en het meubelfront beslaan en kan er condensvorming onder het werkblad kan optreden.
Houd bij de instelling Tijdgestuurd
geen voedingsmiddelen warm in het
toestel.
Voorgeprogrammeerde temperaturen
Als u vaak met afwijkende temperaturen
werkt, kan het zinvol zijn de voorgeprogrammeerde temperaturen te wijzigen.
Zodra u het menupunt heeft opgeroepen, verschijnt de keuzelijst met de
ovenfuncties.
Kies de gewenste functie.
Als u een ovenfunctie kiest, licht de
voorgeprogrammeerde temperatuur op.
Tegelijk verschijnt het bereik waaruit u
kunt kiezen.
Wijzig de voorgeprogrammeerde tem-
peratuur.
Bevestig met OK.
Pyrolyse
- Met advies
U wordt via een melding op het display geadviseerd de pyrolyse uit te
voeren.
- Zonder advies
Het advies om de pyrolyse uit te voeren, verschijnt niet.
48
Instellingen
Veiligheid
Vergrendeling
De vergrendeling voorkomt dat de oven
onbedoeld wordt ingeschakeld.
De vergrendeling blijft ook na een
stroomstoring actief.
Om de vergrendeling te kunnen gebruiken, moet u de functie activeren.
Kies hiervoor de instelling Aan.
Als de vergrendeling geactiveerd is,
kunt u nog wel een kookwekkertijd instellen.
- Aan
De vergrendeling wordt geactiveerd.
Voordat u de oven kunt gebruiken,
moet u het toestel inschakelen en het
symbool minimaal 6 seconden ingedrukt houden.
- Uit
De vergrendeling is gedeactiveerd. U
kunt de oven gewoon gebruiken.
Toetsenvergrendeling
Deze vergrendelingsfunctie voorkomt
dat een bereidingproces onbedoeld
wordt uitgeschakeld of dat instellingen
worden gewijzigd. Als deze vergrendeling actief is, worden de sensortoetsen
en de velden in het display enkele seconden na de start van een bereiding
vergrendeld.
- Aan
De toetsenvergrendeling is actief.
Voordat u een functie kunt gebruiken,
moet u het symbool minimaal
6seconden ingedrukt houden. De
vergrendeling wordt dan voor korte
tijd gedeactiveerd.
- Uit
De toetsenvergrendeling is gedeactiveerd. Alle sensortoetsen reageren bij
aanraking meteen.
49
Instellingen
Katalysator
De werking van de katalysator voor de
geurvermindering kunt u aflezen op een
balkje met zeven segmenten.
Als alle segmenten zijn gevuld, is de
maximale geurvermindering ingesteld.
Is geen enkel segment gevuld, dan is
de katalysator uitgeschakeld.
Kies Min. of Max. om de werking van
de katalysator te wijzigen.
Kies Aan of Uit om de katalysator in of
uit te schakelen.
Draaibaar bedieningspaneel
Onafhankelijk van de gekozen instelling draait het draaibare bedieningspaneel automatisch in zodra u de pyrolysereiniging start.
- Automatisch
Het draaibare bedieningspaneel
draait automatisch uit zodra u de
oven inschakelt.
Het draaibare bedieningspaneel
wordt automatisch ingedraaid zodra
u de oven uitschakelt.
- Handmatig
Raak de sensortoets aan voor
het in- en uitdraaien van het draaibare bedieningspaneel.
Spijzenthermometer
Door de fabriek is ingesteld dat uw
oven de meegeleverde draadloze spijzenthermometer automatisch herkent.
Als u een nieuwe Miele-spijzenthermometer hebt gekocht, moet u de sensorgroep opnieuw instellen.
De sensorgroep staat op de tweede
positie van de code die op de metalen
punt van de spijzenthermometer is afgedrukt.
Voorbeeld: P1-F46-0012636 betekent
Sensorgroep 1.
Kies de sensorgroep.
Bevestig met OK.
Netwerk
U kunt uw Range Cooker via de geïntegreerde wifimodule verbinden met uw
wifinetwerk en via een mobiel toestel
(bv. smartphone of tablet) besturen.
Het signaal van uw wifinetwerk moet
voldoende sterk zijn op de locatie
van uw Range Cooker.
Als u de Range Cooker niet met een
wifinetwerk wilt verbinden, dan kiest
u de instellingen Netwerk – Uit.
50
Instellingen
Miele@home
De Range Cooker hoort bij de huishoudelijke toestellen die geschikt zijn
voor Miele@home en beschikt over de
SuperVision-functie.
Uw Range Cooker is vanuit de fabriek
voorzien van een wificommunicatiemodule en is geschikt voor draadloze
communicatie.
U kunt uw Range Cooker op verschillende manieren in uw wifinetwerk opnemen. We adviseren u om uw Range
Cooker met de Miele@mobile app of via
WPS met uw wifinetwerk te verbinden.
Miele@mobile-app
De Miele@mobile-app kunt u gratis
downloaden uit de Apple App Store® of
de Google Play Store™.
Module-instellingen
We adviseren u om uw Range Cooker
met de Miele@mobile app of via WPS
met uw wifinetwerk te verbinden.
Als u in plaats daarvan alle instellingen
voor de verbinding met uw router zelf
wilt invoeren of als u een speciale netwerkconfiguratie hebt, dan kunt u met
de nodige vakkennis hier de instellingen
invoeren.
- Modulestatus
- Module-actie starten
– Herstart
– Herstart met fabrieksinstell.
– Herstart in service-modus
- IP-instellingen
– IP automatisch verstrekken
– IP-adres
– Subnetmasker
– Standard-Gateway
- DNS-instellingen
Als u de Miele@mobile-app op een mobiel apparaat hebt geïnstalleerd, kunt u
het volgende:
- Uw huishoudelijke toestel op afstand
bedienen
- Informatie over de status van uw
huishoudelijke toestel opvragen
- Aanwijzingen voor het programmaverloop van uw huishoudelijke toestel
oproepen
- Een Miele@home-netwerk inrichten
met meer Wi-Fi-geschikte huishoudelijke toestellen van Miele
– DNS automat. verstrekken
– DNS-server 1
– DNS-server 2
- SSID-instellingen
– SSID invoeren
– SSID zoeken
- Netwerkcodering
– Authentificatie
– Netwerkcode
Via Netwerkstatus kunt u de actuele
module-instellingen weergeven.
51
Instellingen
Module-actie starten
Als u alle instellingen en ingevoerde
waarden voor Miele@home wilt herstellen, dan kunt u de fabrieksinstelling van
de wifimodule terug instellen. Alle instellingen die geen betrekking hebben
op Miele@home blijven behouden.
Kies Herstart met fabrieksinstell. en be-
vestig met OK.
Op de display verschijnt Even wachten
a.u.b..
Na enkele minuten verschijnt Herstart
succesvol.
Bevestig met OK.
De fabrieksinstelling van de wifimodule
is hersteld.
Als de wifimodule niet kon worden hersteld naar de fabrieksinstelling, herhaal
dan de genoemde stappen.
Systeeminstellingen
- Apparaatnaam wijzigen
Voer een toestelnaam in met behulp
van het toetsenbord. Met het teken
kunt u naar de volgende regel gaan
als u een langere toestelnaam wilt invoeren. De gewijzigde toestelnaam
wordt door de communicatiemodule
en de Miele@mobile-app gebruikt.
- Apparatenlijst
Kies dit menupunt om de aangemelde huishoudelijke toestellen weer te
geven. Volg de instructies op de display.
- Apparatenlijst actualiseren
Kies dit menupunt nadat u meer toestellen heeft aan- of afgemeld.
- Andere toestellen aanmelden
Kies dit menupunt om meer toestellen aan te melden die geschikt zijn
voor Miele@home. Volg de instructies
op de display.
- Bij systeem afmelden
Kies dit menupunt om de Range
Cooker bij het Miele@home-systeem
af te melden en de SuperVision-functie uit te schakelen. Volg de instructies op de display.
52
- Als tijdgever vastleggen
Kies dit menupunt om de tijd van de
toestellen in het netwerk te synchroniseren.
Instellingen
WPS Push Button
Naast de netwerkaanmelding van uw
Range Cooker met de Miele@mobile
app kunt u de verbinding ook via WPS
(Wireless Protected Setup) tot stand
brengen. Daarvoor hebt u een WPS-geschikte router nodig.
Kies WPS Push-Button.
Op de display verschijnt Even wachten
a.u.b..
Activeer binnen 2 minuten de functie
“WPS” op uw router.
Als de verbinding tot stand gebracht
is, bevestigt u met OK.
De Range Cooker gaat weer terug naar
het menu Miele@home.
Als er geen verbinding kon worden gemaakt, kan het zijn dat u de WPS op uw
router niet snel genoeg hebt ingeschakeld. Herhaal de vorige stappen.
Afstandsbediening
Als u de Miele@mobile app op uw mobiele toestel hebt geïnstalleerd, kunt u
de status van uw Range Cooker vanaf
elke locatie oproepen.
- Aan
De functie voor bediening op afstand
is ingeschakeld. U kan via de
Miele@mobile app bv. de status van
uw Range Cooker vanaf elke locatie
oproepen en de programma-instellingen voor gekozen recepten naar
uw Range Cooker overdragen.
