Miele FN 4493 S, FN 4693 S, FN 4893 S User Manual [nl]

Gebruiks- en montageaanwijzing
Diepvriezer met NoFrost-systeem FN 4493 S FN 4693 S FN 4893 S
Lees absoluut uw gebruiksaanwijzing voor u het toestel installeert en in gebruikt neemt. Zo zorgt u voor uw eigen veiligheid en vermijdt u schade aan uw toestel.
nl-BE
Inhoud
Beschrijving van het toestel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
Miele{home . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
Mits toeslag verkrijgbare toebehoren ...................................6
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
Opmerkingen omtrent uw veiligheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8
Hoe kunt u energie besparen? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
Het toestel in- en uitschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
Voor het eerste gebruik .............................................14
Vergrendeling ....................................................14
Bij langdurige afwezigheid ..........................................15
De juiste temperatuur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
Temperatuur instellen ..............................................16
Mogelijke instelwaarden voor de temperatuur .........................17
Temperatuurindicator ..............................................17
Lichtsterkte van de temperatuurindicator.............................17
Waarschuwingssignaal . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19
Temperatuuralarm .................................................19
Deuralarm .......................................................19
Waarschuwingssysteem inschakelen ..................................19
Waarschuwingssignaal vroegtijdig uitschakelen..........................19
SuperFrost . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20
Verse eetwaar invriezen.............................................20
SuperFrost-functie .................................................20
SuperFrost inschakelen ..........................................20
SuperFrost uitschakelen ..........................................20
Diepvries bewaren en levensmiddelen invriezen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21
De isoleerplaat gebruiken ...........................................21
Hou hiermee rekening! ...........................................21
Diepvrieswaar bewaren .............................................22
Zelf levensmiddelen invriezen ........................................22
Hou hiermee rekening bij het invriezen: ..............................22
Verpakken.....................................................23
Voor u de diepvrieswaar schikt ....................................23
Diepvrieswaar schikken ..........................................23
Invrieskalender ...................................................24
Markering diepvrieswaar ............................................24
Diepvries ontdooien................................................24
Inhoud
IJsblokjes maken ..................................................25
Drank snel koelen .................................................25
Het vriestablet gebruiken............................................25
Koudeaccu ......................................................26
Ontdooien . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27
Schoonmaken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28
Buitenwanden, binnenruimte, toebehoren...............................28
Ventilatieroosters ..................................................28
Deurdichting .....................................................29
Achterzijde - metalen rooster.........................................29
Wat gedaan als ...?. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30
Waar bepaalde geluiden vandaan komen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33
Technische Dienst van Miele/garantie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34
Elektrische aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35
Opstellen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 36
Plaats van opstelling ...............................................36
Klimaatklasse ..................................................36
Ventilatie ........................................................36
Het toestel opstellen ...............................................36
Het toestel waterpas zetten ..........................................36
De deurscharnieren verwisselen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37
Beschrijving van het toestel
a Controlelampje voor vergrendeling
b Toets Aan/Uit
c Temperatuuraanduiding
d Toetsen om de temperatuur in te
stellen (links: warmer; rechts: kouder)
e SuperFrost-toets met controlelampje
f Toets "waarschuwingssignaal uit"
4
a Binnenverlichting
b NoFrost-inrichting
c Vriestablet
d Vriesladen met invrieskalender
e Markeersysteem diepvrieswaar
Beschrijving van het toestel
5
Miele{home
Mits toeslag verkrijgbare toebehoren
Het Miele|home -systeem biedt u de kans om het even wanneer informatie aan uw koelkast of diepvriezer op te opvragen:Bij temperatuuralarm, stroom onderbreking of een andere foutaanduiding wordt de toestand waarin het apparaat zich bevindt, met een aan het Miele|home-systeem doorgegeven.
Om van deze mogelijkheid gebruik te kunnen maken, heeft u een Miele|home-systeemtoestel nodig, bv. Miele|home InfoControl. Dan dient u uw koelkast of diepvriezer ook van de communicatiemodule XKM 2000 KF te laten voorzien.
Hoe u de Miele|home-communicatie­module monteert en bij uw Miele|home-systeemtoestel aanmeldt, vindt u op het blaadje dat bij de Miele|home-communicatiemodule wordt gevoegd.
-
-
Ook bij het Miele|home-systeemtoestel vindt u een aparte gebruiksaanwijzing.
6
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu
Recycleerbare verpakking
De verpakking behoedt het toestel voor transportschade. Er werd materiaal ge kozen dat door het milieu wordt verdra gen en opnieuw kan worden benut.
Door de verpakking weer in kringloop te brengen, wordt er grondstof ge spaard en verkleint de afvalberg. Geef deze stoffen dus niet met het gewone vuilnis mee. Breng ze liever naar het dichtstbijzijnde gemeentelijk container park. Waar u dat vindt, komt u zeker bij uw gemeentebestuur aan de weet.
-
Berging van uw oud toestel
Bij de aankoop van uw nieuw toestel heeft u een bijdrage betaald. Die wordt
­volledig gebruikt voor de toekomstige
­recyclage van dat toestel. Dat bevat trouwens nog waardevol materiaal. Door te recycleren wordt er dan ook minder verspild en vervuild.
Als u vragen heeft omtrent het af danken van uw oud toestel, neem dan contact op met
-
de handelaar bij wie u het kocht
of
– de firma Recupel,
telefoon 02 706 86 10, website: www.recupel.be
of
– uw gemeentebestuur als u uw toestel
naar een containerpark brengt.
Zorg ervoor dat de buisleidingen van de compressor geen schade oplopen voordat het toestel terdege wordt geborgen. Zo vermijdt u dat er koelmid del uit het koelcircuit of olie uit de com pressor in het milieu terechtkomt.
-
-
-
Zorg er ook voor dat het toestel kinder veilig wordt bewaard voor u het laat wegbrengen.
-
7
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Juist gebruik
Dit toestel voldoet aan de voorge schreven veiligheidsvoorschriften. Door ondeskundig gebruik kunnen gebruikers echter letsel oplopen en kan er schade optreden aan het toe stel.
Voor u het toestel in gebruik neemt, moet u de gebruiksaanwijzing aan dachtig lezen. U vindt er belangrijke opmerkingen omtrent de plaatsing, de installatie, het gebruik en het on derhoud van uw toestel. Dat is vei liger voor uzelf en u voorkomt scha de aan het toestel.
Bewaar de gebruiksaanwijzing en geef ze door aan wie het toestel eventueel na u gebruikt.
-
-
-
-
-
-
Gebruik het toestel uitsluitend voor
~
huishoudelijke doeleinden: bewaren van diepvriesproducten, invriezen van verse levensmiddelen en bereiden van ijs. Gebruik voor andere doeleinden is niet toegelaten en kan gevaarlijk zijn. De fa brikant is niet verantwoordelijk voor schade die wordt veroorzaakt door een ander gebruik dan wat hier wordt ver meld of door foutieve bediening.
Personen die door hun fysieke,
~
zintuiglijke of geestelijke mogelijkheden of hun onervarenheid of gebrek aan kennis niet in staat zijn om het toestel veilig te bedienen, mogen dit toestel al­leen onder het toezicht of de begeleiding van een verantwoordelijk iemand gebruiken.
-
-
Kinderen in het huishouden
Kinderen mogen het toestel alleen
~
maar gebruiken wanneer hen de bedie­ning ervan zo uitgelegd is dat ze het veilig kunnen bedienen. Kinderen moe ten de eventuele risico's van een foutie ve bediening kunnen beseffen.
