Diepvriezer
met NoFrost-systeem
FN 4452 S
FN 4652 S
FN 4852 S
Lees absoluut uw gebruiksaanwijzing
voor u het toestel installeert en in gebruikt neemt.
Zo zorgt u voor uw eigen veiligheid
en vermijdt u schade aan uw toestel.
c Toets Superfrost met controlelampje
d Knop aan/uit en temperatuurregeling
a NoFrost-inrichting
b Vriestablet
4
c Vriesladen met
invrieskalender
d Markeersysteem voor diepvrieswaar
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu
Recycleerbare verpakking
De verpakking behoedt het toestel voor
transportschade. Er werd materiaal ge
kozen dat door het milieu wordt verdra
gen en opnieuw kan worden benut.
Door de verpakking weer in kringloop
te brengen, wordt er grondstof ge
spaard en verkleint de afvalberg. Geef
deze stoffen dus niet met het gewone
vuilnis mee. Breng ze liever naar het
dichtstbijzijnde gemeentelijk container
park. Waar u dat vindt, komt u zeker bij
uw gemeentebestuur aan de weet.
-
Berging van uw oud toestel
Bij de aankoop van uw nieuw toestel
heeft u een bijdrage betaald. Die wordt
volledig gebruikt voor de toekomstige
recyclage van dat toestel. Dat bevat
trouwens nog waardevol materiaal.
Door te recycleren wordt er dan ook
minder verspild en vervuild.
Als u vragen heeft omtrent het af
danken van uw oud toestel, neem dan
contact op met
-
de handelaar bij wie u het kocht
–
of
– de firma Recupel,
telefoon 02 706 86 10,
website: www.recupel.be
of
– uw gemeentebestuur als u uw toestel
naar een containerpark brengt.
Zorg ervoor dat de buisleidingen van
de compressor geen schade oplopen
voordat het toestel terdege wordt
geborgen. Zo vermijdt u dat er koelmid
del uit het koelcircuit of olie uit de com
pressor in het milieu terechtkomt.
-
-
-
Zorg er ook voor dat het toestel kinder
veilig wordt bewaard voor u het laat
wegbrengen.
Hou bij het afdanken van uw oud toe
stel ook rekening met de gelijknamige
rubriek in de "Opmerkingen omtrent uw
veiligheid".
-
-
5
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Technische veiligheid
Dit toestel voldoet aan de voorge
schreven veiligheidsvoorschriften.
Bij ondeskundig gebruik kan de ge
bruiker gevaar lopen en het toestel
beschadigd worden.
Lees aandachtig uw gebruiksaanwij
zing voor u het toestel in gebruik
neemt. U vindt er belangrijke opmer
kingen omtrent het inbouwen, de
veiligheid, het gebruik en het onder
houd van het toestel. Zo beschermt
u zichzelf en vermijdt u schade aan
het apparaat.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing
zorgvuldig. Geef ze door aan wie
het toestel achteraf gebruikt.
Het toestel juist gebruiken
Gebruik dit toestel uitsluitend in het
huishouden. Het dient enkel om
diepvriesproducten te bewaren, verse
levensmiddelen in te vriezen en consumptie-ijs te bereiden.
Alle andere toepassingen zijn ongeoor
loofd en misschien ook wel gevaarlijk.
De fabrikant kan niet aansprakelijk zijn
voor schade die werd veroorzaakt door
dat het toestel niet correct gebruikt of
verkeerd bediend werd.
-
-
-
-
-
-
-
Dit toestel bevat het koelmiddel
isobutaan R600a. Dat is een na
tuurlijk gas dat heel weinig milieubelas
tend is. Het is evenwel brandbaar. Het
brengt echter geen schade toe aan de
ozonlaag. Het vergroot evenmin het
broeikaseffect.
Door dit milieuvriendelijk koelmiddel toe
te passen maakt het toestel wel iets
meer lawaai. Naast het geluid dat de
compressor maakt, kan er in heel het
koelcircuit lawaai optreden. Deze ge
volgen zijn jammer genoeg niet te ver
mijden. Ze beïnvloeden echter niet het
vermogen van het toestel.
Bij het transport en opstellen van het
toestel dient u ervoor te zorgen dat er
geen onderdelen van het koelmiddelcircuit worden beschadigd. Wegspattend
koelmiddel kan oogletsels veroorzaken!
Is er toch schade opgetreden,
- vermijd dan open vuur of vonken,
- trek de stekker uit het stopcontact,
- laat het vertrek waar het toestel staat,
enkele minuten doorluchten
- en verwittig de Technische Dienst.
Hoe meer koelmiddel het toestel
bevat, hoe groter het vertrek moet
zijn, waar het opgesteld wordt. Treedt
er eventueel een lek op, dan kan er in
te kleine vertrekken een brandbaar
gas-luchtmengsel worden gevormd.
Per 8 g koelmiddel dient het vertrek
minstens 1 m
koelmiddel het toestel bevat, vindt u op
het typeplaatje aan de binnenzijde.
3
ruim te zijn. Hoeveel
-
-
-
-
6
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Vergelijk voor het aansluiten van
het toestel beslist de aansluitgege
vens op het typeplaatje met de gege
vens van uw huisinstallatie. Het gaat
hier over de spanning en de frequentie.
Deze gegevens moeten absoluut over
eenstemmen om schade aan uw toestel
te vermijden. Vraag bij twijfel inlich
tingen aan uw installateur.
De elektrische veiligheid van dit
toestel wordt enkel gewaarborgd
indien het op een aardsysteem is aan
gesloten, dat volgens de voorschriften
werd geïnstalleerd. Het is heel belang
rijk dat deze fundamentele veiligheidsvoorziening voorhanden is. Laat uw installatie bij twijfel door een vakman
nakijken.
De fabrikant kan niet aansprakelijk zijn
voor schade die werd veroorzaakt doordat de aardleiding onderbroken was of
gewoon ontbrak. Er zijn dan ook elektrische schokken mogelijk.
Het toestel kan enkel veilig werken
indien u het volgens de gebruiks
aanwijzing monteert en aansluit.
-
-
-
-
-
-
Installatiewerk en herstellingen
-
mag u enkel door erkende vak
mensen laten uitvoeren.
Door ondeskundige installaties of repa
raties kunnen er niet te onderschatten
risico’s opduiken voor wie het toestel
gebruikt. Daarvoor is de fabrikant niet
aansprakelijk.
Het toestel is pas stroomloos in
dien aan een van de volgende
voorwaarden is voldaan:
u hebt de stekker van het toestel uit
–
het stopcontact getrokken.
