Lees absoluut de gebruiksaanwijzing en de montage-instructies op de
montagesche
gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u vermijdt schade aan het
toestel.
nl-BEM.-Nr. 09 647 571HG05
ts voordat u uw afwasautomaat plaatst, installeert en in
Inhoud
Beschrijving van het toestel.................................................................................. 5
Het toestel in één oogopslag................................................................................... 5
Menu "Instellingen" beëindigen ............................................................................. 96
83
86
87
88
4
Het toestel in één oogopslag
Beschrijving van het toestel
a
Bovenste sproeiarm (niet zichtbaar)
b
Besteklade (afhankelijk van het mo‐
del)
c
Bovenste korf
d
Middelste sproeiarm
e
Luchttoevoer voor het drogen (afhan‐
k
elijk van het model)
f
Onderste sproeiarm
g
Zeefcombinatie
h
Typeplaatje
i
Reservoir voor naspoelmiddel
j
Tweevaksdoseerbakje voor reini‐
gingsmiddel
k
Reservoir voor regenereerzout
l
Optische functiecontrole
5
Beschrijving van het toestel
Bedieningspaneel
a
Optische functiecontrole
b
Programmakeuze
c
Toetsen voor opties met controle‐
lampjes
d
Pijltoetsen
e
Toets (Fle
lampje
In deze gebruiksaanwijzing worden meerdere afwasautomaatmodellen beschre‐
ven. De
Deze modellen worden in de gebruiksaanwijzing als volgt aangeduid:
Normaal = Afwasautomaat met een hoogte van 80,5 cm (inbouwtoestel)
of 84,5 cm (vrijstaand toestel)
XXL = Afwasautomaat met een hoogte van 84,5 cm (inbouwtoestel).
ze hebben verschillende hoogten.
xiTimer) met controle‐
f
Toets OK
g
Display
h
Programmakeuzetoets
i
Toets (aan/uit)
6
Beschrijving van het toestel
De werking van het display
Algemeen
Via het display kunt u het volgende kie‐
z
en of instellen:
– het programma
– de FlexiTimer (Startuitstel)
– het menu "Instellingen"
Op het display kan het volgende wor‐
den weer
– de actuele dagtijd (het uur)
– de programmafase
– de vermoedelijke resterende duur
van he
– het energie- en waterverbruik (Eco‐
F
– mogelijke foutmeldingen en andere
meldingen
Om energie te besparen, wordt de af‐
wasaut
er enkele minuten lang niet op een
toets is gedrukt.
Druk op de toets om de afwasauto‐
maat weer in te schakelen.
gegeven:
t programma
eedback)
omaat uitgeschakeld wanneer
Menu "Instellingen"
In het menu "Instellingen" kunt u de
onische besturing van de afwas‐
elektr
automaat aanpassen aan uw specifieke
wensen. U kunt het menu "Instellingen"
openen door op een bepaalde combi‐
natie toetsen te drukken (zie rubriek
"Menu Instellingen").
De pijlen op het display geven aan dat
er nog
andere keuzemogelijkheden zijn.
U kunt deze keuzemogelijkheden kiezen
door naast het display op de pijltoetsen
te drukken.
Met de toets OK kunt u meldingen of
in
stellingen bevestigen en kunt u naar
het volgende menu of een ander menu‐
niveau gaan.
De gekozen instelling is gemarkeerd
met een vinkje .
Wanneer u een submenu wilt verlaten,
kie
st u met de pijltoetsen de optie
Terug op het display en bevestigt u
met OK.
Wanneer u meerdere seconden niet op
een toets drukt, schakelt het display te‐
rug naar een bovenliggend menuni‐
veau. U moet dan eventueel uw instel‐
lingen opnieuw instellen.
7
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Deze afwasautomaat voldoet aan de voorgeschreven veiligheids‐
orschriften. Door ondeskundig gebruik kunnen gebruikers ech‐
vo
ter letsel oplopen en kan er schade optreden aan het toestel.
Lees de montage-instructies op de montageschets en de ge‐
bruiksa
automaat plaatst en in gebruik neemt. U vindt er belangrijke op‐
merkingen omtrent inbouw, veiligheid, gebruik en onderhoud. Dat
is veiliger voor uzelf en u vermijdt schade aan de afwasautomaat.
Bewaar de gebruiksaanwijzing en de montageschets en geef deze
door aan wie het toestel eventueel na u gebruikt.
Miele kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die ont‐
staan is doordat deze opmerkingen niet in acht werden genomen.
anwijzing daarom aandachtig door voordat u deze afwas‐
8
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Juist gebruik
De
ze afwasautomaat is bedoeld voor gebruik in het huishouden
en in gelijkaardige omgevingen.
ze afwasautomaat is niet bestemd voor gebruik buiten.
De
Gebruik de
voor het afwassen van huishoudelijk vaatwerk. Gebruik voor andere
doeleinden is niet toegelaten.
ersonen die door hun fysieke, zintuiglijke of geestelijke mogelijk‐
P
heden of hun onervarenheid of gebrek aan kennis niet in staat zijn
om deze afwasautomaat veilig te bedienen, moeten bij de bediening
in het oog worden gehouden. Deze personen mogen de afwasauto‐
maat zonder toezicht bedienen, maar alleen wanneer de bediening
van de afwasautomaat zo uitgelegd is aan hen dat ze het toestel vei‐
lig kunnen bedienen. Ze moeten de eventuele gevaren van een fou‐
tieve bediening kunnen beseffen en begrijpen.
afwasautomaat uitsluitend in huishoudelijke context
9
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Kinderen in het huishouden
Kinder
automaat worden gehouden, tenzij ze constant in het oog worden
gehouden.
en jonger dan acht jaar moeten uit de buurt van de afwas‐
Kinderen vanaf acht jaar mogen de afwasautomaat zonder toe‐
zicht bedienen, maar alleen wanneer de bediening van de afwasau‐
tomaat zo uitgelegd is aan hen dat ze het toestel veilig kunnen be‐
dienen. Kinderen moeten de eventuele gevaren van een foutieve be‐
diening kunnen beseffen en begrijpen.
