Menu "Instellingen" beëindigen ........................................................................... 101
86
87
90
92
5
Beschrijving van het toestel
Het toestel in één oogopslag
a
Bovenste sproeiarm (niet zichtbaar)
b
Besteklade (afhankelijk van het mo‐
del)
c
Bovenste korf
d
Middelste sproeiarm
e
Luchttoevoer voor het drogen (afhan‐
k
elijk van het model)
f
Onderste sproeiarm
6
g
Zeefcombinatie
h
Typeplaatje
i
Reservoir voor naspoelmiddel
j
Tweevaksdoseerbakje voor reini‐
gingsmiddel
k
Reservoir voor regenereerzout
l
Optische functiecontrole
Bedieningspaneel
Beschrijving van het toestel
a
Optische functiecontrole
b
Programmakeuze
c
Toetsen voor opties met controle‐
lampjes
d
Pijltoetsen
e
Toets (Fle
lampje
In deze gebruiksaanwijzing worden meerdere afwasautomaatmodellen beschre‐
ven. De
Deze modellen worden in de gebruiksaanwijzing als volgt aangeduid:
Normaal = Afwasautomaat met een hoogte van 80,5 cm (inbouwtoestel)
of 84,5 cm (vrijstaand toestel)
XXL = Afwasautomaat met een hoogte van 84,5 cm (inbouwtoestel).
ze hebben verschillende hoogten.
xiTimer) met controle‐
f
Toets OK
g
Display
h
Programmakeuzetoets
i
Toets (aan/uit)
7
Beschrijving van het toestel
De werking van het display
Algemeen
Via het display kunt u kiezen, resp. in‐
s
tellen:
– het programma
– de FlexiTimer (Voorprogrammering)
– het menu "Instellingen"
Het display kan het volgende aangeven:
– de programmafase
– de vermoedelijke resttijd
– het energie- en waterverbruik (Eco‐
F
eedback)
– eventuele controle- en storingsmel‐
dingen en aanwijzingen
Een paar minuten nadat u voor het
laatst een t
afwasautomaat in standby om energie
te besparen.
Druk op de - toets om de standby
uit te schakelen.
oets hebt bediend, gaat de
Menu "Instellingen"
In het menu "Instellingen" kunt u de
elektr
onica van uw afwasautomaat aan
uw wensen aanpassen. U kunt via een
bepaalde toetsencombinatie in dit me‐
nu komen (zie hoofdstuk: "Menu "In‐
stellingen").
De pijlen links en rechts in het display
aan dat er meer keuzemogelijk‐
geven
heden volgen. Met de pijltoetsen
naast het display kunt u de verschil‐
lende varianten kiezen.
Met de OK - t
meldingen bevestigen en naar het vol‐
gende menu of naar een ander menuni‐
veau gaan.
De ingestelde variant is met een vinkje
aangegeven.
Wanneer u een submenu weer wilt ver‐
en, kies dan in het display met de
lat
pijltoetsen de optie Terug en be‐
vestig uw keuze met de
Wanneer u een paar seconden niet op
een toets drukt, springt het display
weer terug naar het vorige menuniveau.
Begin dan van voren af aan.
oets kunt u keuzes of
oets.
OK-t
8
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Deze afwasautomaat voldoet aan de voorgeschreven veiligheids‐
orschriften. Door ondeskundig gebruik kunnen gebruikers ech‐
vo
ter letsel oplopen en kan er schade optreden aan het toestel.
Lees de montage-instructies op de montageschets en de ge‐
bruiksa
automaat plaatst en in gebruik neemt. U vindt er belangrijke op‐
merkingen omtrent inbouw, veiligheid, gebruik en onderhoud. Dat
is veiliger voor uzelf en u vermijdt schade aan de afwasautomaat.
Bewaar de gebruiksaanwijzing en de montageschets en geef deze
door aan wie het toestel eventueel na u gebruikt.
Miele kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die ont‐
staan is doordat deze opmerkingen niet in acht werden genomen.
anwijzing daarom aandachtig door voordat u deze afwas‐
9
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Juist gebruik
De
ze afwasautomaat is bedoeld voor gebruik in het huishouden
en in gelijkaardige omgevingen.
ze afwasautomaat is niet bestemd voor gebruik buiten.
De
Gebruik de afwasautomaat uitsluitend in huishoudelijke context
voor het afwassen van huishoudelijk vaatwerk. Gebruik voor andere
doeleinden is niet toegelaten.
ersonen die door hun fysieke, zintuiglijke of geestelijke mogelijk‐
P
heden of hun onervarenheid of gebrek aan kennis niet in staat zijn
om deze afwasautomaat veilig te bedienen, moeten bij de bediening
in het oog worden gehouden. Deze personen mogen de afwasauto‐
maat zonder toezicht bedienen, maar alleen wanneer de bediening
van de afwasautomaat zo uitgelegd is aan hen dat ze het toestel vei‐
lig kunnen bedienen. Ze moeten de eventuele gevaren van een fou‐
tieve bediening kunnen beseffen en begrijpen.