Trek niet aan het snoer, wel aan de
stekker om het toestel stroomloos te
maken.
– u hebt de smeltveiligheden van de
huisinstallatie uitgeschakeld.
Gebruik om het toestel op het
stroomnet aan te sluiten, geen verlengsnoeren. Die waarborgen niet de
nodige veiligheid. Er is risico op oververhitting.
-
-
-
Indien u dit toestel niet op een vas
te plaats inbouwt en monteert, bv.
op een schip, laat dit karwei dan enkel
uitvoeren door vakmensen. Die moeten
ervoor zorgen dat u het toestel veilig
kan gebruiken.
-
7
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Gebruik
Raak de diepvrieswaar niet met
natte handen aan. Uw handen kun
nen eraan vastvriezen. U kan kwetsuren
oplopen!
Gebruik geen elektrische appara
ten in het toestel (bijvoorbeeld een
ijsmachine).
Er kunnen vonken optreden.
Explosiegevaar !
Steek ijsblokjes en frisco’s, vooral
ijslolly’s, nooit meteen in de mond
nadat u die uit de diepvriezer hebt ge
nomen. Door de zeer lage temperatuur
kunnen uw lippen of uw tong vastvriezen. U kan letsels oplopen!
Vries gedeeltelijk of volledig ont-
dooide levensmiddelen niet terug
in. Verbruik die zo vlug mogelijk.
Die levensmiddelen boeten immers aan
voedingswaarde in en bederven. Zo u
ze kookt of braadt, kan u die levensmiddelen wel opnieuw invriezen.
Bewaar in uw toestel geen explo
sieve stoffen noch producten met
brandbaar drijfgas (bv. spraybussen).
Zodra de thermostaat inschakelt, kun
nen er dan vonken ontstaan. Die kun
nen bepaalde vonkgevoelige menge
lingen doen ontploffen.
Bewaar in uw diepvriezer geen
blikjes of flessen met koolzuurhou
dende drank of met vloeistof die kan
bevriezen. De blikjes of flessen kunnen
stukspringen. U kan letsels oplopen en
er is risico op schade!
-
-
-
-
-
-
-
Neem flessen die u in de diepvrie
zer legt om snel te koelen, uiterlijk
na een uur weer uit. De flessen kunnen
stukspringen. Er is risico op lichamelijk
letsel en op schade!
Zo u te lang bewaarde levensmid
delen eet, loopt u het risico van
voedselvergiftiging.
De bewaarduur hangt van heel wat fac
toren af. Onder meer van de mate
waarin de levensmiddelen vers en de
gelijk zijn, maar ook van de bewaartem
peratuur. Hou de bewaartips en de op
gegeven bewaarduur van de voedsel
fabrikanten in acht!
Gebruik geen spitse noch scherpe
voorwerpen om
– rijm- en ijslagen te verwijderen,
– aangevroren ijsblokjesschalen en
diepvrieswaar los te maken.
Zo beschadigt u de vriesplaten en raakt
het toestel volledig defect.
Zet nooit elektrische verwarmings
apparaten en kaarsen in het toe
stel.
Anders loopt de kunststof schade op.
Gebruik nooit ontdooisprays of
ijsverwijderende middelen.
Die kunnen explosieve gassen vormen,
die oplosmiddel of drijfgas bevatten of
uw gezondheid kunnen schaden.
Behandel de deurdichting nooit
met olie of vet.
Anders wordt die op de duur poreus.
-
-
-
-
-
-
-
-
-
8
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Dek de ventilatieroosters van het
toestel niet af.
Anders is er geen onberispelijke lucht
toevoer meer gewaarborgd. Het
stroomverbruik stijgt en er kan schade
optreden aan bepaalde onderdelen.
Dit toestel is geschikt voor een be
paalde klimaatklasse of categorie
van omgevingstemperatuur. Die tempe
ratuur dient binnen zekere grenzen te
blijven. De klimaatklasse vindt u terug
op het typeplaatje binnen in het toestel.
Door te lage kamertemperaturen blijft
de compressor te lang stilstaan. Daar
door kan het toestel de noodzakelijke
temperatuur niet bieden.
Gebruik om uw toestel te ontdooien
en schoon te maken in geen geval
hogedrukreinigers.
De vloeistof kan onderdelen aanraken,
die onder spanning staan. Zo kan er
kortsluiting optreden.
-
Uw oud toestel afdanken
-
-
-
Verniel het slot van uw oude koel
kast of diepvriezer wanneer u die
buiten gebruik stelt. Zo vermijdt u dat
spelende kinderen zich in het toestel
opsluiten en in levensgevaar komen.
Maak oude toestellen onbruikbaar.
Trek de stekker uit het stopcontact
en knip het aansluitsnoer door.
Zorg dat u geen onderdelen van
het koelcircuit beschadigt, b.v.
door:
de koelmiddelkanaaltjes van de ver
–
damper open te steken,
– de buisleidingen af te knikken of
– oppervlakbekledingen af te krabben.
Wegspuitend koelmiddel kan oogletsels
tot gevolg hebben.
De fabrikant is niet aansprakelijk
voor schade die werd veroorzaakt
doordat de veiligheidsbepalingen en
waarschuwingen niet in acht werden
genomen.
-
-
9
Hoe spaart u stroom?
normaal stroomverbruikhoger stroomverbruik
Opstellenin een geventileerd vertrekin een gesloten, niet geventileerd
niet rechtstreeks door de zon
beschenen
niet naast een warmtebron (radia
tor, fornuis)
bij een ideale omgevingstempera
tuur van ca. 20 °C
Temperatuurinstelling
thermostaat met getallen
(regeling in stappen)
Temperatuurinstelling
thermostaat "tot op de
graad nauwkeurig"
(digitale aanduiding)
Gebruikdoe de toesteldeur enkel even
Ontdooienlaat het vriesvak ontdooien als de
bij een gemiddelde stand van de
knop van 2 tot 3.
keldervak van 8 tot 12 °C
koelvak van 4 tot 5 °C
PerfectFresh-zone om en bij de 0
°C
vriesvak -18 °C
open als dat nodig is
de levensmiddelen goed sorteren
voor u ze in het toestel plaatst
warme spijs en drank eerst buiten
het toestel laten afkoelen
zet de levensmiddelen degelijk
verpakt of goed afgedekt in het
toestel
leg diepvrieswaar om te ontdooien
in de koelruimte
leg of zet niet te veel levensmid
delen in de zones of vakken; zo
kan de lucht circuleren
ijslaag een paar centimeter dik is
geworden
vertrek
wel rechtstreeks door de zon
beschenen
wel naast een warmtebron (radia
tor, fornuis)
bij een hoge omgevingstempera
tuur
bij een hoge stand van de knop:
hoe lager de temperatuur in het
toestel, hoe hoger het stroomver
bruik!
