Lees beslist de gebruiks- en montage-handleiding voordat u uw apparaat plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u
voorkomt schade aan uw apparaat.
Menu "Instellingen" sluiten.................................................................................. 109
4
Het apparaat in één oogopslag
Algemeen
a
Bovenste sproeiarm (niet zichtbaar)
b
Besteklade (afhankelijk van het mo-
del)
c
Bovenrek
d
Middelste sproeiarm
e
Toevoer water vanuit warmteopslag
(afhankelijk van het model)
f
Onderste sproeiarm
g
Zeefcombinatie
h
Typeplaatje
i
Reservoir voor naspoelmiddel
j
Tweevaksdoseerbakje voor reinigingsmiddel
k
Optische functiecontrole (TimeControl)
l
Reservoir voor regenereerzout
5
Algemeen
Bedieningspaneel
a
Toets(Aan/Uit)
Met deze toets kunt u de afwasauto-
maat in- en uitschakelen.
b
Optische functiecontrole (Time-
Control)
Met de optische functiecontrole kunt
u de resttijd aflezen wanneer de deur
is gesloten.
c
Toets(Informatie)
Met deze toets kunt u informatie op-
vragen over het op dat moment aan-
gegeven menupunt.
d
Pijltoetsen
Met deze toetsen kunt u: Een pro-
gramma kiezen.
Aangegeven waarden wijzigen.
Naar andere pagina's in het menu
bladeren.
e
Toets(terug)
Met deze toets kunt u teruggaan naar
het vorige niveau in het menu en eerder ingestelde waarden ongedaan
maken.
f
ToetsOK
Met deze toets kunt u
aangegeven menupunten en meldingen bevestigen.
g
Display
Nadere bijzonderheden over het display kunt u op de volgende bladzijde
vinden.
h
Toets met controlelampje (Voorprogrammering)
Met deze toets kunt u voorprogrammeren.
In deze gebruiksaanwijzing worden afwasautomaten beschreven die in hoogte
kunnen verschillen.
Deze modellen worden in de gebruiksaanwijzing als volgt aangeduid:
Normaal = Afwasautomaten met een hoogte van 80,5 cm (inbouwapparaat)
resp. een hoogte van 84,5 cm (vrijstaand apparaat)
XXL = Afwasautomaten met een hoogte van 84,5 cm (inbouwapparaat)
6
Algemeen
Werking van het display
Algemeen
Via het display kunt u kiezen, resp. instellen:
– het programma
– de extra functies
– de voorprogrammering
– het menu Instellingen
– de informatieweergave
Het display kan het volgende aangeven:
– de programmanaam
– de programmafase
– de actuele dagtijd
– de vermoedelijke resttijd
– het energie- en waterverbruik
(EcoFeedback)
– eventuele controle- en foutmeldingen
en aanwijzingen
Aan de scrollbalk rechts in het display
kunt u zien dat er meer keuzemogelijkheden of teksten volgen en met de bijbehorende pijltoetsen kunnen worden aangegeven.
Onder de laatste keuzemogelijkheid in
een keuzelijst staat een streepjeslijn.
Met de sensortoets OK kunt u keuzes
of meldingen bevestigen en naar het
volgende menu of naar een ander menuniveau gaan.
Wat u heeft ingesteld wordt met een
vinkje aangegeven.
Wanneer u een submenu weer wilt verlaten, druk dan op sensortoets (Terug).
Wanneer u een paar seconden niet op
een toets drukt, springt het display
weer terug naar het vorige menuniveau.
Begin dan van voren af aan.
De sensortoetsen (Touch on metal) reageren alleen als u er op drukt, niet als u
ze aantipt.
Een paar minuten nadat u voor het
laatst een toets heeft bediend, gaat de
afwasautomaat uit. Zo wordt energie
bespaard.
Druk op de - toets om de afwasautomaat weer in te schakelen.
In het menu Instellingen kunt u de
elektronica van de afwasautomaat
aanpassen aan uw programma. Zie
hoofdstuk: "Menu Instellingen".
7
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Deze afwasautomaat voldoet aan de geldende veiligheidsbepalingen. Ondeskundig gebruik kan echter persoonlijk letsel en schade
aan het apparaat veroorzaken.
Lees de montagehandleiding en de gebruiksaanwijzing aandachtig
door voordat u de afwasautomaat opstelt en in gebruik neemt. Dat
is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan het apparaat.
Bewaar de montagehandleiding en de gebruiksaanwijzing en geef
deze door aan een eventuele volgende eigenaar van het apparaat.
Wanneer de veiligheidsinstructies en waarschuwingen niet worden
opgevolgd, kan Miele niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die daarvan het gevolg is.
8
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Efficiënt gebruik
Deze afwasautomaat is uitsluitend bestemd voor huishoudelijk of
daarmee vergelijkbaar gebruik.