10
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Kinderen in het huishouden
Kinder
automaat worden gehouden, tenzij ze constant in het oog worden
gehouden.
Kinder
zicht bedienen, maar alleen wanneer de bediening van de afwasau‐
tomaat zo uitgelegd is aan hen dat ze het toestel veilig kunnen be‐
dienen. Kinderen moeten de eventuele gevaren van een foutieve be‐
diening kunnen beseffen en begrijpen.
Kinder
of onderhouden.
Hou kin
oog. Laat ze nooit met de afwasautomaat spelen. Wanneer kinderen
dat doen, bestaat o.a. het gevaar dat ze zich in de afwasautomaat
opsluiten!
en jonger dan acht jaar moeten uit de buurt van de afwas‐
en vanaf acht jaar mogen de afwasautomaat zonder toe‐
en mogen de afwasautomaat niet zonder toezicht reinigen
deren die in de buurt van de afwasautomaat komen in het
Bij een geactiveerde automatische deuropening (afhankelijk van
het model) moeten kleine kinderen buiten het openingsbereik van de
deur van de afwasautomaat worden gehouden. In geval van een on‐
juiste werking, wat weliswaar onwaarschijnlijk is, bestaat gevaar
voor letsel.
Gevaar voor verstikki
in verpakkingsmateriaal (bijv. folies) of het over hun hoofd trekken en
daardoor verstikken. Hou kinderen uit de buurt van verpakkingsma‐
teriaal.
Z
org ervoor dat kinderen niet met reinigingsmiddelen in aanraking
kunnen komen! Reinigingsmiddelen kunnen brandwonden in mond
en keel veroorzaken of tot verstikking leiden. Hou kinderen daarom
uit de buurt van de afwasautomaat wanneer deze openstaat. Moge‐
lijk zijn er nog resten reinigingsmiddel aanwezig in de afwasauto‐
maat. Ga met uw kind direct naar de dokter wanneer het reinigings‐
middel heeft binnengekregen.
ng! Spelende kinderen kunnen zich wikkelen
11
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Technische veiligheid
Door on
stellingswerken kunnen er voor de gebruiker aanzienlijke gevaren
ontstaan. Installatie-, onderhouds- of herstellingswerken mogen al‐
leen door vakmensen worden uitgevoerd die door Miele erkend zijn.
Beschadig
gevaar brengen. Controleer het toestel op zichtbare schade. Een be‐
schadigd toestel mag niet in gebruik worden genomen.
De elektrisc
garandeerd als het toestel op een aardsysteem aangesloten is dat
volgens de voorschriften geïnstalleerd is. Het is heel belangrijk dat
aan deze fundamentele veiligheidsvoorwaarde is voldaan. Laat de
elektrische installatie in uw woning bij twijfel door een elektricien
controleren.
Miele kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die werd
veroorzaakt doordat de aardleiding onderbroken was of gewoon
ontbrak. Er bestaat in dat geval onder andere gevaar voor elek‐
trische schokken.
De betr
gegarandeerd wanneer de afwasautomaat aan het openbare elektri‐
citeitsnet is aangesloten.
deskundig uitgevoerde installatie-, onderhouds- of her‐
ingen van de afwasautomaat kunnen uw veiligheid in
he veiligheid van de afwasautomaat wordt enkel ge‐
ouwbare en zekere werking van de afwasautomaat is enkel
De afwasaut
ding op het elektriciteitsnet worden aangesloten. De stekker mag
niet worden afgeknipt om het toestel vast aan te sluiten. Na het
plaatsen van de afwasautomaat moet het stopcontact vrij toeganke‐
lijk zijn, zodat de afwasautomaat op elk moment van het elektrici‐
teitsnet kan worden ontkoppeld.
anneer zich in de buurt van de afwasautomaat een elektrisch
W
toestel bevindt, let er dan op dat de stekker van dat toestel niet
schuilgaat achter de afwasautomaat. Aangezien de inbouwnis niet
altijd diep genoeg is, kan er druk op de stekker ontstaan waardoor
er gevaar voor oververhitting bestaat (gevaar voor brand).
12
omaat mag alleen via een 3-polige stekker met aar‐
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
De afwasaut
leerd. Een kookvlak straalt voor een deel hoge temperaturen af
waardoor de afwasautomaat beschadigd zou kunnen raken. Om de‐
zelfde reden mag de afwasautomaat niet direct naast warmteprodu‐
cerende toestellen worden geplaatst die niet standaard tot de keu‐
kenuitrusting behoren (bijv. open vuren voor verwarmingsdoeleinden
e.d.).
De aanslu
peplaatje van de afwasautomaat moeten absoluut overeenstemmen
met deze van het elektriciteitsnet. Zo voorkomt u schade aan de af‐
wasautomaat. Vergelijk deze gegevens voordat u het toestel aan‐
sluit. Vraag bij twijfel inlichtingen aan een elektricien.
De afwasaut
gesloten nadat deze is geplaatst en geïnstalleerd en nadat de deur‐
veren zijn ingesteld.
