Miele FNS 35402 i, FN 37402 i, FNS 37402 i Operating instructions [nl]

Gebruiks- en montagehandleiding Diepvriezer
Lees altijd eerst de gebruiks- en montagehandleiding voordat u uw toestel plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan uw toestel.
nl-BE M.-Nr. 11 451 230
Inhoud
Koeltoestel reinigen........................................................................................ 21
Temperatuuralarm voortijdig uitschakelen...................................................... 26
Deuralarm voortijdig uitschakelen.................................................................. 27
2
Inhoud
Bewaartijd van ingevroren levensmiddelen.................................................... 38
De geleiders verwijderen ................................................................................ 43
Side-by-Side .................................................................................................. 58
Plaats van opstelling ...................................................................................... 58
Luchttoevoer en luchtafvoer........................................................................... 59
Meubeldeur .................................................................................................... 61
Vóór het reinigen van het koeltoestel ............................................................. 62
Meubeldeur monteren .................................................................................... 78
3

Opmerkingen omtrent uw veiligheid

Dit koeltoestel voldoet aan de geldende veiligheidsvoorschriften. Onjuist gebruik kan echter persoonlijk letsel of materiële schade tot gevolg hebben.
Lees de gebruiks- en montagehandleiding aandachtig door voor­dat u het koeltoestel in gebruik neemt. Daarin vindt u belangrijke richtlijnen met betrekking tot de montage, de veiligheid, het ge­bruik en het onderhoud. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan het toestel.
In overeenstemming met de norm IEC60335-1 adviseert Miele u uitdrukkelijk om het hoofdstuk over de installatie van het toestel en de veiligheidsinstructies en waarschuwingen te lezen en op te vol­gen.
Wanneer de veiligheidsinstructies en waarschuwingen niet worden opgevolgd, kan Miele niet aansprakelijk worden gesteld voor de daaruit voortvloeiende schade.
Bewaar de gebruiks- en montagehandleiding en geef deze door aan een eventuele volgende eigenaar.

Verantwoord gebruik

Het koeltoestel is bedoeld voor gebruik in huishoudens en derge-
lijke, bijvoorbeeld – in winkels, kantoren en soortgelijke werkomgevingen – in boerderijen – door klanten in hotels, motels, bed en breakfast en andere speci­fieke woonomgevingen. Dit koeltoestel mag niet buiten worden gebruikt.
4
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Gebruik het koeltoestel uitsluitend voor huishoudelijke doeleinden:
om levensmiddelen te koelen en te bewaren, om diepvriesproducten te bewaren, om verse levensmiddelen in te vriezen en om ijsblokjes te maken. Elk ander gebruik is niet toegelaten.
Het koeltoestel is niet geschikt voor het bewaren en koelen van
geneesmiddelen, bloedplasma, laboratoriumpreparaten of vergelijk­bare stoffen of producten die onder de Richtlijn medische hulpmid­delen vallen. Een onjuist gebruik van het koeltoestel kan tot bescha­diging of bederf van de bewaarde producten leiden. Verder is het koeltoestel niet geschikt voor gebruik in ruimtes met explosiegevaar. Miele is niet verantwoordelijk voor schade die ontstaat door gebruik voor andere doeleinden dan hier aangegeven of door een foutieve bediening.
Personen (kinderen inbegrepen) die op grond van hun fysieke of
psychische gesteldheid, hun onervarenheid of gebrek aan kennis van het koeltoestel niet in staat zijn om het veilig te bedienen, mogen het alleen onder toezicht gebruiken. Deze personen mogen het koeltoestel enkel onder toezicht bedie­nen, wanneer hen is uitgelegd hoe ze het veilig kunnen gebruiken en wanneer ze begrijpen welke risico's eraan verbonden zijn.

Kinderen in het gezin

Kinderen die jonger zijn dan 8jaar moeten op afstand van het
koeltoestel gehouden worden, tenzij ze steeds onder toezicht staan.
Kinderen vanaf 8 jaar mogen het koeltoestel zonder toezicht ge-
bruiken, maar alleen als ze weten hoe het werkt en wat voor gevaar zij lopen wanneer ze het fout bedienen. Kinderen moeten de eventu­ele risico's van een foutieve bediening kunnen beseffen.
Kinderen mogen het koeltoestel niet zonder toezicht reinigen of
onderhouden.
Houd kinderen die in de buurt van het koeltoestel komen in het
oog. Zorg ervoor dat ze nooit met het koeltoestel spelen.
5
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Verstikkingsgevaar! Kinderen kunnen zich tijdens het spelen in
verpakkingsmateriaal wikkelen (bijvoorbeeld in folie) of het materiaal over hun hoofd trekken en stikken. Houd verpakkingsmaterialen bij kinderen vandaan.

