diepvriezer
met NoFrost-systeem
FN 4692 S
FN 4892 S
Lees absoluut uw gebruiksaanwijzing
voor u het toestel installeert en in gebruikt neemt.
Zo zorgt u voor uw eigen veiligheid
en vermijdt u schade aan uw toestel.
a Controlelampje voor vergrendeling
b Toets Aan/Uit
c Temperatuuraanduiding
d Toetsen om de temperatuur in te stel
len (links: warmer; rechts: kouder)
e Superfrost-toets met controlelampje
f Toets "waarschuwingssignaal uit"
-
4
a Binnenverlichting
b NoFrost-inrichting
c Vriestablet
d Vriesladen met invrieskalender
e Markeersysteem diepvrieswaar
Beschrijving van het toestel
5
Beschrijving van het toestel
Mits toeslag verkrijgbaar
toebehoren
Miele|home
Het Miele|home -systeem biedt u de
kans om het even wanneer informatie
aan uw koelkast of diepvriezer op te
opvragen:Bij temperatuuralarm, stroom
onderbreking of een andere
foutaanduiding wordt de toestand
waarin het apparaat zich bevindt, met
een aan het Miele|home-systeem
doorgegeven.
Om van deze mogelijkheid gebruik te
kunnen maken, heeft u een
Miele|home-systeemtoestel nodig, bv.
Miele|home InfoControl. Dan dient u
uw koelkast of diepvriezer ook van de
communicatiemodule XKM 2000 KF te
laten voorzien.
Hoe u de Miele|home-communicatiemodule monteert en bij uw
Miele|home-systeemtoestel aanmelt,
vindt u op het blaadje dat bij de
Miele|home-communicatiemodule
wordt gevoegd.
-
-
Ook bij het Miele|home-systeemtoestel
vindt u een aparte gebruiksaanwijzing.
6
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu
Recycleerbare verpakking
De verpakking behoedt het toestel voor
transportschade. Er werd materiaal ge
kozen, dat door het milieu wordt verdra
gen en opnieuw kan worden benut.
Door de verpakking weer in kringloop
te brengen, wordt er grondstof ge
spaard en verkleint de afvalberg. Geef
deze stoffen dus niet met het gewone
vuilnis mee. Breng ze liever naar het
dichtstbijzijnde gemeentelijk container
park. Waar u dat vindt, komt u zeker bij
uw gemeentebestuur aan de weet.
-
Berging van uw oud toestel
Bij de aankoop van uw nieuw toestel
heeft u een bijdrage betaald. Die wordt
volledig gebruikt voor de toekomstige
recyclage van dat toestel. Dat bevat
trouwens nog waardevol materiaal.
Door te recycleren wordt er dan ook
minder verspild en vervuild.
Als u vragen heeft omtrent het af
danken van uw oud toestel, neem dan
contact op met
de handelaar bij wie u het kocht
–
of
– de firma Recupel,
telefoon 02 706 86 10,
website: www.recupel.be
of
– uw gemeentebestuur als u uw toestel
naar een containerpark brengt.
Zorg ervoor dat de buisleidingen van
de compressor geen schade oplopen
voordat het toestel terdege wordt
geborgen. Zo vermijdt u dat er koelmid
del uit het koelcircuit of olie uit de com
pressor in het milieu terechtkomt.
-
-
-
Zorg er ook voor dat het toestel kinder
veilig wordt bewaard voor u het laat
wegbrengen.
Hou bij het afdanken van uw oud toe
stel ook rekening met de gelijknamige
rubriek in de "Opmerkingen omtrent uw
veiligheid".
-
-
7
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Technische veiligheid
Dit toestel voldoet aan de voorge
schreven veiligheidsvoorschriften.
Bij ondeskundig gebruik kan de ge
bruiker gevaar lopen en het toestel
beschadigd worden.
Lees aandachtig uw gebruiksaanwij
zing voor u het toestel in gebruik
neemt. U vindt er belangrijke opmer
kingen omtrent het inbouwen, de
veiligheid, het gebruik en het onder
houd van het toestel. Zo beschermt
u zichzelf en vermijdt u schade aan
het apparaat.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing
zorgvuldig. Geef ze door aan wie
het toestel achteraf gebruikt.
Het toestel juist gebruiken
Gebruik dit toestel uitsluitend in het
huishouden. Het dient enkel om
diepvriesproducten te bewaren, verse
levensmiddelen in te vriezen en consumptie-ijs te bereiden.
Alle andere toepassingen zijn ongeoor
loofd en misschien ook wel gevaarlijk.
De fabrikant kan niet aansprakelijk zijn
voor schade die werd veroorzaakt door
dat het toestel niet correct gebruikt of
verkeerd bediend werd.
-
-
-
-
-
-
-
Dit toestel bevat het koelmiddel
isobutaan R600a. Dat is een na
tuurlijk gas dat heel weinig milieubelas
tend is. Het is evenwel brandbaar. Het
brengt echter geen schade toe aan de
ozonlaag. Het vergroot evenmin het
broeikaseffect.
Door dit milieuvriendelijk koelmiddel toe
te passen maakt het toestel wel iets
meer lawaai. Naast het geluid dat de
compressor maakt, kan er in heel het
koelcircuit lawaai optreden. Deze ge
volgen zijn jammer genoeg niet te ver
mijden. Ze beïnvloeden echter niet het
vermogen van het toestel.
Bij het transport en opstellen van het
toestel dient u ervoor te zorgen dat er
geen onderdelen van het koelmiddelcircuit worden beschadigd. Wegspattend
koelmiddel kan oogletsels veroorzaken!
Is er toch schade opgetreden,
- vermijd dan open vuur of vonken,
- trek de stekker uit het stopcontact,
- laat het vertrek waar het toestel staat,
enkele minuten doorluchten
- en verwittig de Technische Dienst.
Hoe meer koelmiddel het toestel
bevat, hoe groter het vertrek moet
zijn, waar het opgesteld wordt. Treedt
er eventueel een lek op, dan kan er in
te kleine vertrekken een brandbaar
gas-luchtmengsel worden gevormd.
Per 8 g koelmiddel dient het vertrek
minstens 1 m
koelmiddel het toestel bevat, vindt u op
het typeplaatje aan de binnenzijde.
3
ruim te zijn. Hoeveel
-
-
-
-
8
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Vergelijk voor het aansluiten van
het toestel beslist de aansluitgege
vens op het typeplaatje met de gege
vens van uw huisinstallatie. Het gaat
hier over de spanning en de frequentie.
Deze gegevens moeten absoluut over
eenstemmen om schade aan uw toestel
te vermijden. Vraag bij twijfel inlich
tingen aan uw installateur.
De elektrische veiligheid van dit
toestel wordt enkel gewaarborgd
indien het op een aardsysteem is aan
gesloten, dat volgens de voorschriften
werd geïnstalleerd. Het is heel belang
rijk dat deze fundamentele veiligheidsvoorziening voorhanden is. Laat uw installatie bij twijfel door een vakman
nakijken.