De afwasaut
niek worden gebruikt. Bij geactiveerde automatische deuropening
(afhankelijk van het model) kan anders gevaar ontstaan.
U kunt een goed werkende deurmechaniek aan het volgende her‐
kennen:
omaat mag niet onder een kookvlak worden geïnstal‐
itgegevens (zekering, frequentie en spanning) op het ty‐
omaat mag pas op het elektriciteitsnet worden aan‐
omaat mag alleen met goed werkende deurmecha‐
– De deurveren moeten op beide zijden gelijkmatig ingesteld zijn.
e zijn juist ingesteld, wanneer de halfgeopende deur (ca. 45°
Z
openingsboek) bij het loslaten in deze stand blijft staan. Boven‐
dien mag de deur niet ongeremd naar beneden vallen.
– De sluitrail van de deur wordt na de droogfase bij het openen van
de deur aut
omatisch ingeschoven.
Stopcontactenblokken of verlengkabels bieden niet voldoende
veiligheidsgaranties (gevaar voor brand). Gebruik deze niet om de
afwasautomaat aan te sluiten op het elektriciteitsnet.
Deze afwasautomaat mag niet op niet-vaste plaatsen (bijv. op een
schip) worden gebruikt.
13
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Plaats de afwasaut
Bevroren waterslangen kunnen onder druk scheuren of springen. De
betrouwbaarheid van de elektronische besturing kan door tempera‐
turen onder het vriespunt in het gedrang komen.
Sluit om scha
alleen op een volledig ontlucht buisleidingnet aan.
Het kunstst
trisch onderdeel. Dompel het omhulsel niet in vloeistof.
In d
staan wanneer het toestel op het elektriciteitsnet is aangesloten. De
slang mag daarom niet worden ingekort.
e watertoevoerslang bevinden zich delen die onder spanning
Het inge
scherming tegen waterschade, maar alleen als aan de volgende
voorwaarden is voldaan:
– Het toestel moet volgens de voorschriften geïnstalleerd zijn.
– Wanneer er duidelijk sprake is van schade, moet de afwasauto‐
maat wor
worden vervangen.
ofomhulsel van de wateraansluiting bevat een elek‐
bouwde Waterproof System biedt een betrouwbare be‐
den hersteld of moeten de desbetreffende onderdelen
omaat niet in een vertrek waar het kan vriezen.
de aan het toestel te voorkomen de afwasautomaat
– De waterkraan moet bij lange afwezigheid (bijv. vakantie) worden
dichtg
Het Waterproof System werkt ook wanneer de afwasautomaat is uit‐
gesch
zijn aangesloten.
De wat
de 30 en 1000 kPa (0,3 en 10 bar) liggen.
Een afwasaut
vaar brengen! Schakel de afwasautomaat meteen uit wanneer het
toestel beschadigd is en neem contact op met uw Miele-handelaar
of met de dienst Herstellingen aan huis van Miele.
edraaid.
akeld. De afwasautomaat moet dan wel op het elektriciteitsnet
erdruk (stromingsdruk bij de wateraansluiting) moet tussen
omaat die beschadigd is, kan uw veiligheid in ge‐
Het recht op garantie vervalt wanneer de afwasautomaat door een
klantendienst wordt hersteld die niet door Miele is erkend.
14
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Enk
volle voldoen aan de eisen die Miele qua veiligheid stelt. Defecte on‐
derdelen mogen enkel worden vervangen door originele Miele-wis‐
selstukken.
T
afwasautomaat van het elektriciteitsnet losgekoppeld zijn (schakel
de afwasautomaat uit en trek vervolgens de stekker uit het stopcon‐
tact).
W
speciale aansluitkabel van hetzelfde type worden vervangen (ver‐
krijgbaar via de dienst Onderdelen en toebehoren van Miele). Om
veiligheidsredenen mag de aansluitkabel alleen door een door Miele
erkende vakman of vakvrouw of door de dienst Herstellingen aan
huis van Miele worden vervangen.
el met originele Miele-wisselstukken bent u zeker dat ze ten
ijdens installatie-, onderhouds- en herstellingswerken moet de
anneer de aansluitkabel beschadigd is, moet deze door een
Deskundige plaatsing
Neem bij het plaatsen en
montage-instructies op de montageschets in acht.
ees voorzichtig vóór en tijdens het plaatsen en installe‐
W
ren van de afwasautomaat. U loopt gevaar om u te verwon‐
den/snijden aan bepaalde metalen onderdelen. Draag be‐
schermende handschoenen.
aansluiten van de afwasautomaat de
Om een perfecte werking te garanderen, moet u de afwasauto‐
maat waterpas plaatsen.
oor de stabiliteit van de afwasautomaat is het noodzakelijk dat
V
onder of in te bouwen afwasautomaten uitsluitend worden geplaatst
onder een doorlopend werkblad dat is vastgeschroefd aan de kas‐
ten die ernaast staan.