Technische veiligheid

Het koelmiddelcircuit is op lekkage gecontroleerd. Het koeltoestel
voldoet aan de desbetreffende veiligheidsvoorschriften en de gel­dende EU-richtlijnen.
Dit koeltoestel bevat het koelmiddel isobutaan (R600a), een na-
tuurlijk gas dat niet schadelijk is voor het milieu, maar wel brandbaar. Het koelmiddel beschadigt de ozonlaag niet en verhoogt het broei­kaseffect niet. Het gebruik van dit milieuvriendelijke koelmiddel leidt echter tot een gedeeltelijke verhoging van het werkingsgeluid. Naast de werkings­geluiden van de compressor kunnen er stromingsgeluiden in het vol­ledige koelcircuit ontstaan. Deze effecten zijn helaas onvermijdelijk, maar hebben geen invloed op de prestaties van het koeltoestel. Zorg ervoor dat bij het transporteren en het inbouwen/installeren van het koeltoestel geen onderdelen van het koelcircuit beschadigd ra­ken. Wegspattend koelmiddel kan een oogletsel veroorzaken. Bij beschadigingen:
- vermijd open vuur of andere brandhaarden,
- maak het koeltoestel spanningsvrij,
- verlucht de kamer waarin het koeltoestel staat gedurende enkele minuten,
- neem contact op met de klantendienst.
6
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Hoe meer koelmiddel een koeltoestel bevat, hoe groter de ruimte
moet zijn, waarin u het toestel plaatst. Bij een eventuele lekkage kan in te kleine ruimtes een brandbaar mengsel van gas en lucht ont­staan. Per 11g koelmiddel moet het vertrek minstens 1m3 groot zijn. De hoeveelheid koelmiddel vindt u op het typeplaatje in het koeltoe­stel.
Vergelijk voordat u het koeltoestel aansluit de aansluitgegevens
(zekering, spanning en frequentie) op het typeplaatje met die van het elektriciteitsnet. Deze moeten beslist overeenkomen zodat het koel­toestel niet beschadigd raakt. Raadpleeg bij twijfel een elektricien.
De elektrische veiligheid van het koeltoestel is uitsluitend gegaran-
deerd, als het wordt aangesloten op een aardingssysteem dat vol­gens de geldende voorschriften is geïnstalleerd. Aan deze funda­mentele veiligheidsvoorwaarde moet worden voldaan. Laat de elek­trische installatie bij twijfel door een vakman inspecteren.
Het koeltoestel kan alleen betrouwbaar en veilig functioneren, als
het op het openbare elektriciteitsnet is aangesloten.
Wanneer de aansluitkabel is beschadigd, moet deze door een
door Miele erkende vakman/vakvrouw worden vervangen om gevaar voor de gebruiker te voorkomen.
Meervoudige stopcontacten of verlengsnoeren bieden niet vol-
doende veiligheid (brandgevaar). Gebruik deze niet voor het aanslui­ten van het koeltoestel op het elektriciteitsnet.
Wanneer er vocht komt op onderdelen die onder spanning staan
of op de elektriciteitskabel, kan dat kortsluiting veroorzaken. Gebruik het koeltoestel daarom niet in ruimtes waar met water wordt gespet­terd (bijv. garage, bijkeuken etc.).
Dit koeltoestel mag niet op een niet-stationaire locatie (bijv. op een
schip) worden gebruikt.
7
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Beschadigingen aan het koeltoestel kunnen uw veiligheid in ge-
vaar brengen. Controleer het toestel op zichtbare beschadigingen. Een beschadigd koeltoestel mag niet in gebruik worden genomen.
Gebruik het toestel alleen als het is ingebouwd zodat een veilige
functie is gewaarborgd.
Bij installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden moet het
koeltoestel van het elektriciteitsnet zijn afgekoppeld. Het koeltoestel is van het elektriciteitsnet afgekoppeld als:
- de zekeringen van de elektrische installatie zijn uitgeschakeld of
- de schroefzekering van de elektrische aansluiting er geheel is uit­gedraaid of
- de stekker uit het stopcontact is getrokken. Trek bij elektriciteits­kabels met stekker niet aan de elektriciteitskabel, maar aan de stekker om de verbinding met het elektriciteitsnet te verbreken.
Door ondeskundig uitgevoerde installatie-, onderhouds- en repa-
ratiewerkzaamheden kan de gebruiker ernstig gevaar lopen. Installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden mogen alleen door een door Miele geautoriseerde vakman / vakvrouw worden uit­gevoerd.
Garantieclaims komen te vervallen als het koeltoestel niet door
Miele technici wordt gerepareerd.
Defecte onderdelen mogen alleen door originele Miele onderdelen
worden vervangen. Alleen van deze onderdelen kan Miele garande­ren dat ze volledig voldoen aan de veiligheidseisen die wij aan onze producten stellen.
8
Opmerkingen omtrent uw veiligheid