Hou kinderen die in de buurt van het
~
toestel komen in het oog. Let op dat kinderen niet met het toestel spelen door bijv. aan de toesteldeur te gaan hangen.
8
-
-
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Technische veiligheid
Controleer vóórdat het toestel wordt
~
geplaatst, of het zichtbaar beschadigd is. Is dat het geval, neem het dan in geen geval in gebruik. Een beschadigd toestel kan uw veilig heid in gevaar brengen!
Is het aansluitsnoer beschadigd,
~
laat het dan vervangen door een vak man die door Miele erkend is. Zo ver mijdt u risico's voor wie het toestel ge bruikt.
Dit toestel bevat het koelmiddel iso
~
butaan (R600a), een natuurlijk gas dat het milieu weinig belast, maar wel brandbaar is. Het is niet schadelijk voor de ozonlaag en draagt niet bij tot het broeikaseffect. Het gebruik van dit mi­lieuvriendelijke koelmiddel veroorzaakt wel een lichte verhoging van het werkingsgeluid. Naast de werkingsgeluiden van de compressor kunnen er stromingsgeluiden in het vol­ledige koelcircuit optreden. Dat is jammer genoeg niet te vermijden, maar heeft geen invloed op de prestaties van het toestel. Let er bij het transporteren en het op stellen van het toestel op dat geen en kel onderdeel van het koelcircuit be schadigd raakt. Wegspattend koelmid del kan tot oogletsels leiden! Bij beschadiging:
- vermijd open vuur of ontstekingsbronnen,
- trek de stekker uit het stopcontact,
- verlucht het vertrek waarin het
toestel staat, en
- verwittig de Technische Dienst van Miele.
-
-
-
-
-
-
-
Hoe meer koelmiddel er in een toe
~
stel zit, hoe groter de ruimte moet zijn waarin het toestel wordt opgesteld. Bij een eventueel lek kan er in een te kleine ruimte een brandbaar mengsel van gas en lucht ontstaan. Per 8 g koelmiddel moet het vertrek minstens 1 m heid koelmiddel is aangegeven op het typeplaatje in het toestel.
Een veilige werking van het toestel
~
is alleen dan gewaarborgd als het toe stel overeenkomstig de gebruiksaanwij
-
zing gemonteerd en aangesloten werd.
Vergelijk zeker eerst de aansluitge-
~
gevens (spanning en frequentie) op het typeplaatje met die van uw elektrische installatie. Sluit daarna pas uw toestel aan. Deze gegevens dienen absoluut over­een te stemmen. Anders treedt er scha­de op aan uw toestel. Vraag bij twijfel inlichtingen aan uw elektricien.
Gebruik uit veiligheidsoverwegingen
~
geen verlengsnoeren of stopcontactenblokken om het toestel aan te sluiten. Die bieden niet voldoen de veiligheidsgaranties. Er bestaat on der meer gevaar voor oververhitting.
-
3
groot zijn. De hoeveel
-
-
-
-
-
-
9
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
De elektrische veiligheid van het
~
toestel is alleen gewaarborgd als het wordt aangesloten op een volgens de voorschriften geïnstalleerd aardsys teem. Het is heel belangrijk dat aan deze fundamentele veiligheidsvoor waarde is voldaan. Laat de elektrische installatie in uw woning bij twijfel door een elektricien controleren. De fabrikant kan niet aansprakelijk ge steld worden voor schade die werd ver oorzaakt doordat de aardleiding onder broken was of gewoon ontbrak (bijv. elektrische schokken).
Installatiewerken, onderhouds-
~
werken en reparaties mogen alleen worden uitgevoerd door vakmensen die door de fabrikant erkend zijn. Door ondeskundig uitgevoerde installatie-, onderhouds- of reparatiewerken kunnen er voor de ge­bruiker aanzienlijke risico's ontstaan waarvoor de fabrikant niet aansprakelijk kan worden gesteld.
-
-
-
Tijdens installatie-, onderhouds- en
~
reparatiewerken moet het toestel van het elektriciteitsnet losgekoppeld zijn. Het toestel is pas stroomloos indien aan een van deze voorwaarden werd vol daan:
De stekker van het toestel is uitge
trokken. Trek daarbij niet aan het snoer, wel aan de stekker.
­De zekering op uw elektrische instal
­latie is uitgeschakeld.
Laat defecte onderdelen enkel
~
vervangen door originele Miele­wisselstukken. Enkel dan bent u zeker dat ze ten volle voldoen aan de eisen die Miele qua veiligheid stelt.
Als u het toestel niet op een vaste
~
plaats installeert, bijv. op een schip, laat dit karwei dan enkel uitvoeren door vakmensen. Die moeten ervoor zorgen dat u het toestel veilig kunt gebruiken.
-
-
-
Laat u het toestel tijdens de ga
~
rantieperiode herstellen, dan mag dat enkel gebeuren door een technicus die door de fabrikant erkend is. Anders is er bij schade achteraf geen aanspraak meer op waarborg.
10
-
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Efficiënt gebruik
Raak bevroren levensmiddelen niet
~
met natte handen aan. Uw handen zou den kunnen vastvriezen. U zou zich kunnen verwonden.
Neem nooit ijsblokjes en ijslolly's,
~
met name waterijsjes, in de mond als u ze net uit de diepvrieskast hebt ge haald. Door de zeer lage temperatuur van de bevroren levensmiddelen kunnen uw lippen of tong vastvriezen. U zou zich kunnen verwonden.
Gedeeltelijk of volledig ontdooide le-
~
vensmiddelen mogen niet opnieuw wor­den ingevroren. Verbruik deze levensmiddelen zo snel mogelijk, want de levensmiddelen ver­liezen hun voedingswaarde en beder­ven. Ontdooide levensmiddelen kunt u opnieuw invriezen nadat u ze heeft ge­kookt of gebraden.
Als u levensmiddelen eet die te lang
~
bewaard werden, bestaat er gevaar voor voedselvergiftiging. De bewaarduur is afhankelijk van di verse factoren, zoals de versheid en kwaliteit van de levensmiddelen en de temperatuur waarop ze worden be waard. Hou rekening met de bewaarinstructies en de verbruikstermijnen van de fabrikant van de levensmiddelen.
Bewaar geen explosieve stoffen en
~
geen producten met brandbare drijf gassen (bijv. spuitbussen) in het toe stel. Als de thermostaat wordt inge schakeld, kunnen er vonken ontstaan. Die kunnen ontvlambare mengsels tot ontploffing brengen.
-
-
-
-
-
-
Gebruik geen elektrische toestellen
~
in het toestel (bijv. om softijs te ma ken). Er kunnen vonken ontstaan. Ont
-
ploffingsgevaar!
Bewaar geen blikjes en flessen met
~
koolzuurhoudende dranken of met vloeistoffen die kunnen bevriezen in de vrieszone. De blikjes of flessen kunnen uit elkaar springen. U kunt zich verwonden en er kan scha de ontstaan.
Als u flessen snel in de diepvries
~
wenst te koelen, moet u ze uiterlijk na één uur weer uit het toestel halen. De flessen kunnen ontploffen. U kunt zich verwonden en er kan schade ontstaan.
Gebruik geen voorwerpen met een
~
scherpe punt of rand om
– rijm- en ijslagen te verwijderen,
– vastgevroren bakjes voor ijsblokjes
en levensmiddelen los te wrikken.
Als u dat doet, beschadigt u de koelelementen en functioneert het toe stel niet meer correct.
Behandel de deurdichting niet met
~
olie of vet. Daardoor wordt de deurdichting na ver loop van tijd poreus.
