Miele F 9052 i-1, F 9252 i-1, F 9552 i-1, F 9052 i, F 9252 i User Manual [nl]

...
Montage- en gebruiksaanwijzing
Diepvrieskast F 9052 i (-1) F 9252 i (-1) F 9552 i (-1)
Lees in elk geval de ge­bruiksaanwijzing voor u het toestel opstelt, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf u vermijdt schade aan het toestel.
nl-BE
Inhoud
Beschrijving van het toestel .........................................4
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu ...........................5
Opmerkingen omtrent uw veiligheid ..................................6
Hoe kunt u energie besparen? ......................................11
Toestel in- en uitschakelen .........................................12
Vergrendeling ....................................................13
Bij langdurige afwezigheid ..........................................13
De juiste temperatuur .............................................14
Temperatuur instellen ..............................................14
Mogelijke instelwaarden voor de temperatuur .........................15
Temperatuurindicator ..............................................15
Lichtsterkte van de temperatuurindicator.............................15
Waarschuwingssignaal ............................................17
Temperatuuralarm .................................................17
Deuralarm .......................................................17
Waarschuwingssysteem inschakelen ..................................17
Waarschuwingssignaal vroegtijdig uitschakelen..........................17
Superfrost gebruiken..............................................18
Functie Superfrost .................................................18
Superfrost inschakelen ...........................................18
Superfrost uitschakelen ..........................................18
Invriezen en bewaren..............................................19
Maximaal invriesvermogen ..........................................19
Wat gebeurt er als verse levensmiddelen worden ingevroren? ..............19
Diepvriesproducten bewaren ........................................19
Zelf levensmiddelen invriezen ........................................20
Tips voor het invriezen ...........................................20
Verpakken.....................................................20
Voor u levensmiddelen in het toestel legt.............................21
Levensmiddelen in het toestel leggen ...............................21
vrieskalender .....................................................22
Ingevroren levensmiddelen ontdooien .................................22
IJsblokjes maken ..................................................23
Drank snel koelen .................................................23
Koudeaccu gebruiken ..............................................23
Ontdooien .......................................................24
Inhoud
Reinigen ........................................................26
Binnenruimte, toebehoren ...........................................26
Openingen voor luchttoevoer en -afvoer ................................26
Deurdichting .....................................................27
Wat gedaan als...?..............................................28
Waar bepaalde geluiden vandaan komen .............................31
Technische Dienst van Miele/garantie ................................32
Elektrische aansluiting ............................................33
Montagerichtlijnen ................................................34
Opstelplaats......................................................34
Klimaatklasse ..................................................34
Luchttoevoer en luchtafvoer .........................................34
Voor u het toestel inbouwt ...........................................35
Maakte het oude toestel gebruik van een andere scharniertechniek? .........35
Roestvrijstalen front .............................................35
Inbouwafmetingen ................................................36
De deurscharnieren instellen .......................................37
De draairichting van de deur veranderen .............................38
Toesteldeur ......................................................38
Het toestel inbouwen..............................................41
Gewicht van de meubeldeur .........................................41
Inbouw in een scheidingswand .......................................41
De meubeldeur monteren ...........................................45
Beschrijving van het toestel
a Controlelampje van de vergrendeling
b Toets aan/uit
c Temperatuurindicator
d Toetsen voor het instellen van de
temperatuur (+ voor warmer; - voor kouder)
e Superfrost-toets en controlelampje
f Uitschakeltoets voor het waarschu
wingssignaal
-
a Vriesladen met
vrieskalender
4
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu
Recycleerbare verpakking
De verpakking behoedt het toestel voor transportschade. Er werd materiaal ge kozen dat door het milieu wordt verdra gen en opnieuw kan worden benut.
Door de verpakking weer in kringloop te brengen, wordt er grondstof ge spaard en verkleint de afvalberg. Geef deze stoffen dus niet met het gewone vuilnis mee. Breng ze liever naar het dichtstbijzijnde gemeentelijk container park. Waar u dat vindt, komt u zeker bij uw gemeentebestuur aan de weet.