Veilig gebruik

Het koeltoestel is voor een bepaalde klimaatklasse (kamertempe-
ratuur) geconstrueerd waarvan de grenzen niet mogen worden over­schreden.De klimaatklasse staat aangegeven op het typeplaatje aan de binnenkant van uw koeltoestel. Een te lage kamertemperatuur heeft tot gevolg dat de compressor voor langere tijd afslaat, zodat het toestel de vereiste temperatuur niet kan aanhouden.
Sluit de ventilatiegleuven niet af om te voorkomen dat de luchtge-
leiding niet goed functioneert, het stroomverbruik stijgt en onderde­len beschadigd raken.
Indien u vet- of oliehoudende levensmiddelen in het koeltoestel of
de deur van het toestel bewaart, voorkom dan dat evt. uitlopend vet of olie in aanraking komt met kunststof delen van het koeltoestel. Hierdoor kunnen spanningsscheuren in de kunststof ontstaan waar­door de kunststof knapt of scheurt.
Brand- en explosiegevaar. Bewaar geen explosieve stoffen en
geen producten met brandbare drijfgassen (bijv. spuitbussen) in het koeltoestel. Brandbare gasmengsels kunnen ontbranden door elek­trische onderdelen.
Explosiegevaar. Gebruik geen elektrische toestellen in dit koeltoe-
stel (bijv.voor het maken van softijs). Er kunnen vonken ontstaan.
Gevaar voor letsel en schade. Bewaar geen blikjes en flessen die
koolzuurhoudende dranken bevatten of vloeistoffen die kunnen be­vriezen in de diepvrieszone. De blikjes of flessen zouden uit elkaar kunnen spatten.
Gevaar voor letsel en schade. Als u flessen snel in de diepvrieszo-
ne wilt koelen, dient u ze uiterlijk na één uur weer uit de diepvrieszo­ne te halen. Anders zouden ze kunnen ontploffen.
Gevaar voor letsel. Raak diepvriesproducten en metalen onderde-
len niet met natte handen aan. Uw handen kunnen vastvriezen.
9
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Gevaar voor letsel. Stop nooit ijsblokjes en ijs op een stokje, met
name waterijs, in uw mond direct nadat u ze uit de diepvrieszone heeft gehaald. Door de zeer lage temperatuur van de diepvriespro­ducten kunnen lippen of tong vastvriezen.
Vries geheel of gedeeltelijk ontdooide levensmiddelen niet op-
nieuw in. Gebruik deze levensmiddelen zo snel mogelijk omdat ze anders aan voedingswaarde verliezen en bederven. Als ontdooide le­vensmiddelen worden gekookt of gebraden kunnen ze wel opnieuw worden ingevroren.
Wanneer u levensmiddelen eet die te lang zijn bewaard, loopt u
het risico om voedselvergiftiging op te lopen. De bewaartijd hangt van vele factoren af, zoals de versheid en kwali­teit van de levensmiddelen en de temperatuur waarop ze worden be­waard. Neem de bewaartips en de uiterste houdbaarheidsdatum van de levensmiddelenfabrikanten in acht.
Gebruik uitsluitend Miele-accessoires om te voorkomen dat ga-
rantieaanspraken vervallen. Worden er andere onderdelen gemon­teerd of ingebouwd, dan vervalt het recht op waarborg en/of pro­ductaansprakelijkheid.

Accessoires en onderdelen

Gebruik uitsluitend Miele-accessoires om te voorkomen dat ga-
rantieaanspraken vervallen. Worden er andere onderdelen gemon­teerd of ingebouwd, dan vervalt het recht op waarborg en/of pro­ductaansprakelijkheid.
Miele geeft u na afloop van de productie van het koeltoestel een
leveringsgarantie van 15jaar voor reserve-onderdelen.