Deze afwasautomaat is uitsluitend bestemd voor gebruik binnens-
huis.
Deze afwasautomaat is uitsluitend bestemd voor het afwassen
van huishoudservies. Het gebruik voor andere doeleinden is ontoelaatbaar en kan gevaarlijk zijn.
Personen die op grond van hun fysieke of psychische gesteldheid,
hun onervarenheid of gebrek aan kennis van het apparaat niet in
staat zijn om het veilig te bedienen, mogen het alleen gebruiken als
ze onder toezicht staan van of worden geïnstrueerd door een verantwoordelijk persoon.
9
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Kinderen
Kinderen onder de acht jaar mogen alleen in de buurt van de af-
wasautomaat komen als ze constant onder toezicht staan.
Kinderen vanaf acht jaar mogen de afwasautomaat alleen dan
zonder toezicht gebruiken, als ze daar uitleg over hebben gehad. Ze
moeten inzien wat voor gevaar zij lopen wanneer ze het apparaat
niet goed bedienen.
Kinderen mogen de afwasautomaat niet zonder toezicht reinigen
of onderhouden.
Houd kinderen in de gaten wanneer deze zich in de buurt van de
afwasautomaat bevinden. Laat ze nooit met het apparaat spelen om
te voorkomen dat ze zich daarin opsluiten.
Als de automatische deuropening (afhankelijk van het model) ge-
activeerd is, mogen kleine kinderen zich niet bij de deur van de afwasautomaat bevinden. In het onwaarschijnlijke geval van een storing, bestaat kans op letsel.
Houd verpakkingsmateriaal zoals plastic buiten het bereik van kin-
deren in verband met verstikkingsgevaar.
Zorg ervoor dat kinderen niet met reinigingsmiddelen in aanraking
kunnen komen. Reinigingsmiddelen kunnen brandwonden in mond
en keel veroorzaken of tot verstikking leiden. Laat kinderen niet bij de
afwasautomaat komen als deze geopend is. Er zouden nog resten
reinigingsmiddelen in de automaat aanwezig kunnen zijn. Ga direct
naar de dokter wanneer uw kind reinigingsmiddel binnengekregen
heeft.
10
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Technische veiligheid
Installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden mogen al-
leen door een door Miele geautoriseerde vakman / vakvrouw worden
uitgevoerd. Door ondeskundig uitgevoerde werkzaamheden kan de
gebruiker risico's lopen. Installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden mogen alleen door een door Miele geautoriseerde vakman / vakvrouw worden uitgevoerd. Door ondeskundig uitgevoerde
werkzaamheden kan de gebruiker risico's lopen.
Controleer vóórdat de afwasautomaat wordt geplaatst, of hij zicht-
baar beschadigd is. Is dat het geval, neem hem dan in geen geval in
gebruik. Een beschadigde afwasautomaat kan uw veiligheid in gevaar brengen.
De elektrische veiligheid van dit apparaat is alleen dan gewaar-
borgd als het wordt aangesloten op een aardingssysteem dat volgens de geldende veiligheidsvoorschriften is geïnstalleerd. Laat de
huisinstallatie bij twijfel door een vakman / vakvrouw controleren.
De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die
is ontstaan door een ontbrekende of beschadigde aarddraad (bijv.
een elektrische schok).
De betrouwbare en veilige werking van de afwasautomaat is uit-
sluitend gegarandeerd, wanneer de afwasautomaat op het openbare
elektriciteitsnet is aangesloten.
De afwasautomaat mag alleen via een 3-polige stekker met rand-
aarde op het elektriciteitsnet worden aangesloten. De stekker mag
niet worden afgeknipt en niet vast aangesloten. U moet na plaatsing
van het apparaat zonder problemen bij het stopcontact kunnen komen, zodat u er ieder moment de stekker uit kunt trekken.
Wanneer zich in de buurt van de afwasautomaat een elektrisch
apparaat bevindt, let er dan op dat de stekker van dit apparaat niet
schuilgaat achter de afwasautomaat. Daar de inbouwkast niet altijd
diep genoeg is kan er druk op de stekker ontstaan, wat het risico op
oververhitting en daarmee op brand verhoogt.
11
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
De afwasautomaat mag niet onder een kookplaat worden geïn-
stalleerd. Een kookplaat straalt voor een deel hoge temperaturen af
die de automaat kunnen beschadigen. Om dezelfde reden mag de
afwasautomaat niet direct naast hitteproducerende apparaten worden geplaatst die niet standaard tot de keukenuitrusting behoren,
zoals kachels.
Vergelijk vóórdat u het apparaat aansluit de aansluitgegevens (ze-
kering, spanning en frequentie) op het typeplaatje met die van het
elektriciteitsnet. Deze moeten beslist overeenkomen. Raadpleeg bij
twijfel een elektricien.