De fabrikant kan niet aansprakelijk zijn
voor schade die werd veroorzaakt doordat de aardleiding onderbroken was of
gewoon ontbrak. Er zijn dan ook elektrische schokken mogelijk.
Het toestel kan enkel veilig werken
indien u het volgens de gebruiks
aanwijzing monteert en aansluit.
-
-
-
-
-
-
Installatiewerk en herstellingen
-
mag u enkel door erkende vak
mensen laten uitvoeren.
Door ondeskundige installaties of repa
raties kunnen er niet te onderschatten
risico's opduiken voor wie het toestel
gebruikt. Daarvoor is de fabrikant niet
aansprakelijk.
Het toestel is pas stroomloos in
dien aan een van de volgende
voorwaarden is voldaan:
u hebt de stekker van het toestel uit
–
het stopcontact getrokken.
Trek niet aan het snoer, wel aan de
stekker om het toestel stroomloos te
maken.
– u hebt de smeltveiligheden van de
huisinstallatie uitgeschakeld.
Gebruik om het toestel op het
stroomnet aan te sluiten, geen verlengsnoeren. Die waarborgen niet de
nodige veiligheid. Er is risico op oververhitting.
-
-
-
Indien u dit toestel niet op een vas
te plaats inbouwt en monteert, bv.
op een schip, laat dit karwei dan enkel
uitvoeren door vakmensen. Die moeten
ervoor zorgen dat u het toestel veilig
kan gebruiken.
-
9
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Gebruik
Raak de diepvrieswaar niet met
natte handen aan. Uw handen kun
nen eraan vastvriezen. U kan kwetsuren
oplopen!
Steek ijsblokjes en frisco's, vooral
ijslolly's, nooit meteen in de mond
nadat u die uit de diepvriezer hebt ge
nomen. Door de zeer lage temperatuur
kunnen uw lippen of uw tong vastvrie
zen. U kan letsels oplopen!
Vries gedeeltelijk of volledig ont
dooide levensmiddelen niet terug
in. Verbruik die zo vlug mogelijk.
Die levensmiddelen boeten immers aan
voedingswaarde in en bederven. Zo u
ze kookt of braadt, kan u die levensmiddelen wel opnieuw invriezen.
Bewaar in uw toestel geen explo-
sieve stoffen noch producten met
brandbaar drijfgas (bv. spraybussen).
Zodra de thermostaat inschakelt, kunnen er dan vonken ontstaan. Die kunnen bepaalde vonkgevoelige menge
lingen doen ontploffen.
Bewaar in uw diepvriezer geen
blikjes of flessen met koolzuurhou
dende drank of met vloeistof die kan
bevriezen. De blikjes of flessen kunnen
stukspringen. U kan letsels oplopen en
er is risico op schade!
Neem flessen die u in de diepvrie
zer legt om snel te koelen, uiterlijk
na een uur weer uit. De flessen kunnen
stukspringen. Er is risico's op lichame
lijk letsel en op schade!
-
-
-
-
-
-
-
Zo u te lang bewaarde levensmid
delen eet, loopt u het risico van
voedselvergiftiging.
De bewaarduur hangt van heel wat fac
toren af. Onder meer van de mate
waarin de levensmiddelen vers en de
gelijk zijn, maar ook van de bewaartem
peratuur. Hou de bewaartips en de op
gegeven bewaarduur van de voedsel
fabrikanten in acht!
Gebruik geen spitse noch scherpe
voorwerpen om
rijm- en ijslagen te verwijderen,
–
– aangevroren ijsblokjesschalen en
diepvrieswaar los te maken.
Zo beschadigt u de vriesplaten en raakt
het toestel volledig defect.
Zet nooit elektrische verwarmings-
apparaten en kaarsen in het toestel.
Anders loopt de kunststof schade op.
Gebruik nooit ontdooisprays of
ijsverwijderende middelen.
Die kunnen explosieve gassen vormen,
die oplosmiddel of drijfgas bevatten of
uw gezondheid kunnen schaden.
Behandel de deurdichting nooit
met olie of vet.
Anders wordt die op de duur poreus.
Dek de ventilatieroosters van het
toestel niet af.
Anders is er geen onberispelijke lucht
toevoer meer gewaarborgd. Het
stroomverbruik stijgt en er kan schade
optreden aan bepaalde onderdelen.
-
-
-
-
-
-
-
10
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Dit toestel is geschikt voor een be
paalde klimaatklasse of categorie
van omgevingstemperatuur. Die tempe
ratuur dient binnen zekere grenzen te
blijven. De klimaatklasse vindt u terug
op het typeplaatje binnen in het toestel.
Door te lage kamertemperaturen blijft
de compressor te lang stilstaan. Daar
door kan het toestel de noodzakelijke
temperatuur niet bieden.
Gebruik om uw toestel te ontdooien
en schoon te maken in geen geval
hogedrukreinigers.
De vloeistof kan onderdelen aanraken,
die onder spanning staan. Zo kan er
kortsluiting optreden.
-
Uw oud toestel afdanken
-
-
Verniel het slot van uw oude koel
kast of diepvriezer wanneer u die
buiten gebruik stelt. Zo vermijdt u dat
spelende kinderen zich in het toestel
opsluiten en in levensgevaar komen.
Maak oude toestellen onbruikbaar.
Trek de stekker uit het stopcontact
en knip het aansluitsnoer door.
Zorg dat u geen onderdelen van
het koelcircuit beschadigt, b.v.
door:
de koelmiddelkanaaltjes van de ver
–
damper open te steken,
– de buisleidingen af te knikken of
– oppervlakbekledingen af te krabben.
Wegspuitend koelmiddel kan oogletsels
tot gevolg hebben.
De fabrikant is niet aansprakelijk
voor schade die werd veroorzaakt
doordat de veiligheidsbepalingen en
waarschuwingen niet in acht werden
genomen.
-
-
11
Hoe spaart u stroom?
normaal stroomverbruikhoger stroomverbruik
Opstellenin een geventileerd vertrekin een gesloten, niet te ventileren
niet rechtstreeks door de zon
beschenen
niet naast een warmtebron (radia
tor, fornuis)
bij een ideale omgevingstempera
tuur van ca. 20 °C
Temperatuurinstelling
thermostaat met getallen
(regeling in stappen)
Temperatuurinstelling
thermostaat "tot op de
graad nauwkeurig"
(digitale aanduiding)
Gebruikdoe de toesteldeur enkel even
Ontdooienlaat het vriesvak ontdooien als de
bij een gemiddelde stand van de
knop van 2 tot 3.
keldervak van 8 tot 12 °C
koelvak van 4 tot 5 °C
PerfectFresh-zone om en bij de
0 °C
vriesvak -18 °C
open als dat nodig is
de levensmiddelen goed sorteren
voor u ze in het toestel plaatst
warme spijs en drank eerst buiten
het toestel laten afkoelen
zet de levensmiddelen degelijk
verpakt of goed afgedekt in het
toestel
leg diepvrieswaar om te ontdooien
in de koelruimte
leg of zet niet te veel levensmid
delen in de zones of vakken; zo
kan de lucht circuleren
ijslaag een paar centimeter dik is
geworden
vertrek
wel rechtstreeks door de zon
beschenen
wel naast een warmtebron (radia
tor, fornius)
bij een hoge omgevingstempera
tuur
bij een hoge stand van de knop:
hoe lager de temperatuur in het
toestel, hoe hoger het stroomver
bruik!