Het symbool verschijnt rechtsboven op de display.
- Uit
De functie voor bediening op afstand
is uitgeschakeld.
53
Instellingen
SuperVision
De Range Cooker hoort bij de huishoudelijke toestellen die geschikt zijn
voor Miele@home en beschikt over de
SuperVision-functie.
U kunt de SuperVision-functie pas activeren nadat u een Miele@home-systeem hebt aangemaakt.
SuperVision-weergave
- Aan
De SuperVision-functie voor het bewaken van andere huishoudelijke
toestellen in het Miele@home-systeem is ingeschakeld.
Het symbool verschijnt rechtsboven op de display.
- Uit
De SuperVision-functie is uitgeschakeld.
Weergave bij stand-by
De SuperVision-functie is ook beschikbaar als de Range Cooker in
stand-by staat. Voorwaarde is dat de
dagtijdweergave van de Range Cooker is ingeschakeld (Instellingen – Tijd –
Weergave – Aan).
Opties
De SuperVision-weergave moet zijn
geactiveerd om de opties te kunnen
oproepen.
Alle in het Miele@home-systeem aangemelde huishoudelijke toestellen worden
weergegeven. Als u een toestel selecteert, kun u meer instellingen oproepen:
- Toestel weergeven
– Aan
De SuperVision-functie is voor dit
toestel ingeschakeld.
– Uit
De SuperVision-functie is voor dit
toestel uitgeschakeld. Het toestel
is verder bij het Miele@home-systeem aangemeld. Storingen worden weergegeven, ook als de
SuperVision-functie voor dit toestel is uitgeschakeld.
- Geluidssignalen
– Aan
De geluidssignalen zijn voor dit
toestel ingeschakeld.
– Uit
De geluidssignalen zijn voor dit
toestel uitgeschakeld.
- Aan
Actieve toestellen die zijn aangemeld
in het Miele@home-systeem, worden
weergegeven, ook als de Range Cooker in stand-by staat.
- Alleen foutmeldingen
Alleen storingen van actieve toestellen worden weergegeven.
54
Instellingen
Demomodus voor de vakhandel
Met deze functie kan de vakhandel de
oven presenteren, zonder dat de verwarming wordt ingeschakeld. Voor particulier gebruik is deze instelling niet relevant.
Demo-functie
Als u de oven bij geactiveerde demofunctie inschakelt, verschijnt de melding Demo-functie is ingeschakeld. De
verwarming werkt niet.
- Aan
De demo-functie wordt geactiveerd
als u het veld OK minimaal 4 seconden ingedrukt houdt.
- Uit
De demo-functie wordt geactiveerd
als u het veld OK minimaal 4 seconden ingedrukt houdt. U kunt de oven
gewoon gebruiken.
Fabrieksinstellingen
- Instellingen
Alle instellingen worden weer op de
fabrieksinstellingen gezet.
- Eigen programma's
Alle eigen programma's worden gewist.
- Voorgeprogr. temperaturen
De gewijzigde voorgeprogrammeerde
temperaturen worden weer op de fabrieksinstellingen gezet.
- MyMiele
Alle MyMiele-instellingen worden gewist.
55
MyMiele
Met MyMiele kunt u uw oven personaliseren door de toepassingen die u
vaak gebruikt hier in te voeren.
U kunt de menupunten die u onder
MyMiele opneemt ook als startscherm
vastleggen (zie het hoofdstuk “Instellingen – startscherm”).
Functie toevoegen
U kunt maximaal 20 functies toevoegen.
Kies MyMiele.
Kies Ingave toevoegen.
U kunt punten uit de volgende rubrieken kiezen:
- Ovenfuncties
- Speciale toepassingen
- Eigen programma's
Bevestig met OK.
In de lijst verschijnt het gekozen punt
met het bijbehorende symbool.
Als u nog meer functies wilt toevoe-
gen, gaat u op dezelfde manier te
werk. U kunt alleen kiezen uit punten
die u nog niet heeft toegevoegd.
56
MyMiele
MyMiele bewerken
Nadat u de functie Bewerken heeft gekozen, kunt u
- functies toevoegen, als MyMiele minder dan 20 functies omvat,
- functies wissen,
- functies sorteren, als MyMiele meer
dan 4 functies omvat.
Functies wissen
Kies MyMiele.
Kies Bewerken.
Kies Ingave wissen.
Kies de functie die u wilt wissen.
Bevestig met OK.
De functie wordt uit de lijst verwijderd.
Functies sorteren
Bij meer dan 4 functies kunt u de volgorde van de functies wijzigen.
Kies MyMiele.
Kies Bewerken.
Kies Ingave sorteren.
Kies de functie.
Kies de positie waar de functie moet
verschijnen.
Bevestig met OK.
De functie verschijnt op de gekozen positie.
57
Alarm en kookwekker
Met de sensortoets kunt u een kookwekkertijd (bijvoorbeeld voor het koken
van eieren) instellen of een alarm (een
bepaalde dagtijd).
U kunt tegelijk twee alarmen, twee
kookwekkertijden of één alarm en één
kookwekkertijd instellen.
Alarm gebruiken
De alarmfunctie kunt u gebruiken om
een bepaalde dagtijd in te stellen, waarop een akoestisch signaal moet worden
afgegeven.
Alarm instellen
Als u voor de instelling Tijd–Weergave
– Uit heeft gekozen, moet u eerst de
oven inschakelen om het alarm te kunnen instellen. Het tijdstip van het alarm
wordt dan weergegeven, terwijl de
oven uitgeschakeld is.
Kies .
Kies Nieuw alarm.
Stel het tijdstip van het alarm in.
Bevestig met OK.
Als de oven uitgeschakeld is, verschijnen het tijdstip van het alarm en het
symbool in plaats van de dagtijd.
Als op dat moment een bereiding actief
is of als u zich in een menu bevindt,
verschijnen het tijdstip van het alarm en
het symbool rechts boven in het display.
Op het tijdstip van het alarm:
- knippert naast de dagtijd in het
display.
- hoort u een signaal, als deze functie
ingeschakeld is (zie “Instellingen –
Volume – Geluidssignalen”).
Kies of het alarm rechts boven in
het display.
Het akoestische en optische signaal
worden uitgeschakeld.
Alarm wijzigen
Kies het alarm rechts boven in het
display of kies en vervolgens het
gewenste alarm.
Het ingestelde alarm verschijnt.
Stel het nieuwe tijdstip van het alarm
in.
Bevestig met OK.
Het gewijzigde alarm wordt opgeslagen
en verschijnt in het display.
Alarm wissen
Kies het alarm rechts boven in het
display of kies en vervolgens het
gewenste alarm.
Het ingestelde alarm verschijnt.
Kies Herstellen.
Bevestig met OK.
Het alarm wordt gewist.
58
Alarm en kookwekker
Kookwekker gebruiken
De kookwekker kunt u onder meer gebruiken als u iets buiten de oven bereidt, bijvoorbeeld als u eieren kookt.
U kunt de kookwekkertijd ook gebruiken als u al tijden voor het automatisch in- of uitschakelen van de oven
heeft ingesteld (bijvoorbeeld om u eraan
te herinneren dat u na een bepaalde tijd
kruiden wilt toevoegen of vlees wilt besprenkelen).
U kunt een kookwekkertijd van maximaal 9 uur, 59 minuten en 59 seconden
instellen.
Tip: Gebruik voor de ovenfunctie “Profi” de kookwekker om u eraan te
herinneren dat u eventuele handmatige
stoomstoten op het juiste moment uitvoert.
Kookwekkertijd instellen
Als u voor de instelling Tijd – Weergave
– Uit heeft gekozen, moet u eerst de
oven inschakelen om een kookwekkertijd te kunnen instellen. De aflopende kookwekkertijd wordt dan
weergegeven, terwijl de oven uitgeschakeld is.
Voorbeeld: U wilt eieren koken en stelt
een tijd in van 6 minuten en 20 seconden.
Kies .
Kies Nieuwe kookwekker.
Stel de kookwekkertijd in.
Bevestig met OK.
Als de oven uitgeschakeld is, verschijnen de aflopende kookwekkertijd en het
symbool in plaats van de dagtijd.
Als op dat moment een bereiding actief
is of als u zich in een menu bevindt,
verschijnen de aflopende kookwekkertijd en het symbool rechts boven in
het display.
59
Alarm en kookwekker
Na afloop van de kookwekkertijd:
- knippert.
- De tijd begint op te lopen.
- U hoort een signaal, als deze functie
is ingeschakeld (zie “Instellingen –
Volume – Geluidssignalen”).
Kies of de kookwekkertijd rechts
boven in het display.
Het akoestische en optische signaal
worden uitgeschakeld.
Kookwekkertijd wijzigen
Kies de kookwekkertijd rechts boven
in het display of kies en vervolgens
de gewenste kookwekkertijd.
De ingestelde kookwekkertijd verschijnt.
Stel de nieuwe kookwekkertijd in.
Bevestig met OK.
De gewijzigde kookwekkertijd wordt opgeslagen en loopt in seconden af.