Dit apparaat mag pas dan op het elektriciteitsnet worden aange-
sloten, nadat het is geplaatst en gemonteerd (inclusief deurveerinstelling).
De afwasautomaat mag uitsluitend worden gebruikt, als het deur-
mechanisme goed functioneert, omdat anders als de automatische
deuropening (afhankelijk van het model) geactiveerd is een gevaar
kan ontstaan.
Een goed functionerend deurmechanisme voldoet aan de volgende
voorwaarden:
– De deurveren moeten aan beide kanten gelijkmatig worden inge-
steld. Wanneer u de deur half, d.w.z. in een hoek van 45°, opendoet en daarna loslaat moet de deur in die positie blijven staan en
niet zomaar naar beneden klappen.
– De deurvergrendelingsrail schuift na de droogfase bij het openen
van de deur weer automatisch in.
Deze afwasautomaat mag niet op het elektriciteitsnet worden aan-
gesloten via meervoudige stopcontacten of via verlengsnoeren die
daarvoor niet geschikt zijn. Dit in verband met gevaar voor oververhitting.
Deze afwasautomaat mag niet op een niet-stationaire locatie (zo-
als een boot) worden gebruikt.
12
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Plaats uw afwasautomaat niet in vorstgevoelige ruimten. Bevroren
slangen kunnen scheuren of barsten en de betrouwbaarheid van de
elektronische besturing kan door temperaturen onder het vriespunt
afnemen.
Sluit om schade aan het apparaat te voorkomen de afwasauto-
maat alleen op een volledig ontlucht leidingnet aan.
Dompel de kunststof ommanteling van de wateraansluiting niet in
vloeistof, want deze bevat een elektrisch ventiel.
In de watertoevoerslang bevinden zich spanningvoerende delen.
De slang mag daarom niet worden ingekort.
Het ingebouwde Waterproof-systeem biedt optimale bescherming
tegen waterschade als aan de volgende voorwaarden is voldaan:
– De automaat moet volgens de voorschriften zijn geïnstalleerd.
– Wanneer er duidelijk sprake is van schade moet het apparaat
worden gerepareerd, resp. moeten onderdelen worden vervangen.
– De kraan moet bij langdurige afwezigheid (bijvoorbeeld tijdens va-
kanties) worden dichtgedraaid.
Het Waterproof-systeem functioneert ook wanneer de afwasautomaat is uitgeschakeld. Het apparaat moet dan wel op het elektriciteitsnet zijn aangesloten.
De waterdruk (druk op de wateraansluiting) moet tussen 50 en
1000 kPa (0,5 en 10 bar) liggen.
Een beschadigde afwasautomaat kan uw veiligheid in gevaar
brengen. Stel het apparaat meteen buiten werking wanneer het beschadigd is en neem contact op met uw leverancier of met de afdeling Klantcontacten van Miele Nederland.
De garantie vervalt als de afwasautomaat niet door een door Miele
geautoriseerde vakman / vakvrouw wordt gerepareerd.
13
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Defecte onderdelen mogen alleen door originele Miele-onderdelen
worden vervangen. Alleen van deze Miele-onderdelen kunnen wij garanderen, dat zij volledig aan onze veiligheidseisen voldoen.
Bij installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden mag er
geen elektrische spanning op de afwasautomaat staan. Schakel
daarvoor het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact.
Een beschadigde aansluitkabel mag alleen door een aansluitkabel
van hetzelfde type worden vervangen. Deze is verkrijgbaar bij de afdeling Onderdelen van Miele Nederland B.V. Om veiligheidsredenen
mag de kabel alleen door een door Miele geautoriseerde vakman /
vakvrouw of door een technicus van Miele Nederland B.V. worden
vervangen.
Deze afwasautomaat heeft vanwege speciale eisen (ten aanzien
van onder meer de temperatuur, de vochtigheid, de chemische bestendigheid, de slijtvastheid en vibraties) een speciale lamp. Deze
speciale lamp mag alleen voor deze toepassing worden gebruikt. De
lamp is niet geschikt voor normale verlichtingsdoeleinden. De lamp
mag alleen worden vervangen door een door Miele geautoriseerde
vakman of door Miele.
14
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Correcte plaatsing
Neem bij plaatsing en aansluiting van de afwasautomaat de in-
structies in de montagehandeiding in acht.
De afwasautomaat heeft een aantal metalen onderdelen
waaraan u zich kunt snijden of anderszins verwonden. Wees
daarom vóór en tijdens het monteren van het apparaat heel
voorzichtig. Draag handschoenen ter bescherming.
De afwasautomaat moet waterpas worden geplaatst.
Onder of in te bouwen afwasautomaten mogen omwille van de
stabiliteit uitsluitend worden geplaatst onder een doorlopend werkblad dat is vastgeschroefd aan de kasten die ernaast staan.
