Lees absoluut uw gebruiksaanwijzing
voordat u het toestel installeert en
in gebruik neemt.
Daardoor zorgt u voor uw veiligheid
en vermijdt u schade aan het apparaat.M.-Nr. 04 872 790
Geïntegreerde afwasautomaten
(i-modellen) zijn speciaal gebouwd om
onder een doorlopend werkblad in te
bouwen.
Het bedieningspaneel en het vereiste
toebehoren zitten in een aparte verpakking. Dat paneel dient u tijdens de opstelling van het toestel ter plaatse te
monteren.
De voorzijde van het toestel kan worden bekleed met een voorzijpaneel van
een onderkast, dat bij uw keuken past.
Aan deze afwasautomaat zit geen sokkelplint. De ruimte vooraan onder het
toestel kan u afdichten met de doorlopende plint van uw keuken. U kan ook
een aparte sokkelplint monteren. Die
kan u aan de hoogte van de keukensokkel aanpassen. De insprong van de
sokkelplint kan u continu regelen.
Al de gegevens en tips die u voor de
installatie nodig heeft, vindt u in de
rubriek ‘Opstellen en aansluiten’.
2. Als bekleedbare afwasautomaat
Als basis voor een bekleedbare afwasautomaat (’U’-model) wordt een geïntegreerde versie (’i’-model) genomen.
Door de bekledingsset GDU te gebruiken, kan u een ’i’-model tot een ’U’model omvormen.
Tips omtrent de montage van de GDUset vindt u in de montagehandleiding
die bij de bekledingsset wordt meegeleverd.
3
Page 4
Beschrijving van het apparaat
Beschrijving van het apparaat
Het toestel zelf
Het bedieningspaneel
4
Page 5
Beschrijving van het apparaat
Beschrijving van het apparaat
1 bovenste sproeiarm (niet op de afb.)
2 besteklade
3 bovenste korf
4 watertoevoer middelste sproeiarm
5 middelste sproeiarm
6 keuzeknop waterhardheid
7 onderste sproeiarm
8 vier in de hoogte verstelbare voetjes
9 filterset
10 reservoir voor regenereerzout
11 dubbele recipiënt voor afwasmiddel
12 recipiënt voor naspoelmiddel
Dit toestel voldoet aan de voorgeschreven veiligheidsvoorschriften.
Bij ondeskundig gebruik kan er
schade optreden aan het toestel en
kan de gebruiker gevaar lopen.
Lees aandachtig uw gebruiksaanwijzing voordat u dit toestel in gebruik
neemt. Zo beschermt u zichzelf en
vermijdt u schade aan het apparaat.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing
zorgvuldig.
Deskundig gebruik
Deze afwasautomaat mag u enkel
gebruiken waarvoor hij werd vervaardigd, namelijk om huishoudelijk
vaatwerk af te wassen. Alle andere toepassingen zijn ongeoorloofd en misschien ook wel gevaarlijk.
De fabrikant kan niet aansprakelijk zijn
voor schade die werd veroorzaakt doordat het toestel niet volgens de voorschriften werd gebruikt of verkeerd bediend.
Hou deze opmerkingen in acht om
risico’s op kwetsuren te vermijden!
Ter wille van de stabiliteit mag u
bekleedbare of geïntegreerde
inbouwmodellen enkel onder een doorlopend werkblad inbouwen. Dit werkblad dient met schroeven aan de
kasten naast de afwasautomaat bevestigd te zijn.
De elektrische veiligheid van dit
toestel wordt enkel gewaarborgd
indien het op een aardingssysteem is
aangesloten, dat volgens de voorschriften werd geïnstalleerd. Het is heel belangrijk dat deze fundamentele veiligheidsvoorziening voorhanden is. In
geval van twijfel dient u uw installatie
door een vakman te laten nakijken.
De fabrikant kan niet aansprakelijk zijn
voor schade die werd veroorzaakt doordat de aardingsleiding onderbroken
was of gewoon ontbrak. In zo’n geval
zijn er ook elektrische schokken mogelijk.
Gebruik uit veiligheidsoverwegin-
gen geen verlengsnoeren. Er bestaat risico op oververhitting.
Een beschadigd toestel kan uw ge-
zondheid in gevaar brengen! Stel
het toestel meteen buiten werking en
vraag advies aan uw leverancier.
Reparaties mag u enkel door een
vakman laten uitvoeren.
Door ondeskundige herstellingen kunnen er aanzienlijke risico’s opduiken
voor wie het toestel gebruikt.
De kunststof behuizing van de wa-
teraansluiting bevat een elektrisch
werkend ventiel. Dit mag u niet in vloeistof onderdompelen!
6
Page 7
Opmerkingen omtrent uw veiligheid, waarschuwingen
Opmerkingen omtrent uw veiligheid, waarschuwingen
Laat kleine kinderen niet aan de af-
wasautomaat prutsen. Laat hen
het toestel evenmin bedienen. Er bestaat onder meer het risico dat kleine
kinderen zich in de afwasautomaat opsluiten!
Giet geen oplosmiddel in de kuip.
Er bestaat namelijk ontploffingsgevaar!
Vermijd bij afwaspoeder het stof in
te ademen!
Raak tijdens of na een afwaspro-
gramma de verwarmingsweerstanden niet aan. Bij sommige modellen
zijn die weerstanden namelijk zichtbaar
onder in de spoelruimte. U kan zich
daaraan verbranden.
Als afwasmiddel wordt ingeslikt,
kan dat door de inbijtende werking
mond- en keelholte beschadigen. Er
bestaat ook risico op verstikking!
Hou kleine kinderen van afwasmiddel
en van de openstaande afwasautomaat
weg. Er kan immers nog afwasmiddel
in het toestel achtergebleven zijn.
Laat kinderen niet in aanraking ko-
men met afwasmiddel: voeg het afwasmiddel pas toe
programma start; vergrendel ook de
toesteldeur met de kinderbeveiliging.
Gebruikt u het startuitstel (bij sommige
modellen), dan moet de recipiënt voor
afwasmiddel droog zijn. Wis die eventueel van te voren droog af. In een vochtige afwasmiddelrecipiënt gaat het afwasmiddel klonteren en spoelt het niet
volledig weg. Na afloop van een programma kunnen kinderen met afwasmiddelresten in aanraking komen als
de toesteldeur openstaat.
juist voordat u een
Het water in de kuip is niet drinkbaar!
Bij toestellen met een bestekkorf
(naar gelang van het model) wordt
bestek vlotter schoon en droog als u
dat met het hecht naar onderen in het
korfje steekt. Bestaat echter het risico
dat u zich aan mes- of vorkpunten
kwetst, steek het dan liever met het
hecht naar boven.
Maak het toestel stroomloos als u
het onderhoudt. Schakel het uit,
trek de stekker uit het stopcontact of
schakel de nodige smeltstoppen uit.
Neem deze opmerkingen in acht om
materiële schade te voorkomen!
Verzeker er u van dat de elektri-
sche installatie bij u ter plaatse
overeenstemt met wat op het typeplaatje van het toestel staat aangegeven.
Het gaat hier over de netspanning, de
frequentie en de smeltveiligheden.
Gebruik enkel in de handel verkrijg-
baar afwasmiddel voor huishoudelijke afwasautomaten. Gebruik geen
middel voor afwas met de hand.
Gebruik geen industriële reinigings-
middelen. Er kan namelijk schade
optreden en er bestaat risico op hevige
chemische reacties (bv. van knalgas).
Vult u het zoutreservoir onver-
hoeds met reinigingsmiddel, dan
gaat de ontharder onherroepelijk stuk!
Controleer of u het pak regenereerzout
ter hand neemt voordat u het zoutreservoir vult.
7
Page 8
Opmerkingen omtrent uw veiligheid, waarschuwingen
Opmerkingen omtrent uw veiligheid, waarschuwingen
Vult u de recipiënt voor naspoel-
middel onverhoeds met afwasmiddel (zelfs vloeibaar afwasmiddel), dan
gaat die zeker stuk!
Gebruik enkel naspoelmiddel voor huishoudelijke afwasautomaten!
Ga niet op de opengeklapte deur
staan of zitten. Het toestel kan immers kantelen of schade oplopen.
Schik kunststof vaatwerk in de bo-
venste korf. Dat mag niet naar beneden kunnen vallen. Deze objecten
kunnen immers vervormen vlakbij de
verwarmingsweerstanden. Bij sommige
modellen zijn die weerstanden namelijk
zichtbaar onder in de spoelruimte.
Het ingebouwde Miele-waterproof-
systeem beschermt betrouwbaar
tegen waterschade. De volgende voorwaarden dienen wel vervuld te zijn:
– het toestel werd geïnstalleerd zoals
het hoort,
Berging van uw oud toestel
Maak oude toestellen onbruikbaar.
Trek de stekker uit het stopcontact
en knip het aansluitsnoer door.
Verwijder of verniel ook het deurslot opdat kinderen zich niet in het toestel opsluiten. Vertrouw het toestel daarna toe
aan een recyclagedienst of -bedrijf.
De fabrikant kan niet aansprakelijk
zijn voor schade die werd veroorzaakt doordat de waarschuwingen
en veiligheidsbepalingen niet in
acht werden genomen.
– u laat het repareren en/of onderde-
len vervangen indien er schade
opduikt,
– u draait de watertoevoerkraan dicht
bij langere afwezigheid (vakantie).
8
Page 9
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu
Recycleerbare verpakking
De verpakking behoedt het toestel voor
transportschade. Er werd materiaal gekozen, dat het milieu verdraagt en dus
opnieuw kan worden benut.
Door de verpakking weer in kringloop
te brengen, wordt er grondstof gespaard en verkleint de afvalberg. Geef
deze stoffen dus niet gewoon met het
vuilnis mee. Breng ze liever naar het
dichtstbijzijnde verzamel- en sorteerterrein. Waar u dat vindt, komt u zeker bij
uw gemeentebestuur aan de weet.
Berging van uw oud toestel
Oude toestellen bevatten nog waardevol materiaal. Geef uw oud toestel dus
niet gewoon met het grof huisvuil mee.
Vraag liever inlichtingen aan uw gemeentebestuur of aan het dichtstbijzijnde autowrak- of schrootverwerkend bedrijf omtrent de mogelijkheden om die
stoffen opnieuw te gebruiken.
Zorg er ook voor dat u het toestel intussen kinderveilig bewaart. Hou dus rekening met de gelijknamige rubriek in de
‘Opmerkingen omtrent uw veiligheid,
waarschuwingen‘.
