Menu "Instellingen" beëindigen ........................................................................... 101
85
86
89
91
5
Page 6
Beschrijving van het toestel
Het toestel in één oogopslag
a
Bovenste sproeiarm (niet zichtbaar)
b
Besteklade (afhankelijk van het mo‐
del)
c
Bovenste korf
d
Middelste sproeiarm
e
Luchttoevoer voor het drogen (afhan‐
k
elijk van het model)
f
Onderste sproeiarm
6
g
Zeefcombinatie
h
Typeplaatje
i
Reservoir voor naspoelmiddel
j
Tweevaksdoseerbakje voor reini‐
gingsmiddel
k
Optische functiecontrole (TimeCon‐
tr
ol)
l
Reservoir voor regenereerzout
Page 7
Bedieningspaneel
Beschrijving van het toestel
a
Toets(aan/uit)
Met deze sensortoets kunt u de af‐
wasau
tomaat in- en uitschakelen
b
Optische functiecontrole (Time‐
Control)
Hiermee wordt de resterende pro‐
gr
ammaduur weergegeven terwijl de
deur gesloten is.
c
ToetsK(in
Met deze toets kunt u informatie op‐
vr
agen over het weergegeven menu.
d
Pijltoetsen
Hiermee kunt u de weergegeven
waar
bladeren in het menu.
formatietoets)
den wijzigen;
e
Toets (
Met deze toets kunt u: terugschake‐
len naar het vorige menuniveau; eer‐
der ingest
maken.
f
ToetsOK
Met deze toets kunt u de weergege‐
ven
meldingen bevestigen.
g
Display
Meer informatie over het display
vindt u op de volgende pagina.
h
Toets m
programmering)
Met deze toets kunt u de functie
"V
oorprogrammering" kiezen.
Terug)
elde waarden ongedaan
menupunten kiezen;
et controlelampje (Voor‐
In deze gebruiksaanwijzing worden meerdere afwasautomaatmodellen beschre‐
ven. De
Deze modellen worden in de gebruiksaanwijzing als volgt aangeduid:
Normaal = Afwasautomaat met een hoogte van 80,5 cm (inbouwtoestel)
of 84,5 cm (vrijstaand toestel)
XXL = Afwasautomaat met een hoogte van 84,5 cm (inbouwtoestel).
ze hebben verschillende hoogten.
7
Page 8
Beschrijving van het toestel
De werking van het display
Algemeen
Via het display kunt u het volgende kie‐
z
en of instellen:
– het programma
– de extra functies
– de voorprogrammering
– het menu Instellingen
– de weergave van informatie
Op het display kan het volgende wor‐
den weer
gegeven:
– de programmanaam
– de programmafase
– de actuele dagtijd (het uur)
– de vermoedelijke resterende duur
t programma
van he
– het energie- en waterverbruik (Eco‐
eedback)
F
– mogelijke foutmeldingen en andere
meldingen
Om energie te besparen, wordt de af‐
wasaut
omaat uitgeschakeld wanneer
er enkele minuten lang niet op een
sensortoets is gedrukt.
Om de afwasautomaat weer in te
schakelen, drukt u op de sensortoets
.
De schuifbalk r
echts op het display
geeft aan dat er nog andere keuzemo‐
gelijkheden zijn of dat er nog tekst
volgt. Deze keuzemogelijkheden of
tekst kunnen met de desbetreffende
pijltoets worden weergegeven.
Na de laatste keuzemogelijkheid in een
st ziet u een streepjeslijn.
lij
Met de sensortoets OK kunt u mel‐
en of instellingen bevestigen en
ding
kunt u naar het volgende menu of een
ander menuniveau gaan.
De huidige gekozen instelling is met
een vinkje gemark
eerd.
Wanneer u een submenu wilt verlaten,
drukt u op de sensortoets (Terug).
Wanneer u meerdere seconden niet op
een toets drukt, schakelt het display te‐
rug naar een bovenliggend menuni‐
veau. U moet dan eventueel uw instel‐
lingen opnieuw instellen.
De Touch on metal-toetsen worden be‐
diend door er
op te drukken. Ze reage‐
ren niet op gewone aanraking.
In het menu Instellingen
kunt u de
elektronische besturing van de afwas‐
automaat aanpassen aan uw speci‐
fieke wensen (zie rubriek "Menu In‐
stellingen").
8
Page 9
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Deze afwasautomaat voldoet aan de voorgeschreven veiligheids‐
orschriften. Door ondeskundig gebruik kunnen gebruikers ech‐
vo
ter letsel oplopen en kan er schade optreden aan het toestel.
Lees de montage-instructies op de montageschets en de ge‐
bruiksa
automaat plaatst en in gebruik neemt. U vindt er belangrijke op‐
merkingen omtrent inbouw, veiligheid, gebruik en onderhoud. Dat
is veiliger voor uzelf en u vermijdt schade aan de afwasautomaat.
Bewaar de gebruiksaanwijzing en de montageschets en geef deze
door aan wie het toestel eventueel na u gebruikt.
Miele kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die ont‐
staan is doordat deze opmerkingen niet in acht werden genomen.
anwijzing daarom aandachtig door voordat u deze afwas‐
9
Page 10
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Juist gebruik
De
ze afwasautomaat is bedoeld voor gebruik in het huishouden
en in gelijkaardige omgevingen.
ze afwasautomaat is niet bestemd voor gebruik buiten.
De
Gebruik de afwasautomaat uitsluitend in huishoudelijke context
voor het afwassen van huishoudelijk vaatwerk. Gebruik voor andere
doeleinden is niet toegelaten.
ersonen die door hun fysieke, zintuiglijke of geestelijke mogelijk‐
P
heden of hun onervarenheid of gebrek aan kennis niet in staat zijn
om deze afwasautomaat veilig te bedienen, moeten bij de bediening
in het oog worden gehouden. Deze personen mogen de afwasauto‐
maat zonder toezicht bedienen, maar alleen wanneer de bediening
van de afwasautomaat zo uitgelegd is aan hen dat ze het toestel vei‐
lig kunnen bedienen. Ze moeten de eventuele gevaren van een fou‐
tieve bediening kunnen beseffen en begrijpen.
10
Page 11
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Kinderen in het huishouden
Kinder
automaat worden gehouden, tenzij ze constant in het oog worden
gehouden.
Kinder
zicht bedienen, maar alleen wanneer de bediening van de afwasau‐
tomaat zo uitgelegd is aan hen dat ze het toestel veilig kunnen be‐
dienen. Kinderen moeten de eventuele gevaren van een foutieve be‐
diening kunnen beseffen en begrijpen.
Kinder
of onderhouden.
Hou kin
oog. Laat ze nooit met de afwasautomaat spelen. Wanneer kinderen
dat doen, bestaat o.a. het gevaar dat ze zich in de afwasautomaat
opsluiten!
en jonger dan acht jaar moeten uit de buurt van de afwas‐
en vanaf acht jaar mogen de afwasautomaat zonder toe‐
en mogen de afwasautomaat niet zonder toezicht reinigen
deren die in de buurt van de afwasautomaat komen in het
Bij een geactiveerde automatische deuropening (afhankelijk van
het model) moeten kleine kinderen buiten het openingsbereik van de
deur van de afwasautomaat worden gehouden. In geval van een on‐
juiste werking, wat weliswaar onwaarschijnlijk is, bestaat gevaar
voor letsel.
Gevaar voor verstikki
in verpakkingsmateriaal (bijv. folies) of het over hun hoofd trekken en
daardoor verstikken. Hou kinderen uit de buurt van verpakkingsma‐
teriaal.
Z
org ervoor dat kinderen niet met reinigingsmiddelen in aanraking
kunnen komen! Reinigingsmiddelen kunnen brandwonden in mond
en keel veroorzaken of tot verstikking leiden. Hou kinderen daarom
uit de buurt van de afwasautomaat wanneer deze openstaat. Moge‐
lijk zijn er nog resten reinigingsmiddel aanwezig in de afwasauto‐
maat. Ga met uw kind direct naar de dokter wanneer het reinigings‐
middel heeft binnengekregen.
ng! Spelende kinderen kunnen zich wikkelen
11
Page 12
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Technische veiligheid
Door on
stellingswerken kunnen er voor de gebruiker aanzienlijke gevaren
ontstaan. Installatie-, onderhouds- of herstellingswerken mogen al‐
leen door vakmensen worden uitgevoerd die door Miele erkend zijn.
Beschadig
gevaar brengen. Controleer het toestel op zichtbare schade. Een be‐
schadigd toestel mag niet in gebruik worden genomen.
De elektrisc
garandeerd als het toestel op een aardsysteem aangesloten is dat
volgens de voorschriften geïnstalleerd is. Het is heel belangrijk dat
aan deze fundamentele veiligheidsvoorwaarde is voldaan. Laat de
elektrische installatie in uw woning bij twijfel door een elektricien
controleren.
Miele kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die werd
veroorzaakt doordat de aardleiding onderbroken was of gewoon
ontbrak. Er bestaat in dat geval onder andere gevaar voor elek‐
trische schokken.
De betr
gegarandeerd wanneer de afwasautomaat aan het openbare elektri‐
citeitsnet is aangesloten.
deskundig uitgevoerde installatie-, onderhouds- of her‐
ingen van de afwasautomaat kunnen uw veiligheid in
he veiligheid van de afwasautomaat wordt enkel ge‐
ouwbare en zekere werking van de afwasautomaat is enkel
De afwasaut
ding op het elektriciteitsnet worden aangesloten. De stekker mag
niet worden afgeknipt om het toestel vast aan te sluiten. Na het
plaatsen van de afwasautomaat moet het stopcontact vrij toeganke‐
lijk zijn, zodat de afwasautomaat op elk moment van het elektrici‐
teitsnet kan worden ontkoppeld.
anneer zich in de buurt van de afwasautomaat een elektrisch
W
toestel bevindt, let er dan op dat de stekker van dat toestel niet
schuilgaat achter de afwasautomaat. Aangezien de inbouwnis niet
altijd diep genoeg is, kan er druk op de stekker ontstaan waardoor
er gevaar voor oververhitting bestaat (gevaar voor brand).
12
omaat mag alleen via een 3-polige stekker met aar‐
Page 13
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
De afwasaut
leerd. Een kookvlak straalt voor een deel hoge temperaturen af
waardoor de afwasautomaat beschadigd zou kunnen raken. Om de‐
zelfde reden mag de afwasautomaat niet direct naast warmteprodu‐
cerende toestellen worden geplaatst die niet standaard tot de keu‐
kenuitrusting behoren (bijv. open vuren voor verwarmingsdoeleinden
e.d.).
De aanslu
peplaatje van de afwasautomaat moeten absoluut overeenstemmen
met deze van het elektriciteitsnet. Zo voorkomt u schade aan de af‐
wasautomaat. Vergelijk deze gegevens voordat u het toestel aan‐
sluit. Vraag bij twijfel inlichtingen aan een elektricien.
De afwasaut
gesloten nadat deze is geplaatst en geïnstalleerd en nadat de deur‐
veren zijn ingesteld.
De afwasaut
niek worden gebruikt. Bij geactiveerde automatische deuropening
(afhankelijk van het model) kan anders gevaar ontstaan.
U kunt een goed werkende deurmechaniek aan het volgende her‐
kennen:
omaat mag niet onder een kookvlak worden geïnstal‐
itgegevens (zekering, frequentie en spanning) op het ty‐
omaat mag pas op het elektriciteitsnet worden aan‐
omaat mag alleen met goed werkende deurmecha‐
– De deurveren moeten op beide zijden gelijkmatig ingesteld zijn.
e zijn juist ingesteld, wanneer de halfgeopende deur (ca. 45°
Z
openingsboek) bij het loslaten in deze stand blijft staan. Boven‐
dien mag de deur niet ongeremd naar beneden vallen.
– De sluitrail van de deur wordt na de droogfase bij het openen van
de deur aut
omatisch ingeschoven.
Stopcontactenblokken of verlengkabels bieden niet voldoende
veiligheidsgaranties (gevaar voor brand). Gebruik deze niet om de
afwasautomaat aan te sluiten op het elektriciteitsnet.
Deze afwasautomaat mag niet op niet-vaste plaatsen (bijv. op een
schip) worden gebruikt.
13
Page 14
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Plaats de afwasaut
Bevroren waterslangen kunnen onder druk scheuren of springen. De
betrouwbaarheid van de elektronische besturing kan door tempera‐
turen onder het vriespunt in het gedrang komen.
Sluit om scha
alleen op een volledig ontlucht buisleidingnet aan.
Het kunstst
trisch onderdeel. Dompel het omhulsel niet in vloeistof.
In d
staan wanneer het toestel op het elektriciteitsnet is aangesloten. De
slang mag daarom niet worden ingekort.
e watertoevoerslang bevinden zich delen die onder spanning
Het inge
scherming tegen waterschade, maar alleen als aan de volgende
voorwaarden is voldaan:
– Het toestel moet volgens de voorschriften geïnstalleerd zijn.
– Wanneer er duidelijk sprake is van schade, moet de afwasauto‐
maat wor
worden vervangen.
ofomhulsel van de wateraansluiting bevat een elek‐
bouwde Waterproof System biedt een betrouwbare be‐
den hersteld of moeten de desbetreffende onderdelen
omaat niet in een vertrek waar het kan vriezen.
de aan het toestel te voorkomen de afwasautomaat
– De waterkraan moet bij lange afwezigheid (bijv. vakantie) worden
dichtg
Het Waterproof System werkt ook wanneer de afwasautomaat is uit‐
gesch
zijn aangesloten.
De wat
de 30 en 1000 kPa (0,3 en 10 bar) liggen.
Een afwasaut
vaar brengen! Schakel de afwasautomaat meteen uit wanneer het
toestel beschadigd is en neem contact op met uw Miele-handelaar
of met de dienst Herstellingen aan huis van Miele.
edraaid.
akeld. De afwasautomaat moet dan wel op het elektriciteitsnet
erdruk (stromingsdruk bij de wateraansluiting) moet tussen
omaat die beschadigd is, kan uw veiligheid in ge‐
Het recht op garantie vervalt wanneer de afwasautomaat door een
klantendienst wordt hersteld die niet door Miele is erkend.
14
Page 15
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Enk
volle voldoen aan de eisen die Miele qua veiligheid stelt. Defecte on‐
derdelen mogen enkel worden vervangen door originele Miele-wis‐
selstukken.
T
afwasautomaat van het elektriciteitsnet losgekoppeld zijn (schakel
de afwasautomaat uit en trek vervolgens de stekker uit het stopcon‐
tact).
W
speciale aansluitkabel van hetzelfde type worden vervangen (ver‐
krijgbaar via de dienst Onderdelen en toebehoren van Miele). Om
veiligheidsredenen mag de aansluitkabel alleen door een door Miele
erkende vakman of vakvrouw of door de dienst Herstellingen aan
huis van Miele worden vervangen.
el met originele Miele-wisselstukken bent u zeker dat ze ten
ijdens installatie-, onderhouds- en herstellingswerken moet de
anneer de aansluitkabel beschadigd is, moet deze door een
Deskundige plaatsing
Neem bij het plaatsen en
montage-instructies op de montageschets in acht.
ees voorzichtig vóór en tijdens het plaatsen en installe‐
W
ren van de afwasautomaat. U loopt gevaar om u te verwon‐
den/snijden aan bepaalde metalen onderdelen. Draag be‐
schermende handschoenen.
aansluiten van de afwasautomaat de
Om een perfecte werking te garanderen, moet u de afwasauto‐
maat waterpas plaatsen.
oor de stabiliteit van de afwasautomaat is het noodzakelijk dat
V
onder of in te bouwen afwasautomaten uitsluitend worden geplaatst
onder een doorlopend werkblad dat is vastgeschroefd aan de kas‐
ten die ernaast staan.
15
Page 16
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
ilt u van een vrijstaande afwasautomaat een onderbouwafwas‐
W
automaat maken, vervang het sokkelpaneel dan door een sokkelpa‐
neel dat hoort bij onderbouwafwasautomaten. Gebruik daarvoor de
desbetreffende ombouwset. Doet u dat niet, dan loopt u gevaar om
u te verwonden aan uitstekende metalen onderdelen!
De deur
Om te controleren of ze juist zijn ingesteld, opent u de deur gedeel‐
telijk (openingshoek van ca. 45°). Laat de deur vervolgens los. Als de
deur in de geopende stand blijft staan, zijn de deurveren juist inge‐
steld. De deur mag niet ongeremd naar beneden vallen.
Het toestel mag alleen worden gebruikt als de deurveren juist zijn in‐
gesteld.
veren moeten aan beide kanten gelijk worden ingesteld.
Veilig gebruik
Gebruik geen oplo
plosies!
Adem geen poeder
gingsmiddelen in! Reinigingsmiddelen kunnen brandwonden in neus,
mond en keel veroorzaken. Ga direct naar de dokter wanneer u een
reinigingsmiddel hebt ingeademd of ingeslikt.
U kunt u ver
maat of u eraan stoten. Laat de deur niet onnodig openstaan.
wonden aan de geopende deur van de afwasauto‐
smiddelen in de spoelruimte. Gevaar voor ex‐
vormige reinigingsmiddelen in! Slik geen reini‐
Staat de deur open, ga er dan niet op zitten of erop staan. Doet u
dat wel, dan kan de afwasautomaat kantelen. Daarbij kunt u letsel
oplopen of kan de afwasautomaat beschadigd raken.
Het vaatwerk kan na afloop van het programma zeer heet zijn!
Laat het vaatwerk daarom na het uitschakelen van de afwasauto‐
maat in het toestel afkoelen totdat u het goed kunt vastpakken.
Gebruik uitsluit
huishoudelijke afwasautomaten die in de handel verkrijgbaar zijn.
Gebruik geen handafwasmiddelen!
16
end reinigingsmiddelen en naspoelmiddelen voor
Page 17
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Gebruik geen r
afwasautomaten zijn ontwikkeld. Doet u dat wel, dan kan er materië‐
le schade ontstaan en kunnen er hevige chemische reacties optre‐
den (bijv. een knalgasreactie).