Reiniging en onderhoud

Behandel de deurdichting niet met olie of vet om te voorkomen
dat deze in de loop van de tijd poreus wordt.
10
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Gebruik voor het ontdooien en reinigen van het toestel nooit een
stoomreiniger, aangezien stoom in aanraking kan komen met span­ningvoerende delen van het koeltoestel en zo kortsluiting veroorza­ken.
Scherpe of kantige voorwerpen kunnen de verdamper bescha-
digen en functioneert het toestel niet meer correct. Gebruik geen voorwerpen met scherpe punt of rand.
- rijm- en ijslagen te verwijderen,
- en vastgevroren ijsbakjes en/of vastgevroren levensmiddelen los te wrikken.
Plaats wanneer u wilt ontdooien nooit elektrische verwarmings-
toestellen of kaarsen in het toestel om te voorkomen dat het kunst­stof beschadigd raakt.
Gebruik geen ontdooisprays of andere middelen om te ontdooien.
Deze kunnen explosieve gassen vormen, oplosmiddelen of drijfgas­sen bevatten die het kunststof beschadigen of schadelijk zijn voor de gezondheid.

Transport

Het toestel moet altijd rechtop en in de transportverpakking wor-
den vervoerd.
Gevaar voor letsel en schade. Het koeltoestel is erg zwaar. Vraag
daarom aan iemand u te helpen bij het vervoeren van het toestel.

Wat te doen wanneer u het toestel afdankt

Maak het slot van uw oude koeltoestel eventueel onbruikbaar. U
voorkomt daarmee dat kinderen ingesloten kunnen raken en in le­vensgevaar komen.
Vrijkomend koelmiddel kan oogletsel veroorzaken. Beschadig
geen delen van het koelsysteem, bijv. door
- koelmiddelkanalen van de verdamper open te prikken,
11
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
- buisleidingen om te buigen,
- beschermende lagen af te krabben.

Symbool op de compressor (afhankelijk van het model)

Deze waarschuwing is alleen voor de recycling van belang. Bij normaal gebruik bestaat er geen gevaar.
Het is levensgevaarlijk om de olie in de compressor in te slikken of
in te ademen.
12

Uw bijdrage aan de bescherming van het milieu

Het verpakkingsmateriaal

De verpakking beschermt het koeltoe­stel tegen transportschade. Het verpak­kingsmateriaal is uitgekozen met het oog op een zo gering mogelijke belas­ting van het milieu en de mogelijkheden voor recycling.
Door hergebruik van verpakkingsmateri­aal wordt er op grondstoffen bespaard en wordt er minder afval geproduceerd. Uw vakhandelaar neemt de verpakking over het algemeen terug.

Het oude toestel afdanken

Elektrische en elektronische toestellen bevatten meestal waardevolle materia­len. Ze bevatten ook stoffen, mengsels en onderdelen die nodig zijn geweest om de toestellen goed en veilig te laten functioneren. Wanneer u uw oude toe­stel bij het gewone huisvuil gooit of er niet goed mee omgaat, kunnen deze stoffen schadelijk zijn voor de gezond­heid en het milieu. Gooi uw oude toe­stellen daarom nooit met het gewone huisvuil weg.
Let erop dat de buisleidingen van uw koeltoestel niet worden beschadigd, totdat het op vakkundige en milieu­vriendelijke wijze wordt verschroot. Alleen dan kunt u er zeker van zijn dat de koelmiddelen in het koelcircuit en de olie in de compressor niet in het milieu terechtkomen.
Het oude toestel moet tot die tijd buiten het bereik van kinderen worden opge­slagen. Informatie hierover vindt u in deze gebruiks- en montagehandleiding in het hoofdstuk “Veiligheidsinstructies en waarschuwingen”.
Lever het toestel in bij een gemeentelijk inzameldepot voor elektrische en elek­tronische toestellen, bij uw vakhan­delaar of bij Miele. U bent wettelijk zelf verantwoordelijk voor het wissen van eventuele persoonlijke gegevens op het af te danken toestel.
13