9
Page 10
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu
Spaarzaam afwassen
Uw afwasautomaat verbruikt bijzonder
weinig water en stroom. Hou daartoe
echter rekening met volgende tips:
Sluit uw afwasautomaat aan op
warm water indien u over een moderne warm-waterinstallatie beschikt.
Beschikt u over een moderne warmwaterinstallatie? Sluit uw afwasautomaat dan aan op warm water. Bij
aansluiting op 55 °C warm water
spaart u in het programma UNIVERSEEL 55 °C tot 0,7 kWh stroom. Het
stroomverbruik om het water te verwarmen wordt in dit geval vervangen
door een spaarzamer verbruik van
stookolie (0,13 l) / aardgas (0,14m
Hoewel alle spoelbeurten met warm water verlopen, spaart u energie, kosten
en tijd!
Zo uw leidingwater elektrisch wordt
verwarmd, verdient koudwateraansluiting de voorkeur.
3
).
Benut de capaciteit van de korven
ten volle, zonder ze te overladen. Zo
wast u het spaarzaamst af.
Is er maar weinig vaat af te wassen,
kies dan de bijkomende functie ‘Top
Solo‘. Zie rubriek ‘Bijkomende functies‘.
Kies een afwasprogramma dat overeenstemt met de vaatsoort en de bevuilingsgraad.
Kies bij halfvolle korven bij voorkeur
het programma SPAAR!
Let op de doseeraanwijzingen voor
het afwasmiddel.
10
Page 11
Voordat u het apparaat in gebruik neemt
Voordat u het apparaat in gebruik neemt
Hou de volgende punten in acht
voordat u uw apparaat in gebruik
neemt!
Uitvoerige aanwijzingen omtrent deze
punten vindt u in de overeenkomstige
hoofdstukken.
De vaat degelijk schikken!
Elk oppervlak van het vaatwerk moet
door de waterstralen te bereiken zijn.
Bedekte vlakken kunnen niet proper
worden.
De sproeiarmen mogen niet door het
vaatwerk worden geblokkeerd.
De waterontharder voorbereiden.
Stel de waterontharder in uw toestel
nauwkeurig in op de hardheid van uw
leidingwater.
Bovendien dient u het zoutreservoir
eerst met water, daarna met regenereerzout te vullen.
Belangrijk!
Indien u het zoutreservoir onverhoeds
met afwasmiddel vult, wordt de ontharder vernietigd!
Naspoelmiddel toevoegen.
Zo u de recipiënt voor naspoelmiddel
bij onachtzaamheid vult met afwasmiddel (zelfs vloeibaar afwasmiddel of een
product voor afwas met de hand), gaat
die stuk!
Gebruik geen product voor afwas
met de hand!
Gebruik
del voor huishoudelijke vaatwassers.
enkel afwas- en naspoelmid-
Voldoende afwasmiddel doseren.
Hou rekening met de doseeraanwijzingen van de afwasmiddelfabrikant. Doseert u te weinig, dan kan het resultaat
erg teleurstellen!
Hou absoluut rekening met de doseeraanwijzingen in het programma-overzicht!
Het reinigingseffect van afwasmiddel
kan variëren. Wellicht bent u er niet tevreden over. Gelieve dan wel eerst met
een ander afwasmiddel van een bekend merk te proberen voordat u contact opneemt met de naverkoopdienst.
11
Page 12
Voordat u het apparaat in gebruik neemt
Voordat u het apparaat in gebruik neemt
Het is belangrijk het juiste afwasprogramma te kiezen!
Normalerwijs kiest u voor de dagelijkse
vaat een NORMAAL of een UNIVERSEEL programma.
De beschrijving van de overige programma’s vindt u in het
programma-overzicht.
Wanneer u het toestel in gebruik
neemt, start het gekozen afwasprogramma met
vertraging!
Intussen wordt het programmadeel
‘Regenereren‘ uitgevoerd. Dan
brandt ook het controlelampje ‘Regenereren‘.
Hou de filterset op de bodem van de
spoelruimte en de sproeiarmen proper!
U dient deze delen beslist regelmatig
na te kijken en schoon te maken.
ongeveer 7 minuten
12
Page 13
De deur openen en sluiten
De deur openen
De deur openen en sluiten
Kinderbeveiliging
Neem de deur in de greepopening
vast en druk de greeptoets in.
Indien u de deur tijdens het afwassen
openmaakt, worden alle functies automatisch onderbroken.
De deur sluiten
Schuif de korven in het toestel.
Klap de deur omhoog en duw ze
dicht totdat u een klik hoort.
Met de kinderbeveiliging vermijdt u dat
kleine kinderen de deur van de afwasautomaat openmaken.
Met de meegeleverde sleutel plaatst
u deze beveiliging in de vereiste
stand.
horizontaal = deur vergrendeld
verticaal = deur kan open
13
Page 14
De waterontharder
De waterontharder
Om kalkafzetting op uw vaat en in het
toestel tegen te gaan, dient het water
waarmee het toestel afwast, onthard te
worden.
Deze taak kan de ingebouwde ontharder enkel naar behoren vervullen als:
1. de ontharder juist is ingesteld en
2. het reservoir voor regenereerzout
gevuld is.
(Is het water erg zacht - minder dan
4° Duitse of 7° Franse hardheid -,
voeg dan geen regenereerzout toe)
In de fabriek werd de ontharder op
22° Duitse of 40° Franse hardheid
(4 mmol per liter) ingesteld.
Indien de waterhardheid bij u ter
plaatse daarvan afwijkt - ook lager
dan 4° Duitse of 7° Franse hardheid – , dient u de oorspronkelijke
instelling te wijzigen.
Uw watertoeleveringsbedrijf kan u inlichten over de hardheid van het u geleverde leidingwater.
Indien de waterhardheid schommelt,
bv. van 8 tot 17° Duitse of van 14 tot 31
Franse graden (van 1,4 tot 3,1 mmol/l),
hou dan enkel rekening met de hoogste waarde. In dit voorbeeld is dat dus
17° d of 31° f of 3,1 mmol/l.
Deel bij een eventuele tussenkomst
van de naverkoopdienst de technicus
de waterhardheid mee.
Verwijder het kapje van de keuzeknop voor de waterhardheid in de
kuip met behulp van een schroevendraaier.
Stel de keuzeknop voor de waterhardheid in de kuip dan met een brede schroevendraaier of geldstuk op
stand 6 in. U dient een klik te horen.
Deze stand werd ook in de fabriek ingesteld.
Zet de programmakiezer op ‘STOP‘.
De waterontharder
Draai de programmakiezer op ‘UNIVERSEEL 55’.
In de tijdsaanduiding verschijnt het
getal dat overeenstemt met de ingestelde waterhardheid, bv. ‘22’ = de
ontharder is ingesteld op 22° Duitse
of 40° Franse hardheid (4 mmol/l).
Druk zo vaak op de toets ‘Top Solo’
tot u in de tijdsaanduiding het getal
(in Duitse °) aantreft, dat met uw
waterhardheid overeenstemt.
Voorbeeld:
De plaatselijke waterhardheid bedraagt
30° Duitse of 54° Franse hardheid
(5,4 mmol/l).
Druk zo vaak op de toets ‘Top Solo’
totdat u in de tijdsaanduiding ‘30’
aantreft.
Na het getal ‘36’ springt de teller
weer op ’0’.
Het getal ‘0’ mag u niet instellen!
Druk tegelijk op de toetsen ‘START‘
en ‘Startuitstel’ en zet intussen het
toestel met de toets ‘I/0’ (aan/uit) aan.
In de tijdsaanduiding verschijnen nu
een ‘P’ en een getal.
Druk 2 keer op de toets ‘START’.
De wijziging wordt in het geheugen
opgeslagen.
In de tijdsaanduiding verschijnt de
duur van het gekozen programma.
15
Page 16
De waterontharder
De waterontharder
Waterhardheid tussen 36 en 70° d
(= tussen 65 en 126° Franse hardheid
of tussen 6,5 en 12,6 mmol/l)
Voorbeeld:
De waterhardheid bedraagt 52° Duitse
of 94° Franse hardheid (9,4 mmol/l).
Schakel de afwasautomaat uit.
Zet de programmakiezer op ‘STOP’.
Druk tegelijk op de toetsen ‘START’
en ‘Startuitstel’ en zet intussen het
toestel met de toets ‘I/0’ (aan/uit)
aan. In de tijdsaanduiding verschijnen nu een ‘P’ en een getal.
Draai de programmakiezer op ‘UNIVERSEEL 55’.
In de tijdsaanduiding verschijnt het
getal dat overeenstemt met de ingestelde waterhardheid, bv. ‘22’ = de
ontharder is ingesteld op 22° Duitse
of 40° Franse hardheid (4 mmol/l).
Druk zo vaak op de toets ‘Top Solo’
totdat u in de tijdsaanduiding het getal ‘36’ aantreft.
Druk 2 keer op de toets ‘START’.
De wijziging wordt in het geheugen
opgeslagen.
In de tijdsaanduiding verschijnt de
duur van het gekozen programma.
De keuzeknop voor de waterhardheid
in de kuip dient u daarenboven volgens
deze tabel in te stellen.
°d of
Duitse
hard-
heid
36-476,5-8,565-85364
48-658,6-11,786-117365
66-70 11,9-12,6 119-126366 *)
* in de fabriek ingesteld
mmol
per
liter
°f of
Franse
hard-
heid
Te pro-
gram-
meren
getal
Knop
water-
hardheid
(stand)
De keuzeknop voor de waterhardheid
moet u dan op stand 5 instellen (van
48° tot 65° Duitse hardheid).
Verwijder het kapje van de keuzeknop voor de waterhardheid met behulp van een schroevendraaier.
Stel de keuzeknop voor de waterhardheid in de kuip dan met een brede schroevedraaier of geldstuk op
een andere stand in.
De standen van 1 tot 3 mag u om
technische redenen niet instellen.
16
Page 17
De waterontharder
Regenereerzout toevoegen
Gebruik enkel zuiver, door indamping
gewonnen zout of speciaal regenereerzout, bij voorkeur met grove korrel.
Geen ander zout, bv. tafel- of strooizout. Zo’n zout kan namelijk bestanddelen bevatten, die niet in water oplosbaar zijn. Dat kan de werking van de
ontharder schaden!
Het zoutreservoir kan ca. 2 kg zout bevatten.
Indien u het zoutreservoir onverhoeds met
wordt de
vernield!