Kookwekkertijd wissen
Kies de kookwekkertijd rechts boven
in het display of kies en vervolgens
de gewenste kookwekkertijd.
De ingestelde kookwekkertijd verschijnt.
Kies Herstellen.
Bevestig met OK.
De kookwekkertijd wordt gewist.
60
Overzicht ovenfuncties
Voor de bereiding van gerechten kunt u uit diverse functies kiezen.
OvenfunctieVoorgepro-
grammeerde
temperatu-
ren
Hetelucht Plus
Voor bakken en braden. U kunt meerdere niveaus tegelijk gebruiken. U kunt met lagere temperaturen
werken dan bij “Boven-onderwarmte”, omdat de
warmte meteen over de ovenruimte wordt verdeeld.
Boven-onderwarmte
Voor het bakken en braden van traditionele recepten,
voor het bereiden van soufflés en voor koken op lage
temperaturen.
Kies voor het bereiden van recepten uit oude kookboeken een temperatuur die 10°C lager is dan in het
recept staat aangegeven. De bereidingstijd verandert
niet.
Profi
Voor bakken en braden met vochttoevoer.
Intensief bakken
Voor het bakken van taarten met een vochtige bovenlaag. Gebruik deze ovenfunctie niet voor het bakken van plat gebak en niet voor braden (de fond
wordt anders te donker).
Braadautomaat
Voor braden. Tijdens de aanbraadfase wordt de oven
eerst op een hoge temperatuur ingeschakeld
(230°C). De oven schakelt daarna vanzelf terug naar
de ingestelde temperatuur (doorbraadtemperatuur).
160 °C30–250 °C
180 °C30–280 °C
160 °C130–250 °C
170 °C50–250 °C
160 °C100–230 °C
Tempera-
tuurbereik
61
Overzicht ovenfuncties
OvenfunctieVoorgepro-
grammeerde
temperatu-
ren
Onderwarmte
Kies deze functie tegen het einde van de bereidingstijd, als het voedingsmiddel aan de onderkant bruiner moet worden.
Bovenwarmte
Kies deze functie tegen het einde van de bereidingstijd, als het voedingsmiddel aan de bovenkant bruiner moet worden.
Grill groot
Voor het grilleren van platte stukken vlees en voor
bruineren. Het gehele verwarmingselement (voor de
bovenwarmte/grill) wordt roodgloeiend. Het verwarmingselement levert de infraroodstraling die voor het
grilleren nodig is.
Grill klein
Voor het grilleren van kleine hoeveelheden plat vlees
(zoals steaks) en voor bruineren (kleine vormen). Alleen het binnenste gedeelte van het verwarmingselement is ingeschakeld en wordt roodgloeiend. Het
verwarmingselement levert de infraroodstraling die
voor het grilleren nodig is.
Circulatiegrill
Voor het grilleren van gerechten met een grotere diameter, zoals een kip. U kunt met lagere temperaturen
werken dan bij “Grill”, omdat de warmte meteen
over de ovenruimte wordt verdeeld.
Gratineren
Voor kleine hoeveelheden, zoals diepvriespizza en
uitsteekkoekjes, maar ook voor vleesgerechten en
braadvlees. U bespaart energie vergeleken met de
gebruikelijke ovenfuncties als u de deur tijdens de
bereiding gesloten houdt.
190 °C100–280 °C
190 °C100–250 °C
240 °C200–300 °C
240 °C200–300 °C
200 °C100–260 °C
190 °C100–250 °C
Tempera-
tuurbereik
62
Uitgebreide bediening
U heeft het voedingsmiddel in de oven
gezet, een ovenfunctie gekozen en een
temperatuur ingesteld.
Via Extra instellingen openen kunt u bereidingstijden instellen en meer instellingen voor de bereiding uitvoeren.
Kies Wijzigen.
Kies Extra instellingen openen.
De volgende menupunten verschijnen:
- Bereidingstijd
- Kerntemperatuur (Verschijnt alleen bij
gebruik van de spijzenthermometer.
In dit geval kunt u geen bereidingstijd
instellen.)
- Klaar om
- Start om (Verschijnt pas als een waarde voor Bereidingstijd of Klaar om is ingesteld.)
- Snel opwarmen (Verschijnt alleen bij de
ovenfuncties “Hetelucht plus”,
“Braadautomaat”, “Boven-Onderwarmte” en “Profi”, als u
een temperatuur van meer dan
100°C instelt.)
- Crisp function (U kunt vochtreductie
voor krokante oppervlakken en
taarten met vochtig beleg gebruiken.)
- Verwarmingssoort wijzigen (Verschijnt alleen bij de ovenfunctie “Profi”. U
kunt de stoomstoten met een andere
ovenfunctie (verwarmingssoort) combineren.)
- Ovenfunctie wijzigen (U kunt de ovenfunctie tijdens een bereiding wijzigen.)
63
Uitgebreide bediening
Temperatuur wijzigen
Zodra u een ovenfunctie kiest, verschijnt de bijbehorende voorgeprogrammeerde temperatuur met het temperatuurbereik (zie “Overzicht ovenfuncties”).
Als de voorgeprogrammeerde tempe-
ratuur overeenkomt met de temperatuur uit uw recept, bevestigt u de
waarde met OK.
Wijzig de waarde als de voorgepro-
grammeerde temperatuur niet overeenkomt met de temperatuur uit het
recept.
U kunt de voorgeprogrammeerde temperatuur ook definitief aan uw persoonlijke wensen aanpassen, zie “Instellingen - Voorgeprogrammeerde
temperaturen”.
Voorbeeld: U heeft “Hetelucht Plus”
en 170°C ingesteld. U kunt het stijgen
van de temperatuur op het display volgen.
Snel opwarmen
Met de functie “Snel opwarmen” wordt
de opwarmfase verkort.
Bij de ovenfuncties “Hetelucht
plus”, “Braadautomaat”, “Boven-Onderwarmte” en “Profi”
wordt de functie “Snelopwarmen” automatisch ingeschakeld, als u een temperatuur van meer dan 100°C instelt.
Pizza en kwetsbare deegsoorten (zoals bij biscuit en koekjes) worden met
de functie “Snel opwarmen” te snel
bruin van boven. Zet bij dergelijke producten de functie “Snel opwarmen”
uit.
U kunt de functie “Snel opwarmen”
voor een bereiding uitschakelen.
U wilt de temperatuur tot 155°C verlagen.
Kies Wijzigen.
Wijzig de temperatuur.
Bevestig met OK.
De gewijzigde (ingestelde) temperatuur
wordt opgeslagen. De ingestelde en de
werkelijke temperatuur worden weergegeven.
64
Uitgebreide bediening
Functie “Snel opwarmen”
- Aan
Het verwarmingselement voor de bovenwarmte/grill, het ringvormige verwarmingselement en de ventilator
worden tegelijk ingeschakeld, zodat
het toestel zo snel mogelijk de gewenste temperatuur bereikt.
- Uit
Alleen de verwarmingselementen die
bij de ovenfunctie horen, worden ingeschakeld.
Om de functie “Snel opwarmen” uit te
schakelen, gaat u als volgt te werk:
Kies Wijzigen.
Kies Extra instellingen openen.
Kies Snel opwarmen.
In het veld Snel opwarmen verschijnt Uit.
Bevestig met OK.
De functie “Snel opwarmen” is uitgeschakeld.
Kies de ovenfunctie en de tempera-
tuur.
Schakel bij pizza en gevoelige deeg-
soorten (zoals biscuit en koekjes) de
functie “Snel opwarmen” uit tijdens
het opwarmen.
Wacht tot de opwarmfase voorbij is.
Als de ingestelde temperatuur wordt
bereikt, hoort u een signaal, als deze
functie ingeschakeld is (zie “Instellingen
– Volume – Geluidssignalen”).
Plaats het voedingsmiddel in de
oven.
In plaats van Snel opwarmen verschijnt
Opwarmfase.
65
Uitgebreide bediening
Crisp-functie(vochtreductie)
Deze functie is ideaal voor vochtige
producten die een krokant bovenlaagje
moeten krijgen, zoals diepvriesfrieten,
kroketten en gebraad met een korstje.
De vochtregeling moet geopend zijn.
Ook voor taarten met een vochtige bovenlaag, zoals pruimen- en appeltaarten, is deze functie geschikt.
U hebt het voedingsmiddel in de oven
gezet, een ovenfunctie gekozen en een
temperatuur ingesteld.
U kunt de “Crisp-functie” bij elke
ovenfunctie gebruiken. U moet de
functie voor elke bereiding afzonderlijk
activeren. U bereikt het beste resultaat
als u de functie al bij het begin van
een bereiding activeert.
Kies Wijzigen.
Kies Extra instellingen openen.
Kies Crisp function.
Vochtregeling
Gevaar voor letsel door heet op-
pervlak.
De oven wordt bij gebruik heet. U
kunt zich branden aan de verwarmingselementen, de ovenwanden en
de accessoires.
Open of sluit de vochtregeling enkel
wanneer de ovenruimte is afgekoeld.
Links onder de bovenwand van de
ovenruimte bevindt zich een verschuifbaar metalen deksel waarmee u de
vochtregeling kunt besturen.