-
-
-
Als u vragen heeft omtrent het af danken van uw oud toestel, neem dan contact op met
­de handelaar bij wie u het kocht
of
-
Het afdanken van het apparaat
Oude elektrische en elektronische ap­paraten bevatten vaak nog waardevolle materialen. Ze bevatten echter ook schadelijke stoffen die voor het functio­neren en de veiligheid van het apparaat nodig waren. Als u het apparaat bij het gewone afval doet of bij verkeerde be­handeling kunnen deze stoffen schade­lijk zijn voor de gezondheid en het milieu. Verwijder het afgedankte appa raat dan ook nooit met het gewone af val.
Bij de aankoop van uw nieuw toestel heeft u een bijdrage betaald. Die wordt volledig gebruikt voor de toekomstige recyclage van dat toestel. Dat bevat trouwens nog waardevol materiaal. Door te recycleren wordt er dan ook minder verspild en vervuild.
-
-
– de firma Recupel,
telefoon 02 706 86 10, website: www.recupel.be
of
– uw gemeentebestuur als u uw toestel
naar een containerpark brengt.
Zorg er ook voor dat het toestel intus­sen kindveilig wordt bewaard voor u het laat wegbrengen.
5
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Gebruik voor andere doeleinden is niet Dit toestel voldoet aan de voorge schreven veiligheidsvoorschriften. Door ondeskundig gebruik kunnen gebruikers echter letsel oplopen en kan er schade optreden aan het toe stel.
Voor u het toestel in gebruik neemt, moet u de gebruiksaanwijzing aan dachtig lezen. U vindt er belangrijke opmerkingen omtrent uw veiligheid, de installatie, het gebruik en het on derhoud van uw toestel. Dat is vei liger voor uzelf en u voorkomt scha de aan het toestel.
Bewaar de gebruiksaanwijzing en geef ze door aan wie het toestel eventueel na u gebruikt.
Juist gebruik
Het toestel is uitsluitend bedoeld
~
voor gebruik in het huishouden en gelijkaardige omgevingen zoals
in winkels, kantoren en gelijkaardige werkomgevingen,
op boerderijen,
door klanten in hotels, motels, bed-and-breakfasts en andere typische woonomgevingen.
-
-
toegelaten en kan gevaarlijk zijn. De fa
brikant is niet aansprakelijk voor scha
de die werd veroorzaakt doordat het
toestel voor andere doeleinden werd
-
gebruikt of verkeerd werd bediend.
Personen die door hun fysieke,
~
zintuiglijke of geestelijke mogelijkheden
of hun onervarenheid of gebrek aan
­kennis niet in staat zijn om het toestel
veilig te bedienen, mogen dit toestel al leen onder het toezicht of de
­begeleiding van een verantwoordelijk
iemand gebruiken.
-
Kinderen in het huishouden
Kinderen vanaf acht jaar mogen het
~
toestel zonder toezicht gebruiken, maar alleen wanneer hun de bediening ervan zo uitgelegd is dat ze het veilig kunnen bedienen. Kinderen moeten de eventu­ele risico's van een foutieve bediening kunnen beseffen.
Kinderen jonger dan acht jaar moe-
~
ten uit de buurt van het toestel worden gehouden, tenzij ze constant in het oog worden gehouden.
Hou kinderen die in de buurt van het
~
toestel komen in het oog. Laat kinderen niet met het toestel spelen.
-
-
-
Het toestel is niet bestemd voor gebruik buiten.
Gebruik het toestel uitsluitend in huis houdelijke context voor het bewaren van diepvriesproducten, het invriezen van verse levensmiddelen en het ma ken van ijsblokjes.
6
-
-
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Technische veiligheid
Controleer vóórdat het toestel wordt
~
geplaatst, of het zichtbaar beschadigd is. Is dat het geval, neem het dan in geen geval in gebruik. Een beschadigd toestel kan uw veilig heid in gevaar brengen!
Is de aansluitkabel beschadigd, laat
~
deze dan vervangen door een vakman of vakvrouw die door Miele erkend is. Zo vermijdt u risico's voor wie het toe stel gebruikt.