Voordat u het zoutreservoir gaat
vullen, dient u er zich van te vergewissen of u daadwerkelijk de verpakking met het regenereerzout ter
hand neemt.
Neem de onderste korf uit het toestel.
Schroef de schroefdop van het zout-
reservoir.
reinigingsmiddel vult,
ontharder onherroepelijk
De waterontharder
Voordat u de eerste keer zout toevoegt:
vul het reservoir met ca. 2 l water.
Zet de trechter op de vulopening.
Giet het reservoir vol regenereerzout.
Bij het vullen loopt er een deel van
de pekel over.
Verwijder de zoutresten van de
schroefdraad van het zoutreservoir.
Draai de schroefdop goed dicht.
Laat dadelijk daarna het programma
VOORSPOELEN aflopen, zodat de
overgelopen pekel verdunt en wegspoelt.
Dat is niet nodig indien u meteen
daarop een programma ‘UNIVERSEEL’ of ‘UNIVERSEEL PLUS’ kiest.
17
Page 18
De waterontharder
De waterontharder
Aanduiding van het zoutpeil
Indien het controlelampje ‘zout’ begint
te branden, dient u regenereerzout bij
te vullen.
Na het bijvullen wordt de ontharder telkens bij het begin van het eerste of
tweede afwasprogramma geregenereerd.
Opmerking!
Het controlelampje gaat ook branden
als het leidingwater onder de 4° Duitse
of 7° Franse hardheid (0,7 mmol/l) blijft
en u dus geen regenereerzout heeft
toegevoegd.
Dat het lampje ‘zout’ aangaat, speelt
voor u dan geen rol!
Het controlelampje ’zout’ dient ook voor
het moderniseren van de programma’s.
Zie rubriek ’Naverkoopdienst’.
Intussen brandt het controlelampje ’Regenereren’.
18
Page 19
Naspoelmiddel toevoegen
Naspoelmiddel dient u te doseren om
het water tijdens het drogen als een
film van de vaat te laten lopen en de
vaat na het spoelen zonder vlekken te
laten drogen.
Het middel wordt in de recipiënt gegoten en volgens de ingestelde hoeveelheid automatisch gedoseerd.
De recipiënt bevat ongeveer 130 cm
Vult u de recipiënt voor naspoelmiddel onverhoeds met
(ook in vloeibare vorm), dan gaat
die beslist stuk!
Gebruik enkel
huishoudelijke afwasautomaten!
U kan eveneens gebruik maken van
huishoudelijke azijn met een zuurgehalte tot 5 % alsook van vloeibaar citroenzuur tot 50 %. Bedenk echter
dat het droog- en naspoelresultaat
merkelijk slechter is dan bij gebruik
van naspoelmiddel.
afwasmiddel
naspoelmiddel voor
3
Naspoelmiddel toevoegen
.
Zodra het controlelampje ‘naspoelmiddel’ op het bedieningspaneel aangaat,
Azijn met hoog zuurgehalte (bv.
azijnessence van 25 %) mag u
gebruiken. Daardoor kan het toestel
namelijk schade oplopen.
niet
drukt u de toets in de richting van de
pijl tot de klep openspringt.
19
Page 20
Naspoelmiddel toevoegen
Naspoelmiddel toevoegen
De doseerhoeveelheid instellen
Het naspoelmiddel kan u vlotter ingieten als u de deur
open zet (ca. 45°). Daarna laat u ze
volledig naar onderen zakken.
Stop met gieten zodra het naspoelmiddel aan het zeefoppervlak van
de vulopening zichtbaar wordt.
Doe de klep stevig dicht.
U dient een klik te horen. Anders kan
er tijdens het afwasprogramma water in het reservoir binnendringen.
Veeg gemorst middel goed weg. Zo
vermijdt u te overvloedig schuim in
de volgende afwasbeurt.
Het klepje blijft altijd gesloten. Maak
het enkel open om naspoelmiddel bij te
vullen!
Voeg pas naspoelmiddel bij wanneer
het controlelampje ‘naspoelmiddel’
op het bedieningspaneel aangaat.
eerst zowat half-
De doseerknop (zie pijl) in de vulopening kan u instellen van 1 tot 6. In de
fabriek werd die op 3 ingesteld. Dit is
ook de aanbevolen dosering. Per afgelopen programma wordt in dit geval
ca. 3 ml naspoelmiddel verbruikt.
Draai de knop op een hogere stand
indien er vlekken op de glazen verschijnen.
Indien er een film of sluier te voorschijn komt, draai de doseerknop
dan op een lagere stand.
20
Page 21
Vaatwerk en bestek schikken
Vaatwerk en bestek schikken
Hou hiermee rekening:
Schik het vaatwerk zo dat het water
het van alle zijden kan besproeien.
Alleen dan kan het schoon worden!
Vaatwerk en bestek mogen niet in elkaar liggen en elkaar niet bedekken.
Holle recipiënten als kopjes, glazen,
kookpannen e.d. zet u met hun opening naar onder in de korf.
Vaatwerk met een diepe bodem
plaatst u bij voorkeur schuin, zodat
het water eruit kan lopen.
Plaats hoge, slanke recipiënten niet
in de hoeken van de korf. Zet ze liever in het midden. Daar bereiken de
sproeistralen ze beter.
Als u op het opklapbaar rek in de bovenste korf klein vaatwerk plaatst,
mag u daaronder geen groot vaatwerk zetten. Bv.: dessertschoteltjes
horen thuis op het opklapbaar rek,
kopjes eronder. Niet omgekeerd.
Sommige spijzen als worteltjes, tomaten of ketchup kunnen natuurlijke
kleurstoffen bevatten. Blijven er grotere hoeveelheden aan het vaatwerk
kleven en komen ze zo in de kuip terecht, dan kunnen de kunststof onderdelen van het toestel gaan verkleuren.
De stevigheid van de kunststof onderdelen komt daardoor echter niet
in het gedrang.
De sproeiarmen mag u niet door te
hoge of naar onderen doorhangende
delen blokkeren. Doe de sproeiarmen eventueel eens met de hand
draaien.
21
Page 22
Vaatwerk en bestek schikken
Vaatwerk en bestek schikken
Voorbeelden
In de bovenste korf
Klein, licht en delicaat vaatwerk als kopjes, schoteltjes, glazen, dessertschoteltjes e.d.
In de onderste korf
Groot en zwaar vaatwerk. bv. borden,
kookpannen, schotels e.d. In geen geval lichte glazen met een dunne wand.
Daarvoor is er een speciale inzet of onderste korf vereist!
Hou hiermee rekening bij ‘Top Solo’
Kiest u een afwasprogramma met de
bijkomende functie ‘Top Solo’, schik al
de vaat dan in de bovenste korf en in
de besteklade.
Daar de middelste sproeiarm ook naar
onderen sproeit, kan u grotere borden
en schotels - op grote afstand van elkaar - ook in de onderste korf plaatsen.
In geen geval echter kookpotten,
opdienschotels of andere holle recipiënten!
Meer uitleg daarover vindt u bij ‘Bijkomende functies / Top Solo’.
22
Besteklade
U kan de inzet van de besteklade uitnemen. Zo kan u het bestek makkelijk
naar zijn plaats van bestemming brengen om het weg te bergen.
Page 23
Vaatwerk en bestek schikken
Het verdient aanbeveling het bestek in
zones te schikken. Bv. een voor messen, vorken, lepels, theelepeltjes. Zo
kan u het achteraf beter uitnemen.
Lange voorwerpen als roer-, sauslepels, taartscheppen en lange messen
kan u in de verlaging midden in de besteklade leggen.
Laat de holle delen van lepels op de
getande steunen rusten. Zo druipt ook
de laatste waterdruppel er volledig af.
Leg bestek met rond of ovaal hecht niet
met dat hecht tussen de rechtopstaande steunstaafjes.
Let erop dat de holle delen van lepels
minstens op een van de horizontale afloopstaafjes op de bodem van de besteklade rusten. Zo kan ook de laatste
druppel afdruipen.
De bovenste sproeiarm mag u niet
blokkeren door te hoge voorwerpen, bv. taartscheppen.
23
Page 24
Vaatwerk en bestek schikken
Vaatwerk en bestek schikken
Opklapbaar rekje
Steunstaaf
(naar gelang van het model)
Om hoge glazen e.d. te schikken, kan
u dit rekje opklappen.
Om vaatwerk makkelijk in de bovenste
korf te zetten en uit te nemen, kan u deze
steunstaaf naar het midden toe klappen
(zie pijl).
Zet de steunstaaf na het plaatsen van
het vaatwerk weer omhoog. Zo kan
vaatwerk dat u rechts van de staaf
plaatst, ertegenaan leunen.
24
Page 25
Vaatwerk en bestek schikken
Vaatwerk en bestek schikken
De bovenste korf verstellen
(volgens het model)
Om in de bovenste of onderste korf
meer plaats te krijgen voor hoger vaatwerk, kan u de bovenste korf in de
hoogte regelen. Er zijn 3 niveaus met
telkens een verschil van 2 cm.
Trek de bovenste korf naar voren en
draai de moeren aan beide zijden
van de korf los.
Naar gelang van de stand van de bovenste korf kan u borden met volgende
diameter in de korven plaatsen:
Bovenste
korf
in de ...
stand
bovenste20,5 cm30 cm
middelste22,5 cm28 cm
onderste24,5 cm26 cm
Maximum ø
borden in
bovenste
korf
onderste
korf
Breng de korf in de gewenste stand
en draai de moeren weer vast.
U kan de bovenste korf ook schuin
plaatsen. Soms kan dat nuttig zijn om
vaatwerk makkelijker te plaatsen.
25
Page 26
Niet geschikt voor afwas in de afwasautomaat
Niet geschikt voor afwas in de afwasautomaat
– Bestek met houten of hoornen hecht.
Wij bevelen u aan
– Houten of kunststof broodplankjes.
– Voorwerpen als bv. oude messen
met aan elkaar gekleefd lemmet en
hecht.
– Voorwerpen met artistieke waarde.
– Koperen of tinnen voorwerpen.
– Kunststof voorwerpen die niet tegen
hitte bestand zijn.
Hou hiermee rekening:
– Voorwerpen van
kunnen verkleuren.
– Onderdelen van
ters) mogen niet met sterk alkalisch
industrieel reinigingsmiddel met bij-
tende werking in de afwasautomaat
worden afgewassen. Er kan namelijk
schade optreden en er bestaat risico
op hevige chemische reacties.
