Miele G4280, G4282, G4285 User manual

Gebruiksaanwijzing
voor afwasautomaten
Lees beslist de gebruiksaanwijzing en de montage-instructies voordat u uw afwas­automaat plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt onnodige schade aan uw apparaat.
M.-Nr. 09 415 720
Inhoud
Beschrijving van het apparaat .......................................5
Het apparaat in één oogopslag........................................5
Bedieningspaneel ..................................................6
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen.............................7
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu ......................17
Het wegdoen van het verpakkingsmateriaal .............................17
Het afdanken van het apparaat .......................................17
Economisch afwassen ..............................................18
Wanneer u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt .................19
Het openen van de deur ............................................19
Het sluiten van de deur .............................................19
Waterontharder ...................................................20
Het controleren en programmeren van de waterhardheid ................21
Voor het eerste gebruik hebt u nodig: ..................................22
Het doseren van regenereerzout......................................22
Controlelampje voor het zout F.......................................23
Het uitschakelen van de controlelampjes voor het bijvullen van zout en
naspoelmiddel .................................................24
Naspoelmiddel....................................................25
Het doseren van naspoelmiddel ......................................25
Controlelampje voor het naspoelmiddel ( ..............................26
Het instellen van de dosering van het naspoelmiddel .....................27
Het inruimen van serviesgoed en bestek .............................28
Serviesgoed en bestek die niet geschikt zijn voor de afwasautomaat .........29
Bovenrek ........................................................30
Kopjesrek (afhankelijk van het model) ...............................30
Het verstellen van het bovenrek ....................................31
Onderrek ........................................................32
Bestek ..........................................................33
Besteklade (afhankelijk van het model) ..............................33
Bestekkorf (afhankelijk van het model)...............................34
2
Inhoud
Bediening .......................................................35
Reinigingsmiddelen ................................................35
Het doseren van reinigingsmiddel.....................................36
Het inschakelen van de afwasautomaat ................................38
Het kiezen van een programma ......................................38
Het starten van het programma.......................................38
Tijdsaanduiding ...................................................39
Standby .........................................................39
Einde van het programma ...........................................40
Het uitschakelen van de afwasautomaat................................40
Het uitruimen van de afwasautomaat ..................................40
Het onderbreken van een programma .................................41
Het wisselen van programma ........................................41
Extra functies ....................................................42
Turbo ...........................................................42
Voorprogrammering................................................42
Zoemer..........................................................44
Aanpassing Automatic - programma...................................45
Memory .........................................................46
Optimalisering standby .............................................47
Fabrieksinstellingen ................................................48
Reiniging en onderhoud ...........................................49
Het reinigen van de spoelruimte ......................................49
Het reinigen van de deurdichting en de deur ............................49
Het reinigen van het bedieningsveld en het front .........................50
Het reinigen van de zeefcombinatie in de spoelruimte .....................51
Het reinigen van de sproeiarmen .....................................53
Nuttige tips ......................................................54
Technische storingen ..............................................54
Storingen in de watertoevoer / waterafvoer ..............................56
Algemene problemen met de afwasautomaat............................57
Vreemde geluiden .................................................58
Een tegenvallend afwasresultaat......................................59
3
Inhoud
Het verhelpen van storingen........................................62