In het veld Crisp function verschijnt Aan.
Bevestig met OK.
De vochtreductie is geactiveerd.
66
Trek het metalen deksel naar voor om
de vochtregeling te openen.
Het vocht wordt via de koelventilator uit
de ovenruimte afgevoerd. Het voedsel
krijgt een knapperig korstje.
Om het te sluiten schuift u het meta-
len deksel naar achter.
Het vocht blijft in de ovenruimte tijdens
de bereiding. Het voedsel blijft sappig.
Uitgebreide bediening
Ovenfunctie wijzigen
U kunt de ovenfunctie tijdens een bereiding wijzigen.
Kies Wijzigen.
Kies Extra instellingen openen.
Kies Functie wijzigen.
Kies de gewenste functie.
In het display verschijnen de gewijzigde
ovenfunctie en de bijbehorende voorgeprogrammeerde temperatuur.
Wijzig zo nodig de temperatuur.
Bevestig met OK.
De ovenfunctie is gewijzigd.
Ingestelde tijden blijven behouden.
Bereidingstijden instellen
U heeft het voedingsmiddel in de oven
gezet, een ovenfunctie gekozen en een
temperatuur ingesteld.
Als u een waarde invoert bij Bereidings-
tijd, Klaar om of Start om kunt u het toe-
stel automatisch laten uitschakelen of
laten in- en uitschakelen.
- Bereidingstijd
Hier voert u de tijd in die voor een
bereiding nodig is. Na afloop van die
tijd wordt de ovenverwarming automatisch uitgeschakeld. U kunt een
maximale bereidingstijd van 12uur
instellen.
U kunt geen bereidingstijd instellen
als u de spijzenthermometer gebruikt. De bereidingstijd is in dat geval afhankelijk van het bereiken van
de kerntemperatuur.
- Klaar om
Hiermee bepaalt u het tijdstip waarop
de bereiding moet eindigen. Op dat
tijdstip wordt de ovenverwarming automatisch uitgeschakeld.
Klaar om kan niet worden ingesteld
als u de spijzenthermometer gebruikt. Het einde van een bereiding is
in dat geval afhankelijk van het bereiken van de kerntemperatuur.
- Start om
Hiermee bepaalt u het tijdstip waarop
het bereidingsproces moet beginnen.
Op dat tijdstip wordt de ovenverwarming automatisch ingeschakeld.
Start om kan alleen in combinatie met
Bereidingstijd of Klaar om worden ge-
bruikt, behalve bij gebruik van de
spijzenthermometer.
67
Uitgebreide bediening
Bereidingsproces automatisch uitschakelen
Voorbeeld: Het is 11:45 uur. Het gerecht
kan in 30 minuten gaar zijn en moet om
12:15 uur gereed zijn.
U kunt nu Bereidingstijd kiezen en
0:30uur instellen of Klaar om kiezen en
12:15uur instellen.
Na die tijd of op het ingestelde tijdstip
wordt de oven uitgeschakeld.
Bereidingstijd instellen
Kies Wijzigen.
Kies Extra instellingen openen.
Stel de bereidingstijd in.
Bevestig met OK.
“Klaar om” instellen
Kies Wijzigen.
Kies Extra instellingen openen.
Stel in het veld Klaar om de tijd in
waarop het voedingsmiddel gereed
moet zijn.
Bevestig met OK.
Bereidingsproces automatisch in- en
uitschakelen
Automatisch in- en uitschakelen is ideaal voor het braden van vlees. Als u
een taart of brood wilt bakken, kunt u
de bereiding beter niet te lang van tevoren programmeren. Het deeg kan
uitdrogen en de werking van het rijsmiddel kan afnemen.
Als u een bereidingsproces automatisch
wilt laten in- en uitschakelen, kunt u de
tijden op verschillende manieren invoeren. Via:
- Bereidingstijd en Klaar om
- Bereidingstijd en Start om
- Klaar om en Start om
Voorbeeld: het is 11:30uur. Het gerecht
kan in 30 minuten gaar zijn en moet om
12:30uur gereed zijn.
Kies Wijzigen.
Kies Extra instellingen openen.
Voer in het veldBereidingstijd 0:30uur
in.
Voer in het veldKlaar om 12:30uur in.
68
Bevestig met OK.
Start om wordt automatisch berekend. In
het display verschijnt Start om12:00.
Op dat tijdstip wordt de bereiding automatisch gestart.
Uitgebreide bediening
Verloop van een bereiding met automatische in- en uitschakeling
Tot aan de start verschijnen in het dis-
play de ovenfunctie, de gekozen temperatuur, de bereidingstijd (resttijd), Start
om en de starttijd.
Na de start kunt u de opwarmfase volgen, tot het bereiken van de ingestelde
temperatuur.
Als die temperatuur bereikt is, hoort u
een signaal, als deze functie ingeschakeld is (zie “Instellingen - Volume - Geluidssignalen”).
Na de opwarmfase verschijnt de resterende bereidingstijd (resttijd).
U kunt het aflopen van de bereidingstijd
volgen. De laatste minuut loopt in seconden af.
Aan het einde van de bereiding hoort
u een signaal, als deze functie ingeschakeld is (zie “Instellingen – Volume –
Geluidssignalen”).
Ingestelde bereidingstijden wijzigen
Kies Wijzigen.
Alle menupunten die u kunt wijzigen,
verschijnen.
Wijzig de betreffende tijd.
Bevestig met OK.
Bij een stroomstoring worden de instellingen gewist.
Bereiding afbreken
Druk twee keer op .
In het display verschijnt Bereiding afbre-
ken?.
Kies Ja.
De verwarming en de verlichting worden uitgeschakeld. De ingestelde bereidingstijden worden gewist.
De verwarming en de verlichting worden uitgeschakeld. In het display verschijnt Proces afgerond.
U kunt uw instellingen als eigen programma opslaan (zie “Eigen programma's”) of de bereiding via Wijzigen verlengen.
Tijdens de afkoelfase blijft de ventilator ingeschakeld.
69
Profi-functie
Uw oven heeft een stoomsysteem
waarmee u tijdens bereidingen het
vochtgehalte in de ovenruimte kunt verhogen. Tijdens bakken, braden en koken met de ovenfunctie “Profi” zorgen de stoomtoevoer en de luchtgeleiding voor een perfect bereidings- en
bruineringsresultaat.
Nadat u de ovenfunctie “Profi”
heeft gekozen, stelt u de temperatuur in
en bepaalt u het aantal stoomstoten.
U hebt de keuze uit:
- Automatische stoomstoot
Zet voldoende water voor één stoomstoot klaar. De oven voert de stoomstoot na de opwarmfase automatisch
uit.
- 1 stoomstoot 2 stoomstoten 3 stoomstoten
Zet voldoende water klaar voor het
gewenste aantal stoomstoten. U
voert de stoomstoten zelf uit.
Met de vulbuis links onder het bedieningspaneel laat u het toestel vers leidingwater voor het stoomsysteem opzuigen.
Andere vloeistoffen dan water
beschadigen de oven.
Gebruik uitsluitend leidingwater voor
bereidingen met vochttoevoer.
Het water wordt tijdens de bereiding in
de vorm van stoom in de ovenruimte
geïnjecteerd. De openingen voor de
stoomtoevoer bevinden zich achter in
de linkerhoek van de ovenruimte.
70
Profi-functie
Een stoomstoot duurt ca. 5–8minuten.
Het gerecht bepaalt het aantal stoomstoten en het tijdstip:
- Bij gistdeeg bereikt u het beste resultaat als een stoomstoot bij het begin van de bereiding plaatsvindt. Het
deeg rijst dan beter.
- Brood en broodjes rijzen beter als
een stoomstoot bij het begin van de
bereiding wordt uitgevoerd. De korst
wordt extra glanzend als tegen het
einde van de bereiding nog een
stoomstoot plaatsvindt.
- Als u vetrijk vlees braadt, wordt het
vet beter uitgebakken als een stoomstoot bij het begin van de bereiding
wordt uitgevoerd.
De ovenfunctie is niet geschikt voor
deegsoorten die veel vocht bevatten,
zoals bij eiwitgebak. Dergelijke deegsoorten moeten tijdens het bakken droger worden.
Verloop van een bereiding met
de ovenfunctie “Profi”
Het is normaal dat er tijdens een
stoomstoot geluiden optreden en
vocht op de binnenkant van de deur
neerslaat. Het vocht verdampt gedurende de bereiding.
Bereid het gerecht voor en plaats het
in de oven.
Kies Ovenfuncties.
Kies de ovenfunctie “Profi”.
De voorgeprogrammeerde temperatuur
verschijnt (160°C).
De ovenverwarming, de verlichting en
de ventilator worden ingeschakeld.
Temperatuur instellen
Stel de gewenste temperatuur in.
Bevestig met OK.
Aantal stoomstoten instellen
Als u wilt dat de oven de stoomstoot
na de opwarmfase automatisch uitvoert, kiest u Automatische stoomstoot.
Als u één of meerdere stoomstoten
op bepaalde tijdstippen wilt uitvoeren, kiest u 1 stoomstoot, 2 stoomstoten
of 3 stoomstoten.