Reini
naspoelmiddelreservoir niet met poedervormig of vloeibaar reini‐
gingsmiddel.
Reini
servoir niet met poedervormig of vloeibaar reinigingsmiddel.
gingsmiddel beschadigt het naspoelmiddelreservoir! Vul het
gingsmiddel beschadigt de waterontharder. Vul het zoutre‐
Gebruik uitsluit
zout dat speciaal is ontwikkeld voor afwasautomaten. Gebruik in
geen geval andere soorten zout. Deze bevatten mogelijk bestandde‐
len die niet oplosbaar zijn in water en die een storing in de werking
van de waterontharder veroorzaken.
Hebt u een afwasaut
het model), dan plaatst u bestek zo in de vakken van de bestekkorf
dat de snijkanten van de messen en de punten van vorken beneden
zitten. Dat is veiliger. Hou ermee rekening dat u zich kunt verwonden
aan snijkanten van messen en punten van vorken die naar boven ge‐
richt zijn. Wel is het zo dat bestek gemakkelijker wordt gereinigd en
gedroogd wanneer u het zo plaatst dat de scherpe kanten boven en
de grepen beneden zitten.
einigingsmiddelen die voor bedrijfs- of industriële
end speciaal grofkorrelig regenereerzout of ander
omaat met een bestekkorf (afhankelijk van
Reini
(bijv. wegwerpbakjes of wegwerpbestek). Dat soort vaatwerk kan
door de hoge temperaturen vervormen.
W
(afhankelijk van het model), moet u ervoor zorgen dat het doseer‐
bakje voor het reinigingsmiddel droog is. Reinigingsmiddel gaat in
een vochtig doseerbakje klonteren en wordt dan mogelijk niet volle‐
dig weggespoeld.
Neem de gegeve
in acht die vermeld staan in de rubriek "Technische gegevens".
g geen hittegevoelig kunststofvaatwerk in de afwasautomaat
anneer u de programmaoptie "FlexiTimer/Startuitstel" gebruikt
ns omtrent de capaciteit van de afwasautomaat
17
Page 18
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Toebehoren
Gebruik alleen
derdelen gemonteerd of geplaatst, dan vervalt het recht op garantie
en/of de productaansprakelijkheid.
origineel Miele-toebehoren. Worden er andere on‐
Wat met een afgedankte afwasautomaat?
Maak het deurslo
stel kunnen opsluiten. Verwijder daartoe de sluithaak van het deur‐
slot.
t onbruikbaar zodat kinderen zich niet in het toe‐
18
Page 19
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu
Het wegdoen van het verpak‐
kin
gsmateriaal
De verpakking beschermt het toestel
egen transportschade. Er werd voor
t
milieuvriendelijk en recycleerbaar ver‐
pakkingsmateriaal gekozen.
Het gaat om de volgende soorten mate‐
riaal:
Buitenverpakking:
– Golfkarton dat voor tot 100% bestaat
uit krin
gloopmateriaal,
andere mogelijkheid: stretchfolie/
wikkelfolie van polyethyleen (PE)
– Kunststofomsnoeringsbanden van
opyleen (PP)
polypr
Binnenverpakking:
– Expansieve polystyreen (EPS) zonder
oevoeging van chloor of fluor
t
– Bodem, deksellijst en steunlijsten van
behandeld hout van bosteeltkun‐
on
dig beheerde bossen
– Beschermingsfolie van polyethyleen
(PE)
Het recycleren van het verpakkingsma‐
t
eriaal vermindert de afvalproductie en
het gebruik van grondstoffen. Uw Mie‐
le-handelaar neemt de verpakking terug
of geeft u informatie over de dichtstbij‐
zijnde mogelijkheid voor teruggave.
Uw toestel afdanken
Oude elektrische en elektronische toe‐
ellen bevatten vaak nog waardevolle
st
materialen. Ze bevatten echter ook
schadelijke stoffen die voor het functio‐
neren en de veiligheid van het toestel
nodig waren. Als deze stoffen bij het
restafval terechtkomen of verkeerd wor‐
den behandeld, kunnen ze schade be‐
rokkenen aan de gezondheid van men‐
sen en het milieu. Geef uw afgedankte
toestel dus in geen geval mee met het
gewone huisvuil.
Breng het toestel liever naar het
dichtstbijzij
park. Vraag meer informatie aan uw Mi‐
ele-handelaar.
Zorg er ook voor dat het toestel kind‐
g wordt bewaard voor u het weg‐
veili
brengt.
Alle kunststofonderdelen van het toe‐
el zijn gemarkeerd met een internatio‐
st
naal erkend symbool. Daardoor kan bij
het afdanken van het toestel het kunst‐
stofafval correct worden gescheiden
voor milieuvriendelijke recyclage.
nde gemeentelijk container‐
19
Page 20
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu
Zuinig afwassen
Deze afwasautomaat werkt uiterst wa‐
er- en energiebesparend.
t
U kunt nog zuiniger te werk gaan, in‐
dien u de volgende adviezen opvolgt:
– Maak gebruik van de volledige bela‐
dingsc
apaciteit van de rekken zonder
de afwasautomaat te overladen.
– Kies een afwasprogramma dat past
bij het soo
van verontreiniging.
– Kies het programma ECO (indien aan‐
zig) als u energiebesparend wilt
we
reinigen. De water- en energiebespa‐
ring is voor normaal verontreinigd
serviesgoed bij dit programma het
grootst.
– Kies bij een warmwateraansluiting het
ogramma SolarSpaar voor het reini‐
pr
gen van licht tot normaal verontrei‐
nigd vaatwerk. Bij dit programma
wordt het reinigingswater niet verder
verwarmd. Daardoor kan het vaat‐
werk na afloop van het programma
vochtiger zijn dan bij andere pro‐
gramma's.
rt serviesgoed en de mate
– Volg de doseeradviezen op die op de
verpakking van het afwasmiddel
staan.
– Bij gebruik van poedervormige of
vloeibare reinigingsmiddelen kunt u
de dosering met 1/3 verminderen,
wanneer de rekken maar half beladen
zijn.
Zie voor zuinig afwassen ook
w
ww.miele.be.
20
Page 21
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu
Verbruiksweergave met Eco‐
F
eedback
Via de functie Verbruik krijgt u informatie
over het ener
uw afwasautomaat (zie rubriek "Menu
Instellingen, Verbruik").
Er kunnen drie verschillende soorten in‐
formatie wor
– vóór de start van het programma een
ognose (schatting) van het verbruik
pr
– na afloop van het uitgevoerde pro‐
amma het werkelijke verbruik
gr
– het totale verbruik van de afwasauto‐
maat
1. Verbruiksprognose:
U kunt voor een programma een prog‐
nose van
laten weergeven.
Open de
Kies het ge
gie- en waterverbruik van
den weergegeven:
het energie- en waterverbruik
deur.
wenste programma.
2. Werkelijk verbruik
Na afloop van het programma kunt u
het werk
van het uitgevoerde programma laten
weergeven.
Open de
Bevesti
Wanneer de afwasautomaat na af‐
lo
geschakeld, worden de werkelijke
verbruikswaarden van het uitge‐
voerde programma gewist.
3. Instelling "Verbruik"
Bij de instelling Verbruik is he
energie- en waterverbruik van alle reeds
gebruikte programma's van uw afwas‐
automaat samengeteld (zie rubriek
"Menu Instellingen, Verbruik").
elijke energie- en waterverbruik
deur na afloop van het pro‐
gramma.
g met de toets .
op van het programma wordt uit‐
t totale
Kies het menupunt Verbruiksprognose.
Op het display wordt een prognose van
het energie- en waterverbruik weerge‐
geven.
De prognose van het verbruik wordt
weer
gegeven via een streepjesdiagram.
Hoe meer streepjes ( ) er zichtbaar
zijn, hoe meer energie of water het pro‐
gramma zal verbruiken.
De waarden variëren afhankelijk van het
gekozen programma en de gekozen
programmaopties.
De verbruiksweergave is in de fabriek
ing
eschakeld. U kunt de weergave ech‐
ter ook uitschakelen (zie rubriek "Menu
Instellingen, Verbruik").
21
Page 22
Toestel voor het eerst in gebruik nemen
Deur openen
De afwasautomaat is uitgerust met een
unctie voor het motorisch openen van
f
de deur door erop te kloppen
("Knock2open-functie").
Klop 2 keer kort na elkaar op het bo‐
venste derde deel van het deurfront.
De deur gaat open op een kier.
Aan de binnenkant van de deur be‐
vinden zic
greeplijsten.
Pak de deur vast aan deze greeplijs‐
ten en trek de deur helemaal open,
zodat deze ontgrendelt.
h bovenaan twee donkere
W
anneer het water in de afwas‐
automaat heet is, loopt u gevaar om
u te verbranden!
Wanneer u de deur echt moet ope‐
nen
terwijl het toestel in werking is,
doe dat dan zeer voorzichtig.
org ervoor dat er genoeg plaats
Z
is om de deur te openen.
De deur gaat na afloop van een pro‐
amma met een droogfase (zie rubriek
gr
"Programmaoverzicht") automatisch op
een kier open. Dat verbetert de droging.
U kunt deze functie ook uitschakelen
(zie rubriek "Menu Instellingen,
AutoOpen").
De beugel van het deurslot wordt inge‐
tr
okken.
Wanneer de deur wordt geopend terwijl
de afwasautomaat in werking is, wor‐
den de afwasfuncties automatisch on‐
derbroken.
U kunt het aantal klopimpulsen wijzigen
(zie rubriek "Menu Inst
Knock2open"). Met impulsen wordt be‐
doeld het aantal keer dat u moet klop‐
pen op de deur om deze te openen.
22
ellingen,
Page 23
Toestel voor het eerst in gebruik nemen
Hulpmiddel voor het openen van de
deur
Als de functie voor het openen van de
deur door er
wanneer de stroom uitgevallen is, kunt
u de deur ook manueel openen met het
bijgeleverde hulpmiddel voor het ope‐
nen van de deur.
Schuif het hulpmiddel voor het ope‐
nen van de deur ca. 15 cm onder het
werkblad in de sp
van de afwasautomaat en de deur
van de kast ernaast .
op te kloppen niet werkt of
leet tussen het front
Trek de deur open met het hulpmid‐
del voor het openen van de deur.
Deur sluiten
Schui
Slui
De deur wordt dan automatisch geslo‐
t
en.
f de korven naar binnen.
t de deur totdat deze vastklikt.
Gevaar voor klemming!
Steek uw handen niet tussen het
oestel en de sluitende deur.
t
Dr
aai het hulpmiddel voor het openen
van de deur naar rechts , zodat het
vasthaakt achter het front van de af‐
wasautomaat.
23
Page 24
Toestel voor het eerst in gebruik nemen
Basisinstellingen
Open de
Schak
sensortoets .
De eerste keer dat de afwasautomaat
wor
dt ingeschakeld, wordt het wel‐
komstscherm weergegeven.
Taal
Het display schakelt automatisch over
naar een scherm waar u de taal kunt in‐
st
ellen.
Kies met de pijlt
wenste taal en eventueel het ge‐
wenste land en bevestig met OK.
Zie de rubriek "De werking van het
display" voor meer informatie over de
werking
De ingestelde taal is gemarkeerd met
een vinkje .
deur.
el de afwasautomaat in met de
oetsen de ge‐
van het display.
Dagtijd
Het display schakelt over naar een
scherm waar u de dagtijd (het uur) kunt
inst
ellen.
De dagtijd is vereist om de program‐
maoptie Voorprogrammering t
gebruiken.
Bovendien kunt u de actuele dagtijd op
het display laten weergeven.
S
tel met de pijltoetsen de uren in
en bevestig met OK.
S
tel vervolgens de minuten in en be‐
vestig met OK.
Wanneer u uw vinger op de sensor‐
oetsen houdt, verspringt de tijd auto‐
t
matisch in stijgende of dalende zin.
e kunnen
24
Page 25
Toestel voor het eerst in gebruik nemen
Waterhardheid
Het display schakelt over naar een
scherm waar u de wat
erhardheid kunt
instellen.
– De afwasautomaat moet precies wor‐
den gepr
ogrammeerd naar de water‐
hardheid van uw water.
– Informeer bij uw maatschappij voor
ervoorziening welke waterhard‐
wat
heid uw water precies heeft.
– Programmeer bij een variërende wa‐
erhardheid (bijv. 10-15 °d) altijd de
t
hoogste waarde (in dit voorbeeld 15
°d).
Als u later eventueel een beroep moet
doen op de d
ienst Herstellingen aan
huis van Miele, is het voor de technicus
handig om de waterhardheid van uw
water te weten.
Noteer daarom de waterhardheid van
uw water:
____________°d
Vervolgens wordt de melding Eerste in-
gebruikneming succesvol afgerond weer
ge‐
geven.
Na het bevestigen van deze melding
met OK wor
den mogelijk de volgende
meldingen weergegeven: Het zout is
op. en Het naspoelmiddel is op..
ul indien nodig het zoutreservoir met
V
zout en het naspoelmiddelreservoir
met naspoelmiddel (zie rubriek "Toe‐
stel voor het eerst in gebruik nemen,
Regenereerzout" en "Naspoelmid‐
del").
Bevestig de meldingen met OK.
Het display schakelt over naar het
hoofdmenu.
Deze vraag bij de eerste ingebruikne‐
ming
wordt niet meer weergegeven zo‐
dra een programma voor het eerst vol‐
ledig is uitgevoerd.
In de fabriek is een waterhardheid van
15 °d (
2,7 mmol/l) geprogrammeerd.
Kies met de pijltoetsen de water‐
hardheid van uw water en bevestig
met OK.
Zie de rubriek "Menu Instellingen, Wa‐
erhardheid" voor meer informatie
t
over het instellen van de waterhard‐
heid.
25
Page 26
Toestel voor het eerst in gebruik nemen
Wat u nodig hebt om het toe‐
st
el voor het eerst in gebruik te
nemen:
– ca. 1 kg regenereerzout,
– reinigingsmiddel voor huishoudelijke
afwasaut
– naspoelmiddel voor huishoudelijke
afwasaut
Elke afwasautomaat wordt in de fa‐
briek op zijn werking
volg van deze tests blijft er water in
het toestel achter. Dat betekent niet
dat het toestel eerder door een andere
consument is gebruikt.
omaten,
omaten.
getest. Als ge‐
Regenereerzout
Om goede afwasresultaten te bereiken,
heeft de afwasaut
water nodig. Bij hard water ontstaat er
witte kalkaanslag op het vaatwerk en
op de wanden van de spoelruimte.
Water met een waterhardheid van meer
dan 4 °d (0,7 mmol/l) moet daarom
worden onthard. Daar wordt in de inge‐
bouwde waterontharder automatisch
voor gezorgd. De waterontharder is ge‐
schikt voor een waterhardheid tot 70 °d
(12,6 mmol/l).
omaat zacht (kalkarm)
Ligt de waterhardheid van uw water
eeds onder de 5 °d (= 0,9 mmol/l),
st
dan hoeft u geen zout te doen in het
zoutreservoir. De melding voor het bij‐
vullen van zout wordt automatisch uit‐
geschakeld.
Reinigingsmiddel beschadigt de
erontharder.
wat
Vul het zoutreservoir niet met poe‐
vormig of vloeibaar reinigings‐
der
middel.
ebruik uitsluitend speciaal grof‐
G
korrelig regenereerzout of ander zout
dat speciaal is ontwikkeld voor af‐
wasautomaten.
Gebruik in geen geval andere
rten zout. Deze bevatten mogelijk
soo
bestanddelen die niet oplosbaar zijn
in water en die een storing in de
werking van de waterontharder ver‐
oorzaken.
De waterontharder heeft daarvoor wel
egenereerzout nodig.
r
Als u combinatiereinigingsmiddelen ge‐
bruikt, kunt u afhankelijk van de water‐
hardheid (< 21 °d) ervoor kiezen geen
zout te doen in het zoutreservoir (zie ru‐
briek "Bediening, Reinigingsmiddel").
26
Page 27
Toestel voor het eerst in gebruik nemen
Zoutreservoir vullen met zout
Open de deur maar voor de helft
wan
neer u het zoutreservoir met zout
wilt vullen. Zo zorgt u ervoor dat al
het zout in het zoutreservoir terecht‐
komt.
Open het klepje van
door op het knopje te drukken in de
richting van de pijl.
Het klepje springt open.
het zoutreservoir
Giet geen water in het zoutreservoir!
ul het zoutreservoir met zout totdat
V
het zoutreservoir vol is of totdat er
water uit de opening loopt. In het
zoutreservoir kan afhankelijk van het
soort zout maximaal ca. 1 kg.
Doe niet meer dan 1 kg zout in het
zou
treservoir.
Wanneer u het zoutreservoir met zout
vult, loo
zoutreservoir.
pt er mogelijk water uit het
Klap de tr
echter open.
erwijder de zoutresten die zich rond
V
het zoutreservoir bevinden en sluit
vervolgens het klepje van het zoutre‐
servoir.
Start direct na het vullen van het
zoutreservoir met zout het program‐
ma
Snel in combin
grammaoptie
zodat eventueel gemorste zoutresten
kunnen worden verdund en daarna
weggepompt.
atie met de pro‐
Kort, zonder vaatwerk,
27
Page 28
Toestel voor het eerst in gebruik nemen
Melding voor het bijvullen van zout
V
ul na afloop van een programma
zout bij als de melding Het zout is
op. wordt weergegeven.
Bevestig met OK.
De melding verdwijnt.
evaar voor corrosie!
G
Start direct na het vullen van het
zoutreservoir met zout het program‐
ma Snel in combinatie met de pro‐
grammaoptie Kort, zonder vaatwerk,
zodat eventueel gemorste zoutresten
kunnen worden verdund en daarna
weggepompt.