Let op! Bij toestellen met winter
schakeling zet u de schakelaar bij
omgevingstemperaturen hoger
dan 16 °C uit!
als u de toesteldeur vaak en lang
openzet = koudeverlies
wanorde = lang zoeken zodat de
toesteldeur lang open blijft
warme spijzen in het toestel doen
de compressor langer draaien om
de temperatuur te doen zakken
als vloeistof in de koelruimte ver
dampt en condenseert, veroor
zaakt dat koudeverlies
-
door een ijslaag wordt de koude
slechter aan de levensmiddelen
afgegeven en stijgt het stroomver
bruik
-
-
-
-
-
-
-
10
Het toestel in- en uitschakelen
Voor het eerste gebruik
Maak de binnenruimte en het toebe
^
horen schoon. Gebruik daar lauw wa
ter voor en wrijf daarna alles met een
doek droog.
Laat het toestel na het transport
zowat een (half) uur staan voor u het
aansluit. Dat is van groot belang
voor de goede werking achteraf!
-
Het toestel inschakelen
^ Draai de temperatuurregelknop met
een geldstuk naar rechts weg van de
stand "0". Draai de knop tot het temperatuurdisplay wordt verlicht.
Draai de knop niet verder dan tot
aan de aanslag. Anders maakt u
hem stuk.
Het controlelampje voor het waarschu
wingssignaal gaat aan. Het gaat uit zo
dra het in de vrieszone koud genoeg is.
Opdat de temperatuur laag genoeg
daalt, laat u het toestel bij voorkeur en
kele uren ingeschakeld voor u er voor
het eerst eetwaar in plaatst.
-
Koudeaccu
Leg de koudeaccu in de bovenste
vrieslade of op het invriestablet. Daar
neemt hij niet veel plaats in beslag. Na
ca. 24 uur kan de koudeaccu zijn maxi
mumkoelvermogen leveren.
Het toestel uitschakelen
Draai de temperatuurregelknop met
^
een geldstuk naar links op de stand
"0".
Nu gaan alle controlelampjes uit; de
koeling is uitgeschakeld.
Bij langdurige afwezigheid
Zo u het toestel lange tijd niet gebruikt:
^ schakel het toestel uit,
^ trek de stekker uit het stopcontact,
^ maak het toestel schoon en
^ laat de toesteldeur op een kier om
reukhinder tegen te gaan.
Werd het toestel bij langdurige afwe
zigheid uitgeschakeld, maar niet
schoongemaakt? In zo’n geval is er
risico van schimmelvorming zo de
toesteldeur gesloten blijft.
-
-
-
11
De juiste temperatuur
De juiste temperatuurinstelling is zeer
belangrijk voor het bewaren van levens
middelen. De levensmiddelen beder
ven snel ten gevolge van micro-orga
nismen, wat door de juiste bewaartem
peratuur kan worden verhinderd of ver
traagd. De temperatuur beïnvloedt de
groeisnelheid van de micro-organis
men. Hoe lager de temperatuur, hoe
langzamer dit proces verloopt.
Om verse levensmiddelen in te vriezen
en ze langdurig te bewaren, is een tem
peratuur van -18 °C vereist. Bij deze
temperatuur komt de groei van micro
-organismen in hoge mate tot stilstand.
Zodra de temperatuur boven -10 °C
stijgt, begint de ontbinding door de micro-organismen; de levensmiddelen
kunnen minder lang worden bewaard.
Daarom mogen geheel of gedeeltelijk
ontdooide levensmiddelen pas opnieuw
worden ingevroren nadat ze werden
verwerkt (koken of braden). Door de
hoge temperaturen worden de meeste
micro-organismen gedood.
De temperatuur in het toestel stijgt
–
als u vaak en gedurende lange tijd
de toesteldeur opent,
–
hoe meer levensmiddelen er worden
bewaard,
–
hoe meer verse levensmiddelen er
worden ingevroren,
–
hoe hoger de omgevingstemperatuur
van het toestel is.
Het toestel is voorzien voor een be
paalde klimaatklasse (kamertempe
ratuurbereik), waarvan de grens
waarden moeten worden nageleefd.
-
-
-
-
-
-
-
-
Temperatuur instellen
U kunt de temperatuur instellen met de
temperatuurregelaar.
-
Draai de temperatuurregelaar met
^
een muntstuk naar rechts vanuit de
stand "0".
-
De temperatuurregelaar niet voorbij
de aanslag draaien, anders raakt hij
beschadigd.
Temperatuurindicator
De temperatuurindicator op het bedieningspaneel geeft altijd de ge-wenste temperatuur aan.
Als u wenst dat het toestel op -18 °C
koelt,
^
dan draait u de temperatuurregelaar
naar rechts (vanuit de stand 0) tot -18
op het bedieningspaneel staat.
Binnen de aangegeven
temperatuurbereiken (bijv. tussen -15
en -18 °C) kan de temperatuur iets kou
der worden ingesteld:
^
draai de temperatuurregelaar bijv.
vanuit de stand -15 langzaam verder
naar rechts tot -18 op de
temperatuurindicator kort knippert.
De koudere temperatuurinstelling bin
nen het kleine temperatuurbereik is in
gesteld.
-
-
-
12
Waarschuwingssignaal
Het toestel is uitgerust met een waar
schuwingssysteem zodat de tempera
tuur in de vrieszone niet ongemerkt kan
stijgen. Indien de temperatuur een te
warme temperatuurzone bereikt, weer
klinkt er een waarschuwingssignaal. Te
gelijk begint het controlelampje met
waarschuwingssignaal te knipperen.
Het akoestische en optische signaal
kan worden geactiveerd,
indien u een grote hoeveelheid voed
–
sel invriest zonder de functie Super
Frost te hebben ingeschakeld.
Volgens de temperatuur kunt u controleren of het voedsel is ingevroren of
ontdooid. Indien dit laatste het geval is,
dient u het voedsel verder te bewerken
(koken of braden), alvorens het weer in
te vriezen.
-
-
Waarschuwingssysteem
inschakelen
Het waarschuwingssignaal is automa
tisch altijd operationeel. Het dient niet
extra te worden ingeschakeld.
-
Waarschuwingssignaal
voortijdig uitschakelen
Zodra de alarmtoestand is beëindigd,
weerklinkt het waarschuwingssignaal
niet langer en dooft de controlelamp.