Energie besparen

Normaal energieverbruik Te hoog energieverbruik
Plaatsing en on­derhoud
Temperatuur­instelling
Plaats het toestel in een ge­ventileerde ruimte.
Stel het toestel niet bloot aan zonnestralen.
Plaats het toestel niet naast een warmtebron.
Zorg voor een omgevings­temperatuur van ca. 20°C.
Dek ventilatieroosters niet af en maak ze regelmatig stof­vrij.
Diepvrieszone: -18°C Bij lage temperatuurinstel-
In gesloten, niet geventileer­de ruimtes.
Direct blootgesteld aan zon­nestralen.
Naast een warmtebron (ver­warming, fornuis).
Bij een hoge omgevingstem­peratuur vanaf 25°C.
Met ventilatieroosters die zijn afgedekt of vol zitten met stof.
ling: hoe lager de tempera­tuur in de koel-, resp. diep­vrieszone, des te hoger het energieverbruik.
14
Normaal energieverbruik Te hoog energieverbruik
Gebruik Plaats de plateaus, laden en
vakken zoals bij levering.
Energie besparen
Open de deur alleen indien nodig en zo kort mogelijk. Leg de levensmiddelen bij het inruimen meteen op de goede plek.
Neem een koeltas mee wan­neer u boodschappen doet en leg de levensmiddelen snel in het koeltoestel. Laat warme gerechten en dranken eerst buiten het koeltoestel afkoelen.
Leg de levensmiddelen goed verpakt in het toestel.
Zorg ervoor dat vakken niet te zwaar worden beladen, zodat de lucht kan circule­ren.
De deur vaak en lang ope­nen betekent koudeverlies en instroom van warme lucht in het toestel. Het koeltoestel heeft tijd nodig om opnieuw te koelen en de compressor moet langer werken.
Als levensmiddelen nog warm of op omgevingstem­peratuur zijn, ontstaat er warme lucht in het koeltoe­stel. Het koeltoestel heeft tijd nodig om opnieuw te koelen en de compressor moet lan­ger werken.
Wanneer vloeistoffen in de diepvrieszone verdampen en condenseren, neemt de koelcapaciteit af.
Een verslechterde lucht­stroom zorgt voor een ver­lies van koelcapaciteit.
15

Beschrijving van het toestel

Bedieningspaneel

a
Aan/Uit - toets van het hele koeltoestel
b
Optische interface (enkel voor de klantendienst)
c
Sensortoets voor de SuperFrost­functie
d
Temperatuurtoets ( = kouder), keuzetoets in de instel­lingsmodus
e
Toets voor het bevestigen van een keuze (OK - toets)
f
Temperatuurtoets ( = warmer), keuzetoets in de instel­lingsmodus
g
Aan/Uit - toets van de instellingsmo­dus
h
Toets voor het uitschakelen van de zoemer bij deuralarm
i
Display met temperatuuraanduiding en symbolen. De symbolen zijn alleen zichtbaar in de instellingsmodus, bij een alarm of melding. Voor de bete­kenis van de symbolen zie tabel.
16
Beschrijving van het toestel

Betekenis van de symbolen

Symbool Betekenis Functie
Vergrendeling Hiermee wordt voorkomen dat per ongeluk
het toestel wordt uitgeschakeld, een andere temperatuur wordt ingesteld, de SuperFrost wordt ingeschakeld en instellingen worden gewijzigd.
Geluidssignalen Keuzemogelijkheden van toetssignaal en
zoemer bij deuralarm en temperatuuralarm
Miele@home Alleen zichtbaar bij een geplaatste en aan-
gemelde Miele@home communicatiestick
Lichtsterkte van de
display
Sabbatmodus Sabbatmodus in- en uitschakelen
Elektrische aansluiting Bevestigt dat het koeltoestel elektrisch wel
Alarm
(enkel zichtbaar bij deur- of temperatuura­larm)
Demo-
functie (alleen zicht­baar als functie is in­geschakeld)
Lichtsterkte van de display instellen
is aangesloten, ook wanneer het niet is in­geschakeld; knippert bij stroomuitval.
Licht op bij deuralarm, knippert bij een tem­peratuuralarm, stroomuitval en andere fout­meldingen.
Uitschakeling demofunctie
17
Beschrijving van het toestel
a
Bedieningspaneel
b
Binnenverlichting
c
NoFrost-systeem
d
Bovenste diepvrieslade te gebruiken als diepvriesplateau
e
Diepvriesladen (aantal afhankelijk van het model)
Schematische afbeelding
18

Accessoires

Bijgeleverde accessoires

Koelaccu

Door een koelaccu te gebruiken, voor­komt u dat de temperatuur in de diep­vrieszone snel stijgt wanneer de stroom is uitgevallen. Daardoor kunt u de op­slagtijd verlengen.
Na ca. 24 uur bereikt de koelaccu zijn maximale koelcapaciteit.