Dit toestel bevat het koelmiddel iso
~
butaan (R600a), een natuurlijk gas dat het milieu weinig belast, maar wel brandbaar is. Het is niet schadelijk voor de ozonlaag en draagt niet bij tot het broeikaseffect. Het gebruik van dit mi­lieuvriendelijke koelmiddel veroorzaakt wel een lichte verhoging van het werkingsgeluid. Naast werkingsgeluiden van de compressor kunnen er ook stromingsgeluiden te ho­ren zijn die afkomstig zijn van het koelcircuit. Dat is jammer genoeg niet te vermijden, maar heeft geen invloed op de prestaties van het toestel. Let er bij het transporteren en het op stellen van het toestel op dat geen en kel onderdeel van het koelcircuit be schadigd raakt. Wegspattend koelmid del kan tot oogletsels leiden! Bij beschadiging:
-
-
-
-
-
Hoe meer koelmiddel er in een toe
~
stel zit, hoe groter de ruimte moet zijn waarin het toestel wordt opgesteld. Bij een eventueel lek kan er in een te kleine ruimte een brandbaar mengsel van gas en lucht ontstaan. Per 8 g koelmiddel moet het vertrek minstens 1 m heid koelmiddel is aangegeven op het typeplaatje in het toestel.
Een veilige werking van het toestel
~
is alleen dan gewaarborgd als het toe stel overeenkomstig de gebruiksaanwij
-
zing gemonteerd en aangesloten werd.
Voordat u het toestel aansluit, dient
~
u eerst de aansluitgegevens (spanning en frequentie) op het typeplaatje met die van het elektriciteitsnet te vergelij­ken. Deze gegevens dienen absoluut over­een te stemmen. Anders treedt er scha­de op aan uw toestel. Vraag bij twijfel inlichtingen aan een elektricien.
Gebruik uit veiligheidsoverwegingen
~
geen verlengkabels of stopcontactenblokken om het toestel aan te sluiten. Die bieden niet voldoen de veiligheidsgaranties. Er bestaat on der andere gevaar voor oververhitting.
-
3
groot zijn. De hoeveel
-
-
-
-
-
-
vermijd open vuur of vonken,
trek de stekker uit het stopcontact,
verlucht het vertrek waarin het toestel staat gedurende enkele minuten, en
neem contact op met de dienst Her stellingen aan huis van Miele.
-
7
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
De elektrische veiligheid van het
~
toestel is alleen gewaarborgd als het wordt aangesloten op een volgens de voorschriften geïnstalleerd aardsys teem. Het is heel belangrijk dat aan deze fundamentele veiligheidsvoor waarde is voldaan. Laat de elektrische installatie in uw woning bij twijfel door een elektricien controleren. De fabrikant kan niet aansprakelijk ge steld worden voor schade die werd ver oorzaakt doordat de aardleiding onder broken was of gewoon ontbrak. Er be staat in dat geval onder andere gevaar voor elektrische schokken.
Installatie-, onderhouds- en
~
herstellingswerken mogen alleen wor­den uitgevoerd door vakmensen die door de fabrikant erkend zijn. Door ondeskundig uitgevoerde installatie-, onderhouds- of herstellingswerken kunnen er voor de gebruiker aanzienlijke risico's ontstaan waarvoor de fabrikant niet aansprakelijk kan worden gesteld.
-
-
-
-
Tijdens installatie-, onderhouds- en
~
herstellingswerken moet het toestel van het elektriciteitsnet losgekoppeld zijn. Het toestel is pas stroomloos indien aan een van deze voorwaarden werd vol daan:
De stekker van het toestel is uitge
trokken. Trek daarbij niet aan de kabel, wel aan de stekker.
­De desbetreffende zekering in de
­zekeringenkast is uitgeschakeld.
Laat defecte onderdelen enkel
~
vervangen door originele Miele-wisselstukken. Enkel dan bent u zeker dat ze ten volle voldoen aan de eisen die Miele qua veiligheid stelt.
Het toestel mag niet op niet-vaste
~
plaatsen (bijv. op een schip) worden gebruikt.
-
-
Laat u het toestel tijdens de ga
~
rantieperiode herstellen, dan mag dat enkel gebeuren door een technicus die door de fabrikant erkend is. Anders is er bij schade achteraf geen aanspraak meer op garantie.
8
-
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Veilig gebruik
Raak bevroren levensmiddelen niet
~
met natte handen aan. Uw handen zou den kunnen vastvriezen. U kunt zich verwonden!
Steek nooit ijsblokjes en ijslolly's,
~
met name waterijsjes, in de mond wan neer u ze net uit de diepvraskast hebt gehaald. Door de zeer lage temperatuur van de bevroren levensmiddelen kunnen uw lippen of tong vastvriezen. U kunt zich verwonden!