Het reinigen van het zeefje in de schroefkoppeling van de watertoevoer ......62
Het reinigen van de afvoerpomp en de terugslagklep .....................63
Afdeling Klantcontacten ...........................................65
Voor testinstituten .................................................65
Programma-overzicht .............................................66
Na te bestellen accessoires ........................................70
Elektrische aansluiting ............................................71
Wateraansluiting .................................................72
Het waterbeveiligingssysteem van Miele ...............................72
Watertoevoer .....................................................72
Waterafvoer ......................................................73
Beluchting van de waterafvoer .....................................73
Technische gegevens .............................................74
4
Het apparaat in één oogopslag
Beschrijving van het apparaat
a Bovenste sproeiarm
(niet zichtbaar)
b Besteklade
(afhankelijk van het model)
c Bovenrek
d Middelste sproeiarm
e Luchttoevoer voor het drogen
(afhankelijk van het model)
f Onderste sproeiarm
g Zeefcombinatie
h Typeplaatje
i Reservoir voor naspoelmiddel
j Tweevaksdoseerbakje voor reini
gingsmiddel
k Reservoir voor regenereerzout
-
5
Beschrijving van het apparaat
Bedieningspaneel
a Controlelampjes voor
watertoevoer en waterafvoer, naspoelmiddel en zout
b Tijdsaanduiding
c Voorprogrammeringstoets met
controlelampje
d Turbo - toets met controlelampje
e Programma's met controlelampjes
f Programmatoets
g Aan/Uit - toets
Kort overzicht van de symbo len
K Aan/Uit - toets
X Programmatoets Turbo Turbo - toets , Voorprogrammeringstoets
Controlelampjes
2 / 2 Toevoer / Afvoer
( Naspoelmiddel
F Zout
Programma's
Auto Automatic ! Speciaal ECO ECO
E Licht vervuild 50 °C , Intensief 75 °C
-
In deze gebruiksaanwijzing worden verschillende modellen afwasautomaat be schreven. Deze modellen worden in de gebruiksaanwijzing als volgt aangeduid: Normaal = Afwasautomaten met een hoogte van 80,5cm (inbouwapparaat)
resp. een hoogte van 84,5 cm (vrijstaand apparaat)
XXL = Afwasautomaat met een hoogte van 84,5 cm
6
-
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Deze afwasautomaat voldoet aan de voorgeschreven veiligheids bepalingen. Ondeskundig gebruik kan echter persoonlijk letsel en schade aan het apparaat veroorzaken.
Lees deze gebruiksaanwijzing daarom eerst aandachtig door voordat u dit apparaat in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt daarmee schade aan uw apparaat.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing en geef deze door aan een eventuele volgende eigenaar van het apparaat.
Efficiënt gebruik
Deze afwasautomaat is uitsluitend bestemd voor huishoudelijk of
~
daarmee vergelijkbaar gebruik.
Deze afwasautomaat is uitsluitend bestemd voor gebruik bin-
~
nenshuis.
Deze afwasautomaat is uitsluitend bestemd voor het afwassen
~
van huishoudservies. Het gebruik voor andere doeleinden is ontoelaatbaar en kan gevaar lijk zijn. De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die is ontstaan door gebruik voor andere doeleinden dan hier aangege ven of door een foutieve bediening.
-
-
-
Personen die op grond van hun fysieke of psychische gesteld
~
heid, hun onervarenheid of gebrek aan kennis van dit apparaat niet in staat zijn om het veilig te bedienen, mogen het alleen gebruiken als ze onder toezicht staan van of worden geïnstrueerd door een verantwoordelijk persoon.
-
7
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Wanneer er kinderen in huis zijn
Kinderen onder de acht jaar mogen alleen in de buurt van de af
~
wasautomaat komen als ze constant onder toezicht staan.
Kinderen vanaf acht jaar mogen de afwasautomaat alleen dan
~
zonder toezicht gebruiken, als ze daar uitleg over hebben gehad. Ze moeten inzien wat voor gevaar zij lopen wanneer ze het apparaat niet goed bedienen.
Kinderen mogen de afwasautomaat niet zonder toezicht reinigen
~
of onderhouden.
Wanneer er kinderen in de buurt van de afwasautomaat zijn,
~
houd ze dan goed in de gaten. Zorg ervoor dat ze niet met het ap­paraat gaan spelen. Doen zij dat wel, bestaat het gevaar dat ze zich in de automaat op­sluiten.
Zorg ervoor dat kinderen niet met reinigingsmiddelen in aanra-
~
king kunnen komen. Reinigingsmiddelen kunnen brandwonden in mond en keel veroor­zaken of tot verstikking leiden. Laat kinderen niet bij de afwasautomaat komen als deze geopend is. Er zouden nog resten reinigingsmiddelen in de automaat aanwe zig kunnen zijn. Ga direct naar de dokter wanneer uw kind reinigingsmiddel binnen gekregen heeft.
-
-
-
8
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Technische veiligheid
Controleer vóórdat het apparaat wordt geplaatst, of het zichtbaar
~
beschadigd is. Is dat het geval, neem het dan in geen geval in gebruik. Een be schadigde afwasautomaat kan uw veiligheid in gevaar brengen.