Indien het waarschuwingssignaal u
stoort, kunt u dit voortijdig uitschakelen.
^ Druk de uitschakeltoets in van het
waarschuwingssignaal.
Het waarschuwingssignaal weerklinkt
niet langer. De controlelamp met
waarschuwingssignaal licht constant
op en dooft pas wanneer de alarmtoestand is beëindigd. Op die manier
is het waarschuwingssysteem weer
operationeel.
-
13
Superfrost
Verse eetwaar invriezen
Verse eetwaar dient u zo snel mogelijk
tot in de kern te laten invriezen. Zo blij
ven de voedingswaarde, de vitaminen,
het uitzicht en de smaak bewaard.
Hoe trager de levensmiddelen ingevro
ren worden, hoe meer vloeistof er uit
elke cel in de tussenruimten terecht
komt. De cellen krimpen.
Bij het ontdooien kan er maar een deel
van die vloeistof naar de cellen terug.
In de praktijk betekent dit dat er in de
levensmiddelen veel sap verlorengaat.
Bij het ontdooien valt dat te merken aan
de grote plas rond de eetwaar.
Werd de eetwaar snel ingevroren, dan
krijgt de celvloeistof minder tijd om in
de tussenruimten weg te vloeien. De
cellen krimpen heel wat minder.
Bij het ontdooien kan die eerder geringe hoeveelheid vloeistof die in de
tussenruimten terecht is gekomen, naar
de cellen terug. Er ging dus heel weinig
sap verloren. Er wordt maar een kleine
plas gevormd!
-
Superfrost-functie
Om verse eetwaar heel efficiënt in te
vriezen dient u van tevoren de functie
Superfrost in te schakelen.
Uitzonderingen:
Indien u reeds ingevroren levensmid
–
delen in de diepvriezer legt.
Indien u elke dag maar hoogstens
–
2 kg invriest.
Superfrost inschakelen
^ Schakel de functie Superfrost in
6 uur voor u levensmiddelen plaatst.
^ Wenst u het hoogste invriesvermo-
gen te benutten, schakel dan de Su-perfrost 24 uur van tevoren in!
^ Druk op de toets Superfrost zodat het
controlelampje Superfrost aangaat.
De temperatuur in het toestel daalt
daar het met het hoogste invriesver
mogen werkt.
-
-
14
Superfrost uitschakelen
Superfrost
De functie Superfrost wordt vanzelf uit
geschakeld na ca. 65 uur. Het controle
lampje gaat uit en het toestel werkt
weer met zijn normale koelcapaciteit.
In het temperatuurdisplay wordt nu
weer de gewenste temperatuur verlicht.
Om stroom te besparen, kan u de func
tie Superfrost ook zelf uitschakelen zo
dra er een constante vriestemperatuur
van minstens -18 °C is bereikt. Con
troleer de temperatuur in het toestel.
Druk op de toets Superfrost.
^
Het controlelampje voor Superfrost
gaat uit.
Het toestel koelt nu weer met zijn normale koelcapaciteit.
-
-
-
-
-
15
Invriezen en bewaren
Maximum-invriesvermogen
Om levensmiddelen zo gauw mogelijk
tot in de kern te laten invriezen, mag
het maximum-invriesvermogen niet
overschreden worden. Hoeveel dat be
draagt, vindt u op het typeplaatje: "in
vriesvermogen ... kg/24 h".
-
De isoleerplaat gebruiken
(naar gelang van het model)
Met de isoleerplaat kan u de niet ge
bruikte vriesladen ‘uitschakelen’, d.w.z.
isoleren. Daarmee spaart u stroom.
U kan de plaat gebruiken als u maar
weinig eetwaar in het toestel bewaart.
Hou hiermee rekening!
– Er zijn minstens 2 vriesladen vereist
om in te vriezen. De overige kan u
desnoods ‘uitschakelen’ (isoleren).
– De laden die u wel gebruikt om in te
vriezen, moeten de bovenste zijn.
-
Voorbeeld
U gebruikt enkel 2 vriesladen.
Leg de eetwaar in de bovenste 2 la
^
den. De andere laden blijven leeg.
-
^ Neem de derde lade uit en schuif de
isoleerplaat onder de tweede lade.
De overige laden onderaan worden
nu ‘uitgeschakeld’ (geïsoleerd).
-
–
Schuif de isoleerplaat onder de
laatste lade waarin u nog wat in
vriest.
–
Hoe minder laden er worden ge
koeld, hoe minder stroom u verbruikt.
Door de isoleerplaat te gebruiken,
spaart u merkelijk stroom!
Leg in de ‘uitgeschakelde’ laden
geen levensmiddelen. Er kunnen im
mers grote en onverhoedse tempe
ratuurschommelingen opduiken.
Daardoor kan de eetwaar bederven.
16
-
-
-
-
Invriezen en bewaren
Diepvrieswaar bewaren
Zo u kant-en-klare diepvrieswaar in het
toestel legt, controleer dan reeds bij de
aanschaf
of de verpakking niet beschadigd is,
–
tot wanneer het product houdbaar is
–
en hoe laag de koeltemperatuur in
–
de winkeltoog is. Ligt die hoger dan
-18 °C, dan is de diepvrieswaar niet
zo lang houdbaar.
Koop uw diepvrieswaar op het einde
^
van uw boodschappen. Bewaar hem
in krantenpapier of een koeltas.
^ Leg de gekochte diepvrieswaar met-
een in de vrieszone van uw toestel.
Vries gedeeltelijk of volledig ontdooide levensmiddelen niet terug in.
Zo u ze kookt of braadt, kan u levensmiddelen wel opnieuw invriezen.
Zelf levensmiddelen invriezen
Gebruik enkel verse en onberispelijke
levensmiddelen om in te vriezen!
Hou hiermee rekening bij het
invriezen:
Zijn geschikt om in te vriezen:
–
vers vlees, gevogelte, wild, vis,
groenten, kruiden, rauw fruit, zuivel,
gebak, spijsresten, eigeel, eiwit en
heel wat kant- en klaargerechten.
Niet geschikt om in te vriezen:
–
druiven, kropsla, radijsjes, ramme
nas, zure room, mayonaise, eieren in
hun schaal, uien, ongeschilde rauwe
appelen en peren.
– Om kleur, smaak, aroma en vitami-
nen C te bewaren, dient u fruit en
groenten voor het invriezen te blancheren. Doe de groenten per portie 2
à 3 minuten in kokend water. Daarna
uitnemen en vlug in koud water afkoelen. Laat de groenten uitlekken.
-
–
Mager vlees is beter geschikt om in
te vriezen dan vet. Het kan trouwens
veel langer worden bewaard.