Wanneer u een vrijstaande afwasautomaat wilt onderbouwen, ver-
wijder dan de vrijstaande sokkel en vervang deze door een sokkelpaneel voor een onderbouwafwasautomaat. Dit paneel zit in de
daarvoor bestemde onderbouwset. Zonder dit paneel loopt u de
kans om zich aan uitstekende metalen delen te bezeren.
De deurveren moeten aan beide kanten gelijkmatig worden inge-
steld. Wanneer u de deur half, d.w.z. in een hoek van 45°, opendoet
en daarna loslaat moet de deur in die positie blijven staan en niet zomaar naar beneden klappen.
De afwasautomaat mag alleen in gebruik worden genomen wanneer
de deurveren op de juiste wijze zijn ingesteld.
15
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Veilig gebruik
Gebruik geen oplosmiddelen in de spoelruimte in verband met ex-
plosiegevaar.
Adem geen poedervormige reinigingsmiddelen in! Slik geen reini-
gingsmiddelen in! Reinigingsmiddelen kunnen brandwonden in neus,
mond en keel veroorzaken. Ga direct naar de dokter wanneer u reinigingsmiddelen heeft ingeademd of ingeslikt.
Laat de deur van de afwasautomaat niet onnodig openstaan om
te voorkomen dat u zich daaraan stoot of erover struikelt.
Wanneer de deur van de afwasautomaat openstaat, ga daar dan
niet op zitten of staan om te voorkomen dat het apparaat gaat kantelen, dat u daarbij letsel oploopt en/of het apparaat beschadigd
raakt.
Het serviesgoed kan na afloop van een programma zeer heet zijn!
Laat het serviesgoed daarom na het uitschakelen van de automaat
zo lang in de afwasautomaat afkoelen, totdat u het goed kunt vastpakken.
Gebruik uitsluitend reinigingsmiddelen en naspoelmiddelen voor
huishoudafwasautomaten. Gebruik geen reinigingsmiddelen voor de
handafwas!
Gebruik geen reinigingsmiddelen die voor bedrijfsafwasautomaten
of industriereinigers bestemd zijn om materiële schade en hevige
chemische reacties, bijv. een knalgasreactie, te voorkomen.
Doseer geen poedervormig of vloeibaar reinigingsmiddel in het re-
servoir voor naspoelmiddel om te voorkomen dat het reservoir kapotgaat.
Doseer geen poedervormig of vloeibaar reinigingsmiddel in het re-
servoir voor regenereerzout om te voorkomen dat de ontharder kapotgaat.
16
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Gebruik uitsluitend het speciale grofkorrelige regenereerzout of
andere zuivere ingedampte zouten. Gebruik in geen geval andere
soorten zout, bijv. keukenzout of strooizout. Deze soorten zout bevatten soms niet in water op te lossen deeltjes die een nadelig effect
kunnen hebben op de werking van de ontharder.
Heeft u een afwasautomaat met een bestekkorf, dan kunt u het
bestek het beste in de bestekkorf plaatsen met de grepen beneden
en met de scherpe kant boven. Dan wordt het bestek gemakkelijker
schoon en droog. Loopt u daardoor echter de kans om zich aan de
scherpe kant van de messen en de punten van de vorken te bezeren,
dan kunt u het bestek het beste met de grepen boven en met de
scherpe kant beneden plaatsen.
Reinig geen kunststof vaatwerk in de afwasautomaat dat niet hit-
tebestendig is zoals wegwerpbakjes of wegwerpbestek. Dit soort
vaatwerk kan door de hoge temperaturen vervormen.
Zorg er bij gebruik van de optie "FlexiTimer / Voorprogramme-
ring" (afhankelijk van het model) voor, dat het doseerbakje voor het
reinigingsmiddel droog is. Reinigingsmiddel gaat in een vochtig doseerbakje klonteren en wordt misschien niet volledig weggespoeld.
Voor informatie over de beladingscapaciteit van de afwasauto-
maat zie hoofdstuk: "Technische gegevens".
Accessoires
Gebruik uitsluitend Miele-accessoires om te voorkomen dat ga-
rantieaanspraken vervallen.
Afdanken afwasautomaat
Voorkom dat kinderen zich in het apparaat opsluiten door de sluit-
haak van het deurslot te verwijderen en zo het deurslot onbruikbaar
te maken.
17
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu
Het verpakkingsmateriaal
De verpakking beschermt het apparaat
tegen transportschade. Het verpakkingsmateriaal is uitgekozen omdat dit
het milieu relatief weinig belast en kan
worden hergebruikt.