Dek de ventilatieroosters van het
~
toestel niet af. Als die openingen afgedekt zijn, kan er geen goede luchtcirculatie plaatsvin den. Het stroomverbruik stijgt en scha de aan onderdelen kan niet worden uit gesloten.
-
-
-
-
-
-
-
-
11
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Het toestel is geconstrueerd voor
~
een bepaalde klimaatklasse (bereik van de kamertemperatuur) waarvan de onder- en bovengrens gerespecteerd moeten worden. De klimaatklasse is vermeld op het typeplaatje aan de bin nenzijde van het toestel. Een te lage kamertemperatuur heeft tot gevolg dat het koelelement gedurende een lange tijd stilstaat, zodat het toestel de vereiste temperatuur niet kan aan houden.
Plaats nooit elektrische verwar
~
mingstoestellen of kaarsen in het toe stel om het te ontdooien. De kunststof zou beschadigd raken.
Gebruik geen ontdooisprays of -
~
producten om ijs te verwijderen. Die kunnen immers explosieve gassen vormen, ze kunnen oplosmiddelen of drijfgassen bevatten die de kunststof aantasten of ze kunnen de gezondheid schaden.
Gebruik voor het ontdooien en reini-
~
gen van het toestel in geen geval een stoomreiniger. Stoom kan in aanraking komen met on derdelen van het toestel die onder spanning staan en zo een kortsluiting veroorzaken.
-
-
-
Wat met een afgedankte toestel?
Vernietig het knip- of vergrendelslot
~
van uw oude toestel als u het afdankt. Op die manier voorkomt u dat spelende
­kinderen zich in het toestel opsluiten,
wat levensgevaarlijk kan zijn.
Beschadig geen onderdelen van het
~
koelcircuit, bijv. door
koelmiddelkanalen van het
verdampsysteem open te prikken;
buizen te knikken;
– oppervlaktecoatings weg te krassen.
Als er koelmiddel uit spuit, kan dat oogletsels veroorzaken.
De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade die ontstaan is doordat deze veiligheidsrichtlijnen niet in acht werden genomen.
-
12
Hoe kunt u energie besparen?
normaal energieverbruik verhoogd energieverbruik
Opstellen In een verluchtbare ruimte. In een gesloten, niet te verluchten
Beschermd tegen directe zonnestraling.
Niet naast een warmtebron (verwar mingselement, fornuis).
Bij een ideale kamertemperatuur van 20 °C.
Temperatuurinstelling Thermostaat "niveaugetallen" (regeling in niveaus)
Temperatuurinstelling Thermostaat "graadaanduidingen" (digitaal scherm)
Gebruik De deur alleen maar zo kort mogelijk
Ontdooien Ontdooi het vriesvak bij een ijslaag
Bij een gemiddelde instelling van 2 tot 3.
Keldervak van 8 tot 12 °C
Koelvak van 4 tot 5 °C
PerfectFresh-zone bijna 0 °C
Vriesvak -18 °C
Wijnbewaarzone van 10 tot 12 °C
openen.
Levensmiddelen goed gesorteerd inladen.
Laat warme gerechten en dranken eerst buiten het toestel afkoelen.
Levensmiddelen goed verpakt of goed afgedekt inladen.
Leg ingevroren producten in de koelzone om ze te ontdooien.
Doe de vakken niet te vol zodat de lucht kan circuleren.
van 0,5 cm.
ruimte
Bij directe zonnestraling.
Naast een warmtebron (verwar
­mingselement, fornuis).
Bij een hogere omgevingstempera tuur.
Bij een hoge instelling: Hoe lager de temperatuur in het vriesvak, hoe ho ger het energieverbruik!
Bij toestellen met een winterschake ling moet u erop letten dat die scha kelaar bij temperaturen boven 16 resp. 18 °C uitgeschakeld is.
De deur vaak en langdurig openen = koudeverlies
Wanneer alles door elkaar ligt, moet u lang zoeken en blijft de deur lang openstaan.
Warme gerechten in het toestel doen de compressor langdurig werken (het toestel probeert harder te koelen).
Wanneer vloeistoffen in de koelzone verdampen en condenseren, leidt dat tot verlies van het koelvermogen.
Een ijslaag vermindert de overdracht van de koude aan de in te vriezen le vensmiddelen en doet het stroom verbruik stijgen.
-
-
-
-
-
-
-
13
Het toestel in- en uitschakelen
Voor het eerste gebruik
Maak de binnenruimte en het toebe
^
horen schoon. Gebruik daar lauw wa ter voor en wrijf daarna alles met een doek droog.
Laat het toestel na het transport zowat een (half) uur staan voor u het aansluit. Dat is van groot belang voor de goede werking achteraf!
Het toestel inschakelen
^ Druk op de toets aan/uit.
Het temperatuurdisplay wordt verlicht en het toestel begint te koelen.
Opdat de temperatuur laag genoeg daalt, laat u het toestel bij voorkeur en­kele uren ingeschakeld voor u er voor het eerst eetwaar in plaatst.
Koudeaccu
Leg de koudeaccu in de bovenste vrieslade of op het invriestablet. Daar neemt hij niet veel plaats in beslag. Na ca. 24 uur kan de koudeaccu zijn maxi mumkoelvermogen leveren.
Het toestel uitschakelen
Vergrendeling
Met de vergrendeling kan u het toestel
­tegen ongewenst uitschakelen beveili
­gen.
De vergrendeling in-/uitschakelen
Hou de toets voor Superfrost ca.
^
5 seconden lang ingedrukt.
Het controlelampje van de Superfrost­toets knippert en in het temperatuurdis­play knippert een
^ Druk opnieuw op de Superfrost-toets.
In het display wordt een
^ Door op de regeltoetsen voor de tem-
peratuur te drukken kan u nu kiezen tussen
0: vergrendeling uitgeschakeld, 1: vergrendeling ingeschakeld.
^
Druk op de Superfrost-toets om deze instelling op te slaan.
­Zo u de vergrendeling heeft ingescha
keld, wordt het overeenkomstige con trolelampje
; 0 en ; 1:
;.
; verlicht.
X verlicht.
-
-
-
^
Druk op de toets aan/uit tot het tem peratuurdisplay uitgaat.
De koeling is nu uitgeschakeld. Is dat niet het geval, dan was de vergrende ling ingeschakeld!
14
-
-
Sluit de instelling af door op de toets
^
aan/uit voor de vrieszone te drukken.
Het toestel in- en uitschakelen
Na ca. 2 minuten schakelt de elektroni ca over op normale werking.
Bij langdurige afwezigheid
Zo u het toestel lange tijd niet gebruikt:
schakel het toestel uit,
^ ^ trek de stekker uit het stopcontact, ^ maak het toestel schoon en ^ laat de toesteldeur op een kier om
reukhinder tegen te gaan.
Werd het toestel bij langdurige afwe­zigheid uitgeschakeld, maar niet schoongemaakt? In zo'n geval is er risico van schimmelvorming zo de toesteldeur gesloten blijft.
-
15
De juiste temperatuur
Bij het bewaren van levensmiddelen is de juiste temperatuurinstelling zeer be langrijk. Levensmiddelen bederven snel ten gevolge van micro-organismen, wat door de juiste bewaartemperatuur kan worden verhinderd of vertraagd. De temperatuur beïnvloedt de groeisnelheid van de micro-organis men. Hoe lager de temperatuur, hoe langzamer dit proces verloopt.