71
Profi-functie
Tijdstip stoomstoten
Deze keuzemogelijkheid verschijnt alleen als u 1, 2 of 3 stoomstoten hebt
gekozen.
Tip: Als het gerecht in een koude oven
wordt gezet, moet de 2e stoomstoot op
zijn vroegst 10minuten na de start van
de bereiding worden uitgevoerd als u
meer dan één stoomstoot hebt gekozen.
Handmatige stoomstoten
Als u voedingsmiddelen zoals brood
of broodjes in de voorverwarmde
ovenruimte wilt bereiden, kunt u de
stoomstoten het beste handmatig uitvoeren. Voer de eerste stoomstoot
meteen na het inschuiven van het voedingsmiddel uit.
Als u zelf de stoomstoten wilt uitvoe-
ren, kiest u Handmatig. Stel de kookwekker in om u aan het tijdstip te
herinneren.
Tijdgestuurde stoomstoten
Als u een tijdstip voor de stoomstoten
wilt instellen, kiest u Tijdgestuurd.
Stel het gewenste tijdstip voor iedere
stoomstoot in. De oven voert de
stoomstoten op de ingestelde momenten uit. De tijd begint te lopen na
de start van het programma.
Bevestig met OK.
U wordt verzocht het water te laten opzuigen.
Water klaarzetten en opzuigen
starten
Vul een glas (reservoir) met de beno-
digde hoeveelheid leidingwater
Open de deur.
Klap de vulbuis links onder het bedie-
ningspaneel naar voren.
Steek de vulbuis in het glas met lei-
dingwater.
Bevestig met OK.
Het opzuigen begint.
De werkelijk opgezogen waterhoeveelheid kan minder zijn dan de gevraagde
hoeveelheid. Er kan dan een resthoeveelheid in het glas achterblijven.
U kunt het opzuigen op elk moment
afbreken en weer voortzetten door
Stop of Start te kiezen.
Haal het glas weg als het water is op-
gezogen.
Bevestig de melding dat het opzuigen
is afgerond met OK.
72
Sluit de deur.
Profi-functie
U hoort nog eens een kort pompgeluid.
Het water dat zich nog in de vulbuis bevindt, wordt opgezogen.
De ovenverwarming, de verlichting en
de ventilator worden ingeschakeld. De
ingestelde en de werkelijke temperatuur
verschijnen.
U kunt het stijgen van de temperatuur
op het display volgen. Als de ingestelde
temperatuur voor het eerst wordt bereikt, klinkt er een akoestisch signaal als
deze functie is ingeschakeld (zie “Instellingen – Volume – Geluidssignalen”).
Als u Tijdgestuurd heeft gekozen, verschijnt na de opwarmfase het tijdstip,
waarop de volgende stoomstoot wordt
uitgevoerd. U kunt deze tijd, voordat
de stoomstoot wordt uitgevoerd, via
het menupunt Wijzigen opschuiven.
Verwarmingssoort wijzigen
U kunt de Profi-functie combineren
met vier verwarmingssoorten (Hetelucht
Plus, Boven-Onderwarmte, Intensief
bakken en Braadautomaat). Standaard
is Hetelucht Plus ingesteld.
Kies Wijzigen.
Kies Verwarmingssoort wijzigen.
Kies de gewenste functie.
Bevestig met OK.
De bereiding wordt met de gewijzigde
verwarmingssoort voortgezet.
73
Profi-functie
Stoomstoten uitvoeren
Stoom kan verbrandingen ver-
oorzaken.
Open de deur niet tijdens een stoom-
stoot. Bovendien kan neergeslagen
waterdamp de reactietijd van de sensortoetsen verlengen.
Automatische stoomstoot
Automatische stoomstoot verschijnt in
het display.
Na de opwarmfase wordt de stoomstoot automatisch uitgevoerd.
Het vocht wordt in de ovenruimte gespoten en in het display verschijnt Auto.
stoomst. geactiveerd.
Na de stoomstoot verschijnt Stoomstoot
beëindigd.
Laat het gerecht gaar worden.
1, 2 of 3 stoomstoot(s)
Handmatige stoomstoten
Als u Handmatig hebt gekozen, kunt u de
stoomstoten uitvoeren zodra Start Ma-
nuele stoomstoot verschijnt.
Wacht totdat de opwarmfase is afgerond, zodat de stoom gelijkmatig door
de warme ovenlucht wordt verdeeld.
Tip: Stel de kookwekker in om u aan
het tijdstip te herinneren.
Kies Start Manuele stoomstoot.
De stoomstoot wordt uitgevoerd en op
het display verschijnt Stoomstoot geacti-
veerd.
Ga voor eventuele volgende stoom-
stoten op dezelfde manier te werk.
Na afloop van een stoomstoot verschijnt op het display Stoomstoot
beëindigd.
Laat het gerecht gaar worden.
74
Tijdgestuurde stoomstoten
De oven voert de stoomstoten op de ingestelde momenten uit.
Profi-functie
Restwaterverdamping
Bij een bereiding met vochtregeling die
zonder onderbreking plaatsvindt, blijft
er geen restwater in het systeem achter.
Al het water wordt gedurende de
stoomstoten verdampt.
Als een bereiding met vochtregeling
handmatig of door een stroomstoring
wordt onderbroken, blijft het nog niet
verdampte water in het stoomsysteem.
Bij een volgend gebruik van de Profifunctie verschijnt Restwater verdam-
pen? met de opties Overslaan en Ja.
Start de restwaterverdamping bij
voorkeur meteen, zodat bij een volgende bereiding alleen vers water
wordt verdampt.
Verloop van de restwaterverdamping
Bij de restwaterverdamping wordt het
toestel verhit. Het achtergebleven water
wordt in de ovenruimte verdampt.
Het verdampen kan maximaal 30minuten in beslag nemen.
Stoom kan verbrandingen veroorzaken.
Open de deur niet tijdens de restwaterverdamping.
Tijdens het verdampen slaat vocht neer
in de ovenruimte en op de ovendeur.
Verwijder dit vocht na het afkoelen van
de ovenruimte.
75
Profi-functie
Restwaterverdamping meteen uitvoeren
Stoom kan verbrandingen veroorzaken.
Open de deur niet tijdens de restwaterverdamping.
Kies de Profi-functie.
Restwater verdampen? verschijnt.
Kies Ja.
Restwater verdampen en een tijdwaarde
verschijnen op het display.
De restwaterverdamping start. U kunt
het verloop volgen.
De aangeduide tijd is afhankelijk van de
hoeveelheid water in het stoomsysteem. De weergegeven tijd kan gedurende de restwaterverdamping door het
systeem worden aangepast, afhankelijk
van de daadwerkelijk aanwezige hoeveelheid water.
Restwaterverdamping overslaan
Onder zeer ongunstige omstan-
digheden kan water vanuit het
stoomsysteem in de ovenruimte stromen als opnieuw water voor stoomstoten wordt opgezogen.
Breek de restwaterverdamping dan
ook niet af.
Kies de Profi-functie.
Restwater verdampen? verschijnt.
Kies Overslaan.
U kunt nu een bereiding met de Profifunctie uitvoeren.
Als u de volgende keer de Profi-functie kiest of de oven uitschakelt,
wordt u opnieuw verzocht de restwaterverdamping uit te voeren.
Na afloop van de restwaterverdamping
verschijnt Proces afgerond.
Druk op.
U kunt nu een bereiding met de Profifunctie uitvoeren.
Bij de restwaterverdamping slaat
vocht neer in de ovenruimte en op de
ovendeur. Verwijder dit vocht na het
afkoelen van de ovenruimte.
76
Eigen programma’s
U kunt maximaal 20 eigen programma's
samenstellen en opslaan.
- U kunt maximaal tien bereidingsstappen combineren om het verloop van
de bereiding van uw lievelingsrecepten of vaak gebruikte recepten vast te
leggen. Voor elke bereidingsstap
kiest u bijvoorbeeld een ovenfunctie,
een temperatuur en bereidingstijd of
een kerntemperatuur.
- Leg de niveaus voor het voedingsmiddel vast.
- Voer een programmanaam in voor uw
recept.
Als u uw programma opnieuw oproept
en start, wordt het automatisch uitgevoerd.
Het is ook mogelijk om na afloop een
bereiding met de ingestelde bereidingstijd op te slaan. Voer vervolgens een
programmanaam in.
Eigen programma's samenstellen
Kies Eigen programma's.
Kies Programma samenstellen.
U kunt nu de instellingen voor de 1e bereidingsstap vastleggen.
Volg de aanwijzingen op het display.
Kies en bevestig de gewenste instel-
lingen.
Afhankelijk van de gekozen ovenfunctie kunt u via Extra instellingen openen de
functies Snel opwarmen en Crisp function
inschakelen.
Alle instellingen voor de 1e bereidingsstap zijn vastgelegd.
U kunt nog meer bereidingsstappen
toevoegen, bijvoorbeeld omdat u na de
eerste ovenfunctie nog een andere
ovenfunctie wilt gebruiken.