Let op! Bij toestellen met winter
schakeling zet u de schakelaar bij
omgevingstemperaturen hoger
dan 16 °C uit!
als u de toesteldeur vaak en lang
openzet = koudeverlies
wanorde = lang zoeken zodat de
toesteldeur lang open blijft
warme spijzen in het toestel doen
de compressor langer draaien om
de temperatuur te doen zakken
als vloeistof in de koelruimte ver
dampt en condenseert, veroor
zaakt dat koudeverlies
-
door een ijslaag wordt de koude
slechter aan de levensmiddelen
afgegeven en stijgt het stroomver
bruik
-
-
-
-
-
-
-
12
Het toestel in- en uitschakelen
Voor het eerste gebruik
Maak de binnenruimte en het toebe
^
horen schoon. Gebruik daar lauw wa
ter voor en wrijf daarna alles met een
doek droog.
Laat het toestel na het transport
zowat een (half) uur staan voor u het
aansluit. Dat is van groot belang
voor de goede werking achteraf!
Het toestel inschakelen
^ Druk op de toets aan/uit.
Het temperatuurdisplay wordt verlicht
en het toestel begint te koelen.
Opdat de temperatuur laag genoeg
daalt, laat u het toestel bij voorkeur enkele uren ingeschakeld voor u er voor
het eerst eetwaar in plaatst.
Vergrendeling
Met de vergrendeling kan u het toestel
tegen ongewenst uitschakelen beveili
gen.
De vergrendeling in-/uitschakelen
Hou de toets voor Superfrost ca.
^
5 seconden lang ingedrukt.
Het controlelampje van de Superfrosttoets knippert en in het temperatuurdisplay knippert een
^ Druk opnieuw op de Superfrost-toets.
In het display wordt een
^ Door op de regeltoetsen voor de tem-
Leg de koudeaccu in de bovenste
vrieslade of op het invriestablet. Daar
neemt hij niet veel plaats in beslag. Na
ca. 24 uur kan de koudeaccu zijn maxi
mumkoelvermogen leveren.
Het toestel uitschakelen
^
Druk op de toets aan/uit tot het tem
peratuurdisplay uitgaat.
De koeling is nu uitgeschakeld. Is dat
niet het geval, dan was de vergrende
ling ingeschakeld!
^
Druk op de Superfrost-toets om deze
instelling op te slaan.
Zo u de vergrendeling heeft ingescha
keld, wordt het overeenkomstige con
trolelampje
-
^
Sluit de instelling af door op de toets
aan/uit voor de vrieszone te drukken.
Na ca. 2 minuten schakelt de elektroni
ca over op normale werking.
-
-
X verlicht.
-
-
-
13
Het toestel in- en uitschakelen
Bij langdurige afwezigheid
Zo u het toestel lange tijd niet gebruikt:
schakel het toestel uit,
^
trek de stekker uit het stopcontact,
^
maak het toestel schoon en
^
laat de toesteldeur op een kier om
^
reukhinder tegen te gaan.
Werd het toestel bij langdurige afwe
zigheid uitgeschakeld, maar niet
schoongemaakt? In zo'n geval is er
risico van schimmelvorming zo de
toesteldeur gesloten blijft.
-
14
De juiste temperatuur
Voor het bewaren van levensmiddelen
is het van groot belang de juiste tempe
ratuur in te stellen. Door micro-organis
men bederft eetwaar namelijk gauw.
Door een juiste bewaartemperatuur kan
dat proces evenwel worden vermeden
of vertraagd. De temperatuur heeft een
invloed op de snelheid waarmee micro
organismen aangroeien. Hoe lager de
temperatuur, hoe trager dat proces.
Om verse levensmiddelen in te vriezen
en eetwaar lange tijd te bewaren, is er
een temperatuur van -18 °C nodig. Bij
deze temperatuur wordt de aangroei
van micro-organismen verregaand
stopgezet. Zodra de temperatuur boven de -10 °C stijgt, wordt de diepvrieswaar door de micro-organismen aangetast en kan die niet meer zo lang worden bewaard. Daarom mag u gedeeltelijk of volledig ontdooide spijzen pas
weer invriezen nadat u ze gekookt of
gebraden hebt. Door de hoge temperatuur worden de meeste micro-organismen immers vernietigd.
De temperatuur in het toestel loopt op
naarmate
–
u de toesteldeur vaker opent en
langer laat openstaan,
–
u meer eetwaar in het toestel be
waart,
–
u meer verse levensmiddelen in
vriest,
–
de omgevingstemperatuur hoger ligt.
Dit toestel is geschikt voor een be
paalde klimaatklasse of categorie
van omgevingstemperatuur. Die tem
peratuur dient binnen zekere gren
zen te blijven.
-
-
-
-
De temperatuur instellen
De temperatuur in de vrieszone kan u
met de 2 toetsen onder het tempera
tuurdisplay instellen.
Zo u drukt op de
-
linkertoets: stijgt de temperatuur,
rechtertoets:daalt de temperatuur.
Tijdens het instellen wordt de inge
stelde temperatuur knipperend aange
duid.
Terwijl u op de toetsen drukt, ziet u het
volgende:
– Als u er de eerste keer op drukt,
wordt de temperatuur die u hetlaatst wenste, knipperend aangeduid.
– Telkens als u er weer op drukt, veran-
dert de aangeduide temperatuur in
stappen van 1 °C.
–
Houdt u de toets ingedrukt, dan ver
andert de temperatuuraanduiding
voortdurend.
Zowat 5 seconden na de laatste druk
op de toets wordt in het temperatuur
display automatisch de werkelijke tem
peratuur aangeduid, die op dat ogen
blik in de vrieszone heerst.
-
-
-
-
-
-
-
-
15
De juiste temperatuur
Indien u de temperatuur anders instelt,
controleer het display dan na ca. 6 uur
bij een weinig gevuld toestel en na
ca. 24 uur bij een vol toestel.
Pas dan is de echte temperatuur in het
toestel bereikt. Ligt de temperatuur na
deze tijd nog te laag of te hoog, stel
hem dan opnieuw in.
Mogelijke temperatuurregelingen
De temperatuur kan u instellen van -14
tot -28 °C.
Dat de laagste temperatuur wordt be
reikt, hangt af van de plaats waar het
toestel opgesteld is en van de omgevingstemperatuur. Ligt de omgevingstemperatuur hoog, dan is het niet zeker
dat de laagste temperatuur in het toestel wordt bereikt.
-
Temperatuurdisplay
Op het bedieningspaneel wordt bij normale werking de temperatuur van de
warmste plek in het toestel aangeduid.
Ligt die temperatuur niet onder de 0 °C,
dan knipperen in het temperatuurdis
play enkel streepjes.