Bakje voor ijsblokjes

Bij te bestellen accessoires

Het Miele-assortiment omvat tal van handige accessoires, alsmede reini­gings- en onderhoudsmiddelen die spe­ciaal op uw koeltoestel zijn afgestemd.
Bij te bestellen accessoires kunt u bij Miele (zie achterin deze gebruiksaan­wijzing), in de webshop van Miele of bij de Miele-vakhandelaar verkrijgen.

Universeel microvezeldoekje

Het microvezeldoekje is handig bij het verwijderen van vingerafdrukken en an­der licht vuil op roestvrijstalen fronten, panelen, ramen, meubels enz.

MicroCloth-kit

De MicroCloth-kit bestaat uit een uni­verseel doekje, een glasreinigingsdoek­je en een hoogglansdoekje. De doekjes zijn bijzonder scheur- en slijtvast. Door de zeer fijne microvezels hebben de doekjes een grote reini­gingscapaciteit.
19
Accessoires
WiFi-stick XKS3130W (Miele@home)
De WiFi-stick maakt uw koeltoestel ge­schikt voor communicatie, zodat gege­vens van het toestel op elk moment op­geroepen kunnen worden met een smartphone of tablet (iOS®- en Android™-systemen).
Om de Miele@mobile-app of Miele@home-functies (zoals het inscha­kelen van SuperKoelen/SuperFrost) te kunnen gebruiken, moet de WiFi-stick in het Miele-koeltoestel worden gesto­ken en met uw WiFi-netwerk zijn ver­bonden.
Bij de stick is een montage- en installa­tiehandleiding gevoegd, die de installa­tie van de WiFi-stick en de aanmelding bij een WiFi-netwerk beschrijft.
20

Koeltoestel in- en uitschakelen

Voor het eerste gebruik

Verpakkingsmateriaal

Verwijder al het verpakkingsmateriaal
uit de binnenruimte.

Koeltoestel reinigen

Neem daarbij de aanwijzingen uit het hoofdstuk “Reiniging en onderhoud” in acht.
Reinig de binnenkant van het toestel
en de accessoires.

Het koeltoestel bedienen

U bedient dit koeltoestel door de sen­sortoetsen aan te raken.
Elke aanraking wordt met een toetssig­naal bevestigd. U kunt dit toetssignaal uitschakelen (zie “Het wijzigen van in­stellingen – Geluidssignalen”).

Koeltoestel inschakelen

Nadat het koeltoestel elektrisch is aan­gesloten, verschijnt na korte tijd in de display symbool voor de elektrische aansluiting.
Raak de Aan/Uit-toets aan.
Het koeltoestel begint te koelen. Het symbool voor de elektrische aan­sluiting gaat uit en in de display ver­schijnt de temperatuur. Gelijktijdig beginnen de temperatuur­aanduiding en het alarmsymbool te knipperen, totdat de gewenste tempe­ratuur is bereikt. Er gaan in de display twee streepjes knipperen wanneer de actuele temperatuur onder 0°C ligt.
Wanneer de deur van het toestel wordt geopend, gaat de binnenverlichting aan en wordt de led-verlichting van de pla­teaus steeds sterker, totdat de maxima­le lichtsterkte is bereikt.
21
Koeltoestel in- en uitschakelen
Voordat u voor de eerste keer levens­middelen in het koeltoestel legt, kunt u het toestel het beste circa 2uur laten voorkoelen. Leg pas levensmiddelen in de diep­vrieszone als de temperatuur laag ge­noeg is (min. –18°C).

Koeltoestel uitschakelen

Tip de Aan/Uit – toets aan.
Is dat niet mogelijk, is de vergrende­ling ingeschakeld.
In het display gaat de temperatuuraan­duiding uit en verschijnt symbool voor de elektrische aansluiting.
De koeling is uitgeschakeld.