Zilver dat met zilverglans werd gepo-
–
lijst, kan na het afwasprogramma
nog vochtig zijn of vlekken vertonen.
Het water loopt er immers niet als
een film af. Dat zilver dient u dan
nog met een doek af te drogen.
ver dat echter in een dompelbad
werd behandeld, komt gewoonlijk
droog uit de vaatwasser. Zilver kan
evenwel verkleuren.
zilver en aluminium
aluminium (bv. vetfil-
Zil-
delicaat glas in het programma
SPAAR 55 °C (bij sommige modellen
ook in FIJN 45 °C) af te wassen.
Het risico dat zulk glas troebel wordt,
is dan geringer.
heel waardevolle glazen verder met
de hand af te wassen en
u er bij de aanschaf van nieuw vaatwerk en bestek van te verzekeren
dat u het in de afwasautomaat kan laten afwassen.
Op het glazuur aangebrachte motie-
–
ven kunnen na verschillende afwas-
beurten verbleken.
Glazen kunnen na lang gebruik troe-
–
bel worden.
26
Page 27
Afwasmidddel toevoegen
Gebruik enkel afwasmiddel voor
huishoudelijke afwasautomaten.
Geen middel voor afwas met de
hand gebruiken!
Let op!
Als afwasmiddel wordt ingeslikt,
kan dat door de inbijtende werking
mond- en keelholte beschadigen.
Hou dus kleine kinderen van afwasmiddel en van de openstaande afwasautomaat weg. Er kan immers
nog afwasmiddel in het toestel achtergebleven zijn.
Opdat kinderen niet in aanraking komen met afwasmiddel:
voeg het afwasmiddel pas toe juist
voordat u een programma start.
Afwasmidddel toevoegen
Keus aan afwasmiddelen
Sedert enige tijd bieden vrijwel alle afwasmiddelfabrikanten een gamma
nieuwe afwasmiddelen aan. Die zijn
van verschillende samenstelling.
nieuwe, voor ons milieu door-
Deze
gaans gunstige middelen reageren
evenwel gevoeliger op de waterhardheid dan traditioneel afwasmiddel. Na
geruime tijd komen er neveneffecten
aan het licht.
De volgende proble me n kunnen zich
voordoen:
– Witte neerslag op de vaat en op de
onderdelen van de afwasautomaat.
– Toenemende aantasting van het
glas: het oppervlak krijgt alle kleuren
van de regenboog, maar vooral
blauw.
– Zilveren bestek gaat verkleuren.
Deze verschijnselen zijn vooral aan
het afwasmiddel toe te schrijven. Ze
worden niet door de werking van de
afwasautomaat teweeggebracht!
27
Page 28
Afwasmidddel toevoegen
Mogelijke maatregelen:
1. Wenst u de nieuwe
vrije afwasmiddelen te gebruiken,
dan bevelen wij u het volgende aan:
– Als proef kan u een gelijksoortig af-
wasmiddel gebruiken van een ander
merk.
2. Is het resultaat ook dan niet bevredi-
gend, probeer dan
fosfaathoudend afwasmiddel.
– Respecteer in dit geval al de instellin-
gen van de ontharder en doseeraan-
wijzingen als in de gebruiksaanwij-
zing.
chloor- en fosfaat-
chloorvrij, maar
3. Is het resultaat dan nog niet ten
volle bevredigend, dan bevelen wij u
aan conventionele
houdende afwasmiddelen te gebruiken.
– Ook in dit geval respecteert u bij
voorkeur al de instellingen van de
ontharder en doseeraanwijzingen als
in de gebruiksaanwijzing.
Vraag in geval van twijfel advies aan
uw afwasmiddelfabrikant.
chloor- en fosfaat-
28
Page 29
Afwasmiddel toevoegen
Voor elk afwasprogramma (behalve bij
VOORSPOELEN) dient u reinigingsmiddel toe te voegen:
– Doe afwaspoeder in de recipiënt.
– Afwastabletten kan u op verschillen-
de plaatsen in het toestel leggen.
Volg daarbij de aanbevelingen van
de afwasmiddelfabrikant op de ver-
pakking.
Afwasmiddelfabrikanten geven de ver-
eiste totale hoeveelheid voor een programma op de verpakking in ml aan.
Gebruik voor de programma’s NORMAAL en UNIVERSEEL minstens 30 ml
afwasmiddel.
Geeft de afwasmiddelfabrikant meer
op, doseer dan ook meer.
Afwasmiddel toevoegen
Naar gelang van de afwasmiddelsoort
en het gekozen programma dient u anders te doseren.
Hou dus rekening met de doseeraanwijzingen in het programma-overzicht op
de volgende bladzijden.
Koopt u afwasmiddel in grotere hoeveelheden? Doe de verpakking dan
telkens goed dicht. Anders verzwakt
het reinigingsvermogen.
29
Page 30
Afwasmiddel toevoegen
Afwasmiddel toevoegen
Ter informatie:
Vakje I kan hoogstens 25 ml, vakje II
80 ml bevatten.
er in vakje II
Die duiden het niveau in ml aan.
Om vlot te doseren, zijn
markeringen aangebracht.
Druk de toets van de klep van de recipiënt in. De klep springt dan open.
Na het afwasprogramma staat deze
klep steeds open.
30
Giet het afwasmiddel in de vakjes.
Doe de klep van de recipiënt dicht.
Page 31
Programmakeus
De keus van een programma laat u bij
voorkeur afhangen van het soort vaatwerk en van de mate waarin het vuil is.
Meestal gaat u een NORMAAL of UNIVERSEEL programma kiezen:
– NORMAAL 55 °C
– UNIVERSEEL 55 °C of 65 °C
Deze programma’s zijn echt geschikt
voor vaat zoals die dagelijks in het huishouden af te wassen is: gemengd vaatwerk met allerhande vuil.
Voor bijzondere taken zijn de speciale
programma’s aangewezen.
In het programma-overzicht op de
volgende bladzijden vindt u deze programma’s alsook de toepassingen
ervan beschreven.
Bij elk programma kan u de bijkomende functie ‘Top Solo’ kiezen. Meer uitleg
daarover vindt u in de rubriek ‘Bijkomende functies / Top Solo’.
Programmakeus
Afwasprogramma
‘Zonder verwarming’
Kies dit programma om licht tot normaal bevuild vaatwerk te reinigen.
Om technische redenen is er alleszins
een aansluiting vereist op warm water
van minstens 45 °C. Dit is de temperatuur van het binnenvloeiend water.
Bij dit afwasprogramma wordt het
water waarmee het toestel afwast, niet
verwarmd.
draagt enkel ca. 0,20 kWh.
U verkrijgt daarmee dus een aanzienlijke stroombesparing. Het droogvermogen is echter wel beperkt.
Hoe hoger de temperatuur van het
binnenvloeiende water (max. 60 °C),
hoe beter het afwas- en droogresultaat.
Om het vocht op de vaat beter weg
te werken, zet u de deur van de afwasautomaat na afloop van het programma het best op een kier.
Het stroomverbruik be-
31
Page 32
Programma-overzicht
Programma-overzicht
ProgrammaToepassingenAfwasmiddel
spoelen)
Normale en universele programma’s
NORMAAL
55 °C
UNIVERSEEL
normaal vuil vaatwerk. Vooral geschikt voor
Voor
chloorvrij afwasmiddel.
normaal vuil vaatwerk.20 %80 %100 %
Voor
55°
UNIVERSEEL
PLUS 55°
Als UNIVERSEEL 55°, maar met een langere
3)
reinigingstijd voor erg vuil vaatwerk.
Vooral geschikt voor chloorvrij afwasmiddel.
UNIVERSEEL
65°
Als UNIVERSEEL 55°, maar met een hogere
reinigingstemperatuur om
aangedroogde,
zetmeelhoudende spijsresten te verwijderen.
Speciale programma’s
SPAAR 55°Voor
volledig geladen korven met licht vuile vaat,
bv. koffieservies, ofwel
half geladen korven, voor het reinigen van
voor
normaal vuile dagelijkse vaat, ofwel
ZONDER
VERWARMING
Voor licht tot normaal vuil vaatwerk.
zo uw vaatwasser op minstens 45°C warm water is
Enkel te kiezen
aangesloten. Zie rubriek ’Programmakeus’.
INTENSIEF 75° Voor normaal bevuilde kookpannen en ander
vaatwerk met aangedroogde spijsresten.
KORT 45°Snel programma voor minder bevuilde vaat, bv.
voor vaatwerk van feestjes.
FIJN 45°Behoedzaam programma voor licht bevuilde vaat
die gevoelig is aan bepaalde temperaturen.
VOORSPOELEN
Om kwalijk riekende vaat af te spoelen als een
compleet programma nog niet de moeite loont.
Naar gelang van de afwasmiddelsoort is de dosering verschillend:
1)
Deze dosering kiest u voor
A
– fosfaat- en chloorhoudend afwasmiddel (geen vloeibaar middel).
De totale hoeveelheid dient u in dit geval over vakje I en II te verdelen.
2)
Deze dosering kiest u voor
B
– chloor- en fosfaatvrij afwasmiddel,
– chloorvrij en fosfaathoudend afwasmiddel,
– vloeibaar afwasmiddel.
De totale hoeveelheid dient u in dit geval volledig in vakje II te gieten.
1)
A
vak I
(voor-
vak II
(reinigen)
100 %100 %
20 %80 %100 %
20 %80 %100 %
50 %50 %
20 %80%100%
20%100%120%
50%50%
50 %50 %
2)
B
vak II
(reinigen)
Gebruik voor de programma’s NORMAAL en UNIVERSEEL minstens 30 ml afwasmiddel. Geeft de
afwasmiddelfabrikant meer op, doseer dan ook meer.
32
Page 33
Programma-overzicht
Programma-overzicht
ProgrammaverloopVerbruik
stroom kWhwater
voor-
spoelen
1
XXXXXX–0,222
XXX
voor-
spoelen
reinigentussen-
spoelen
2
X
55 °
XX
55 °
XX
55 °
XX
65 °
X
55 °
75 °
X
45 °
XX
45 °
X0,060,065
naspoelen drogenbij koud
XX
65 °
XX
65 °
XX
65 °
XX
65 °
XX
55 °
XX
65 °
XX
55 °
XX
55 °
X1,30,713
X1,30,717
X1,30,717
X1,40,817
X1,2
X1,70,922
X1,20,417
water,
15°
bij warm
water,
55°
5)
10,413
0,5
5)
liter
13
4)
Kiest u de bijkomende functie
in de vaat vuil is. Gewoonlijk doseert u zowat 2/3 van de hoeveelheid afwasmiddel die voor een volledige lading zou vereist zijn.