Kinder
of onderhouden.
Hou kin
oog. Laat ze nooit met de afwasautomaat spelen. Wanneer kinderen
dat doen, bestaat o.a. het gevaar dat ze zich in de afwasautomaat
opsluiten!
Gevaar voor verstikki
in verpakkingsmateriaal (bijv. folies) of het over hun hoofd trekken en
daardoor verstikken. Hou kinderen uit de buurt van verpakkingsma‐
teriaal.
en mogen de afwasautomaat niet zonder toezicht reinigen
deren die in de buurt van de afwasautomaat komen in het
ng! Spelende kinderen kunnen zich wikkelen
Z
org ervoor dat kinderen niet met reinigingsmiddelen in aanraking
kunnen komen! Reinigingsmiddelen kunnen brandwonden in mond
en keel veroorzaken of tot verstikking leiden. Hou kinderen daarom
uit de buurt van de afwasautomaat wanneer deze openstaat. Moge‐
lijk zijn er nog resten reinigingsmiddel aanwezig in de afwasauto‐
maat. Ga met uw kind direct naar de dokter wanneer het reinigings‐
middel heeft binnengekregen.
10
Technische veiligheid
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Door on
stellingswerken kunnen er voor de gebruiker aanzienlijke gevaren
ontstaan. Installatie-, onderhouds- of herstellingswerken mogen al‐
leen door vakmensen worden uitgevoerd die door Miele erkend zijn.
Een beschadigde afwasaut
brengen. Controleer of het toestel zichtbaar beschadigd is. Een be‐
schadigde afwasautomaat mag u nooit in gebruik nemen.
deskundig uitgevoerde installatie-, onderhouds- of her‐
omaat kan uw veiligheid in gevaar
De elektrische veiligheid van de afwasautomaat wordt enkel ge‐
garandeerd als het toestel op een aardsysteem aangesloten is dat
volgens de voorschriften geïnstalleerd is. Het is heel belangrijk dat
aan deze fundamentele veiligheidsvoorwaarde is voldaan. Laat de
elektrische installatie in uw woning bij twijfel door een elektricien
controleren.
Miele kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die werd
veroorzaakt doordat de aardleiding onderbroken was of gewoon
ontbrak. Er bestaat in dat geval onder andere gevaar voor elek‐
trische schokken.
De afwasaut
ding op het elektriciteitsnet worden aangesloten. De stekker mag
niet worden afgeknipt om het toestel vast aan te sluiten. Na het
plaatsen van de afwasautomaat moet het stopcontact vrij toeganke‐
lijk zijn, zodat de afwasautomaat op elk moment van het elektrici‐
teitsnet kan worden ontkoppeld.
omaat mag alleen via een 3-polige stekker met aar‐
W
anneer zich in de buurt van de afwasautomaat een elektrisch
toestel bevindt, let er dan op dat de stekker van dat toestel niet
schuilgaat achter de afwasautomaat. Aangezien de inbouwnis niet
altijd diep genoeg is, kan er druk op de stekker ontstaan waardoor
er gevaar voor oververhitting bestaat (gevaar voor brand).
11
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
De afwasaut
leerd. Een kookvlak straalt voor een deel hoge temperaturen af
waardoor de afwasautomaat beschadigd zou kunnen raken. Om de‐
zelfde reden mag de afwasautomaat niet direct naast warmteprodu‐
cerende toestellen worden geplaatst die niet standaard tot de keu‐
kenuitrusting behoren (bijv. open vuren voor verwarmingsdoeleinden
e.d.).
De aanslu
peplaatje van de afwasautomaat moeten absoluut overeenstemmen
met deze van het elektriciteitsnet. Zo voorkomt u schade aan de af‐
wasautomaat. Vergelijk deze gegevens voordat u het toestel aan‐
sluit. Vraag bij twijfel inlichtingen aan een elektricien.
De afwasaut
gesloten nadat deze is geplaatst en geïnstalleerd en nadat de deur‐
veren zijn ingesteld.
topcontactenblokken of verlengkabels bieden niet voldoende
S
veiligheidsgaranties (gevaar voor brand). Gebruik deze niet om de
afwasautomaat aan te sluiten op het elektriciteitsnet.
omaat mag niet onder een kookvlak worden geïnstal‐
itgegevens (zekering, frequentie en spanning) op het ty‐
omaat mag pas op het elektriciteitsnet worden aan‐
Deze afwasautomaat mag niet op niet-vaste plaatsen (bijv. op een
schip) worden gebruikt.
Plaats de afwasaut
Bevroren waterslangen kunnen onder druk scheuren of springen. De
betrouwbaarheid van de elektronische besturing kan door tempera‐
turen onder het vriespunt in het gedrang komen.
Het kunstst
trisch onderdeel. Dompel het omhulsel niet in vloeistof.