–
Leg tussen koteletten, biefstuk,
vleeslapjes e.d. telkens plastic folie.
Zo vermijdt u dat porties aaneenvrie
zen.
–
Rauwe levensmiddelen en geblan
cheerde groenten mag u voor het in
vriezen niet kruiden of zouten. Klaar
gemaakte spijzen kruidt of zout u
maar lichtjes. Sommige kruiden ver
anderen immers van smaakintensiteit
bij het invriezen.
-
-
-
-
-
17
Invriezen en bewaren
Laat warme spijs en drank eerst bui
–
ten het toestel afkoelen. Anders
wordt reeds ingevroren eetwaar even
ontdooid. Dit leidt bovendien tot een
hoger stroomverbruik.
Verpakken
Vries de levensmiddelen per portie
^
in.
Geschikte verpakking
- kunststoffolie
- zakjes van polyethyleen
- aluminiumfolie
- diepvriesdozen
Ongeschikte verpakking
- inpakpapier
- perkamentpapier
- cellofaan
- vuilniszakken
- gebruikte boodschapzakjes
^ Druk de lucht uit de verpakking.
^ Sluit de verpakking af met
- elastiekjes,
- kunststofklemmen,
- touwtjes of
- koudebestendige plakband.
Polyethyleen zakjes kan u ook met
een lastoestel dichtmaken.
^
Plak op de verpakking een etiket met
inhoud en invriesdatum erop.
Voor u de diepvrieswaar plaatst
Zo u meer dan 2 kg verse levensmid
^
delen gaat invriezen, dient u op voor
hand de functie SuperFrost in te
schakelen. Zie rubriek "SuperFrost".
Plaatsen
U kunt de levensmiddelen overal in de
vrieszone invriezen.
U kunt de vriesladen ook uitnemen en
de levensmiddelen rechtstreeks op de
glasplaten leggen.
Om volumineuze levensmiddelen in te
vriezen, zoals een gans of wild, kunt u
de glasplaat tussen twee vriesladen uitnemen. U beschikt dan over tweemaal
de gebruikelijke hoogte.
Elke vrieslade en de verschillende
glasplaten kunnen met maximaal 25
kg worden belast!
^ Plaats de levensmiddelen naast el-
kaar op de bodem van de vriesladen
of op de glasplaten, zodat de levens
middelen zo snel mogelijk tot in de
kern worden ingevroren.
^
Leg de pakjes er droog in. Anders
vriezen ze aan elkaar.
Levensmiddelen die u er pas inlegt,
mogen niet in aanraking komen met
reeds ingevroren eetwaar. Anders
gaat die lichtjes ontdooien.
-
-
-
18
Invriezen en bewaren
Invrieskalender
Op de invrieskalender op de vrieslade
ziet u hoe lang u verschillende soorten
vers ingevroren eetwaar kan bewaren.
Bij gekochte diepvrieswaar vindt u de
bewaarduur op de verpakking terug.
Markering diepvrieswaar
Om u eraan te herinneren hoe lang u
de diepvrieswaar mag bewaren, is het
toestel van een markeersysteem voor
zien.
Bij elke vrieslade horen twee ruitertjes
met een wieltje. Op dat wieltje zijn de
maanden aangegeven van 1 tot 12.
Diepvries ontdooien
Diepvries kan u ontdooien
in uw microgolfoven,
–
in uw oven met de verwarmingssoort
–
"Hete lucht" of "Ontdooien",
op kamertemperatuur,
–
in uw koelkast,
–
in uw stoomoven.
–
Platte stukken vlees en vis kan u in
een hete pan doen zodra ze lichtjes
ontdooid zijn.
Fruit kan u op kamertemperatuur zowel
in de verpakking als in een schotel met
deksel ontdooien.
Ingevroren groenten kan u in kokend
water doen of in heet vet stoven. De
kooktijd valt dan wat korter uit dan bij
verse groenten.
Vries gedeeltelijk of volledig ontdooide levensmiddelen niet terug in.
Als u ze kookt of braadt, kan dat
wel.
^
Schuif het ruitertje van aan de rand
van de lade over de rail.
Met het ruitertje duidt u de soort eet
waar aan. Met het wieltje de maand
waarin u de eetwaar invroor.
-
19
Invriezen en bewaren
IJsblokjes bereiden
(voor type toestellen met sluiting)
Duw de sluiting omlaag en vul de ijs
^
blokjesschaal met water. Overtollig
water loopt weg via de afvoerope
ning.
^ Duw de sluiting omhoog om de ijs-
blokjesschaal te sluiten, en plaats de
schaal op de bodem van een vrieslade.
^ Gebruik een stomp voorwerp, bijv.
een lepelsteel, om een vastgevroren
ijsblokjesschaal los te maken.
^ De ijsblokjes komen gemakkelijk los
uit de schaal als u ze kort onder stromend water houdt.
-
Het vriestablet gebruiken
Op het vriestablet kan u bessen,
kruiden, groenten en andere kleine le
vensmiddelen behoedzaam invriezen.
De diepvrieswaar behoudt grotendeels
zijn vorm. De afzonderlijke stukken vrie
zen ook niet aaneen.
-
^ Leg de in te vriezen levensmiddelen
losjes op het vriestablet.
^ Laat de diepvrieswaar 10 à 12 uur
doorvriezen. Doe ze dan in een diepvrieszakje of -recipiënt. Leg ze daarna in de vriesladen.
-
-
Dranken snel koelen
Als u flessen in de vrieszone plaatst om
ze snel te koelen, dient u de flessen uiterlijk na één uur weer uit te nemen,
anders zullen de flessen ontploffen!
20
-
Koudeaccu
Hiermee vermijdt u dat de temperatuur
in de vrieszone bij een stroomonderbre
king te snel stijgt.
Leg de koudeaccu in de bovenste lade
direct op de diepvrieswaar of op het
vriestablet. Daar neemt hij weinig plaats
in beslag. Na ca. 24 uur levert de accu
zijn maximumkoelvermogen.
Bij een stroomonderbreking legt u de
koudeaccu direct op de diepvrieswaar
in de bovenste vrieslade. Zo duurt de
bewaartijd het langst.
Als u verse levensmiddelen plaatst, benut dan de koudeaccu als scheiding
tussen reeds ingevroren en verse levensmiddelen. Zo gaat de diepvrieswaar niet lichtjes ontdooien.
In een koelbox houdt de koudeaccu
spijs en drank voor korte tijd koel.
Invriezen en bewaren
-
21
Ontdooien
Uw toestel is uitgerust met een
"No-frost"-systeem. Daarmee ontdooit
het toestel automatisch.