4)Gemiddeld verbruik bij een waterhardheid tot 17° Duitse of 31° Franse hardheid (3,1 mmol/l).
Zie rubriek ’De waterontharder’.
5)Bij halve lading (7 standaardcouverts).
’Top Solo’, doseer dan enkel in vakje II. Hou rekening met de mate waar-
33
Page 34
In- en uitschakelen
In- en uitschakelen
Inschakelen
Sluit de deur van het toestel.
Draai de waterkraan open.
Druk de toets ‘I/0‘ (aan/uit) (14) in.
Staat de programmakiezer (21) op
‘STOP‘, dan wordt in de
(17) een punt verlicht.
tijdsaanduiding
Voor de start van het programma
kunt u eventueel de bijkomende functies ‘Startuitstel‘ of ‘Top Solo‘ kiezen.
Zie rubriek ‘Bijkomende functies‘.
Druk op de toets START (18).
Het controlelampje naast de toets
‘START‘ gaat uit. Het programma gaat
van start.
Het programma starten
Draai de programmakiezer (21) naar
links of rechts op het gewenste programma.
tijdsaanduiding (17) verschijnt de
In de
duur van het gekozen programma in
uren en minuten.
Tegelijk gaat naast de
(18) een controlelampje aan.
34
toets ‘START‘
Aanduiding programmaverloop (20)
Nadat u een afwasprogramma hebt gestart, duiden de
de aanduiding van het programmaverloop aan in welk deel het programma
zich momenteel bevindt.
controlelampjes (20) in
Page 35
In- en uitschakelen
Ter informatie
Het programmadeel ‘Regenereren‘
verloopt voordat het afwasprogramma begint. Dat duurt enkele minuten. Intussen brandt enkel het controlelampje ‘Regenereren‘.
Na hoeveel afwasprogramma’s de
waterontharder geregenereerd wordt,
hangt af van de hardheid van uw leidingwater.
Zo wordt er bij 21° Duitse of 38° Franse
hardheid (3,8 mmol/l) bv. telkens na 3
programma’s geregenereerd. Bij
8° Duitse of 14° Franse hardheid
(1,4 mmol/l) gebeurt dat pas na 11 afwasbeurten.
Tijdsaanduiding (17)
Tijdens het programmaverloop wordt
de tijd aangeduid, die nog rest tot aan
het einde van het programma.
De tijd die in de tijdsaanduiding verschijnt, kan bij hetzelfde programma
verschillend zijn. Dat hangt onder meer
af van de temperatuur van het binnenlopende water.
In- en uitschakelen
Einde van het programma
Indien er geen enkel controlelampje
meer brandt in de aanduiding van het
programmaverloop (20) en er een ‘0‘
verschijnt in de tijdsaanduiding, is het
programma afgelopen.
U kan de vaatwasser nu leegmaken.
Zie rubriek ‘Het vaatwerk uitnemen‘.
Zo het toestel dicht blijft, draait de ventilator nog enkele minuten voort om de
vaat verder te drogen.
Dit verdient aanbeveling als u de vaat
niet meteen nodig hebt.
Uitschakelen
Na afloop van het programma:
Druk de toets ‘I/0‘ (aan/uit) (14) in en
laat hem uitspringen.
Wordt het toestel langere tijd niet gebruikt, bv. tijdens de vakantie:
de waterkraan dichtdraaien.
Wanneer u de afwasautomaat de eerste keer inschakelt, verschijnt een tijd
die overeenstemt met een watertemperatuur van ca. 15° C (in de fabriek gehanteerde testtemperatuur).
Bij al de volgende programma’s richt
de electronic zich naar de nieuwe gegevens. Daaruit berekent hij de vereiste tijd. Die verschijnt daarna telkens als
u het toestel inschakelt.
35
Page 36
In- en uitschkelen Het vaatwerk uitnemen
In- en uitschkelen Het vaatwerk uitnemen
Een programma onderbreken
Het afwasprogramma wordt onderbroken zodra u de deur van het toestel
opent.
Zodra u de deur weer sluit, wordt het
programma voortgezet op het punt
waar het onderbroken werd.
Voorzichtig !
Als het water in de afwasautomaat
heet is, kunt u zich verbranden. Doe
de deur dus voorzichtig open als
het dan toch nodig is.
Voordat u de deur weer sluit, zet u
ze nog ca. 20 seconden op een
kier. Intussen komt de temperatuur
in de spoelruimte in evenwicht.
Daarna duwt u de deur flink dicht
totdat u een klik hoort.
V an programma veranderen
Het programma kan op gelijk welk moment worden veranderd. Vanaf dat
ogenblik start het nieuwe programma.
Het vaatwerk uitnemen
Heet vaatwerk is gevoelig voor
schokken! Laat het daarom na afloop van het programma in het toestel afkoelen totdat u het goed kan
vastnemen.
Indien u de deur na het uitschakelen
helemaal openzet, koelt de vaat sneller af.
Maak eerst de onderste korf, daarna
de bovenste korf leeg en tenslotte
de besteklade - indien die voorhanden is.
Zo vermijdt u dat er eventueel nog
druppels van de vaat uit de bovenste korf of uit de besteklade op die in
de onderste korf vallen.
Plaats de programmakiezer op het
gewenste programma.
Indien het programma opnieuw moet
worden gestart:
De programmakiezer op ‘STOP‘
draaien (in de tijdsaanduiding verschijnt een punt).
Een nieuw programma kiezen en op
de toets ‘START‘ drukken.
36
Page 37
Bijkomende functies
Bijkomende functies
Startuitstel (18)
De start van een afwasprogramma kan
tot 9 uur en 30 minuten worden uitgesteld. Dat gebeurt in stappen van 30
minuten. Zo kunt u bv. gebruik maken
van het nachttarief.
Een programma kiezen.
tijdsaanduiding (17) verschijnt de
In de
duur van het gekozen programma in
uren en minuten.
Op de toets Startuitstel‘ (18) drukken: 1 keer per 30 minuten uitstel.
In de tijdsaanduiding verdwijnt de programmaduur. Die wordt vervangen
door het aantal uren (en minuten) dat
het programma wordt uitgesteld. Naast
de toets ‘Startuitstel‘ gaat een controlelampje branden.
Druk op de toets ‘START‘ (18).
De tijd voor de start wordt in minuten afgeteld.
Voorbeeld:
1 x op ‘Startuitstel‘ drukken = 30 minuten uitstel.
In de tijdsaanduiding wordt verlicht:
30 (min.).
2 x op ‘Startuitstel‘ drukken = 1 uur uitstel.
In de tijdsaanduiding wordt verlicht:
1 (h), enz...
Opdat kinderen niet in aanraking komen met afwasmiddel:
voeg het afwasmiddel
voordat u een programma start. dus
voor u op de toets ’START’ drukt.
Vergrendel de toesteldeur ook met
de kinderbeveiliging.
Let erop wanneer u van het startuitstel gebruik maakt, dat de recipiënt
voor het afwasmiddel droog is. Wis
die eventueel van te voren droog af.
pas toe juist
Na afloop van het uitstel gaat het gekozen afwasprogramma automatisch van
start. In de tijdsaanduiding (17) verschijnt opnieuw de programmaduur of
de resterende tijd van dat programma.
37
Page 38
Bijkomende functies
Bijkomende functies
Top Solo (18)
(voor een mindere hoeveelheid vaat)
Met deze bijkomende functie wordt het
water grotendeels enkel door de bovenste en middelste sproeiarm geleid en
verdeeld.
Het gebruik van deze bijkomende functie verdient aanbeveling wanneer er
weinig vaat af te wassen is. In zo’n geval volstaan de bovenste korf en de besteklade.
Daar de middelste sproeiarm ook naar
onder sproeit, kunt u in de onderste
korf ook grote borden of schotels plaatsen. Zorg ervoor dat er voldoende afstand is tussen de objecten.
geen geval kookpannen of andere holle
recipiënten.
‘Top Solo‘ zorgt voor een lager water-,
afwasmiddel- en stroomverbruik.
In het programma UNIVERSEEL PLUS
55° bv. wordt er maar 11 liter water verbruikt i.pl.v. 17. Het stroomverbruik zakt
van 1,3 naar 1 kWh.
Zet er in
De functie ‘Top Solo‘ kunt u bij alle afwasprogramma’s kiezen.
Een programma kiezen.
tijdsaanduiding (17) verschijnt de
In de
duur van het gekozen programma in
uren en minuten.
Op de toets ‘Top Solo‘ (18) drukken.
Het controlelampje naast de toets
gaat aan.
Na afloop van het programma wordt
deze bijkomende functie automatisch gewist.
De duur van het gekozen programma
wordt aangepast.
Druk op de toets ‘START‘ (18).
Het controlelampje naast de ‘START‘toets gaat uit. Het programma gaat
van start.
Omdat er minder vaat af te wassen is,
kunt u de totale hoeveelheid afwasmiddel, die door de fabrikant wordt opgegeven, beperken. Gewoonlijk doseert u
zowat 2/3 van de hoeveelheid afwasmiddel die voor een volle lading zou
vereist zijn. Hou echter ook rekening
met de bevuilingsgraad van de vaat.
38
Page 39
Reiniging en onderhoud van het toestel
Reiniging en onderhoud van het toestel
De filters in de kuip
Zonder filters mag u nooit afwassen!
De filterset op de bodem van de kuip
dient u regelmatig na te kijken. Eventueel dient u hem ook te reinigen:
Zwenk het handvat naar rechts om
de filterset te ontgrendelen.
Neem de filterset eruit en verwijder
de grove resten. Spoel ze onder stromend water weg. Gebruik eventueel
een borstel.
39
Page 40
Reiniging en onderhoud van het toestel
Reiniging en onderhoud van het toestel
Draai de filterset om en maak de sluiting van de grove zeef open. Trek de
ontgrendeling weg.
Maak de grove zeef onder stromend
water schoon. Gebruik eventueel
een borstel. Duw de sluiting daarna
weer dicht.
Let op:
U dient de sluiting na het schoonmaken van de grove zeef terdege te vergrendelen.
Plaats de filterset mooi vlak op de bodem van de kuip en vergrendel hem.
Zwenk het handvat daartoe van
rechts naar links.