Het gaat om het volgende materiaal:
Buitenverpakking:
– Golfkarton van 100 % recyclingmate-
riaal,
Alternatief: wikkelstretchfolie van polyethyleen (PE)
– Kunststof transportriemen van poly-
propyleen (PP)
Binnenverpakking:
– Expandeerbaar polystyrol (EPS) zon-
der chloor- of fluortoevoegingen
– Bodem, dekselframe en steunlijsten
van onbehandeld natuurhout afkomstig uit beschermde bossen
– Beschermfolie van polyethyleen (PE)
Hergebruik van het verpakkingsmateriaal vermindert de afvalproductie en het
gebruik van grondstoffen. De vakhandelaar neemt de verpakking terug of
wijst u de dichtstbijgelegen plaats waar
u de verpakking kwijt kunt.
Het afdanken van een apparaat
Oude elektrische en elektronische apparaten bevatten meestal nog waardevolle materialen. Ze bevatten echter ook
schadelijke stoffen die nodig zijn geweest om de apparaten goed en veilig
te laten functioneren. Wanneer u uw oude apparaat bij het gewone afval doet
of er op een andere manier niet goed
mee omgaat, kunnen deze stoffen
schadelijk zijn voor de gezondheid en
het milieu. Doe uw oude apparaat daarom nooit bij het gewone huisafval.
Verwijder uw oude apparaat dan ook
nooit samen met het gewone afval,
maar lever het in bij een gemeentelijk
inzameldepot voor elektrische en elektronische apparatuur. Vraag uw handelaar indien nodig om inlichtingen.
Het afgedankte apparaat moet buiten
het bereik van kinderen worden opgeslagen.
Alle kunststof onderdelen van het apparaat zijn met internationale tekens gemarkeerd. Daardoor is het bij het afdanken van het apparaat mogelijk om de
verschillende soorten kunststof gescheiden te verwerken en te recyclen.
18
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu
Zuinig afwassen
Deze afwasautomaat werkt uiterst water- en energiebesparend.
U kunt nog zuiniger te werk gaan, indien u de volgende adviezen opvolgt:
– Maak gebruik van de volledige bela-
dingscapaciteit van de rekken zonder
de afwasautomaat te overladen.
– Kies een afwasprogramma dat past
bij het soort vaatwerk en de mate van
verontreiniging.
– Kies het programma ECO (indien aan-
wezig). De water- en energiebesparing is voor normaal verontreinigd
vaatwerk bij dit programma het
grootst.
– Kies bij een warmwateraansluiting het
programma SolarSpaar voor het reinigen van licht tot normaal verontreinigd vaatwerk. Bij dit programma
wordt het reinigingswater niet verder
verwarmd. Daardoor kan het vaatwerk na afloop van het programma
vochtiger zijn dan bij andere programma's.
– Volg de doseeradviezen op die op de
verpakking van het afwasmiddel
staan.
– Bij gebruik van poedervormige of
vloeibare reinigingsmiddelen kunt u
de dosering met 1/3 verminderen,
wanneer de rekken maar half beladen
zijn.
Zie voor zuinig afwassen ook
www.miele.nl.
19
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu
Verbruiksweergave
EcoFeedback
Met de instelling Verbruik kunt u het
energie- en waterverbruik van uw afwasautomaat opvragen. Zie ook hoofdstuk: "Menu "Instellingen"", paragraaf:
"Verbruik".
Het gaat om drie soorten informatie:
– een verbruiksprognose vóór de start
van het programma
– het werkelijke verbruik na afloop van
het programma
– het totale verbruik van de afwasauto-
maat tot dan toe
1. Verbruiksprognose
Nadat u een programma heeft gekozen,
kunt u een prognose van het energieen waterverbruik van het desbetreffende programma opvragen.
Open de deur.
Kies het gewenste programma.
Kies menupunt Verbruiksprognose.
werkelijke verbruik na afloop van een
programma. Zie hoofdstuk: "Menu "Instellingen"", paragraaf: "Verbruik".
2. Werkelijk verbruik
Na afloop van het programma kunt u
het werkelijke verbruik van het afgelopen programma in het display opvragen.
Open de deur na afloop van het pro-
gramma.
Druk op de - toets.
Zodra de afwasautomaat wordt uitgeschakeld, worden de verbruiksgegevens van het gedraaide programma gewist.
3. Totaal verbruik
Met de instelling Verbruik kunt u ook het
totale verbruik opvragen. De energieen waterwaarden van alle tot dan toe
gedraaide programma's worden dan bij
elkaar opgeteld. Zie hoofdstuk: "Menu
"Instellingen"", paragraaf: "Verbruik".
In het display verschijnt een prognose
van het energie- en waterverbruik van
het desbetreffende programma.
De prognose wordt met balkjes aangegeven. Hoe meer balkjes te zien zijn,
des te hoger is het energie- resp. waterverbruik.
Het verbruik kan veranderen al naar gelang het lopende programma en de ingestelde opties.
