Miele G 7100, G 7102, G 7105, G 7107 User Manual [nl]

Gebruiksaanwijzing Vaatwassers
Lees altijd eerst de gebruiksaanwijzing en de montagehandleiding voor u het toestel plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is vei­liger voor uzelf en zo voorkomt u schade aan het toestel.
nl-BE M.-Nr. 11 831 830HG07
Inhoud
Taal instellen................................................................................................... 25
Waterhardheid instellen.................................................................................. 25
Zout doseren .................................................................................................. 28
Zout bijvullen .................................................................................................. 29
Naspoelmiddel doseren ................................................................................. 31
Naspoelmiddel bijvullen ................................................................................. 31
3
Inhoud
3D-MultiFlex-lade inladen .............................................................................. 48
Bestekkorf inladen.......................................................................................... 49
Vaatwasser met besteklade ........................................................................... 50
Vaatwasser met bestekkorf ............................................................................ 52
4
Inhoud
Express...................................................................................................... 69
IntenseZone.............................................................................................. 69
5

Veiligheidsinstructies en waarschuwingen

Deze vaatwasser voldoet aan de voorgeschreven veiligheidsbepa­lingen. Onjuist gebruik kan echter persoonlijk letsel of materiële schade tot gevolg hebben.
Lees de montagehandleiding en de gebruiksaanwijzing aandachtig door voordat u deze vaatwasser plaatst en in gebruik neemt. Beide bevatten belangrijke richtlijnen met betrekking tot de montage, de veiligheid, het gebruik en het onderhoud. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan de vaatwasser.
In overeenstemming met de norm IEC60335-1 adviseert Miele u uitdrukkelijk om het hoofdstuk over de installatie van de vaatwas­ser en de veiligheidsinstructies en waarschuwingen te lezen en op te volgen. Wanneer de veiligheidsinstructies en waarschuwingen niet worden opgevolgd, kan Miele niet aansprakelijk worden gesteld voor scha­de die daarvan het gevolg is.
Bewaar de montagehandleiding en de gebruiksaanwijzing zorgvul­dig en geef deze door aan een eventuele volgende eigenaar.
6
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen

Verantwoord gebruik

Deze vaatwasser is bestemd voor particulier huishoudelijk gebruik
(of daarmee vergelijkbaar).
Deze vaatwasser is niet geschikt voor gebruik buitenshuis.Deze vaatwasser is bestemd voor gebruik tot op een hoogte van
4.000m boven zeeniveau.
Gebruik de vaatwasser uitsluitend in huishoudelijke situaties voor
het afwassen van huishoudservies. Gebruik voor andere doeleinden is niet toegestaan.
Personen die op grond van hun fysieke of psychische gesteldheid,
hun onervarenheid of gebrek aan kennis van de vaatwasser niet in staat zijn om de vaatwasser veilig te bedienen, mogen hem alleen onder toezicht gebruiken. Deze personen mogen de vaatwasser al­leen zonder toezicht gebruiken als ze weten hoe ze hem veilig kun­nen bedienen. Ze moeten de eventuele risico's van een foutieve be­diening kunnen inzien en begrijpen.
7
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen

Kinderen in het huishouden

Houd kinderen onder acht jaar op een afstand van de vaatwasser,
tenzij u voortdurend toezicht houdt.
Kinderen vanaf acht jaar oud mogen de vaatwasser alleen zonder
toezicht gebruiken als ze weten hoe ze hem veilig kunnen bedienen. Kinderen moeten de eventuele risico's van een foutieve bediening kunnen inzien en begrijpen.
Kinderen mogen de vaatwasser niet zonder toezicht reinigen of
onderhouden.
Houd kinderen in de gaten wanneer zij zich in de buurt van de
vaatwasser bevinden. Laat kinderen nooit met de vaatwasser spelen. Het gevaar bestaat onder andere dat kinderen zich in de vaatwasser opsluiten.
Als de automatische deuropening is geactiveerd (afhankelijk van
het model), mogen kleine kinderen zich niet in de buurt van de deur van de vaatwasser bevinden. In het onwaarschijnlijke geval van een storing, bestaat er kans op letsel.
Verstikkingsgevaar. Kinderen kunnen zich tijdens het spelen in
verpakkingsmateriaal wikkelen (bijvoorbeeld in folie) of het materiaal over hun hoofd trekken en stikken. Houd verpakkingsmaterialen bij kinderen vandaan.
Voorkom dat kinderen met het reinigingsmiddel in aanraking kun-
nen komen. Reinigingsmiddelen kunnen brandwonden aan de huid en ernstig oogletsel veroorzaken. Reinigingsmiddelen kunnen brand­wonden in mond en keel veroorzaken of tot verstikking leiden. Houd kinderen daarom uit de buurt van de vaatwasser als hij geopend is. De vaatwasser kan nog resten van het reinigingsmiddel bevatten. Ga onmiddellijk met het kind naar een dokter als het kind reinigingsmid­del binnen heeft gekregen.
8
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen

Technische veiligheid

Door ondeskundig uitgevoerde installatie-, onderhouds- of repara-
tiewerkzaamheden kan de gebruiker aanzienlijke risico's lopen. In­stallatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden mogen alleen door gekwalificeerde vakmensen worden uitgevoerd.
Schade aan de vaatwasser kan uw veiligheid in gevaar brengen.
Controleer de vaatwasser op zichtbare schade, vooral na transport. Gebruik nooit een beschadigde vaatwasser.
De elektrische veiligheid van de vaatwasser is uitsluitend gegaran-
deerd wanneer hij wordt aangesloten op een aardingssysteem dat volgens de geldende voorschriften is geïnstalleerd. Aan deze funda­mentele veiligheidsvoorwaarde moet worden voldaan. Laat de elek­trische installatie bij twijfel door een elektricien inspecteren. Miele kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die het ge­volg is van een ontbrekende of beschadigde aardingsdraad (bijv. elektrische schok).
De vaatwasser kan alleen betrouwbaar en veilig functioneren als
hij op het openbare elektriciteitsnet is aangesloten.
De vaatwasser mag alleen via een 3-polige stekker met aardcon-
tact op het elektriciteitsnet worden aangesloten. Een vaste aanslui­ting is niet toegestaan. Na plaatsing van de vaatwasser moet u pro­bleemloos bij het stopcontact kunnen komen, zodat u op ieder mo­ment de stekker uit het stopcontact kunt trekken.
Wanneer zich in de buurt van de vaatwasser een elektrisch toestel
bevindt, let er dan op dat de stekker van dat toestel niet schuilgaat achter de vaatwasser. Omdat de inbouwkast niet altijd diep genoeg is, kan er druk op de stekker ontstaan, wat het risico op oververhit­ting en daarmee op brand verhoogt.
9
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
De vaatwasser mag niet onder een kookplaat worden ingebouwd.
Een kookplaat straalt voor een deel hoge temperaturen af die de vaatwasser kunnen beschadigen. Om dezelfde reden mag de vaat­wasser niet direct naast hitteproducerende toestellen worden ge­plaatst die niet standaard tot de keukenuitrusting behoren, zoals ka­chels.
De aansluitgegevens (spanning en frequentie) op het typeplaatje
van de vaatwasser moeten zeker met de waarden van het elektrici­teitsnet overeenstemmen om beschadiging van de vaatwasser te voorkomen. Vergelijk deze aansluitgegevens voordat u het toestel aansluit. Raadpleeg bij twijfel een elektricien.
Het toestel mag pas dan op het elektriciteitsnet worden aangeslo-
ten, nadat het is geplaatst en gemonteerd (inclusief deurveerinstel­ling).
De vaatwasser mag uitsluitend worden gebruikt als het deurme-
chanisme goed functioneert omdat er anders gevaar kan ontstaan als de automatische deuropening (afhankelijk van het model) wordt geactiveerd. Een goed functionerend deurmechanisme voldoet aan de volgende voorwaarden:
- De deurveren moeten aan beide kanten gelijkmatig zijn ingesteld. De deurveren zijn goed ingesteld als de half geopende deur (ope­ningshoek van circa 45°) in deze positie blijft staan als de deur wordt losgelaten. De deur mag daarna niet ongeremd omlaag val­len.
- De deurvergrendelingsrail schuift na de droogfase, bij het openen van de deur,automatisch weer in.
Stopcontactblokken of verlengkabels bieden niet voldoende vei-
ligheidsgaranties (gevaar voor brand). Sluit de vaatwasser niet op het elektriciteitsnet aan via stopcontactblokken of verlengkabels.
Deze vaatwasser mag niet op niet-vaste plaatsen (bijv. op een
schip) worden gebruikt.
10
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Plaats uw vaatwasser niet in vorstgevoelige ruimtes. Bevroren
slangen kunnen scheuren of barsten. De betrouwbaarheid van de elektronische besturing kan door temperaturen onder het vriespunt afnemen.
Sluit om schade aan het toestel te voorkomen de vaatwasser al-
leen op een volledig ontlucht buisleidingnet aan.
De kunststof behuizing van de wateraansluiting bevat een elek-
trisch ventiel. Dompel de behuizing niet in vloeistof.
In de watertoevoerslang bevinden zich delen onder spanning. De
slang mag daarom niet worden ingekort.
Het ingebouwde Waterproof-systeem biedt optimale bescherming
tegen waterschade als aan de volgende voorwaarden is voldaan:
- installatie conform de voorschriften;
- reparatie van de vaatwasser en vervanging van onderdelen wan­neer er duidelijk sprake is van schade,
- dichtdraaien van de kraan bij langere afwezigheid (bijv. vakantie).
Het Waterproof-systeem functioneert ook als de vaatwasser uitge­schakeld is. De vaatwasser mag echter niet van de netspanning los­gekoppeld zijn.
De waterdruk moet tussen 50 en 1.000kPa zijn.Een beschadigde vaatwasser kan uw veiligheid in gevaar brengen.
Schakel een beschadigde vaatwasser onmiddellijk uit en neem con­tact op met Miele, een Miele-vakhandelaar of een andere gekwalifi­ceerde vakman.
Het recht op garantie vervalt wanneer de vaatwasser door een
technicus wordt hersteld die niet door Miele is erkend.
Wij raden aan om defecte onderdelen alleen door originele Miele
onderdelen te vervangen. Enkel bij het juiste gebruik van originele Miele onderdelen garandeert Miele dat volledig aan de veiligheidsei­sen voldaan wordt en de garantie niet vervalt.
11
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Bij installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden moet de
vaatwasser volledig van het elektriciteitsnet losgekoppeld zijn. Scha­kel hiervoor het toestel uit en neem de stekker uit het stopcontact.
Een beschadigde aansluitkabel mag alleen door een speciale aan-
sluitkabel van hetzelfde type vervangen worden (verkrijgbaar bij Miele). Om veiligheidsredenen mag de kabel alleen door een gekwa­lificeerde vakman of door Miele worden vervangen.

Correcte plaatsing

Neem bij plaatsing en aansluiting van de vaatwasser de instructies
in de montagehandeiding in acht.
Neem voorzichtigheid in acht bij de plaatsing van de
vaatwasser. Aan enkele metalen onderdelen kunt u zich snijden of anderszins verwonden. Draag veiligheidshand­schoenen.
De vaatwasser moet waterpas worden geplaatst om een correcte
werking te kunnen garanderen.
Om de stabiliteit te waarborgen, mogen onder- en inbouwvaat-
wassers alleen onder een doorlopend werkblad worden geplaatst dat aan de kastjes ernaast is vastgeschroefd.
Inbouw van de vaatwasser in een hoge kast is alleen toegestaan
met aanvullende veiligheidsmaatregelen. Gebruik voor veilige inbouw in een hoge kast een “Montageset voor inbouw in een hoge kast” en neem de bijgeleverde montagehandleiding in acht. De kast kan an­ders kantelen.
12
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
De deurveren moeten aan beide kanten gelijkmatig worden inge-
steld. De deurveren zijn goed ingesteld als de half geopende deur (openingshoek van circa 45°) in deze positie blijft staan als de deur wordt losgelaten. De deur mag daarna niet ongeremd omlaag vallen. Het toestel mag alleen worden gebruikt met volgens de voorschriften ingestelde deurveren. Wanneer de deur niet volgens de voorschriften kan worden inge­steld, moet u contact opnemen met de Miele Service.
Het maximale gewicht van het frontpaneel, dat met de af fabriek in­gebouwde deurveren kan worden gecompenseerd, bedraagt 10– 12kg (afhankelijk van het model).

Veilig gebruik

Gebruik geen oplosmiddelen in de spoelruimte. Er bestaat explo-
siegevaar.
Reinigingsmiddelen kunnen brandwonden aan huid, ogen, neus,
mond en keel veroorzaken. Vermijd contact met het reinigingsmid­del. Vermijd het inademen van poedervormige reinigingsmiddelen. Slik reinigingsmiddelen nooit in. Raadpleeg onmiddellijk een dokter als u per ongeluk reinigingsmiddel hebt ingeademd of ingeslikt.
Laat de deur van de vaatwasser niet onnodig open staan. U kunt
zich aan de open deur van de vaatwasser verwonden of erover strui­kelen.
Ga nooit op de geopende deur zitten of staan. De vaatwasser kan
kantelen. Hierbij kunt u zich verwonden of kan schade aan de vaat­wasser ontstaan.
Het vaatwerk kan aan het eind van het programma zeer heet zijn.
Laat het serviesgoed daarom, nadat het toestel is uitgeschakeld, in de vaatwasser afkoelen totdat u het goed kunt vastpakken.
Gebruik uitsluitend reinigingsmiddel en naspoelmiddel voor huis-
houdvaatwassers. Gebruik geen afwasmiddel.
13
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Gebruik geen reinigingsmiddelen die voor bedrijfsvaatwassers of
industriereinigers bestemd zijn. Hierdoor kan materiële schade optre­den en bestaat een kans op een hevige chemische reactie (bijvoor­beeld een gasexplosie).
Doseer geen poedervormig of vloeibaar reinigingsmiddel in het re-
servoir voor naspoelmiddel. Reinigingsmiddel veroorzaakt schade aan het reservoir voor naspoelmiddel.
Doseer geen poedervormig of vloeibaar reinigingsmiddel in het re-
servoir voor AutoDos (afhankelijk van het model). Los reinigingsmid­del veroorzaakt schade aan het AutoDos-systeem.
Doseer geen poedervormig of vloeibaar reinigingsmiddel in het re-
servoir voor zoutreservoir. Reinigingsmiddel veroorzaakt schade aan de ontharder.
Gebruik uitsluitend speciaal, grofkorrelig regenereerzout of andere
zuivere ingedampte zouten. Andere zoutsoorten bevatten soms niet in water oplosbare deeltjes die een nadelig effect kunnen hebben op de werking van de ontharder.
Plaats bij vaatwassers met een bestekkorf (afhankelijk van het
model) het bestek met de snijkanten van de messen en de tanden van de vorken naar beneden. Zo loopt u geen kans zich te bezeren. Aan naar boven stekende snijkanten van messen en tanden van vor­ken kunt u zich verwonden. Wilt u het bestek snel schoon en droog hebben, plaats het dan zo in de bestekkorf dat de grepen beneden en de snijkanten van de messen en de tanden van de vorken boven zitten.
Reinig geen kunststof serviesgoed in de vaatwasser dat niet hitte-
bestendig is zoals wegwerpbakjes of wegwerpbestek. Dit soort vaat­werk kan door de hoge temperaturen vervormen.
Als u de optie “Timer” gebruikt (afhankelijk van het model), moet
het vak voor reinigingsmiddel droog zijn. Veeg het vak indien nodig extra droog. Als het vak vochtig is, klontert het reinigingsmiddel en wordt het mogelijk niet volledig uit het vak gespoeld.
14
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Raadpleeg voor informatie over de beladingscapaciteit van de
vaatwasser het hoofdstuk “Technische gegevens”.