-
Over dit kortstondig koudeverlies hoeft
u zich geen zorgen te maken indien het
ontstaat doordat
de deur van het toestel eens wat
–
langer open blijft, bv. bij het uitne
men of plaatsen van heel wat levens
middelen,
er verse eetwaar wordt ingevroren.
–
Ligt de temperatuur langere tijd boven
de -18 °C, kijk dan eens na of de diep
vrieswaar niet gedeeltelijk of volledig
ontdooid is. In zo'n geval dient u deze
spijzen zo gauw mogelijk te verbruiken!
De helderheid van de
temperatuuraanduiding
De temperatuuraanduiding is bij de levering van het toestel op weinig helder
ingesteld. Zodra u de toesteldeur
opent, een instelling wijzigt of indien er
een alarmsituatie optreedt, wordt de
aanduiding ca. 1 minuut heel helder
verlicht.
U kan die helderheid anders regelen:
-
-
-
Het temperatuurdisplay knippert als
–
u een andere temperatuur heeft inge
steld,
–
de temperatuur in het toestel ver
schillende graden gestegen is; dit
wijst dus op koudeverlies.
16
-
^
Hou de Superfrost-toets ca. 5 secon
den lang ingedrukt.
Het controlelampje van de Superfrosttoets knippert en in het temperatuurdis
play knippert een
;.
-
-
Druk zo vaak op een van de instel
^
toetsen voor de temperatuur tot
het display wordt aangeduid.
Druk opnieuw op de Superfrost-toets.
^
De juiste temperatuur
-
^ in
In het display wordt een
Door op de temperatuurtoetsen te
^
drukken kan u de helderheid van het
display aanpassen. U kan kiezen tus
sen de standen van 1 tot 5:
1: weinig helder,
5: heel erg helder.
Druk op de Superfrost-toets om de
^
instelling op te slaan.
^ Sluit de instelling af door op de toets
aan/uit voor de vrieszone te drukken.
Na ca. 2 minuten schakelt de elektronica weer over op normale werking.
^ verlicht.
-
17
Waarschuwingssignaal
Dit toestel is uitgerust met een waar
schuwingssysteem. Daarmee kan de
temperatuur in de diepvriezer niet on
gemerkt stijgen. Zo vermijdt u boven
dien stroomverspilling indien de toestel
deur bleef openstaan.
-
-
-
Temperatuuralarm
Wordt het te warm, dan weerklinkt er
een waarschuwingssignaal. Meteen
gaat ook de temperatuuraanduiding
knipperen. Wanneer het toestel een
temperatuur als te warm "aanvoelt",
hangt af van de ingestelde tempera
tuur.
Deze signalen zijn telkens zichtbaar en
hoorbaar wanneer
– u de toesteldeur langere tijd opent,
bv. om er diepvrieswaar in te leggen,
te verplaatsen of uit te nemen.
– u een grote hoeveelheid levensmid-
delen vers invriest.
– de stroom langere tijd onderbroken
was.
-
Deuralarm
Het waarschuwingssysteem
inschakelen
Het waarschuwingssysteem is altijd au
tomatisch klaar om te functioneren. U
-
hoeft het niet extra in te schakelen.
Het waarschuwingssignaal
voortijdig uitschakelen
Zodra de ingestelde temperatuur in de
diepvriezer is bereikt, wordt het signaal
gedoofd. De temperatuuraanduiding
knippert dan niet meer. Die wordt dan
gewoon verlicht. Stoort het signaal u,
dan kan u dat voortijdig uitzetten.
^ Druk op de toets voor het waarschu-
wingssignaal.
Het signaal verstomt. De temperatuuraanduiding knippert verder tot de
alarmtoestand afgelopen is. Daarna
blijft die voortdurend verlicht. Zo is
het waarschuwingssysteem weer
klaar om te werken.
-
Zodra u de toesteldeur langer dan
60 seconden laat openstaan, weerklinkt
het waarschuwingssignaal.
18
Superfrost
Verse eetwaar invriezen
Verse eetwaar dient u zo snel mogelijk
tot in de kern te laten invriezen. Zo blij
ven de voedingswaarde, de vitaminen,
het uitzicht en de smaak bewaard.
Hoe trager de levensmiddelen ingevro
ren worden, hoe meer vloeistof er uit
elke cel in de tussenruimte terechtkomt.
De cellen krimpen.
Bij het ontdooien kan er maar een deel
van die vloeistof naar de cellen terug.
In de praktijk betekent dit dat er in de
levensmiddelen veel sap verlorengaat.
Bij het ontdooien valt dat te merken aan
de grote plas rond de eetwaar.
Werd de eetwaar snel ingevroren, dan
krijgt de celvloeistof minder tijd om in
de tussenruimte weg te vloeien. De cellen krimpen heel wat minder.
Bij het ontdooien kan die eerder geringe hoeveelheid vloeistof die in de
tussenruimte terecht is gekomen, naar
de cellen terug. Er ging dus heel weinig
sap verloren. Er wordt maar een kleine
plas gevormd!
Superfrost-functie
Om verse eetwaar heel efficiënt in te
vriezen dient u van tevoren de functie
Superfrost in te schakelen.
Uitzonderingen:
Indien u reeds ingevoren levensmid
–
-
-
delen in de diepvriezer legt.
Indien u elke dag maar hoogstens 2
–
kg invriest.
Superfrost inschakelen
Schakel de functie Superfrost in
^
4 à 6 uur voor u levensmiddelen
plaatst.
Wenst u het hoogste invriesvermo
^
gen te benutten, schakel dan de Su
perfrost 24 uur van tevoren in!
^ Druk op de toets Superfrost.
Het controlelampje Superfrost gaat aan.
De temperatuur in het toestel daalt daar
het met het hoogste invriesvermogen
werkt.
Superfrost uitschakelen
Nadat u eetwaar in het toestel hebt ge
plaatst, wordt Superfrost automatisch
uitgeschakeld na ca. 30 à 60 uur. Het
controlelampje gaat uit en het toestel
werkt weer met zijn normale, stroombe
sparende koelcapaciteit.
-
-
-
-
-
19
Diepvries bewaren en levensmiddelen invriezen
Maximum-invriesvermogen
Om levensmiddelen zo gauw mogelijk
tot in de kern te laten invriezen, mag
het maximum-invriesvermogen niet
overschreden worden. Hoeveel dat be
draagt, vindt u op het typeplaatje: "in
vriesvermogen ... kg/24 h".
-
De isolatieplaat gebruiken
(volgens het model; mits toeslag ver
krijgbaar)
Voor dit toestel is een isolatieplaat voor
zien. Daarmee kan u de vriesladen die
u niet nodig heeft, "uitschakelen" of isoleren. Zo spaart u stroom. Gebruik de
isolatieplaat indien u maar weinig diepvrieswaar in het toestel bewaart.
De isolatieplaat uitnemen
-
Zeker weten:
Er zijn minstens 2 vriesladen vereist
–
om te vriezen. Al de andere laden
kan u "uitschakelen" of isoleren zo u
-
dat wenst.
De laden die overblijven om in te
–
vriezen, dienen zich bovenaan te be
vinden.
U schuift de isolatieplaat onder de
–
laatste lade waarin u invriest.