Het is mogelijk dat de melding voor het
bijvullen van zout opnieuw op het dis‐
play verschijnt nadat u zout hebt bijge‐
vuld. Dat is het geval wanneer de zout‐
conc
entratie die zich heeft gevormd,
nog niet hoog genoeg is. In dat geval
bevestigt u nogmaals met
OK.
Als u steeds combinatiereinigingsmid‐
delen gebruikt en de meldingen voor
het bijvullen van zout en naspoelmid‐
del u st
uitschakelen (zie rubriek "Menu Instel‐
lingen, Bijvulcontrole").
oren, kunt u deze meldingen
Wanneer u geen combinatiereini‐
gingsmiddelen meer gebruikt, moet
u het zou
delreservoir weer vullen en de mel‐
dingen voor het bijvullen van zout en
naspoelmiddel (Bijvulcontrole) weer
inschakelen.
treservoir en naspoelmid‐
De melding voor het bijvullen van zout
wor
dt uitgeschakeld wanneer u de af‐
wasautomaat op een waterhardheid
van minder dan 5 °d (= 0,9 mmol/l) hebt
geprogrammeerd.
28
Page 29
Toestel voor het eerst in gebruik nemen
Naspoelmiddel
Naspoelmiddel is nodig om ervoor te
orgen dat het water tijdens het drogen
z
als een film van het vaatwerk afloopt en
dat het vaatwerk na het afwassen ge‐
makkelijker droogt.
Het naspoelmiddel wordt in het na‐
spoelmiddelreservoir gegoten en bij het
naspoelen in de ingestelde dosering
automatisch toegevoegd.
Vul het naspoelmiddelreservoir
alleen met naspoelmiddel voor huis‐
houdelijke afwasautomaten. Vul het
in geen geval met handafwasmidde‐
len of reinigingsmiddelen. Dat zou
het naspoelmiddelreservoir bescha‐
digen.
Een andere mogelijkheid is dat u
– azijn voor huishoudelijk gebruik
(maximaal 5% zuur)
of
Gebruikt u uitsluitend combinatierei‐
nigingsmiddelen, dan hoeft u het na‐
spoelmi
spoelmiddel te vullen.
Naspoelmiddel bijvullen
Dru
van het naspoelreservoir in de rich‐
ting van de pijl. De klep springt open.
ddelreservoir niet met na‐
k de openingstoets op het deksel
– vloeibaar citroenzuur (10%)
gebruikt. Het vaatwerk zal echter voch‐
tiger zij
wanneer u naspoelmiddel gebruikt.
n en meer vlekken vertonen dan
U mag in geen geval azijn met
en hoger zuurpercentage (bijv.
e
azijnessence van 25%) gebruiken.
Daardoor zou de afwasautomaat be‐
scha
digd kunnen raken.
29
Page 30
Toestel voor het eerst in gebruik nemen
Melding voor het bijvullen van na‐
spoelmiddel
Wanneer op het display de melding
Het naspoelmiddel is op.
geven, is er nog genoeg naspoelmiddel
voor 2 tot 3 afwasbeurten.
V
ul op tijd naspoelmiddel bij.
Bevestig met OK.
De melding verdwijnt.
Als u steeds combinatiereinigingsmid‐
delen gebruikt en de meldingen voor
ul zoveel naspoelmiddel bij tot het in
V
de vulopening zichtbaar wordt.
Het reservoir kan ca. 110 ml bevatten.
Slui
t de klep totdat deze duidelijk
vastklikt, anders kan tijdens het
spoelen water in het naspoelreservoir
binnendringen.
is eventueel gemorst naspoelmid‐
W
del goed af, zodat een krachtige
schuimvorming in het volgende pro‐
gramma wordt vermeden.
het bijvullen van zout en naspoelmid‐
del u st
uitschakelen (zie rubriek "Menu Instel‐
lingen, Bijvulcontrole").
oren, kunt u deze meldingen
Wanneer u geen combinatiereini‐
gingsmiddelen meer gebruikt, moet
u het zou
delreservoir weer vullen en de mel‐
dingen voor het bijvullen van zout en
naspoelmiddel (Bijvulcontrole) weer
inschakelen.
treservoir en naspoelmid‐
wordt weerge‐
Voor een optimaal afwasresultaat kunt
u de naspoelmiddeldosering aanpas‐
sen (zie rubriek "Menu Inst
Naspoelmiddel").
30
ellingen,
Page 31
Vaatwerk en bestek in de afwasautomaat plaatsen
Waar u bij het vullen van de af‐
wasa
utomaat op moet letten
Verwijder de ergste etensresten van het
vaatwerk.
Het is niet nodig om het vaatwerk voor‐
af onder str
W
was, smeervet of verf niet af in de af‐
wasautomaat. De afwasautomaat
zou beschadigd raken door deze
stoffen.
U kunt elk stuk vaatwerk in principe
over
al in de korven plaatsen. Neem
daarbij wel de volgende opmerkingen in
acht:
– Plaats vaatwerk en bestek zo dat het
nie
– Plaats het vaatwerk altijd zo dat alle
vlakk
den bereikt. Enkel op die manier is
een goed resultaat mogelijk!
– Plaats al het vaatwerk zo dat het ste‐
vig staat.
– Plaats al het holle vaatwerk (bijv.
opjes, glazen, kookpotten enz.) met
k
de openingen naar beneden in de
korven.
omend water af te spoelen!
as vaatwerk met as, zand,
t tegen of op elkaar ligt.
en door het water kunnen wor‐
– Zorg ervoor dat de sproeiarmen niet
wor
den geblokkeerd door te hoog
vaatwerk of door vaatwerk dat door
de korven heen steekt. U kunt dat
controleren door de sproeiarmen met
de hand te draaien.
– Let erop dat kleine stukken vaatwerk
nie
t door de spijlen van de korven
vallen.
Leg dat soort vaatwerk (bijv. deksel‐
tjes) daarom in de besteklade of de
bestekkorf (afhankelijk van het mo‐
del).
Levensmiddelen zoals wortels, toma‐
en of ketchup kunnen natuurlijke
t
kleurstoffen bevatten. Door deze
kleurstoffen kunnen kunststofvaat‐
werk en kunststofonderdelen van de
afwasautomaat verkleuren wanneer
ze in ruime mate met het vaatwerk in
de afwasautomaat terechtkomen.
Deze verkleuring heeft echter geen
invloed op de stabiliteit van kunst‐
stofonderdelen.
Ook door het afwassen van zilveren
bestek kunnen kunststofonderdelen
verkleuren.
– Plaats hol vaatwerk dat hoog en smal
is (bijv. fluitglazen) niet in de hoeken
van de korven maar zoveel mogelijk
in het midden ervan. De waterstralen
kunnen er dan beter bij.
– Plaats vaatwerk met een diepe bo‐
dem zoveel mogelijk schuin in de
k
orf, zodat het water eraf kan lopen.
31
Page 32
Vaatwerk en bestek in de afwasautomaat plaatsen
Vaatwerk en bestek die niet geschikt
voor de afwasautomaat
zijn
– Vaatwerk en bestek die óf helemaal
óf voor een deel uit hout bestaan
dr
ogen uit en worden lelijk. Boven‐
dien houdt de lijm niet in de afwasau‐
tomaat. Het gevolg daarvan is dat
houten grepen los kunnen raken.
– Kunstvoorwerpen, waardevolle vazen
azen met decoraties zijn niet
of gl
vaatwasserbestendig.
– Voorwerpen van niet-hittebestendige
ststof kunnen vervormen.
kun
– Voorwerpen van koper, messing, tin
uminium kunnen verkleuren of
en al
dof worden.
– Kleurdecoraties op glazuur kunnen
groot aantal afwasbeurten
na een
verbleken.
– Teer glaswerk en kristallen voor‐
werpen kunnen na lang gebruik dof
wor
den.
Neem deze opmerkingen in acht!
Zilver dat met zilverpoets is behan‐
deld,
kan na afloop van het afwaspro‐
gramma nog vochtig zijn doordat het
water er niet als een film afloopt. Het
zilver moet dan met een doek worden
afgedroogd.
Zilver kan verkleuren wanneer het in
aking komt met levensmiddelen die
aanr
zwavel bevatten. Denk daarbij bijv. aan
eigeel, uien, mayonaise, mosterd, peul‐
vruchten, vis, pekelsaus van vis en ma‐
rinades.
Aluminiu
ters van dampkappen) mag niet wor‐
den afgewassen met sterk alkalische
reinigingsmiddelen die in bedrijfsaf‐
wasautomaten of industriereinigers
worden gebruikt.
Gebeurt dat wel, dan kan er materië‐
le sch
ade ontstaan. In het ergste ge‐
val bestaat het gevaar dat er een
chemische reactie optreedt die tot
een explosie leidt (bijv. een knalgas‐
reactie).
oop serviesgoed en bestek dat
Tip: K
geschikt is om in een afwasautomaat te
worden afgewassen. U herkent derge‐
lijk serviesgoed en bestek aan de ver‐
melding "vaatwasserbestendig" of een
gelijkaardige vermelding.
Behoedzame behandeling van glazen
– Glazen kunnen na een groot aantal
afwasbeur
voor tere glazen programma's met la‐
ge temperaturen (zie rubriek "Pro‐
grammaoverzicht") of programma's
met GlassCare (afhankelijk van het
model) . De kans dat het glaswerk
dof wordt, is dan kleiner.
– Koop glazen die geschikt zijn om in
een afwasautomaat te worden afge‐
wassen (bijv. glazen van Riedel). U
herkent dergelijke glazen aan de ver‐
melding "vaatwasserbestendig" of
een gelijkaardige vermelding.
– Gebruik reinigingsmiddelen met een
special
gen glascorrosie (bijv. Miele CareCol‐
lection-tabletten).
m vaatwerk (bijv. vetfil‐
ten dof worden. Gebruik
e receptuur die beschermt te‐
32
Page 33
Vaatwerk en bestek in de afwasautomaat plaatsen
Bovenkorf
Lees voor het rangschikken van vaat‐
werk en best
werk en bestek rangschikken, rang‐
schikvoorbeelden".
W
leen af met ingezette boven- en on‐
derkorf (behalve in het programma
Zonder bovenrek, indien voorhanden).
Plaats in
en gevoelige stukken, zoals onder‐
tassen, kopjes, glazen, dessertbor‐
den enz.
U kunt ook een vlakke pan in de bo‐
venkorf plaatsen.
L
eg afzonderlijke lange stukken zoals
pollepel, roerlepel en lange messen
vooraan dwars in de bovenkorf.
ek ook de rubriek "Vaat‐
as om veiligheidsredenen al‐
de bovenkorf kleine, lichte
Kopjesrooster
Klap de k
hoge delen te kunnen rangschikken.
U kunt glazen tegen de kopjesrooster
lat
en leunen, zodat ze vaster staan.
Klap de k
en laat de glazen daartegen leunen.
Neerklapbare spikes
U kunt de spike-rij neerklappen om
meer ruimt
ken vaatwerk, bijv. een platte pan.
opjesrooster omhoog om
opjesrooster naar beneden
e te krijgen voor grote stuk‐
Druk de gele hendel naar beneden
p de spike-rij neer .
en kla
33
Page 34
Vaatwerk en bestek in de afwasautomaat plaatsen
Jumbokopjesrek (afhank
model)
U kunt de breedte van het kopjesrek in
twee standen z
kopjes kunt plaatsen.
rek het kopjesrek naar boven en laat
T
het op de gewenste breedte weer
vastklikken.
Glasbeugel
Glazen met een lange steel staan ste‐
viger wanneer u de glasbeugel gebruikt.
etten, zodat u ook grote
elijk van het
V
erschuif indien nodig een van de in‐
zetten aan de zijkanten van de be‐
steklade naar het midden wanneer u
hogere glazen in de bovenste korf
wilt plaatsen.
In de hoogte verstellen
U kunt de hoogte van de glasbeugel in
twee standen zetten.
rek de glasbeugel naar boven en
T
laat deze op de gewenste hoogte
weer vastklikken.
In de lage stand kunt u kleine glazen en
en ertegen zetten.
mokk
Klap de glasbeuge
glazen ertegen.
34
l neer en zet de
In de hoge stand kunt u hoge glazen en
gla
zen met lange stelen ertegen zetten.
Page 35
Vaatwerk en bestek in de afwasautomaat plaatsen
Bovenste korf in de hoogte verstellen
Om in de bovenste korf of de onderste
k
orf meer ruimte te krijgen voor hoger
vaatwerk kunt u de bovenste korf in de
hoogte verstellen. U kunt kiezen tussen
drie standen met een verschil van tel‐
kens ca. 2 cm.
U kunt de bovenste korf ook schuin
plaatsen. Z
o loopt het water gemakke‐
lijker van vaatwerk met uitsparingen.
Controleer wel dat u de korf zonder
problemen in de spoelruimte kunt
schuiven.
rek de bovenste korf naar buiten.
T
Afhankelijk van de stand van de boven‐
st
e korf kunt u bijv. borden met de vol‐
gende diameters in de korven plaatsen.
Afwasautomaat met bestekkorf
(model/t
oesteltype: zie typeplaatje)
Stand
van de
boven‐
st
e korf
Bord- in cm
Bovenste korfOnder‐
Nor‐
XXL
ste korf
maal
Boven202431 (35*)
Midden222629
Onder242827
Afwasautomaat met besteklade
(model/t
oesteltype: zie typeplaatje)
Stand
van de
boven‐
st
e korf
Bord- in cm
Bovenste korfOnder‐
Nor‐
XXL
e korf
st
maal
Ga als volgt te werk om de bovenste
orf naar boven toe te verstellen:
k
rek de korf naar boven totdat deze
T
vastklikt.
Ga als volgt te werk om de bovenste
orf naar onderen toe te verstellen:
k
rek de hendels aan de zijkanten van
T
de korf naar boven.
tel de gewenste positie in en laat de
S
hendels weer vastklikken.
Boven151931 (35*)
Midden172129
Onder192327
* Als u de borden schuin plaatst, kunt u bor‐
den met een diamet
(zie rubriek "Onderste korf").
er tot 35 cm plaatsen
35
Page 36
Vaatwerk en bestek in de afwasautomaat plaatsen
Onderste korf
Neem voor het plaatsen van vaatwerk
en best
de rubriek "Vaatwerk en bestek in de
afwasautomaat plaatsen, Voorbeelden
van plaatsing" in acht.
Plaats in de onderste korf groot en
ek in de afwasautomaat ook
zwaar vaatwerk zoals borden, platte
schotels, kookpotten, schalen enz.
U kunt ook glazen, kopjes, dessert‐
bordjes, kommetjes voor ontbijtgra‐
nen en schoteltjes in de onderste korf
plaatsen.
Uitneembare MultiComfortzone
In de achterste zone van de onderste
k
orf kunt u kopjes, glazen, borden en
kookpotten plaatsen.
U kunt de MultiComfortzone uit het toe‐
st
el nemen om meer ruimte te krijgen
voor grote stukken vaatwerk, bijv. pan‐
nen en kookpotten.
Uitnemen
T
rek de gele greep naar voren en ver‐
wijder de inzet.
Plaatsen
Plaats gr
van de onderste korf.
U kunt de borden schuin plaatsen. Zo
kunt u bor
35 cm plaatsen.
36
ote borden in het midden
den met een diameter tot
Schuif de twee haakjes die aan de
onderkan
de dwarsspijl van de onderste korf
.
Druk de inz
beneden totdat u weerstand voelt .
t van de inzet zitten onder
et aan de handgreep naar
Page 37
Vaatwerk en bestek in de afwasautomaat plaatsen
Glazenhouder
Om hoog
plaatsen, kunt u de glazenhouder
omhoogklappen.
Glaz
wijn-, champagne- of speciale bier‐
glazen, kunt u in de uitsparingen van
de glazenhouder hangen.
U kunt de hoogte van de glazenhouder
in twee standen z
vaatwerk te kunnen
en met een lange steel, bijv.
etten.
Glasbeugel
Glazen met een lange steel staan ste‐
viger wanneer u de glasbeugel gebruikt.
Klap de glasbeugel neer en zet de
glazen ertegen.
Schui
f de glazenhouder op de ge‐
wenste hoogte. Zorg ervoor dat de
bevestigingen bovenaan of onderaan
vastklikken.
37
Page 38
Vaatwerk en bestek in de afwasautomaat plaatsen
Neerklapbare spikes
In de voorste spike-rijen kunt u borden,
soepbor
schoteltjes plaatsen.
U kunt de spike-rijen neerklappen om
meer ruimt
ken vaatwerk, bijv. kookpotten, pannen
en schalen.
Druk de gele hendel naar beneden
den, platte schotels, schalen en
e te krijgen voor grote stuk‐
p de spike-rijen neer .
en kla
Flessenhouder
Op de flessenhouder kunt u smal vaat‐
werk plaatsen zoals een melk- of baby‐
fles.
T
rek de flessenhouder omhoog of
klap deze naar de zijkant als u de‐
ze niet nodig hebt.
38
Page 39
Bestek
Vaatwerk en bestek in de afwasautomaat plaatsen
3D-besteklade (afhank
del)
Neem voor het plaatsen van vaatwerk
en best
de rubriek "Vaatwerk en bestek in de
afwasautomaat plaatsen, Voorbeelden
van plaatsing" in acht.
Plaats het best
Wanneer u messen, vorken en lepels
als apar
legt, kunt u ze er na afloop van het pro‐
gramma gemakkelijker uithalen.
Leg de lepels met de grepen tussen de
opstaande kammen en de lepelbladen
tussen de getande kammen, zodat ook
de laatst
blemen af kan lopen.
U kunt de inzetten aan de zijkanten ver‐
schuiven naar het midden wanneer u
hog
plaatsen.
ek in de afwasautomaat ook
te groepen in de besteklade
e waterdruppel er zonder pro‐
De bovenste sproeiarm mag niet
wor
den geblokkeerd door te hoog
vaatwerk (bijv. een taartschep)!
er vaatwerk in de bovenste korf wilt
elijk van het mo‐
ek in de besteklade.