In d
staan wanneer het toestel op het elektriciteitsnet is aangesloten. De
slang mag daarom niet worden ingekort.
12
e watertoevoerslang bevinden zich delen die onder spanning
ofomhulsel van de wateraansluiting bevat een elek‐
omaat niet in een vertrek waar het kan vriezen.
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Het inge
scherming tegen waterschade, maar alleen als aan de volgende
voorwaarden is voldaan:
– Het toestel moet volgens de voorschriften geïnstalleerd zijn.
– Wanneer er duidelijk sprake is van schade, moet de afwasauto‐
maat worden hersteld of moeten de desbetreffende onderdelen
worden vervangen.
– De waterkraan moet bij lange afwezigheid (bijv. vakantie) worden
dichtg
Het Waterproof System werkt ook wanneer de afwasautomaat is uit‐
gesch
zijn aangesloten.
De wat
de 30 en 1000 kPa (0,3 en 10 bar) liggen.
Een afwasaut
vaar brengen! Schakel de afwasautomaat meteen uit wanneer het
toestel beschadigd is en neem contact op met uw Miele-handelaar
of met de dienst Herstellingen aan huis van Miele.
bouwde Waterproof System biedt een betrouwbare be‐
edraaid.
akeld. De afwasautomaat moet dan wel op het elektriciteitsnet
erdruk (stromingsdruk bij de wateraansluiting) moet tussen
omaat die beschadigd is, kan uw veiligheid in ge‐
Het r
klantendienst wordt hersteld die niet door Miele is erkend.
Enk
volle voldoen aan de eisen die Miele qua veiligheid stelt. Defecte on‐
derdelen mogen enkel worden vervangen door originele Miele-wis‐
selstukken.
T
afwasautomaat van het elektriciteitsnet losgekoppeld zijn (schakel
de afwasautomaat uit en trek vervolgens de stekker uit het stopcon‐
tact).
echt op garantie vervalt wanneer de afwasautomaat door een
el met originele Miele-wisselstukken bent u zeker dat ze ten
ijdens installatie-, onderhouds- en herstellingswerken moet de
13
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
W
anneer de aansluitkabel beschadigd is, moet deze door een
speciale aansluitkabel van hetzelfde type worden vervangen (ver‐
krijgbaar via de dienst Onderdelen en toebehoren van Miele). Om
veiligheidsredenen mag de aansluitkabel alleen door een door Miele
erkende vakman of vakvrouw of door de dienst Herstellingen aan
huis van Miele worden vervangen.
14
Deskundige plaatsing
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Neem bij het plaatsen en
montage-instructies op de montageschets in acht.
W
ees voorzichtig vóór en tijdens het plaatsen en installe‐
ren van de afwasautomaat. U loopt gevaar om u te verwon‐
den/snijden aan bepaalde metalen onderdelen. Draag be‐
schermende handschoenen.
Om
maat waterpas plaatsen.
V
onder of in te bouwen afwasautomaten uitsluitend worden geplaatst
onder een doorlopend werkblad dat is vastgeschroefd aan de kas‐
ten die ernaast staan.
W
automaat maken, vervang het sokkelpaneel dan door een sokkelpa‐
neel dat hoort bij onderbouwafwasautomaten. Gebruik daarvoor de
desbetreffende ombouwset. Doet u dat niet, dan loopt u gevaar om
u te verwonden aan uitstekende metalen onderdelen!
De deur
Om te controleren of ze juist zijn ingesteld, opent u de deur gedeel‐
telijk (openingshoek van ca. 45°). Laat de deur vervolgens los. Als de
deur in de geopende stand blijft staan, zijn de deurveren juist inge‐
steld. De deur mag niet ongeremd naar beneden vallen.
Het toestel mag alleen worden gebruikt als de deurveren juist zijn in‐
gesteld.
een perfecte werking te garanderen, moet u de afwasauto‐
oor de stabiliteit van de afwasautomaat is het noodzakelijk dat
ilt u van een vrijstaande afwasautomaat een onderbouwafwas‐
veren moeten aan beide kanten gelijk worden ingesteld.
aansluiten van de afwasautomaat de
15
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Veilig gebruik
Gebruik geen oplo
plosies!
Adem geen poeder
gingsmiddelen in! Reinigingsmiddelen kunnen brandwonden in neus,
mond en keel veroorzaken. Ga direct naar de dokter wanneer u een
reinigingsmiddel hebt ingeademd of ingeslikt.
U kunt u ver
maat of u eraan stoten. Laat de deur niet onnodig openstaan.
taat de deur open, ga er dan niet op zitten of erop staan. Doet u
S
dat wel, dan kan de afwasautomaat kantelen. Daarbij kunt u letsel
oplopen of kan de afwasautomaat beschadigd raken.
wonden aan de geopende deur van de afwasauto‐
Het vaatwerk kan na aflo
Laat het vaatwerk daarom na het uitschakelen van de afwasauto‐
maat in het toestel afkoelen totdat u het goed kunt vastpakken.
smiddelen in de spoelruimte. Gevaar voor ex‐
vormige reinigingsmiddelen in! Slik geen reini‐
op van het programma zeer heet zijn!
Gebruik uitsluitend reinigingsmiddelen en naspoelmiddelen voor
huishoudelijke afwasautomaten die in de handel verkrijgbaar zijn.
Gebruik geen handafwasmiddelen!