Hoe minder laden u laat koelen, hoe
–
-
minder stroom er wordt verbruikt.
Door deze plaat te gebruiken, spaart
u merkelijk stroom!
Leg in de "uitgeschakelde" laden
geen levensmiddelen. Er kunnen immers grote, ongecontroleerde temperatuurschommelingen optreden.
Daardoor kunnen de levensmiddelen aan verderf onderhevig zijn.
Voorbeeld
-
^
Druk op de blokkeerstrook in het mid
den van de plaat. Trek nu de plaat
langs voren uit.
20
U heeft 2 vriesladen om uw diepvries
waar te bewaren.
^
Leg de diepvrieswaar in de 2 boven
ste laden. Al de andere laden zijn
leeg.
-
^
Neem de 3de lade uit en schuif de
isolatieplaat onder de 2de lade.
De resterende onderste laden wor
den nu "uitgeschakeld " of geïso
leerd.
-
-
-
-
Diepvries bewaren en levensmiddelen invriezen
Diepvrieswaar bewaren
Zo u kant-en-klare diepvrieswaar in het
toestel legt, controleer dan reeds bij de
aanschaf
of de verpakking niet beschadigd is,
–
tot wanneer het product houdbaar is
–
en hoe laag de koeltemperatuur in
–
de winkeltoog is. Ligt die hoger dan
-18 °C, dan is de diepvrieswaar niet
zo lang houdbaar.
Koop uw diepvrieswaar op het einde
^
van uw boodschappen. Bewaar hem
in krantenpapier of in een koeltas.
^ Leg de gekochte diepvrieswaar met-
een in uw toestel.
Vries gedeeltelijk of volledig ontdooide levensmiddelen niet terug in.
Zo u ze kookt of braadt, kan u levensmiddelen wel opnieuw invriezen.
Zelf levensmiddelen invriezen
Gebruik enkel verse en onberispelijke
levensmiddelen om in te vriezen!
Hou hiermee rekening bij het
invriezen:
Zijn geschikt om in te vriezen:
–
vers vlees, gevogelte, wild, vis,
groente, kruiden, rauw fruit, zuivel,
gebak, spijsresten, eigeel, eiwit en
heel wat kant- en klaargerechten.
Niet geschikt om in te vriezen:
–
druiven, kropsla, radijsjes, ramme
nas, zure room, mayonaise, eieren in
hun schaal, uien, ongeschilde rauwe
appelen en peren.
– Om kleur, smaak, aroma en vitami-
nen C te bewaren, dient u fruit en
groente voor het invriezen te blancheren. Doe de groente per portie 2
à 3 minuten in kokend water. Daarna
uitnemen en vlug in koud water afkoelen. Laat de groente uitlekken.
-
–
Mager vlees is beter geschikt om in
te vriezen dan vet. Het kan trouwens
veel langer worden bewaard.
–
Leg tussen koteletten, biefstuk,
vleeslapjes e.d. telkens plastic folie.
Zo vermijdt u dat porties aaneenvrie
zen.
–
Rauwe levensmiddelen en geblan
cheerde groente mag u voor het in
vriezen niet kruiden of zouten. Klaar
gemaakte spijzen kruidt of zout u
maar lichtjes. Sommige kruiden ver
anderen immers van smaakintensiteit
bij het invriezen.
-
-
-
-
-
21
Diepvries bewaren en levensmiddelen invriezen
Laat warme spijs en drank eerst bui
–
ten het toestel afkoelen. Anders
wordt reeds ingevroren eetwaar even
ontdooid. Dit leidt bovendien tot een
hoger stroomverbruik.
Verpakken
Vries de eetwaar per portie in.
^
Geschikte verpakking
- kunststoffolie
- zakjes van polyethyleen
- aluminiumfolie
- diepvriesdozen
Ongeschikte verpakking
- inpakpapier
- perkamentpapier
- cellofaan
- vuilniszakken
- gebruikte boodschapzakjes
^ Druk de lucht uit de verpakking.
^ Sluit de verpakking af met
- elastiekjes,
- kunststofklemmen,
- touwtjes of
- koudebestendige plakband.
Voor u de diepvrieswaar schikt
Zo u meer dan 2 kg verse levensmid
delen invriest, schakel dan op voor
hand de functie Superfrost in. Zie ru
briek "Superfrost-functie".
Diepvrieswaar schikken
U kan overal in de diepvriezer levens
middelen laten invriezen. U kan ook de
vriesladen uitnemen en de eetwaar
rechtstreeks op de vriesplaten leggen.
Elke vrieslade en vriesplaat kan
hoogstens 25 kg dragen!
Zo u de laden uitneemt, zorg er dan
voor dat de ventilatorspleten tegen
de achterwand niet afgedekt worden. Die zijn van belang voor de onberispelijke werking van het toestel!
^ Leg de levensmiddelen op hun brede
zijde op de bodem van de vrieslade
of op de vriesplaat. Zo raken ze zo
vlug mogelijk tot in de kern bevroren.
^
Leg de pakjes er droog in. Anders
vriezen ze aan elkaar.
-
-
-
-
Polyethyleen zakjes kan u ook met
een lastoestel dichtmaken.
^
Plak op de verpakking een etiket met
inhoud en invriesdatum erop.
22
Levensmiddelen die u er pas inlegt,
mogen niet in aanraking komen met
reeds ingevroren eetwaar. Anders
gaat die lichtjes ontdooien.
Diepvries bewaren en levensmiddelen invriezen
Om omvangrijke diepvrieswaar in te
vriezen als bv. kalkoen of wild, kan u de
plaat tussen de 3de en 4de lade uitne
men:
Neem de 3de bovenste lade uit.
^
^ Druk het haakje achteraan onder de
vriesplaat omlaag a en trek de plaat
naar voren uit b.
Om de plaat terug te zetten, duwt u ze
naar achteren tot u een klik hoort.
Invrieskalender
Op de invrieskalender op de vrieslade
ziet u hoe lang u verschillende soorten
vers ingevroren eetwaar kan bewaren.
Bij gekochte diepvrieswaar vindt u de
bewaarduur op de verpakking terug.
Markering diepvrieswaar
Om u eraan te herinneren hoelang u de
diepvrieswaar mag bewaren, is het toe
stel van een markeersysteem voorzien.
Bij elke vrieslade horen twee ruitertjes
met een wieltje. Op dat wieltje zijn de
maanden aangegeven van 1 tot 12.
-
Schuif het ruitertje van aan de rand
^
van de lade over de rail.
Met het ruitertje duidt u de soort eetwaar aan. Met het wieltje de maand
waarin u de eetwaar invroor.
Diepvries ontdooien
Diepvries kan u ontdooien
– in uw microgolfoven,
– in uw oven met de verwarmingssoort
Hete lucht of Ontdooien,
–
op kamertemperatuur,
–
in uw koelkast,
–
in uw stoomoven.
Platte stukken vlees en vis kan u in
een hete pan doen zodra ze lichtjes
ontdooid zijn.
-
Fruit kan u op kamertemperatuur zowel
in de verpakking als in een schotel met
deksel ontdooien.