Wanneer de lepels niet met de grepen
tussen de opstaande kammen passen,
leg z
e dan met de grepen op de getan‐
de kammen.
Om in het middelste gedeelte van de
eklade meer ruimte te hebben voor
best
groter bestek, kunt u dit gedeelte met
behulp van de gele schuiver in de
hoogte verstellen.
39
Page 40
Vaatwerk en bestek in de afwasautomaat plaatsen
Voorbeelden van plaatsing
Afwasautomaat met besteklade
Bovenste korf
Onderste korf
40
Page 41
Vaatwerk en bestek in de afwasautomaat plaatsen
Besteklade
Sterk vervuild vaatwerk
41
Page 42
Bediening
Reinigingsmiddel
Gebruik
middelen voor huishoudelijke afwas‐
automaten.
Soorten reinigingsmiddelen
Moderne reinigingsmiddelen bevatten
l werkstoffen. De belangrijkste zijn:
vee
– Complexvormers binden de hard‐
heidvormende magnesium- en cal‐
ciu
mionen in het water en voorkomen
daardoor kalkafzetting.
– Alkaliteit is nodig om aangekoekt vuil
s te weken.
lo
– Enzymen breken zetmeel af en los‐
sen eiwit op.
– Bleekmiddel op basis van zuurstof
ver
wijdert kleurvlekken (bijv. thee,
koffie, tomatensap).
Er zijn voornamelijk licht alkalische rei‐
nigingsmiddelen met enzymen en zuur‐
st
ofbleekmiddelen verkrijgbaar.
uitsluitend reinigings‐
Naast normale reinigingsmiddelen zijn
er ook co
(zie rubriek "Programmaopties, Dos‐
Control (Doseringscontrole)", indien
aanwezig).
Deze producten hebben een naspoel‐
functie en een wateronthardingsfunctie
(zoutvervanger). U vindt deze producten
in de handel onder de naam "3 in 1".
Als ze ook bescherming tegen glascor‐
rosie, glans voor roestvrij staal of extra
reinigingskracht bieden, heten ze vaak
"5 in 1", "7 in 1", "All in 1" enz.
Gebruik deze combinatiereinigingsmid‐
delen alleen in combinatie met de wa‐
terhardheid die op de verpakking wordt
aangeraden.
Het reinigingsvermogen en droogver‐
mogen van deze combinatiereinigings‐
middelen variëren sterk.
U bereikt de beste afwas- en droogre‐
sultat
bruiken in combinatie met afzonder‐
lijke zoutdosering en naspoelmiddel‐
dosering.
mbinatiereinigingsmiddelen
en door reinigingsmiddel te ge‐
De reinigingsmiddelen zijn verkrijgbaar
in verschillende vormen.
– Poeder en gel voor de afwasauto‐
maat wor
heid vaatwerk en de mate waarin het
vuil is op een verschillende manier
gedoseerd.
– Tabletten bieden een dosis die voor
de meest
42
den naargelang de hoeveel‐
e toepassingen volstaat.
Page 43
Bediening
Reinigingsmiddeldosering
Ne
em bij het doseren van reinigings‐
middel de aanwijzingen in acht die
vermeld staan op de verpakking van
het reinigingsmiddel.
enzij anders vermeld, doseert u een
T
reinigingstablet of, volgens de mate
waarin het vaatwerk vuil is, 20 tot 30
ml in vakje II. Wanneer het vaatwerk
erg vuil is, kunt u een kleine hoeveel‐
heid extra reinigingsmiddel in vakje I
doen.
Het is mogelijk dat bepaalde tablet‐
t
en niet volledig oplossen wanneer u
het programma "Snel" (indien aanwe‐
zig) hebt gekozen.
Wanneer u minder reinigingsmiddel
bruikt dan is aangeraden, is het
ge
mogelijk dat het vaatwerk niet goed
schoon wordt.
Reinigingsmiddelen kunnen
br
andwonden in neus, mond en keel
veroorzaken.
Adem geen poedervormig reinigings‐
middel in. Slik ge
in. Ga direct naar de dokter wanneer
u een reinigingsmiddel hebt ingea‐
demd of ingeslikt.
Zorg ervoor dat kinderen niet met
reinigingsmiddelen in aanraking kun‐
nen komen. Mogelijk zijn er nog res‐
ten reinigingsmiddel aanwezig in de
afwasautomaat. Hou kinderen daar‐
om uit de buurt van de afwasauto‐
maat wanneer deze openstaat. Bo‐
vendien kunt u het reinigingsmiddel
beter pas toevoegen vlak voordat u
het programma start. Vergrendel ook
de deur met de kinderbeveiliging (af‐
hankelijk van het model).
en reinigingsmiddel
43
Page 44
Bediening
Reinigingsmiddel doseren
Druk op de opening
van het doseerbakje voor het reini‐
gingsmiddel springt open.
Na afloop van een programma is het
klepje van he
nigingsmiddel altijd geopend.
t doseerbakje voor het rei‐
stoets. Het klepje
Doseer het reinigingsmiddel in de
vakjes en sluit het klepje van het do‐
seerbakje voor het reinigingsmiddel.
Slui
t ook de verpakking van het reini‐
gingsmiddel. Het middel zou anders
kunnen gaan klonteren.
Doseerhulp
In vakje I kan maximaal 10 ml en
in vakje
gingsmiddel.
II kan maximaal 50 ml reini‐
44
In vakje II zijn markeringen aangebracht
om het doser
20, 30. Wanneer de deur 90° geopend
is geven deze streepjes in ml aan hoe‐
veel reinigingsmiddel er ongeveer in zit.
en makkelijker te maken:
Page 45
Bediening
Inschakelen
aai de waterkraan open als deze
Dr
nog dichtgedraaid is.
Open de
Co
kunnen draaien en niet worden ge‐
blokkeerd.
Schak
sensortoets .
Op het display wordt het hoofdmenu
weer
Als u wilt dat in plaats van het hoofd‐
menu he
wordt weergegeven, schakelt u de
functie Memory in (zie rubriek "Menu
Instellingen, Memory").
deur.
ntroleer dat de sproeiarmen vrij
el de afwasautomaat in met de
gegeven.
t laatst gekozen programma
Programma kiezen
Laat de keuze voor een programma af‐
en van het soort vaatwerk en de
hang
mate waarin het vuil is.
In de rubriek "
zijn de programma's beschreven en de
toepassingen ervan.
Kies met de pijlt
wenste programma.
Het display schakelt over naar het pro‐
ammamenu.
gr
Met de sensortoets in
mamenu kunt u beknopte informatie
over het gekozen programma opvra‐
gen.
U kunt nu de extra functies kiezen (zie
rubriek "P
Als u een ander programma wilt kiezen,
kunt u met de sensor
schakelen naar het hoofdmenu.
Programmaoverzicht"
oetsen het ge‐
het program‐
rogrammaopties").
toets terug‐
45
Page 46
Bediening
Programma starten
tart het programma door de deur te
S
sluiten.
De optische functiecontrole (TimeCon‐
ol) brandt als bevestiging dat het pro‐
tr
gramma is gestart.
Wanneer u de deur opent, wordt moge‐
lijk de melding Bijvullen appar. mogelijk
weer
gegeven.
Zolang deze melding wordt weergege‐
ven, kunt u vaatwerk in de afwasauto‐
maat plaatsen, zonder dat dit een nega‐
tief effect heeft op het afwasresultaat.
W
anneer het water in de afwas‐
automaat heet is, loopt u gevaar om
u te verbranden door wegspattend
water.
Open de deur daarom zeer voorzich‐
tig.
Wanneer u een programma moet af‐
eken, doe dat dan alleen in de
br
eerste minuten. Doet u dat later, dan
is het mogelijk dat belangrijke pro‐
grammafases worden overgeslagen.
Display
Voordat een programma start, wordt op
isplay de vermoedelijke duur van
het d
het gekozen programma weergegeven.
Tijdens het programmaverloop wordt
de resttijd weergegeven tot aan het
einde van het programma.
Voorspoelen / Inweken
Reinigen
Tussenspoelen
Naspoelen
Drogen
Einde
Het is mogelijk dat het display voor één
en hetz
een andere tijd aangeeft dan de andere
keer. Dat is o.a. afhankelijk van de tem‐
peratuur van het instromende water, de
regenereercyclus, het soort reinigings‐
middel, de hoeveelheid vaatwerk en de
mate waarin het vuil is.
Wanneer u een programma voor het
eerst kiest, wor
ven die overeenstemt met een gemid‐
delde programmaduur met koud water.
De tijden in het programmaoverzicht
geven
duren wanneer de lading en de tempe‐
ratuur voldoen aan de gehanteerde
norm.
Tijdens het programmaverloop wordt
de p
nische besturing berekend en aange‐
past op basis van de temperatuur van
het instromende water en de hoeveel‐
heid vaatwerk.
elfde programma de ene keer
dt er een tijd weergege‐
aan hoelang de programma's
rogrammaduur door de elektro‐
Elke fase van het programmaverloop
dt aangegeven met een symbool:
wor
46
Page 47
Bediening
TimeControl
De optische functiecontrole (TimeCon‐
ol) geeft tot aan het einde van het pro‐
tr
gramma de resterende programmaduur
aan, wanneer de deur gesloten is.
Bij de start van het programma gaan al‐
le 4 de lampjes aan de onderkant van
het werkblad aan. Eén uur vóór het
einde van he
lampjes één voor één uit (van links naar
rechts en in intervallen van telkens 20
minuten) om de resttijd aan te geven.
– 4 lampjes branden:
tart van het programma / resttijd
S
bedraagt nog meer dan 60 minuten
– 3 lampjes branden:
Resttij
– 2 lampjes branden:
Resttij
– 1 lampje brandt:
Resttij
1 minuut
t programma gaan de
d bedraagt 60 tot 41 minuten
d bedraagt 40 tot 21 minuten
d bedraagt 20 minuten tot
Energiebeheer
Tien minuten nadat u het laatst op een
oets hebt gedrukt of na afloop van een
t
programma schakelt de afwasautomaat
vanzelf uit om energie te besparen (zie
rubriek "Menu Instellingen, Optimalise‐
ring standby").
Om de afwasautomaat weer in te
schakelen, drukt u op de sensortoets
.
Wanneer een programma bezig is,
wanneer ee
zig is met aftellen of wanneer er een
storing is, schakelt de afwasautomaat
niet uit.
n voorprogrammering be‐
– Alle lampjes uit:
Einde van het pr
ogramma
47
Page 48
Bediening
Einde van het programma
Na afloop van een afwasprogramma is
de optische functie
trol) uit wanneer de deur nog gesloten
is.
Mogelijk weerklinken geluidssignalen.
Wanneer op het display de melding
wordt weergegeven en de deur
Einde
eventueel op een kier opengaat, is het
programma beëindigd.
U kunt nu het werkelijke energie- en
wat
erverbruik van het uitgevoerde pro‐
gramma laten weergeven, op voorwaar‐
de dat de programmeerfunctie Verbruik
ingeschakeld is (zie rubriek "Menu In‐
stellingen, Verbruik").
De droogventilator werkt na afloop
van het pr
kele minuten na.
U kunt het vaatwerk uit het toestel ha‐
len.
ogramma mogelijk nog en‐
controle (TimeCon‐
W
anneer u de functie voor het
automatisch openen van de deur
hebt uitgeschakeld (zie rubriek "Me‐
nu Instellingen, AutoOpen") en na af‐
loop van het programma toch direct
de deur wilt openen, moet u de deur
helemaal openen.
Doet u dat niet, dan kunnen delicate
anden van het werkblad door water‐
r
damp beschadigd raken. De ventila‐
tor werkt immers niet meer na.
48
Page 49
Bediening
Uitschakelen
Na afloop van het programma:
Open de
U kunt de afwasaut
ment uitschakelen met de sensor‐
toets .
Schakelt u de afwasautomaat uit terwijl
een programma bezig is, dan wordt het
programma afgebroken.
Ook een voorprogrammering die bezig
is met aft
breken.
Draai veiligheidshalve de waterkraan
dicht wanne
langere tijd niet wordt gebruikt, bijv.
wanneer u op reis gaat.
deur.
omaat op elk mo‐
ellen, kunt u op die manier af‐
er de afwasautomaat
Het vaatwerk eruit halen
Heet vaatwerk is gevoelig voor stoten!
at het daarom na het uitschakelen zo
La
lang in de afwasautomaat afkoelen, tot
u het goed kunt aanvatten.
Wanneer u de deur na het uitschakelen
vo
lledig opent, koelt het vaatwerk snel‐
ler af.
Maak eerst de bovenkorf leeg, daarna
de b
ovenkorf en tot slot de besteklade
(indien voorhanden).
Daardoor voorkomt u dat waterdrup‐
pels van de bovenkorf of van de be‐
steklade op het vaatwerk in de onder‐
korf druppelen.
49
Page 50
Bediening
Programma onderbreken
Het programma wordt onderbroken zo‐
a u de deur opent.
dr
Zodra u de deur weer sluit, gaat het
programma na enkele seconden daar
verder waar het is onderbroken.
anneer het water in de afwas‐
W
automaat heet is, loopt u gevaar om
u te verbranden!
Wanneer u de deur echt moet ope‐
nen, doe dat dan zeer voorzichtig.
Laat de deur voordat u deze weer
sluit ca. 20 seconden op een kier
staan, zodat de temperatuur zich in
de spoelruimte kan verdelen. Druk
daarna de deur dicht. Zorg ervoor
dat de deur vastklikt.
Van programma wisselen
Is het klepje van het doseerbakje
voo
r het reinigingsmiddel al geo‐
pend, wissel dan niet meer van pro‐
gramma.
Wanneer een programma al is gestart,
kunt u als vol
len:
Open de
Druk op de sensor
Bevestig de melding Programma afbre-
ken? met Ja.
Het programma wordt afgebroken.
Kies het menupunt Hoofdmenu.
Het display schakelt terug naar het
hoofdmenu.
Kies het ge
start het door de deur te sluiten.
De optische functiecontrole brandt als
bevestigin
start.
gt van programma wisse‐
deur.
toets (Terug).
wenste programma en
g dat het programma is ge‐
50
Page 51
Programmaopties
Extra functies
In het programmamenu van een geko‐
en programma kunt u extra functies
z
kiezen.
Open de
Schak
sensortoets .
Kies een
Kies het menupunt Extra functies.
Op het display worden alle beschikbare
e
xtra functies weergegeven.
Kies de gewenst
OK.
De gekozen extra functies zijn gemar‐
eerd met een vinkje .
k
Extra functies die niet combineerbaar
zijn met het ge
gemarkeerd met een slotje .
Wilt u de keuze van een gekozen ex‐
tra functie weer ongedaan maken,
bevestig de extra functie dan op‐
nieuw met
W
anneer u alle instellingen hebt inge‐
steld, bevestigt u deze met Overne-
men.
Het display schakelt terug naar het pro‐
ammamenu.
gr
In het programmamenu wordt het aan‐
tal gekozen extra functies weergege‐
ven.
deur.
el de afwasautomaat in met de
programma.
e extra functies met
kozen programma, zijn
OK.
Kort
Kort verk
ort de duur van die program‐
ma's waarmee deze extra functie te
combineren is en wel met max. 30%.
De extra functie Kort heeft voorrang bo‐
ven eventuele andere extra functies.
Voor een optimaal reinigingsresultaat
kan het ene
rgieverbruik enigszins
stijgen.
Wordt de extra functie Kort ingescha‐
k
eld in combinatie met het programma
"Snel" dan heeft dat als gevolg een
spoelgang zonder droging en daarmee
ook zonder AutoOpen.
Extra zuinig
De extra functie Extra zuinig verlaagt het
ener
gieverbruik van de programma's
waarvoor de optie beschikbaar is, met
tot wel 20%.
De programmaduur wordt langer om
een optimaa
l afwasresultaat te be‐
reiken.
Onderrek intensief
De extra functie Onderrek intensief ver‐
hoogt de reinigingskracht in de onder‐
ste korf bij de programma's waarvoor
de extra functie beschikbaar is.
Door de langere duur van het afwassen
in de onderst
e korf stijgt het energiever‐
bruik lichtjes.
U kunt de gekozen extra functies voor
het desbetr
effende programma opslaan
(zie "Menu Instellingen, Opslaan extra
functies").
51
Page 52
Programmaopties
Extra droog
De extra functie Extra droog
het droogvermogen van de program‐
ma's waarvoor de extra functie be‐
schikbaar is.
Door de langere werking van de ventila‐
or en de hogere temperatuur tijdens
t
het naspoelen stijgt het energieverbruik.
Inweken
De extra functie Inweken kunt u kie
voor het inweken van aangekoekt vuil
op uw vaatwerk.
Het energie- en waterverbruik stijgt.
Wanneer u poedervormig reinigings‐
middel gebruikt, doet u ca. 5 g r
gingsmiddel in vakje I.
Voorspoelen
De extra functie Voorspoelen kunt u kie‐
en voor het verwijderen van vuil op uw
z
vaatwerk dat gemakkelijk loskomt.
Door de extra voorspoelbeurt wordt de
ogrammaduur langer en stijgt het
pr
energie- en waterverbruik.
verbetert
zen
eini‐
DosControl
(Doseringscontr
Voor een optimaal afwasresultaat past
de afwasaut
loop automatisch aan aan het soort rei‐
nigingsmiddel dat u gebruikt. Afhanke‐
lijk van het programma kunnen de duur
en het energieverbruik daardoor lichtjes
wijzigen.
Als u steeds combinatiereinigingsmid‐
delen gebruikt en de meldingen voor
het bijvullen van zout en naspoelmiddel
u st
oren, kunt u deze meldingen deacti‐
veren (zie rubriek "Menu Instellingen,
Bijvulcontrole"). De werking van de do‐
seringscontrole (DosControl) wordt
daardoor niet beïnvloed.