-
De afwasautomaat mag alleen via een 3-polige stekker met rand
~
aarde op het elektriciteitsnet worden aangesloten. De stekker mag niet worden afgeknipt en niet vast aangesloten. U moet na plaatsing van het apparaat zonder problemen bij het stopcontact kunnen komen, zodat u ieder moment de stekker uit de automaat kunt trekken.
Wanneer zich in de buurt van de afwasautomaat een elektrisch
~
apparaat bevindt, let er dan op dat de stekker van dit apparaat niet schuilgaat achter de afwasautomaat. Daar de inbouwkast niet altijd diep genoeg is kan er druk op de stekker ontstaan, wat het risico op oververhitting en daarmee op brand verhoogt.
De afwasautomaat mag niet onder een kookplaat worden geïn-
~
stalleerd. Een kookplaat straalt voor een deel hoge temperaturen af waardoor de automaat beschadigd zou kunnen raken. Om dezelfde reden mag de afwasautomaat niet direct naast warm teproducerende apparaten worden geplaatst die niet standaard tot de keukenuitrusting behoren.
-
-
Dit apparaat mag pas dan op het elektriciteitsnet worden aange
~
sloten, nadat het is geplaatst en gemonteerd (inclusief deurveerin stelling).
-
-
9
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Controleer of de elektrische waarden van uw huisinstallatie (span
~
ning, frequentie en zekering) overeenkomen met de gegevens op het typeplaatje.
De elektrische veiligheid van dit apparaat is alleen dan gewaar
~
borgd als het wordt aangesloten op een aardingssysteem dat vol gens de geldende veiligheidsvoorschriften is geïnstalleerd. Laat de huisinstallatie bij twijfel door een vakman / vakvrouw contro leren. De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die is ontstaan door een ontbrekende of beschadigde aarddraad (bijv. een elektrische schok).
Deze afwasautomaat mag niet op het elektriciteitsnet worden
~
aangesloten via meervoudige stopcontacten of via verlengsnoeren die daarvoor niet geschikt zijn. Dit in verband met gevaar voor oververhitting.
Deze afwasautomaat mag niet op een niet-stationaire locatie (bijv.
~
op een schip) worden gebruikt.
Plaats uw afwasautomaat niet in vorstgevoelige ruimten.
~
Bevroren slangen kunnen scheuren of barsten en de betrouwbaar­heid van de elektronische besturing kan door temperaturen onder het vriespunt afnemen.
-
-
-
-
10
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
De kunststof behuizing van de Waterproofventielen bevat een
~
elektrisch onderdeel. Dompel dit niet in vloeistof.
In de watertoevoerslang bevinden zich spanningsvoerende de
~
len. De slang mag daarom niet worden doorgeknipt.
Het ingebouwde Waterproof-systeem biedt optimale bescher
~
ming tegen waterschade als aan de volgende voorwaarden is vol daan:
De afwasautomaat moet volgens de voorschriften geïnstalleerd
zijn.
– Wanneer er duidelijk sprake is van schade moet het apparaat
worden gerepareerd, resp. moeten onderdelen worden ver­vangen.
– De kraan moet bij langere afwezigheid (bijv. vakantie) worden
dichtgedraaid.
Het Waterproofsysteem functioneert ook wanneer de afwasautomaat is uitgeschakeld. Het apparaat moet dan wel op het elektriciteitsnet zijn aangesloten.
Een beschadigde afwasautomaat kan uw veiligheid in gevaar
~
brengen. Stel het apparaat meteen buiten werking wanneer het beschadigd is en neem contact op met uw leverancier of met de afdeling Klantcon tacten van Miele Nederland.
-
-
-
-
11
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Reparaties aan de afwasautomaat mogen uitsluitend door vak
~
mensen worden uitgevoerd. Ondeskundig uitgevoerde reparaties kunnen onvoorziene risico's voor de gebruiker opleveren, waarvoor de fabrikant niet aansprake lijk kan worden gesteld.
Defecte onderdelen mogen alleen door originele Miele-onderde
~
len worden vervangen. Alleen van deze Miele-onderdelen kunnen wij garanderen, dat zij volledig voldoen aan de veiligheidseisen die wij stellen aan onze ap paraten en onderdelen daarvan.