Als er nog meer bereidingsstappen
nodig zijn, kiest u Toevoegen en gaat
u verder te werk zoals beschreven
voor de 1e bereidingsstap.
Zodra u alle bereidingsstappen heeft
vastgelegd, kiest u Afsluiten.
Leg vervolgens de niveaus voor het
voedingsmiddel vast:
Kies de gewenste niveaus.
Bevestig met OK.
In het display verschijnt een samenvatting van uw instellingen.
Controleer de instellingen en bevestig
deze met OK of kies Wijzigen om de
instellingen te corrigeren.
77
Eigen programma’s
Kies Opslaan.
Voer de programmanaam via het
toetsenbord in.
Met het teken kunt u naar de volgende regel gaan, als u een lange programmanaam wilt gebruiken.
Als u de programmanaam heeft inge-
voerd, kiest u Opslaan.
In het display verschijnt de bevestiging
dat uw programmanaam is opgeslagen.
Bevestig met OK.
U kunt het opgeslagen programma meteen of uitgesteld starten of de bereidingsstappen wijzigen.
Het menupunt Bereidingsstappen wijzi-
gen wordt beschreven onder “Eigen
programma's wijzigen”.
Eigen programma's starten
Plaats het voedingsmiddel in de
oven.
Kies Eigen programma's.
In het display verschijnen de programmanamen.
Kies het gewenste programma.
U kunt het opgeslagen programma meteen of uitgesteld starten of de bereidingsstappen laten weergeven.
- Meteen starten
Het programma wordt meteen gestart. De verwarming wordt ingeschakeld.
- Later starten
Verschijnt alleen als u de bratometer
gebruikt. U bepaalt het tijdstip waarop het programma moet starten. Op
dat tijdstip wordt de ovenverwarming
automatisch ingeschakeld.
- Klaar om
Hiermee bepaalt u het tijdstip waarop
de bereiding moet eindigen. Op dat
tijdstip wordt de ovenverwarming automatisch uitgeschakeld.
78
- Start om
Hiermee bepaalt u het tijdstip waarop
het programma moet beginnen. Op
dat tijdstip wordt de ovenverwarming
automatisch ingeschakeld.
- Bereidingsstappen weergeven
In het display verschijnt de samenvatting van uw instellingen. U kunt de
instellingen via Wijzigen corrigeren (zie
“Eigen programma's wijzigen”).
Kies het gewenste menupunt.
Eigen programma’s
Bevestig de melding over het niveau
waarop het voedingsmiddel moet
worden ingeschoven met OK.
Het programma start meteen of op het
ingestelde tijdstip.
Eigen programma's wijzigen
Bereidingsstappen wijzigen
Kies Eigen programma's.
Op het display verschijnen de programmanamen.
Kies Bewerken.
Kies Programma wijzigen.
Kies het gewenste programma.
Kies Bereidingsstappen wijzigen.
U kunt de vastgelegde instellingen van
elke stap wijzigen of stappen toevoegen.
Wijzig het programma naar uw
wensen (zie het hoofdstuk “Eigen
programma's – eigen programma's
samenstellen”).
Controleer de instellingen en bevestig
deze met OK.
Kies Opslaan.
De gewijzigde stappen worden opgeslagen.
79
Eigen programma’s
Naam wijzigen
Kies Eigen programma's.
Op het display verschijnen de programmanamen.
Kies Bewerken.
Kies Programma wijzigen.
Kies het gewenste programma.
Kies Naam wijzigen.
Wijzig de naam (zie het hoofdstuk
“Eigen programma's samenstellen”)
en kies Opslaan.
Op het display verschijnt de bevestiging
dat uw programmanaam is opgeslagen.
Bevestig met OK.
De gewijzigde naam wordt opgeslagen.
Eigen programma’s wissen
Kies Eigen programma's.
In het display verschijnen de programmanamen.
Kies Bewerken.
Kies Programma wissen.
Kies het gewenste programma.
Bevestig met OK.
Het programma wordt gewist.
U kunt ook alle eigen programma's tegelijk wissen (zie “Instellingen – Fabrieksinstellingen – Eigen programma's”).
80
Bakken
Een behoedzame behandeling van
levensmiddelen is belangrijk voor uw
gezondheid.
Taart, pizza, frieten of dergelijke mogen slechts goudgeel worden gebakken, niet donkerbruin.
Ovenfuncties
Afhankelijk van de bereiding kunt u de
ovenfuncties “Hetelucht plus”, “Intensief bakken”, “Profi” of “Boven-Onderwarmte” gebruiken.
Bakvorm
De keuze van de bakvorm is afhankelijk
van de ovenfunctie en van de bereiding.
- “Hetelucht plus”, “Intensief bakken”, “Profi”:
gebruik een bakplaat, de universele
bakplaat en bakvormen van elk materiaal dat geschikt is voor ovengebruik.
- “Boven-onderwarmte”:
matte, donkere bakvormen.
Gebruik geen lichte vormen van
blank materiaal. Bij dergelijk materiaal
krijgt u een ongelijkmatige of zwakke
bruinering en in het ongunstigste geval wordt het gerecht niet eens gaar.
Bakpapier, invetten
Miele accessoires zoals bijv. de universele bakplaat zijn met PerfectClean veredeld (zie rubriek “Uitrusting”). Miele
accessoires zoals bijv. de universele
bakplaat zijn met PerfectClean veredeld
(zie rubriek “Uitrusting”).
Gewoonlijk moeten met PerfectCleanveredelde oppervlakken niet worden ingevet of met bakpapier worden belegd.
Gebruik alleen bakpapier voor:
- zout gebak,
omdat de natronloog die tijdens de
deegbereiding wordt gebruikt, het
met PerfectClean veredelde oppervlak kan beschadigen.
- Biscuit, schuimgebak, macarons en
dergelijke
Deze deegsoorten kleven vanwege
hun hoge eiwitgehalte gemakkelijk
vast.
- bereiding van diepvriesproducten op
het rooster.
- Plaats bakvormen altijd op het rooster.
Rechthoekige of langwerpige bakvormen plaatst u bij voorkeur dwars
op het rooster. Zo krijgt u een optimale warmteverdeling in de vorm en
bereikt u een gelijkmatig bakresultaat.
- Bak vruchtentaart en hoge plaatkoek
op de universele bakplaat.
81
Bakken
Aanwijzingen bij de tabellen
De gegevens voor de aanbevolen ovenfunctie zijn vet gedrukt in de tabellen.
Temperatuur
Doorgaans kiest u het best de lagere
temperatuur.
Bij hogere temperaturen dan aangegeven verkort weliswaar de baktijd, maar
kan de bruinering heel onregelmatig
worden en wordt in het ongunstigste
geval het gerecht niet eens gaar.
Baktijd
Controleer algemeen na afloop van de
kortste bereidingstijd of uw gerecht genoeg gebakken is. Prik daartoe met een
houten stokje in het deeg. Als niets aan
het stokje blijft kleven, is het gerecht
gaar.
Niveau
Het niveau waar u uw gerecht inschuift
is afhankelijk van de ovenfunctie en van
het aantal bakplaten.
- Hetelucht Plus
1bakplaat: niveau 3
2bakplaten: niveaus 1+4
3bakplaten: niveaus1+3+5
Gebruik maximaal twee niveaus tegelijk als u vochtig gebak of taart
bakt.
1) 1 stoomstoot, meteen na het inschuiven van het gerecht.
2) Verwarm de ovenruimte voor.
3)
Kies tijdens de opwarmfase Extra instellingen openen – Snel opwarmen – Uit.
4) Open de vochtregeling zolang de oven koud is.
Stel de ovenfunctie en de temperatuur in en kies tevens Extra instellingen openen – Crisp
function – Aan.
5) De vorm kan direct op de bodem van de ovenruimte worden gezet. Volgens de grootte van de
vorm kunnen ook de geleiderails worden verwijderd. Als u de ovenfunctie Boven-/onderwarmte gebruikt, leg dan ook de rooster op de bodem van de ovenruimte.
Kies tijdens de opwarmfase Extra instellingen openen – Snel opwarmen – Uit.
3) 2 stoomstoten:
1e stoomstoot meteen na het inschuiven van het gerecht.
Vervolgens 2e stoomstoot activeren.
4) 1 stoomstoot, meteen na het inschuiven van het gerecht.
5) Open de vochtregeling zolang de oven koud is.
Stel de ovenfunctie en de temperatuur in en kies tevens Extra instellingen openen – Crisp
function – Aan.
[°C]
160–170
1) 2) 3)
160
180–190
170–180
110
120
180
210
190
230–240
190
1) 2) 5)
190
1)
1)
1)
1)
1)
1) 2) 5)
1)
1)
325–35
330–40
1)
4)
315–20
310–20
370–90
360–85
312–20
312–20
125–35
225–35
125–35
125–30
[min]
87
Braden
Ovenfuncties
Afhankelijk van de bereiding kunt u de
ovenfuncties Hetelucht Plus, Profifunctie , Braadautomaat en Boven-Onderwarmte gebruiken.
Kookgerei
U kunt elk kookgerei gebruiken dat geschikt is voor ovens:
Braadpannen, hittebestendige glazen
schalen, braadfolie/braadzakken, een
Römertopf, een universele bakplaat en
de grill- & braadplaat op de universele
bakplaat.