Wanneer u geen combinatiereini‐
gingsmiddelen meer gebruikt, moet
u het zou
delreservoir weer vullen en de mel‐
dingen voor het bijvullen van zout en
naspoelmiddel (Bijvulcontrole) weer
inschakelen.
omaat het programmaver‐
treservoir en naspoelmid‐
ole)
52
Page 53
Programmaopties
Voorprogrammering met
EcoS
tart
Met de voorprogrammering hebt u drie
lijkheden om de start van het pro‐
moge
gramma uit te stellen (Startuitstel). U
kunt de starttijd of de eindtijd van een
programma instellen. En daarnaast hebt
u ook de mogelijkheid om met de func‐
tie EcoStart gebruik te maken van tijds‐
variabele stroomtarieven.
Bij het gebruik van de voorprogram‐
meri
ng moet u ervoor zorgen dat het
doseerbakje voor het reinigingsmid‐
del droog is. Wrijf het indien nodig
vooraf droog. Anders kan het reini‐
gingsmiddel gaan klonteren en wordt
het daarna niet volledig wegge‐
spoeld.
Gebruik geen vloeibaar reinigings‐
middel. Het reinigingsmiddel zou te
vroeg kunnen wegstromen.
Open de
deur.
U kunt kiezen uit de volgende functies:
Start om:, Einde om: en EcoStart.
Kies de gewenst
U kunt nu de gewenste tijd invoeren.
Wanneer u bij het instellen van de tijden
dere seconden niet op een toets
meer
drukt, schakelt het display terug naar
een bovenliggend menuniveau. U moet
dan uw instellingen opnieuw instellen.
Wanneer u de pijltoetsen ingedrukt
houdt, verspringt de tijd automatisch in
stijgende of dalende zin.
e functie.
Schak
Kies in
Druk op de t
Het controlelampje gaat aan.
el de afwasautomaat in met de
sensortoets .
het hoofdmenu het gewenste
programma.
oets .
53
Page 54
Programmaopties
Start om
Bij de functie Start om: st
gewenste starttijd van het programma
in.
tel met de pijltoetsen de uren in
S
en bevestig met OK.
De uren worden opgeslagen en het cij‐
ferblok voor de minu
S
tel met de pijltoetsen de minu‐
ten in en bevestig met OK.
Het display schakelt terug naar het pro‐
ammamenu.
gr
t de deur.
Slui
Het linkerlampje van de optische func‐
tieco
ntrole knippert langzaam.
Wanneer het ingestelde tijdstip aan‐
breekt, start het gekozen programma
automatisch.
elt u exact de
ten is gemarkeerd.
Einde om
Bij de functie Einde om: st
wenste eindtijd van het programma in.
S
tel met de pijltoetsen de uren in
en bevestig met OK.
De uren worden opgeslagen en het cij‐
ferblok voor de minuten is gemarkeerd.
tel met de pijltoetsen de minu‐
S
ten in en bevestig met OK.
Het display schakelt terug naar het pro‐
ammamenu en de berekende starttijd
gr
wordt weergegeven.
t de deur.
Slui
Het linkerlampje van de optische func‐
tieco
ntrole knippert langzaam.
Wanneer de ingestelde eindtijd niet
haalbaar is doordat de duur van het
programma te lang is, wordt een mel‐
ding weergegeven dat er niet genoeg
tijd is.
Wanneer het berekende starttijdstip
eekt, start het gekozen program‐
aanbr
ma automatisch.
elt u de ge‐
54
Page 55
Programmaopties
EcoStart
Met de functie EcoStart kunt u gebruik‐
mak
en van tijdsvariabele stroomtarie‐
ven. Daarvoor moet u vooraf één keer
tot drie stroomtariefperioden instellen
(zie rubriek "Menu Instellingen,
EcoStart"). Met stroomtariefperiode
wordt bedoeld een periode waarin een
bepaald stroomtarief geldt.
Stel vervolgens de tijd in tegen wanneer
het gekozen programma ten laatste
moet beëindigd zijn.
De afwasautomaat start automatisch in
de goedkoopste stroomtariefperiode en
zorgt ervoor dat het programma beëin‐
digd is tegen de ingestelde tijd.
tel met de pijltoetsen de uren in
S
en bevestig met OK.
De uren worden opgeslagen en het cij‐
ferblok voor de minu
S
tel met de pijltoetsen de minu‐
ten is gemarkeerd.
ten in en bevestig met OK.
Het display schakelt terug naar het pro‐
grammamenu.
Ingestelde tijden wijzigen of wissen
U kunt de ingestelde tijden wijzigen of
het pr
ogramma starten voordat het
weergegeven starttijdstip aanbreekt.
Open de
Druk op de t
Kies de functie met de inge
deur.
oets .
stelde tijd
die u wilt wijzigen of wissen.
Na het bevestigen van het menupunt
Wijzigen ku
nt u de ingestelde tijd wijzi‐
gen.
Na het bevestigen van het menupunt
Wissen w
ordt de ingestelde tijd gewist
en gaat het controlelampje uit.
Kies nu een programma en start het.
t de deur.
Slui
Het linkerlampje van de optische func‐
tieco
ntrole knippert langzaam.
De berekende starttijd van het gekozen
pr
ogramma wordt weergegeven.
Het gekozen programma start automa‐
tisch in
de goedkoopste stroomtarief‐
periode en is ten laatste op het inge‐
stelde eindtijdstip beëindigd.
55
Page 56
Programmaoverzicht
ProgrammaProgrammaverloop
VoorspoelenReinigenTussen‐
spoelen
°C°C
1)
ECO
AutomaticVariabel programmaverloop, sensorgestuurde aanpassing aan de hoeveel‐
Normaal
55 °C
Intensief
75 °C
Speciaal
Snel 40 °C40X45X
Hygiëne692x70X
Extra stil46X64X
Solar Spaar2xXXXX
Pasta/PaellaX74X60X
Zonder bo‐
ek 65 °C
venr
Bierglazen
warm
Apparaat
einigen
r
51X48X
h
eid vaatwerk en de etensresten
Indien
nodig
X55X60X
2x75X60X
X44X57X
X65X60X
34X54
752x70X
47-65Indien
nodig
NaspoelenDrogen
57X
1)
Di
t programma is voor de reiniging van normaal vervuild vaatwerk het efficiëntst qua
De opgegeven waarden zijn volgens EN 50242 berekend. De waarden kunnen in de prak‐
tijk door wisselende omstandigheden of door de invloed van sensoren duidelijk variëren.
Bij de aangegeven duur zijn wij uitgegaan van een normaal huishouden.
Als u programmaopties kiest, wijzigen het verbruik en de duur van de programma's (zie
rubriek "Programmaopties").
3)
Gedeelt
4)
V
elijke belading met licht vervuild vaatwerk
ol met sterk vervuild vaatwerk
57
Page 58
Programmaoverzicht
Gemengd niet-
delicaat vaatwerk
Temperatuurgevoelige glazen
en vaatwerk van kunststof
Gemengd vaatwerk
Kookpotten, pannen, niet-
delicaat porselein en bestek
Vaatwerk dat speciale hygiëne
vereist, bijv. babyflessen of
snijplanken
Alle typisch huishoudelijke
etensresten
Recente etensresten die
gemakkelijk loskomen
Normale etensresten die
lichtjes aangekoekt zijn
Sterk aangekoekte, opge-
droogde, zetmeel- of eiwithou-
dende1) etensresten
Normale etensresten die
lichtjes aangekoekt zijn
Variabel,
sensorgestuurd verloop
Ingekort verloop
Korte programmaduur
Ingekort verloop
Verloop met GlassCare
Ingekort verloop
Zeer stil programma
Water- en
energiebesparend verloop
Ingekort verloop
Gemiddelde
programmawaarden
Ingekort verloop
Maximaal reinigingsvermogen
Ingekort verloop
Voor uiterst hygiënische
reiniging
1)
Zetmeelhoudende etensresten zijn bijv. resten van aardappels, pasta, rijst, stamppot of hutsepot.
Eiwithoudende etensresten zijn bijv. resten van gebraden vlees, vis, eieren, soués of gratins.
Soort vaatwerkSoort etensrestenProgramma-
eigenschappen
58
Page 59
Programmaoverzicht
-
25 ml
of
1 tablet
Automatic
+ Kort
-
20 ml
of
1 tablet
3)
Snel 40 °C
+ Kort
-
20 ml
of
1 tablet
Speciaal
+ Kort
-
25 ml
of
1 tablet
3)
Extra stil
-
25 ml
of
1 tablet
ECO
+ Kort
-
25 ml
of
1 tablet
Normaal 55 °C
+ Kort
10 ml
25 ml
of
1 tablet
Intensief 75 °C
+ Kort
-
25 ml
of
1 tablet
Hygiëne
2)
Zie rubriek "Reinigingsmiddel".
3)
Het is mogelijk dat bepaalde tabletten niet volledig oplossen.
Reinigingsmiddel
Vakje I
2)
Vakje II
2)
Programma
59
Page 60
Programmaoverzicht
Overige programma's
SolarSpaar
Programma zonder verwarming, voor
als de af
op warm water van minstens 45 °C (zie
rubriek "Wateraansluiting, Watertoe‐
voer"). Het programma is geschikt voor
het reinigen van gemengd vaatwerk en
glazen met normale etensresten die
lichtjes aangekoekt zijn.
Pasta/Paella
Programma met lange inweekfasen
voor gemengd vaatwerk, kookpotten,
pannen en niet-delicaat porselein. Dit
programma is bijzonder geschikt voor
het verwijderen van zetmeelhoudende
etensresten zoals pasta, rijst of aardap‐
pelen.
Zonder bovenrek 65 °C
Programma voor bijzonder groot, niet-
emperatuurgevoelig vaatwerk (bijv.
t
zeer grote kookpotten). Om groot vaat‐
werk in de onderste korf te kunnen
plaatsen, neemt u de bovenste korf uit
wanneer u afwast met dit programma.
Het programma heeft een gemiddeld
tot sterk verloop voor het verwijderen
van normale etensresten die lichtjes
aangekoekt zijn.
wasautomaat aangesloten is
Bierglazen warm
Programma zonder naspoelmiddeldo‐
sering
en droging voor het reinigen van
bierglazen. Het helpt te zorgen voor een
stabiele schuimkraag.
Apparaat reinigen
De spoelruimte van de afwasautomaat
reinigt zichzelf grotendeels vanzelf.
Wanneer zich echter toch resten of aan‐
slag hebben afgezet, gebruikt u voor
het reinigen het programma "Apparaat
reinigen", zonder belading. Het pro‐
gramma is afgestemd op het reinigen
van de spoelruimte met behulp van on‐
derhoudsproducten (machinereiniger,
onderhoudsmiddel) (zie rubriek "Mits
toeslag verkrijgbaar toebehoren, Onder‐
houd van het toestel"). Neem daarbij
ook de aanwijzingen in acht die op de
verpakking van de reiniger vermeld
staan.
60
Page 61
Reiniging en onderhoud
Controleer regelmatig (ongeveer alle
4 - 6 maanden) de algemene toe‐
stand van uw afwasautomaat. Dat
help storingen te voorkomen voordat
ze optreden.
Alle opper
voor krassen.
Alle oppervlakken kunnen verkleuren
of wijzig
in contact komen met ongeschikte
reinigingsmiddelen.
vlakken zijn gevoelig
ingen ondergaan wanneer ze
Spoelruimte reinigen
De spoelruimte is vrijwel zelfreinigend
wanneer u al
afwasmiddel gebruikt.
Als zich toch bijv. kalk of vet hebben af‐
zet, kunt u deze afzettingen met spe‐
ge
ciale reiniger weer verwijderen (verkrijg‐
baar via de Miele klantendienst of in in‐
ternet onder www.miele-shop.com). Let
daarbij op de instructies op de verpak‐
king van het reinigingsmiddel.
Als voornamelijk spoelprogramma's
met lage
(< 50 °C) worden gebruikt, bestaat het
gevaar van vorming van kiemen en
geuren in de spoelruimte. Nadat meer‐
maals programma's zijn gebruikt met
lage temperatuur verhoogt de afwasau‐
tomaat automatisch de temperatuur in
de laatste spoelbeurt van het gekozen
programma. Daardoor wordt de vor‐
ming van afzettingen en geuren verme‐
den.
tijd de juiste hoeveelheid
reinigingstemperaturen
Deurdichting en deur reinigen
De waterstralen kunnen de deurdichting
en de zijkant
wasautomaat niet reinigen, doordat ze
er niet bij kunnen. Er kan daar bijgevolg
schimmelvorming optreden.
ntroleer de deurdichting regelma‐
Co
tig en verwijder eventuele etensresten
met een vochtige doek.
eeg gemorste etens- en drankresten
V
van de zijkanten van de deur af.
en van de deur van de af‐
Bedieningspaneel reinigen
Reinig het bedieningspaneel alleen
met een vochtige doek.
Lichtgeleider reinigen
De lichtgeleider van de optische func‐
tieco
ntrole bevindt zich in de afdekplaat
onder het werkblad.
Reinig de lichtgeleider wanneer dat
is. Gebruik hiervoor alleen een
nodig
vochtige doek of een normaal reini‐
gingsmiddel voor kunststof.
Rein
ig de zeven in de spoelruimte re‐
gelmatig.
61
Page 62
Reiniging en onderhoud
Front van het toestel reinigen
Als vuil er lange
kan het soms niet meer worden ver‐
wijderd en kunnen de oppervlakken
verkleuren of wijzigingen ondergaan.
Vuil verwijdert u het best direct.
Rein
ig het front van het toestel met
een schone sponsdoek, handafwas‐
middel en warm water. Wrijf het front
vervolgens droog met een zachte
doek.
U kunt om te reinigen ook een scho‐
ne vochtige microvezeldoek zonder
reinigingsmiddel gebruiken.
re tijd op inwerkt,
Om schade aan de oppervlakken te
voork
omen, mogen de volgende mid‐
delen niet worden gebruikt om de
oppervlakken te reinigen:
– reinigingsmiddelen die soda, ammo‐
k, zuur of chloor bevatten,
nia
– kalkoplossende reinigingsmiddelen,
– schurende reinigingsmiddelen, zoals
urpoeder, schuurmelk, poetsste‐
schu
nen,
– reinigingsmiddelen met oplosmiddel,
– reinigingsmiddelen voor roestvrij
staal,
– afwasmiddelen voor de afwasauto‐
maat,
– ovenreinigingsmiddelen,
– glasreinigers,
– schurende harde borstels en
Op de bodem van de spoelruimte be‐
vindt zich een z
zeefcombinatie houdt het ergste vuil te‐
gen dat in het afwaswater zit. Zo wordt
voorkomen dat het vuil eerst in het cir‐
culatiesysteem en vervolgens via de
sproeiarmen weer in de spoelruimte te‐
rechtkomt.
eefcombinatie. Deze
U mag niet afwassen zonder
z
eefcombinatie!
De zeefcombinatie kan na verloop van
tijd door het vuil verst
lang dat duurt, hangt af van uw huis‐
houden.
Op het display wordt om de 50 afwas‐
ten (fabrieksinstelling) de melding
beur
Zeefcombinatie control. weergegeven.
Via de instelling "Controle zeefcombi‐
natie" kunt u de lengte instellen van het
interval waarmee u aan de controle van
de zeefcombinatie wordt herinnerd. U
kunt een interval tussen 30 en 60 af‐
wasbeurten instellen (zie rubriek "Menu
Instellingen, Controle zeefcombinatie").
Co
ntroleer de zeefcombinatie.
Reinig de zeefcombinatie indien no‐
dig.
opt raken. Hoe‐
Zeefcombinatie reinigen
Schak
Ontgr
Nee
V
het circulatiesysteem terechtkomen
en dat het verstopt raakt.
el de afwasautomaat uit.
endel de zeefcombinatie
door de greep naar achteren te draai‐
en.
m de zeefcombinatie uit het toe‐
stel . Ontdoe de zeefcombinatie
van grove resten. Spoel de zeefcom‐
binatie onder stromend water goed
af.
Gebruik daarbij eventueel een bor‐
stel.
oorkom dat er grove resten in
Bevesti
OK.
De melding verdwijnt.
Het display schak
scherm voor de programmakeuze.
g vervolgens de melding met
elt over naar het
63
Page 64
Reiniging en onderhoud
Om de binnenkant van het tuitvormige
gedeelt
nen reinigen, moet u het eerst openen:
Doe
Rein
Klap het klepje weer dicht en laat het
e van de zeefcombinatie te kun‐
dat door de greepjes naar elkaar
toe te drukken (zie pijlen) en het
klepje open te klappen .
ig alle delen onder stromend wa‐
ter.
kken.
vastkli
Plaats de z
deze plat tegen de bodem van de
spoelruimte aanligt.
ergrendel vervolgens de zeefcombi‐
V
natie door de greep van achteren
naar voren te draaien, totdat de pijl‐
tjes naar elkaar toe wijzen.
De z
geplaatst en vergrendeld zijn.
Is dat niet het geval, dan is het mo‐
ge
lijk dat grove resten in het circula‐
tiesysteem terechtkomen en dat het
verstopt raakt.
eefcombinatie zo terug dat
eefcombinatie moet goed
64
Page 65
Sproeiarmen reinigen
Het is mogelijk dat er etensresten vast
zitten in de sproeikoppen en de
gaan
lagering van de sproeiarmen. Contro‐
leer de sproeiarmen daarom regelmatig
(ongeveer om de 4 tot 6 maanden).
Reiniging en onderhoud
Schak
Verwijder de sproeiarmen als volgt:
T
Druk de bovenst
Druk de mid
el de afwasautomaat uit.
rek (indien aanwezig) de besteklade
naar buiten.
e sproeiarm om‐
hoog zodat de tanden in elkaar
grijpen en schroef de sproeiarm af.
delste sproeiarm om‐
hoog zodat de tanden in elkaar
grijpen en schroef de sproeiarm af .
rek de onderste sproeiarm krachtig
T
naar boven toe en verwijder deze.