Bij onderhoudswerkzaamheden dient u altijd de spanning van de
~
afwasautomaat te halen. Schakel daartoe het apparaat uit en trek daarna de stekker uit het stopcontact of schakel de hoofdschakelaar van de elektrische huis­installatie uit.
Een beschadigde aansluitkabel mag alleen door een aansluitka-
~
bel van hetzelfde type worden vervangen. Deze is verkrijgbaar bij de afdeling Onderdelen van Miele Nederland B.V. Om veiligheidsredenen mag de kabel alleen door een erkend vak­man / vakvrouw of door de afdeling Klantcontacten van Miele Ne­derland B.V. worden vervangen.
-
-
-
-
12
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Correcte plaatsing
Neem bij plaatsing en aansluiting van de afwasautomaat de in
~
structies in het montageschema in acht.
De afwasautomaat heeft een aantal metalen onderdelen
~
waaraan u zich kunt snijden of anderszins verwonden. Wees daarom vòòr en tijdens het monteren van het appa raat heel voorzichtig. Draag handschoenen ter bescher
ming.
De afwasautomaat moet waterpas worden geplaatst.
~
Onder of in te bouwen afwasautomaten mogen omwille van de
~
stabiliteit uitsluitend worden geplaatst onder een doorlopend werk­blad dat is vastgeschroefd aan de kasten die ernaast staan.
Wanneer u een vrijstaande afwasautomaat wilt onderbouwen,
~
moet u daartoe de vrijstaande sokkel verwijderen en deze ver­vangen door een sokkelpaneel voor een onderbouwafwasautomaat. Dit paneel zit in de daarvoor bestemde onderbouwset. Doet u dat niet, dan loopt u het gevaar zich aan uitstekende metalen delen te bezeren.
De deurveren moeten aan beide kanten gelijkmatig worden inge
~
steld. Wanneer u de deur half, d.w.z. in een hoek van 45°, opendoet en daarna loslaat moet de deur in die positie blijven staan en niet zo maar naar beneden klappen.
-
-
-
-
-
13
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Verdere tips voor het gebruik
Gebruik geen oplosmiddelen in de spoelruimte in verband met
~
explosiegevaar.
Adem geen poedervormige reinigingsmiddelen in! Slik geen reini
~
gingsmiddelen in! Reinigingsmiddelen kunnen brandwonden in neus, mond en keel veroorzaken. Ga direct naar de dokter wanneer u reinigingsmiddelen hebt ingea demd of ingeslikt.
Laat de deur van de afwasautomaat niet onnodig openstaan.
~
U zou zich daaraan kunnen stoten.
Het serviesgoed kan na afloop van een programma zeer heet
~
zijn! Laat het serviesgoed daarom na het uitschakelen van de automaat zo lang in de afwasautomaat afkoelen, totdat u het goed kunt vast­pakken.
Wanneer de deur van de afwasautomaat open staat, ga daar dan
~
niet op zitten of staan. Doet u dat wel, dan kan het apparaat kantelen. Daarbij kunt u letsel oplopen of kan het apparaat beschadigd raken.
Gebruik uitsluitend reinigingsmiddelen en naspoelmiddelen voor
~
huishoudafwasautomaten. Gebruik geen reinigingsmiddelen voor de handafwas!
-
-
Gebruik geen reinigingsmiddelen die voor bedrijfsafwasautoma
~
ten of industriereinigers bestemd zijn om te voorkomen dat er mate riële schade ontstaat en er hevige chemische reacties optreden (bijv. een knalgasreactie).
14
-
-
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Doseer geen poedervormig of vloeibaar reinigingsmiddel in het
~
reservoir voor naspoelmiddel om te voorkomen dat het reservoir ka pot gaat.
Doseer geen poedervormig of vloeibaar reinigingsmiddel in het
~
reservoir voor het regenereerzout om te voorkomen dat de ontharder kapot gaat.
Gebruik uitsluitend het speciale grofkorrelige regenereerzout of
~
andere zuivere ingedampte zouten. Gebruik in geen geval andere soorten zout, bijv. keukenzout of strooizout. Deze soorten zout bevatten soms niet in water op te lossen deeltjes die een nadelig effect kunnen hebben op de werking van de ont­harder.