Gebruik geen r
afwasautomaten zijn ontwikkeld. Doet u dat wel, dan kan er materië‐
le schade ontstaan en kunnen er hevige chemische reacties optre‐
den (bijv. een knalgasreactie).
einigingsmiddelen die voor bedrijfs- of industriële
Reini
naspoelmiddelreservoir niet met poedervormig of vloeibaar reini‐
gingsmiddel.
Reini
servoir niet met poedervormig of vloeibaar reinigingsmiddel.
16
gingsmiddel beschadigt het naspoelmiddelreservoir! Vul het
gingsmiddel beschadigt de waterontharder. Vul het zoutre‐
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Gebruik uitsluit
zout dat speciaal is ontwikkeld voor afwasautomaten. Gebruik in
geen geval andere soorten zout. Deze bevatten mogelijk bestandde‐
len die niet oplosbaar zijn in water en die een storing in de werking
van de waterontharder veroorzaken.
Hebt u een afwasaut
het model), dan plaatst u bestek zo in de vakken van de bestekkorf
dat de snijkanten van de messen en de punten van vorken beneden
zitten. Dat is veiliger. Hou ermee rekening dat u zich kunt verwonden
aan snijkanten van messen en punten van vorken die naar boven ge‐
richt zijn. Wel is het zo dat bestek gemakkelijker wordt gereinigd en
gedroogd wanneer u het zo plaatst dat de scherpe kanten boven en
de grepen beneden zitten.
Reini
(bijv. wegwerpbakjes of wegwerpbestek). Dat soort vaatwerk kan
door de hoge temperaturen vervormen.
g geen hittegevoelig kunststofvaatwerk in de afwasautomaat
end speciaal grofkorrelig regenereerzout of ander
omaat met een bestekkorf (afhankelijk van
Wanneer u de programmaoptie "FlexiTimer/Startuitstel" gebruikt
(afhankelijk van het model), moet u ervoor zorgen dat het doseer‐
bakje voor het reinigingsmiddel droog is. Reinigingsmiddel gaat in
een vochtig doseerbakje klonteren en wordt dan mogelijk niet volle‐
dig weggespoeld.
Neem de gegeve
in acht die vermeld staan in de rubriek "Technische gegevens".
ns omtrent de capaciteit van de afwasautomaat
Toebehoren
Gebruik alleen
derdelen gemonteerd of geplaatst, dan vervalt het recht op garantie
en/of de productaansprakelijkheid.
origineel Miele-toebehoren. Worden er andere on‐
Wat met een afgedankte afwasautomaat?
Maak het deurslo
stel kunnen opsluiten. Verwijder daartoe de sluithaak van het deur‐
slot.
t onbruikbaar zodat kinderen zich niet in het toe‐
17
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu
Het wegdoen van het verpak‐
kin
gsmateriaal
De verpakking beschermt het toestel
egen transportschade. Er werd voor
t
milieuvriendelijk en recycleerbaar ver‐
pakkingsmateriaal gekozen.
Het gaat om de volgende soorten mate‐
riaal:
Buitenverpakking:
– Golfkarton dat voor tot 100% bestaat
uit krin
gloopmateriaal,
andere mogelijkheid: stretchfolie/
wikkelfolie van polyethyleen (PE)
– Kunststofomsnoeringsbanden van
opyleen (PP)
polypr
Binnenverpakking:
– Expansieve polystyreen (EPS) zonder
oevoeging van chloor of fluor
t
– Bodem, deksellijst en steunlijsten van
behandeld hout van bosteeltkun‐
on
dig beheerde bossen
– Beschermingsfolie van polyethyleen
(PE)
Het recycleren van het verpakkingsma‐
t
eriaal vermindert de afvalproductie en
het gebruik van grondstoffen. Uw Mie‐
le-handelaar neemt de verpakking terug
of geeft u informatie over de dichtstbij‐
zijnde mogelijkheid voor teruggave.
Uw toestel afdanken
Oude elektrische en elektronische toe‐
st
ellen bevatten vaak nog waardevolle
materialen. Ze bevatten echter ook
schadelijke stoffen die voor het functio‐
neren en de veiligheid van het toestel
nodig waren. Als deze stoffen bij het
restafval terechtkomen of verkeerd wor‐
den behandeld, kunnen ze schade be‐
rokkenen aan de gezondheid van men‐
sen en het milieu. Geef uw afgedankte
toestel dus in geen geval mee met het
gewone huisvuil.
Breng het toestel liever naar het
dichtstbijzij
park. Vraag meer informatie aan uw Mi‐
ele-handelaar.
Zorg er ook voor dat het toestel kind‐
veili
g wordt bewaard voor u het weg‐
brengt.
Alle kunststofonderdelen van het toe‐
st
el zijn gemarkeerd met een internatio‐
naal erkend symbool. Daardoor kan bij
het afdanken van het toestel het kunst‐
stofafval correct worden gescheiden
voor milieuvriendelijke recyclage.
nde gemeentelijk container‐
18
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu
Spaarzaam afwassen
Deze afwasautomaat werkt uiterst wa‐
er- en energiebesparend.
t
U kunt nóg spaarzamer te werk gaan
als u de volgende tips in acht neemt:
– Benut de volledige capaciteit van de
k
orven zonder de afwasautomaat te
overladen. Zo wast u het efficiëntst
af.
– Kies een afwasprogramma dat past
bij het soo
waarin het vuil is.
rt vaatwerk en de mate
– Gebruik het programma ECO
energie te besparen. Dit programma
is voor de reiniging van normaal ver‐
vuild vaatwerk het efficiëntst qua
energie- en waterverbruik.