Accessoires en onderdelen

Gebruik enkel originele Miele onderdelen. Worden andere acces-
soires aan- of ingebouwd, dan kan Miele niet voor de gevolgen in­staan en kan eventueel geen beroep meer worden gedaan op bepa­lingen met betrekking tot garantie en productaansprakelijkheid.
Miele geeft u na afloop van de productie van de vaatwasser een
leveringsgarantie van maximaal 15jaar en minimaal 10jaar voor re­serve-onderdelen.

Transport

Schade aan de vaatwasser kan uw veiligheid in gevaar brengen.
Controleer de vaatwasser op zichtbare transportschade. Gebruik nooit een beschadigde vaatwasser.
Transporteer de vaatwasser enkel rechtop, zodat er geen restwa-
ter in de elektrische besturing stroomt. Hierdoor kunnen storingen worden veroorzaakt.
Maak de vaatwasser leeg voor transport en maak losse onderde-
len vast, zoals korven, slangen en snoeren.
15

Aanwijzingen bij de gebruiksaanwijzing

In deze gebruiksaanwijzing worden meerdere vaatwassers beschreven die in hoogte kunnen verschillen van elkaar. Deze modellen worden in de gebruiks­aanwijzing als volgt aangeduid: normaal = vaatwassers met een hoogte van 80,5cm (inbouwtoestel) of een hoogte van 84,5cm (vrijstaand toestel) XXL = vaatwassers met een hoogte van 84,5cm (inbouwtoestel).

Aanwijzingen bij de lay-out

Waarschuwingen

Aanwijzingen die op deze manier
aangeduid worden, zijn veiligheidsre­levante aanwijzingen. U wordt ge­waarschuwd voor mogelijk persoon­lijk letsel en materiële schade.
Lees dergelijke waarschuwingen goed door en houd u aan de betref­fende instructies en gedragsregels.

Aanwijzingen

Aanwijzingen bevatten informatie waar u speciaal rekening mee moet houden.
U herkent aanwijzingen aan een breed kader.
Aanvullende informatie en opmer­kingen
Aanvullende informatie en opmer­kingen herkent u aan een smal kader.

Instructies

De bediening van de vaatwasser wordt met gemarkeerde instructies aangege­ven. De instructies geven stap voor stap aan wat u moet doen. Voor elke instructie staat een zwart blokje.
Voorbeeld:
kies de gewenste instelling en beves-
tig uw keuze met de toetsOK.Voor­beeld:kies de gewenste instelling en bevestig uw keuze met de toetsOK.

Display

Informatie die in de display van de vaat­wasser verschijnt, herkent u aan een speciaal lettertype dat lijkt op het letter­type van de display.
Voorbeeld: als in de display de melding Sluit de deur of wordt weergegeven…
16
Het volgende wordt meegeleverd:
- Vaatwasser
- Gebruiksaanwijzing voor de bedie­ning van de vaatwasser
- Montageschema voor het opstellen van de vaatwasser
- Diverse montagetoebehoren voor het opstellen van de vaatwasser (zie montageschema)
- Vultrechter voor het bijvullen van re­genereerzout
- Eventueel extra drukwerk en toevoe­gingen

Levering

17

Beschrijving van het toestel

Het toestel in één oogopslag

a
Deurvergrendelingsrail
b
Bovenste sproeiarm
c
3D-MultiFlex-besteklade (afhankelijk van het model)
d
Bovenrek (afhankelijk van het model)
e
Middelste sproeiarm
f
Beluchtingsklep
18
g
Onderste sproeiarm
h
Zeefcombinatie
i
Zoutreservoir
j
Typeplaatje
k
Reservoir voor naspoelmiddel
l
Vak voor reinigingsmiddel

Bedieningspaneel

Beschrijving van het toestel
a
Programmakeuze
ECO = ECO
Auto = Auto45–65°C45°C = Speciaal45°C65°C = QuickPowerWash65°C75°C = Intensief75°C = overige programma's/
instellingen
b
Display Raadpleeg voor meer informatie het hoofdstuk “Beschrijving van het toe­stel”, paragraaf “Werking van de dis­play”.
c
Toets Start met controlelampje Met deze toets kunt u het gekozen programma starten.
d
ToetsIntenseZone Hiermee vergroot u de reinigingsca­paciteit in het onderrek.
e
ToetsExpress Hiermee verkort u de programma­duur.
f
ToetsTimer Hiermee kunt u het programma op een later tijdstip laten starten.
g
ToetsOK Met deze toets kunt u aangegeven menuopties en waarden kiezen. Met deze toets kunt u meldingen be­vestigen.
h
Toetsen Hiermee kunt u een programma kie­zen. Hiermee kunt u aangegeven waar­den wijzigen. Hiermee bladert u naar andere pagi­na's in het menu.
i
Toetsterug Met deze toets kunt u teruggaan naar het vorige menuniveau en eer­der ingestelde waarden ongedaan maken.
j
Programmakeuzetoets Hiermee kunt u de programma's kie­zen.
k
Optische interface Voor de Miele-technici.
l
ToetsAan/uit Met deze toets kunt u de vaatwasser in- en uitschakelen.
19
Beschrijving van het toestel

Werking van de display

Op de display kunt u het volgende kie­zen of instellen:
- het programma
- de timer
- deInstellingen 
Op de display kan het volgende worden weergegeven:
- de programmafase
- de vermoedelijke resttijd van het pro­gramma
- het energie- en waterverbruik (EcoFeedback)
- eventuele foutmeldingen en aanwij­zingen
Een paar minuten nadat u voor het laatst op een toets hebt gedrukt, wordt de vaatwasser uitgeschakeld om energie te besparen. Druk op de toetsom de vaatwasser weer in te schakelen.
Met de toetsOKkunt u meldingen en instellingen bevestigen en naar het vol­gende menu of naar een ander menuni­veau gaan.
Onder overige programma's/instel- lingen wordt rechts op de display een scrollbalk weergegeven. Hier worden meer keuzemogelijkheden weergege­ven. Deze keuzemogelijkheden kunnen worden weergegeven met de toet­sen.
In het menu “Instellingen” kunt u de be­sturing van de vaatwasser aanpassen aan wisselende behoeften (zie het hoofdstuk “Instellingen”).
De ingestelde keuze is met een vink­jeaangegeven.
Als u een submenu wilt verlaten, drukt u op de toetsterug.
Wanneer u een paar seconden niet op een toets drukt, springt de display terug naar het vorige menuniveau. Begin dan van voren af aan.
20

Uw bijdrage aan de bescherming van het milieu

Recycleerbare verpakking

De verpakking behoedt het toestel voor transportschade. Er werd milieuvriende­lijk en recycleerbaar verpakkingsmateri­aal gekozen.
Door hergebruik van verpakkingsmateri­aal wordt er op grondstoffen bespaard en wordt er minder afval geproduceerd. Uw vakhandelaar neemt de verpakking in het algemeen terug.

Uw toestel afdanken

Oude elektrische en elektronische toe­stellen bevatten meestal nog waarde­volle materialen. Ze bevatten echter ook stoffen, mengsels en onderdelen die nodig zijn geweest om de toestellen goed en veilig te laten functioneren. Wanneer u uw oude toestel bij het ge­wone afval doet of er op een andere manier niet goed mee omgaat, kunnen deze stoffen schadelijk zijn voor de ge­zondheid en het milieu. Doe uw oude toestel daarom nooit bij het gewone huisafval.
21
Uw bijdrage aan de bescherming van het milieu
Lever het in bij een gemeentelijk inza­meldepot voor elektrische en elektro­nische apparatuur, bij uw vakhandelaar of bij Miele. U bent wettelijk zelf verant­woordelijk voor het wissen van eventue­le persoonlijke gegevens op het af te danken toestel.
Bij de aankoop van uw nieuw toestel heeft u een bijdrage betaald. Die wordt volledig gebruikt voor de toekomstige recyclage van dat toestel. Dat bevat trouwens nog waardevol materiaal. Door te recycleren wordt er dan ook
minder verspild en vervuild.
Als u vragen heeft omtrent het afdanken van uw oud toestel, neem dan contact op met
- de handelaar bij wie u het kocht of
- de firma Recupel, telefoon 0800/15 880, website: www.recupel.be of
- uw gemeentebestuur als u uw toestel naar een containerpark brengt.
Zorg er ook voor dat het toestel intus­sen kindveilig wordt bewaard voor u het laat wegbrengen.
22

Eerste ingebruikneming

Iedere vaatwasser wordt in de fabriek op zijn werking getest. Als gevolg van deze test blijft er water in het toestel achter. Dat betekent niet dat de vaat­wasser eerder is gebruikt.

Deur openen

Bij sommige programma’s gaat de deur na afloop van een programma automa­tisch op een kier open. Dat bevordert het droogproces. U kunt deze functie ook uitschakelen (zie het hoofdstuk “Instellingen”, para­graaf “AutoOpen”).
Pak de deur bij de deurgreep en trek
de deur daarmee open.
Wanneer de functie “AutoOpen” is inge­schakeld, wordt de deurvergrendelings­rail aan het eind van het programma au­tomatisch ingetrokken.
Pak de deurvergrendelingsrail niet beet bij het inschuiven. Hierdoor kan een technische storing optreden.
Wanneer de deur wordt geopend terwijl er een programma loopt, worden alle reinigingsfuncties automatisch onder­broken.
U kunt zich verbranden door
heet water dat uit het toestel stroomt.
Tijdens het gebruik kan het water in de vaatwasser heet zijn.
Ingeval u de deur wilt openen terwijl er een programma loopt, doe dat dan heel voorzichtig.
Gevaar voor letsel door automa-
tisch openende deur. Na afloop van een programma kan
de deur automatisch worden geo­pend.
Zorg ervoor dat de deur zonder pro­blemen open kan.
Trek de deur helemaal uit de vergren-
deling.
23
Eerste ingebruikneming

Deur sluiten

Schuif de rekken naar binnen.Sluit de deur totdat deze vastklikt.
Er bestaat gevaar voor beknel-
ling tussen de sluitende deur. Tijdens het sluiten van de deur kun-
nen uw vingers beklemd raken. Kom niet met uw handen in het ge-
deelte waar de deur sluit.

Kinderbeveiliging inschakelen

Met de kinderbeveiliging kunt u voorko­men dat kinderen de deur van de vaat­wasser openen. In dat geval kan de deur alleen met zeer grote kracht wor­den geopend.
Duw het schuifje onder de deurgreep
naar rechts om de deur te vergren­delen.
Schuif het naar links om de deur te
ontgrendelen.
24
Eerste ingebruikneming

Basisinstellingen

Vaatwasser inschakelen

Schakel de vaatwasser in met de
toets.
Wanneer de vaatwasser voor het eerst wordt ingeschakeld, wordt een wel­komstscherm weergegeven.
Raadpleeg voor meer informatie over de werking van de display het hoofd­stuk “Beschrijving van het toestel”, pa­ragraaf “Werking van de display”.

Taal instellen

Op de display verschijnt nu automatisch een scherm waarin u de taal kunt instel­len.
Kies met de toetsen de ge-
wenste taal en indien nodig het land en bevestig met OK.
Zie voor meer informatie over het in­stellen van de taal het hoofdstuk “In­stellingen”, paragraaf “Taal”.
De ingestelde taal wordt met een vink­jegemarkeerd.

Waterhardheid instellen

Op de display verschijnt nu een scherm waarin u de waterhardheid kunt instel­len.
- Stel de vaatwasser nauwkeurig in op de waterhardheid in uw woning.
- Het plaatselijke waterleidingbedrijf kan u informeren over de precieze hardheid van het water op uw locatie.
- Stel bij een schommelende water­hardheid (bijv. 10–15°dH) altijd de hoogste waarde in (in dit voorbeeld 15°dH).
Bij eventuele toekomstige werkzaamhe­den aan het toestel is het voor de mon­teur handig de waterhardheid te weten.
Noteer daarom de waterhardheid:
____________°dH
Standaard is een waterhardheid van 14°dH geprogrammeerd.
Stel de hardheid van het water op uw
locatie in en bevestig metOK.
Zie voor meer informatie over de in­stelling van de waterhardheid het hoofdstuk “Instellingen”, paragraaf “Waterhardheid”.
25
Eerste ingebruikneming
Daarna verschijnen er aanwijzingen in de display.
Nadat u deze meldingen met OK heeft bevestigd, kunnen de volgende mel­dingen in de display verschijnen: Vul
zout bij en Vul naspoelmid. bij.
Vul, indien nodig, regenereerzout en
naspoelmiddel bij (zie het hoofd­stuk:“Eerste ingebruikneming”, para­grafen “Regenereerzout” en “Na­spoelmiddel”).
Bevestig de meldingen met OK.
In de display verschijnt kort het gekozen programma en het betreffende controle­lampje gaat branden. Vervolgens wordt gedurende enkele se­conden een prognose weergegeven van het energie- en waterverbruik van het desbetreffende programma. Daarna verschijnt de vermoedelijke pro­grammaduur voor het gekozen pro­gramma in de display.
26
Eerste ingebruikneming