23
Diepvries bewaren en levensmiddelen invriezen
Ingevroren groente kan u in kokend
water doen of in heet vet stoven. De
kooktijd valt dan wat korter uit dan bij
verse groente.
Vries gedeeltelijk of volledig ont
dooide levensmiddelen niet terug in.
Zo u ze kookt of braadt, kan dat wel.
-
IJsblokjes maken
^ Druk de sluitbout naar onder en vul
de ijsblokjesschaal met water. Het
overtollige water loopt via de afvoeropening over.
^ Druk de sluitbout nu naar boven om
het schaaltje af te sluiten. Zet het
schaaltje op de bodem van een
vrieslade.
^
Gebruik om de vastgevroren ijs
schaal los te maken een stomp voor
werp, b.v. een lepelsteel.
^
De ijsblokjes komen vlotter los uit de
schaal als u die even onder stromend
water houdt.
-
Drank snel koelen
Als u flessen met drank snel koelt, haal
die dan uiterlijk na 1 uur weer uit de
vrieslade. Anders springen ze stuk!
Het vriestablet gebruiken
(volgens het model)
Op het vriestablet kan u bessen,
kruiden, groente en andere kleine le
vensmiddelen behoedzaam invriezen.
De diepvrieswaar behoudt grotendeels
zijn vorm. De afzonderlijke stukken vrie
zen ook niet aaneen.
^ Leg de in te vriezen levensmiddelen
losjes op het vriestablet.
Laat de diepvrieswaar 10 à 12 uur
doorvriezen. Doe hem dan in een diep
vrieszakje of -recipiënt en leg die daar
na in een van de vriesladen.
-
-
-
-
24
Diepvries bewaren en levensmiddelen invriezen
Koudeaccu
Hiermee vermijdt u dat de temperatuur
in de diepvriezer bij een stroomonder
breking te snel stijgt.
Leg de koudeaccu in de bovenste lade
direct op de diepvrieswaar. Ofwel op
het vriestablet. Na ca. 24 uur leveren
de accus hun maximum-koelvermogen.
Bij een stroomonderbreking legt u de
koudeaccu direct op de diepvrieswaar
in de bovenste vrieslade. Zo duurt de
bewaartijd het langst.
-
Als u verse levensmiddelen plaatst, be
nut dan de koudeaccu als scheiding
tussen reeds ingevroren en verse levensmiddelen. Zo gaat de diepvrieswaar niet lichtjes ontdooien.
In een koelbox houden koudeaccu's
spijs en drank voor korte tijd koel.
-
25
Ontdooien
Uw toestel is uitgerust met een
"No-frost"-systeem. Daarmee ontdooit
het toestel automatisch.
Het vocht slaat neer tegen de verdam
per. Het wordt af en toe automatisch
ontdooid en verdampt.
Door dit automatische ontdooiproces
blijft de vriesruimte steeds vrij van ijs.
De levensmiddelen worden door dit
speciale systeem niet ontdooid, zelfs
niet lichtjes!
-
26
Gebruik nooit reinigingsmiddel met
zand, schurend middel, soda of
zuur, noch chemisch oplosmiddel.
Ongeschikt zijn ook zogenaamde
"schuurmiddelvrije" schuurmiddelen.
Die doen matte plekken opduiken.
Let erop dat er geen water terecht
komt in de elektronische bediening
noch in de ventilatieroosters.
Gebruik nooit hogedrukreinigers. De
vloeistof kan toestelonderdelen aan
raken, die onder spanning staan. Er
kan dan kortsluiting optreden.
Het typeplaatje binnen in het toestel
mag u niet verwijderen. Bij een
eventuele storing heeft de Technische Dienst dat nodig!
-
Schoonmaken
Handvat
Aluminium is een levendig materiaal.
Door gezichtshoek, lichtinval en omge
ving wordt het weerkaatsend effect be
paald en meteen ook de esthetiek.
Het handvat met aluminium uitzicht
kan verkleuren of veranderen indien
vuil er lang op inwerkt. Verwijder vuil
dus meteen.
Het handvat is gevoelig aan krassen en
kerven.
Behalve de hierboven vermelde reini
gingsmiddelen dient u ook nog te vermijden
– reinigingsmiddel voor roestvrij staal,
– kalkoplossend reinigingsmiddel,
– reinigingsmiddel dat chloride bevat,
-
-
-
^ Schakel het toestel nu uit, trek de
stekker uit het stopcontact, leg de
diepvrieswaar op een koele plaats en
neem de vriesladen zijn uit.
Buitenwanden, binnenruimte,
toebehoren
Om die schoon te maken gebruikt u het
best lauw water met wat afwasmiddel.
Was alle delen met de hand af, niet in
de vaatwasser.
^
Spoel de buitenwanden, de binnen
ruimte en het toebehoren na het reini
gen met helder water af. Wrijf alles
met een doek droog. Laat de toestel
deur even openstaan.
-
– schurend reinigingsmiddel als bv.
schuurpoeder of -crème,
– schuursponsjes of gebruikte spon-
sen waarin restjes schuurmiddel zit
ten,
–
reinigingsmiddel voor vaatwassers.
Ventilatieroosters
^
Maak de ventilatieroosters geregeld
met een kwast of stofzuiger schoon.
Hoe meer stof erop ligt, hoe meer
stroom het toestel verbruikt.
-
-
-
27
Schoonmaken
Deurdichting
Behandel de deurdichting nooit met
olie of vet. Die wordt anders na ver
loop van tijd poreus.
Maak de deurdichting geregeld met
^
helder water schoon. Wrijf ze nadien
met een doek goed droog.
Achterzijde - metalen rooster
Stof het metalen rooster op de rugzij
^
de van het toestel (warmtewisselaar)
minstens eens per jaar af. Hoe meer
stof, hoe hoger het stroomverbruik!
Zorg er bij het schoonmaken van het
metalen rooster voor dat u geen
snoeren of andere onderdelen aftrekt, knikt of beschadigt.
Na het schoonmaken
Sluit de toesteldeur, steek de stekker
^
-
weer in het stopcontact en zet het
toestel aan.
Schakel Superfrost in. Zo wordt het
^
toestel gauw koud. Het controlelamp
je gaat aan.
Schuif de vriesladen met de diep
^
vrieswaar in het toestel. Wacht tot de
temperatuur in het toestel laag ge
noeg gezakt is.
Schakel, door op de Superfrost-toets
^
te drukken, de Superfrost-functie uit
zodra er een constante vrieszonetemperatuur van - 18 °C is bereikt.
Het controlelampje gaat uit.
-
-
-
28
Herstellingen aan elektrische toe
stellen mogen enkel en alleen door
een vakman worden uitgevoerd.
Door ondeskundige reparaties kun
nen er ernstige risico's opduiken
voor wie het toestel gebruikt.
Volgende storingen kan u echter zelf
verhelpen:
Wat gedaan als . . .
. . . het toestel niet koelt?
^ Zie na of het toestel ingeschakeld is.
Het temperatuurdisplay moet verlicht
zijn.
^ Zit de stekker van het toestel wel ste-
vig in het stopcontact?