15
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
ilt u van een vrijstaande afwasautomaat een onderbouwafwas‐
W
automaat maken, vervang het sokkelpaneel dan door een sokkelpa‐
neel dat hoort bij onderbouwafwasautomaten. Gebruik daarvoor de
desbetreffende ombouwset. Doet u dat niet, dan loopt u gevaar om
u te verwonden aan uitstekende metalen onderdelen!
De deur
Om te controleren of ze juist zijn ingesteld, opent u de deur gedeel‐
telijk (openingshoek van ca. 45°). Laat de deur vervolgens los. Als de
deur in de geopende stand blijft staan, zijn de deurveren juist inge‐
steld. De deur mag niet ongeremd naar beneden vallen.
Het toestel mag alleen worden gebruikt als de deurveren juist zijn in‐
gesteld.
veren moeten aan beide kanten gelijk worden ingesteld.
Veilig gebruik
Gebruik geen oplo
plosies!
Adem geen poeder
gingsmiddelen in! Reinigingsmiddelen kunnen brandwonden in neus,
mond en keel veroorzaken. Ga direct naar de dokter wanneer u een
reinigingsmiddel hebt ingeademd of ingeslikt.
U kunt u ver
maat of u eraan stoten. Laat de deur niet onnodig openstaan.
wonden aan de geopende deur van de afwasauto‐
smiddelen in de spoelruimte. Gevaar voor ex‐
vormige reinigingsmiddelen in! Slik geen reini‐
Staat de deur open, ga er dan niet op zitten of erop staan. Doet u
dat wel, dan kan de afwasautomaat kantelen. Daarbij kunt u letsel
oplopen of kan de afwasautomaat beschadigd raken.
Het vaatwerk kan na afloop van het programma zeer heet zijn!
Laat het vaatwerk daarom na het uitschakelen van de afwasauto‐
maat in het toestel afkoelen totdat u het goed kunt vastpakken.
Gebruik uitsluit
huishoudelijke afwasautomaten die in de handel verkrijgbaar zijn.
Gebruik geen handafwasmiddelen!
16
end reinigingsmiddelen en naspoelmiddelen voor
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Gebruik geen r
afwasautomaten zijn ontwikkeld. Doet u dat wel, dan kan er materië‐
le schade ontstaan en kunnen er hevige chemische reacties optre‐
den (bijv. een knalgasreactie).
Reini
naspoelmiddelreservoir niet met poedervormig of vloeibaar reini‐
gingsmiddel.
Reini
servoir niet met poedervormig of vloeibaar reinigingsmiddel.
gingsmiddel beschadigt het naspoelmiddelreservoir! Vul het
gingsmiddel beschadigt de waterontharder. Vul het zoutre‐
Gebruik uitsluit
zout dat speciaal is ontwikkeld voor afwasautomaten. Gebruik in
geen geval andere soorten zout. Deze bevatten mogelijk bestandde‐
len die niet oplosbaar zijn in water en die een storing in de werking
van de waterontharder veroorzaken.
Hebt u een afwasaut
het model), dan plaatst u bestek zo in de vakken van de bestekkorf
dat de snijkanten van de messen en de punten van vorken beneden
zitten. Dat is veiliger. Hou ermee rekening dat u zich kunt verwonden
aan snijkanten van messen en punten van vorken die naar boven ge‐
richt zijn. Wel is het zo dat bestek gemakkelijker wordt gereinigd en
gedroogd wanneer u het zo plaatst dat de scherpe kanten boven en
de grepen beneden zitten.
einigingsmiddelen die voor bedrijfs- of industriële
end speciaal grofkorrelig regenereerzout of ander
omaat met een bestekkorf (afhankelijk van
Reini
(bijv. wegwerpbakjes of wegwerpbestek). Dat soort vaatwerk kan
door de hoge temperaturen vervormen.
W
(afhankelijk van het model), moet u ervoor zorgen dat het doseer‐
bakje voor het reinigingsmiddel droog is. Reinigingsmiddel gaat in
een vochtig doseerbakje klonteren en wordt dan mogelijk niet volle‐
dig weggespoeld.
Neem de gegeve
in acht die vermeld staan in de rubriek "Technische gegevens".
g geen hittegevoelig kunststofvaatwerk in de afwasautomaat
anneer u de programmaoptie "FlexiTimer/Startuitstel" gebruikt
ns omtrent de capaciteit van de afwasautomaat
17
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Toebehoren
Gebruik alleen
derdelen gemonteerd of geplaatst, dan vervalt het recht op garantie
en/of de productaansprakelijkheid.
origineel Miele-toebehoren. Worden er andere on‐
Wat met een afgedankte afwasautomaat?
Maak het deurslo
stel kunnen opsluiten. Verwijder daartoe de sluithaak van het deur‐
slot.
t onbruikbaar zodat kinderen zich niet in het toe‐
18
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu
Het wegdoen van het verpak‐
kin
gsmateriaal
De verpakking beschermt het toestel
egen transportschade. Er werd voor
t
milieuvriendelijk en recycleerbaar ver‐
pakkingsmateriaal gekozen.