Regenereerzout

Voor goede resultaten heeft de vaat­wasser zacht (kalkarm) water nodig. Hard water veroorzaakt witte aanslag op het vaatwerk en op de wanden van de spoelruimte. Water met een hardheid van meer dan 5°dH moet daarom worden onthard. Dat gebeurt automatisch in de inge­bouwde waterontharder. De ontharder is geschikt voor een waterhardheid tot 70°dH.
Voor een voortdurende goede werking moet de ontharder regelmatig worden geregenereerd. Nadat er negen keer een programma is uitgevoerd, wordt de ontharder geregenereerd. Aan het begin van een volgend programma, is 4,4l extra water nodig voor het pro­ces, stijgt het energieverbruik met 0,015kWh en neemt de programma­duur met 3minuten toe. Deze gegevens zijn alleen van toepas­sing op het programma ECO bij een waterhardheid van 14°dH. Voor ande­re programma's en waterhardheden wijkt de regeneratiefrequentie af.
De ontharder heeft regenereerzout no­dig voor het regenereren. Bij gebruik van combi-tabs hoeft u al naargelang de waterhardheid (<21°dH) geen regenereerzout te doseren (zie het hoofdstuk “Reinigingsmiddelen”, para­graaf “Soorten reinigingsmiddelen”).
Als de waterhardheid altijd lager is
dan 5°dH, hoeft u geen regenereer­zout te gebruiken. De bijvulcontrole
wordt automatisch uitgeschakeld bij instelling van de betreffende water­hardheid (zie het hoofdstuk “Instel­lingen”, paragraaf “Waterhardheid”).
Schade door reinigingsmiddel in
de ontharder. Reinigingsmiddel veroorzaakt scha-
de aan de ontharder. Doseer geen reinigingsmiddelen (ook
geen vloeibaar reinigingsmiddel) in het zoutreservoir.
Schade als gevolg van onge-
schikte zoutsoorten. Sommige zoutsoorten kunnen deel-
tjes bevatten, die niet in water oplos­sen en die een nadelig effect kunnen hebben op de werking van de ont­harder.
Gebruik uitsluitend speciaal, grofkor­relig regenereerzout of andere zui­vere verdampte zouten.
Wanneer u alleen maar combi-tabs gebruikt, kunt u de bijvulcontrole voor zout en naspoelmiddel uitschakelen (zie het hoofdstuk “Instellingen”, para­graaf “Bijvulcontrole”).
Wanneer u geen combi-tabs meer gebruikt, denk er dan aan om zout en naspoelmiddel te doseren. Scha­kel daarnaast de bijvulcontrole weer in.
27
Eerste ingebruikneming

Zout doseren

Wanneer u het zoutreservoir voor de eerste keer wilt vullen, moet het reser­voir eerst met circa 2l water worden gevuld zodat het zout kan oplossen.
Nadat u de vaatwasser in gebruik hebt genomen, zit er altijd voldoende water in het reservoir.
Haal het onderrek uit de spoelruimte
en draai de dop van het zoutreservoir open.
Corrosiegevaar door zoutoplos-
sing. Iedere keer wanneer u de dop van
het zoutreservoir opendraait, loopt er water of zoutoplossing over de rand van het reservoir. Overgelopen zout­oplossing kan corrosie in de spoel­ruimte en op het serviesgoed veroor­zaken.
Open het zoutreservoir daarom al­leen om zout bij te vullen.
Vul het zoutreservoir eerst met circa
2l water.
Plaats een trechter in de opening van
het zoutreservoir en doseer dan zo­veel zout in het zoutreservoir totdat het reservoir vol is. Het zoutreservoir heeft een capaciteit van maximaal 2kg, afhankelijk van de zoutsoort.
Verwijder de zoutresten rond de vulo-
pening. Schroef vervolgens de dop weer stevig op het reservoir.
Start direct na het bijvullen van zout
en na elke keer dat u het zoutreser­voir hebt geopend het programma 65°C QuickPowerWash met de programmaoptie Express zonder serviesgoed, zodat eventueel ge­morste zoutresten kunnen worden verdund en daarna weggepompt.
28
Eerste ingebruikneming

Zout bijvullen

Vul na afloop van een programma re-
genereerzout bij, zodra de melding
Vul zout bij verschijnt.
Bevestig met OK.
De melding zout bijvullen verdwijnt.
Corrosiegevaar door zoutoplos-
sing. Overgelopen zoutoplossing kan cor-
rosie in de spoelruimte en op het ser­vies veroorzaken.
Start elke keer nadat u het zoutreser­voir heeft geopend direct het pro­gramma 65°C QuickPowerWash met de programmaoptie Express zonder servies. Hiermee wordt even­tueel overgelopen zoutoplossing ver­dund en vervolgens weggepompt.
Als de zoutconcentratie nog niet hoog genoeg is, wordt mogelijk de melding zout bijvullen ook na het bijvullen van het zout nog weergegeven. Bevestig de melding in dit geval nog een keer met OK.
De melding zout bijvullen wordt auto­matisch uitgeschakeld als in de vaat­wasser een waterhardheid van minder dan 5°dH is geprogrammeerd.
29
Eerste ingebruikneming

Naspoelmiddel

Naspoelmiddel zorgt ervoor dat het wa­ter tijdens het drogen als een film van het servies afloopt waardoor het sneller droogt. Het naspoelmiddel wordt in het daar­voor bestemde reservoir bijgevuld en automatisch in de ingestelde hoeveel­heid gedoseerd.
Schade door afwasmiddel of rei-
nigingsmiddel. Afwasmiddel en reinigingsmiddel
veroorzaken schade aan het reser­voir voor naspoelmiddel.
Gebruik uitsluitend naspoelmiddel voor huishoudvaatwassers.
U kunt eventueel vloeibaar citroenzuur gebruiken (10%-oplossing). Het servies zal echter minder goed drogen en eer­der vlekken vertonen dan wanneer u naspoelmiddel gebruikt.
Schade door zuren.
Door geconcentreerde zuren kan schade ontstaan aan de vaatwasser.
Gebruik nooit citroenzuur met een hoger zuurgehalte.
Als u de vaatwasser uitsluitend ge­bruikt met combi-tabs, hoeft u geen naspoelmiddel te doseren. Optimale reinigings- en droogresulta­ten krijgt u echter wanneer u een ge­woon reinigingsmiddel gebruikt en daarnaast regenereerzout en na­spoelmiddel doseert.
Wanneer u alleen maar combi-tabs gebruikt, kunt u de bijvulcontrole voor zout en naspoelmiddel uitschakelen (zie het hoofdstuk “Instellingen”, para­graaf “Bijvulcontrole”).
Wanneer u geen combi-tabs meer gebruikt, denk er dan aan om zout en naspoelmiddel te doseren. Scha­kel daarnaast de bijvulcontrole weer in.
30
Eerste ingebruikneming

Naspoelmiddel doseren

Til de gele toets op het deksel van
het naspoelmiddelreservoir op.
Het deksel springt open.
Veeg eventueel gemorst naspoelmid-
del goed weg om bij de volgende af­wasbeurt sterke schuimvorming te voorkomen.
Voor een optimaal reinigingsresultaat kunt u de dosering naspoelmiddel aanpassen (zie het hoofdstuk “Instel­lingen”, paragraaf “Naspoelmiddel”).

Naspoelmiddel bijvullen

Wanneer de meldingVul naspoelmid.
bij in de display verschijnt, is er nog vol-
doende naspoelmiddel voor 2–3afwas­beurten.
Vul op tijd naspoelmiddel bij.Bevestig met OK.
De melding naspoelmiddel bijvullen ver­dwijnt.
Vul slechts naspoelmiddel bij tot de
vulindicatie (pijl) donker verkleurt als de deur horizontaal is geopend.
Het reservoir voor naspoelmiddel heeft een capaciteit van 110ml.
Sluit het deksel en wel zo dat het dui-
delijk vastklikt. Dit om te voorkomen dat er tijdens het spoelproces water in het naspoelmiddelreservoir loopt.
31

Instellingen

Met de “Instellingen” kunt u de bestu­ring van de vaatwasser aanpassen aan wisselende behoeften.
De instellingen kunt u ieder moment wijzigen.

Instellingen openen

Als de vaatwasser nog niet is inge-
schakeld, schakel deze dan in met de toets.
Kies met de programmakeuzetoets
de optie “Overige programma's/ Instellingen”.
Op de display verschijnt het eerste van de overige programma's.
Kies met de toetsen de menuop-
tieInstellingen  en bevestig metOK.
Op de display verschijnt de eerste optie van het instellingenmenu.
Raadpleeg voor meer informatie over de werking van de display het hoofd­stuk “Beschrijving van het toestel”, pa­ragraaf “Werking van de display”.

Instellingen wijzigen

Kies met de toetsen de menuop-
tie die u wilt veranderen en bevestig met de toetsOK.
De gekozen instelling in het submenu wordt met een vinkje aangegeven.
Kies met de toetsen de ge-
wenste instelling en bevestig metOK.
Als u een submenu wilt verlaten,
drukt u op de toets(terug).
De display gaat naar een hoger menuni­veau.

Het menu Instellingen afsluiten

Druk op de toets°.
De display gaat terug naar het me­nu.
32
Instellingen
Taal
De meldingen op de display kunnen in verschillende talen worden weergege­ven.
Via het submenuTaal  kunt u de weer­gegeven taal en eventueel het land wij­zigen.
Het vlaggetje achter het woordTaal  dient als hulpmiddel wanneer er een taal is ingesteld die u niet beheerst. In dat geval kiest u net zolang de menuoptie met een vlaggetje, totdat het submenuTaal  verschijnt.

Waterhardheid

Uw vaatwasser is uitgerust met een wa­terontharder.
- Stel de vaatwasser nauwkeurig in op de waterhardheid in uw woning.
- Het plaatselijke waterleidingbedrijf kan u informeren over de precieze hardheid van het water op uw locatie.
- Stel bij een schommelende water­hardheid (bijv. 10–15°dH) altijd de hoogste waarde in (in dit voorbeeld 15°dH).
Wanneer de waterhardheid in uw wo­ning is opgegeven in een andere een­heid dan °dH, dan kunt u de waarden als volgt omrekenen: 1°dH = 0,18mmol/l = 1,78°fH

Waterhardheid instellen

Kies de waterhardheid op uw locatie
en bevestig metOK.
33
Instellingen

Naspoelmiddel

Voor een optimaal spoelresultaat kunt u de dosering van het naspoelmiddel aanpassen. De dosering is instelbaar in hoeveelhe­den van 0 tot 6ml. De standaardinstelling is 3ml.
De gedoseerde hoeveelheid naspoel­middel kan door automatische aanpas­sing van de programma's hoger uitval­len dan de ingestelde dosering.
Bij vlekken op het serviesgoed:
- stel een hogere hoeveelheid naspoel­middel in.
Bij strepen of sluiers op het servies­goed:
- stel een lagere hoeveelheid naspoel­middel in.
Verbruik(EcoFeedback)
U kunt instellen of het energie- en wa­terverbruik van het actueel gekozen programma wordt getoond. Daarbij wordt voorafgaand aan het uitvoeren van het programma een verbruiksprog­nose getoond en na afloop van het pro­gramma het daadwerkelijke verbruik. In dit menu kunt u het totale energie- en waterverbruik van uw vaatwasser bekij­ken (zie het hoofdstuk “Milieuvriendelijk afwassen”, paragraaf “Weergave ver­bruik EcoFeedback”).
Verbruikweergeven
Kies de menuoptieWeergave verbruik
en bevestig metOK.
Kies de gewenste instelling en beves-
tig metOK.
Het totale verbruikweergeven
Kies de menuoptieHet totale verbruik
en bevestig metOK.
Met de toetsen kunt u de waar-
den voorEnergie en Water opvragen.
34
U kunt het totale verbruik terugzetten.
Kies de menuoptieReset en bevestig
metOK.
Kies de menuoptieJa en bevestig
metOK.
Bevestig de melding metOK.
De verbruiksgegevens worden terugge­zet.
Instellingen

Lichtsterkte display

U kunt de helderheid van het scherm in 7stappen instellen.

Bijvulcontrole

Wanneer u uitsluitend combi-tabs of AutoDos met Miele PowerDisks (indien aanwezig) gebruikt, kunt u de bijvulcon­trole voor zout en naspoelmiddel uit­schakelen.
Wanneer u geen combi-tabs meer gebruikt, denk er dan aan om zout en naspoelmiddel te doseren. Scha­kel daarnaast de bijvulcontrole weer in.

AutoOpen

Bij sommige programma’s gaat de deur na afloop van een programma automa­tisch op een kier open. Dat bevordert het droogproces.
U kunt deze functie ook uitschakelen.
Schade door waterdamp.
Als u na afloop van het programma de deur opent en de ventilator niet meer laat draaien, kan de waterdamp schade veroorzaken aan de randen van de kwetsbare werkbladen.
Als u de functie AutoOpen hebt uit­geschakeld, maar u wilt de deur na afloop van een programma toch opendoen, doe de deur dan hele­maal open.

Extra schoon

U kunt deze functie kiezen om de reini­gingscapaciteit van het programma te verhogen.
Als u deze functie inschakelt, wordt de programmaduur verlengd en de reini­gingstemperatuur verhoogd. Het water­en energieverbruik kan toenemen.
Als u deze functie inschakelt, is deze van toepassing voor alle programma's totdat u de functie weer uitschakelt (be­halve het programma ECO).
35
Instellingen

Extra droog

U kunt deze functie kiezen om de droogprestaties van de programma's te verhogen.
Als u deze functie inschakelt, wordt de programmaduur verlengd en de tempe­ratuur tijdens het naspoelen verhoogd. Het energieverbruik kan toenemen.
Als u deze functie inschakelt, is deze van toepassing voor alle programma's totdat u de functie weer uitschakelt (be­halve het programma ECO).

2e tussenspoelgang

U kunt deze functie kiezen om via een tweede keer tussenspoelen de reini­gingscapaciteit van het programma te verhogen.
Bij het activeren van deze functie kan het waterverbruik stijgen.
Als u deze functie inschakelt, is deze van toepassing voor alle programma's totdat u de functie weer uitschakelt (be­halve het programma ECO).

Hygiënecyclus

Wanneer u overwegend gebruikmaakt van programma's met lage temperatu­ren (<50°C) bestaat het gevaar dat zich in de spoelruimte geurtjes, ziektekiemen en aanslag ontwikkelen (zie het hoofd­stuk “Reiniging en onderhoud”, para­graaf “Hygiënecyclus”).
Als deze functie ingeschakeld is, ver­schijnt, na meermaals gebruik van pro­gramma's met een lagere temperatuur, een melding die het gebruik van een programma met hoge temperatuur aan­beveelt.
36

Softwareversie

U kunt de softwareversie van de elek­tronica van uw vaatwasser aflezen. Dat is handig in geval van storing.

Demostand

Alleen voor vakhandelaren.
De vaatwasser beschikt over een de­mo-modus voor de vakhandel.