Bij langere afwezigheid

Als het toestel bij langere afwezig­heid wordt uitgeschakeld, maar niet wordt gereinigd, bestaat er gevaar voor schimmelvorming als de deur van het toestel gesloten blijft.
Reinig het toestel in ieder geval.
Wanneer u het toestel langere tijd niet gebruikt, doe dan het volgende:
Schakel het koeltoestel uit.Trek de stekker uit het stopcontact of
schakel de zekering van de huisin­stallatie uit.
Reinig het koeltoestel en laat de deur
open staan om het toestel voldoende te verluchten en te voorkomen dat er geurtjes ontstaan.
22

De juiste temperatuur

De juiste temperatuurinstelling is heel belangrijk voor het bewaren van de voe­dingsmiddelen. Voedingsmiddelen be­derven snel door micro-organismen. Dit kan door de juiste bewaartemperatuur worden voorkomen of vertraagd. De temperatuur beïnvloedt de snelheid waarmee de micro-organismen groeien. Als de temperatuur daalt, vertragen de­ze processen.
Om verse voedingsmiddelen in te vrie­zen en langdurig te bewaren, moet de temperatuur -18°C zijn. Bij deze tem­peratuur wordt de groei van micro-orga­nismen grotendeels gestopt. Zodra de temperatuur hoger wordt dan -10°C, begint de aantasting door de micro-or­ganismen en zijn de voedingsmiddelen minder lang houdbaar. Daarom mogen (gedeeltelijk) ontdooide voedingsmid­delen pas weer worden ingevroren, na­dat ze zijn verwerkt (koken of bakken). Door de hoge temperaturen worden de meeste micro-organismen gedood.
De temperatuur in het koeltoestel stijgt als:

Temperatuuraanduiding

Is het toestel normaal in gebruik, dan geeft de temperatuuraanduiding in de display de gemiddelde temperatuur aan, die op dat moment in de diep­vrieszone heerst.
Ligt de temperatuur in de diepvrieszone niet in het bereik dat in de temperatuur­aanduiding kan worden aangegeven, dan gaan er in de display alleen streep­jes knipperen.
Het kan zeker een paar uur duren voor­dat de gewenste temperatuur wordt be­reikt en constant wordt aangegeven. Dit hangt onder andere van de omgevings­temperatuur en de instelling af.

Temperatuur instellen

Stel met de sensortoetsen onder het
display de temperatuur in.
Het drukken op de sensortoets heeft het volgende effect
- u vaak en gedurende lange tijd de deur van het toestel opent
- er meer voedingsmiddelen worden opgeslagen
- de temperatuur van de voedingsmid­delen hoger is, wanneer ze worden opgeslagen
- de omgevingstemperatuur van het koeltoestel hoger is. Het koeltoestel is vervaardigd voor een bepaalde kli­maatklasse waar de kamertempera­tuur niet boven of onder mag liggen.
- Temperatuur gaat omlaag,
- Temperatuur gaat omhoog.
De temperatuurwaarde die u instelt knippert in de temperatuuraanduiding.
Bij het aantippen van de temperatuur­toetsen, ziet u in het display het vol­gende veranderen:
23
De juiste temperatuur
- Wanneer u voor het eerst aantipt, dan knippert de temperatuurwaarde die u het laatst heeft ingesteld.
- Vanaf de tweede keer dat u drukt, verandert de temperatuurwaarde in stappen van 1 °C.
- Wanneer u de toets niet loslaat, ver­andert de temperatuurwaarde conti­nu.
Ongeveer 5 seconden nadat u voor het laatst op een temperatuurtoets heeft gedrukt, verschijnt in de temperatuur­aanduiding automatisch de tempera­tuurwaarde die op dat moment in het desbetreffende gedeelte heerst.
of
Tip de OK - toets aan om uw keuze te
bevestigen.
Hebt u de temperatuur gewijzigd, con­troleer dan de temperatuuraanduiding en wel na ca. 6 uur wanneer er weinig levensmiddelen in het toestel liggen en na ca. 24 uur wanneer er veel levens­middelen in zitten. Pas dan is de inge­stelde temperatuur bereikt.
Is de temperatuur dan nog te hoog of
te laag, wijzig de temperatuur dan.

Mogelijke temperatuurinstellingen

De temperatuur is instelbaar van -15 °C tot en met -28°C.
24

De functie “SuperFrost”

Functie SuperFrost

Om verse levensmiddelen optimaal in te vriezen, dient u eerst de functie Super­Frost in te schakelen.
Op die manier worden de levensmid­delen snel doorvroren en blijven de voe­dingswaarde, de vitamines, het uiterlijk en de smaak behouden.

Uitzonderingen:

- Als u reeds ingevroren levensmid­delen in het toestel plaatst.
- Wanneer u dagelijks slechts max. 2 kg verse levensmiddelen invriest.

SuperFrost inschakelen

Schakel de SuperFrost in 6 uur voordat u de in te vriezen levensmiddelen in het toestel legt. Wilt u gebruik maken van de maximale vriescapaciteit, schakel de SuperFrost dan 24 uur van te voren in.