^ Zijn de smeltstoppen van uw huisin-
stallatie niet uitgevallen? Zo dat het
geval is, doe dan een beroep op de
Technische Dienst van Miele.
-
-
Wat gedaan als ...?
. . . de compressor vaker en langer
ingeschakeld wordt?
Zijn de ventilatieroosters niet geblok
^
keerd of zitten ze niet onder het stof?
Zit het metalen rooster (warmtewisse
^
laar) op de rugzijde van het toestel
niet onder het stof?
De toesteldeur werd vaak geopend.
^
Ofwel werd heel wat verse eetwaar
ingevroren.
Kan de toesteldeur wel goed dicht?
^
. . . de diepvrieswaar vastgevroren
is?
Maak de diepvrieswaar los met een
stomp voorwerp, bv. een lepelsteel.
. . . het waarschuwingssignaal weerklinkt en het temperatuurdisplay
knippert?
^ Staat de toesteldeur reeds langer
dan ca. 60 seconden open?
-
-
. . . u de deur van de vriesruimte niet
meermaals na mekaar kan openen?
Dit is geen storing. Door het zuigeffect
kan u de deur pas na enige tijd zonder
moeite openmaken.
. . . de temperatuur in het toestel te
laag is?
^
Stel een hogere temperatuur in.
^
U vergat Superfrost uit te schakelen.
Deze functie wordt na 30 tot 60 uur
automatisch uitgeschakeld. Het con
trolelampje is aan.
Zo dat niet het geval is, werd het in de
diepvriezer, naar gelang van de inge
stelde temperatuur, te warm omdat
^
de toesteldeur vaak geopend of heel
wat verse eetwaar ingevroren werd,
^
de ventilatieopeningen werden afge
dekt,
^
de stroom lange tijd onderbroken
was.
Zodra aan deze storingen een einde is
gesteld, blijft het temperatuurdisplay
constant verlicht en verstomt het waar
schuwingssignaal.
-
-
-
29
Wat gedaan als ...?
. . . in het temperatuurdisplay een
streep wordt verlicht of knippert?
Kijk zowat 6 uur na het inschakelen het
temperatuurdisplay na. Er volgt pas
een aanduiding zo de temperatuur in
het toestel laag genoeg is gezakt.
. . . in het temperatuurdisplay F1 tot
F5 verschijnt?
Dit is een storing. Doe een beroep op
de Technische Dienst.
. . . er in het temperatuurdisplay een
nA verschijnt?
De temperatuur was intussen door een
stroomonderbreking de laatste dagen
of uren te hoog opgelopen.
^ Druk op de toets voor het waarschu-
wingssignaal zolang
licht.
In het temperatuurdisplay ziet u de
warmste temperatuur die tijdens de
stroomonderbreking in het toestel is
opgetreden.
nA
wordt ver-
. . . het controlelampje Superfrost
niet aangaat hoewel de compressor
draait?
Het controlelampje is defect. Doe een
beroep op de Technische Dienst.
. . . u het toestel niet kan uitscha
kelen?
De vergrendeling is ingeschakeld.
. . . de binnenverlichting niet meer
werkt?
Bleef de toesteldeur lang openstaan?
^
Het lampje gaat na zowat 15 minuten
automatisch uit zelfs als de deur
openstaat.
Gaat de verlichting niet aan, dan is het
lampje defect:
^ Trek de stekker uit het stopcontact of
schakel de overeenkomstige smeltstoppen uit.
-
Naar gelang van de temperatuur gaat u
na of de eetwaar gedeeltelijk of volledig
ontdooid is. Zo dat het geval is, kook of
braad dan deze spijzen voor u ze weer
invriest.
De warmste temperatuur wordt ca.
1 minuut aangeduid. Daarna verschijnt
weer de echte temperatuur die op dat
ogenblik in het toestel heerst.
30
^
Draai het lampje uit en vervang het.
Gegevens:
220 - 240 V, max. 25 W, fitting E 14.
^
Draai de nieuwe lamp in.
Kan u de storing aan de hand van
deze aanwijzingen niet ongedaan
maken? Doe dan een beroep op de
Technische Dienst van Miele.
Maak de toesteldeur bij voorkeur
niet open tot de storing werd verhol
pen. Zo beperkt u koudeverlies.
Wat gedaan als ...?
-
31
Waar bepaalde geluiden vandaan komen
Heel normale geluidenWaar komen ze vandaan?
Brrrrr...Gebrom komt van de motor (compressor). Dat kan even wat har
der worden terwijl de motor ingeschakeld wordt.
Blubb, blubb....Geborrel, geklots of gezoem komt van het koelmiddel dat door
de buisjes vloeit.
Klik....U hoort een klik telkens als de thermostaat de motor in- of uit
schakelt.
Sssrrrrr....Bij toestellen met verschillende zones of bij No-Frostmodellen
kan u een zacht geruis horen van de luchtstroming in de binnen
ruimte van het toestel.
Bedenk echter dat motor- en stromingsgeluiden in de koelingskringloop niet te
vermijden zijn!
-
-
-
Geluid waaraan u vlot kan
verhelpen
Geklepper, gerammel, gerinkelHet toestel staat niet waterpas: Stel het toestel met behulp van
Waar komt het vandaan en wat kan u ertegen
doen?
een waterpas. Schroef de voetjes in of uit het toestel of leg iets
onder het toestel.
Het toestel raakt andere toestellen of meubels aan: Schuif het
toestel van de meubels of andere toestellen weg.
Laden, korven of legplaten trillen of knellen: Controleer de uit
neembare onderdelen en zet ze eventueel opnieuw op hun
plaats.
Flessen of recipiënten raken elkaar: Schuif de flessen of reci
piënten wat uit elkaar.
De snoerhouder hangt nog tegen de achterzijde van het toe
stel: Neem de snoerhouder weg.
-
-
-
32
Neem in geval van storingen die u zelf
niet kan verhelpen, contact op met
uw Miele-handelaar
^
of
de Technische Dienst van Miele.
^
Het adres en de telefoonnummers van
onze Technische Dienst vindt u op de
rugzijde van deze gebruiksaanwijzing.
Wanneer u daar een beroep op doet,
geef dan a.u.b. altijd het type- en het
machinenummer van uw toestel op.
Deze gegevens vindt u op het type
plaatje binnen in het toestel.
-
Technische dienst
33
Elektrische aansluiting
Dit toestel wordt aansluitklaar geleverd,
is dus voorzien van snoer en stekker.
Het apparaat is geschikt om te worden
aangesloten op eenfasige stroom
220 - 240 V, 50 Hz. Dit toestel mag en
kel op een degelijk geaard stopcontact
worden aangesloten.
Om de veiligheid te verhogen, verdient
het aanbeveling een verliesstroomscha
kelaar met een uitschakelstroom van
30 mA voor het toestel te schakelen.
U dient smeltveiligheden van 10 A te
voorzien.
Plaats het stopcontact naast of vlakbij
het toestel. Dat dient vlot toegankelijk te
zijn.
Gebruik geen verlengsnoeren om het
toestel op het stroomnet aan te sluiten.
Die waarborgen niet de nodige veiligheid. Er is risico van oververhitting.