40
Page 41
Reiniging en onderhoud van het toestel
Reiniging en onderhoud van het toestel
De sproeiarmen
Spijsresten kunnen zich vastzetten in
de sproeikoppen. Kijk de sproeiarmen
dus geregeld na, bv. om de 6 maand.
Maak ze dan eventueel schoon.
Daartoe dient u de sproeiarmen als
volgt af te nemen:
Hef de middelste sproeiarm op b,
zodat de tanden in elkaar grijpen.
Schroef hem daarna af c.
Afwasautomaten met bestekkorf:
Schroef de bovenste sproeiarm af.
Afwasautomaten met besteklade:
Trek de besteklade uit het toestel.
Hef de bovenste sproeiarm op zodat
de tanden in elkaar grijpen. Schroef
hem dan af.
Neem de onderste korf uit. Trek de
onderste sproeiarm naar boven toe
weg.
Duw de spijsresten met een spits
voorwerp door de sproeikoppen
naar binnen. Spoel ze onder stromend water weg.
Let op!
Controleer na het monteren van de
sproeiarmen of ze vlot ronddraaien.
41
Page 42
Reiniging en onderhoud van het toestel
Reiniging en onderhoud van het toestel
Afvoerpomp en terugslagklep
Het kan voorkomen dat het toestel het
water op het einde van het programma
niet wegpompt. De oorzaak daarvan
kan zijn dat voorwerpen de afvoerpomp of de terugslagklep blokkeren.
Die kan u makkelijk verwijderen:
Neem de filterset uit de kuip.
Schep het water met een kopje of
beker uit de kuip.
Haal de terugslagklep eraf en spoel
ze onder stromend water goed
schoon.
Zwenk de sluitbeugel weg.
42
Onder de terugslagklep zit de afvoerpomp (zie pijl).
Kijk na of de afvoerpomp niet door
voorwerpen wordt geblokkeerd voordat u de terugslapklep weer monteert. Draai daartoe aan de schoep
van de afvoerpomp.
Plaats de klep zorgvuldig terug. Zet
ze weer met de sluitbeugel vast.
Page 43
Reiniging en onderhoud van het toestel
Reiniging en onderhoud van het toestel
Het zeefje in de watertoevoer
Om het watertoevoerventiel te beschermen, is er in de schroefkoppeling een
zeefje geplaatst. Zo dit zeefje vuil is,
loopt er te weinig water in de kuip.
De kunststof behuizing van de wateraansluiting bevat een elektrisch
onderdeel. Dat mag u niet in vloeistof onderdompelen!
Aanbeveling
Bevat het u geleverde leidingwater veel
bestanddelen die in het water niet worden opgelost? Plaats dan bij voorkeur
een grotere filter tussen de afsluitkraan
en de schroefkoppeling van het veiligheidsventiel. Deze filter is verkrijgbaar
onder het bestelnummer M.-nr. 75 577.
Om de zeef schoon te maken:
Maak het toestel stroomloos. Schakel daartoe het toestel uit en trek de
stekker uit het stopcontact.
U kan ook de smeltstoppen uitschakelen indien het stopcontact niet toegankelijk is.
Draai de waterkraan dicht en schroef
het watertoevoerventiel los.
Neem het dichtingsschijfje uit de
schroefkoppeling.
Trek het zeefje met een combinatieof punttang uit en maak het schoon.
Breng het zeefje met de dichting
weer aan. Zit de dichting wel juist?!
Let erop dat u de schroefkoppeling
niet schuin op de waterkraan draait.
Draai de waterkraan open.
Indien er water lekt, draai dan de
schroefkoppeling steviger aan.
43
Page 44
Reiniging en onderhoud van het toestel
Reiniging en onderhoud van het toestel
Bedieningspaneel
Wis dat enkel met een vochtige doek
af. U kan het ook schoonmaken met
een courant reinigingsmiddel voor
kunststof.
Gebruik geen schuurmiddel. Reinigingsmiddel voor glazen oppervlakken of voor universeel gebruik is
eveneens uit den boze!
Wegens de samenstelling van dat
middel kan er aanzienlijke schade
ontstaan op kunststof oppervlakken.
Voorzijde afwasautomaat
De voorzijde behandelt u met een
middel dat voor het onderhoud van
keukenvoorzijden geschikt is.
Houten voorzijden mag u enkel met
een vochtig zeemleer afwissen.
Daarna met een doek afdrogen.
Reinigingsmiddelen die ammoniak
bevatten, nitro- of kunstharsverdunningen mag u niet gebruiken!
44
Page 45
Eventuele kleine storingen zelf verhelpen
Eventuele kleine storingen zelf verhelpen
Indien er zich storingen voordoen in de
werking van uw toestel, kan u die in
vele gevallen zelf ongedaan maken.
Zo er aan elektrische onderdelen
dient te worden gewerkt, laat u dat
uit veiligheidsoverwegingen liever
aan bevoegde vaklui over!
Misschien kunnen de volgende tips u
niet helpen de storing zelf op te lossen.
Neem dan contact op met uw Mielehandelaar of met de Miele-naverkoopdienst.
Storingen / eventuele oorzaken
De afwasautomaat start niet.
– De deur is niet goed dicht.
– De stekker zit niet in het stopcontact.
– De smeltveiligheden zijn defect of
uitgesprongen.
De vaat is niet proper geworden.
– De vaat werd niet juist geschikt.
– Het afwasmiddel werd niet juist ge-
doseerd. Zie ‘ Programma-overzicht’.
– De filterset in de kuip is niet zuiver.
Zie rubriek ‘Reiniging en onderhoud
van het toestel’.
– De sproeikoppen zijn verstopt. Zie ru-
briek ‘Reiniging en onderhoud van
het toestel’.
– Er werd een verkeerd programma
gekozen. Zie rubriek ‘Programmaoverzicht’.
Er komt een witte aanslag te voorschijn op vaat en bestek.
doseerd.
Verhoog de dosering. Zie rubriek ’Naspoelmiddel toevoegen’.
45
Page 46
Eventuele kleine storingen zelf verhelpen
Eventuele kleine storingen zelf verhelpen
Het afwasprogramma is te vroeg afgelopen. Het controlelampje ’waterafvoer’ knippert.
– Er zit een knik in de afvoerslang.
Vlak na de start van het programma
knippert het controlelampje ‘watertoevoer’
– De waterkraan staat dicht.
– De afvoerpomp is verstopt. Zie ru-
briek ’Reiniging en onderhoud van
het toestel’.
– Er zitten voorwerpen in de terugslag-
klep geblokkeerd. Zie rubriek ‘Reiniging en onderhoud van het toestel’
Voordat u aan deze storingen verhelpt:
Draai de programmakiezer op STOP.
Schakel de afwasautomaat uit met
de toets ’I/0’ (aan/uit).
Na afloop van het afwasprogramma
bevindt er zich water in de kuip.
– Er zit een knik in de afvoerslang.
– De afvoerpomp is verstopt. Zie ru-
briek ‘Reiniging en onderhoud van
het toestel’.
– Er zitten voorwerpen in de terugslag-
klep geblokkeerd. Zie rubriek ‘Reiniging en onderhoud van het toestel’
Voordat u aan deze storingen verhelpt:
Draai de waterkraan open.
Het toestel werkt verder.
Werkt het niet verder?
Draai de programmakiezer op STOP.
Schakel de afwasautomaat uit met
de toets ’I/0’ (aan/uit).
Start het programma opnieuw.
Zie rubriek ’In- en uitschakelen’.
– Het zeefje in de schroefkoppeling
van de watertoevoer is verstopt. Zie
rubriek ‘Reiniging en onderhoud van
het toestel’.
– Er vloeit te weinig water in de kuip.
Misschien is de waterdruk (aan de
aftapkraan) te laag.
Voordat u aan deze storingen verhelpt:
Draai de programmakiezer op STOP.
Schakel de afwasautomaat uit met
de toets ’I/0’ (aan/uit).
Draai de programmakiezer op STOP.
Schakel de afwasautomaat uit met
de toets ’I/0’ (aan/uit).
46
Page 47
Eventuele kleine storingen zelf verhelpen
Eventuele kleine storingen zelf verhelpen
Het controlelampje ’sproeiarm’
knippert.
– De middelste sproeiarm wordt door
vaatwerk geblokkeerd.
Het afwasprogramma is te vroeg
afgelopen. In het leesvenstertje verschijnen 3 horizontale streepjes - - - .
Draai de programmakiezer op STOP.
Maak de deur open en verwijder de
blokkering.
– De sproeikoppen zijn verstopt. Zie
rubriek ’Reiniging en onderhoud van
het toestel’.
Voordat u aan deze storingen verhelpt:
Draai de programmakiezer op STOP.
Schakel de afwasautomaat uit met
de toets ’I/0’ (aan/uit).
Tijdens het programma ‘zonder verwarming’ brandt het controlelampje
‘Watertoevoer’.
Om technische redenen is er voor het
programma ‘zonder verwarming’ een
aansluiting vereist op warm water van
minstens 45 °C. Dit is de temperatuur
van het binnenvloeiende water. Zie ook
de rubriek ‘Programmakeus’.
Bereikt het binnenvloeiende water de
vereiste temperatuur niet, dan gaat het
controlelampje ‘Watertoevoer’ aan. Dat
is bv. te wijten aan een tijdelijke overbelasting van het warmwatersysteem.
Schakel de afwasautomaat uit met
de toets ’I/0’ (aan/uit).
Na enkele seconden:
Schakel de afwasautomaat met de
toets ’I/0’ (aan/uit) weer in.
Kies opnieuw het programma en
start het.
Zo de 3 horizontale streepjes weer in
het leesvenstertje opduiken, gaat het
over een technische storing.
Doe dan een beroep op de Mielenaverkoopdienst.
Ondanks deze technische storing kan
u in enkele gevallen nog met de programma’s ZONDER VERWARMING
(enkel bij aansluiting op warm water)
en VOORSPOELEN afwassen. Tijdens
de afloop van dat programma wordt
dan in het leesvenstertje weer de resterende tijd aangegeven.
In een uitzonderlijk geval kan dit voorval de aanleiding daartoe zijn dat de
vaat niet proper wordt.
Start het programma opnieuw zo
dat nodig blijkt.
Gaat het controlelampje ‘Watertoevoer’ opnieuw aan, kies dan een ander programma.
47
Page 48
Naverkoopdienst
Naverkoopdienst
Naverkoopdienst
Als u de storing niet zelf kan oplossen, gelieve dan contact op te ne-
men
– met uw Miele-handelaar of
– met de Miele-naverkoopdienst.