Om verse levensmiddelen in te vriezen en ze langdurig te bewaren, is een tem peratuur van -18 °C vereist. Bij die tem peratuur komt de groei van micro-orga nismen in hoge mate tot stilstand. Zo­dra de temperatuur boven -10 °C stijgt, begint de ontbinding door de micro-or­ganismen; de levensmiddelen kunnen minder lang worden bewaard. Daarom mogen geheel of gedeeltelijk ontdooide levensmiddelen pas opnieuw ingevro­ren worden, nadat ze verwerkt werden (koken of braden). Door de hoge tem­peraturen worden de meeste micro-or­ganismen gedood.
De temperatuur in het toestel stijgt
als u vaak en gedurende lange tijd de toesteldeur opent,
hoe meer levensmiddelen er worden bewaard,
als de verse levensmiddelen warm zijn,
als de omgevingstemperatuur van het toestel hoog is. Het toestel is geconstrueerd voor een bepaalde klimaatklasse (bereik van de kamertemperatuur) waarvan de onder- en bovengrens gerespecteerd moeten worden.
-
Temperatuur instellen
­De temperatuur in de vrieszone kunt u
instellen met de twee toetsen onder de temperatuurindicator.
Door het indrukken van de
toets + : stijgt de temperatuur toets - : daalt de temperatuur
-
­Tijdens het instellen wordt de
­insteltemperatuur knipperend aangege
ven.
Volgende wijzigingen zijn in de tempe­ratuurindicator merkbaar als u op de toetsen drukt:
– Eén keer drukken: de laatst gekozen
temperatuurwaarde wordt knippe­rend aangegeven.
– Telkens als u nogmaals drukt:
De temperatuurwaarde verandert in stappen van 1 °C.
Toets ingedrukt houden: de tempera tuurwaarde wijzigt ononderbroken.
Ongeveer 5 seconden nadat u de laatste keer op de toets heeft gedrukt, geeft de temperatuurindicator automa tisch de effectieve temperatuurwaarde aan die momenteel in de vrieszone heerst.
-
-
-
16
De juiste temperatuur
Als u de temperatuur heeft gewijzigd, controleert u de temperatuurindicator na
ca. 6 uur als er weinig voedsel in het toestel zit en na ca. 24 uur als het toe stel volledig gevuld is. Pas dan is de
effectieve temperatuur ingesteld. Als de temperatuur na die tijd nog te hoog of te laag is, stelt u de temperatuur opnieuw in.
Mogelijke instelwaarden voor de temperatuur
De temperatuur kan als volgt worden ingesteld: van -14 °C tot -28 °C.
Het bereiken van de laagste tempera­tuur is afhankelijk van de opstelplaats en van de omgevingstemperatuur. Bij een hoge omgevingstemperatuur kan de laagste temperatuur niet altijd wor­den bereikt.
Temperatuurindicator
De temperatuurindicator in het bedie­ningspaneel toont bij een normale wer­king de temperatuur van de warmste plaats in de vrieszone.
Als de temperatuur in het toestel niet binnen het mogelijke temperatuurbereik (onder 0 °C) ligt, branden in de tempe ratuurindicator alleen streepjes.
Een kortstondig koudeverlies vormt geen probleem als dit ontstaat omdat
de deur van het toestel één keer ge
-
durende lange tijd geopend blijft, bijv. om grote hoeveelheden levens middelen in of uit het toestel te halen,
u verse levensmiddelen invriest.
Als de temperatuur in de vrieszone ge durende langere tijd warmer is dan
-18 °C, gaat u na of de ingevroren le vensmiddelen gedeeltelijk of volledig ontdooid zijn. In dit geval dient u deze levensmiddelen zo snel mogelijk te ver bruiken!
Lichtsterkte van de temperatuur­indicator
De lichtsterkte van de temperatuurindi­cator is bij levering van het toestel inge­steld op laag. Zodra de deur wordt ge­opend, een instelling wordt gewijzigd of een alarmtoestand heerst, brandt de temperatuurindicator gedurende ca. 1 minuut met de maximumlichtsterkte.
U kunt de lichtsterkte van de tempera tuurindicator wijzigen:
-
-
-
-
-
-
-
De temperatuurindicator knippert als
een andere temperatuur wordt inge steld,
de temperatuur in het toestel met verschillende graden gestegen is, om koudeverlies aan te geven.
^
Hou de Superfrost-toets gedurende ca. 5 seconden ingedrukt.
­Het controlelampje van de Superfrost-
toets knippert en op de temperatuurin dicator knippert
;.
-
17
De juiste temperatuur
Druk enkele keren op een van de
^
toetsen voor het instellen van de tem peratuur, tot op de indicator weergegeven.
Druk nogmaals op de Superfrost-
^
toets.
^ wordt
-
Op de indicator ziet u
Door op de toetsen voor het instellen
^
van de temperatuur te drukken, kunt u nu de lichtsterkte van de indicator wijzigen. U kunt kiezen uit de stan­den 1 tot 5:
1: minimale lichtsterkte, 5: maximale lichtsterkte.
^ Druk op de Superfrost-toets om de
instelling op te slaan.
^
Beëindig de instelmodus door op de toets aan/uit te drukken.
Na ca. 2 minuten schakelt de elektro nische besturing op de normale wer king over.
^.
-
-
18
Waarschuwingssignaal
Het toestel is voorzien van een waar schuwingssysteem, zodat de tempera tuur in de vrieszone niet ongemerkt kan stijgen en om energieverlies te ver mijden als de deur open blijft staan.
-
-
Temperatuuralarm
Stijgt de temperatuur te hoog, dan klinkt er een waarschuwingssignaal of knippert de temperatuurindicator. De ingestelde temperatuur bepaalt wan neer het toestel een temperatuurbereik als te warm herkent.
Het akoestische en optische signaal wordt gegeven
– als bij het herschikken en uitnemen
van ingevroren levensmiddelen te veel warme kamerlucht binnen­stroomt;
– als u een grote hoeveelheid
levensmiddelen vers invriest;
– als er zich een lange stroomonder-
breking heeft voorgedaan.
-
Deuralarm
Als de toesteldeur langer dan ca. 60 seconden open blijft staan, weerklinkt het waarschuwingssignaal.
Waarschuwingssysteem
-
inschakelen
Het waarschuwingssysteem is altijd au tomatisch actief. Het moet niet extra worden ingeschakeld.
Waarschuwingssignaal vroegtijdig uitschakelen
Zodra het ingestelde temperatuurbereik in de vrieszone bereikt is, wordt het waarschuwingssignaal uitgeschakeld en brandt de temperatuurindicator con stant. Als het waarschuwingssignaal u echter stoort, kunt u het vroegtijdig uit­schakelen.
^ Druk op de uitschakeltoets voor het
waarschuwingssignaal. Het waarschuwingssignaal wordt uit­geschakeld. De temperatuurindicator blijft knipperen tot de alarmtoestand beëindigd is. Daarna brandt de tem peratuurindicator constant. Hiermee is het waarschuwingssysteem weer gebruiksklaar.
-
-
-
19
SuperFrost
Verse eetwaar invriezen
Verse eetwaar dient u zo snel mogelijk tot in de kern te laten invriezen. Zo blij ven de voedingswaarde, de vitaminen, het uitzicht en de smaak bewaard.
Hoe trager de levensmiddelen ingevro ren worden, hoe meer vloeistof er uit elke cel in de tussenruimte terechtkomt. De cellen krimpen. Bij het ontdooien kan er maar een deel van die vloeistof naar de cellen terug. In de praktijk betekent dit dat er in de levensmiddelen veel sap verlorengaat. Bij het ontdooien valt dat te merken aan de grote plas rond de eetwaar.
Werd de eetwaar snel ingevroren, dan krijgt de celvloeistof minder tijd om in de tussenruimte weg te vloeien. De cel­len krimpen heel wat minder. Bij het ontdooien kan die eerder ge­ringe hoeveelheid vloeistof die in de tussenruimte terecht is gekomen, naar de cellen terug. Er ging dus heel weinig sap verloren. Er wordt maar een kleine plas gevormd!