Heeft u een afwasautomaat met een bestekkorf, kunt u het bestek
~
het beste in de bestekkorf plaatsen met de grepen beneden en met de scherpe kant boven. Dan wordt het bestek makkelijker schoon en droog. Loopt u daardoor echter kans om zich aan de scherpe kant van de messen en de punten van de vorken te verwonden, dan kunt u het bestek het beste met de grepen boven en met de scherpe kant be­neden plaatsen.
-
Reinig geen kunststof vaatwerk in de afwasautomaat dat niet hit
~
tebestendig is zoals wegwerpbakjes of wegwerpbestek. Dit soort vaatwerk kan door de hoge temperaturen vervormen.
Wanneer u de extra functie "Voorprogrammering" gebruikt (afhan
~
kelijk van het model), moet u ervoor zorgen dat het doseerbakje voor het reinigingsmiddel droog is. Reinigingsmiddel gaat in een vochtig doseerbakje klonteren en wordt misschien niet volledig weggespoeld.
-
-
15
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Gebruik van toebehoren
Alleen originele Miele-toebehoren mogen worden aan- of inge
~
bouwd. Wanneer er andere toebehoren worden aan- of ingebouwd, kan Miele niet voor de gevolgen instaan en kan er geen beroep meer worden gedaan op bepalingen met betrekking tot garantie en pro ductaansprakelijkheid.
-
-
Bij het afdanken van de afwasautomaat
Voorkom dat kinderen zich in het apparaat opsluiten door de
~
sluithaak van het deurslot te verwijderen en zo het deurslot onbruik­baar te maken.
Wanneer de veiligheidsinstructies niet worden opgevolgd, kan de fabrikant niet verantwoordelijk worden gesteld voor schade die daar eventueel het gevolg van is.
16
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu
Het wegdoen van het verpak
-
kingsmateriaal
De verpakking beschermt het apparaat tegen transportschade. Het verpakkingsmateriaal is uitgekozen omdat dit het milieu relatief weinig be last en kan worden hergebruikt.
Het gaat om het volgende materiaal:
Buitenverpakking:
Golfkarton van 100 % recyclingmate
riaal, alternatief: wikkelstretchfolie van po lyethyleen (PE)
– Kunststof transportriemen van poly-
propyleen (PP)
Binnenverpakking:
– Expandeerbaar polystyrol (EPS) zon-
der chloor- of fluortoevoegingen
– Bodem, dekselframe en steunlijsten
van onbehandeld natuurhout afkom­stig uit beschermde bossen
Beschermfolie van polyethyleen (PE)
Hergebruik van het verpakkingsmateri aal vermindert de afvalproductie en het gebruik van grondstoffen. De vakhan delaar neemt de verpakking terug of wijst u de dichtst bijgelegen plaats waar u de verpakking kwijt kunt.
-
-
Het afdanken van het apparaat
Oude elektrische en elektronische ap paraten bevatten meestal nog waarde volle materialen. Ze bevatten echter ook schadelijke stoffen die nodig zijn geweest om de apparaten goed en veilig te laten functi oneren. Wanneer u uw oude apparaat bij het gewone afval doet of er op een andere manier niet goed mee omgaat, kunnen
­deze stoffen schadelijk zijn voor de ge
zondheid en het milieu.
-
Verwijder uw oude apparaat dan ook nooit samen met het gewone afval, maar lever het in bij het gemeentelijke inzameldepot voor elektrische en elek tronische apparatuur. Vraag uw handelaar indien nodig om
­inlichtingen.
Het afgedankte apparaat moet tot die tijd buiten het bereik van kinderen wor den opgeslagen.
Alle kunststof onderdelen van het appa raat zijn met internationale tekens ge markeerd. Daardoor is het bij het afdanken van het apparaat mogelijk om de verschil lende soorten kunststof gescheiden te verwerken en te recyclen.
-
-
-
-
-
-
-
-
-
17
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu
Economisch afwassen
Deze afwasautomaat werkt uiterst water- en energiebesparend.