Het adres en telefoonnummer van onze
naverkoopdienst vindt u op de rugzijde
van deze gebruiksaanwijzing.
Wanneer u daar een beroep op doet,
geef dan a.u.b. altijd het machinety-
pe en -nummer op.
Beide gegevens vindt u op het type-
plaatje op de binnenzijde van de deur.
Het programma updaten
(moderniseren)
Dank zij een programma-actualisering
(PC = program correction) kan nieuwe
kennis inzake programma’s in de toekomst in de elektronische besturing
van uw toestel worden opgeslagen.
De led met de markering ‘PC’ dient de
naverkoopdienst als contactpunt voor
de actualisering van het programma.
48
Programma’s kunnen gemoderniseerd
worden bv. indien toekomstige ontwikkelingen nieuwe afwasprogramma’s vereisen. Miele zal de mogelijkheid om
een programma te actualiseren tijdig
bekendmaken.
Page 49
Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren
Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren
Flessesteun
(bij sommige modellen meegeleverd)
De flessesteun (bv. voor melk- of zuigflessen) kan u in de onderste korf verplaatsen.
Zet de flessesteun enkel op een plaats
die op de afbeelding in het wit is gemarkeerd. Zo verkrijgt u een degelijk afwasresultaat.
X staat.
Toebehoren om het toestel op te stellen
en beter te benutten is bij uw Miele-handelaar of bij de Miele-naverkoopdienst
verkrijgbaar.
In de kolom hiernaast vindt u enkele
voorbeelden.
In geen geval daar waar een
Om uw afwasautomaat op te
stellen
Hoekplaatjes om het toestel aan een
stenen of marmeren werkblad te bevestigen.
Afdekplaat om de vaatwasser onder
een kookvlak op te stellen.
Bekledingsset voor inbouw GDU
Om een geïntegreerd model (i-model)
te veranderen in een inbouwversie
(U-model).
Langere machinevoetjes voor een
totale machinehoogte tot 94 cm.
Montageset sokkelplint i-modellen
voor keukens zonder doorlopende plint.
Aanpaslijsten voor i-modellen om het
bedieningspaneel aan de hoogte van
de lade ernaast aan te passen.
Om uw afwasautomaat beter
te benutten
Glazeninzet voor de onderste korf
Enkel te gebruiken bij modellen met verwisselbare inzetten in de onderste korf.
Glazeninzet voor de bovenste korf
Speciaal voor fluiten of andere hoge,
smalle glazen.
49
Page 50
Opmerkingen i.v.m. vergelijkende tests
Opmerkingen i.v.m. vergelijkende tests
Testnorm:IEC 436 / DIN 44990 / IEC 704 / prEN 50242
Te vergelijken programma:UNIVERSEEL PLUS 55 °C
Hoeveelheid afwasmiddel: Bij gebruik van chloorhoudend afwasmiddel giet u
5 g in vakje I, 25 g in vakje II.
Bij gebruik van chloorvrij afwasmiddel giet u
enkel in vakje II.
30 g
Dosering naspoelmiddel: Stand 3 (ca. 3 ml, fabrieksmatige instelling)
Geluidsmetingen:Voordat u een programma start om het geluid te
meten, dient u de deur eens volledig open te doen.
Dan gaat de uitblaasopening van de turbothermic
automatisch dicht. Net als bij het dagelijks gebruik.
Uw geïntegreerde afwasautomaat
(i-model) is speciaal voorzien om onder
een doorlopend werkblad in te bouwen.
De voorzijde bekleedt u met een frontpaneel dat bij de keuken past.
Met behulp van de bekledingsset GDU
kan u een i-model zo aanpassen dat
het een inbouwmodel met bekledingsramen wordt. Bij deze set is een montagehandleiding gevoegd.
Om de stabiliteit veilig te stellen,
mag u deze afwasautomaat enkel
onder een doorlopend werkblad inbouwen. Dat werkblad dient u met
schroeven aan de kasten ernaast te
bevestigen.
Afmetingen:
1) bij 890 mm toestelhoogte
2) bij 840 mm toestelhoogte
Verstelmogelijkheden tot ca. 5 cm
(totale hoogte 84 - 89 cm).
U kan de hoogte van het toestel tussen
89 en 94 cm instellen indien u de voetjes vervangt door langere exemplaren
(mits toeslag verkrijgbaar).
56
Page 57
Het geïntegreerde inbouwmodel (- i) opstellen
Het geïntegreerde inbouwmodel (- i) opstellen
1.Het werkblad beschermen
met een r.v.s. plaat
De onderzijde van het werkblad wordt
door een roestvrijstalen plaat tegen beschadiging door waterdamp beschut.
Deze plaat wordt bij het i-model meegeleverd.
Spuit het meegeleverde dichtingskit
b in het gootje van de roestvrijstalen
plaat
c.
Breng deze plaat in de juiste stand.
Dit hangt af van de voorkant van het
werkblad, zie afbeelding.
Bevestig de plaat met de meegeleverde spijkers onder het werkblad.
Bij werkbladen met houten of kunststof omranding dient u de spijkers
door de achterste rij gaatjes te slaan.
57
Page 58
Het geïntegreerde inbouwmodel (- i) opstellen
Het geïntegreerde inbouwmodel (- i) opstellen
2.De afwasautomaat in de nis
plaatsen
Al de aansluitleidingen monteert u in
de spoelbak-onderkast. Bij sommige
spoelbak-onderkasten is er reeds een
opening voorzien.
Indien in de bodem of de sokkel van
de onderkast geen openingen voorhanden zijn, dient u die uit te zagen.
Afmetingen: 60 x 110 mm.
Voor sommige werkzaamheden
dient u het toestel ietwat uit de nis
naar voren te trekken. Sluit de leidingen dus helemaal op het einde aan.
58
Page 59
Het geïntegreerde inbouwmodel (- i) opstellen
Het geïntegreerde inbouwmodel (- i) opstellen
Glijstrips maken u de inbouw van het
toestel makkelijker. Bovendien vermijdt
u daardoor schade aan delicate vloerbekleding. U kan er ook de achterste
schroefvoetjes mee in de hoogte regelen.
Stel de hoogte van de afwasauto-
maat eerst manueel in.
Regel de hoogte ca. 5 mm lager dan
de onderkant van het werkblad. Dan
kan u het toestel achteraf vlot in de
nis schuiven. Let erop dat het water-
pas staat.
Schuif het toestel volledig in de nis.
Breng de slangen en het snoer zonder enige knik naar de aansluitpunten.
Duw de glijstrips - de schroef zonder
einde naar achteren toe - onder de
machinevoetjes.
59
Page 60
Het geïntegreerde inbouwmodel (- i) opstellen
Het geïntegreerde inbouwmodel (- i) opstellen
Regel de achterste machinevoetjes
op de vereiste hoogte:
draait u naar rechts = hoger,
draait u naar links = lager.
Om de machine 1 mm in de hoogte te
verstellen dient u verschillende keren te
draaien. Maak eventueel gebruik van
een elektrische schroevendraaier.
De voorste machinevoetjes regelt u
met de hand of met een schroevendraaier.
De voetjes regelt u makkelijker als het
gewicht van het toestel er niet op rust.
Kantel de mantel lichtjes (zo dat mogelijk is).
Om nauwkeurig te regelen duwt u
eventueel met een schroevendraaier
tegen de tandjes van de machinevoetjes.
Draai de voetjes zover uit tot het toestel
tegen het werkblad aan drukt. Daar
schroeft u het achteraf immers aan
vast. Let er ook op dat de machine waterpas staat.
60
Page 61
Het geïntegreerde inbouwmodel (- i) opstellen
Het geïntegreerde inbouwmodel (- i) opstellen
3. Bedieningspaneel monteren
Het bedieningspaneel wordt met het
vereiste toebehoren apart in de gewenste kleur geleverd. Tijdens de opstelling van het toestel dient u het bedieningspaneel te monteren.
Breng de meegeleverde dichtings-
b aan op het ontluchtingsroos-
ring
tertje
c.
Steek het ontluchtingsroostertje c
op zijn plaats.
Steek de kapjes d op de druktoet-
sen.
Steek de aanpasschijf e op zijn
plaats.
Duw het bedieningspaneel f op het
bedieningsblok. Bevestig het paneel
aan de binnenzijde van de deur
met 6 schroeven.
Steek de schakelknop h op de stift.
g
Enkel bij gebruik van de bekledingsset GDU (om een geïntegreerd (i-mo-
del) in een bekleedbaar model (U-model) te veranderen)
Bij gebruik van de bekledingsset GDU
dient u de aanpaslijsten
ren. Voor een eventueel gebruik achteraf dient u ze wel te bewaren. De overige gegevens hieromtrent vindt u in de
montagehandleiding voor GDU.
Duw de aanpaslijsten i uit de
spleten van het bedieningspaneel.
i te verwijde-
61
Page 62
Het geïntegreerde inbouwmodel (- i) opstellen
De afwasautomaat opstellen
4.Bedieningspaneel aan de
hoogte van de lade ernaast
aanpassen
Door de aanpaslijsten te verstellen past
u het bedieningspaneel aan de hoogte
van de lade ernaast aan.
Door met een moersleutel van 8 mm
naar links of rechts te draaien stelt u
de vereiste hoogte in.
Verstelmogelijkheden:
van 112 mm:bij bedieningspanelen
zonder aanpaslijsten,
tot 145 mm:bij bedieningspanelen
met 4 aanpaslijsten,
tot 154 mm:zo u een bijkomende
aanpaslijst (mit toeslag
verkrijgbaar) monteert.
Belangrijk:
Na het instellen de overtollige lengte
van de kunststof schroeven afknijpen
of afzagen. Verwijder eventueel de
braam.
U kan eventueel aanpaslijsten verwij-
deren. Ook allemaal.
62
Page 63
Het geïntegreerde inbouwmodel (- i) opstellen
Het geïntegreerde inbouwmodel (- i) opstellen
5.Het voorzijpaneel
aanbrengen
Als voorzijpaneel dient doorgaans een
onderkastdeur zonder ladepaneel noch
scharnieren. Om het voorzijpaneel op
de buitenste deurplaat van het toestel
te monteren dient u op de achterzijde
van het voorzijpaneel een bevestigingsplaat aan te brengen.
Op roestvrijstalen voorzijden zijn de bevestigingselementen reeds gemonteerd. Deze voorzijde kan u niet inkorten.