Het vocht slaat neer tegen de verdam
per. Het wordt af en toe automatisch
ontdooid en verdampt.
Door dit automatische ontdooiproces
blijft de vriesruimte steeds vrij van ijs.
De levensmiddelen worden door dit
speciale systeem niet ontdooid, zelfs
niet lichtjes!
-
22
Gebruik nooit reinigingsmiddel met
zand, schurend middel, soda of
zuur, noch chemisch oplosmiddel.
Ongeschikt zijn ook zogenaamde
"schuurmiddelvrije" schuurmiddelen.
Die doen matte plekken opduiken.
Let erop dat er geen water terecht
komt in de elektronische bediening
noch in de ventilatieroosters.
Gebruik nooit hogedrukreinigers. De
vloeistof kan toestelonderdelen aan
raken, die onder spanning staan. Er
kan dan kortsluiting optreden.
Het typeplaatje binnen in het toestel
mag u niet verwijderen. Bij een
eventuele storing heeft de Technische Dienst dat nodig!
-
Schoonmaken
Handvat
Aluminium is een levendig materiaal.
Door gezichtshoek, lichtinval en omge
ving wordt het weerkaatsend effect be
paald en meteen ook de esthetiek.
Het handvat met aluminium uitzicht
kan verkleuren of veranderen indien
vuil er lang op inwerkt. Verwijder vuil
dus meteen.
Het handvat is gevoelig aan krassen en
kerven.
Behalve de hierboven vermelde reini
gingsmiddelen dient u ook nog te vermijden
– reinigingsmiddel voor roestvrij staal,
– kalkoplossend reinigingsmiddel,
– reinigingsmiddel dat chloride bevat,
-
-
-
^ Schakel het toestel nu uit, trek de
stekker uit het stopcontact, leg de
diepvrieswaar op een koele plaats en
neem de vriesladen zijn uit.
Buitenwanden, binnenruimte,
toebehoren
Om die schoon te maken gebruikt u het
best lauw water met wat afwasmiddel.
Was alle delen met de hand af, niet in
de vaatwasser.
^
Spoel de buitenwanden, de binnen
ruimte en het toebehoren na het reini
gen met helder water af. Wrijf alles
met een doek droog. Laat de toestel
deur even openstaan.
-
– schurend reinigingsmiddel als bv.
schuurpoeder of -crème,
– schuursponsjes of gebruikte spon-
sen waarin restjes schuurmiddel zit
ten,
–
reinigingsmiddel voor vaatwassers.
Ventilatieroosters
^
Maak de ventilatieroosters geregeld
met een kwast of stofzuiger schoon.
Hoe meer stof erop ligt, hoe meer
stroom het toestel verbruikt.
-
-
-
23
Schoonmaken
Deurdichting
Behandel de deurdichting nooit met
olie of vet. Die wordt anders na ver
loop van tijd poreus.
Maak de deurdichting geregeld met
^
helder water schoon. Wrijf ze nadien
met een doek goed droog.
Achterzijde - metalen rooster
Stof het metalen rooster op de rugzij
^
de van het toestel (warmtewisselaar)
minstens eens per jaar af. Hoe meer
stof, hoe hoger het stroomverbruik!
Zorg er bij het schoonmaken van het
metalen rooster voor dat u geen
snoeren of andere onderdelen aftrekt, knikt of beschadigt.
Na het schoonmaken
Sluit de toesteldeur, steek de stekker
^
-
weer in het stopcontact en zet het
toestel aan.
Schakel SuperFrost in. Zo wordt het
^
toestel gauw koud. Het controlelamp
je gaat aan.
Schuif de vriesladen met de diep
^
vrieswaar in het toestel. Wacht tot de
temperatuur in het toestel laag ge
noeg gezakt is.
Schakel, door op de SuperFrost-toets
^
te drukken, de SuperFrost-functie uit
zodra er een constante vrieszonetemperatuur van - 18 °C is bereikt.
Het controlelampje gaat uit.
-
-
-
24
Herstellingen aan elektrische toe
stellen mag u enkel en alleen door
een erkend vakman laten uitvoeren.
Door ondeskundige reparaties kun
nen er niet te onderschatten risico’s
opduiken voor wie het toestel ge
bruikt.
Volgende storingen kunt u echter zelf
verhelpen:
Wat gedaan als . . .
. . . het toestel niet koelt?
^ Ga na of de temperatuurregelaar op
een andere instelling dan "0" staat.
^ Ga na of de stekker van het toestel
goed in het stopcontact zit.
^ Ga na of de zekering van de huisin-
stallatie niet uitgevallen is. Als dit het
geval is, doet u een beroep op de
klantendienst.
. . . de toesteldeur niet verschillende
keren na elkaar kan worden geo
pend?
Dit is geen storing. Wegens de
zuigwerking kunt u de deur pas na
enige tijd zonder extra moeite openen.
-
-
-
-
Wat gedaan als . . . ?
. . . de inschakelfrequentie en
inschakelduur van de compressor
toenemen?
Ga na of de ventilatieroosters niet af
^
gedekt zijn of onder het stof zitten.
Ga na of het metalen rooster (warm
^
tewisselaar) aan de achterzijde van
het toestel niet onder het stof zit.
De toesteldeur werd vaak geopend
^
of er werden grote hoeveelheden ver
se levensmiddelen ingevroren.
Ga na of de toesteldeur goed sluit.
^
. . . de waarschuwingstoon weerklinkt
en het geluidsalarm-controlelampje
knippert?
De temperatuur in de vrieszone is te
warm omdat
^ er een grote hoeveelheid
levensmiddelen werd ingevroren zonder de functie Superfrost in te schakelen.
Als de alarmtoestand beëindigd is,
gaat het geluidsalarm-controlelampje
uit en wordt de waarschuwingstoon
uitgeschakeld.
^
de compressor defect is. Doe dan
een beroep op de Technische Dienst
van Miele.
-
-
-
. . . de temperatuur in het toestel te
koud is?
^
Zet de temperatuurregelaar op een
kleinere stand.
^
De functie Superfrost is nog niet uit
geschakeld. Ze schakelt automatisch
uit na 65 uur.
Afhankelijk van de temperatuur con
troleert u of de levensmiddelen gedeel
telijk of volledig ontdooid zijn. Als dit
het geval is, verwerkt u de levensmid
delen (koken of braden) voor u ze weer
-
invriest.
-
-
-
25
Wat gedaan als . . . ?
. . . het Superfrost-controlelampje sa
men met de temperatuurindicator
knippert?