Fabrieksinstellingen

U kunt alle instellingen van de vaatwas­ser terugzetten naar de fabrieksinstel­lingen.
Kies Reset en bevestig met OK.
Instellingen
37

Milieuvriendelijk afwassen

Zuinig spoelen

Deze vaatwasser werkt uiterst water- en energiebesparend. U kunt nog zuiniger afwassen, indien u de volgende adviezen opvolgt:
- Voor machinaal spoelen is doorgaans minder water en energie vereist dan voor handmatig afwassen.
- Het is niet nodig om de vaat van te­voren onder stromend water voor te spoelen, wat het water- en stroom­verbruik verhoogt.
- Maak gebruik van de volledige bela­dingscapaciteit van de rekken zonder de vaatwasser te overladen. Dat is de meest energie- en waterzuinige ma­nier om te spoelen.
- Kies een programma dat past bij het soort servies en de vuilgraad (zie het hoofdstuk “Programmaoverzicht”).
- Kies het programma ECO om ener­giebesparend te spoelen. Dit pro­gramma is gezien het gecombineerde energie- en waterverbruik uiterst effi­ciënt voor het reinigen van normaal verontreinigd servies.
- Het is mogelijk om de vaatwasser op warm water aan te sluiten. Bijzonder geschikt is een warmwateraansluiting bij een energetisch gunstige warm­waterbereiding, bijv. zonne-energie met circulatieleiding. Bij aansluitingen op elektrisch ver­warmd water , wordt aanbevolen het toestel op de koudwaterleiding aan te sluiten.
- Volg de doseeradviezen op die op de verpakking van het reinigingsmiddel staan.
- Bij gebruik van poedervormige of vloeibare reinigingsmiddelen kunt u
de dosering met 1/3 verminderen, wanneer de rekken maar half beladen zijn.
38
Milieuvriendelijk afwassen

Weergave verbruik EcoFeedback

Met de instelling “Verbruik” kunt u het energie- en waterverbruik van uw vaat­wasser opvragen (zie het hoofdstuk “In­stellingen”, paragraaf “Verbruik”).
In de display kan de volgende informa­tie worden weergegeven:
- een verbruiksprognose voorafgaand aan de start van het programma
- het werkelijke verbruik na afloop van het programma
- het totale verbruik van de vaatwasser tot dan toe

1. Verbruiksprognose

Nadat u een programma hebt gekozen, verschijnt eerst de programmanaam in de display en daarna enkele seconden lang een prognose van het energiever­bruiken het waterverbruik van het desbetreffende programma.

2. Verbruik weergeven

Na afloop van het programma kunt u het werkelijke verbruik van het afgelo­pen programma in de display opvragen.
Bevestig de meldingVerbruik (OK) met
OK.
Zodra de vaatwasser wordt uitgescha­keld, worden de verbruiksgegevens van het gedraaide programma gewist.

3. Totaal verbruik

U kunt het totale energie- en waterver­bruik van uw vaatwasser bekijken (zie het hoofdstuk “Instellingen”, paragraaf “Verbruik”).
De verbruiksprognose wordt weergege­ven als staafdiagram. Hoe meer balk­jes() worden weergegeven, des te hoger het energie- of waterverbruik is.
Het verbruik kan veranderen afhankelijk van het programma, de ingestelde op­ties, de omgevingsomstandigheden en de hoeveelheid serviesgoed.
De display wisselt nu automatisch van de verbruiksprognose in een scherm met de resttijd.
De verbruiksprognose is standaard in­geschakeld. U kunt de weergave ook uitschakelen (zie het hoofdstuk “Instel­lingen”, paragraaf “Verbruik”).
39

Serviesgoed en bestek inladen

Algemene aanwijzingen

Verwijder grove etensresten van het serviesgoed.
Het is niet nodig om de vaat van te vo­ren onder stromend water af te spoelen.
Schade veroorzaakt door as,
zand, was, smeervet of verf. Deze stoffen vervuilen de vaatwasser
en kunnen niet meer worden verwij­derd.
Reinig serviesgoed met dergelijke vervuiling niet in de vaatwasser.
U kunt ieder stuk serviesgoed in princi­pe overal in de rekken inladen. Neem daarbij echter de volgende tips in acht:
- Plaats serviesgoed en bestek zo dat het niet tegen of op elkaar ligt.
- Plaats het serviesgoed zo in de rek­ken dat het water er aan alle kanten bij kan. Alleen dan kan het servies­goed goed schoon worden.
U kunt dit controleren door de sproei­armen een keer met de hand rond te draaien.
- Kleine voorwerpen kunnen door de spijlen van de rekken vallen. Leg kleine voorwerpen, zoals deksels en doppen daarom in de 3D­MultiFlex-lade of de bestekkorf (af­hankelijk van het model).
Etenswaren als wortels, tomaten en ketchup kunnen natuurlijke kleurstof­fen bevatten. Als grote hoeveelheden van deze kleurstoffen in de vaatwasser terechtkomen, kunnen kunststof ser­viesgoed en kunststof onderdelen ver­kleuren. De kwaliteit van de kunststof onderdelen wordt door deze verkleu­ring niet beïnvloed. Ook door zilveren bestek kan kunst­stof verkleuren.
- Plaats al het serviesgoed zo dat het stevig staat.
- Plaats hol serviesgoed zoals kopjes, glazen en pannen met de openingen naar beneden in de rekken.
- Plaats hoog, smal, hol serviesgoed, zoals champagneglazen, zoveel mo­gelijk in het midden van de rekken. Het water komt zo beter in het holle serviesgoed.
- Plaats serviesgoed met een diepe bodem zoveel mogelijk schuin in het rek, zodat het water eraf kan lopen.
- Let erop dat de sproeiarmen niet worden geblokkeerd door servies­goed dat door de rekken heen steekt.
40
Serviesgoed en bestek inladen

Ongeschikt spoelgoed:

- Bestek en serviesgoed van hout of met houten delen: dit wordt uitge­loogd en lelijk. Bovendien zijn de ge­bruikte lijmsoorten vaak niet geschikt voor reiniging in vaatwassers. Houten handvatten kunnen hierdoor losraken.
- Kunstvoorwerpen, antieke vazen of glazen met decoraties zijn niet be­stand tegen reiniging in de vaatwas­ser.
- Voorwerpen van niet hittebestendig kunststof kunnen vervormd raken.
- Voorwerpen van koper, messing, tin en aluminium kunnen verkleuren of dof worden.
- Kleurdecoraties op het glazuur kun­nen na vele spoelbeurten verbleken.
- Kwetsbaar glaswerk en kristallen voorwerpen kunnen na meermaals reinigen dof worden.
Zilver
Zilver kan in aanraking met zwavelhou­dende voedingsmiddelen verkleuren. Dit zijn bijvoorbeeld eigeel, uien, mayo­naise, mosterd, peulvruchten, vis, pekel van vis en marinades. Zilver dat met zilverpoets is behan­deld, kan na afloop van het programma nog vochtig en vlekkig zijn doordat het water er niet als een film afloopt.
Schade door bijtende, alkalische
reinigingsmiddelen. Hierdoor kan schade ontstaan aan
aluminium onderdelen (zoals vetfil­ters van dampkappen). In extreme gevallen kan er een hevige che­mische reactie optreden (bijvoor­beeld een gasexplosie).
Gebruik voor het spoelen van alumi­nium delen geen sterk bijtende, alka­lische reinigingsmiddelen voor be­drijfsvaatwassers of industriereini­gers.
Tip: Koop serviesgoed en bestek van materiaal dat geschikt is om in een vaatwasser te worden afgewassen en met de aanduiding: “Geschikt voor vaatwasser”.

Behoedzame reiniging van glazen

- Glazen kunnen na verloop van tijd dof worden in de vaatwasser. Reinig kwetsbare glazen daarom alleen bij lage temperaturen (zie hoofdstuk “Programma-overzicht”). Het glas zal dan minder snel dof worden.
- Gebruik glazen die geschikt zijn om in een vaatwasser te worden gereinigd met de aanduiding “Geschikt voor de vaatwasser”.
- Gebruik reinigingsmiddelen met glas­beschermende stoffen.
Tip: Het zilver moet dan met een doek worden gedroogd.
41
Serviesgoed en bestek inladen

Bovenrek

Zie voor het laden van serviesgoed en bestek ook het hoofdstuk “Servies­goed en bestek inladen”, paragraaf “Voorbeelden voor de indeling"

Bovenrek inladen

Schade door uitstromend water.
Bij spoelen zonder bovenrek kan wa­ter uit de vaatwasser stromen.
Gebruik de vaatwasser alleen met bovenrek. Dat geldt niet voor het programmaZ. bovenrek, indien aan­wezig.
Plaats in het bovenrek klein, licht en
gevoelig serviesgoed zoals glazen, kopjes, schoteltjes, dessertschaaltjes. U kunt ook een platte pan in het bo­venrek plaatsen.
Leg erg lang bestek zoals soeplepels
en spatels dwars voorin het boven­rek.

FlexCare-kopjesrek inladen

U kunt kopjes, kleine schaaltjes en an­der vlak servies op het FlexCare-kop­jesrek plaatsen. Glazen kunt u tegen het kopjesrek plaatsen. Dan staan ze ste­viger.
Klap het kopjesrek omlaag.Als u hoog serviesgoed wilt inladen,
klapt u het kopjesrek omhoog.
42
Serviesgoed en bestek inladen

FlexCare-kopjesrek verstellen

U kunt de hoogte en breedte van dit kopjesrek in twee verschillende standen instellen. Zo kunt u hoger serviesgoed onder het kopjesrek plaatsen en groter serviesgoed er bovenop plaatsen.
Trek het kopjesrek naar boven en laat
het in de gewenste positie vastklikken (zie pijl).
Siliconenelement van het FlexCare­kopjesrek inruimen
Door de siliconenelementen aan het kopjesrek staan glazen met een hoge voet stabieler.
Klap het kopjesrek omlaag en plaats
de glazen in de openingen.
Schuif indien nodig de linker inzet van
de 3D-MultiFlex-lade opzij om meer ruimte te krijgen voor hogere glazen (zie het hoofdstuk “Bestek”, paragraaf “3D-MultiFlex-lade”).
43
Serviesgoed en bestek inladen

Spijlen neerklappen

U kunt in de beide voorste rechter spij­lenrijen elke tweede spijl neerklappen zodat u meer ruimte hebt voor groter serviesgoed, zoals grotere soepkom­men.
Druk de gele hendel naar beneden
en klap de donkergrijze spijlen
neer.
Plaats de schaaltjes loodrecht in de
spijlenrijen.
44
Serviesgoed en bestek inladen

Bovenrek verstellen

Om in het boven- of onderrek meer plaats te krijgen voor hoger servies kunt u het bovenrek in hoogte verstellen. U kunt kiezen tussen 3standen met een verschil van steeds ca. 2cm.
Wanneer water in holle gedeelten blijft staan, kunt u het bovenrek beter schuin plaatsen. Het water stroomt dan ge­makkelijker weg. Zorg er echter voor dat u het rek zonder problemen in de spoelruimte kunt schuiven.
Trek het bovenrek naar buiten.
Om het bovenrek naar boven te ver­stellen, moet u:
het rek naar boven trekken, totdat het
vastklikt.

Om het bovenrek naar beneden te verstellen, moet u:

de hendels aan de zijkanten van het
bovenrek naar boven trekken.
het bovenrek in de gewenste positie
zetten en de hendels weer vast laten klikken.
Let er bij het verstellen van de bo­venrek op dat de middelste sproei­arm niet wordt geblokkeerd door hoog servies in het onderrek.
45
Serviesgoed en bestek inladen

Onderrek

Zie voor het laden van serviesgoed en bestek ook het hoofdstuk “Servies­goed en bestek inladen”, paragraaf “Voorbeelden voor de indeling"

Onderrek inladen

Plaats in het onderrek groot en zwaar
serviesgoed zoals borden, platte schotels, pannen en schalen. U kunt ook glazen, kopjes, schotel­tjes, ontbijt- en dessertbordjes in het onderrek zetten.

MultiComfort-rek inladen

Het achterste gedeelte van het onderrek dient voor het spoelen van glazen, kop­jes, borden en pannen.
Zet vooral grote borden in het midden
van het onderrek.
Tip: Als u de borden iets schuin zet, kunt u borden met een doorsnede tot 35cm plaatsen.
46
Serviesgoed en bestek inladen

Spijlen neerklappen

In de voorste rij spijlen kunt u schotel­tjes, borden, soepborden, platte scho­tels en schalen plaatsen.
U kunt de twee rechterspijlenrijen neer­klappen om meer ruimte te creëren voor groot servies, bijv. potten, pannen en schalen.
Druk de gele hendel naar beneden
en klap de spijlenrijen om .

FlexCare-glazensteun inladen

De siliconenelementen op de glazen­houder zorgen ervoor dat kwetsbare glazen met een lange steel stevig en stabiel staan.
Zet glazen met een voet, zoals wijn-
en bierglazen tegen de glazenhouder of hang ze in de uitsparingen van de houder.
Als u hoog serviesgoed wilt inladen,
dan klapt u de glazenhouder om­hoog.
U kunt de hoogte van de glazenhouder in twee standen instellen.
Schuif de glazenhouder in de ge-
wenste hoogte, totdat de bevestigin­gen aan de boven- of onderkant vast­klikken.
47
Serviesgoed en bestek inladen
Besteklade/bestekkorf(afhan-
kelijk van het model)
Zie voor het laden van serviesgoed en bestek ook het hoofdstuk “Servies­goed en bestek inladen”, paragraaf “Voorbeelden voor de indeling"
Laad bestek daarom in de 3D-
MultiFlex-lade of de bestekkorf in (af­hankelijk van het model).