De verbruiksweergave is vanuit de fabriek ingeschakeld. U kunt de weergave
ook uitschakelen. Dit geldt ook voor het
20
Ingebruikneming van het apparaat
Deur openen
De afwasautomaat is uitgerust met een
"Knock2open-functie". Dat houdt in dat
u de deur met kloppen kunt openen.
Klop twee keer snel op het bovenste
gedeelte van het deurfront.
De deur gaat op een kier open.
Aan de binnenkant van de deur be-
vinden zich bovenin twee donkere
greeplijsten.
Pak de deur aan deze lijsten vast en
trek de deur helemaal uit de vergrendeling.
Wanneer het water in de afwas-
automaat heet is, loopt u het risico
om zich te verbranden.
Moet u de deur beslist openen terwijl
er een programma loopt, doe dat
dan heel voorzichtig.
Zorg ervoor dat de deur zonder
problemen open kan.
Bij programma’s met een droogfase
gaat de deur na afloop van een programma automatisch op een kier open.
Dat bevordert het droogproces. Zie
hoofdstuk: "Programma-overzicht".
U kunt deze functie ook uitschakelen.
Zie hoofdstuk: "Menu "Instellingen"",
paragraaf: "AutoOpen".
De deurvergrendelingsrail gaat naar binnen.
Wanneer de deur wordt geopend terwijl
er een programma loopt, worden alle
reinigingsfuncties automatisch onderbroken.
U kunt het aantal klopimpulsen veranderen. Zie hoofdstuk: "Menu "Instellingen"", paragraaf: "Knock2open".
21
Ingebruikneming van het apparaat
Deuropener
Doet de Knock2open-functie het niet of
is de stroom uitgevallen, dan kunt u de
deur ook met de hand openen. Gebruik
daarvoor de bijgevoegde deuropener.
Trek de deur met de deuropener
open.
Deur sluiten
Schuif de rekken naar binnen.
Schuif de deuropener ca. 15 cm on-
der het werkblad in de spleet tussen
het front van de afwasautomaat en de
deur van de kast daarnaast .
Draai de deuropener naar rechts .
22
Klap de deur naar achteren totdat de-
ze vastklikt.
De deur gaat automatisch dicht.
Pas op!
Kom niet met uw handen in het gedeelte waar de deur sluit.
Ingebruikneming van het apparaat
Basisinstellingen
Open de deur.
Schakel de afwasautomaat met de
sensortoets in.
Wordt het apparaat voor het eerst ingeschakeld, dan verschijnt kort "Miele
Willkommen" in het display.
Taal
In het display verschijnt nu een scherm
waarin u de taal kunt instellen die u in
het display wilt hebben.
Kies met de pijltoetsen de ge-
wenste taal en indien nodig het gewenste land en bevestig uw keuze
met de toets OK.
Voor de werking van het display zie
hoofdstuk: "Algemeen", paragraaf:
"Werking van het display".
De ingestelde taal is met een vinkje
aangegeven.
Dagtijd
In het display verschijnt nu een scherm
waarin u de actuele dagtijd kunt instellen.
Dit is noodzakelijk wanneer u de programma-optie Voorprogrammering gebruikt.
Voer met de pijltoetsen de uren
in en bevestig deze met de toets OK.
Voer daarna de minuten in en beves-
tig deze met OK.
Wanneer u uw vinger op de toetsen
laat rusten, gaat de teller automatisch
omhoog, resp. omlaag.
23
Ingebruikneming van het apparaat
Waterhardheid
In het display verschijnt nu een scherm
waarin u de waterhardheid kunt instellen.
– De afwasautomaat moet precies wor-
den geprogrammeerd voor de hardheid van het water in uw regio.
– Het plaatselijke waterleidingbedrijf
kan u vertellen welke hardheidsgraad
het water in uw regio precies heeft.
– Programmeer bij een variërende wa-
terhardheid (bijv. 10 - 15 °dH) altijd
de hoogste waarde (in dit voorbeeld
15 °dH).
Bij werkzaamheden aan het apparaat is
het voor de monteur handig de hardheidsgraad van het water in uw regio te
kennen.
Noteer daarom de hardheid van het water in uw regio:
____________°dH
Daarna verschijnen er meldingen in het
display.
Nadat u deze meldingen met de toets
OK heeft bevestigd, kunnen de volgen-
de meldingen in het display verschijnen:
en .
Doseer indien nodig regenereerzout
en naspoelmiddel. Zie hoofdstuk: "Ingebruikneming van het apparaat", paragrafen: "Regenereerzout" en "Naspoelmiddel".
Bevestig de meldingen met OK.
In het display verschijnt weer het hoofdmenu.
Vanuit de fabriek is een waterhardheid
van 15 °dH (2,7 mmol/l) geprogrammeerd.
Kies met de pijltoetsen de juiste
waterhardheid en bevestig uw keuze
met de toets OK.