-
Uitzonderingen:
Indien u reeds ingevoren levensmid
delen in de diepvriezer legt.
Indien u elke dag maar hoogstens 2
kg invriest.
-
SuperFrost inschakelen
Schakel de functie SuperFrost in
^
4 à 6 uur voor u levensmiddelen plaatst.
Wenst u het hoogste invriesvermo
^
gen te benutten, schakel dan de Su perFrost 24 uur van tevoren in!
^ Druk op de toets SuperFrost.
Het controlelampje SuperFrost gaat aan.
De temperatuur in het toestel daalt daar het met het hoogste invriesvermogen werkt.
-
-
-
SuperFrost-functie
Om verse eetwaar heel efficiënt in te vriezen dient u van tevoren de functie SuperFrost in te schakelen.
20
SuperFrost uitschakelen
Nadat u eetwaar in het toestel hebt ge plaatst, wordt SuperFrost automatisch uitgeschakeld na ca. 30 à 60 uur. Het controlelampje gaat uit en het toestel werkt weer met zijn normale, stroombe sparende koelcapaciteit.
-
-
Diepvries bewaren en levensmiddelen invriezen
Maximum-invriesvermogen
Om levensmiddelen zo gauw mogelijk tot in de kern te laten invriezen, mag het maximum-invriesvermogen niet overschreden worden. Hoeveel dat be draagt, vindt u op het typeplaatje: "in vriesvermogen ... kg/24 h".
-
De isoleerplaat gebruiken
(naar gelang van het model)
Met de isoleerplaat kan u de niet ge bruikte vriesladen ‘uitschakelen’, d.w.z. isoleren. Daarmee spaart u stroom. U kan de plaat gebruiken als u maar weinig eetwaar in het toestel bewaart.
Hou hiermee rekening!
– Er zijn minstens 2 vriesladen vereist
om in te vriezen. De overige kan u desnoods ‘uitschakelen’ (isoleren).
– De laden die u wel gebruikt om in te
vriezen, moeten de bovenste zijn.
-
Voorbeeld
U gebruikt enkel 2 vriesladen.
Leg de eetwaar in de bovenste 2 la
^
den. De andere laden blijven leeg.
-
^ Neem de derde lade uit en schuif de
isoleerplaat onder de tweede lade.
De overige laden onderaan worden nu ‘uitgeschakeld’ (geïsoleerd).
-
Schuif de isoleerplaat onder de laatste lade waarin u nog wat in vriest.
Hoe minder laden er worden ge koeld, hoe minder stroom u verbruikt. Door de isoleerplaat te gebruiken, spaart u merkelijk stroom!
Leg in de ‘uitgeschakelde’ laden geen levensmiddelen. Er kunnen im mers grote en onverhoedse tempe ratuurschommelingen opduiken. Daardoor kan de eetwaar bederven.
-
-
-
-
21
Diepvries bewaren en levensmiddelen invriezen
Diepvrieswaar bewaren
Zo u kant-en-klare diepvrieswaar in het toestel legt, controleer dan reeds bij de aanschaf
of de verpakking niet beschadigd is,
tot wanneer het product houdbaar is
en hoe laag de koeltemperatuur in
de winkeltoog is. Ligt die hoger dan ­18 °C, dan is de diepvrieswaar niet zo lang houdbaar.
Koop uw diepvrieswaar op het einde
^
van uw boodschappen. Bewaar hem in krantenpapier of in een koeltas.
^ Leg de gekochte diepvrieswaar met-
een in uw toestel.
Vries gedeeltelijk of volledig ont­dooide levensmiddelen niet terug in. Zo u ze kookt of braadt, kan u le­vensmiddelen wel opnieuw invrie­zen.
Zelf levensmiddelen invriezen
Gebruik enkel verse en onberispelijke levensmiddelen om in te vriezen!
Hou hiermee rekening bij het invriezen:
Zijn geschikt om in te vriezen:
vers vlees, gevogelte, wild, vis, groente, kruiden, rauw fruit, zuivel, gebak, spijsresten, eigeel, eiwit en heel wat kant- en klaargerechten.
Niet geschikt om in te vriezen:
druiven, kropsla, radijsjes, ramme nas, zure room, mayonaise, eieren in hun schaal, uien, ongeschilde rauwe appelen en peren.
– Om kleur, smaak, aroma en vitami-
nen C te bewaren, dient u fruit en groente voor het invriezen te blan­cheren. Doe de groente per portie 2 à 3 minuten in kokend water. Daarna uitnemen en vlug in koud water af­koelen. Laat de groente uitlekken.
-
22
Mager vlees is beter geschikt om in te vriezen dan vet. Het kan trouwens veel langer worden bewaard.
Leg tussen koteletten, biefstuk, vleeslapjes e.d. telkens plastic folie. Zo vermijdt u dat porties aaneenvrie zen.
Rauwe levensmiddelen en geblan cheerde groente mag u voor het in vriezen niet kruiden of zouten. Klaar gemaakte spijzen kruidt of zout u maar lichtjes. Sommige kruiden ver anderen immers van smaakintensiteit bij het invriezen.
-
-
-
-
-
Diepvries bewaren en levensmiddelen invriezen
Laat warme spijs en drank eerst bui
ten het toestel afkoelen. Anders wordt reeds ingevroren eetwaar even ontdooid. Dit leidt bovendien tot een hoger stroomverbruik.
Verpakken
Vries de eetwaar per portie in.
^
Geschikte verpakking
- kunststoffolie
- zakjes van polyethyleen
- aluminiumfolie
- diepvriesdozen
Ongeschikte verpakking
- inpakpapier
- perkamentpapier
- cellofaan
- vuilniszakken
- gebruikte boodschapzakjes
^ Druk de lucht uit de verpakking. ^ Sluit de verpakking af met
- elastiekjes,
- kunststofklemmen,
- touwtjes of
- koudebestendige plakband.
Polyethyleen zakjes kan u ook met een lastoestel dichtmaken.
^
Plak op de verpakking een etiket met inhoud en invriesdatum erop.
Voor u de diepvrieswaar schikt
-
Zo u meer dan 2 kg verse levensmid delen invriest, schakel dan op voor hand de functie SuperFrost in. Zie ru briek "SuperFrost-functie".
Diepvrieswaar schikken
U kan overal in de diepvriezer levens middelen laten invriezen. U kan ook de vriesladen uitnemen en de eetwaar rechtstreeks op de vriesplaten leggen.
Om omvangrijke diepvrieswaar in te vriezen als bv. kalkoen of wild, kan u de plaat tussen de 3de en 4de lade uitne­men.
Elke vrieslade en vriesplaat kan hoogstens 25 kg dragen!
Zo u de laden uitneemt, zorg er dan voor dat de ventilatorspleten tegen de achterwand niet afgedekt wor­den. Die zijn van belang voor de on­berispelijke werking van het toestel!
^
Leg de levensmiddelen op hun brede zijde op de bodem van de vrieslade of op de vriesplaat. Zo raken ze zo vlug mogelijk tot in de kern bevroren.
^
Leg de pakjes er droog in. Anders vriezen ze aan elkaar.
-
-
-
-
Levensmiddelen die u er pas inlegt, mogen niet in aanraking komen met reeds ingevroren eetwaar. Anders gaat die lichtjes ontdooien.
23
Diepvries bewaren en levensmiddelen invriezen
Invrieskalender
Op de invrieskalender op de vrieslade ziet u hoe lang u verschillende soorten vers ingevroren eetwaar kan bewaren.