Druk de et
pen met een scherp voorwerp naar
binnen.
ensresten in de sproeikop‐
T
rek de onderste korf naar buiten.
Spoel de spr
mend water goed af.
Zet de sproeiarmen terug en contro‐
leer dat ze vrij kunnen draaien.
oeiarmen onder stro‐
65
Page 66
Wat gedaan als ...
De meeste storingen en problemen die zich bij het dagelijkse gebruik kunnen
voor
doen, kunt u zelf verhelpen. In heel wat gevallen bespaart u tijd en kosten
doordat u dan geen beroep hoeft te doen op de dienst Herstellingen aan huis van
Miele.
De volgende tabellen kunnen u helpen om de oorzaken van bepaalde storingen en
oblemen te vinden en deze te verhelpen. Neem wel de volgende opmerkingen in
pr
acht:
Door ondeskun
aanzienlijke gevaren ontstaan.
Herstellingen aan elektrische toestellen mag u enkel en alleen door een erkende
n of vakvrouw laten uitvoeren.
vakma
dig uitgevoerde herstellingen kunnen er voor de gebruiker
Technische storingen
ProbleemOorzaak en oplossing
De afwasautomaat start
niet.
De afwasautomaat
st
opt met afwassen.
Nadat het programma
is gestar
tische functiecontrole
niet branden.
t ziet u de op‐
De deur is niet goed gesloten.
Druk de d
klikt.
De stekker zit niet in het stopcontact.
teek de stekker in het stopcontact.
S
De zekering in uw zekeringkast is gesprongen.
Schak
plaatje).
De afwasautomaat is niet ingeschakeld.
Schak
De zekering in uw zekeringkast is gesprongen.
Schak
plaatje).
Als de z
op met de dienst Herstellingen aan huis van Miele.
De lichtgeleider is niet correct geplaatst.
Plaats de lichtgeleider juist (zie montageschets).
eur dicht. Zorg ervoor dat de deur vast‐
el de zekering in (min. zekering: zie type-
el de afwasautomaat in met de toets .
el de zekering in (min. zekering: zie type-
ekering opnieuw springt, neemt u contact
66
Page 67
ProbleemOorzaak en oplossing
Alle lampjes van de op‐
tische functiec
knipperen snel.
Het waarschuwingssig‐
naal weerklinkt.
Op het display wordt
een van de volgende
foutmeldingen weerge‐
geven:
Technische storing FXX
Storing Waterproof
Technische storing F78
ontrole
Voordat u de storing verhelpt:
akel de afwasautomaat uit met de sensor‐
Sch
toets .
Er kan sprake zijn van een technische storing.
Wacht een paar seconden. Daarna gaat u als volgt te
werk:
Schak
Kies het gewenst
Sluit de deur
Wordt de foutmelding opnieuw weergegeven, dan is
er spr
Neem con
Het Waterproof System heeft gereageerd.
Dr
Neem co
Er is een storing opgetreden in de circulatiepomp.
Schak
Schak
Kies he
Slui
Wordt de foutmelding opnieuw weergegeven, dan is
er spr
Nee
el de afwasautomaat weer in.
e programma.
.
ake van een technische storing.
tact op met de dienst Herstellingen aan
huis van Miele.
aai de waterkraan dicht.
ntact op met de dienst Herstellingen aan
huis van Miele.
el de afwasautomaat uit met de sensortoets
en wacht minstens 30 seconden.
el de afwasautomaat weer in.
t gewenste programma.
t de deur.
ake van een technische storing.
m contact op met de dienst Herstellingen aan
huis van Miele.
Wat gedaan als ...
67
Page 68
Wat gedaan als ...
ProbleemOorzaak en oplossing
Alle lampjes van de op‐
tische functiec
ontrole
knipperen snel.
Het waarschuwingssig‐
naal weerklinkt.
Op het display wordt
een van de volgende
foutmeldingen weerge‐
geven:
Storing AutoCloseSoms wordt de deur door een voorwerp geblokkeerd.
Storing AutoOpenEr kan sprake zijn van een technische storing.
Voordat u de storing verhelpt:
akel de afwasautomaat uit met de toets .
Sch
Als de
deur door een voorwerp geblokkeerd is,
verwijdert u het obstakel en schakelt u de afwas‐
automaat weer in.
W
ordt de foutmelding opnieuw weergegeven, dan
neemt u contact op met de dienst Herstellingen
aan huis van Miele.
Open de deur manueel.
ordt de foutmelding opnieuw weergegeven, dan
W
neemt u contact op met de dienst Herstellingen
aan huis van Miele.
68
Page 69
Storingen in de watertoevoer
ProbleemOorzaak en oplossing
Alle lampjes van de op‐
tische functiec
knipperen snel.
Het waarschuwingssig‐
naal weerklinkt.
Op het display wordt
een van de volgende
foutmeldingen weerge‐
geven:
Storing watertoevoer;
draai de kraan open.
Storing watertoevoer
Tijdens het programma
Solar Spaar wor
display de volgende
foutmelding weergege‐
ven:
Temp. instr. water te laag
ontrole
dt op het
De waterkraan is nog dichtgedraaid.
aai de waterkraan helemaal open.
Dr
Voordat u de storing verhelpt:
akel de afwasautomaat uit met de sensor‐
Sch
toets .
Storing in de watertoevoer.
aai de waterkraan helemaal open. Start het pro‐
Dr
gramma opnieuw.
Reini
De str
g de filter in de watertoevoer (zie rubriek
"Storingen verhelpen").
omingsdruk bij de wateraansluiting is lager
dan 30 kPa (0,3 bar).
Vraag de installateur om een oplossing.
Het instromende water heeft de vereiste temperatuur
va
n 45 °C niet bereikt (zie rubriek "Wateraansluiting,
Watertoevoer").
S
tart het programma opnieuw.
Als de foutmelding
gebruikt u een ander programma.
Wat gedaan als ...
opnieuw wordt weergegeven,
69
Page 70
Wat gedaan als ...
Storingen in de waterafvoer
ProbleemOorzaak en oplossing
Alle lampjes van de op‐
tische functiec
knipperen snel.
Het waarschuwingssig‐
naal weerklinkt.
Op het display wordt de
volgende foutmelding
weergegeven:
Storing waterafvoer
ontrole
Voordat u de storing verhelpt:
hakel de afwasautomaat uit met de toets .
Sc
Storing in de waterafvoer.
Het is mog
ruimte.
Reini
onderhoud, Zeefcombinatie reinigen").
Reini
helpen").
Reini
verhelpen").
erwijder eventuele knikken of lussen in de af‐
V
voerslang.
elijk dat er zich water bevindt in de spoel‐
g de zeefcombinatie (zie rubriek "Reiniging en
g de afvoerpomp (zie rubriek "Storingen ver‐
g de terugslagklep (zie rubriek "Storingen
70
Page 71
Algemene problemen met de afwasautomaat
ProbleemOorzaak en oplossing
De deur kan niet wor‐
den g
eopend door erop
te kloppen.
De binnenruimteverlich‐
ting wordt niet inge‐
schakeld wanneer de
deur wordt geopend.
Op het display wordt de
volgende foutmelding
wee
rgegeven:
Sluiting zoutreserv.
Wanneer een program‐
ma bezig is, weerklinkt
ook het waarschu‐
wingssignaal en de op‐
tische functiecontrole
knippert.
In het doseerbakje voor
einigingsmiddel
het r
zijn na het afwaspro‐
gramma resten reini‐
gingsmiddel achterge‐
bleven.
Het klepje van het do‐
seerbakje voor het rei‐
nigingsmiddel gaat niet
goed dicht.
De functie Knock2open voor het openen van de deur is
perma
nent uitgeschakeld.
akel de functie voor het openen van de deur
Sch
weer in (zie rubriek "Menu Instellingen,
Knock2open").
Als de functie voor het openen van de deur niet werkt
of
wanneer de stroom uitgevallen is, kunt u de deur
ook manueel openen met het bijgeleverde hulpmiddel
voor het openen van de deur (zie rubriek "Toestel
voor het eerst in gebruik nemen, Hulpmiddel voor het
openen van de deur").
De binnenruimteverlichting werd permanent uitge‐
schakeld.
Schak
Het klepje van het zoutreservoir is niet goed gesloten.
Sluit het kle
Het klepje van het zoutreservoir is opengegaan
tijdens een
Schak
Sluit het klepje van
S
Het doseerbakje voor het reinigingsmiddel was nog
voch
Z
Er zijn resten reinigingsmiddel achtergebleven die de
sluiting blokkeren.
V
el de binnenruimteverlichting weer in (zie ru‐
briek "Menu Instellingen, BrilliantLight").
pje van het zoutreservoir.
programma.
el de afwasautomaat met de toets uit en
vervolgens weer in.
het zoutreservoir.
tart het programma opnieuw.
tig toen het reinigingsmiddel werd gedoseerd.
org er bij het doseren van het reinigingsmiddel
voor dat het doseerbakje voor het reinigingsmid‐
del droog is.
erwijder de resten reinigingsmiddel.
Wat gedaan als ...
71
Page 72
Wat gedaan als ...
ProbleemOorzaak en oplossing
Na afloop van het pro‐
gr
amma zit er een
vochtlaag op de binnen‐
kant van de deur en
mogelijk ook op de bin‐
nenwanden.
Na afloop van het af‐
waspr
ogramma zit er
water in de spoelruimte.
Dat is eigen aan de normale werking van het droog‐
syst
eem. Het vocht verdampt na een tijdje.
Voordat u de storing verhelpt:
Schak
De zeefcombinatie in de spoelruimte is verstopt.
Reini
De afvoerpomp of de terugslagklep is geblokkeerd.
Reini
Er zit een knik in de afvoerslang.
Haal de knik uit de afvoerslang.
el de afwasautomaat uit met de sensor‐
toets .
g de zeefcombinatie (zie rubriek "Reiniging en
onderhoud, Zeefcombinatie reinigen").
g de afvoerpomp of de terugslagklep (zie ru‐
briek "Storingen verhelpen").
72
Page 73
Geluiden
ProbleemOorzaak en oplossing
Kloppend geluid in de
spoe
lruimte
Klapperend geluid in de
spoelruim
Kloppend geluid in de
wa
terleiding
te
Een sproeiarm slaat tegen vaatwerk.
nderbreek het programma en verplaats het vaat‐
O
werk dat in de weg zit van de sproeiarmen.
Het vaatwerk in de spoelruimte beweegt.
Onderb
goed vast.
Er bevindt zich iets in de afvoerpomp (bijv. een ker‐
senpit).
V
ringen verhelpen, Afvoerpomp en terugslagklep
reinigen").
Wordt eventueel veroorzaakt door de manier waarop
de wat
ding een te kleine diameter heeft.
Heeft geen invloed op de werking van de afwas‐
au
reek het programma en zet het vaatwerk
erwijder het uit de afvoerpomp (zie rubriek "Sto‐
erleiding is gemonteerd of doordat de waterlei‐
tomaat. Raadpleeg eventueel de installateur.
Wat gedaan als ...
73
Page 74
Wat gedaan als ...
Onbevredigend resultaat
ProbleemOorzaak en oplossing
Het vaatwerk is niet
schoon.
Het vaatwerk werd niet juist geplaatst.
Neem de opmerkingen in acht die vermeld staan
de rubriek "Vaatwerk en bestek in de afwasau‐
in
tomaat plaatsen".
Het programma was te zwak.
Kies een st
maoverzicht").
Het gaat om hardnekkig vuil terwijl het vaatwerk glo‐
baal ge
Gebruik de
"Menu Instellingen, Automatic").
Er werd te weinig reinigingsmiddel gedoseerd.
Gebruik meer r
reinigingsmiddel.
De sproeiarmen zijn geblokkeerd door het vaatwerk.
Contr
en verplaats het vaatwerk eventueel.
erker programma (zie rubriek "Program‐
zien niet erg vuil was (bijv. theeresten).
programmaoptie Automatic (zie rubriek
einigingsmiddel of kies een ander
oleer dat de sproeiarmen vrij kunnen draaien
74
De zeefcombinatie in de spoelruimte is niet schoon of
niet juist geplaatst.
Daar
door kunnen ook de sproeikoppen van de
sproeiarmen verstopt zijn.
Reini
Reini
De terugslagklep is in geopende toestand geblok‐
k
Reini
g de zeefcombinatie of plaats de zeefcombi‐
natie juist.
g indien nodig de sproeikoppen van de
sproeiarmen (zie rubriek "Reiniging en onderhoud,
Sproeiarmen reinigen").
eerd. Vuil water loopt terug naar de spoelruimte.
g de afvoerpomp en de terugslagklep (zie ru‐
briek "Storingen verhelpen").
Page 75
ProbleemOorzaak en oplossing
Op glazen en bestek
bli
jven strepen achter.
Glazen krijgen een
blauwachtige sluier. De‐
ze aanslag kan er vanaf
worden geveegd.
Het vaatwerk wordt niet
dr
oog of glazen en be‐
stek vertonen vlekken.
Glazen vertonen een
bruinachtige/blauwach‐
tige verkleuring. De
neerslag kan niet wor‐
den afgeveegd.
Glazen worden mat en
verk
leuren. De neerslag
kan niet worden afge‐
veegd.
Er is een te hoge naspoelmiddeldosering ingesteld.
erminder de dosering (zie rubriek "Menu Instel‐
V
lingen, Naspoelmiddel").
De naspoelmiddeldosering is te laag of het naspoel‐
middelr
V
Het vaatwerk werd te vroeg uit het toestel gehaald.
Haal he
U gebruikt combinatiereinigingsmiddelen waarvan het
dr
Gebruik een ander r
Er hebben zich stoffen uit het reinigingsmiddel afge‐
z
Kies o
De glazen zijn niet geschikt voor de afwasautomaat.
Er vindt een opper
Geen st
eservoir is leeg.
ul het naspoelmiddelreservoir met naspoelmid‐
del, verhoog de dosering of kies bij de volgende
vulling een ander naspoelmiddel (zie rubriek "Toe‐
stel voor het eerst in gebruik nemen, Naspoelmid‐
del").
t vaatwerk later uit het toestel (zie rubriek
"Bediening").
oogvermogen te zwak is.
spoelmiddelreservoir met naspoelmiddel (zie ru‐
briek "Toestel voor het eerst in gebruik nemen,
Naspoelmiddel").
et.
nmiddellijk een ander reinigingsmiddel.
vlaktewijziging plaats.
oring!
Koop glazen die geschikt zijn voor de afwasauto‐
maat.
Wat gedaan als ...
einigingsmiddel of vul het na‐
75
Page 76
Wat gedaan als ...
ProbleemOorzaak en oplossing
Thee of lippenstift
wor
dt niet volledig ver‐
wijderd.
Kunststofonderdelen
verkleurd.
zijn
Er is witte neerslag op
het vaatwe
en het bestek zijn melk‐
achtig geworden. De
neerslag kan worden
afgeveegd.
rk. De glazen
Het gekozen programma heeft een te lage reinigings‐
t
emperatuur.
Kies een pr
temperatuur.
Het reinigingsmiddel heeft een te lage bleekwerking.
Gebruik een ander r
Natuurlijke kleurstoffen, bijv. uit wortels, tomaten of
etchup, kunnen hiervan de oorzaak zijn. De hoeveel‐
k
heid reinigingsmiddel of de bleekwerking van het rei‐
nigingsmiddel was te gering voor natuurlijke kleur‐
stoffen.
Gebruik meer r
ning, Reinigingsmiddel").
Reeds verkleurde onderdelen krijgen de oorspron‐
kelijke kleur niet terug.
De naspoelmiddeldosering is te laag.
erhoog de dosering (zie rubriek "Menu Instel‐
V
lingen, Naspoelmiddel").
Er zit geen zout in het zoutreservoir.
ul het zoutreservoir met regenereerzout (zie ru‐
V
briek "Toestel voor het eerst in gebruik nemen,
Regenereerzout").
ogramma met een hogere reinigings‐
einigingsmiddel (zie rubriek "Bedie‐
einigingsmiddel.
76
Er zijn ongeschikte combinatiereinigingsmiddelen ge‐
bruikt.
Gebruik een ander r
eventueel normale tabletten of normaal poeder‐
vormig reinigingsmiddel.
De desbetreffende bestekonderdelen zijn onvoldoen‐
de r
oestbestendig.
een storing!
G
Koop bestek dat vaatwasserbestendig is.
Nadat u het zoutreservoir met regenereerzout hebt
d, werd geen programma gestart. Zoutresten
gevul
zijn in het normale afwasproces terechtgekomen.
S
tart na het vullen van het zoutreservoir met zout
altijd het programma Snel in combinatie met de
programmaoptie Kort, zonder vaatwerk.
Wat gedaan als ...
77
Page 78
Storingen verhelpen
Filter in de watertoevoer reini‐
gen
Ter bescherming van de watertoevoers‐
ang zit er in de schroefkoppeling (war‐
l
tel) een filter. Is die vuil, dan loopt er te
weinig water in de spoelruimte.
Het kun
wateraansluiting bevat een elektrisch
onderdeel.
Dompel het omhulsel dus niet in
vlo
eistof.
Aanbeveling
Weet u uit ervaring dat uw water veel
zinksel bevat, dan raden wij u aan
be
een grotere waterfilter tussen de water‐
kraan en de schroefkoppeling van de
watertoevoer te plaatsen.
Deze waterfilter (M.-Nr.: 2665352) is
verkrijgbaar bij uw Miele-handelaar of
via de dienst Onderdelen en toebeho‐
ren van Miele.
Ga als volgt te werk om de filter te
r
einigen:
Ontk
elektriciteitsnet.
Daartoe schakelt u de afwasauto‐
maat uit en trekt u de stekker uit het
stopcontact.
Dr
aai de waterkraan dicht.
Ontk
de waterkraan door de schroefkop‐
peling eraf te draaien.
ststofomhulsel van de
oppel de afwasautomaat van het
oppel de watertoevoerslang van
Neem de dichtingsring uit de schroef‐
koppeling.
rek de filter met een combinatie- of
T
punttang uit en reinig deze.