3D-MultiFlex-lade inladen

Wanneer u messen, vorken en lepels als aparte groepen in de besteklade legt, kunt u ze er later gemakkelijker uithalen.
Leg de lepels met de grepen tussen de opstaande kammen en de lepelbladen tussen de getande kammen, zodat ook de laatste waterdruppel er zonder pro­blemen af kan lopen.
U kunt de linkerinzet naar het midden verschuiven om hoger servies en glazen met een hoge voet in het bovenrek te plaatsen (zie het hoofdstuk “Bovenrek”, paragraaf “Siliconen elementen van het FlexCare-kopjesrek inladen”).
In het lagere middengedeelte van de la­de kunt u groot en lang bestek inladen.
Plaats hoge delen, zoals een taart­schep, zodanig dat de bovenste sproeiarm niet wordt geblokkeerd.
Om in het rechtergedeelte van de lade meer ruimte voor groot bestek of klein servies te creëren, kunt u de rechterin­zet in hoogte verstellen.
Wanneer de lepels niet met de gre-
pen tussen de opstaande kammen passen, legt u deze met de grepen op de getande kammen.
48
Trek de inzet aan de gele greep naar
binnen en laat de inzet in een van de twee posities vastklikken.
Serviesgoed en bestek inladen

Bestekkorf inladen

U kunt de bestekkorf op de voorste spijlenrij in de linker- of rechterhoek van het onderrek plaatsen.
Plaats het bestek met de snijkanten
van de messen en de tanden van de vorken naar beneden. Zo loopt u geen kans zich te bezeren. Wilt u het bestek snel schoon en droog hebben, plaats het dan zo in de bestekkorf dat de grepen beneden en de snijkanten van de messen en de tanden van de vorken boven zitten.
Plaats de bestekhouder als dat nodig
is op de bestekkorf.
Plaats klein bestek in de speciale
segmenten aan drie zijkanten van de bestekkorf.
Speciale bestekhouder voor de be­stekkorf inladen
In de meegeleverde houder kunt u sterk vervuild bestek spoelen. Het bestek ligt niet op elkaar maar wordt in deze hou­der naast elkaar opgehangen. Daardoor kan het water er beter bij.
Plaats het bestek in de bestekhouder
met het heft naar beneden.
Verdeel het bestek gelijkmatig.
49
Serviesgoed en bestek inladen

Voorbeelden voor de indeling

Vaatwasser met besteklade

Bovenrek
Onderrek
50
Besteklade
sterk verontreinigd vaatwerk
Serviesgoed en bestek inladen
51
Serviesgoed en bestek inladen

Vaatwasser met bestekkorf

Bovenrek
Onderrek
52
Bestekkorf
sterk verontreinigd vaatwerk
Serviesgoed en bestek inladen
53

Reinigingsmiddelen

Soorten reinigingsmiddelen

Schade als gevolg van onge-
schikte reinigingsmiddelen. Reinigingsmiddelen die niet bestemd
zijn voor huishoudvaatwassers, kun­nen schade veroorzaken aan de vaatwasser of het serviesgoed.
Gebruik uitsluitend reinigingsmidde­len voor huishoudvaatwassers.
Moderne reinigingsmiddelen bevatten veel werkzame stoffen. De belangrijkste werkzame stoffen zijn:
- Complexvormers. Deze binden de waterhardheid en voorkomen daar­mee kalkaanslag.
- Alkalische stoffen. Deze zijn nodig voor het weken van aangekoekt vuil.
- Enzymen. Deze verminderen het zet­meel en lossen eiwit op.
- Bleekmiddel op zuurstofbasis. Dit verwijdert kleurige vlekken zoals thee-, koffie- en ketchupvlekken.
Er worden voornamelijk mild alkalische reinigingsmiddelen met enzymen en zuurstofbleekmiddelen aangeboden.
Reinigingsmiddelen bestaan in verschil­lende vormen:
- Poedervormige en gelvormige reini­gingsmiddelen. Deze kunnen gevari­eerd worden gedoseerd, afhankelijk van de belading en de vuilgraad van het serviesgoed.
- Tabs. Deze bevatten een hoeveelheid reinigingsmiddel die voor de meeste toepassingen voldoende is.
Naast normale reinigingsmiddelen wor­den ook combi-producten aangeboden. Deze producten bevatten een naspoel­middel en een waterontharder (ter ver­vanging van regenereerzout). Gebruik deze middelen alleen bij de door de fabrikant op de verpakking ge­adviseerde waterhardheid. De reinigings- en droogresultaten van deze combi-tabs lopen sterk uiteen.
Optimale reinigings- en droogresulta­ten krijgt u wanneer u een gewoon rei­nigingsmiddel gebruikt en daarnaast regenereerzout en naspoelmiddel do­seert.
54
Reinigingsmiddelen
Gevaar voor huidirritatie door rei-
nigingsmiddelen. Reinigingsmiddelen kunnen brand-
wonden aan huid, ogen, neus, mond en keel veroorzaken.
Vermijd contact met het reinigings­middel. Vermijd het inademen van poeder­vormige reinigingsmiddelen. Slik rei­nigingsmiddelen nooit in. Raadpleeg onmiddellijk een dokter als u per on­geluk reinigingsmiddel hebt ingea­demd of ingeslikt.
Voorkom dat kinderen met het reini­gingsmiddel in aanraking kunnen ko­men. De vaatwasser kan nog resten van het reinigingsmiddel bevatten. Houd kinderen daarom uit de buurt van de vaatwasser als die is geo­pend. Doseer het reinigingsmiddel pas vlak voordat u het programma start en vergrendel de deur met de kinderbeveiliging (afhankelijk van het model).

Reinigingsmiddel doseren

Het vak voor reinigingsmiddel heeft een capaciteit van maximaal 50ml.
In het vak voor reinigingsmiddel zijn markeringen aangebracht om het dose­ren gemakkelijker te maken: 20, 30, max. Bij een horizontaal geopende deur geven deze streepjes de hoeveel reini­gingsmiddel in ml en het maximale vul­niveau aan.
Neem bij het doseren de aanwij-
zingen op de verpakking in acht.
Wanneer er niet iets anders op de
verpakking staat, doseer dan één tab of, afhankelijk van de vuilgraad, 20 tot 30ml reinigingsmiddel in het vakje.
Doseert u minder reinigingsmiddel dan geadviseerd is, dan is het mogelijk dat het servies niet goed schoon wordt.
Bij het programma QuickPowerWash lossen sommige tabs mogelijk niet vol­ledig op.
55
Reinigingsmiddelen

Reinigingsmiddel bijvullen

Til de gele toets op het deksel van
het vak voor reinigingsmiddel op.
Het deksel springt open. Wanneer een programma is afgelopen, is dit deksel ook geopend.
Het deksel van het vak mag niet wor­den geblokkeerd door reinigingsmid­del. Hierdoor kan het deksel tijdens het programmaverloop mogelijk niet worden geopend.
Doseer niet te veel reinigingsmiddel in het vak.
Sluit ook de verpakking van het reini-
gingsmiddel. Het middel kan anders klonteren.
Doseer reinigingsmiddel in het vak.Schuif het deksel van het vak voor
reinigingsmiddel dicht totdat dit dui­delijk hoorbaar vastklikt.
56
Bij programma's met voorspoelfunc-
tie (zie het hoofdstuk “Programma­overzicht”) kunt u wat reinigingsmid­del op de deurbinnenplaat doseren.

Werking

Vaatwasser inschakelen

Controleer of de sproeiarmen vrij kun-
nen draaien.
Sluit de deur.Draai de kraan open als ze nog dicht
is.
Druk op de toets°.
In de display verschijnt kort het gekozen programma en het betreffende controle­lampje gaat branden. Vervolgens wordt gedurende enkele se­conden een prognose weergegeven van het energie- en waterverbruik van het desbetreffende programma. Daarna wordt de vermoedelijke pro­grammaduur voor het gekozen pro­gramma in de display weergegeven.
Het controlelampjeStart knippert.

Programma kiezen

Laat de keuze voor een programma steeds afhangen van het soort servies en de mate van vervuiling.
In het hoofdstuk “Programma-over- zicht” zijn de programma's en de toe­passingen beschreven.
Kies met de programmakeuzetoets
het gewenste programma.
Het controlelampje van het gekozen programma gaat branden.
Bij vindt u nog meer programma's. Kies desgewenst met de programma-
keuzetoets de optie.
In de display verschijnt het eerste van de overige programma's.
Kies met de toetsen het ge-
wenste programma in de display.
U kunt nu een programmaoptie kiezen (zie hoofdstuk “Programmaopties”).
Wanneer er programmaopties gekozen zijn, dan branden tevens de daarbij be­horende controlelampjes.
57
Werking
Weergave van de programma­duur
Voordat er een programma start, geeft de display de vermoedelijke duur van het gekozen programma aan. Tijdens het programma wordt de resterende tijd tot aan het einde van het programma weergegeven.
De programmafase waarin het program­ma zich bevindt, wordt met een sym­bool aangegeven:
Voorspoelen/inweken Reinigen Tussenspoelen Naspoelen Drogen Einde
De programmaduur kan ook bij hetzelf­de programma variëren. Dat is o.a. af­hankelijk van de temperatuur van het in­stromende water, de regenereercyclus van de ontharder, het soort reinigings­middel, de hoeveelheid serviesgoed en de mate waarin het vuil is.

Programma starten

Druk op de toetsStart.
Bevestig indien nodig eerst de mel­dingen in de display metOK.
Het programma start.
Het controlelampjeStart gaat branden.
Als u tijdens een programma opOK drukt, wordt de naam van het lopende programma weergegeven.
U kunt zich verbranden door
heet water dat uit het toestel stroomt.
Tijdens het gebruik kan het water in de vaatwasser heet zijn.
Ingeval u de deur wilt openen terwijl er een programma loopt, doe dat dan heel voorzichtig.
Wanneer u een programma voor het eerst kiest, wordt er een tijd aangege­ven die overeenstemt met een gemid­delde programmaduur met koud water.
De tijden in het hoofdstuk “Programma­overzicht” stemmen overeen met de programmaduur bij een nominale bela­ding en nominale temperaturen.
Iedere keer dat er een programma loopt, wordt de programmaduur door de elektronica berekend op basis van de temperatuur van het instromende water en de hoeveelheid serviesgoed.
58
Werking

Programma-einde

Het programma is beëindigd als in de display de meldingGereed wordt weergegeven.
Als de functie “AutoOpen” is ingescha­keld, gaat bij sommige programma’s de deur na afloop automatisch op een kier open (zie het hoofdstuk “Instellingen”, paragraaf “AutoOpen”). Dat bevordert het droogproces.
Wanneer de programmeerfunctieVer-
bruik is ingeschakeld, krijgt u informatie
over het werkelijke energie- en water­verbruik van het net afgelopen pro­gramma (zie het hoofdstuk “Milieuvrien­delijk afwassen”, paragraaf “Verbruiks­weergave EcoFeedback”).
De droogventilator loopt na afloop van het programma nog een paar minuten door.
Schade door waterdamp.
Als u na afloop van het programma de deur opent en de ventilator niet meer laat draaien, kan de waterdamp schade veroorzaken aan de randen van de kwetsbare werkbladen.
Als u het automatisch openen van de deur hebt uitgeschakeld (zie het hoofdstuk “Instellingen”, paragraaf “AutoOpen”), maar de deur na afloop van een programma toch wilt ope­nen, open ze dan helemaal.

Energiemanagement

De vaatwasser gaat automatisch uit na­dat u gedurende 10minuten geen toets meer hebt bediend of 10minuten nadat het programma is afgelopen. Zo wordt energie bespaard.
U kunt de vaatwasser weer inschakelen met de toets.
Wanneer er een programma loopt of wanneer er sprake is van een storing, wordt de vaatwasser niet automatisch uitgeschakeld.
59
Werking

Vaatwasser uitschakelen

U kunt de vaatwasser op ieder mo-
ment met de toets uitschakelen.
Bevestig de vraag Apparaat uitsch. met
OK.
Wanneer u de vaatwasser uitschakelt terwijl er nog een programma loopt, dan wordt het programma afgebroken.
Ook een ingestelde timer kunt u op de­ze manier afbreken.
Schade door weglekkend water.
Weglekkend water kan schade ver­oorzaken.
Draai veiligheidshalve de kraan dicht wanneer u de vaatwasser langere tijd niet gebruikt, bijvoorbeeld tijdens vakanties.

Vaatwasser legen

Heet serviesgoed is gevoelig voor sto­ten. Laat het serviesgoed daarom, na­dat het toestel is uitgeschakeld, in de vaatwasser afkoelen totdat u het goed kunt vastpakken.
Als u de deur na het uitschakelen hele­maal opent, koelt het serviesgoed snel­ler af.
Haal eerst het onderrek leeg, dan het
bovenrek en ten slotte de 3D­MultiFlex-lade (indien aanwezig). U voorkomt zo dat er waterdruppels van het bovenrek of de 3D-MultiFlex­lade op het servies in het onderrek vallen.
60
Werking

Programma onderbreken

Het programma wordt onderbroken zo­dra u de deur opent. Wanneer u de deur weer sluit, gaat het programma na een paar seconden daar verder waar het is onderbroken.
U kunt zich verbranden door
heet water dat uit het toestel stroomt.
Tijdens het gebruik kan het water in de vaatwasser heet zijn.
Ingeval u de deur wilt openen terwijl er een programma loopt, doe dat dan heel voorzichtig.
Programma afbreken of wisse­len
Wanneer een programma wordt on­derbroken, kunnen belangrijke pro­grammafasen worden overgeslagen.
Wilt u een programma afbreken, doe dat dan alleen in de eerste minuten van het programma.
Wanneer een programma al is gestart, kunt u het als volgt afbreken:
Schakel de vaatwasser uit met de
toets.
Bevestig de vraag Apparaat uitsch. met
OK.
Ga als volgt te werk als u een ander programma wilt kiezen:
Schakel de vaatwasser weer in met
de toets.
Controleer bij een handmatige dose-
ring van reinigingsmiddel of het vak voor reinigingsmiddel nog gesloten is. Doseer opnieuw reinigingsmiddel als het vak al is geopend en sluit vervol­gens het deksel.
Kies het gewenste programma en
start het.
61

Opties

Timer
U kunt de starttijd van een programma instellen. De starttijd van het program­ma kan tussen 30minuten en 24uur worden vertraagd. Vertragingen van 30minuten tot en met 3 worden in stappen van 30minuten in­gesteld, daarboven in stappen van een uur.
Bij handmatige dosering van reini­gingsmiddel kan het klonteren en wordt het mogelijk niet volledig uit het vak gespoeld.
Bij het gebruik van de timer moet u ervoor zorgen dat het vak voor het reinigingsmiddel droog is. Veeg het vak indien nodig extra droog. Gebruik geen vloeibaar reinigings­middel. Het reinigingsmiddel kan weglekken.
Gezondheidsrisico's met betrek-
king tot reinigingsmiddel. Voorkom dat kinderen met het reini-
gingsmiddel in aanraking kunnen ko­men:
Doseer het reinigingsmiddel pas vlak voordat u het programma start, voordat u de Timer inschakelt. Ver­grendel de deur met de kinderbevei­liging.

Timer inschakelen

Schakel de vaatwasser in met de
toets.
Het controlelampjeStart knippert.
Kies het gewenste programma.Druk op de toetsTimer.

In de display wordt de laatst ingestelde “Starten over”-tijd aangegeven. Het controlelampjeTimer gaat branden.