Het gaat om de volgende soorten mate‐
riaal:
Buitenverpakking:
– Golfkarton dat voor tot 100% bestaat
uit krin
andere mogelijkheid: stretchfolie/
wikkelfolie van polyethyleen (PE)
– Kunststofomsnoeringsbanden van
polypr
Binnenverpakking:
– Expansieve polystyreen (EPS) zonder
t
– Bodem, deksellijst en steunlijsten van
on
dig beheerde bossen
– Beschermingsfolie van polyethyleen
(PE)
Het recycleren van het verpakkingsma‐
t
eriaal vermindert de afvalproductie en
het gebruik van grondstoffen. Uw Mie‐
le-handelaar neemt de verpakking terug
of geeft u informatie over de dichtstbij‐
zijnde mogelijkheid voor teruggave.
gloopmateriaal,
opyleen (PP)
oevoeging van chloor of fluor
behandeld hout van bosteeltkun‐
Uw toestel afdanken
Oude elektrische en elektronische toe‐
ellen bevatten vaak nog waardevolle
st
materialen. Ze bevatten echter ook
schadelijke stoffen die voor het functio‐
neren en de veiligheid van het toestel
nodig waren. Als deze stoffen bij het
restafval terechtkomen of verkeerd wor‐
den behandeld, kunnen ze schade be‐
rokkenen aan de gezondheid van men‐
sen en het milieu. Geef uw afgedankte
toestel dus in geen geval mee met het
gewone huisvuil.
Breng het toestel liever naar het
dichtstbijzij
park. Vraag meer informatie aan uw Mi‐
ele-handelaar.
Zorg er ook voor dat het toestel kind‐
g wordt bewaard voor u het weg‐
veili
brengt.
Alle kunststofonderdelen van het toe‐
el zijn gemarkeerd met een internatio‐
st
naal erkend symbool. Daardoor kan bij
het afdanken van het toestel het kunst‐
stofafval correct worden gescheiden
voor milieuvriendelijke recyclage.
nde gemeentelijk container‐
19
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu
Zuinig afwassen
Deze afwasautomaat werkt uiterst wa‐
er- en energiebesparend.
t
U kunt nog zuiniger te werk gaan, in‐
dien u de volgende adviezen opvolgt:
– Maak gebruik van de volledige bela‐
dingsc
apaciteit van de rekken zonder
de afwasautomaat te overladen.
– Kies een afwasprogramma dat past
bij het soo
van verontreiniging.
– Kies het programma ECO (indien aan‐
zig) als u energiebesparend wilt
we
reinigen. De water- en energiebespa‐
ring is voor normaal verontreinigd
serviesgoed bij dit programma het
grootst.
– Kies bij een warmwateraansluiting het
ogramma SolarSpaar voor het reini‐
pr
gen van licht tot normaal verontrei‐
nigd vaatwerk. Bij dit programma
wordt het reinigingswater niet verder
verwarmd. Daardoor kan het vaat‐
werk na afloop van het programma
vochtiger zijn dan bij andere pro‐
gramma's.
rt serviesgoed en de mate
– Volg de doseeradviezen op die op de
verpakking van het afwasmiddel
staan.
– Bij gebruik van poedervormige of
vloeibare reinigingsmiddelen kunt u
de dosering met 1/3 verminderen,
wanneer de rekken maar half beladen
zijn.
Zie voor zuinig afwassen ook
w
ww.miele.be.
20
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu
Weergave van het verbruik met
EcoF
eedback
Via de functie Verbruik krijgt u informatie
over het ener
uw afwasautomaat (zie rubriek "Menu
Instellingen, Verbruik").
Er kunnen drie verschillende soorten in‐
formatie wor
– vóór de start van het programma een
ognose (schatting) van het verbruik
pr
– na afloop van het uitgevoerde pro‐
amma het werkelijke verbruik
gr
– het totale verbruik van de afwasauto‐
maat
1. Prognose van het verbruik:
Na het kiezen van een programma
wor
dt eerst de programmanaam weer‐
gegeven en vervolgens gedurende en‐
kele seconden een prognose (schatting)
van het energie- en waterverbruik.
De prognose van het verbruik wordt
weer
gegeven via een streepjesdiagram.
Hoe meer streepjes ( ) er zichtbaar
zijn, hoe meer energie of water het pro‐
gramma zal verbruiken.
gie- en waterverbruik van
den weergegeven:
2. Werkelijk verbruik
Na afloop van het programma kunt u
het werk
van het uitgevoerde programma laten
weergeven.
Open de
Druk op OK wanneer de melding Ver-
Wanneer de afwasautomaat na af‐
lo
geschakeld, worden de werkelijke
verbruikswaarden van het uitge‐
voerde programma gewist.
3. Instelling "Verbruik"
Bij de instelling Verbruik is he
energie- en waterverbruik van alle reeds
gebruikte programma's van uw afwas‐
automaat samengeteld (zie rubriek
"Menu Instellingen, Verbruik").
elijke energie- en waterverbruik
deur na afloop van het pro‐
gramma.
bruik (OK) wor
op van het programma wordt uit‐
dt weergegeven.
t totale
De waarden variëren afhankelijk van het
ozen programma en de gekozen
gek
programmaopties.