Plaats de filt
rug. Controleer dat de dichtingsring
goed zit.
t de watertoevoerslang weer aan
Slui
op de waterkraan door de schroef‐
koppeling erop te draaien. Zorg er‐
voor dat u de schroefkoppeling niet
schuin op de waterkraan draait.
Dr
aai de waterkraan open.
Als er water lekt, is de schroefkoppeling
mogelijk niet stevig genoeg vastge‐
draaid of misschien zit deze schuin op
de waterkraan.
Z
et de schroefkoppeling van de wa‐
tertoevoerslang recht op de water‐
kraan en draai deze stevig vast.
er en de dichtingsring te‐
78
Page 79
Afvoerpomp en terugslagklep
r
einigen
Als er zich water in de spoelruimte be‐
vindt na afloo
betekent dit dat het niet is wegge‐
pompt. Mogelijk wordt de afvoerpomp
of de terugslagklep geblokkeerd door
voorwerpen. Deze kunt u gemakkelijk
verwijderen.
p van een programma,
Storingen verhelpen
V
erwijder alle voorwerpen die de te‐
rugslagklep blokkeren.
Ontk
Nee
Schep het water met een bekertje uit
Druk de ver
oppel de afwasautomaat van het
elektriciteitsnet. Daartoe schakelt u
de afwasautomaat uit en trekt u de
stekker uit het stopcontact.
m de zeefcombinatie uit de
spoelruimte (zie rubriek "Reiniging en
onderhoud, Zeefcombinatie reini‐
gen").
de spoelruimte.
grendeling van de terug‐
slagklep naar binnen .
Onder de terugslagklep bevindt zich de
afvoerpomp (zie pijl).
erwijder voorzichtig alle voorwerpen
V
die de afvoerpomp blokkeren. Hou er
rekening mee dat glassplinters bij‐
zonder moeilijk te zien zijn. Draai ter
controle het loopwiel van de afvoer‐
pomp met de hand. Het loopwiel
draait niet soepel, maar schoksge‐
wijs.
et de terugslagklep weer zorgvuldig
Z
op zijn plaats.
De t
val vastklikken!
Reinig de afvoerpomp en de t
rugslagklep voorzichtig. Zo vermijdt
u dat u delicate onderdelen bescha‐
digt.
erugslagklep moet in elk ge‐
e‐
il de terugslagklep omhoog en ver‐
T
wijder de terugslagklep . Spoel de‐
ze vervolgens onder stromend water
goed af.
79
Page 80
Dienst Herstellingen aan huis van Miele
Herstellingen
Neem bij storingen of problemen die u
elf kunt verhelpen, contact op
niet z
met:
– uw Miele-handelaar of
– de dienst Herstellingen aan huis van
Miele.
Het telefoonnummer van de dienst
Herst
ellingen aan huis van Miele
vindt u achter in deze gebruiksaan‐
wijzing.
Om u gericht te kunnen helpen, heeft
ienst Herstellingen aan huis van
de d
Miele het model/toesteltype en het se‐
rienummer van uw afwasautomaat no‐
dig. Beide gegevens vindt u op het ty‐
peplaatje aan de rechterzijkant van de
deur, wanneer deze openstaat.
Duur en voorwaarden van de
antie
gar
De duur van de garantie bedraagt 2
.
jaar
Voor testinstituten
In de br
tests vindt u alle vereiste informatie
over vergelijkende tests en geluidsme‐
tingen.
Aarzel niet om deze up-to-date brochu‐
re aan te vragen door een e-mail te stu‐
ren naar:
– testinfo@miele.de
Geef daarbij het model/toesteltype en
het serien
maat op (zie typeplaatje) en vermeld
ook uw adres.
ochure met vergelijkende
ummer van de afwasauto‐
Meer informatie vindt u in de meegele‐
de garantievoorwaarden.
ver
80
Page 81
Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren
Voor deze afwasautomaat zijn afwas-,
r
einigings- en onderhoudsmiddelen ver‐
krijgbaar als mits toeslag verkrijgbaar
toebehoren.
Al deze producten zijn afgestemd op de
Miele-toestellen.
U kunt deze producten en tal van ande‐
r
e interessante producten bestellen via
de Miele Online Shop (www.shop.mie‐
le.be).
U kunt ze ook verkrijgen bij uw Mielehandelaar of via de dienst Onderdelen
en toehoren van Miele.
Afwasmiddelen
Uw keuze voor een Miele-afwasauto‐
maat i
s een keuze voor superieure kwa‐
liteit en optimale resultaten. Om van de
beste resultaten te blijven genieten, is
het belangrijk dat u de juiste afwasmid‐
delen gebruikt. Niet alle middelen die in
de handel verkrijgbaar zijn, bieden even
goede reinigingsresultaten in elke af‐
wasautomaat.
Daarom heeft Miele speciale afwasmid‐
delen ontwikkeld voor Miele-afwasauto‐
maten: de Miele CareCollection.
Tabletten
– Glanzende resultaten, zelfs bij hard‐
nekkig vuil
– Combinatiereinigingsmiddel (met
meer
dere functies: bijv. naspoelmid‐
del, zout en bescherming tegen glas‐
corrosie)
– Fosfaatvrij: goed voor het milieu
– Hoeven niet te worden uitgepakt: fo‐
lie lost op in water
Poeder
– Met actieve zuurstof voor grondige
einiging
r
– Met enzymen: heel schoon bij lage
emperaturen
t
– Met speciale receptuur die be‐
sche
rmt tegen glascorrosie
Naspoelmiddel
– Stralende glans voor uw glazen
– Ondersteunt de droging van uw vaat‐
werk
– Met speciale receptuur die be‐
sche
rmt tegen glascorrosie
– Precies en gemakkelijk te doseren
dankzij de speciale dop
Regenereerzout
– Beschermt het toestel en het vaat‐
werk t
egen kalkafzetting
– Extra grove korrel
81
Page 82
Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren
Onderhoud van het toestel
Er zijn reinigings- en onderhoudspro‐
en van Miele verkrijgbaar om uw
duct
Miele-afwasautomaat optimaal te on‐
derhouden.
Machinereiniger
– Doeltreffende grondige reiniging van
de afwasaut
– Verwijdert vet en bacteriën en neutra‐
li
seert daaruit resulterende geurtjes
– Garandeert perfect afwasresultaten
Ontkalker
– Verwijdert sterke kalkafzetting
– Zacht en behoedzaam dankzij na‐
ijk citroenzuur
tuurl
Onderhoudsmiddel
– Neutraliseert geurtjes en verwijdert
en lichte afzetting
kalk
– Handhaaft de elasticiteit en ondoor‐
dringbaarheid van de afdichtingen
Geurblok
– Neutraliseert onaangename geurtjes
omaat
Toebehoren
Het is mogelijk dat sommige accessoi‐
es al tot de standaarduitrusting beho‐
r
ren; dit hangt van het model af.
Inzet voor de cappuccinatore
U kunt de inzet voor de cappuccinatore
in de bovenst
schillende delen van de cappuccinatore
van Miele af te wassen.
Bestekkorf
U kunt de bestekkorf in de onderste
orf van een afwasautomaat met een
k
besteklade plaatsen om nog meer be‐
stek te kunnen afwassen.
Glasbeugel
U kunt een glasbeugel in de onderste
k
orf plaatsen zodat glazen met een ex‐
tra lange steel steviger staan.
Miele@home
Met de Miele@home communicatiemo‐
dule en de Miele@ho
bent u constant over uw afwasauto‐
maat geïnformeerd
e korf plaatsen om de ver‐
me InfoControlPlus
– Zorgt voor een frisse en aangename
r van limoen en groene thee
geu
– Gemakkelijk te bevestigen in de korf
– Gaat zeer lang mee: 60 afwasbeurten
82
Page 83
Miele@home
a
Huishoudelijke toestellen die op het Miele@home - systeem kunnen worden
esloten
aang
b
Miele@home communicatiestick XKS3000Z en communicatiemodule
XKM3000Z
c
Toestel dat op het Miele@home - systeem kan worden aangesloten en over de
SuperV
d
Miele@home gateway XGW3000
e
WiFi-Router
f
Aansluiting op home automation - systemen
g
Smartphone, Tablet-PC, Laptop
h
Aansluiting op Internet
ision - functie beschikt
83
Page 84
Miele@home
Uw toestel / is een int
raat dat kan worden geïntegreerd in het
Miele@home-systeem via een commu‐
nicatie-module optioneel verkrijgbaar
en eventueel een aanpassingsmodule.
In het Miele@home - systeem zenden
de huisho
communicatiemodule informatie en tips
m.b.t. het programmaverloop naar een
display-apparaat , bijv. een oven met
SuperVision - functie.
Het weergeven van informatie en het
bestur
– SuperVision toestel
Op het d
toestellen, kan de status van andere
linkbare toestellen worden weergege‐
ven.
– Mobiele eindapparaten
Met een
phone kunnen in het WLAN-bereik
binnenshuis gegevens over de
status van de huishoudelijke toestel‐
len worden weergegeven en enkele
besturingsbevelen worden uitge‐
voerd.
udelijke toestellen met een
en van toestellen
isplay van sommige linkbare
PC, laptop, tablet of smart‐
eractief appa‐
SmartStart (afhankelijk van toestel)
De huishoudelijke toestellen die ge‐
schikt zij
tomatisch worden gestart op een mo‐
ment dat de energieprijs gunstig is of
wanneer er voldoende goedkope
stroom (bijv. van het fotovoltaïsch zon‐
nesysteem) beschikbaar is.
Optionele accessoires (afhankelijk
van t
– Communicatiemodule XKM3000Z of
– Upgrade kit voor de communicatie
– Miele@home gateway XGW3000
Deze accessoires worden geleverd met
een installatie- en een gebruiksaanwij‐
zing.
Meer informatie
Meer informatie over Miele@home vindt
u op de w
bruiksaanwijzingen van de afzonderlijke
Miele@home - componenten.
n voor Smart Grid kunnen au‐
oestel)
com
municatie Stick XKS3000Z
voo
rbereiding XKV
ebsite van Miele en in de ge‐
– Huisnetwerk
Met het Mie
u een huisnetwerk installeren. Met
behulp van de Miele@home gateway
kunnen toestellen die met een
communicatiemodule zijn uitgerust
worden geïntegreerd in andere huis‐
netwerksystemen.
– In Duitsland kunnen de voor commu‐
nic
atie geschikte huishoudelijke toe‐
stellen als alternatief voor de Mie‐
le@home gateway in het QIVICON
Smart Home platform worden geïnte‐
greerd (www.qivicon.de).
84
le@home - systeem kunt
Page 85
Elektrische aansluiting
De afwasautomaat is standaard voor‐
zien van
voor aansluiting op een stopcontact
met aarding.
De afw
den geplaatst dat het stopcontact
vrij toegankelijk blijft. Gebruik om
veiligheidsredenen geen verlengka‐
bel. Het gebruik van een verlengka‐
bel verhoogt bijv. het gevaar voor
brand door oververhitting.
Wanneer de aansluitkabel beschadigd
is, moet de
sluitkabel van hetzelfde type worden
vervangen (verkrijgbaar via de dienst
Onderdelen en toebehoren van Miele).
Om veiligheidsredenen mag de aan‐
sluitkabel alleen door gekwalificeerde
vakmensen of door de dienst Herstellin‐
gen aan huis van Miele worden vervan‐
gen.
Het toestel mag niet op gelijkstroomwisselstr
sloten, die bijv. bij stroomvoorzieningop zonne-energie worden gebruikt. In
dat geval kunnen er zich bij het inscha‐
kelen van het toestel spanningspieken
voordoen, die ertoe kunnen leiden dat
het toestel wordt uitgeschakeld om vei‐
ligheidsredenen. De elektronische be‐
sturing kan beschadigd raken!
De stekker van de aansluitkabel van de
afwasautomaat mag niet worden ver‐
vangen door een energiebesparendestekker (bijv. van het merk SavaPlug).
Daardoor wordt de energietoevoer naar
het toestel verminderd en wordt het
toestel te warm.
een aansluitkabel met stekker
asautomaat moet zo wor‐
ze door een speciale aan‐
oommutators worden aange‐
Contr
automaat in gebruik neemt dat de
elektrische gegevens van uw elek‐
trische installatie (spanning, frequen‐
tie en zekering) overeenstemmen
met de gegevens op het typeplaatje
en dat het stopcontact geschikt is
voor de stekker van de afwasauto‐
maat.
De technische gegevens vindt u op het
typeplaatje aan de r
deur.
oleer voordat u de afwas‐
echterzijkant van de
De elektrische installatie moet
lgens VDE 0100 uitgevoerd zijn!
vo
85
Page 86
Wateraansluiting
Het Waterproof System van
Miele
Miele garandeert dat het Miele-water‐
beveilig
scherming tegen waterschade biedt.
ingssysteem een algehele be‐
Watertoevoer
Het
is geen drinkwater!
– De afwasautomaat mag worden aan‐
gesl
max. 60 °C.
Wanneer u beschikt over een energe‐
tisch gunstige warmwaterbereiding,
bijv. zonne-energie, raden wij u aan
om de afwasautomaat op warm wa‐
ter aan te sluiten omdat u dan ener‐
gie en tijd bespaart. Er wordt in alle
programma's met warm water ge‐
spoeld.
– Voor het gebruik van het programma
SolarSpaar (afhankelijk van het model)
is een aansluiting op warm water van
minstens 45°C en hoogstens 60°C
noodzakelijk. Bedoeld wordt de tem‐
peratuur van het instromende water.
Hoe hoger de temperatuur van het
instromende water is, des te beter de
reinigings- en droogresultaten zijn.
water in de afwasautomaat
oten op koud of warm water tot
86
Page 87
Wateraansluiting
– De toevoerslang is ca. 1,5 m lang;
een
1,5 m lange, flexibele metalen
slang (proefdruk 14000 kPa/140 bar)
is leverbaar.
– Voor de aansluiting is een kraan met
3/4"-sc
– Een terugslagklep is niet noodzake‐
lij
waterveiligheidsnormen.
– De waterdruk (druk bij de wateraan‐
sluiting) moet tussen de 30 en 1000
kP
terdruk lager, verschijnt in het display
de foutmelding: Watertoevoer. Zie
hoofdstuk: "Nuttige tips". Is de druk
hoger, dan moet een drukreduceer‐
ventiel worden ingebouwd.
hroefkoppeling noodzakelijk.
k, daar het toestel voldoet aan de
a (0,3 en 10 bar) liggen. Is de wa‐
Controleer na de ingebruikname of
de watertoevoer waterdicht is.
Sluit om schade aan het t
te voorkomen de afwasautomaat al‐
leen op een volledig ontlucht buislei‐
dingnet aan.
De w
korter worden gemaakt of bescha‐
digd (zie afb.).
atertoevoerslang mag niet
oestel
87
Page 88
Wateraansluiting
Waterafvoer
– In de afvoer van de afwasautomaat
bevindt zich een
er geen vuil water via de afvoerslang
in de afwasautomaat terug kan stro‐
men.
– De afwasautomaat is voorzien van
flexibele afvoerslang van ca. 1,5
een
m met een diameter van 22 mm bin‐
nenwerks.
– De afvoerslang kan met nog een
slang en met een verbindingsstuk
wor
den verlengd. De afvoerleiding
mag maximaal 4 m lang zijn en de
opvoerhoogte mag maximaal 1 m
zijn!
– Voor de aansluiting van de slang op
het afvoe
bruikt u de slangklem die meegele‐
verd is bij de afwasautomaat (zie
montageschets).
– De slang kan langs rechts of links
wor
rsysteem ter plaatse ge‐
den geplaatst.
terugslagklep, zodat
Controleer nadat u het toestel voor
het eerst in gebruik hebt genomen of
de wat
gaan of de aansluiting goed is uitge‐
voerd.
Beluchting van de waterafvoer
Ligt de waterafvoeraansluiting op de
plaats van opst
leiding voor de wieltjes van de onderste
korf in de deur, dan moet de wateraf‐
voer worden belucht. Gebeurt dat niet,
dan kan het water tijdens een program‐
ma door de werking van de sifon uit de
spoelruimte stromen.
Om t
erafvoer niet lekt om na te
elling dieper dan de ge‐
e beluchten, opent u de deur
van de afwasautomaat helemaal.
– De aansluittuit voor de afvoerslang is
geschikt voor slangen van verschil‐
len
de diameters. Steekt de aansluit‐
tuit te ver in de afvoerslang, dan
moet de aansluittuit korter worden
gemaakt. Gebeurt dat niet, dan kan
de afvoerslang verstopt raken.
– De afvoerslang mag niet korter wor‐
den gemaakt!
Zorg ervoor dat er geen knikken
in de afvoerslang komen!
88
rek de onderste sproeiarm naar bo‐
T
ven toe en verwijder deze.
Snijd de dop van de beluchtingsklep
in de spoelrui
mte af.
Page 89
Technische gegevens
Model afwasautomaatNormaalXXL
Hoogte80,5 cm
(verst
elbaar + 6,5 cm)
Hoogte van de inbouwnisVanaf 80,5 cm
(+ 6,5 cm)
Breedte59,8 cm59,8 cm
Breedte van de inbouwnis60 cm60 cm
Diepte57 cm57 cm
GewichtMax. 53 kgMax. 59 kg
SpanningZie typeplaatje
AansluitwaardeZie typeplaatje
ZekeringZie typeplaatje
Energieverbruik in uitstand0,30 W0,30 W
Energieverbruik in niet-uitge‐
schak
elde toestand
KeurmerkZie typeplaatje
Waterdruk30 - 1000 kPa
WarmwateraansluitingTot max. 60 °CTot max. 60 °C
2,50 W2,50 W
(0,3 - 10 bar)
84,5 cm
(verst
elbaar + 6,5 cm)
Vanaf 84,5 cm
(+ 6,5 cm)
30 - 1000 kPa
(0,3 - 10 bar)
OpvoerhoogteMax. 1 mMax. 1 m
AfpomplengteMax. 4 mMax. 4 m
AansluitkabelCa. 1,7 mCa. 1,7 m
Capaciteit13/14 couverts*13/14 couverts*
* Afhankelijk van het model
89
Page 90
Menu "Instellingen"
Fabrieksinstellingen wijzigen in
het menu
"Instellingen"
Menu "Instellingen" openen
Schak
Op het display wordt het hoofdmenu
weer
Wanneer de functie Memory ingescha‐
keld is, wordt in plaats daarvan het
laatst gekozen programma weergege‐
ven (zie rubriek "Menu Instellingen, Me‐
mory"). In dat geval schakelt u met de
sensortoets over naar het hoofdme‐
nu.