– Kies bij een warmwateraansluiting het
ogramma SolarSpaar voor het reini‐
pr
gen van licht tot normaal vervuild
vaatwerk. Bij dit programma wordt
het water voor het afwassen niet ver‐
der verwarmd. Daardoor kan het
vaatwerk na afloop van het program‐
ma vochtiger zijn dan bij andere pro‐
gramma's.
– Neem de doseeraanwijzingen van de
einigingsmiddelfabrikant in acht.
r
– Verminder de hoeveelheid reinigings‐
middel met 1/3 wanneer u poeder
mig of vloeibaar reinigingsmiddel ge‐
bruikt en de korven maar halfvol zijn.
Meer opmerkingen omtrent spaar‐
zaam afwassen vindt u op de
van Miele.
om
vor‐
website
19
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu
Weergave van het verbruik met
EcoF
eedback
Via de functie Verbruik krijgt u informatie
over het ener
uw afwasautomaat (zie rubriek "Menu
Instellingen, Verbruik").
Er kunnen drie verschillende soorten in‐
formatie wor
– vóór de start van het programma een
ognose (schatting) van het verbruik
pr
– na afloop van het uitgevoerde pro‐
amma het werkelijke verbruik
gr
– het totale verbruik van de afwasauto‐
maat
1. Prognose van het verbruik:
Na het kiezen van een programma
wor
dt eerst de programmanaam weer‐
gegeven en vervolgens gedurende en‐
kele seconden een prognose (schatting)
van het energie- en waterverbruik.
De prognose van het verbruik wordt
weer
gegeven via een streepjesdiagram.
Hoe meer streepjes ( ) er zichtbaar
zijn, hoe meer energie of water het pro‐
gramma zal verbruiken.
gie- en waterverbruik van
den weergegeven:
2. Werkelijk verbruik
Na afloop van het programma kunt u
het werk
van het uitgevoerde programma laten
weergeven.
Open de
Druk op OK wanneer de melding Ver-
Wanneer de afwasautomaat na af‐
loop van het pr
geschakeld, worden de werkelijke
verbruikswaarden van het uitge‐
voerde programma gewist.
3. Instelling "Verbruik"
Bij de instelling Verbruik is het t
energie- en waterverbruik van alle reeds
gebruikte programma's van uw afwas‐
automaat samengeteld (zie rubriek
"Menu Instellingen, Verbruik").
elijke energie- en waterverbruik
deur na afloop van het pro‐
gramma.
bruik (OK) wor
dt weergegeven.
ogramma wordt uit‐
otale
De waarden variëren afhankelijk van het
gek
ozen programma en de gekozen
programmaopties.
Het display schakelt automatisch over
naar de weer
De weergave van het verbruik is in de
fabriek inge
gave echter ook uitschakelen (zie ru‐
briek "Menu Instellingen, Verbruik").
20
gave van de resttijd.
schakeld. U kunt de weer‐
Toestel voor het eerst in gebruik nemen
Deur openen
De deur gaat na afloop van een pro‐
amma met een droogfase (zie rubriek
gr
"Programmaoverzicht") automatisch op
een kier open. Dat verbetert de droging.
U kunt deze functie ook uitschakelen
(zie rubriek "Menu Instellingen,
AutoOpen").
T
rek aan de deurgreep om de deur te
openen.
Deur sluiten
Schui
Druk de deur dicht. Z
f de korven naar binnen.
org ervoor dat
de deur vastklikt.
Gevaar voor klemming!
Steek uw handen niet tussen het
t
oestel en de sluitende deur.
Open de deur helemaal.
Wanneer de deur wordt geopend terwijl
d
e afwasautomaat in werking is, wor‐
den de afwasfuncties automatisch on‐
derbroken.
W
anneer het water in de afwas‐
automaat heet is, loopt u gevaar om
u te verbranden!
Wanneer u de deur echt moet ope‐
nen terwijl het toestel in werking is,
doe dat dan zeer voorzichtig.
Z
org ervoor dat er genoeg plaats
is om de deur te openen.
21
Toestel voor het eerst in gebruik nemen
Basisinstellingen
Open de d
Sch
toets .
De eerste keer dat de afwasautomaat
wor
dt ingeschakeld, wordt het wel‐
komstscherm weergegeven.
Taal
Het display schakelt automatisch over
naar een scherm waar u de taal kunt in‐
st
ellen.
Kie
s met de pijltoetsen de ge‐
wenste taal en eventueel het ge‐
wenste land en bevestig met OK.
Zie de rubriek "De werking van het
display" voor meer informatie over de
werking
De ingestelde taal is gemarkeerd met
een vinkje .
eur.
akel de afwasautomaat in met de
van het display.
Dagtijd
Het display schakelt over naar een
scherm waar u de dagtijd (het uur) kunt
inst
ellen.
De dagtijd is vereist om de program‐
maoptie "Fle
bruiken.
S
tel met de pijltoetsen de uren in
en bevestig met OK.
S
tel vervolgens de minuten in en be‐
vestig met OK.
Wanneer u de pijltoetsen
drukt houdt, verspringt de tijd auto‐
matisch in stijgende of dalende zin.
xiTimer" te kunnen ge‐
inge‐
22
Toestel voor het eerst in gebruik nemen
Waterhardheid
Het display schakelt over naar een
scherm waar u d
instellen.
– De afwasautomaat moet precies wor‐
den gepr
hardheid van uw water.