Het display schakelt automatisch over
naar de weer
De weergave van het verbruik is in de
fabriek inge
gave echter ook uitschakelen (zie ru‐
briek "Menu Instellingen, Verbruik").
gave van de resttijd.
schakeld. U kunt de weer‐
21
Toestel voor het eerst in gebruik nemen
Deur openen
De afwasautomaat is uitgerust met een
unctie voor het motorisch openen van
f
de deur door erop te kloppen
("Knock2open-functie").
Klop 2 keer kort na elkaar op het bo‐
venste derde deel van het deurfront.
De deur gaat open op een kier.
Aan de binnenkant van de deur be‐
vinden zic
greeplijsten.
Pak de deur vast aan deze greeplijs‐
ten en trek de deur helemaal open,
zodat deze ontgrendelt.
h bovenaan twee donkere
W
anneer het water in de afwas‐
automaat heet is, loopt u gevaar om
u te verbranden!
Wanneer u de deur echt moet ope‐
nen
terwijl het toestel in werking is,
doe dat dan zeer voorzichtig.
org ervoor dat er genoeg plaats
Z
is om de deur te openen.
De deur gaat na afloop van een pro‐
amma met een droogfase (zie rubriek
gr
"Programmaoverzicht") automatisch op
een kier open. Dat verbetert de droging.
U kunt deze functie ook uitschakelen
(zie rubriek "Menu Instellingen,
AutoOpen").
De beugel van het deurslot wordt inge‐
tr
okken.
Wanneer de deur wordt geopend terwijl
de afwasautomaat in werking is, wor‐
den de afwasfuncties automatisch on‐
derbroken.
U kunt het aantal klopimpulsen wijzigen
(zie rubriek "Menu Inst
Knock2open"). Met impulsen wordt be‐
doeld het aantal keer dat u moet klop‐
pen op de deur om deze te openen.
22
ellingen,
Toestel voor het eerst in gebruik nemen
Hulpmiddel voor het openen van de
deur
Als de functie voor het openen van de
deur door er
wanneer de stroom uitgevallen is, kunt
u de deur ook manueel openen met het
bijgeleverde hulpmiddel voor het ope‐
nen van de deur.
Schuif het hulpmiddel voor het ope‐
nen van de deur ca. 15 cm onder het
werkblad in de sp
van de afwasautomaat en de deur
van de kast ernaast .
op te kloppen niet werkt of
leet tussen het front
Trek de deur open met het hulpmid‐
del voor het openen van de deur.
Deur sluiten
Schui
Slui
De deur wordt dan automatisch geslo‐
t
en.
f de korven naar binnen.
t de deur totdat deze vastklikt.
Gevaar voor klemming!
Steek uw handen niet tussen het
oestel en de sluitende deur.
t
Dr
aai het hulpmiddel voor het openen
van de deur naar rechts , zodat het
vasthaakt achter het front van de af‐
wasautomaat.
23
Toestel voor het eerst in gebruik nemen
Basisinstellingen
Open de
Schak
toets .
De eerste keer dat de afwasautomaat
wor
dt ingeschakeld, wordt het wel‐
komstscherm weergegeven.
Taal
Het display schakelt automatisch over
naar een scherm waar u de taal kunt in‐
st
ellen.
Kies met de pijlt
wenste taal en eventueel het ge‐
wenste land en bevestig met
Zie de rubriek "De werking van het
display" voor meer informatie over de
werking
De ingestelde taal is gemarkeerd met
een vinkje .
deur.
el de afwasautomaat in met de
oetsen de ge‐
OK.
van het display.
Dagtijd
Het display schakelt over naar een
scherm waar u de dagtijd (het uur) kunt
inst
ellen.
De dagtijd is vereist om de program‐
maoptie "Fle
bruiken.
tel met de pijltoetsen de uren in
S
en bevestig met
S
tel vervolgens de minuten in en be‐
vestig met
Wanneer u de pijltoetsen
drukt houdt, verspringt de tijd auto‐
matisch in stijgende of dalende zin.
xiTimer" te kunnen ge‐
OK.
OK.
inge‐
24
Toestel voor het eerst in gebruik nemen
Waterhardheid
Het display schakelt over naar een
scherm waar u de wat
instellen.
– De afwasautomaat moet precies wor‐
den gepr
hardheid van uw water.
– Informeer bij uw maatschappij voor
wat
heid uw water precies heeft.
– Programmeer bij een variërende wa‐
erhardheid (bijv. 10-15 °d) altijd de
t
hoogste waarde (in dit voorbeeld
15 °d).
Als u later eventueel een beroep moet
doen op de d
huis van Miele, is het voor de technicus
handig om de waterhardheid van uw
water te weten.