Stel met de toetsen in na welke
tijd het programma automatisch ge­start moet worden.
Wanneer u de toetsen of ingedrukt houdt, wordt automatisch opgeteld.
Bevestig met OK.
Het controlelampjeStart gaat branden.
62
Opties
Wanneer de timer is ingeschakeld, worden alle weergaven in de display na enkele minuten uitgeschakeld om energie te besparen.
Wanneer u de display weer voor een paar minuten wilt inschakelen, dan drukt u op de toets.
De voorgeprogrammeerde tijd wordt in de display afgeteld. Onder de 10uur gebeurt dit in stappen van een minuut, boven de 10uur in stappen van een uur.
Na afloop van de ingestelde tijd start het gekozen programma automatisch. In de display verschijnt de resttijd en het controlelampje van de toets Ti- mer gaat uit.
Programma starten vóór afloop van de voorgeprogrammeerde starttijd:
u kunt het programma ook starten voor­dat de voorgeprogrammeerde tijd is af­gelopen. Ga daarvoor als volgt te werk:
Schakel de vaatwasser uit met de
toets.
Schakel de vaatwasser weer in met
de toets.
Kies indien nodig het gewenste pro-
gramma.
Druk op de toetsStart.
Het programma start. Het controlelamp­jeStart gaat branden.
63

Richtlijn voor de programmakeuze

Potten, pannen, sterk por-
selein en bestek
normale opgedroogde huis-
houdelijke etensresten
sterk opgedroogde, ingebran-
de, aangekoekte
zetmeel-of eiwithoudende1
etensresten
water- en energiebesparend
programmaverloop
maximale
reinigingscapaciteit
Vaatwerk Etensresten Programma-
eigenschappen
temperatuurgevoelig vaatwerk,
glazen en kunststof
gemengd vaatwerk
licht opgedroogde,
normale huishoudelijke
etensresten
alle normale huishoudelijke
etensresten
licht opgedroogde,
normale huishoudelijke
etensresten
Verloop met behoedzame
reiniging van glazen
variabel, sensorgestuurd
programmaverloop
Kort programma van minder
dan één uur
zonder vaatwerk
Gemorst
regenereerzout
Zoutresten
verwijderen
1
Zetmeelhoudende etensresten kunnen onstaan door bijvoorbeeld aardappelen, pasta of rijst.
Eiwithoudende etensresten kunnen onstaan door gebraden vlees of vis.
64
Richtlijn voor de programmakeuze
Speciaal 45°C
Auto 45–65°C
QuickPowerWash 65°C
ECO
Intensief 75°C
Programma
2
Verbruiksprognose
3
QuickPowerWash 65°C
+ Express
2
De programma’s zijn te combineren met de programma-opties “Express” of “IntenseZone” (zie het hoofdstuk “Programma-opties”). Daarnaast kunt u ook de functies “Extra schoon”, “Extra droog” en “2 keer tussenspoelen” (indien beschikbaar) kiezen (zie het hoofdstuk “Instellingen”).
3
De voorspelde waarden kunnen veranderen als gevolg van de geselecteerde instellingen, programmaopties of de gebruiksomstandigheden.
Programmaduur 13minuten,
zonder opwarmen,
uitsluitend voor zoutuitspoelen.
Energieverbruik
Waterverbruik
Programmaduur
Energieverbruik
Waterverbruik
Programmaduur
Energieverbruik
Waterverbruik
Programmaduur
Energieverbruik
Waterverbruik
Programmaduur
Energieverbruik
Waterverbruik
Programmaduur
65

Programma-overzicht

Programma Programmaverloop
Voorspoelen Reinigen Tussen-
spoelen
°C °C
1
ECO
Auto 45–65°C variabel programmaverloop,
Intensief75°C
QuickPowerWash 65°C
Speciaal45°C
PowerWash60°C
Extrastil55°C
Toestelonderhoud
1
Dit programma is gezien het gecombineerde energie- en waterverbruik uiterst efficiënt
- 54
sensorgestuurde aanpassing aan de hoeveelheid servies en etensresten
naar
behoefte
45–65
75
- 65
45
60
- 55
- 75

Naspoelen Drogen/
AutoOpen
44
55–70
55–70
65
55–70
55–70
55–70
70
voor het reinigen van normaal verontreinigd servies.
/
/
/
/
/
/
/
/
66
Programma-overzicht
8,9
4,5
2
Tijd
3:58/3:58
3
2:05–3:35 1:57–3:21
3:41
Verbruik
elektrische energie Water
Koud water Warm water liter Koud water Warm water
15°C 60°C 15°C 60°C
kWh kWh h:min h:min
0,74/0,73
0,75–1,05
4,5
3
0,52/0,51
0,45–0,55
4,5
3
6,0–13,0
1,35 0,85 14,0 3:11 3:03
1,20 0,75 10,5 0:58 0:58
0,90 0,40 13,0 2:44 2:28
1,00 0,50 13,0 2:24 2:12
0,95 0,60 9,5 3:59 3:50
1,75 1,00 19,0 2:09 1:47
2
De genoemde waarden voor het programma ECO zijn berekend onder gestandaardiseer­de testomstandigheden. De genoemde waarden voor de andere programma's werden on­der vergelijkbare testomstandigheden berekend. In de praktijk kunnen deze verbruikswaarden afwijken, op basis van gekozen instellingen, programmaopties of gebruiksomstandigheden.
3
Vaatwasser met besteklade/bestekkorf
4
Minimumwaarde:deelbelading met licht verontreinigd servies
5
Maximumwaarde:volle belading met sterk verontreinigd servies
67
Programma-overzicht
overige programma's
PowerWash 60°C
Programma voor het reinigen van ge­mengd servies met normale huishoude­lijke etensresten.
Extra stil 55°C
Zeer stil programma met langere pro­grammaduur. Dit programma is geschikt voor gemengd vaatwerk met licht aan­gekoekte, normale huishoudelijke etensresten.

Machinereiniging

De spoelruimte van de vaatwasser is grotendeels zelfreinigend. Wanneer zich in de spoelruimte desondanks vuilres­ten of afzetting bevinden, gebruikt u het programmaMachinereiniging om het toe­stel te reinigen. De vaatwasser mag hierbij geen serviesgoed bevatten. Het programma is op de reiniging van de spoelruimte met reinigingsproducten (machinereiniger, onderhoudsmiddel) afgestemd (zie het hoofdstuk “Bij te be­stellen accessoires”, paragraaf “Machi­nereiniging”). Lees de aanwijzingen op de verpakking van het product. Wan­neer onderhoudsmiddelen worden ge­bruikt, mag geen reinigingsmiddel wor­den gedoseerd. Voor dit programma is derhalve de automatische dosering van reinigingsmiddel (indien aanwezig) uit­geschakeld.
68

Programma-opties

Programmaopties kiezen

U kunt de programma's aanpassen via de programmaopties.
U kunt hiervoor in het programmamenu vóór de start van het programma de programmaopties in- of uitschakelen.
Schakel de vaatwasser in met de
toets.
Het controlelampjeStart knippert.
Kies een ander programma, indien
gewenst.
Druk op de toets van de gewenste
programmaoptie.
Het controlelampje van deze toets gaat branden als de programmaoptie voor het gekozen programma beschikbaar is.
Als de programmaoptie niet te combi­neren is met het gekozen programma, dan wordt een melding in de display weergegeven.
Bevestig de melding in dit geval
metOK.
Start het programma met de
toetsStart.
De ingestelde programmaoptie blijft voor het betreffende programma actief totdat u de instelling weer wijzigt (met uitzondering van het programmaECO).
Express

Met de optieExpress wordt de pro­grammaduur verkort.

Voor een optimaal reinigingsresultaat kan de temperatuur en daarmee het energieverbruik enigszins stijgen.
De tijd waarmee de programmaduur wordt verkort, verschilt afhankelijk van het gekozen programma.
Wanneer u de optieExpress kiest, gaat deze mogelijk voor andere geko­zen opties.
Gecombineerd met het program­maQuickPowerWash zorgt de op­tieExpress voor een reinigingspro­ces dat uitsluitend is bedoeld om zoutoplossing te verwijderen. Het gaat hierbij om het zout dat er bij het vullen van het zoutreservoir uit is gelopen.
IntenseZone

Met de optieIntenseZone worden de reinigingsprestaties voor het onder­rek verhoogd.

Het energie- en waterverbruik stijgt enigszins door de langere reinigings­duur en hogere temperatuur in het on­derrek.
69

Reiniging en onderhoud

Controleer regelmatig (circa elke 4–6 maanden) de algemene toestand van uw vaatwasser. Op die manier kun­nen storingen worden voorkomen.
Schade als gevolg van onge-
schikte reinigingsmiddelen. Alle oppervlakken zijn krasgevoelig.
Alle oppervlakken kunnen verkleuren of aangetast worden als ze met ver­keerde reinigingsmiddelen in aanra­king komen.
Gebruik alleen voor het betreffende oppervlak geschikte reinigingsmid­delen.

Spoelruimte reinigen

Als u steeds de juiste hoeveelheid reini­gingsmiddel gebruikt, is de spoelruimte grotendeels zelfreinigend.
Wordt er overwegend gebruikgemaakt van programma's met lage temperatu­ren (<50°C), dan bestaat het gevaar dat zich in de spoelruimte geurtjes, ziektekiemen en aanslag ontwikkelen. U moet één keer per maand het program­ma Intensief75°C laten draaien om de spoelruimte te reinigen en het ontstaan van geurtjes te voorkomen.
Wanneer zich in de spoelruimte deson­danks kalk of vet heeft afgezet, gebruikt u het programmaMachinereiniging (zie het hoofdstuk “Programma-overzicht”, paragraaf “overige programma's”) met machinereiniger (zie het hoofdstuk “Bij te bestellen accessoires”, paragraaf “Toestelonderhoud”). Lees de aanwij­zingen op de verpakking van de reini­gingsmiddelen.
70
De reinigings- en onderhoudsmiddelen van Miele zijn verkrijgbaar bij de klan­tendienst van Miele en in de Miele web­shop.
Reinig regelmatig de zeven in de
spoelruimte.
Reiniging en onderhoud

Hygiënecyclus

Gebruikt u overwegend programma's met lage temperaturen, dan bestaat het gevaar dat zich in de spoelruimte geur­tjes, ziektekiemen en aanslag ontwik­kelen. Na meermaals gebruik van pro­gramma's met lage temperatuur is het aangewezen om een programma met een hoge temperatuur te laten lopen. Zo voorkomt u het ontwikkelen van aan­slag en geurtjes.
U kunt een melding voor hygiëne-info in- of uitschakelen (zie hoofdstuk “In­stellingen”, paragraaf “Hygiënecyclus”). Als u de melding uitschakelt, laat dan eens per maand het programma Inten- sief75°C lopen om de spoelruimte te reinigen en het ontstaan van geurtjes te voorkomen.

Deurdichting en deur reinigen

De deurdichtingen en zijkanten van de deur van de vaatwasser worden niet door de waterstralen bereikt en gerei­nigd. Daarom kan zich daar schimmel vormen.
Neem de deurdichtingen regelmatig
met een vochtige doek af om etens­resten te verwijderen.
Verwijder gemorste etens- en drank-
resten van de zijkanten en de schar­nieren van de deur.

Bedieningspaneel reinigen

Reinig het bedieningspaneel uitslui-
tend met een vochtige doek.
71
Reiniging en onderhoud

Front reinigen

Schade door verontreinigingen.
Als verontreinigingen te lang inwer­ken, kunt u ze soms niet meer verwij­deren en kunnen de oppervlakken verkleuren of aangetast raken.
U verwijdert verontreinigingen het best meteen.
Reinig de voorkant met een schoon
sponsdoekje, afwasmiddel en warm water. Droog de voorkant en de be­huizing vervolgens met een zachte doek. U kunt voor het reinigen ook een schoon, vochtig microvezeldoekje zonder reinigingsmiddel gebruiken.
Om beschadigingen aan de opper­vlakken te voorkomen, mogen de vol­gende middelen niet voor de reini­ging worden gebruikt:
- soda-, ammoniak-, zuur- of chloride­houdende reinigingsmiddelen,
- kalkoplossende reinigingsmiddelen,
- schurende reinigingsmiddelen zoals schuurpoeder, schuurmiddelen, schuursponsjes,
- oplosmiddelhoudende reinigingsmid­delen,
- reinigingsmiddelen voor roestvrij staal,
- reinigingsmiddelen voor vaatwassers,
- ovenreinigers,
- glasreinigers,
- schurende harde borstels en spons­jes (zoals pannensponsjes) of ge­bruikte sponsjes die nog resten schuurmiddel bevatten,
72
- vlekkensponsjes,
- scherpe metalen schrapers,
- staalwol,
- stoomreinigers.
Reiniging en onderhoud

Sproeiarmen reinigen

Het is mogelijk dat er etensresten gaan vastzitten in de sproeikoppen en de la­gers van de sproeiarmen. Controleer de sproeiarmen dan ook regelmatig (onge­veer om de 2–4maanden).
Spoel niet zonder spoelarmen.
Risico op schade door vuil in het
circulatiesysteem. Zonder zeven komt vuil in het circu-
latiesysteem terecht en raakt het sys­teem verstopt.
Spoel niet zonder onderste sproei­arm en zonder zeven.
Zorg ervoor dat er bij het reinigen van de zeven en sproeiarmen geen grove vuilresten in het circulatiesys­teem terechtkomen.
Schakel de vaatwasser uit.

De besteklade verwijderen (indien aanwezig)

Verwijder eerst de besteklade (indien aanwezig) om de bovenste sproeiarm te kunnen verwijderen.
Trek de besteklade naar buiten.
Druk de borgklemmen van de rail aan
beide zijden van de besteklade sa-
men en verwijder de borgklem­men.
Trek de besteklade helemaal naar
buiten.
73
Reiniging en onderhoud

Bovenste sproeiarm verwijderen

Duw de bovenste sproeiarm om-
hoog, zodat de vertanding vastklikt
en schroef de sproeiarm er tegen de
klok in af.

Middelste sproeiarm verwijderen

De onderste sproeiarm verwijderen

Trek het onderrek naar buiten.
Draai de schroefverbinding van de
onderste sproeiarm tegen de richting
van de wijzers van de klok los en
trek de sproeiarm er naar boven toe
af.

Sproeiarmen reinigen

Draai de schroefverbinding van de
middelste sproeiarm naar rechts en haal de sproeiarm eraf.
74
Druk de verontreinigingen in de
sproeikoppen met een scherp voor­werp in de sproeiarm.
Spoel de sproeiarm onder stromend
water goed af.
Reiniging en onderhoud

Sproeiarmen plaatsen

Plaats de bovenste sproeiarm terug
en zet hem handvast.
Plaats de middelste sproeiarm terug.Plaats de onderste sproeiarm terug.
Let er hierbij op dat de zeefcombina­tie plat tegen de bodem van de spoelruimte aanligt.
Draai de schroefverbinding van de
onderste sproeiarm in wijzerzin vast totdat de pijl in het kijkvenster naar het slotsymbool wijst.
Besteklade plaatsen (indien aanwe­zig)
Schuif de besteklade vanaf de voor-
kant weer op de rails.
Plaats de borgklemmen in de rails
aan beide zijden van de besteklade terug.
Controleer of de sproeiarmen vrij kun-
nen draaien.
Risico op schade door vuil in het
circulatiesysteem. Met de onderste sproeiarm wordt de
zeefcombinatie bevestigd. Zonder zeven kunnen grotere etensresten in het circulatiesysteem terechtkomen en kan het systeem verstopt raken.
Spoel niet zonder onderste sproei­arm en zonder zeven.
75
Reiniging en onderhoud
Zeven in de spoelruimte con­troleren
De zeefcombinatie op de bodem van de spoelruimte houdt het ergste vuil uit het spoelwater tegen. Op die manier wordt voorkomen dat het vuil in het circulatie­systeem komt en via de sproeiarmen weer in de spoelruimte terechtkomt.
Risico op schade door vuil in het
circulatiesysteem. Zonder zeven komt vuil in het circu-
latiesysteem terecht en raakt het sys­teem verstopt.
Spoel niet zonder onderste sproei­arm en zonder zeven.
Zorg ervoor dat er bij het reinigen van de zeven en sproeiarmen geen grove vuilresten in het circulatiesys­teem terechtkomen.
De zeven kunnen in de loop van de tijd door het vuil verstopt raken. Hoelang dat duurt, hangt natuurlijk af van de omstandigheden.