– Informeer bij uw maatschappij voor
ervoorziening welke waterhard‐
wat
heid uw water precies heeft.
– Programmeer bij een variërende wa‐
erhardheid (bijv. 10-15 °d) altijd de
t
hoogste waarde (in dit voorbeeld
15 °d).
Als u later eventueel een beroep moet
doen op de d
huis van Miele, is het voor de technicus
handig om de waterhardheid van uw
water te weten.
Noteer daarom de waterhardheid van
uw wat
____________°d
In de fabriek is een waterhardheid van
15 °d (
Kies met de pijlt
er:
2,7 mmol/l) geprogrammeerd.
hardheid van uw water en bevestig
met OK.
e waterhardheid kunt
ogrammeerd naar de water‐
ienst Herstellingen aan
oetsen de water‐
Vervolgens wordt de melding Apparaat is
klaar voor gebruik w
Na het bevestigen van deze melding
met OK w
meldingen weergegeven: Vul zout bij.
en Vul naspoelmid. bij..
V
zout en het naspoelmiddelreservoir
met naspoelmiddel (zie rubriek "Toe‐
stel voor het eerst in gebruik nemen,
Regenereerzout" en "Naspoelmid‐
del").
Bevestig de meldingen met OK.
Op het display wordt kort het gekozen
pr
ogramma weergegeven en het des‐
betreffende controlelampje brandt.
Daarna wordt mogelijk gedurende en‐
kele seconden de prognose van het
energie- en waterverbruik van het geko‐
zen programma weergegeven.
Vervolgens schakelt het display over
naar de weergave van de vermoedelijke
programmaduur voor het gekozen pro‐
gramma.
Deze basisinstellingen worden opgesla‐
g
en zodra een programma voor het
eerst volledig is uitgevoerd.
orden mogelijk de volgende
ul indien nodig het zoutreservoir met
eergegeven.
Zie de rubriek "Menu Instellingen, Wa‐
erhardheid" voor meer informatie
t
over het instellen van de waterhard‐
heid.
23
Toestel voor het eerst in gebruik nemen
Wat u nodig hebt om het toe‐
st
el voor het eerst in gebruik te
nemen:
– ca. 1 kg regenereerzout,
– reinigingsmiddel voor huishoudelijke
afwasaut
– naspoelmiddel voor huishoudelijke
afwasaut
Elke afwasautomaat wordt in de fa‐
briek op zijn werking
volg van deze tests blijft er water in
het toestel achter. Dat betekent niet
dat het toestel eerder door een andere
consument is gebruikt.
omaten,
omaten.
getest. Als ge‐
Regenereerzout
Om goede afwasresultaten te bereiken,
heeft d
water nodig. Bij hard water ontstaat er
witte kalkaanslag op het vaatwerk en
op de wanden van de spoelruimte.
Water met een waterhardheid van meer
dan 4 °d (0,7 mmol/l) moet daarom
worden onthard. Daar wordt in de inge‐
bouwde waterontharder automatisch
voor gezorgd. De waterontharder is ge‐
schikt voor een waterhardheid tot 70 °d
(12,6 mmol/l).
e afwasautomaat zacht (kalkarm)
Ligt de waterhardheid van uw water
eeds onder de 5 °d (= 0,9 mmol/l),
st
dan hoeft u geen zout te doen in het
zoutreservoir. De melding voor het bij‐
vullen van zout wordt automatisch uit‐
geschakeld.
Reinigingsmiddel beschadigt de
erontharder.
wat
Vul het zoutreservoir niet met poe‐
vormig of vloeibaar reinigings‐
der
middel.
G
ebruik uitsluitend speciaal grof‐
korrelig regenereerzout of ander zout
dat speciaal is ontwikkeld voor af‐
wasautomaten.
Gebruik in geen geval andere
so
orten zout. Deze bevatten mogelijk
bestanddelen die niet oplosbaar zijn
in water en die een storing in de
werking van de waterontharder ver‐
oorzaken.
De waterontharder heeft daarvoor wel
r
egenereerzout nodig.
Als u combinatiereinigingsmiddelen ge‐
bruikt, kunt u afhankelijk van de water‐
hardheid (< 21 °d) ervoor kiezen geen
zout te doen in het zoutreservoir (zie ru‐
briek "Bediening, Reinigingsmiddel").
24
Toestel voor het eerst in gebruik nemen
Zoutreservoir vullen met zout
Open de deur maar voor de helft
wannee
wilt vullen. Zo zorgt u ervoor dat al
het zout in het zoutreservoir terecht‐
komt.
Open het klepje van
door op het knopje te drukken in de
richting van de pijl.
Het klepje springt open.
r u het zoutreservoir met zout
het zoutreservoir
Giet geen wat
ul het zoutreservoir met zout totdat
V
het zoutreservoir vol is of totdat er
water uit de opening loopt. In het
zoutreservoir kan afhankelijk van het
soort zout maximaal ca. 1 kg.
Doe niet meer dan 1 kg zout in het
zou
treservoir.
Wanneer u het zoutreservoir met zout
vult, loo
zoutreservoir.
pt er mogelijk water uit het
er in het zoutreservoir!
Klap de tr
echter open.
V
erwijder de zoutresten die zich rond
het zoutreservoir bevinden en sluit
vervolgens het klepje van het zoutre‐
servoir.