Bij gekochte diepvrieswaar vindt u de bewaarduur op de verpakking terug.
Markering diepvrieswaar
Om u eraan te herinneren hoelang u de diepvrieswaar mag bewaren, is het toe stel van een markeersysteem voorzien.
Bij elke vrieslade horen twee ruitertjes met een wieltje. Op dat wieltje zijn de maanden aangegeven van 1 tot 12.
Diepvries ontdooien
Diepvries kan u ontdooien
in uw microgolfoven,
in uw oven met de verwarmingssoort
Hete lucht of Ontdooien,
op kamertemperatuur,
in uw koelkast,
in uw stoomoven.
-
Platte stukken vlees en vis kanuin een hete pan doen zodra ze lichtjes ontdooid zijn.
Fruit kan u op kamertemperatuur zowel in de verpakking als in een schotel met deksel ontdooien.
Ingevroren groente kan u in kokend water doen of in heet vet stoven. De kooktijd valt dan wat korter uit dan bij verse groente.
Vries gedeeltelijk of volledig ont­dooide levensmiddelen niet terug in. Zo u ze kookt of braadt, kan dat wel.
^
Schuif het ruitertje van aan de rand van de lade over de rail.
Met het ruitertje duidt u de soort eet waar aan. Met het wieltje de maand waarin u de eetwaar invroor.
24
-
Diepvries bewaren en levensmiddelen invriezen
IJsblokjes maken
Vul de schaal voor ijsblokjes voor
^
drie kwart met water en plaats ze op de bodem van een vrieslade.
Gebruik om de vastgevroren ijs
^
schaal los te maken een stomp voor werp, b.v. een lepelsteel.
^ De ijsblokjes komen vlotter los uit de
schaal als u die even onder stromend water houdt.
-
Drank snel koelen
Als u flessen met drank snel koelt, haal die dan uiterlijk na 1 uur weer uit de vrieslade. Anders springen ze stuk!
Het vriestablet gebruiken
Op het vriestablet kan u bessen, kruiden, groente en andere kleine le vensmiddelen behoedzaam invriezen. De diepvrieswaar behoudt grotendeels zijn vorm. De afzonderlijke stukken vrie zen ook niet aaneen.
-
^ Leg de in te vriezen levensmiddelen
losjes op het vriestablet.
-
-
Laat de diepvrieswaar 10 à 12 uur doorvriezen. Doe hem dan in een diep vrieszakje of -recipiënt en leg die daar na in een van de vriesladen.
-
-
25
Diepvries bewaren en levensmiddelen invriezen
Koudeaccu
Hiermee vermijdt u dat de temperatuur in de diepvriezer bij een stroomonder breking te snel stijgt.
Leg de koudeaccu in de bovenste lade direct op de diepvrieswaar. Ofwel op het vriestablet. Na ca. 24 uur leveren de accus hun maximum-koelvermogen.
Bij een stroomonderbreking legt u de koudeaccu direct op de diepvrieswaar in de bovenste vrieslade. Zo duurt de bewaartijd het langst.
-
Als u verse levensmiddelen plaatst, be nut dan de koudeaccu als scheiding tussen reeds ingevroren en verse le­vensmiddelen. Zo gaat de diepvries­waar niet lichtjes ontdooien.
In een koelbox houden koudeaccu’s spijs en drank voor korte tijd koel.
-
26
Uw toestel is uitgerust met een "No­frost"-systeem. Daarmee ontdooit het toestel automatisch.
Ontdooien
Het vocht slaat neer tegen de verdam per. Het wordt af en toe automatisch ontdooid en verdampt.
Door dit automatische ontdooiproces blijft de vriesruimte steeds vrij van ijs. De levensmiddelen worden door dit speciale systeem niet ontdooid, zelfs niet lichtjes!
-
27
Schoonmaken
Gebruik nooit reinigingsmiddel met zand, schurend middel, soda of zuur, noch chemisch oplosmiddel. Ongeschikt zijn ook zogenaamde "schuurmiddelvrije" schuurmiddelen. Die doen matte plekken opduiken.
Let erop dat er geen water terecht komt in de elektronische bediening noch in de ventilatieroosters.
Gebruik nooit hogedrukreinigers. De vloeistof kan toestelonderdelen aan raken, die onder spanning staan. Er kan dan kortsluiting optreden.
Het typeplaatje binnen in het toestel mag u niet verwijderen. Bij een eventuele storing heeft de Tech­nische Dienst dat nodig!
Handvat
Aluminium is een levendig materiaal. Door gezichtshoek, lichtinval en omge ving wordt het weerkaatsend effect be paald en meteen ook de esthetiek.
Het handvat met aluminium uitzicht
-
-
kan verkleuren of veranderen indien vuil er lang op inwerkt. Verwijder vuil dus meteen.
Het handvat is gevoelig aan krassen en kerven.
Behalve de hierboven vermelde reini gingsmiddelen dient u ook nog te ver­mijden
– reinigingsmiddel voor roestvrij staal,
– kalkoplossend reinigingsmiddel,
– reinigingsmiddel dat chloride bevat,
-
-
-
^ Schakel het toestel nu uit, trek de
stekker uit het stopcontact, leg de diepvrieswaar op een koele plaats en neem de vriesladen zijn uit.
Buitenwanden, binnenruimte, toebehoren
Om die schoon te maken gebruikt u het best lauw water met wat afwasmiddel. Was alle delen met de hand af, niet in de vaatwasser.
^
Spoel de buitenwanden, de binnen ruimte en het toebehoren na het reini gen met helder water af. Wrijf alles met een doek droog. Laat de toestel deur even openstaan.
28
-
– schurend reinigingsmiddel als bv.
schuurpoeder of -crème,
– schuursponsjes of gebruikte spon-
sen waarin restjes schuurmiddel zit ten,
reinigingsmiddel voor vaatwassers.
Ventilatieroosters
^
Maak de ventilatieroosters geregeld met een kwast of stofzuiger schoon. Hoe meer stof erop ligt, hoe meer stroom het toestel verbruikt.
-
-
-
Schoonmaken
Deurdichting
Behandel de deurdichting nooit met olie of vet. Die wordt anders na ver loop van tijd poreus.
Maak de deurdichting geregeld met
^
helder water schoon. Wrijf ze nadien met een doek goed droog.
Achterzijde - metalen rooster
Stof het metalen rooster op de rugzij
^
de van het toestel (warmtewisselaar) minstens eens per jaar af. Hoe meer stof, hoe hoger het stroomverbruik!
Zorg er bij het schoonmaken van het metalen rooster voor dat u geen snoeren of andere onderdelen af­trekt, knikt of beschadigt.
Na het schoonmaken
Sluit de toesteldeur, steek de stekker
^
-
weer in het stopcontact en zet het toestel aan.
Schakel SuperFrost in. Zo wordt het
^
toestel gauw koud. Het controlelamp je gaat aan.
Schuif de vriesladen met de diep
^
vrieswaar in het toestel. Wacht tot de temperatuur in het toestel laag ge noeg gezakt is.
-
Schakel, door op de SuperFrost-toets
^
te drukken, de SuperFrost-functie uit zodra er een constante vrieszone­temperatuur van - 18 °C is bereikt. Het controlelampje gaat uit.
-
-
-
29
Wat gedaan als ...?
Herstellingen aan elektrische toe stellen mogen enkel en alleen door een vakman worden uitgevoerd. Door ondeskundige reparaties kun nen er ernstige risico’s opduiken voor wie het toestel gebruikt.
Wat gedaan als...
. . . het toestel niet koelt?