U kunt nog spaarzamer te werk gaan, indien u de volgende adviezen opvolgt:
Het is mogelijk om de afwasautomaat
^
op warm water aan te sluiten. Bijzonder geschikt is een warmwater aansluiting bij een energetisch gunstige warmwaterbereiding, bijv. zonne-energie met circulatieleiding. Bij elektrisch verwarmde installaties is het echter aan te bevelen om uw apparaat op koud water aan te sluiten.
^ Benut de volledige beladingscapaci-
teit van de rekken zonder de afwas­automaat te overladen.
^ Kies een afwasprogramma dat past
bij het soort vaatwerk en de mate van vervuiling.
-
^ Kies het programma "ECO".
De water- en energiebesparing is voor normaal vervuild vaatwerk bij dit programma het grootst.
^
Houdt u aan de doseeradviezen op de verpakking van het afwasmiddel.
^
Wanneer u poedervormig of vloei baar reinigingsmiddel gebruikt en de rekken maar half beladen zijn, kunt u de hoeveelheid reinigingsmiddel met 1/3 reduceren.
18
-
Wanneer u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt
Het openen van de deur
^ Trek aan de deurgreep.
Wanneer de deur wordt geopend terwijl de afwasautomaat in gebruik is, worden alle functies automatisch onderbroken.
Het sluiten van de deur
Schuif de rekken naar binnen.
^
Sluit de deur totdat deze vastklikt.
^
19
Wanneer u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt
Waterontharder
Om goede reinigingsresultaten te berei ken heeft de afwasautomaat zacht (kalkarm) water nodig. Bij hard water ontstaat er witte kalkaan slag op het vaatwerk en op de wanden van de spoelruimte. Water met een waterhardheid van 4 °dH (0,7 mmol/l) moet daarom wor den onthard. Daar wordt in de inge bouwde waterontharder automatisch voor gezorgd. De waterontharder is geschikt voor een waterhardheid tot 70 °dH (12,6 mmol/l).
Bedenk:
– De waterontharder heeft daarvoor
wel regenereerzout nodig. Echter: bij gebruik van combi-tabs hoeft u al naar gelang de waterhard­heid (ß 21 °dH) geen regenereerzout te doseren. Zie hoofdstuk: "Reinigingsmiddelen".
– De afwasautomaat moet precies wor-
den geprogrammeerd naar de hard heid van uw water.
-
-
Bij een eventuele reparatie is het voor de monteur makkelijk om de hardheid
­van uw water te weten.
Noteer daarom de hardheid van uw
^
water:
-
°dH
Vanuit de fabriek is een waterhard heid van 15 °dH (2,7 mmol/l) gepro grammeerd.
Als deze waterhardheid overeenkomt met de hardheid van uw eigen water, kunt u de rest van dit hoofdstuk over­slaan.
Wanneer uw water echter een andere hardheid heeft, moet u deze via de toetsen van uw paneel programmeren.
-
-
-
Het plaatselijke waterleidingbedrijf kan u vertellen wat voor hardheids graad uw water precies heeft.
Programmeer bij een variërende water hardheid (bijv. 37 - 50 °dH) altijd de hoogste waarde (in dit voorbeeld 50 °dH).
20
-
-
Wanneer u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt
Het controleren en programmeren van de waterhardheid
Is de afwasautomaat nog ingeschakeld,
schakel deze dan met de K - toets
^
uit.
Druk op de X - toets.
^
Schakel de afwasautomaat met de
^
K - toets in. Blijf minstens 4 seconden op de X - toets drukken, totdat het controle lampje van het programma rechts on der gaat branden.
Is dat niet het geval, begin dan nog eens van voren af aan.
^ Druk 2x op de Turbo - toets.
Het controlelampje van deze toets knip­pert 2x kort achter elkaar.
In de tijdsaanduiding knipperen "p"en "15" afwisselend. Dat betekent dat er vanuit de fabriek een waterhardheid van 15 °dH is inge­steld.
^
Kies met de X - toets de waarde die hoort bij de hardheid van uw water.
Bij iedere druk op de toets krijgt men een hogere waterhardheid. Na de hoogste waterhardheid begint het tellen weer van voren af aan.
^
Schakel de afwasautomaat met de K - toets uit.