Doordat de voorzijpanelen in gewicht verschillen, dient u de deurveer na de montage absoluut in te
stellen. Raadpleeg daartoe punt 6.
De maat ‘X’ is de afstand tussen de onderkant van de kastdeur naast de afwasautomaat en het geboorde gaatje
in de buitenste deurplaat van het toestel (zie afbeelding).
Voordat u de bevestigingsplaat aanbrengt, dient u eerst de maat ‘X’ te
meten en eventueel te noteren.
63
Page 64
Het geïntegreerde inbouwmodel (- i) opstellen
Het geïntegreerde inbouwmodel (- i) opstellen
Leg het voorzijpaneel met zijn rugzij-
de naar boven toe.
Trek met een potlood een verticale
middellijn.
Gebruik de reeds gemeten maat ‘X’
(afstand tot de
voorzijpaneel) om er een horizontale
hulplijn van te maken.
onderkant van het
Op het bevestigingselement bevinden
zich in het midden markeringen A.
Leg het bevestigingselement op de
achterzijde van het voorzijpaneel.
Schik het element zo dat de markeringen A op de middellijn vallen. De
onderste gaatjes dienen op de horizontale hulplijn te liggen. Blokkeer
het bevestigingselement in deze positie met een strook kleefpapier.
Boor gaatjes van 10 mm diep met
een boor van 2,5 mm.
Bevestig het element met de meegeleverde schroeven.
Zie na of de maten wel echt kloppen
voordat u het toestel inbouwt.
64
Page 65
Het geïntegreerde inbouwmodel (- i) opstellen
De afwasautomaat opstellen
Trek de afwasautomaat uit zijn in-
bouwnis tot de zijdelingse bevesti-
gingsschroeven voor het voorzijpa-
neel vlot bereikbaar zijn.
Steek het voorzijpaneel in de gleu-
ven van de buitenste deurplaat van
het toestel. Hang het paneel op gelij-
ke hoogte met de deur van de onder-
kast ernaast. Hou het paneel vast.
Draai de bevestigingsschroeven aan
beide zijkanten van de buitenste
deurplaats van het toestel aan. Draai
daarbij naar rechts.
Sluit de openingen van de bevesti-
gingsschroeven met de meegelever-
de kunststof doppen af.
65
Page 66
Het geïntegreerde inbouwmodel (- i) opstellen
Het geïntegreerde inbouwmodel (- i) opstellen
6.De deurveer instellen
De deurveren zijn juist geregeld indien
de deur halfopen (hoek van ca. 45°)
blijft staan zodra u de deur loslaat.
Indien de deur zakt tot in de horizontale stand, span de deurveren dan op.
Veert ze integendeel weer omhoog,
dan moet u de veren ontspannen.
De stelschroef bevindt zich links in de
bovenste lijst van de afwasautomaat.
7.De afwasautomaat gelijk
zetten en vastschroeven
Zodra de afwasautomaat keurig gelijk
staat, bevestigt u hem met schroeven
aan het werkblad. Zo bent u er zeker
van dat hij stevig staat.
Doe de toesteldeur halfopen.
Doe de toesteldeur open.
Nu kan u de deurveer uitbalanceren:
– draait u naar rechts = spannen,
– draait u naar links = ontspannen.
Schuif de afwasautomaat weer in de
inbouwnis.
66
Draai 2 schroeven 4 x 15, een links
en een rechts, van onder in de openingen van de bovenste machinelijst.
Til de afwasautomaat daarbij niet
op. Dient u het toestel nog dichter
bij het werkblad te brengen, draai
de voetjes dan verder uit.
Page 67
Het geïntegreerde inbouwmodel (- i) opstellen
De afwasautomaat opstellen
Indien de schroeven bv. in de uitsnijding van een spoelbak terechtkomen,
gebruik dan het meegeleverde hoekplaatje.
Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren bij
‘Corian’- of granieten werkbladen. De
afwasautomaat wordt opzij aan de kast
ernaast bevestigd.
Trek de afwasautomaat 5 à 10 cm uit
zijn inbouwnis.
Plaats het hoekplaatje. Zie afb.
Schuif het toestel weer in de nis. Zet
het gelijk en bevestig het met de
schroeven 3,9 x 22 aan het werkblad.
Trek de afwasautomaat 5 à 10 cm uit
zijn inbouwnis.
Plaats de hoekplaatjes en zwenk ze
opzij.
Schuif het toestel weer in de nis en
zet het gelijk. Bevestig de hoekplaatjes telkens met 2 schroeven 3,5 x 15
aan de kast ernaast.
67
Page 68
Het geïntegreerde inbouwmodel (- i) opstellen
Het geïntegreerde inbouwmodel (- i) opstellen
8.De sokkelplint aanpassen
De sokkelruimte van de afwasautomaat
wordt bekleed met de doorlopende sokkelplint van de keuken.
De hoogte van de sokkelplint (H) hangt
af van de sokkelinsprong (R). Maar ook
van het verschil in lengte tussen voorzijpaneel en toesteldeur (P).
Zet de sokkelplint vlak voor de kastenrij zonder ze te bevestigen.
Doe de deur van de afwasautomaat
voorzichtig open.
Raakt het voorzijpaneel bij het openen
van de toesteldeur de sokkelplint?
Zaag dan een deel van de sokkelplint
weg.
Markeer op de sokkelplint een
streep waarlangs het voorzijpaneel
de plint raakt.
Zaag uit de sokkelplint langs deze
lijn een deel weg.
Zet de sokkelplint weer voor de kastenrij. Zie na of de toesteldeur nu volledig open kan.
Is dat nog niet het geval, zaag dan
wat meer van de sokkelplint af.
Bevestig de sokkelplint aan de keukenkasten ernaast.
68
Indien uw keuken geen doorlopende
sokkelplint heeft, kan u de sokkel met
behulp van de montageset ’sokkelplint
i-modellen’ bekleden (mits toeslag verkrijgbaar toebehoren).
Page 69
Elektrische aansluiting
Deze afwasautomaat is steeds voorzien van een stekker en uitgerust voor
aansluiting op een geaard stopcontact.
Verzeker u ervan dat de elektrische
installatie bij u ter plaatse overeenstemt met de gegevens op het typeplaatje van het toestel. Het gaat hier
over netspanning, frequentie en
smeltveiligheden.
De technische gegevens vindt u op
het typeplaatje terug.
Het verdient bovendien aanbeveling het toestel op een verliesstroomschakelaar van 30 mA aan te sluiten.
Elektrische aansluiting
69
Page 70
Wateraansluiting
Wateraansluiting
Watertoevoer
Het water in de afwasautomaat is
geen drinkwater!
U kan uw afwasautomaat op warm
water tot hoogstens 60 °C ofwel op
koud water aansluiten.
Warmwateraansluiting verdient de
voorkeur omdat u daarmee stroomkosten en tijd spaart.
In de voorspoel- en tussenspoelbeurt, waarin anders met koud water
werd afgewassen, alsook in het programma VOORSPOELEN, wordt dan
met warm water afgewassen.
De toevoerslang mag u niet inkorten of beschadigen (zie afb.) !
Voor het programma ‘zonder verwarming’ is er een warmwateraansluiting
vereist met minstens 45 °C.
De toevoerslang is ca. 1,5 m lang.
Er is ook een langere slang (4 m)
verkrijgbaar.
Voor de aansluiting dient u een afsluitkraan met een 3/4" schroefkoppeling te voorzien.
U mag het toestel mag zonder terugstroombeveiliging op een drinkwaterleiding aansluiten.
De waterdruk (aan de aftapkraan)
dient tussen 0,3 en 10 bar te liggen.
Zo de druk lager ligt, kan het controlelampje ‘Watertoevoer’ aangaan.
Zie rubriek ‘Eventuele kleine storingen zelf verhelpen’.
Ligt de druk hoger, laat dan een
drukreduceerventiel monteren.
Sluit de toevoerslang met het waterproof systeem bij voorkeur verticaal
aan. Gebruik eventueel een hoekstuk.
Tussen de waterproof-aansluitdoos
en de kastbodem dient er een afstand te zijn van minstens 20 cm.
70
Page 71
Wateraansluiting
Voor de aansluiting op een afsluitkraan in het werkblad is er een hoekstuk met dopmoer verkrijgbaar. Het
bestelnummer is M.-nr. 2 078 910.
Wateraansluiting
Plaats de toevoerslang zo dat die
niet hoger komt te liggen dan de
waterproof-aansluitdoos.
71
Page 72
Wateraansluiting
Wateraansluiting
Waterafvoer
In de afvoer van de machine zit een
terugslagklep ingebouwd. Zo kan er
via de afvoerslang geen vuil water in
de machine terugstromen.
Het toestel is uitgerust met een ca.
1,5 m lange afvoerslang. De binnenwerkse diameter bedraagt 22 mm.
De afvoerslang kan u met een verbindingsstuk en een andere slang tot
4 m verlengen.
Om de slang op het afvoersysteem
ter plaatse aan te sluiten, is er een
slangklem meegeleverd.
Het aansluitstuk aan de vaatwasser
kan u draaien. U kan de afvoerslang
dus zowei naar links als naar rechts
leggen zonder de slangklem los te
maken.
De waterafvoer ventileren
Doe de deur van het toestel volledig
open.
Ligt de waterafvoeraansluiting bij u ter
plaatse lager dan het deurprofiel waarin de wieltjes van de onderste korf lopen? In zo’n geval dient u de waterafvoer te ventileren. Anders kan het
water tijdens een programma door het
zuigheveleffect uit de kuip wegvloeien.
Om te ventileren:
De afvoerleiding mag hoogstens 4 m
lang zijn, de opvoerhoogte niet meer
dan 1 m!
Kort de afvoerslang niet in!
72
Snij het sluitdopje van de ventilatieklep in de kuip weg.
Page 73
Technische gegevens
Technische gegevens
Hoogte i-model84 cm (verstelbaar + 5 cm)
Breedte59,8 cm
Diepte 57 cm (i-model)
Diepte met deur open120,5 cm (i-model)
Gewichtca. 55 kg (i-model)
Spanning
Aansluitwaarde
Smeltveiligheden
Verkregen labelsVDE, radio-ontstoring
Waterdruk0,3 tot 10 bar
Warmwateraansluitingtot max. 60 C
Opvoerhoogtetot max. 1 m
Afvoerlengtetot max. 4 m
Aansluitsnoerca. 1,7 m
Capaciteit14 standaardcouverts