Zeven reinigen

Schakel de vaatwasser uit.Verwijder de onderste sproeiarm (zie
het hoofdstuk “Reiniging en onder­houd”, paragraaf “Sproeiarmen reini­gen”).
Verwijder grove verontreinigingen
voordat u de zeefcombinatie eruit haalt, zodat er geen verontreinigingen in het circulatiesysteem terecht­komen.
In de display verschijnt steeds na 50programma's de meldingControleer
zeef.
Controleer de zeefcombinatie.Reinig de zeefcombinatie indien no-
dig.
Bevestig de melding na afloop
metOK.
76
Verwijder de zeefcombinatie.
Reiniging en onderhoud
Om de binnenkant van de zeef te rei-
nigen, trekt u de microfilter aan de kunststof ring naar onderen toe van de zeefcombinatie.
Reinig alle delen onder stromend wa-
ter. Gebruik daarbij eventueel een afwas­borstel.
Zet de microfilter weer op de zeef-
combinatie.
Plaats de zeefcombinatie zo terug,
dat deze plat tegen de bodem van de spoelruimte aanligt.
Plaats de onderste sproeiarm met de
schroefverbinding terug op de zeef­combinatie.
Draai de schroefverbinding in wijzer-
zin vast totdat de pijl in het kijkven­ster naar het slotsymbool wijst.
Risico op schade door vuil in het
circulatiesysteem. Met de onderste sproeiarm wordt de
zeefcombinatie bevestigd. Zonder zeven kunnen grotere etensresten in het circulatiesysteem terechtkomen en kan het systeem verstopt raken.
Spoel niet zonder onderste sproei­arm en zonder zeven.
77
Reiniging en onderhoud
Zeef in de watertoevoer reini­gen
Om de watertoevoerslang tegen veront­reinigingen in het water te beschermen, is in de schroefkoppeling een zeef inge­bouwd. Wanneer het zeefje vuil is, loopt er te weinig water in de spoelruimte.
Gevaar voor elektrische schok
door netspanning. De kunststof behuizing van de wa-
teraansluiting bevat een elektrisch ventiel.
Dompel de behuizing niet in vloei­stof.
Koppel de vaatwasser vóór onder-
houdswerkzaamheden altijd los van het elektriciteitsnet. Schakel de vaatwasser hiertoe eerst uit en neem daarna de stekker uit het stopcontact.
Draai de waterkraan dicht.
Pak het rubberen dichtingsringetje uit
de schroefkoppeling.
Pak het kunststof zeefje met een
combinatietang of spitstang aan de opstaande rand in het midden vast en trek het er uit.
Reinig de zeef onder stromend water.Plaats alles in omgekeerde volgorde
terug.
Schroef de toevoerslang van de kraan
af.
78
Draai de schroefkoppeling stevig op de kraan. Draai de kraan langzaam open. Als er water weglekt, draait u de schroefkoppeling aan.
Het zeefje moet nadat het is gerei­nigd, worden teruggeplaatst.

Afvoerpomp reinigen

Als er water in de spoelruimte achter­blijft wanneer het programma afgelopen is, dan is het water niet weggepompt. De afvoerpomp kan door vreemde voorwerpen worden geblokkeerd. U kunt vreemde voorwerpen gemakkelijk zelf verwijderen.
Koppel de vaatwasser vóór onder-
houdswerkzaamheden altijd los van het elektriciteitsnet. Schakel de vaatwasser hiertoe eerst uit en neem daarna de stekker uit het stopcontact.
Haal de zeefcombinatie uit de spoel-
ruimte (zie het hoofdstuk “Reiniging en onderhoud”, paragraaf “Zeef reini­gen”).
Schep het water met een bekertje uit
de spoelruimte.
Reiniging en onderhoud
Druk de vergrendeling van de afvoer-
pompafdekking naar binnen.
Kantel de afdekking naar binnen tot-
dat u deze kunt verwijderen.
Spoel de afdekking goed af onder
stromend water en verwijder al het vuil.
79
Reiniging en onderhoud
Onder de afdekking bevindt zich de af­voerpomp (zie pijl).
Kans op letsel door glassplinters.
Glassplinters zijn slecht zichtbaar in de afvoerpomp.
Reinig de afvoerpomp voorzichtig.
Verwijder voorzichtig alle vreemde
voorwerpen uit de afvoerpomp. Draai met de hand aan de waaier van de af­voerpomp om te controleren of alles in orde is. Draai met de hand aan het loopwiel van de afvoerpomp om te controleren of alles in orde is.
Schade door verkeerde reiniging.
De onderdelen zijn kwetsbaar en kunnen tijdens het reinigen bescha­digd raken.
Reinig de afvoerpomp voorzichtig.
Plaats de afdekking recht van boven-
af terug.
De vergrendeling moet beslist vast­klikken.
80

Nuttige tips

De meeste storingen en defecten, die bij het dagelijks gebruik kunnen optreden, kunt u zelf verhelpen. U bespaart daarmee niet alleen tijd, maar ook kosten, omdat u Miele niet hoeft in te schakelen.
De volgende tabellen helpen u de oorzaken van een probleem te achterhalen en te verhelpen.
Alleen problemen die u zelf kunt verhelpen, worden hier behandeld. Alle andere problemen worden samengevat onderStoring FXX.

Technische storingen

Probleem Oorzaak en oplossing
Nadat de vaatwasser met de toets is inge­schakeld, blijft de dis­play donker en gaat het controlelampje Start niet knipperen.
De vaatwasser stopt met afwassen.
De stekker zit niet in het stopcontact.
Steek de stekker in het stopcontact.
De zekering is uitgeschakeld.
Activeer de zekering (minimale sterkte: zie type-
plaatje).
Als de zekering opnieuw wordt uitgeschakeld,
neemt u contact op met Miele.
De zekering is uitgeschakeld.
Activeer de zekering (minimale sterkte: zie typepla-
tje).
Als de zekering opnieuw wordt uitgeschakeld,
neemt u dan contact op met Miele.
81
Nuttige tips

Foutmeldingen

Probleem Oorzaak en oplossing
Op de display verschijnt een van de volgende storingen:
Storing FXX Er is mogelijk sprake van een technische storing.
Waterproof Het Waterproof-systeem is in werking getreden.
Storing F78 Er is een storing opgetreden in de circulatiepomp.
Voordat u de storing oplost:
Schakel de vaatwasser uit.
Schakel de vaatwasser na een paar seconden
weer in.
Start het gewenste programma opnieuw.
Als de storingsmelding opnieuw verschijnt, dan is er sprake van een technische storing.
Schakel de vaatwasser uit.Draai de waterkraan dicht.Neem contact op met Miele.
Schakel de vaatwasser uit.Draai de waterkraan dicht.Neem contact op met Miele.
Schakel de vaatwasser uit.Schakel de vaatwasser weer in.Start het gewenste programma opnieuw.
Als de storingsmelding opnieuw verschijnt, dan is er sprake van een technische storing.
Schakel de vaatwasser uit.Draai de waterkraan dicht.Neem contact op met Miele.
82
Nuttige tips

Deuropener

Probleem Oorzaak en oplossing
Op de display verschijnt de volgende storing:
Storing deur De deur wordt niet automatisch geopend.
Voordat u de storing oplost:
Schakel de vaatwasser uit.
Er is mogelijk sprake van een technische storing.
Open de deur handmatig (zie het hoofdstuk
“Eerste ingebruikneming”, paragraaf “Deur ope­nen”) en schakel de vaatwasser weer in.
Als de storing opnieuw wordt weergegeven, neem
dan contact op met Miele.
De deurvergrendelingsrail gaat na het openen van de deur niet naar binnen. Er is mogelijk sprake van een technische storing.
Schakel de vaatwasser weer in.Als de storing opnieuw wordt weergegeven, neem
dan contact op met Miele.
83
Nuttige tips

Storing in de watertoevoer

Probleem Oorzaak en oplossing
Op de display verschijnt een van de volgende storingen:
Draai de kraan open De kraan is dicht.
Draai de kraan geheel open.
Watertoevoer Voordat u de storing oplost:
Schakel de vaatwasser uit.
Storing in de watertoevoer.
Draai de kraan helemaal open en start het pro-
gramma opnieuw.
Reinig de zeef in de watertoevoer (zie het hoofd-
stuk “Reiniging en onderhoud”, paragraaf “Zeef in de watertoevoer reinigen”).
De waterdruk is lager dan 50kPa.
Vraag een installateur om een oplossing.
Mogelijk ligt de waterafvoer ter plaatste te laag en
moet u lucht toevoeren (zie het hoofdstuk “Instal­latie”, paragraaf “Waterafvoer”).
Storing F18 Er is een technische storing opgetreden.
Schakel de vaatwasser uit.Draai de kraan dicht.Neem contact op met Miele.
84

Storing in de waterafvoer

Probleem Oorzaak en oplossing
De volgende melding verschijnt op de display: Waterafvoer
Voordat u de storing oplost:
Schakel de vaatwasser uit.
Storing bij de waterafvoer. Het is mogelijk dat zich water in de spoelruimte be­vindt.
Reinig de zeefcombinatie (zie het hoofdstuk “Rei-
niging en onderhoud”, paragraaf “Zeef reinigen”).
Reinig de afvoerpomp (zie het hoofdstuk “Reini-
ging en onderhoud”, paragraaf “Afvoerpomp reini­gen”).
Verwijder eventuele knikken of lussen in de afvoer-
slang.
Nuttige tips
85
Nuttige tips

Algemene problemen met de vaatwasser

Probleem Oorzaak en oplossing
De display en de con­trolelampjes zijn don­ker.
In het vak voor het reini­gingsmiddel zijn resten reinigingsmiddel ach­tergebleven.
Het deksel van het vak gaat niet dicht.
Na afloop van het pro­gramma zit er een vochtlaagje op de bin­nenkant van de deur en mogelijk ook op de bin­nenwanden.
Na afloop van een pro­gramma bevindt zich water in de spoelruimte.
De vaatwasser gaat automatisch uit om energie te besparen.
Schakel de vaatwasser weer in met de toets.
Het vak was nog vochtig toen het middel werd gedo­seerd.
Doseer reinigingsmiddel uitsluitend in een droog
vak.
Er zijn resten reinigingsmiddel achtergebleven die de sluiting blokkeren.
Verwijder de resten reinigingsmiddel.
Dit is de normale werking van het droogsysteem. De vochtigheid verdampt na een tijdje.
Voordat u de storing oplost:
Schakel de vaatwasser uit.
De zeefcombinatie in de spoelruimte is verstopt.
Reinig de zeefcombinatie (zie het hoofdstuk “Rei-
niging en onderhoud”, paragraaf “Zeef reinigen”).
De afvoerpomp is geblokkeerd.
Reinig de afvoerpomp (zie het hoofdstuk “Reini-
ging en onderhoud”, paragraaf “Afvoerpomp reini­gen”).
Er zit een knik in de afvoerslang.
Haal de knik uit de afvoerslang.
86

Geluiden

Probleem Oorzaak en oplossing
Een kloppend geluid uit de spoelruimte
Een rammelend geluid uit de spoelruimte
Kloppende geluiden in de waterleiding
Een sproeiarm slaat tegen het serviesgoed aan.
Open de deur voorzichtig en verplaats het servies-
goed dat de sproeiarm blokkeert.
Het serviesgoed beweegt in de spoelruimte.
Open de deur voorzichtig en plaats het servies-
goed steviger in de vaatwasser.
Er bevindt zich een voorwerp (bijvoorbeeld een scherf) in de afvoerpomp dat er niet hoort.
Verwijder dit voorwerp uit de afvoerpomp (zie het
hoofdstuk “Reiniging en onderhoud”, paragraaf “Afvoerpomp reinigen”).
Het geluid wordt mogelijk veroorzaakt door de water­leiding ter plaatse of door een waterleiding met een te kleine diameter.
Dit heeft geen invloed op de werking van de vaat-
wasser. Neem eventueel contact op met een in­stallateur.
Nuttige tips
87
Nuttige tips