Zie na of het toestel ingeschakeld is.
^
Het temperatuurdisplay moet verlicht zijn.
Zit het metalen rooster (warmtewisse
^
-
-
laar) op de rugzijde van het toestel niet onder het stof?
De toesteldeur werd vaak geopend.
^
Ofwel werd heel wat verse eetwaar ingevroren.
Kan de toesteldeur wel goed dicht?
^
...decompressor blijft draaien?
Om energie te sparen schakelt de com pressor bij geringe koude vraag op een lager vermogen. Daardoor zal de com pressor langer werken.
-
-
-
^ Zit de stekker van het toestel wel ste-
vig in het stopcontact?
^ Zijn de smeltstoppen van uw huisin-
stallatie niet uitgevallen? Zo dat het geval is, doe dan een beroep op de Technische Dienst van Miele.
...udedeur van de vriesruimte niet meermaals na mekaar kan openen?
Dit is geen storing. Door het zuigeffect kan u de deur pas na enige tijd zonder moeite openmaken.
...detemperatuur in het toestel te laag is?
^
Stel een hogere temperatuur in.
^
U vergat SuperFrost uit te schakelen. Deze functie wordt na 30 tot 60 uur automatisch uitgeschakeld. Het con trolelampje is aan.
...decompressor vaker en langer ingeschakeld wordt?
^
Zijn de ventilatieroosters niet geblok keerd of zitten ze niet onder het stof?
...dediepvrieswaar vastgevroren is?
Maak de diepvrieswaar los met een stomp voorwerp, bv. een lepelsteel.
. . . het waarschuwingssignaal weer­klinkt en het temperatuurdisplay knippert?
^ Staat de toesteldeur reeds langer
dan ca. 60 seconden open?
Zo dat niet het geval is, werd het in de diepvriezer, naar gelang van de inge stelde temperatuur, te warm omdat
^
de toesteldeur vaak geopend of heel wat verse eetwaar ingevroren werd,
^
de ventilatieopeningen werden afge dekt,
-
^
de stroom lange tijd onderbroken was.
Zodra aan deze storingen een einde is gesteld, blijft het temperatuurdisplay constant verlicht en verstomt het waar
­schuwingssignaal.
-
-
-
30
Wat gedaan als ...?
...inhettemperatuurdisplay een streep wordt verlicht of knippert?
Kijk zowat 6 uur na het inschakelen het temperatuurdisplay na. Er volgt pas een aanduiding zo de temperatuur in het toestel laag genoeg is gezakt.
...inhettemperatuurdisplay F1 tot F5 verschijnt?
Dit is een storing. Doe een beroep op de Technische Dienst.
...erinhettemperatuurdisplay een nA verschijnt?
De temperatuur was intussen door een stroomonderbreking de laatste dagen of uren te hoog opgelopen.
^ Druk op de toets voor het waarschu-
wingssignaal zolang nA wordt ver­licht.
In het temperatuurdisplay ziet u de warmste temperatuur die tijdens de stroomonderbreking in het toestel is opgetreden.
. . . het controlelampje SuperFrost niet aangaat hoewel de compressor draait?
Het controlelampje is defect. Doe een beroep op de Technische Dienst.
...uhettoestel niet kan uitscha kelen?
De vergrendeling is ingeschakeld.
...debinnenverlichting niet meer werkt?
Bleef de toesteldeur lang openstaan?
^
Het lampje gaat na zowat 15 minuten automatisch uit zelfs als de deur openstaat.
Gaat de verlichting niet aan, dan is het lampje defect:
^ Trek de stekker uit het stopcontact of
schakel de overeenkomstige smelt­stoppen uit.
-
Naar gelang van de temperatuur gaat u na of de eetwaar gedeeltelijk of volledig ontdooid is. Zo dat het geval is, kook of braad dan deze spijzen voor u ze weer invriest.
De warmste temperatuur wordt ca. 1 minuut aangeduid. Daarna verschijnt weer de echte temperatuur die op dat ogenblik in het toestel heerst.
^
Draai het lampje uit en vervang het.
Gegevens: 220 - 240 V, max. 25 W, fitting E 14.
^
Draai de nieuwe lamp in.
31
Wat gedaan als ...?
Kan u de storing aan de hand van deze aanwijzingen niet ongedaan maken? Doe dan een beroep op de Technische Dienst van Miele.
Maak de toesteldeur bij voorkeur niet open tot de storing werd verhol pen. Zo beperkt u koudeverlies.
-
32
Waar bepaalde geluiden vandaan komen
Heel normale geluiden Waar komen ze vandaan?
Brrrrr... Gebrom komt van de motor (compressor). Dat kan even wat har
Blubb, blubb.... Geborrel, geklots of gezoem komt van het koelmiddel dat door
Klik.... U hoort een klik telkens als de thermostaat de motor in- of uit
Sssrrrrr.... Bij toestellen met verschillende zones of bij No-Frostmodellen
Bedenk echter dat motor- en stromingsgeluiden in de koelingskringloop niet te vermijden zijn!
der worden terwijl de motor ingeschakeld wordt.
de buisjes vloeit.
-
schakelt.
kan u een zacht geruis horen van de luchtstroming in de binnen ruimte van het toestel.
-
-
Geluid waaraan u vlot kan verhelpen
Geklepper, gerammel, gerinkel Het toestel staat niet waterpas: Stel het toestel waterpas.
Waar komt het vandaan en wat kan u ertegen doen?
Schroef de voetjes in of uit het toestel of leg iets onder het toe­stel.
Het toestel raakt andere toestellen of meubels aan: Schuif het toestel van de meubels of andere toestellen weg.
Laden, korven of legplaten trillen of knellen: Controleer de uit neembare onderdelen en zet ze eventueel opnieuw op hun plaats.
Flessen of recipiënten raken elkaar: Schuif de flessen of reci piënten wat uit elkaar.
De snoerhouder hangt nog tegen de achterzijde van het toe stel: Neem de snoerhouder weg.
-
-
-
33
Technische Dienst van Miele/garantie
Neem in geval van storingen die u zelf niet kan verhelpen, contact op met
uw Miele-handelaar
^
of
de Technische Dienst van Miele.
^
Het adres en de telefoonnummers van onze Technische Dienst vindt u op de rugzijde van deze gebruiksaanwijzing.
Wanneer u daar een beroep op doet, geef dan a.u.b. altijd het type- en het machinenummer van uw toestel op. Deze gegevens vindt u op het type plaatje binnen in het toestel.
Duur en voorwaarden van de garantie
De duur van de garantie bedraagt 2 jaar.
Meer informatie over de garantievoor­waarden kan u bekomen op onze site of per telefoon bij Miele. Zie keerzijde van deze gebruiksaanwijzing.
-
34
Dit toestel wordt aansluitklaar geleverd, is dus voorzien van snoer en stekker. Het apparaat is geschikt om te worden aangesloten op eenfasige stroom 220 ­240 V, 50 Hz. Dit toestel mag enkel op een degelijk geaard stopcontact wor den aangesloten.
Om de veiligheid te verhogen, verdient het aanbeveling een verliesstroomscha kelaar met een uitschakelstroom van 30 mA voor het toestel te schakelen.
U dient smeltveiligheden van 10 A te voorzien.
Plaats het stopcontact naast of vlakbij het toestel. Dat dient vlot toegankelijk te zijn.
Gebruik geen verlengsnoeren om het toestel op het stroomnet aan te sluiten. Die waarborgen niet de nodige veilig­heid. Er is risico van oververhitting.