Zie de rubriek "De werking van het
display" voor meer informatie over de
werking
el de afwasautomaat in met de
sensortoets als het toestel nog uit‐
geschakeld is.
gegeven.
van het display.
Kies het menupunt Instellingen
Het display schakelt over naar het me‐
nu Instellingen Kies het menupunt dat u wilt wijzi‐
gen.
Met de sensortoets kun
informatie over het gekozen menupunt
opvragen.
De gekozen instelling in de submenu's
is gemark
anneer u een submenu wilt verla‐
W
ten, drukt u op de sensortoets .
Het display schakelt terug naar een bo‐
venliggend menuniveau.
.
eerd met een vinkje .
.
t u beknopte
90
Page 91
Menu "Instellingen"
Taal
De tekst op het display kan in verschil‐
lende talen
Via het submenu Taal
ge taal wijzigen.
Kies de gewenst
met OK.
Bij veel talen kunt u ook kiezen uit ver‐
schillende landstalen.
Kies in
en bevestig met OK.
Het vlaggetje achter het woord Taal
dient als leidraad.
Is er een taal ingesteld die u niet be‐
grijpt, zoek dan een menupunt waar‐
achter een vlaggetje staat. Via dat
vlaggetje komt u bij het submenu Taal
terecht.
worden weergegeven.
kunt u de huidi‐
e taal en bevestig
dien nodig het gewenste land
Dagtijd
De actuele dagtijd (het uur) is vereist
m de programmaoptie Voorprogramme-
o
ring te kunnen gebruiken.
Tijdformaat instellen
U kunt bepalen of de dagtijd in 24uurs- o
weergegeven.
Kies het menupunt Urenweergave.
Kies de gewenst
Dagtijd instellen
Kies het menupunt Instellen.
S
De ingestelde tijd wordt opgeslagen.
f 12-uursweergave moet worden
e instelling en beves‐
tig met OK.
tel met de pijltoetsen de uren in
en bevestig met OK.
Vervolgens stelt u de minuten in en
bevestigt u met OK.
91
Page 92
Menu "Instellingen"
Waterhardheid
Uw afwasautomaat is uitgerust met een
erontharder.
wat
U moet de waterhardheid van uw water
instellen op het toestel.
– De afwasautomaat moet precies wor‐
den gepr
hardheid van uw water.
– Informeer bij uw maatschappij voor
wat
heid uw water precies heeft.
– Programmeer bij een variërende wa‐
erhardheid (bijv. 10-15 °d) altijd de
t
hoogste waarde (in dit voorbeeld
15 °d).
Kies de waterhardheid van uw water
en bevestig met OK.
De ingestelde waterhardheid is ge‐
mark
°dmmol/l°fDisplay
10,221
20,442
30,553
40,774
50,995
61,1116
71,3137
81,4148
91,6169
101,81810
ogrammeerd naar de water‐
ervoorziening welke waterhard‐
eerd met een vinkje .
°dmmol/l°fDisplay
112,02011
122,22212
132,32313
142,52514
152,72715
162,92916
173,13117
183,23218
193,43419
203,63620
213,83821
224,04022
234,14123
244,34324
254,54525
264,74726
274,94927
285,05028
295,25229
305,45430
315,65631
325,85832
335,95933
346,16134
356,36335
366,56536
37-456,6-8,066-8037-45
46-608,2-10,782-10746-60
61-7010,9-12,5109-12561-70
92
Page 93
Menu "Instellingen"
Naspoelmiddel
Voor een optimaal resultaat kunt u de
naspoelmiddeldosering aanpassen.
De d
osering kan worden ingesteld in
stappen van ca. 0-6 ml.
In de fabriek is de naspoelmiddeldose‐
ring ingesteld op 3 ml.
De daadwerkelijke naspoelmiddeldose‐
ring kan door de automatische aanpas‐
sing van het programma Automatic ho‐
ger zijn dan de ingestelde waarde.
Vertoont het vaatwerk vlekken:
– stel dan een hogere naspoelmiddel‐
dosering in.
Vertoont het vaatwerk strepen of slui‐
ers:
– stel dan een lagere naspoelmiddel‐
dosering in.
S
tel met de pijltoetsen de ge‐
wenste naspoelmiddeldosering in en
bevestig met OK.
Verbruik (EcoFeedback)
U kunt instellen of het energie- en wa‐
erverbruik van het gekozen programma
t
moet worden weergegeven. Daarbij
wordt vóór de start van het programma
een prognose (schatting) van het ver‐
bruik weergegeven en na afloop van het
programma het werkelijke verbruik.
U kunt in dit menu ook het totale ener‐
gie- en waterverbruik laten weergeven
van alle afwasbeurten die uw afwasau‐
tomaat tot nu toe heeft uitgevoerd (zie
rubriek "Een bijdrage tot de bescher‐
ming van het milieu, Verbruiksweergave
met EcoFeedback").
Verbruiksweergave
Kies het menupunt Verbruiksweergave.
Kies de gewenst
tig met OK.
Het totale verbruik
U kunt de waarden voor Energie en Wa-
ter
laten weergeven.
e instelling en beves‐
Kies het menupunt Het totale verbruik.
U kunt de waarden van het totale ver‐
esetten om ze terug op 0 te zet‐
bruik r
ten.
Kies het menupunt Resetten.
Kies het menupunt Ja.
Bevestig de melding met OK.
De waarden worden terug op 0 gezet.
93
Page 94
Menu "Instellingen"
Automatic
U kunt het programma Automatic aan‐
passen
wijderen wanneer het vaatwerk globaal
gezien niet erg vuil is.
Kies de gewenst
om erg hardnekkig vuil te ver‐
e instelling en beves‐
tig met OK.
AutoOpen
Als deze functie ingeschakeld is, gaat
eur na afloop van een programma
de d
met een droogfase (behalve bij het pro‐
gramma Extra stil) automatisch op een
kier open. Dat verbetert de droging (zie
rubriek "Programmaoverzicht").
In het programma Eco wordt de deur al
tijdens de droogfase geopend.
U kunt deze functie ook uitschakelen.
Kies de gewenst
tig met OK.
anneer u de functie voor het
W
automatisch openen van de deur
hebt uitgeschakeld en na afloop van
het programma toch direct de deur
wilt openen, moet u de deur hele‐
maal openen. Doet u dat niet, dan
kunnen delicate randen van het
werkblad door waterdamp bescha‐
digd raken. De ventilator werkt im‐
mers niet meer na.
e instelling en beves‐
Knock2open
U kunt kiezen uit 1 of 2 klopimpulsen.
Met impulsen wor
keer dat u moet kloppen op de deur om
deze te openen.
Kies de gewenst
tig met
U kunt de functie ook uitschakelen.
Dan moet u wel een greep monteren,
waarmee u de deur kunt openen.
OK.
dt bedoeld het aantal
e instelling en beves‐
BrilliantLight
Uw afwasautomaat is uitgerust met een
binnenruimteverlichting.
Als de deur openstaat, wordt de ver‐
lichting na 15 minuten automatisch uit‐
geschakeld.
U kunt de binnenruimteverlichting ook
perman
Ki
ent uitschakelen.
es de gewenste instelling en beves‐
tig met OK.
94
Page 95
Menu "Instellingen"
Optimalis. standby (Optimali‐
sering standby)
In de fabriek is de functie Optimalis.
standby ing
Daardoor schakelt de afwasautomaat
vanz
laatst op een toets hebt gedrukt of na
afloop van een programma. Het toestel
doet dat om energie te besparen.
Wanneer een foutmelding wordt
weer
tomaat niet uit.
U kunt Optimalis. standby ook uitscha‐
k
elen. Als u dat doet, wordt de afwas‐
automaat pas na ca. 6 uur automatisch
uitgeschakeld en stijgt het energiever‐
bruik.
Kies de gewenst
tig met
eschakeld.
elf uit enkele minuten nadat u het
gegeven, schakelt de afwasau‐
e instelling en beves‐
OK.
Bijvulcontrole
Als u steeds combinatiereinigingsmid‐
delen gebruikt en de meldingen voor
het bijvullen van zout en naspoelmiddel
(Bijvul
controle) u storen, kunt u deze
meldingen uitschakelen. De werking
van de doseringscontrole (DosControl)
wordt daardoor niet beïnvloed (zie ru‐
briek "Programmaopties, DosControl
(Doseringscontrole)").
Kies de gewenste instelling en beves‐
tig met OK.
Wanneer u geen combinatiereini‐
gingsmiddelen meer gebruikt, moet
u het zou
delreservoir weer vullen en de mel‐
dingen voor het bijvullen van zout en
naspoelmiddel (Bijvulcontrole) weer
inschakelen.
treservoir en naspoelmid‐
Controle zeefcombinatie
U kunt de lengte instellen van het inter‐
val waarmee u aan
zeefcombinatie wordt herinnerd.
U kunt een interval tussen 30 en 60 af‐
wasbeurten instellen.
de controle van de
In de fabriek is het interval voor de con‐
ole van de zeefcombinatie ingesteld
tr
op 50 afwasbeurten.
Kies het gewenste interval en beves‐
tig met OK.
95
Page 96
Menu "Instellingen"
Hoofdmenu wijzigen
U kunt de volgorde van de program‐
ma's in
zigen en uw favoriete programma's op
de eerste 2 posities vastleggen.
Ki
Be
De door u gekozen programma's wor‐
den samengevat weergegeven.
W
W
U kunt dan de instellingen nog een keer
inst
het programmakeuzemenu wij‐
es het programma dat u op de
eerste en tweede positie van het pro‐
grammakeuzemenu wilt vastleggen.
vestig elke positie met OK.
anneer de volgorde van de pro‐
gramma's voldoet aan uw wensen,
bevestigt u met OK
ilt u de positie van een programma
nog een keer wijzigen, kies dan de
functie Wijziging hoofdmenu.
ellen.
Opslaan extra functies
U kunt bij bepaalde programma's extra
ogrammaopties kiezen, zoals Kort (zie
pr
rubriek "Programmaopties, Extra func‐
ties").
Onder het menupunt Opslaan extra func-
ties kunt u vastleggen of de door u in‐
gest
elde instellingen moeten worden
opgeslagen voor de volgende afwas‐
beurten.
In de fabriek is de functie uitgescha‐
k
eld.
Kies de gewenst
tig met OK.
e instelling en beves‐
Temperatuur
U kunt instellen of de temperatuur in
°C/Cel
sius of in °F/Fahrenheit moet
worden weergegeven.
In de fabriek is de weergave van de
t
emperatuur ingesteld op °C/Celsius.
Kies de gewenst
heid en bevestig met OK.
e temperatuureen‐
96
Lichtsterkte
U kunt de lichtsterke van het display in‐
st
ellen. U hebt keuze uit zeven standen.
Kies de gewenst
vestig met OK.
e lichtsterkte en be‐
Page 97
Menu "Instellingen"
Volume
Als de geluidssignalen ingeschakeld
zijn, weerkli
van een storing maar ook na afloop van
een afwasprogramma geluidssignalen.
Geluidssignalen in geval van een sto‐
ring
De geluidssignalen in geval van een
st
oring (waarschuwingssignaal) weer‐
klinken 4 keer in intervallen met een
korte pauze.
De geluidssignalen in geval van een
st
oring (waarschuwingssignaal) kunt
u niet uitschakelen.
Geluidssignalen na afloop van een
ogramma
pr
De geluidssignalen na afloop van een
ogramma weerklinken 4 keer in inter‐
pr
vallen met een korte pauze.
Geluidssignalen
U kunt het volume van de geluidssigna‐
len na
stellen. U hebt keuze uit zeven standen.
Of u kunt deze geluidssignalen uitscha‐
kelen.
Kies met de opties Zachter en Harder
het gewenst
geluidssignalen uit.
Bevestig met OK.
nken er niet alleen in geval
afloop van een programma in‐
e volume of schakel de
Geluidssignalen 's nachts
U kunt voor 's nachts een ander volume
inst
ellen voor de geluidssignalen of u
kunt de geluidssignalen 's nachts uit‐
schakelen.
Kies met de opties Zachter en Harder
het gewenst
of schakel de geluidssignalen 's
nachts uit.
Bevestig met OK.
Nachttijd
U kunt de start- en eindtijd van de
nacht instellen.
Kies het menupunt Start om.
S
tel met de pijltoetsen het begin
van de nachttijd in in uren en minuten
en bevestig beide met OK.
Kies het menupunt Einde om.
S
tel met de pijltoetsen het einde
van de nachttijd in in uren en minuten
en bevestig beide met OK.
Toetssignaal
Telkens als u op een sensortoets drukt,
wor
dt dat met een akoestisch signaal
bevestigd.
U kunt het volume van het toetssignaal
inst
ellen. U hebt keuze uit zeven stan‐
den. Of u kunt het toetssignaal uitscha‐
kelen.
e volume voor 's nachts
Kies met de opties Zachter en Harder
het gewenst
toetssignaal uit.
Bevestig met OK.
e volume of schakel het
97
Page 98
Menu "Instellingen"
Memory
Wanneer de functie Memory ingescha‐
eld is, onthoudt het toestel welk pro‐
k
gramma het laatst uitgevoerd is.
Wanneer u na afloop van een program‐
ma de afwasautomaat uit- en weer in‐
schakelt, wordt automatisch direct het
laatst gekozen programma weergege‐
ven, in plaats van het programma Eco.
Kies de gewenst
tig met OK.
e instelling en beves‐
Versie-info
Voordat u contact opneemt met de
dienst Herst
kunt u de softwareversie van de elek‐
tronische besturing van uw afwasauto‐
maat laten weergeven.
Bevesti
ellingen aan huis van Miele,
g de weergave met
OK.
98
Page 99
Menu "Instellingen"
EcoStart
Om met uw afwasautomaat zo goed‐
oop mogelijk te kunnen afwassen,
k
kunt u met de functie EcoStart gebruik‐
maken van tijdsvariabele stroomtarie‐
ven (zie rubriek "Programmaopties,
Voorprogrammering, EcoStart").
Met deze functie kunt u uw afwasauto‐
maat automatisch laten starten in de
perioden waarin de goedkoopste
stroomtarieven van uw energieleveran‐
cier gelden.
Om deze functie te gebruiken, moet u
af tot drie stroomtariefperioden in‐
voor
stellen waarin de afwasautomaat kan
starten. Met stroomtariefperiode wordt
bedoeld een periode waarin een be‐
paald stroomtarief geldt. U kunt ver‐
schillende prioriteiten toewijzen aan de‐
ze perioden. Aan de periode met het
goedkoopste stroomtarief wijst u priori‐
teit 1 toe.
Informeer bij uw energieleverancier op
welk
e uren van de dag de goedkoopste
stroomtarieven gelden.
Wanneer de stroomtarieven ingesteld
zijn, kunt u met de functie EcoStart bij
el
ke afwasbeurt een eindtijd voor het
programma instellen om te bepalen te‐
gen wanneer het programma ten laatste
beëindigd moet zijn.
De afwasautomaat start dan automa‐
tisch in de goedkoopste stroomtarief‐
periode en zorgt ervoor dat het pro‐
gramma ten laatste op het ingestelde
eindtijdstip beëindigd is.
Stroomtariefperioden instellen
Voordat u de functie EcoStart
bruiken, moet u minstens één stroomta‐
riefperiode instellen.
Kies de str
instellen (T1 tot T3).
Het begin van de gekozen stroomtarief‐
periode wor
ferblok voor de uren is gemarkeerd.
S
tel met de pijltoetsen de uren
en minuten van de begintijd in en be‐
vestig beide met OK.
Het einde van de gekozen stroomtarief‐
periode wor
ferblok voor de uren is gemarkeerd.
tel met de pijltoetsen de uren
S
en minuten van de eindtijd in en be‐
vestig beide met OK.
De stroomtariefperiode wordt opgesla‐
gen en
van de prioriteit wordt weergegeven.
Stel de gewenste prioriteit in en be‐
vestig met OK.
Bevestig de melding met OK.
De stroomtariefperiode is geactiveerd.
oomtariefperiode die u wilt
dt weergegeven en het cij‐
dt weergegeven en het cij‐
het scherm voor het toewijzen
kunt ge‐
99
Page 100
Menu "Instellingen"
Stroomtariefperioden wijzigen
U kunt het begin, het einde of de priori‐
t
eit van een stroomtariefperiode wijzi‐
gen.
Kies de str
wijzigen (T1 tot T3).
Kies de inst
ijzig met de pijltoetsen de in‐
W
stelling en bevestig met OK.
De wijziging wordt opgeslagen.
oomtariefperiode die u wilt
elling die u wilt wijzigen.
Stroomtariefperioden wissen
U kunt de inst
stroomtariefperiode wissen. Zo deac‐
tiveert u deze stroomtariefperiode
voor de functie EcoStart.
Kies de str
wissen (T1 tot T3).
Kies Wissen.
Bevesti
wissen? met Wissen.
De instellingen van de gekozen stroom‐
tariefperio
Bevestig de melding met OK.
De stroomtariefperiode is gewist.
ellingen van een
oomtariefperiode die u wilt
g de vraag Stroomtarief T1 echt
de worden gereset.
100
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.