SuperFrost uitschakelen

De SuperFrost wordt automatisch na ca. 65 uur uitgeschakeld. Hoe lang het duurt is afhankelijk van de hoeveelheid verse levensmiddelen die in de vries­kast is gelegd. Het SuperFrost-symbool gaat uit en de koelcapaciteit is weer normaal.
Om energie te besparen kunt u de Su­perFrost zelf uitschakelen, zodra in de dieprvriezer / diepvrieszone een con- stante temperatuur van minstens -18°C is bereikt. Controleer de temperatuur in het toestel.
Tip de SuperFrost - toets aan totdat
deze niet meer geel oplicht.
De koelcapaciteit van het toestel is weer normaal.
Tip de SuperFrost - toets aan totdat
deze geel oplicht.
De temperatuur in de diepvrieszone daalt en de koelcapaciteit is nu maxi­maal.
25

Temperatuur- en deuralarm

Dit koeltoestel heeft een waarschu­wingssysteem, waarmee wordt voorko­men dat de temperatuur in het toestel ongemerkt stijgt en dat er te veel ener­gie verloren gaat, bijvoorbeeld wanneer de deur openstaat.

Temperatuuralarm

Gevaar voor de gezondheid door
het eten van bedorven levensmid­delen.
Is de temperatuur gedurende een vrij lange tijd hoger dan –18°C, contro­leer dan of de diepvriesproducten geheel of gedeeltelijk zijn ontdooid. Daardoor zijn de levensmiddelen kor­ter houdbaar.
Controleer of de diepvriesproducten geheel of gedeeltelijk zijn ontdooid. Is dat het geval, gebruik deze levens­middelen dan zo snel mogelijk of kook of braad ze alvorens ze op­nieuw in te vriezen.
Wanneer de vriestemperatuur in het koeltoestel te veel stijgt, begint het alarmsymbool in de display te knip­peren. Tevens klinkt er een waarschu­wingssignaal.
Het geluids- en optische signaal wordt bijvoorbeeld gegeven als:
- u het koeltoestel inschakelt en de temperatuur die op dat moment in een temperatuurzone heerst te veel verschilt van de temperatuur die u hebt ingesteld;
- als u ingevroren levensmiddelen hersorteert of uit het toestel haalt en er daarbij te veel warme lucht binnen­stroomt,
- als u een vrij grote hoeveelheid le­vensmiddelen invriest,
- als u verse levensmiddelen invriest die nog warm zijn,
- als de stroom is uitgevallen,
- als het koeltoestel defect is.
Zodra de alarmtoestand beëindigd is, stopt het waarschuwingssignaal en gaat het alarmsymbool uit.
Temperatuuralarm voortijdig uitscha­kelen
Hindert de zoemer u, dan kunt u deze voortijdig uitschakelen.
Of het koeltoestel een temperatuur te hoog of te laag vindt, is afhankelijk van de ingestelde temperatuur.
26
Tip daarvoor de toets voor het uit-
schakelen van de zoemer bij tempe­ratuuralarm aan.
De zoemer houdt op. Het alarm-symbool blijft branden totdat de storing voorbij is.
Temperatuur- en deuralarm

Deuralarm

Wanneer de toesteldeur te lang open­staat, gaat er een zoemer. Daarnaast brandt het alarmsymbool.
De tijd voordat het deuralarm gaat, is afhankelijk van de aantal minuten dat daarvoor is ingesteld. Vanuit de fabriek is 2 of 4minuten ingesteld. Het deur­alarm kan echter ook worden uitge­schakeld. Zie het hoofdstuk “Overige instellingen uitvoeren”, paragraaf “Ge­luidssignalen”.
Zodra de toesteldeur wordt gesloten, houdt de zoemer op en gaat het alarm­symbool uit.
Klinkt er geen zoemer, hoewel er wel sprake is van een deuralarm, dan is de zoemer bij deuralarm uitgeschakeld in de instellingsmodus. Zie het hoofdstuk “Het wijzigen van instellingen”, para­graaf “Geluidssignalen”.

Deuralarm voortijdig uitschakelen

Hindert de zoemer u, dan kunt u deze voortijdig uitschakelen.
Tip daarvoor de toets voor het uit-
schakelen van de zoemer bij deur­alarm aan.
De zoemer houdt op. Alarm-symbool blijft branden totdat de deur wordt gesloten.
27
Loading...
+ 61 hidden pages