Meer informatie over de instelling van
de waterhardheid zie hoofdstuk: "Menu "Instellingen"", paragraaf: "Waterhardheid".
24
Ingebruikneming van het apparaat
Voor het eerste gebruik heeft u
nodig:
– ca. 1 kg regenereerzout,
– reinigingsmiddel voor huishoudaf-
wasautomaten,
– naspoelmiddel voor huishoudafwas-
automaten.
Iedere afwasautomaat wordt in de fabriek op zijn werking getest. Als gevolg van deze tests blijft er water in
het apparaat achter. Dit betekent niet
dat het apparaat eerder door een andere consument is gebruikt.
Regenereerzout
Om goede reinigingsresultaten te bereiken heeft de afwasautomaat zacht
(kalkarm) water nodig. Bij hard water
ontstaat er witte kalkaanslag op het serviesgoed en op de wanden van de
spoelruimte.
Water met een waterhardheid van 4 °dH
(0,7 mmol/l) moet daarom worden onthard. Daar wordt in de ingebouwde waterontharder automatisch voor gezorgd.
De waterontharder is geschikt voor een
waterhardheid tot 70 °dH (12,6 mmol/l).
Als de hardheid van het water in uw
regio steeds onder de 5 °dH (= 0,9mmol/l) ligt, hoeft u geen zout te doseren. De bijvulcontrole wordt automatisch uitgeschakeld na de programmering van de ontharder.
Reinigingsmiddel beschadigt de
ontharder.
Doseer geen poedervormig of vloei-
baar reinigingsmiddel in het reservoir
voor regenereerzout.
Gebruik uitsluitend speciaal grof-
korrelig regenereerzout of andere
zuivere ingedampte zouten.
Gebruik in geen geval andere soorten zout, bijv. keukenzout of strooizout. Deze soorten zout bevatten
soms niet in water op te lossen deeltjes die een nadelig effect kunnen
hebben op de werking van de ontharder.
De waterontharder heeft daarvoor wel
regenereerzout nodig.
Echter: Bij gebruik van combi-tabs
hoeft u al naar gelang de waterhardheid
(< 21 °dH) geen regenereerzout te doseren. Zie hoofdstuk: "Bediening", paragraaf: "Reinigingsmiddelen".
25
Ingebruikneming van het apparaat
Regenereerzout doseren
Open de deur van de automaat onge-
veer halverwege, zodat het zout
goed in het reservoir kan stromen.
Open het klepje van het zoutreservoir
door op het knopje te drukken in de
richting van de pijl.
Het klepje springt open.
Giet geen water in het reservoir!
Doseer maximaal zoveel zout in het
zoutreservoir totdat het vol is of er
water uit de opening loopt. Het zoutreservoir kan afhankelijk van het soort
zout max. ca. 1 kg bevatten.
Doseer nooit meer dan 1 kg in het reservoir.
Iedere keer wanneer u zout doseert,
kan er water over de rand van het reservoir lopen.
Klap de trechter open.
26
Verwijder de zoutresten rond de vul-
opening en sluit het klepje van het reservoir.
Start direct na het doseren van rege-
nereerzout het programma QuickPo-werWash met de optie Kort zonder
serviesgoed, zodat eventueel gemorste zoutresten kunnen worden
verdund en daarna weggepompt.
Ingebruikneming van het apparaat
Regenereerzout bijvullen
Vul na afloop van een programma re-
genereerzout bij, zodra de melding
Het zout is op. in het display verschijnt.
Bevestig met OK.
De melding verdwijnt uit het display.
Voorkom corrosie!
Start direct na het doseren van regenereerzout het programma QuickPo-
werWash zonder serviesgoed en met
de optie Kort, zodat eventueel gemorste zoutresten kunnen worden
verdund en daarna weggepompt.
Wanneer er zich nog geen zoutconcentratie heeft gevormd die hoog genoeg
is, is het mogelijk dat bovenstaande
melding blijft verschijnen nadat u zout
heeft bijgevuld. Bevestig de melding in
dit geval nog een keer met OK.
De bijvulcontrole wordt automatisch uitgeschakeld, als er een waterhardheid
lager dan 5 °dH (= 0,9 mmol/l) is geprogrammeerd.
Wanneer u alleen maar combi-tabs
gebruikt, kunt u de bijvulcontrole voor
zout en naspoelmiddel uitschakelen.
Zie hoofdstuk: "Instellingen", paragraaf: "Het uitschakelen van de controlelampjes voor het bijvullen van
zout nadpoelmiddel".
Wanneer u geen combi-tabs meer
gebruikt, denk er dan aan om zout
en naspoelmiddel te doseren en de
bijvulcontrole weer in te schakelen.
27
Ingebruikneming van het apparaat
Naspoelmiddel
Naspoelmiddel zorgt ervoor dat het water tijdens het drogen als een film van
het serviesgoed afloopt waardoor het
sneller droogt.