Wij adviseren het gebruik van een
braadpan. Daarin blijft genoeg fond
over voor het bereiden van een saus.
Bovendien blijft de oven schoner dan bij
braden op het rooster.
Tips
- Bruineren: Het vlees wordt pas aan
het einde van de bereidingstijd bruin.
Het wordt extra bruin als u halverwege de tijd het deksel van de pan
haalt.
- Rusttijd: Haal het vlees na de bereiding uit de oven, wikkel het in aluminiumfolie en laat het circa10 minuten
rusten. Het vlees verliest dan minder
vocht als u het snijdt.
- Braden van gevogelte: Het vel wordt
extra knapperig als u het gevogelte
10minuten voor het einde van de bereiding met licht gezouten water bestrijkt.
88
Braden
Aanwijzingen bij de tabellen
De gegevens voor de aanbevolen ovenfunctie zijn vet gedrukt.
Deze tijden gelden, tenzij anders aangegeven, voor een oven die niet is voorverwarmd. Bij een voorverwarmde oven
zijn de baktijden ca.10 minuten korter.
Temperatuur
Kies in het algemeen de laagste temperatuur.
Bij hogere temperaturen wordt het vlees
(voedingsmiddel) weliswaar bruin, maar
niet altijd gaar.
Stel bij “Hetelucht plus”, “Profi”
en “Braadautomaat” een ca. 20°C
lagere temperatuur in dan bij “BovenOnderwarmte”.
Hoe groter het stuk vlees, hoe lager de
temperatuur. Stel de temperatuur vanaf
3kg ca.10°C lager in dan in de tabel is
aangegeven.
Het braden duurt dan iets langer, maar
het vlees wordt gelijkmatig gaar en de
korst wordt niet te dik.
Stel bij braden op het rooster een temperatuur in die ca. 10 °C lager is dan bij
braden in een braadpan.
Voorverwarmen
Voorverwarmen is meestal niet nodig,
alleen bij rosbief en filet.
Bereidingstijd
U kunt de bereidingstijd bepalen door
de dikte van de betreffende vleessoort
[cm] te vermenigvuldigen met de tijd
per cm [min/cm]:
- Rund/wild: 15–18minuten/cm
- Varken/kalf/lam: 12–15minuten/cm
- Rosbief/filet: 8–10minuten/cm
Bij diepgevroren vlees neemt de bereidingstijd met ca.20minuten per kilo
toe. Diepgevroren vlees met een gewicht tot ca.1,5kg kunt u braden zonder het eerst te ontdooien.
Controleer na afloop van de kortste bereidingstijd of het voedingsmiddel gaar
is.
Niveau
Gebruik over het algemeen niveau 3. Bij
grote gerechten zoals kalkoen, kunt niveau 1 of 2 gebruiken.
Kies tijdens de opwarmfase Extra instellingen openen – Snel opwarmen – Uit.
4) Afhankelijk van de gewenste gaarheid: rood ('rare'): 40–45°C, medium: 50–60°C, doorbakken ('well done'): 60–75°C
5) Bereid het gerecht volgens het proces van slow cooking (zie het hoofdstuk “Slow cooking –
slow cooking met handmatige temperatuurinstelling”):
- Verwarm de oven, inclusief rooster en universele bakplaat met daarop de grill- & bakplaat, voor op 120°C.
- Braad het vlees aan en leg het op de voorverwarmde grill- & braadplaat in de voorverwarmde oven.
- Verlaag de temperatuur voor de bereiding tot 100°C.
6) Gaar eerst met deksel. Verwijder het deksel na de helft van de tijd en voeg ong. 0,5l vocht
toe.
7) Voeg ong. 0,25l vocht toe. Keer het gerecht halverwege de bereidingstijd om.
8) Als u de spijzenthermometer gebruikt, voer dan de bij het voedingsmiddel behorende kerntemperatuur in.
91
Braden
Spijzenthermometer
Met de draadloze spijzenthermometer
kunt u tijdens de bereiding de temperatuur van het gerecht nauwkeurig controleren.
Werking
De metalen punt van de draadloze spijzenthermometer moet in het gerecht
worden gestoken. Deze bevat een temperatuursensor. Deze meet de zogenaamde kerntemperatuur, dat wil zeggen de temperatuur binnen in het gerecht tijdens de bereiding.
De temperatuursensor bevindt zich op
circa 2cm afstand van de punt. Plaats
de metalen punt zo in het gerecht dat
de temperatuursensor zich in het midden bevindt (zie het hoofdstuk “Belangrijke aanwijzingen voor het gebruik”).
De stijging van de kerntemperatuur in
het voedingsmiddel geeft de mate van
gaarheid aan. Afhankelijk van of u bijvoorbeeld een gebraad medium of goed
doorbakken wilt hebben, stelt u een lagere of een hogere kerntemperatuur in.
U kunt een kerntemperatuur instellen tot
99°C. Meer informatie over gerechten
en bijbehorende kerntemperaturen vindt
u in de braadtabel en in het hoofdstuk
“Slow cooking”.
Voor bereidingsprocessen met en zonder draadloze spijzenthermometer gelden vergelijkbare bereidingstijden.
Het doorgeven van de kerntemperatuurwaarden aan de ovenelektronica gebeurt via radiosignalen in de greep van
de spijzenthermometer en de antenne
voor ontvangst in de achterwand. De
waarden worden doorgegeven zodra u
het voedingsmiddel met de spijzenthermometer in de oven plaatst.
De radiosignalen worden alleen correct
doorgegeven bij een gesloten deur. Als
de deur tijdens de bereiding wordt geopend, bijvoorbeeld om het gebraad te
begieten, wordt de signaaloverdracht
onderbroken. Ze wordt pas voortgezet
na het sluiten van de deur. Het duurt
een paar seconden tot de actuele kerntemperatuur weer op het display verschijnt.
Bij temperaturen boven 100°C
gaat de temperatuursensor kapot.
Als de thermometer in het gerecht
is geplaatst, kan hij niet beschadigd raken, omdat de maximale
temperatuur die kan worden in gesteld 99°C is.
Als u de spijzenthermometer niet gebruikt, laat deze dan niet in de ovenruimte liggen tijdens een bereidingsproces, maar plaats deze altijd in de
bewaarkoker in het frontgedeelte.
92
Braden
Gebruiksmogelijkheden
Bij sommige speciale toepassingen
wordt u verzocht de spijzenthermometer te gebruiken.
U kunt deze ook voor uw eigen programma's en voor de volgende ovenfuncties gebruiken:
- Braadautomaat
- Hetelucht Plus
- Intensief bakken
- Boven-Onderwarmte
- Profi-functie
- Circulatiegrill
Belangrijke aanwijzingen voor het
gebruik
Voor een optimaal resultaat moet u
beslist de volgende aanwijzingen in
acht nemen.
- Gebruik geen hoge, smalle metalen
pannen en schalen, omdat deze de
radiosignalen kunnen afzwakken.
- Vermijd metalen voorwerpen boven
de spijzenthermometer, zoals deksels
en aluminiumfolie. Gebruik ook geen
rooster of de universele bakplaat op
de niveaus erboven. Glazen deksels
kunt u wel gebruiken.
- Gebruik niet tegelijk een andere gebruikelijke metalen spijzenthermometer.
- Voorkom dat de greep van de spijzenthermometer in het kookvocht, op
het gerecht of op de rand van de pan
of schaal ligt.
Breukgevaar!
Gebruik de spijzenthermometer niet
om het voedingsmiddel te dragen.
93
Braden
Let ook op het volgende:
- U kunt vlees in een pan of op de grill& braadplaat op de universele bakplaat bereiden.
- De metalen punt van de spijzenthermometer moet geheel in het gerecht
worden gestoken, zodat temperatuursensor ongeveer de kern van het
gerecht bereikt. De greep dient
schuin omhoog te wijzen en niet ho-
rizontaal richting ovenhoeken of
deur.
- Bij gevogelte kunt u de metalen punt
het beste in het dikste borstgedeelte
steken. Met uw duim en wijsvinger
vindt u het dikste punt eenvoudig.
- De metalen punt mag niet in zeer vetrijke delen worden gestoken. Vetweefsel kan ervoor zorgen dat de
oven te vroeg wordt uitgeschakeld.
- Kies bij doorregen vlees de hoogste
waarde van het kerntemperatuurbereik uit de braadtabel.
- Bij gebruik van braadfolie, een braadzak of aluminiumfolie steekt u de spijzenthermometer door de folie tot in
de kern van het gerecht. U kunt de
spijzenthermometer ook ingestoken
in het gerecht in de folie doen. Houdt
u zich hierbij aan de aanwijzingen van
de foliefabrikant.
- De spijzenthermometer moet in zeer
platte voedingsmiddelen, zoals vis,
bijna horizontaal worden ingestoken.
Bereid platte voedingsmiddelen daarom in schalen van glas of keramiek,
omdat de wanden van een metalen
schaal de radiosignalen kunnen storen.
Als de spijzenthermometer tijdens een
bereiding niet meer wordt herkend,
verschijnt op het display een betreffende melding. Wijzig de positie van
de spijzenthermometer.