S
tart direct na het vullen van het
zoutreservoir met zout het program‐
ma Snel in combinatie met de pro‐
grammaoptie Kort, zonder vaatwerk,
zodat eventueel gemorste zoutresten
kunnen worden verdund en daarna
weggepompt.
25
Toestel voor het eerst in gebruik nemen
Melding voor het bijvullen van zout
V
ul na afloop van een programma
zout bij als de melding Vul zout bij.
wordt weergegeven.
Bevestig met OK.
De melding voor het bijvullen van zout
ver
dwijnt.
Gevaa
Start na het vullen van het zoutreser‐
voir met zout altijd het programma
Snel in combinatie met de program‐
maoptie Kort, zonder vaatwerk, zo‐
dat eventueel gemorste zoutresten
kunnen worden verdund en daarna
weggepompt.
Het is mogelijk dat de melding voor het
bijvullen van zout opnieuw op het dis‐
play verschijnt nadat u zout hebt bijge‐
vuld. Dat is het geval wanneer de zout‐
conc
entratie die zich heeft gevormd,
nog niet hoog genoeg is. In dat geval
bevestigt u nogmaals met OK.
r voor corrosie!
Als u steeds combinatiereinigingsmid‐
delen gebruikt en de meldingen voor
het bijvullen van zout en naspoelmid‐
del u st
uitschakelen (zie rubriek "Menu Instel‐
lingen, Bijvulcontrole").
oren, kunt u deze meldingen
Wanneer u geen combinatiereini‐
gingsmiddelen meer gebruikt, moet
u het zou
delreservoir weer vullen en de mel‐
dingen voor het bijvullen van zout en
naspoelmiddel (Bijvulcontrole) weer
inschakelen.
treservoir en naspoelmid‐
De melding voor het bijvullen van zout
wor
dt uitgeschakeld wanneer u de af‐
wasautomaat op een waterhardheid
van minder dan 5 °d (= 0,9 mmol/l) hebt
geprogrammeerd.
26
Toestel voor het eerst in gebruik nemen
Naspoelmiddel
Naspoelmiddel is nodig om ervoor te
gen dat het water tijdens het drogen
zor
als een film van het vaatwerk afloopt en
dat het vaatwerk na het afwassen ge‐
makkelijker droogt.
Het naspoelmiddel wordt in het na‐
spoelmiddelreservoir gegoten en bij het
naspoelen in de ingestelde dosering
automatisch toegevoegd.
V
ul het naspoelmiddelreservoir
alleen met naspoelmiddel voor huis‐
houdelijke afwasautomaten. Vul het
in geen geval met handafwasmidde‐
len of reinigingsmiddelen. Dat zou
het naspoelmiddelreservoir bescha‐
digen.
Een andere mogelijkheid is dat u
– azijn voor huishoudelijk gebruik
(maximaal 5% zuur)
of
– vloeibaar citroenzuur (10%)
Gebruikt u uitsluitend combinatierei‐
nigingsmiddelen, dan hoeft u het na‐
spoelmi
spoelmiddel te vullen.
Naspoelmiddelreservoir vullen met
naspoelmiddel
Open het klepje van het naspoelmid‐
delr
drukken in de richting van de pijl. Het
klepje springt open.
ddelreservoir niet met na‐
eservoir door op het knopje te
gebruikt. Het vaatwerk zal echter voch‐
tiger zij
wanneer u naspoelmiddel gebruikt.
n en meer vlekken vertonen dan
U mag in geen geval azijn met
een ho
azijnessence van 25%) gebruiken.
Daardoor zou de afwasautomaat be‐
schadig
ger zuurpercentage (bijv.
d kunnen raken.
27
Toestel voor het eerst in gebruik nemen
Melding voor het bijvullen van na‐
spoelmiddel
Wanneer op het display de melding
Vul naspoelmid. bij. w
ven, is er nog genoeg naspoelmiddel
voor 2 tot 3 afwasbeurten.
V
ul op tijd naspoelmiddel bij.
Bevestig met OK.
De melding voor het bijvullen van na‐
ddel verdwijnt.
oren, kunt u deze meldingen
Wanneer u geen combinatiereini‐
gingsmiddelen meer gebruikt, moet
u het zou
delreservoir weer vullen en de mel‐
dingen voor het bijvullen van zout en
naspoelmiddel (Bijvulcontrole) weer
inschakelen.
treservoir en naspoelmid‐
Vul het naspoelmiddelreservoir totdat
het naspoelmiddel in de vulopening
zichtbaar is.
In het naspoelmiddelreservoir kan ca.
110 ml.
Sluit het klepje wel zo dat het duide‐
lijk vastklikt. Is het klepje niet goed
gesl
oten, dan kan er tijdens het af‐
wassen water in het naspoelmiddel‐
reservoir lopen.
V
eeg eventueel gemorst naspoelmid‐
del goed weg om bij het volgende
programma sterke schuimvorming te
voorkomen.
spoelmi
Als u steeds combinatiereinigingsmid‐
delen gebruikt en de meldingen voor
het bijvullen van zout en naspoelmid‐
del u st
uitschakelen (zie rubriek "Menu Instel‐
lingen, Bijvulcontrole").
ordt weergege‐
Voor een optimaal afwasresultaat kunt
u de naspoelmiddeldosering aanpas‐
sen (zie rubriek "Menu Inst
Naspoelmiddel").
28
ellingen,
Vaatwerk en bestek in de afwasautomaat plaatsen
Waar u bij het vullen van de af‐
was
automaat op moet letten
Verwijder de ergste etensresten van het
vaatwerk.