Het naspoelmiddel wordt in het reservoir voor naspoelmiddel gedoseerd en
bij het naspoelen in de ingestelde hoeveelheid automatisch toegevoegd.
Doseer alleen naspoelmiddel
voor huishoudafwasautomaten in het
naspoelmiddelreservoir; in geen geval reinigingsmiddelen voor afwasautomaten of voor de handafwas. Dit
om te voorkomen dat het reservoir
kapotgaat.
Als alternatief kunt u ook
– huishoudazijn met een zuurgehalte
van 5%
of
– vloeibaar citroenzuur (10%-oplos-
sing)
Gebruikt u uitsluitend combi-tabs,
dan hoeft u geen naspoelmiddel te
doseren.
Naspoelmiddel doseren
Open het klepje van het naspoelmid-
delreservoir door op het knopje te
drukken in de richting van de pijl.
gebruiken. Het serviesgoed zal echter
minder goed drogen en eerder vlekken
vertonen, dan wanneer u naspoelmiddel
gebruikt.
Gebruik nooit azijn met een ho-
ger zuurgehalte (bijv. azijnessence
met een gehalte van 25%).
Dat zou schade aan de afwasautomaat kunnen veroorzaken.
28
Ingebruikneming van het apparaat
Doseer zoveel naspoelmiddel totdat
het in de vulopening zichtbaar is.
Naspoelmiddel bijvullen
Wanneer de melding Het naspoelmiddel
is op. in het display verschijnt, zit er nog
een reserve in voor 2 - 3 afwasbeurten.
Vul op tijd naspoelmiddel bij.
Bevestig met de OK - toets.
De melding verdwijnt uit het display.
Wanneer u alleen maar combi-tabs
gebruikt, kunt u de bijvulcontrole voor
naspoelmiddel en zout tegelijk uitschakelen. Zie hoofdstuk: "Menu "Instellingen"", paragraaf: "Bijvulcontrole".
Het naspoelmiddelreservoir kan ca.
110 ml bevatten.
Sluit het klepje en wel zo dat het dui-
delijk vastklikt. Dit om te voorkomen
dat er tijdens het spoelproces water
in het naspoelmiddelreservoir loopt.
Veeg eventueel gemorst naspoelmid-
del goed weg om bij de volgende afwasbeurt sterke schuimvorming te
voorkomen.
Voor een optimaal reinigingsresultaat
kunt u de dosering aanpassen. Zie
hoofdstuk: "Menu "Instellingen"", paragraaf: "Naspoelmiddel".
Wanneer u geen combi-tabs meer
gebruikt, denk er dan aan om zout
en naspoelmiddel te doseren en de
bijvulcontrole weer in te schakelen.
29
Serviesgoed en bestek inruimen
Waar u op moet letten
Verwijder grove etensresten van het
serviesgoed.
Het is niet nodig om de vaat van tevoren onder stromend water af te spoelen!
Was vaatwerk met as, zand,
was, smeervet of verf niet in de afwasautomaat om schade aan het apparaat te voorkomen.
U kunt ieder stuk servies in principe
overal in de rekken inruimen. Neem
daarbij echter de volgende tips in acht.
– Plaats serviesgoed en bestek zo dat
het niet tegen of op elkaar ligt.
– Plaats het serviesgoed zo in de rek-
ken, dat het water er aan alle kanten
bij kan. Alleen dan kan het serviesgoed goed schoon worden
– Plaats al het serviesgoed zo, dat het
stevig staat.
– Zorg ervoor dat kleine stukken ser-
viesgoed niet door de spijlen van de
rekken vallen.
Leg dit soort servies, zoals dekseltjes, daarom in de besteklade of de
bestekkorf, afhankelijk van het model.
Levensmiddelen zoals wortels, tomaten of ketchup kunnen natuurlijke
kleurstoffen bevatten. Wanneer deze
kleurstoffen in de afwasautomaat terechtkomen, kunnen kunststof vaatwerk en kunststof onderdelen ervan
van kleur veranderen. Deze verkleuring heeft echter geen invloed op de
stabiliteit van het kunststof.
Ook door zilveren bestek kan kunststof verkleuren.
– Plaats hol serviesgoed zoals kopjes,
glazen en pannen met de openingen
naar beneden in de rekken.
– Plaats hoog, smal, hol serviesgoed
niet in de hoeken van de rekken,
maar zoveel mogelijk in het midden
ervan. Het water kan er dan beter bij.
– Plaats servies met een diepe bodem
zoveel mogelijk schuin in het rek, zodat het water eraf kan lopen.
– Let erop dat de sproeiarmen niet
worden geblokkeerd door vaatwerk
dat door de rekken heen steekt. U
kunt dit controleren door de sproeiarmen een keer met de hand rond te
draaien.
30
Loading...
+ 82 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.