Er zit een storing in het toestel. Doe dan
een beroep op de Technische Dienst
van Miele.
. . . het Superfrost-controlelampje niet
brandt, maar de compressor draait?
Het controlelampje is defect. Doe
^
dan een beroep op de Technische
Dienst van Miele.
. . . de levensmiddelen vastgevroren
zijn?
Maak de levensmiddelen los met een
stomp voorwerp, bijv. een lepelsteel.
Als u de storing niet kunt verhelpen
aan de hand van deze gegevens,
dan dient u een beroep te doen op
de klantendienst.
-
Open de deur niet zolang de storing
niet verholpen is, om het koudever
lies zo beperkt mogelijk te houden.
26
-
Waar bepaalde geluiden vandaan komen
Heel normale geluidenWaar komen ze vandaan?
Brrrrr...Gebrom komt van de motor (compressor). Dat kan even wat har
Blubb, blubb....Geborrel, geklots of gezoem komt van het koelmiddel dat door
Klik....U hoort een klik telkens als de thermostaat de motor in- of uit
Sssrrrrr....Bij toestellen met verschillende zones of bij No-Frostmodellen
Bedenk echter dat motor- en stromingsgeluiden in de koelingskringloop niet te
vermijden zijn!
der worden terwijl de motor ingeschakeld wordt.
de buisjes vloeit.
-
schakelt.
kan u een zacht geruis horen van de luchtstroming in de binnen
ruimte van het toestel.
-
-
Geluid waaraan u vlot kan
verhelpen
Geklepper, gerammel, gerinkelHet toestel staat niet waterpas: Stel het toestel waterpas.
Waar komt het vandaan en wat kan u ertegen
doen?
Schroef de voetjes in of uit het toestel of leg iets onder het toestel.
Het toestel raakt andere toestellen of meubels aan: Schuif het
toestel van de meubels of andere toestellen weg.
Laden, korven of legplaten trillen of knellen: Controleer de uit
neembare onderdelen en zet ze eventueel opnieuw op hun
plaats.
Flessen of recipiënten raken elkaar: Schuif de flessen of reci
piënten wat uit elkaar.
De snoerhouder hangt nog tegen de achterzijde van het toe
stel: Neem de snoerhouder weg.
-
-
-
27
Technische dienst
Neem in geval van storingen die u zelf
niet kan verhelpen, contact op met
uw Miele-handelaar
^
of
de Technische Dienst van Miele.
^
Het adres en de telefoonnummers van
onze Technische Dienst vindt u op de
rugzijde van deze gebruiksaanwijzing.
Wanneer u daar een beroep op doet,
geef dan a.u.b. altijd het type- en het
machinenummer van uw toestel op.
Deze gegevens vindt u op het type
plaatje binnen in het toestel.
-
28
Dit toestel wordt aansluitklaar geleverd,
is dus voorzien van snoer en stekker.
Het apparaat is geschikt om te worden
aangesloten op eenfasige stroom
220 - 240 V, 50 Hz. Dit toestel mag en
kel op een degelijk geaard stopcontact
worden aangesloten.
Om de veiligheid te verhogen, verdient
het aanbeveling een verliesstroomscha
kelaar met een uitschakelstroom van
30 mA voor het toestel te schakelen.
U dient smeltveiligheden van 10 A te
voorzien.
Plaats het stopcontact naast of vlakbij
het toestel. Dat dient vlot toegankelijk te
zijn.
Gebruik geen verlengsnoeren om het
toestel op het stroomnet aan te sluiten.
Die waarborgen niet de nodige veiligheid. Er is risico van oververhitting.
-
Elektrische aansluiting
-
Sluit uw toestel niet aan op stroomomzetters die bij apart werkende stroomvoorziening worden gebruikt, bv. bij
zonne-energie. Bij het inschakelen van
uw toestel kunnen er anders span
ningspieken optreden waardoor het
voor uw veiligheid wordt uitgeschakeld.
Daardoor kan de elektronische bestu
ring echter schade oplopen!
Gebruik uw toestel ook niet met zoge
heten stroomsparende stekkers.
Daardoor wordt de stroomtoevoer naar
het toestel immers beperkt zodat het
toestel te warm wordt.
Dient het aansluitsnoer te worden ver
vangen, dan mag dat enkel worden uit
gevoerd door een erkend elektricien.
-
-
-
-
-
29
Opstelinstructies
Plaats geen warmteproducerende
toestellen, zoals een broodrooster of
microgolfoven, op het toestel. Hier
door stijgt het energieverbruik!
Modellen zonder zijwandverwarming
niet direct naast een ander
koel-/vriestoestel plaatsen!
Dit is belangrijk om condenswater
en daaruit resulterende schade te
vermijden!
Opstelplaats
Kies geen plaats direct naast een fornuis, een verwarming of in de omgeving van een venster met directe inval
van zonnestralen. Hoe hoger de omgevingstemperatuur, hoe langer de compressor moet werken, waardoor er meer
stroom wordt verbruikt.
Een droge, ventileerbare ruimte is geschikt.
-
Luchttoevoer en -afvoer
De lucht aan de achterwand van het
toestel wordt opgewarmd. De ventilatie
roosters mogen daarom niet worden af
gedekt, zodat een goede luchttoevoer
en -afvoer verzekerd is.
Bovendien moet het stof regelmatig van
de ventilatieroosters worden verwijderd.
Toestel opstellen
Verwijder eerst de kabelhouder aan
^
de achterzijde van het toestel.
Ga na of alle onderdelen aan de ach
^
terwand van het toestel vrij zijn. Buig
eventueel vastzittende onderdelen
voorzichtig weg.
^ Schuif het toestel voorzichtig op de
daartoe voorziene plaats. Het toestel
kan met de achterzijde rechtstreeks
tegen de muur worden geplaatst.
Toestel nivelleren
-
-
-
Klimaatklasse
Het toestel is voorzien voor een be
paalde klimaatklasse (kamertempera
-
tuurbereik), waarvan de grenswaarden
moeten worden nageleefd. De klimaat
klasse is vermeld op het kenplaatje aan
de binnenzijde van het toestel.
KlimaatklasseKamertemperatuur
SN
N
ST
T
+10 °C bis +32 °C
+16 °C bis +32 °C
+18 °C bis +38 °C
+18 °C bis +43 °C
Een goede werking van het toestel is
gewaarborgd tot een onderste omge
-
vingstemperatuur van +5 °C.
30
-
^
Nivelleer het toestel met de
regelvoetjes en de bijbehorende
steeksleutel.