Noteer daarom de waterhardheid van
uw water:
____________°d
In de fabriek is een waterhardheid van
15 °d (
Kies met de pijltoetsen de water‐
hardheid van uw water en bevestig
met
ogrammeerd naar de water‐
ervoorziening welke waterhard‐
ienst Herstellingen aan
2,7 mmol/l) geprogrammeerd.
OK.
erhardheid kunt
Vervolgens wordt de melding Apparaat is
klaar voor gebruik w
Na het bevestigen van deze melding
met OK wor
meldingen weergegeven: Vul zout bij.
en Vul naspoelmid. bij..
V
ul indien nodig het zoutreservoir met
zout en het naspoelmiddelreservoir
met naspoelmiddel (zie rubriek "Toe‐
stel voor het eerst in gebruik nemen,
Regenereerzout" en "Naspoelmid‐
del").
Bevestig de meldingen met OK.
Op het display wordt kort het gekozen
pr
ogramma weergegeven en het des‐
betreffende controlelampje brandt.
Daarna wordt mogelijk gedurende en‐
kele seconden de prognose van het
energie- en waterverbruik van het geko‐
zen programma weergegeven.
Vervolgens schakelt het display over
naar de weergave van de vermoedelijke
programmaduur voor het gekozen pro‐
gramma.
Deze basisinstellingen worden opgesla‐
gen zo
eerst volledig is uitgevoerd.
dra een programma voor het
eergegeven.
den mogelijk de volgende
Zie de rubriek "Menu Instellingen, Wa‐
erhardheid" voor meer informatie
t
over het instellen van de waterhard‐
heid.
25
Toestel voor het eerst in gebruik nemen
Wat u nodig hebt om het toe‐
st
el voor het eerst in gebruik te
nemen:
– ca. 1 kg regenereerzout,
– reinigingsmiddel voor huishoudelijke
afwasaut
– naspoelmiddel voor huishoudelijke
afwasaut
Elke afwasautomaat wordt in de fa‐
briek op zijn werking
volg van deze tests blijft er water in
het toestel achter. Dat betekent niet
dat het toestel eerder door een andere
consument is gebruikt.
omaten,
omaten.
getest. Als ge‐
Regenereerzout
Om goede afwasresultaten te bereiken,
heeft de afwasaut
water nodig. Bij hard water ontstaat er
witte kalkaanslag op het vaatwerk en
op de wanden van de spoelruimte.
Water met een waterhardheid van meer
dan 4 °d (0,7 mmol/l) moet daarom
worden onthard. Daar wordt in de inge‐
bouwde waterontharder automatisch
voor gezorgd. De waterontharder is ge‐
schikt voor een waterhardheid tot 70 °d
(12,6 mmol/l).
omaat zacht (kalkarm)
Ligt de waterhardheid van uw water
eeds onder de 5 °d (= 0,9 mmol/l),
st
dan hoeft u geen zout te doen in het
zoutreservoir. De melding voor het bij‐
vullen van zout wordt automatisch uit‐
geschakeld.
Reinigingsmiddel beschadigt de
erontharder.
wat
Vul het zoutreservoir niet met poe‐
vormig of vloeibaar reinigings‐
der
middel.
ebruik uitsluitend speciaal grof‐
G
korrelig regenereerzout of ander zout
dat speciaal is ontwikkeld voor af‐
wasautomaten.
Gebruik in geen geval andere
rten zout. Deze bevatten mogelijk
soo
bestanddelen die niet oplosbaar zijn
in water en die een storing in de
werking van de waterontharder ver‐
oorzaken.
De waterontharder heeft daarvoor wel
egenereerzout nodig.
r
Als u combinatiereinigingsmiddelen ge‐
bruikt, kunt u afhankelijk van de water‐
hardheid (< 21 °d) ervoor kiezen geen
zout te doen in het zoutreservoir (zie ru‐
briek "Bediening, Reinigingsmiddel").
26
Toestel voor het eerst in gebruik nemen
Zoutreservoir vullen met zout
Open de deur maar voor de helft
wan
neer u het zoutreservoir met zout
wilt vullen. Zo zorgt u ervoor dat al
het zout in het zoutreservoir terecht‐
komt.
Open het klepje van
door op het knopje te drukken in de
richting van de pijl.
Het klepje springt open.
het zoutreservoir
Giet geen water in het zoutreservoir!
ul het zoutreservoir met zout totdat
V
het zoutreservoir vol is of totdat er
water uit de opening loopt. In het
zoutreservoir kan afhankelijk van het
soort zout maximaal ca. 1 kg.
Doe niet meer dan 1 kg zout in het
zou
treservoir.
Wanneer u het zoutreservoir met zout
vult, loo
zoutreservoir.
pt er mogelijk water uit het
Klap de tr
echter open.
erwijder de zoutresten die zich rond
V
het zoutreservoir bevinden en sluit
vervolgens het klepje van het zoutre‐
servoir.
Start direct na het vullen van het
zoutreservoir met zout het program‐
ma
Snel in combin
grammaoptie
zodat eventueel gemorste zoutresten
kunnen worden verdund en daarna
weggepompt.
atie met de pro‐
Kort, zonder vaatwerk,
27
Toestel voor het eerst in gebruik nemen
Melding voor het bijvullen van zout
V
ul na afloop van een programma
zout bij als de melding Vul zout bij.
wordt weergegeven.