-
Elektrische aansluiting
-
Sluit uw toestel niet aan op stroomom­zetters die bij apart werkende stroom­voorziening worden gebruikt, bv. bij zonne-energie. Bij het inschakelen van uw toestel kunnen er anders span ningspieken optreden waardoor het voor uw veiligheid wordt uitgeschakeld. Daardoor kan de elektronische bestu ring echter schade oplopen!
Gebruik uw toestel ook niet met zoge heten stroomsparende stekkers. Daardoor wordt de stroomtoevoer naar het toestel immers beperkt zodat het toestel te warm wordt.
Dient het aansluitsnoer te worden vervangen, dan mag dat enkel worden uitgevoerd door een erkend elektricien.
-
-
-
35
Opstellen
Zet boven op het toestel geen appa raten die warmte afgeven, bv. broodroosters of microgolfovens. Er wordt dan meer stroom verbruikt!
Plaats van opstelling
Kies geen plaats vlak naast een fornuis, een radiator of bij een venster vlak in de zon. Hoe hoger de kamertempera tuur oploopt, hoe langer de compressor draait en hoe meer stroom er wordt ver bruikt. Geschikt is een droog, degelijk geventileerd vertrek.
Klimaatklasse
Dit toestel is geschikt voor een be­paalde klimaatklasse of categorie van omgevingstemperatuur. Die tempera­tuur dient binnen zekere grenzen te blij­ven. De klimaatklasse vindt u terug op het typeplaatje binnen in het toestel.
Klimaatklasse Kamertemperatur
SN
N
ST
T
+10 °C tot +32 °C +16 °C tot +32 °C +16 °C tot +38 °C +16 °C tot +43 °C
-
-
Ventilatie
Tegen de rugzijde van het toestel wordt de lucht verwarmd. Daarom mag u de ventilatieroosters niet afdekken. Dan blijft een onberispelijke ventilatie ge waarborgd. Stof de ventilatieroosters ook geregeld af.
Het toestel opstellen
Verwijder eerst de snoerhouder van
^
­de achterzijde van het toestel.
Zie na of alle onderdelen aan de ach
^
terzijde van het toestel vrij kunnen bewegen. Buig ze eventueel voor­zichtig van mekaar weg.
^ Schuif het toestel voorzichtig op de
daartoe voorziene plaats. U kan het met de achterzijde direct tegen een wand plaatsen.
Het toestel waterpas zetten
-
-
Tot een minimum kamertemperatuur van +5 °C werkt uw toestel beslist pro bleemloos.
36
-
^
Zet het toestel aan de verstelbare voetjes stevig waterpas. Gebruik daartoe de bijgeleverde dopsleutel.
De deurscharnieren verwisselen
Uw toestel wordt geleverd met de scharnieren rechts. Wenst u ze links, dan gaat u als volgt te werk:
Het deurhandvat afnemen:
Eerst moet u de zijdelingse delen van het handvat losmaken:
^ Indien u aan het handvat a trekt,
schuift het zijdelingse deel b ervan naar achter. Er ontstaat een spleet d tussen het handvatgedeelte b en het bevestigingsplaatje c van het hand­vat.
^
Zet nu een geschikt stomp voorwerp, bv. een steel van een pollepel, in de spleet d vast. Duw het handvat weer zachtjes in de richting van de deur.
Zorg ervoor dat het voorwerp niet wegglijdt en intussen het toestel be schadigt.
Het zijdelingse deel b van het handvat komt los.
-
Draai nu de 4 schroeven (Torx 15) in
^
het bevestigingsplaatje los en neem het handvat af.
Maak de afdekplaatjes aan de an
^
dere kant los en plaats die op de vrij gekomen gaatjes.
De toesteldeur van kant verwisselen:
Zet de toesteldeur open.
^
^
Wrik de sokkelplint a met een schroevendraaier uit en zwenk de plint langsvoren weg.
^
Wrik het afdekplaatje b met de schroevendraaier los en doe de toe steldeur weer dicht.
^
Draai de schroef c uit.
^
Trek het scharnier d met de schar niertap e langs onder uit. Zwenk het naar voren toe en neem het weg.
-
-
-
^
Trek het handvatgedeelte b uit de geleiding.
37
De deurscharnieren verwisselen
Op de volgende afbeelding werd de toesteldeur niet gesloten afgebeeld. Zo ziet u beter wat er te doen valt.
^ Zet de toesteldeur open, kantel ze er
langs onder uit en neem ze af. Let op het afstandsplaatje a.
^ Wrik de afdekplaatjes b met een
schroevendraaier vooraan uit.
^ Draai de bovenste scharniertap c
met de inbussleutel van de bijgele­verde dopsleutel uit. Draai er de tap aan de andere kant in.
^
Plaats de afdekplaatjes b er langs achter weer in en laat ze langs voren op hun plaats vallen.
^
Wrik het afstandsstuk d met een schroevendraaier af. Plaats het stuk aan de andere kant.
^
Wrik de dop e uit het scharniergat in de toesteldeur. Zet de dop aan de andere kant.
^ Draai het scharnier b 180°. Trek de
scharniertap a uit en zet die er om­gekeerd weer in.
^ Monteer de 2 delen in de scharnier-
steun f. Schuif daartoe de schar niertap a door de scharniersteun f in het scharnier b. Zwenk het schar nier naar binnen, schuif het omhoog en monteer het voorlopig met schroef c.
^
Hang de toesteldeur met behulp van het langwerpige gat in de scharnier steun f waterpas ten opzichte van de ommanteling van het toestel. Draai daarna de schroef c stevig aan.
-
-
-
^
Haak de toesteldeur in de scharnier tap c (let op het afstandsplaatje a) en doe de toesteldeur dicht.
38
-
^
Schuif de sokkelplint d weer op zijn plaats. Duw ze er goed tegenaan tot u een klik hoort.
De deurscharnieren verwisselen
Zet het afdekplaatje e, terwijl de toe
^
steldeur openstaat, vooraan in de sokkelplint. Laat het achteraan vast klikken.
Het handvat van de deur weer mon teren:
Neem beslist de volgende instruc ties voor het terugplaatsen van de deurgreep in acht. Wanneer de deurgreep verkeerd wordt gemonteerd, wordt de deur dichting beschadigd.
^
Maak de deurgreep met de beide voorste schroeven b eerst losjes aan de andere kant vast.
De bevestigingsplaat c moet zo tegen het deurpaneel aanzitten, dat de plaat, wanneer de deur gesloten is, evenwij dig is aan de buitenwand van het appa raat. Is dat niet het geval, doe dan het vol gende.
-
-
-
-
Draai de beide voorgemonteerde
^
­hefstangetjes a er dan met de bijge
-
-
voegde inbussleutel in totdat de be vestigingsplaat c de juiste hoek heeft.
Draai alle vier de schroeven b stevig
^
aan.
Schuif het zijgedeelte van de deur
^
greep d vanaf de kant van het appa raat in de geleiding van de bevesti gingsplaat totdat het hoorbaar vast klikt.
Let er beslist op dat het zijgedeelte van de deurgreep d niet tegen de deurdichting aankomt, wanneer de deur opengaat. Gebeurt dat wel, dan raakt de deur­dichting op den duur beschadigd.
Als dat het geval is, doe dan het vol­gende.
^ Stel de bevestigingsplaat c nog-
maals via de hefstangetjes a, totdat de bevestigingsplaat en het zijgedeelte van de deurgreep d de juiste hoek hebben en het zijgedeelte van de deurgreep niet tegen de deurdichting aankomt wanneer de deur opengaat.
-
-
-
-
-
-
-
39
Wijzigingen voorbehouden / 3009
FN 4493 S, FN 4693 S, FN 4893 S
M.-Nr. 06 498 711 / 01
Loading...