De deurscharnieren verwisselen
Uw toestel wordt geleverd met de
scharnieren rechts. Wenst u ze links,
dan gaat u als volgt te werk:
Het deurhandvat afnemen:
Eerst moet u de zijdelingse delen van
het handvat losmaken:
^ Indien u aan het handvat a trekt,
schuift het zijdelingse deel b ervan
naar achter. Er ontstaat een spleet d
tussen het handvatgedeelte b en het
bevestigingsplaatje c van het handvat.
^
Zet nu een geschikt stomp voorwerp,
bv. een steel van een pollepel, in de
spleet d vast. Duw het handvat weer
zachtjes in de richting van de deur.
Zorg ervoor dat het voorwerp niet
wegglijdt en intussen het toestel be
schadigt.
Het zijdelingse deel b van het handvat
komt los.
-
Draai nu de 4 schroeven (Torx 15) in
^
het bevestigingsplaatje los en neem
het handvat af.
Maak de afdekplaatjes aan de an
^
dere kant los en plaats die op de vrij
gekomen gaatjes.
De toesteldeur van kant verwisselen:
Zet de toesteldeur open.
^
^
Wrik de sokkelplint a met een
schroevendraaier uit en zwenk de
plint langsvoren weg.
^
Wrik het afdekplaatje b met de
schroevendraaier los en doe de toe
steldeur weer dicht.
^
Draai de schroef c uit.
^
Trek het scharnier d met de schar
niertap e langs onder uit. Zwenk het
naar voren toe en neem het weg.
-
-
-
^
Trek het handvatgedeelte b uit de
geleiding.
31
De deurscharnieren verwisselen
Op de volgende afbeelding werd de
toesteldeur niet gesloten afgebeeld.
Zo ziet u beter wat er te doen valt.
^ Zet de toesteldeur open, kantel ze er
langs onder uit en neem ze af. Let op
het afstandsplaatje a.
^ Wrik de afdekplaatjes b met een
schroevendraaier vooraan uit.
^ Draai de bovenste scharniertap c
met de inbussleutel van de bijgeleverde dopsleutel uit. Draai er de tap
aan de andere kant in.
^
Plaats de afdekplaatjes b er langs
achter weer in en laat ze langs voren
op hun plaats vallen.
^
Wrik het afstandsstuk d met een
schroevendraaier af. Plaats het stuk
aan de andere kant.
^
Wrik de dop e uit het scharniergat in
de toesteldeur. Zet de dop aan de
andere kant.
^
Haak de toesteldeur in de scharnier
tap c (let op het afstandsplaatje a)
en doe de toesteldeur dicht.
^ Draai het scharnier b 180°. Trek de
scharniertap a uit en zet die er omgekeerd weer in.
^ Monteer de 2 delen in de scharnier-
steun f. Schuif daartoe de schar
niertap a door de scharniersteun f
in het scharnier b. Zwenk het schar
nier naar binnen, schuif het omhoog
en monteer het voorlopig met schroef
c.
^
Hang de toesteldeur met behulp van
het langwerpige gat in de scharnier
steun f waterpas ten opzichte van
de ommanteling van het toestel.
Draai daarna de schroef c stevig
aan.
^
Schuif de sokkelplint d weer op zijn
plaats. Duw ze er goed tegenaan tot
u een klik hoort.
-
-
-
32
De deurscharnieren verwisselen
Zet het afdekplaatje e, terwijl de toe
^
steldeur openstaat, vooraan in de
sokkelplint. Laat het achteraan vast
klikken.
Het handvat van de deur weer mon
teren:
Neem beslist de volgende instruc
ties voor het terugplaatsen van de
deurgreep in acht.
Wanneer de deurgreep verkeerd
wordt gemonteerd, wordt de deur
dichting beschadigd.
^
Maak de deurgreep met de beide
voorste schroeven b eerst losjes aan
de andere kant vast.
De bevestigingsplaat c moet zo tegen
het deurpaneel aanzitten, dat de plaat,
wanneer de deur gesloten is, evenwij
dig is aan de buitenwand van het appa
raat.
Is dat niet het geval, doe dan het vol
gende.
-
-
-
-
Draai de beide voorgemonteerde
^
hefstangetjes a er dan met de bijge
-
-
voegde inbussleutel in totdat de be
vestigingsplaat c de juiste hoek
heeft.
Draai alle vier de schroeven b stevig
^
aan.
Schuif het zijgedeelte van de deur
^
greep d vanaf de kant van het appa
raat in de geleiding van de bevesti
gingsplaat totdat het hoorbaar vast
klikt.
Let er beslist op dat het zijgedeelte
van de deurgreep d niet tegen de
deurdichting aankomt, wanneer de
deur opengaat.
Gebeurt dat wel, dan raakt de deurdichting op den duur beschadigd.
Als dat het geval is, doe dan het volgende.
^ Stel de bevestigingsplaat c nog-
maals via de hefstangetjes a, totdat
de bevestigingsplaat en het
zijgedeelte van de deurgreep d de
juiste hoek hebben en het zijgedeelte
van de deurgreep niet tegen de deur
dichting aankomt wanneer de deur
opengaat.
-
-
-
-
-
-
-
-
33
Het toestel inbouwen
600 mm brede toestellen kan u in elke
rij keukenkasten inbouwen. Om het toestel aan de hoogte van de keukenrij
aan te passen, kan u boven het toestel
een gepaste opzetkast a aanbrengen.
Blokkeer nooit de ventilatieope
ningen. Maak ze geregeld stofvrij.
In geval van montage tussen stan
daard-keukenkasten van maximum
580 mm diep kan u het toestel vlak
naast die keukenkasten opstellen. Zo
kan de toesteldeur makkelijk open en
dicht. De toesteldeur b komt opzij
34 mm en in het midden 51 mm naar
voren ten opzichte van de voorzijde van
de keukenkasten.
Stelt u het toestel langs de scharnier
zijde naast een wand op c, hou dan
tussen die wand c en het toestel b
een afstand van ca. 36 mm. Zo kan u
de deur met het handvat volledig
openzetten.
-
-
-
Voor de ventilatie voorziet u aan de
achterzijde van het toestel een min
stens 50 mm diep luchtkanaal over de
volledige breedte van de opzetkast.
Laat tussen het toestel of de kast ener
zijds en het plafond anderzijds een
spleet van minstens 40 mm. Zo kan de
warme lucht ongehinderd wegtrekken.
Anders moet de compressor meer
draaien en verhoogt het stroomver
bruik.
34
-
-
-
35
Wijzigingen voorbehouden / 3005
FN 4452 S, FN 4652 S, FN 4852 S
M.-Nr. 06 521 810 / 02
nl-BE
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.