Bevestig met OK.
De melding voor het bijvullen van zout
ver
dwijnt.
evaar voor corrosie!
G
Start na het vullen van het zoutreser‐
voir met zout altijd het programma
Snel in
maoptie
dat eventueel
kunnen worden verdund en daarna
weggepompt.
Het is mogelijk dat de melding voor het
bijvullen van zout opnieuw op het dis‐
play verschijnt nadat u zout hebt bijge‐
vuld. Dat is het geval wanneer de zout‐
conc
nog niet hoog genoeg is. In dat geval
bevestigt u nogmaals met
combinatie met de program‐
Kort, zonder vaatwerk, zo‐
gemorste zoutresten
entratie die zich heeft gevormd,
OK.
Als u steeds combinatiereinigingsmid‐
delen gebruikt en de meldingen voor
het bijvullen van zout en naspoelmid‐
del u st
uitschakelen (zie rubriek "Menu Instel‐
lingen, Bijvulcontrole").
oren, kunt u deze meldingen
Wanneer u geen combinatiereini‐
gingsmiddelen meer gebruikt, moet
u het zou
delreservoir weer vullen en de mel‐
dingen voor het bijvullen van zout en
naspoelmiddel (Bijvulcontrole) weer
inschakelen.
treservoir en naspoelmid‐
De melding voor het bijvullen van zout
wor
dt uitgeschakeld wanneer u de af‐
wasautomaat op een waterhardheid
van minder dan 5 °d (= 0,9 mmol/l) hebt
geprogrammeerd.
28
Toestel voor het eerst in gebruik nemen
Naspoelmiddel
Naspoelmiddel is nodig om ervoor te
orgen dat het water tijdens het drogen
z
als een film van het vaatwerk afloopt en
dat het vaatwerk na het afwassen ge‐
makkelijker droogt.
Het naspoelmiddel wordt in het na‐
spoelmiddelreservoir gegoten en bij het
naspoelen in de ingestelde dosering
automatisch toegevoegd.
Vul het naspoelmiddelreservoir
alleen met naspoelmiddel voor huis‐
houdelijke afwasautomaten. Vul het
in geen geval met handafwasmidde‐
len of reinigingsmiddelen. Dat zou
het naspoelmiddelreservoir bescha‐
digen.
Een andere mogelijkheid is dat u
– azijn voor huishoudelijk gebruik
(maximaal 5% zuur)
of
Gebruikt u uitsluitend combinatierei‐
nigingsmiddelen, dan hoeft u het na‐
spoelmi
spoelmiddel te vullen.
Naspoelmiddel bijvullen
Dru
van het naspoelreservoir in de rich‐
ting van de pijl. De klep springt open.
ddelreservoir niet met na‐
k de openingstoets op het deksel
– vloeibaar citroenzuur (10%)
gebruikt. Het vaatwerk zal echter voch‐
tiger zij
wanneer u naspoelmiddel gebruikt.
n en meer vlekken vertonen dan
U mag in geen geval azijn met
en hoger zuurpercentage (bijv.
e
azijnessence van 25%) gebruiken.
Daardoor zou de afwasautomaat be‐
scha
digd kunnen raken.
29
Toestel voor het eerst in gebruik nemen
Melding voor het bijvullen van na‐
spoelmiddel
Wanneer op het display de melding
Vul naspoelmid. bij. wor
ven, is er nog genoeg naspoelmiddel
voor 2 tot 3 afwasbeurten.
V
ul op tijd naspoelmiddel bij.
Bevestig met OK.
De melding voor het bijvullen van na‐
spoelmiddel ver
Als u steeds combinatiereinigingsmid‐
ul zoveel naspoelmiddel bij tot het in
V
de vulopening zichtbaar wordt.
Het reservoir kan ca. 110 ml bevatten.
Slui
t de klep totdat deze duidelijk
vastklikt, anders kan tijdens het
spoelen water in het naspoelreservoir
binnendringen.
is eventueel gemorst naspoelmid‐
W
del goed af, zodat een krachtige
schuimvorming in het volgende pro‐
gramma wordt vermeden.
delen gebruikt en de meldingen voor
het bijvullen van zout en naspoelmid‐
del u st
uitschakelen (zie rubriek "Menu Instel‐
lingen, Bijvulcontrole").
oren, kunt u deze meldingen
Wanneer u geen combinatiereini‐
gingsmiddelen meer gebruikt, moet
u het zou
delreservoir weer vullen en de mel‐
dingen voor het bijvullen van zout en
naspoelmiddel (Bijvulcontrole) weer
inschakelen.
treservoir en naspoelmid‐
dt weergege‐
dwijnt.
Voor een optimaal afwasresultaat kunt
u de naspoelmiddeldosering aanpas‐
sen (zie rubriek "Menu Inst
Naspoelmiddel").
30
ellingen,
Loading...
+ 74 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.