Een tegenvallend afwasresultaat

Probleem Oorzaak en oplossing
Het servies is niet schoon.
Er zitten vlekken op de glazen en het bestek. Glaswerk krijgt een blauwe glans. De aan­slag kan worden afge­wist.
Het servies is niet goed geplaatst.
Neem de aanwijzingen in het hoofdstuk “Servies
en bestek inruimen” in acht.
Het programma was niet krachtig genoeg.
Kies een krachtiger programma (zie het hoofdstuk
“Programmaoverzicht”).
Activeer de functie “Extra schoon” (zie het hoofd-
stuk “Instellingen”, paragraaf “Extra schoon”).
Activeer de functie “2 keertussenspoelen” (zie
hoofdstuk “Instellingen”, paragraaf “2 keertussen­spoelen”).
Er is te weinig reinigingsmiddel gedoseerd.
Gebruik bij manuele dosering van reinigingsmiddel
meer reinigingsmiddel of schakel over op een an­der reinigingsmiddel.
Verhoog bij automatische dosering van reinigings-
middel (indien beschikbaar) de dosis (zie hoofd­stuk “Instellingen”, paragraaf “AutoDos”).
De sproeiarmen worden door servies geblokkeerd.
Controleer dit door de sproeiarmen rond te draaien
en plaats het servies anders, indien nodig.
De zeefcombinatie in de spoelruimte is niet schoon of niet goed geplaatst. Daardoor kunnen ook de sproeikoppen verstopt zijn.
Reinig de zeefcombinatie of plaats deze op de
juiste manier in de vaatwasser.
Reinig indien nodig ook de sproeikoppen (zie het
hoofdstuk “Reiniging en onderhoud”, paragraaf “Sproeiarmen reinigen”).
Er is te veel naspoelmiddel gedoseerd.
Doseer minder naspoelmiddel (zie het hoofdstuk
“Instellingen”, paragraaf “Naspoelmiddel”).
88
Probleem Oorzaak en oplossing
Het servies wordt niet droog of er zitten vlek­ken op glazen en be­stek.
De glazen krijgen een bruin-blauwe kleur. De aanslag kan niet wor­den afgewist.
Glazen worden dof en verkleuren. De aanslag kan niet worden afge­wist.
Er zitten nog theevlek­ken of lippenstift op het servies.
Er is te weinig naspoelmiddel gedoseerd of het reser­voir is leeg.
Vul het reservoir, verhoog de dosering naspoel-
middel of neem voortaan een ander naspoelmiddel (zie het hoofdstuk “Eerste ingebruikneming”, para­graaf “Naspoelmiddel”).
Het servies is er te vroeg uitgehaald.
Haal het servies er later uit (zie het hoofdstuk
“Werking”, paragraaf “Vaatwasser legen).
De droogfase van het gekozen programma is te kort voor de hoeveelheid servies (met name voor kunst­stof servies).
Kies de functie “Extra droog” (zie het hoofdstuk
“Instellingen”, paragraaf “Extra droog”).
U gebruikt combi-tabs die niet goed drogen.
Neem een ander reinigingsmiddel of doseer na-
spoelmiddel (zie het hoofdstuk “Eerste ingebruik­neming”, paragraaf “Naspoelmiddel”).
Het reinigingsmiddel bevat stoffen die zich op de gla­zen hebben afgezet.
Ga direct over op een ander reinigingsmiddel.
De glazen zijn niet geschikt voor reiniging in de vaat­wasser. Het oppervlak is veranderd.
U kunt hier verder niets aan doen.
Koop glazen die wel geschikt zijn voor de vaat­wasser.
De temperatuur van het gekozen programma was te laag.
Kies een programma met een hogere reinigings-
temperatuur.
De bleekwerking van het reinigingsmiddel is te ge­ring.
Gebruik een ander reinigingsmiddel.
Nuttige tips
89
Nuttige tips
Probleem Oorzaak en oplossing
Er zit witte aanslag op het servies. Er zit een wit laagje op de glazen en het bestek. De aan­slag kan afgeveegd worden.
Er is te weinig naspoelmiddel gedoseerd.
Doseer meer naspoelmiddel (zie het hoofdstuk “In-
stellingen”, paragraaf “Naspoelmiddel”).
Er zit geen zout in het zoutreservoir.
Vul regenereerzout bij (zie het hoofdstuk “Eerste
ingebruikneming”, paragraaf “Regenereerzout”).
De dop van het zoutreservoir is niet goed dichtge­draaid.
Zet de dop er recht op en draai hem goed dicht.
Er zijn niet-geschikte combi-tabs gebruikt.
Gebruik een ander reinigingsmiddel. Gebruik even-
tueel tabs of poedervormig reinigingsmiddel zon­der meervoudige werking en doseer daarnaast re­genereerzout en naspoelmiddel.
In de ontharder is een te lage waterhardheid inge­steld.
Stel in de ontharder een hogere waterhardheid in
(zie het hoofdstuk “Instellingen”, paragraaf “Water­hardheid”).
Er is te veel reinigingsmiddel gedoseerd.
Verminder bij automatische dosering van reini-
gingsmiddel (indien beschikbaar) de dosis (zie hoofdstuk “Instellingen”, paragraaf “AutoDos”).
Activeer de functie “2 keertussenspoelen” (zie
hoofdstuk “Instellingen”, paragraaf “2 keertussen­spoelen”).
Er is te weinig reinigingsmiddel met meervoudige werking gedoseerd. Er is onvoldoende ontharding voorzien.
Verhoog bij automatische dosering van reinigings-
middel (indien beschikbaar) de dosis (zie hoofd­stuk “Instellingen”, paragraaf “AutoDos”).
Vul met extra regenereerzout.
90
Probleem Oorzaak en oplossing
Kunststof delen zijn verkleurd.
Er zitten roestvlekken op het bestek.
Dit kan worden veroorzaakt door natuurlijke kleur­stoffen in bijvoorbeeld wortels, tomaten en ketchup. De hoeveelheid reinigingsmiddel of de bleekwerking ervan was voor deze kleurstoffen te gering.
Gebruik meer of een sterker reinigingsmiddel. Zie
hoofdstuk: “Reinigingsmiddel”. Delen die al verkleurd zijn, krijgen hun oorspronke­lijke kleur niet terug.
Het betreffende bestek is onvoldoende roestbesten­dig.
U kunt hier verder niets aan doen.
Koop bestek dat geschikt is voor de vaatwasser.
Nadat er regenereerzout is bijgevuld, is er geen pro­gramma gestart. Er zijn zoutresten in het gewone af­wasproces terechtgekomen.
Start na het doseren van regenereerzout altijd het
programma65°C QuickPowerWash met de programmaoptieExpress zonder servies.
De dop van het zoutreservoir is niet goed dichtge­draaid.
Zet de dop er recht op en draai hem goed dicht.
Nuttige tips
91

Klantendienst

AC xxxV xxHz
x,x kW xx A
Made in xxx
X xxxx
Mat.: xxxxxxxx

Contact bij storingen

Voor storingen die u niet zelf kunt ver­helpen, waarschuwt u uw Miele vakhan­delaar of de klantendienst van Miele.
De klantendienst van Miele kunt u onli­ne boeken op www.miele.com/ser­vice.
De contactgegevens van de klanten­dienst van Miele vindt u achteraan in dit document.
De klantendienst van Miele heeft de ty­peaanduiding en het fabricagenummer nodig (Fabr./SN/nr.). Beide gegevens vindt u op het typeplaatje.
Zie voor de technische gegevens het ty­peplaatje aan de rechterzijde van de deur.

EPREL-databank

Vanaf 1maart2021 kunt u de informatie over energie-etikettering en de eisen in­zake ecologisch ontwerp in de Europe­se productendatabank (EPREL) terug­vinden. Via de volgende link https:// eprel.ec.europa.eu/ vindt u de produc­ten-databank. Hier wordt u gevraagd om de typeaanduiding in te voeren.
De typeaanduiding vindt u op het type­plaatje.

Garantie

De garantietermijn voor dit toestel be­draagt 2 jaar.
Voor meer informatie, zie de bijge­voegde garantievoorwaarden.
92

Voor keuringsinstituten

In de brochure “Instructies voor ver­gelijkende tests” vindt u informatie
over vergelijkende tests en geluidsme­tingen. Wanneer u deze brochure wilt ontvan­gen, vraag dan de meest actuele versie per e-mail aan bij:
- testinfo@miele.de
Vermeld bij uw bestelling uw adres, als­ook het model en het nummer van uw vaatwasser (zie het typeplaatje).
U kunt de brochure ook downloaden van de Miele-website.
Klantendienst
93

Bij te bestellen accessoires

Voor deze vaatwasser kunt u afwas-, reinigings- en onderhoudsmiddelen en accessoires bestellen. Al deze producten zijn op Miele toestel­len afgestemd.
Deze en vele andere producten kunt u ook via de Miele webshop, de klanten­dienst van Miele of bij uw Miele vakhan­delaar bestellen.

Afwasmiddelen

Met uw Miele-vaatwasser hebt u geko­zen voor de beste kwaliteit en presta­ties. Om altijd optimale resultaten te be­halen, is het van belang de juiste afwas­middelen te gebruiken. Niet elk in de handel gebruikelijk middel reinigt in elke vaatwasser even goed. Daarom zijn er vaatwasmiddelen ont­wikkeld die speciaal zijn afgestemd op de toestellen van Miele.

Reinigingstabs

- schitterend schoon, zelfs bij hardnek­kige verontreinigingen

Reinigingspoeder

- met actief zuurstof voor grondige rei­niging
- met enzymen: al effectief bij lage rei­nigingstemperaturen
- met glasbeschermer tegen corrosie

Naspoelmiddel

- laat uw glazen stralen
- draagt bij aan het droogproces
- met glasbeschermer tegen corrosie
- nauwkeurig en eenvoudig te doseren dankzij speciale sluiting

Regenereerzout

- beschermt toestel en serviesgoed te­gen kalkaanslag
- met extra grove korrel
- kunnen verschillende componenten bevatten, zoals naspoelmiddel, zout en glasbeschermer
- fosfaatvrij: goed voor het milieu
- hoeven niet te worden uitgepakt dankzij in water oplosbaar folie
94

Machinereiniging

Voor optimaal onderhoud van uw Miele­vaatwasser zijn er de reinigings- en on­derhoudsmiddelen van Miele.

Machinereiniger

- voor gebruik met het programmaMa-
chinereiniging zonder reinigingsmiddel
- effectieve reiniging van de vaatwas­ser
- verwijdert vetten, bacteriën en geur­tjes die hierdoor ontstaan
- garandeert perfecte reinigingsresulta­ten

Ontkalkingsmiddel

- verwijdert sterke kalkaanslag
- mild en zacht door natuurlijk citroen­zuur
Bij te bestellen accessoires

Onderhoudsmiddel

- verwijdert geurtjes, kalk en lichte aanslag
- behoudt de elasticiteit van de dichtin­gen en zorgt ervoor dat ze niet po­reus worden

Geurblok

- neutraliseert onaangename geurtjes
- frisse en aangename geur van groene thee
- gemakkelijk aan het rek te bevestigen
- voldoende voor 60spoelbeurten
95
*INSTALLATION*

Installatie

Het waterbeveiligingssysteem van Miele

Miele garandeert dat het Miele-water­beveiligingssysteem gedurende de hele levensduur van de vaatwasser een al­gehele bescherming tegen waterschade biedt.

Watertoevoer

Risico voor de gezondheid door
spoelwater. Het water in de vaatwasser is geen
drinkwater. Drink geen water uit de vaatwasser.
Er is een risico voor de gezond-
heid en op mogelijke schade door verontreinigd binnenstromend water.
De kwaliteit van het binnenstromen­de water moet voldoen aan de ver­eisten met betrekking tot drinkwater in het land waar de vaatwasser wordt gebruikt.
Sluit de vaatwasser aan op een drinkwateraansluiting.
De vaatwasser mag worden aangeslo­ten op koud of warm water tot maxi­maal65°C. Bij energiezuinige bereiding van warm water, bijv. door zonne-energie met cir­culatieleiding, adviseren wij het toestel op warm water aan te sluiten. Hiermee bespaart u tijd en kosten voor elektrici­teit. Er wordt in alle programma's met warm water gespoeld.
Voor het gebruik van het programma
SolarSpaar (indien aanwezig) is een aan-
sluiting op warm water van minstens 45°C en hoogstens 65°C (temperatuur van het instromende water) noodzake­lijk. Hoe hoger de temperatuur van het in­stromende water, hoe beter het reini­gings- en droogresultaat.
De toevoerslang is ca.1,5m lang. Via een Miele-vakhandelaar of de Miele Service is een 1,5m lange, flexibele metalen slang (drukbestendig tot
14.000kPa/140bar) verkrijgbaar.
96
*INSTALLATION*
Installatie
Voor de aansluiting is een kraan met ¾"-schroefkoppeling noodzakelijk. Wanneer er geen schroefkoppeling aan­wezig is, mag de vaatwasser alleen door een erkend installateur op een drinkwaterleiding worden aangesloten.
Een terugslagklep is niet noodzakelijk. Het toestel voldoet aan de betreffende DIN-normen.
De waterdruk moet tussen 50 en
1.000kPa zijn. Als de waterdruk hoger is, dan moet een drukreduceerventiel worden ingebouwd.
Schade door weglekkend water.
De schroefkoppeling staat onder druk van de waterleiding en weglek­kend water kan schade veroorzaken.
Controleer daarom of de aansluiting niet lek is. Dat kunt u doen door de kraan langzaam open te draaien. Corrigeer indien nodig de positie van de afdichting en de schroefkoppe­ling.
Schade door overdruk.
Een tijdelijk verhoogde waterdruk kan onderdelen van de vaatwasser beschadigen.
Sluit de vaatwasser alleen aan op een volledig ontlucht buisleidingnet, om schade aan het toestel te voorko­men.
Gevaar voor elektrische schok
door netspanning. In de toevoerslang bevinden zich on-
derdelen onder spanning. De toevoerslang mag niet worden in-
gekort of beschadigd (zie de afbeel­ding).
97
*INSTALLATION*
Installatie

Waterafvoer

De afvoer van de vaatwasser is voor­zien van een terugslagklep, zodat er geen vuil water via de afvoerslang in het toestel terug kan stromen.
De vaatwasser is voorzien van een flexi­bele afvoerslang van circa 1,5m (bin­nendiameter 22mm).
De slang kan met een verbindingsstuk en een extra slang worden verlengd. De afvoerslang mag maximaal 4m lang zijn en een opvoerhoogte van 1m niet over­schrijden.
Voor de aansluiting van de slang op het afvoersysteem ter plaatse gebruikt u de meegeleverde slangklem (zie de monta­gehandleiding).
De slang kan naar rechts of links wor­den aangelegd.
Het aansluitstuk ter plaatse voor de af­voerslang kan geschikt zijn voor slan­gen van verschillende diameters. Wan­neer het aansluitstuk te ver in de af­voerslang steekt, moet het aansluitstuk korter worden gemaakt. Gebeurt dat niet, dan kan de afvoerslang verstopt raken.
Leg de afvoerslang zonder knikken en zonder dat er druk- of trekkrach­ten op worden uitgeoefend.
Schade door weglekkend water.
Weglekkend water kan schade ver­oorzaken.
Controleer na de ingebruikname of de watertoevoer waterdicht is.
De afvoerslang mag niet worden inge­kort.
98
*INSTALLATION*

Waterafvoer beluchten

Wanneer de waterafvoeraansluiting ter plaatse lager ligt dan de geleiding voor de wieltjes van het onderrek in de deur, moet de waterafvoer worden belucht. Gebeurt dat niet, dan kan het water tijdens een programma door de werking van de zuighevel uit de spoelruimte stromen.
Doe de deur van de vaatwasser hele-
maal open.
Installatie
Trek het onderrek naar buiten.Steek een schroevendraaier in de
middelste opening van de beluch­tingsklep in de linkerwand van de
spoelruimte.
Duw de schroevendraaier verder in
de opening en prik door het achterlig-
gende membraan.
De beluchtingsopening voor de wateraf­voer is nu open.
99
*INSTALLATION*
Installatie

Elektrische aansluiting

De wasmachine is standaard “stekker­klaar” uitgerust voor aansluiting op een geaard stopcontact.
Plaats de vaatwasser zodanig dat het stopcontact goed bereikbaar is. Als het stopcontact niet vrij toegankelijk is, zorg er dan voor dat er voor elke pool een werkschakelaar aanwezig is.
Brandgevaar door oververhitting.
Het gebruik van de vaatwasser via verdeelstekkers en verlengsnoeren kan tot overbelasting van de kabels leiden.
Gebruik om veiligheidsredenen geen verdeelstekkers en verlengsnoeren.
De elektrische installatie moet conform VDE0100 uitgevoerd zijn.
Om veiligheidsredenen raden we aan om een verliesstroomschakelaar (RCD)
te gebruiken van het type in de
huisinstallatie waarin u de vaatwasser installeert.
Op het typeplaatje en in de gebruiks­aanwijzing staat informatie over het no­minale verbruik en de bijbehorende ze­kering. Vergelijk deze informatie met de gegevens van de elektriciteitsaanslui­ting ter plaatse. Raadpleeg bij twijfel een elektricien.
De vaatwasser mag niet op wisselrich­ters worden aangesloten die bij autono­me stroomvoorzieningen worden toege­past zoals bij zonne-energie. Als bij het inschakelen van het toestel spannings­pieken ontstaan, kan het toestel auto­matisch weer uitschakelen. De elektro­nica kan beschadigd raken.
Een beschadigde aansluitkabel mag al­leen door een speciale aansluitkabel van hetzelfde type vervangen worden (verkrijgbaar bij Miele). Om veiligheids­redenen mag de kabel alleen door een gekwalificeerde vakman of door Miele worden vervangen.
100
Loading...