-
-
Sluit uw toestel niet aan op stroomomzetters die bij apart werkende stroomvoorziening worden gebruikt, bv. bij
zonne-energie. Bij het inschakelen van
uw toestel kunnen er anders span
ningspieken optreden waardoor het
voor uw veiligheid wordt uitgeschakeld.
Daardoor kan de elektronische bestu
ring echter schade oplopen!
Gebruik uw toestel ook niet met zoge
heten stroomsparende stekkers.
Daardoor wordt de stroomtoevoer naar
het toestel immers beperkt zodat het
toestel te warm wordt.
Dient het aansluitsnoer te worden
vervangen, dan mag dat enkel worden
uitgevoerd door een erkend elektricien.
34
-
-
-
Zet boven op het toestel geen appa
raten die warmte afgeven, bv.
broodroosters of microgolfovens. Er
wordt dan meer stroom verbruikt!
Plaats van opstelling
Kies geen plaats vlak naast een fornuis,
een radiator of bij een venster vlak in
de zon. Hoe hoger de kamertempera
tuur oploopt, hoe langer de compressor
draait en hoe meer stroom er wordt ver
bruikt. Geschikt is een droog, degelijk
geventileerd vertrek.
Klimaatklasse
Dit toestel is geschikt voor een bepaalde klimaatklasse of categorie van
omgevingstemperatuur. Die temperatuur dient binnen zekere grenzen te blijven. De klimaatklasse vindt u terug op
het typeplaatje binnen in het toestel.
KlimaatklasseKamertemperatur
SN
N
ST
T
+10 °C tot +32 °C
+16 °C tot +32 °C
+18 °C tot +38 °C
+18 °C tot +43 °C
-
Opstellen
Ventilatie
Tegen de rugzijde van het toestel wordt
de lucht verwarmd. Daarom mag u de
ventilatieroosters niet afdekken. Dan
blijft een onberispelijke ventilatie ge
waarborgd.
Stof de ventilatieroosters ook geregeld
af.
Het toestel opstellen
Verwijder eerst de snoerhouder van
^
de achterzijde van het toestel.
Zie na of alle onderdelen aan de ach
^
terzijde van het toestel vrij kunnen
bewegen. Buig ze eventueel voorzichtig van mekaar weg.
^ Schuif het toestel voorzichtig op de
daartoe voorziene plaats. U kan het
met de achterzijde direct tegen een
wand plaatsen.
Het toestel waterpas zetten
-
-
Tot een minimum kamertemperatuur
van +5 °C werkt uw toestel beslist pro
bleemloos.
-
^
Zet het toestel aan de verstelbare
voetjes stevig waterpas. Gebruik
daartoe de bijgeleverde dopsleutel.
35
De deurscharnieren verwisselen
Uw toestel wordt geleverd met de
scharnieren rechts. Wenst u ze links,
dan gaat u als volgt te werk:
Het deurhandvat afnemen:
Eerst moet u de zijdelingse delen van
het handvat losmaken:
^ Indien u aan het handvat a trekt,
schuift het zijdelingse deel b ervan
naar achter. Er ontstaat een spleet d
tussen het handvatgedeelte b en het
bevestigingsplaatje c van het hand
vat.
^
Zet nu een geschikt stomp voorwerp,
bv. een steel van een pollepel, in de
spleet d vast. Duw het handvat weer
zachtjes in de richting van de deur.
Zorg ervoor dat het voorwerp niet
wegglijdt en intussen het toestel be
schadigt.
Het zijdelingse deel b van het handvat
komt los.
-
Draai nu de 4 schroeven (Torx 15) in
^
het bevestigingsplaatje los en neem
het handvat af.
Maak de afdekplaatjes aan de an
^
dere kant los en plaats die op de vrij
gekomen gaatjes.
De toesteldeur van kant verwisselen:
Zet de toesteldeur open.
^
-
^
Wrik de sokkelplint a met een
schroevendraaier uit en zwenk de
plint lang voren weg.
^
Wrik het afdekplaatje b met de
schroevendraaier los en doe de toe
steldeur weer dicht.
^
Draai de schroef c uit.
^
Trek het scharnier d met de schar
niertap e langs onder uit. Zwenk het
naar voren toe en neem het weg.
-
-
-
^
Trek het handvatgedeelte b uit de
geleiding.
36
De deurscharnieren verwisselen
^ Zet de toesteldeur open, kantel ze er
langs onder uit en neem ze af. Let op
het afstandsplaatje a.
^ Wrik de afdekplaatjes b met een
schroevendraaier vooraan uit.
^ Draai de bovenste scharniertap c
met de inbussleutel van de bijgeleverde dopsleutel uit. Draai er de tap
aan de andere kant in.
^
Plaats de afdekplaatjes b er langs
achter weer in en laat ze langs voren
op hun plaats vallen.
^
Wrik het afstandsstuk d met een
schroevendraaier af. Plaats het stuk
aan de andere kant.
^
Wrik de dop e uit het scharniergat in
de toesteldeur. Zet de dop aan de
andere kant.
^
Haak de toesteldeur in de scharnier
tap c (let op het afstandsplaatje a)
en doe de toesteldeur dicht.
Op de volgende afbeelding werd de
toesteldeur niet gesloten afgebeeld.
Zo ziet u beter wat er te doen valt.
^ Draai het scharnier b 180°. Trek de
scharniertap a uit en zet die er omgekeerd weer in.
^ Monteer de 2 delen in de scharnier-
steun f. Schuif daartoe de schar
niertap a door de scharniersteun f
in het scharnier b. Zwenk het schar
nier naar binnen, schuif het omhoog
en monteer het voorlopig met schroef
c.
^
Hang de toesteldeur met behulp van
het langwerpige gat in de scharnier
steun f waterpas ten opzichte van
de ommanteling van het toestel.
Draai daarna de schroef c stevig
aan.
-
^
Schuif de sokkelplint d weer op zijn
plaats. Duw ze er goed tegenaan tot
u een klik hoort.
-
-
-
37
De deurscharnieren verwisselen
Zet het afdekplaatje e, terwijl de toe
^
steldeur openstaat, vooraan in de
sokkelplint. Laat het achteraan vast
klikken.
-
-
Het handvat van de deur weer mon
teren:
Schroef er het handvat aan de an
^
dere kant voorlopig losjes op.
Het bevestigingsplaatje dient erg dicht
tegen de deur aan te zitten. Is dat niet
het geval,
^
draai dan de 2 vooraf gemonteerde
stifttappen a met de bijgeleverde in
bussleutel tot aan de aanslag in.
-
-
-
^
Draai nu de schroeven b stevig aan.
^
Schuif het zijdelingse deel van het
handvat langs de zijde van het toe
stel in de geleiding van het bevesti
gingsplaatje tot u duidelijk een klik
hoort.
38
-
-
39
Wijzigingen voorbehouden / 2904
FN 4692 S, FN 4892 S
Dit papier spaart het milieu doordat het uit 100 % chloorvrij gebleekte celstof bestaat.
M.-Nr. 06 412 880 / 00
nl/BE
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.