Spijzenthermometer gebruiken
Trek de spijzenthermometer uit de
opbergruimte in het frontgedeelte.
Steek de metalen punt van de spij-
zenthermometer helemaal in het gerecht. De greep moet schuin omhoog
wijzen.
Plaats het voedingsmiddel in de
oven.
Sluit de deur.
Kies een ovenfunctie.
De melding Bereiding met spijzenthermo-
meter voortzetten ? verschijnt.
Kies Ja.
Wijzig zo nodig de voorgeprogram-
meerde temperatuur.
Wijzig zo nodig de voorgeprogram-
meerde kerntemperatuur.
94
Braden
U kunt de bereiding ook op een later
tijdstip laten starten. Kies hiervoor Extra
instellingen openen en stel in het veld Start
om een tijd in.
Het tijdstip waarop het programma
eindigt, kan worden geschat omdat de
duur van een bereiding met en zonder
spijzenthermometer ongeveer gelijk is.
Bereidingstijd en Klaar om kunnen niet
worden ingesteld, omdat de totale tijd
afhankelijk is van het bereiken van de
kerntemperatuur.
Resttijdindicatie
Als bij een bereiding de ingestelde temperatuur hoger is dan 140°C, verschijnt
na een bepaalde tijd de (geschatte) resterende bereidingstijd (resttijd).
De resttijd wordt berekend aan de hand
van de ingestelde temperatuur, de ingestelde kerntemperatuur en de snelheid
waarmee de kerntemperatuur stijgt.
In het begin is de resttijd een geschatte
waarde. Omdat de resttijd gedurende
de bereiding steeds opnieuw wordt berekend, wordt de waarde steeds aangepast en steeds nauwkeuriger.
Kies Weergave kerntemperatuur.
Kies Aan.
Bevestig met OK.
De actuele kerntemperatuur verschijnt
nu ook op het display.
Alle resttijdinformatie wordt gewist, als
de bereidings- of kerntemperatuur
wordt gewijzigd of als een andere ovenfunctie wordt gekozen. Als de ovendeur
enige tijd geopend is geweest, wordt de
resttijd opnieuw berekend.
Kerntemperatuur weergeven
Zodra de resttijd verschijnt, kunt u ook
de actuele kerntemperatuur laten weergeven.
Kies Wijzigen.
95
Braden
Benutting restwarmte
Vlak voor het einde van een bereiding
wordt de ovenverwarming uitgeschakeld. De warmte in de oven is voldoende om de bereiding af te ronden.
Door deze automatische benutting van
de restwarmte bespaart u energie.
In het display wordt deze energiebesparende functie met Energiebesparende fase
aangeduid. De gemeten kerntemperatuur verschijnt dan niet meer.
De koudeluchtventilator en (afhankelijk
van de gekozen ovenfunctie) ook de heteluchtventilator blijven ingeschakeld.
Als de ingestelde kerntemperatuur is
bereikt:
- In het display verschijnt Proces afge-
rond.
- U hoort een signaal, als deze functie
is ingeschakeld (zie “Instellingen –
Volume – Geluidssignalen”).
Tip: Steek de spijzenthermometer op
een andere plaats in het voedingsmiddel en herhaal de stappen als het resultaat nog niet naar wens is.
96
Lage temperatuur (koken op lage temperatuur)
Koken op lage temperaturen is ideaal
voor vleessoorten van rund, varken, kalf
en lam die zeer behoedzaam moeten
worden bereid.
Braad het vlees eerst in korte tijd op hoge temperatuur rondom en gelijkmatig
aan (op de kookplaat).
In de voorverwarmde oven wordt het
vlees vervolgens op een lage temperatuur en met een lange bereidingstijd
rustig bereid.
Hierbij ontspant zich het vlees. Het sap
begint te circuleren en wordt gelijkmatig
verdeeld tot in de buitenste lagen.
Het vlees blijft zo heel mals en sappig.
Tips
- Gebruik goed, mager vlees zonder
pezen en vetrandjes. Verwijder vooraf
eventuele botten.
- Gebruik voor het aanbraden zeer hittebestendig vet, bijvoorbeeld boterolie of spijsolie.
- U kunt het vlees meteen aansnijden.
U hoeft voor het vlees geen rusttijd
aan te houden.
De bereidingstijd bedraagt ca.2–4 uur
en is afhankelijk van het gewicht en de
grootte van het vlees, alsmede van de
gewenste gaarheid en bruinering.
- U kunt het vlees zonder moeite
warmhouden. U laat het na de bereidingstijd gewoon in de oven, totdat
het wordt opgediend. Het bereidingsresultaat wordt hierdoor niet beïnvloed.
- Het vlees heeft de optimale eettemperatuur. Dien het vlees op voorverwarmde borden op en serveer het
met zeer hete saus, zodat het vlees
niet zo snel afkoelt.
97
Lage temperatuur (koken op lage temperatuur)
Speciale toepassing “Slow
cooking” gebruiken
Zie ook de aanwijzingen in het hoofdstuk “Braden – spijzenthermometer”.
Gebruik de universele bakplaat met
daarop de grill- & braadplaat op het
rooster.
Kies Speciale toepassingen.
Kies Garen op lage temperatuur.
Stel de temperatuur in.
Stel de kerntemperatuur in.
Volg de instructies op het display.
Laat bij het voorverwarmen de universele bakplaat met daarop de grill& braadplaat op het rooster in de
oven.
Zodra de melding Gebruik de spijzen-
thermometer verschijnt, legt u het aan-
gebraden vlees op de universele bakplaat met daarop de grill- & braadplaat en steekt u de spijzenthermometer in het vlees. De metalen punt
moet geheel midden in het vlees zitten.
Verbrandingsgevaar!
Het bovenwarmte-/grillelement is
heet.
Sluit de deur.
Na afloop van het programma verschijnt
Proces afgerond en hoort u een signaal
als deze functie ingeschakeld is (zie het
hoofdstuk “Instellingen – volume – geluidssignalen”).
Als het vlees nog niet naar wens is,
kunt u de bereiding nog verlengen.
Terwijl de oven voorverwarmt, braadt
u het vlees op een hoge stand op de
kookplaat aan alle kanten aan.
Gevaar voor verbranding!
Draag altijd ovenwanten als u voedingsmiddelen in de oven zet of eruit
haalt of als u in de oven bezig bent.
98
Lage temperatuur (koken op lage temperatuur)
Slow cooking met handmatige
temperatuurinstelling
Gebruik voor het voorverwarmen niet
de functie Snel opwarmen.
Gebruik de universele bakplaat met
daarop de grill- & braadplaat op het
rooster.
Schuif de universele bakplaat met
daarop de grill- & braadplaat op het
rooster in niveau 3.
Kies Ovenfuncties.
Kies de ovenfunctie Boven-Onder-
warmte en een temperatuur van
120°C.
Schakel de functie Snel opwarmen
uit. Kies hiervoor Wijzigen – Extra instel-
lingen openen – Snel opwarmen – Uit.
Leg het aangebraden vlees op de uni-
versele bakplaat met daarop de grill& braadplaat.
Kies Wijzigen.
Verlaag de temperatuur tot 100°C.
Laat het vlees gaar worden.
U kunt de oven ook automatisch laten
uitschakelen (zie het hoofdstuk “Uitgebreide bediening – bereidingstijden instellen”).
Verwarm de oven, inclusief het roos-
ter en de universele bakplaat met
daarop de grill- & bakplaat, ca. 15 minuten voor.
Terwijl de oven voorverwarmt, braadt
u het vlees op een hoge stand op de
kookplaat aan alle kanten aan.
Gevaar voor verbranding!
Draag altijd ovenwanten als u voedingsmiddelen in de oven zet of eruit
haalt of als u in de oven bezig bent.
99
Grilleren
Verbrandingsgevaar! Als u de
deur niet sluit, wordt de uitstromende hete lucht niet langs de koelventilator geleid en dus niet afgekoeld. De
bedieningselementen worden dan
heet.
Sluit de ovendeur tijdens het grilleren.
Ovenfuncties
Grill groot
Voor het grilleren van grote hoeveelheden plat vlees en voor bruineren (grote
vormen).
Het gehele verwarmingselement (voor
de bovenwarmte/grill) wordt roodgloeiend en levert de warmtestraling die voor
het grilleren nodig is.
Grill klein
Voor het grilleren van kleine hoeveelheden plat vlees en voor bruineren (kleine
vormen).
Kookgerei
Gebruik de universele bakplaat met
daarop de grill- & braadplaat en zet deze op het rooster. De grill- & braadplaat
voorkomt dat het vocht dat uit het vlees
loopt verbrandt, zodat het nog kan worden gebruikt.
Alleen het binnenste gedeelte van het
verwarmingselement (voor de bovenwarmte/grill) wordt roodgloeiend. Het
verwarmingselement levert de infraroodstraling die voor het grilleren nodig
is.
Circulatiegrill
Voor het grilleren van gerechten met
een grote diameter, zoals een kip.
Het verwarmingselement voor de bovenwarmte/grill en de ventilator worden
afwisselend ingeschakeld.
100
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.