Het is niet nodig om het vaatwerk voor‐
af onder stromend water af te spoelen!
W
as vaatwerk met as, zand,
was, smeervet of verf niet af in de af‐
wasautomaat. De afwasautomaat
zou beschadigd raken door deze
stoffen.
U kunt elk stuk vaatwerk in principe
over
al in de korven plaatsen. Neem
daarbij wel de volgende opmerkingen in
acht:
– Plaats vaatwerk en bestek zo dat het
t tegen of op elkaar ligt.
nie
– Plaats het vaatwerk altijd zo dat alle
vlakk
en door het water kunnen wor‐
den bereikt. Enkel op die manier is
een goed resultaat mogelijk!
– Plaats al het vaatwerk zo dat het ste‐
vig staat.
– Plaats al het holle vaatwerk (bijv.
opjes, glazen, kookpotten enz.) met
k
de openingen naar beneden in de
korven.
– Zorg ervoor dat de sproeiarmen niet
wor
den geblokkeerd door te hoog
vaatwerk of door vaatwerk dat door
de korven heen steekt. U kunt dat
controleren door de sproeiarmen met
de hand te draaien.
– Let erop dat kleine stukken vaatwerk
nie
t door de spijlen van de korven
vallen.
Leg dat soort vaatwerk (bijv. deksel‐
tjes) daarom in de besteklade of de
bestekkorf (afhankelijk van het mo‐
del).
Levensmiddelen zoals wortels, toma‐
t
en of ketchup kunnen natuurlijke
kleurstoffen bevatten. Door deze
kleurstoffen kunnen kunststofvaat‐
werk en kunststofonderdelen van de
afwasautomaat verkleuren wanneer
ze in ruime mate met het vaatwerk in
de afwasautomaat terechtkomen.
Deze verkleuring heeft echter geen
invloed op de stabiliteit van kunst‐
stofonderdelen.
Ook door het afwassen van zilveren
bestek kunnen kunststofonderdelen
verkleuren.
– Plaats hol vaatwerk dat hoog en smal
is (bijv. fluitglazen) niet in de hoeken
van de korven maar zoveel mogelijk
in het midden ervan. De waterstralen
kunnen er dan beter bij.
– Plaats vaatwerk met een diepe bo‐
dem zoveel mogelijk schuin in de
k
orf, zodat het water eraf kan lopen.
29
Vaatwerk en bestek in de afwasautomaat plaatsen
Vaatwerk en bestek die niet geschikt
zijn
voor de afwasautomaat
– Vaatwerk en bestek die óf helemaal
óf voor een deel uit hout bestaan
dr
ogen uit en worden lelijk. Boven‐
dien houdt de lijm niet in de afwasau‐
tomaat. Het gevolg daarvan is dat
houten grepen los kunnen raken.
– Kunstvoorwerpen, waardevolle vazen
azen met decoraties zijn niet
of gl
vaatwasserbestendig.
– Voorwerpen van niet-hittebestendige
ststof kunnen vervormen.
kun
– Voorwerpen van koper, messing, tin
uminium kunnen verkleuren of
en al
dof worden.
– Kleurdecoraties op glazuur kunnen
groot aantal afwasbeurten
na een
verbleken.
– Teer glaswerk en kristallen voor‐
werpen kunnen na lang gebruik dof
wor
den.
Neem deze opmerkingen in acht!
Zilver dat met zilverpoets is behan‐
deld,
kan na afloop van het afwaspro‐
gramma nog vochtig zijn doordat het
water er niet als een film afloopt. Het
zilver moet dan met een doek worden
afgedroogd.
Zilver kan verkleuren wanneer het in
aanr
aking komt met levensmiddelen die
zwavel bevatten. Denk daarbij bijv. aan
eigeel, uien, mayonaise, mosterd, peul‐
vruchten, vis, pekelsaus van vis en ma‐
rinades.
Alumi
ters van dampkappen) mag niet wor‐
den afgewassen met sterk alkalische
reinigingsmiddelen die in bedrijfsaf‐
wasautomaten of industriereinigers
worden gebruikt.
Gebeurt dat wel, dan kan er materië‐
le schade ontstaa
val bestaat het gevaar dat er een
chemische reactie optreedt die tot
een explosie leidt (bijv. een knalgas‐
reactie).
Tip: K
geschikt is om in een afwasautomaat te
worden afgewassen. U herkent derge‐
lijk serviesgoed en bestek aan de ver‐
melding "vaatwasserbestendig" of een
gelijkaardige vermelding.
Behoedzame behandeling van glazen
– Glazen kunnen na een groot aantal
afwasbeur
voor tere glazen programma's met la‐
ge temperaturen (zie rubriek "Pro‐
grammaoverzicht") of programma's
met GlassCare (afhankelijk van het
model) . De kans dat het glaswerk
dof wordt, is dan kleiner.
– Koop glazen die geschikt zijn om in
een afwasautomaat te worden afge‐
wassen (bijv. glazen van Riedel). U
herkent dergelijke glazen aan de ver‐
melding "vaatwasserbestendig" of
een gelijkaardige vermelding.
– Gebruik reinigingsmiddelen met een
special
gen glascorrosie (bijv. Miele CareCol‐
lection-tabletten).
nium vaatwerk (bijv. vetfil‐
n. In het ergste ge‐
oop serviesgoed en bestek dat
ten dof worden. Gebruik
e receptuur die beschermt te‐
30
Loading...
+ 70 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.