°dH mmol/l °f
1 2 3 4 5 6 7 8
-
-
9 10 11 12 13 14
15
16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36
37-50 51-60 61-70
0,2 0,4 0,5 0,7 0,9 1,1 1,3 1,4 1,6 1,8 2,0 2,2 2,3 2,5
2,7
2,9 3,1 3,2 3,4 3,6 3,8 4,0 4,1 4,3 4,5 4,7 4,9 5,0 5,2 5,4 5,6 5,8 5,9 6,1 6,3 6,5
6,7-9,0
9,2-10,8
11,0-12,6
2 4 5 7
9 11 13 14 16 18 20 22 23 25
27
29 31 32 34 36 38 40 41 43 45 47 49 50 52 54 56 58 59 61 63 65
67-89
91-108
110-126
In te stellen
waarde
in het display
1 2 3 4 5 6 7 8
9 10 11 12 13 14
15
16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 50 60 70
21
Wanneer u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt
Voor het eerste gebruik hebt u nodig:
ca. 2 l water,
ca. 2 kg regenereerzout,
reinigingsmiddel voor huishoudaf
wasautomaten;
naspoelmiddel voor huishoudafwas
automaten.
Iedere afwasautomaat wordt in de fa briek op zijn werking getest. Als gevolg van deze tests blijft er wa ter in het apparaat achter. Dit bete­kent niet dat het apparaat eerder door een andere consument is ge­bruikt.
-
Het doseren van regenereer zout
Als de hardheid van uw water steeds onder de 4 °d (= 0,7 mmol/l) ligt, hoeft u geen zout te doseren. U moet dan echter wel de afwas automaat programmeren naar de
-
hardheid van uw water.
-
Belangrijk! Wanneer u het zoutreser voir voor de eerste keer met regene
-
reerzout wilt vullen, vul het dan eerst met ca. 2 l water. Zo kan het zout oplossen. Nadat u de afwasautomaat in ge­bruik hebt genomen zit er altijd ge­noeg water in het reservoir.
,
Doseer geen poedervormig of vloeibaar reinigingsmiddel in het re­servoir voor het regenereerzout om te voorkomen dat de ontharder ka­pot gaat.
-
-
-
-
22
,
Gebruik uitsluitend het speciale grofkorrelige regenereerzout of an dere zuivere ingedampte zouten. Gebruik in geen geval andere soor ten zout, bijv. keukenzout of strooi zout. Deze soorten zout bevatten soms niet in water op te lossen deeltjes die een nadelig effect kunnen heb ben op de werking van de ont harder.
-
-
-
-
-
Wanneer u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt
Haal het onderrek uit de spoelruimte
^
en draai de dop van het zoutreservoir open.
Iedere keer wanneer u de dop van het zoutreservoir opendraait loopt er water of zout over de rand van het reservoir. Draai de dop er daarom alleen maar af om zout bij te vullen.
Vul het reservoir eerst met ca.2lwa
^
ter.
Start direct daarna het programma
^
"Speciaal !" met de Turbo – functie en zonder vaatwerk.
Met dit programma kunnen eventueel gemorste zoutresten worden verdund en daarna weggepompt.
Controlelampje voor het zout F
Vul na afloop van een programma
^
­zout bij wanneer het controlelampje
F brandt.
Het is mogelijk dat het controlelampje nog korte tijd blijft branden, nadat u zout hebt bijgevuld. Het lampje gaat uit, zodra zich een zoutconcentratie heeft gevormd die hoog genoeg is.
Bovengenoemd controlelampje gaat niet branden, als er een waterhardheid onder de 4 °d (= 0,7 mmol/l) is gepro­grammeerd.
^
Plaats een trechter in de opening van het zoutreservoir en doseer dan zo veel zout in het zoutreservoir totdat het vol is. In het zoutreservoir kan afhankelijk van het soort zout max. 2 kg.
^
Verwijder de zoutresten die zich rond het zoutreservoir bevinden en schroef de dop weer stevig op het zoutreservoir.
,
Start direct daarna het program
ma "Speciaal !" met de Turbo – functie en zonder vaatwerk.
-
Met dit programma kunnen eventu eel gemorste zoutresten worden ver dund en daarna weggepompt.
-
-
-
23
Loading...
+ 53 hidden pages