Gedeeltelijk of volledig ontdooide le-
~
vensmiddelen mogen niet opnieuw wor­den ingevroren. Verbruik deze levensmiddelen zo snel mogelijk, want de levensmiddelen ver­liezen hun voedingswaarde en beder­ven. Ontdooide levensmiddelen kunt u opnieuw invriezen nadat u ze hebt ge­kookt of gebraden.
Als u levensmiddelen eet die te lang
~
bewaard werden, bestaat er gevaar voor voedselvergiftiging. De bewaarduur is afhankelijk van di verse factoren, zoals de versheid en kwaliteit van de levensmiddelen en de temperatuur waarop ze worden be waard. Hou rekening met de bewaarinstructies en de verbruikstermijnen van de fabrikant van de levensmiddelen.
-
-
Gebruik geen elektrische toestellen
~
in het toestel (bijv. om softijs te ma ken). Er kunnen vonken ontstaan. Ont
-
ploffingsgevaar!
Bewaar geen blikjes en flessen met
~
koolzuurhoudende dranken of met vloeistoffen die kunnen bevriezen in de
­vrieszone. De blikjes of flessen kunnen
uit elkaar springen. U kunt zich verwonden en er kan scha de ontstaan.
Als u flessen snel in de
~
diepvrieskast wenst te koelen, moet u ze uiterlijk na één uur weer uit het toe stel halen. De flessen kunnen ontplof­fen. U kunt zich verwonden en er kan schade ontstaan.
Gebruik geen voorwerpen met een
~
scherpe punt of rand om
– rijm- en ijslagen te verwijderen,
– vastgevroren bakjes voor ijsblokjes
en levensmiddelen los te wrikken.
Als u dat doet, beschadigt u de koelelementen en functioneert het toe stel niet meer correct.
Behandel de deurdichting niet met
~
olie of vet. Daardoor wordt de deurdichting na ver loop van tijd poreus.
-
-
-
-
-
-
Bewaar geen explosieve stoffen of
~
producten met brandbare drijfgassen (bijv. spuitbussen) in het toestel. Als de thermostaat wordt ingeschakeld, kun nen er vonken ontstaan. Die kunnen ontvlambare mengsels tot ontploffing brengen.
-
-
9
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Het toestel is geconstrueerd voor
~
een bepaalde klimaatklasse (bereik van de kamertemperatuur) waarvan de onder- en bovengrens moeten worden gerespecteerd. De klimaatklasse is ver meld op het typeplaatje aan de binnen zijde van het toestel. Een te lage kamertemperatuur heeft tot gevolg dat de compressor gedurende een lange tijd stilstaat, zodat het toestel de vereiste temperatuur niet kan aan houden.
Plaats nooit elektrische verwar
~
mingstoestellen of kaarsen in het toe stel om het te ontdooien. De kunststof zou beschadigd raken.
Gebruik geen ontdooisprays of -
~
producten om ijs te verwijderen. Die kunnen immers explosieve gassen vormen en kunnen oplosmiddelen of drijfgassen bevatten die de kunststof aantasten. Ook zijn ze mogelijk schade­lijk voor de gezondheid.
-
-
-
Uw toestel afdanken
Vernietig het knip- of vergrendelslot
~
van uw oude diepvrieskast als u die af dankt.
­Op die manier voorkomt u dat spelende
­kinderen zich in het toestel opsluiten,
wat levensgevaarlijk kan zijn.
Beschadig geen onderdelen van het
~
koelcircuit, bijv. door
koelmiddelkanalen van het
verdampsysteem open te prikken,
buizen te knikken,
– oppervlaktecoatings weg te krassen.
Als er koelmiddel uit spuit, kan dat oogletsels veroorzaken.
De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade die ontstaan is doordat deze veiligheidsrichtlijnen niet in acht werden genomen.
-
Dek de opening voor luchttoevoer in
~
de sokkel en de opening voor luchtaf voer boven in de ombouwkast niet af. Als deze openingen afgedekt zijn, kan er geen goede luchtcirculatie plaatsvin den. Het stroomverbruik stijgt en scha de aan onderdelen kan niet worden uit gesloten.
Gebruik voor het ontdooien en reini
~
gen van het toestel in geen geval een stoomreiniger. Stoom kan in aanraking komen met on derdelen van het toestel die onder spanning staan en zo een kortsluiting veroorzaken.
10
-
-
-
-
-
-
Hoe kunt u energie besparen?
Normaal energieverbruik Verhoogd energieverbruik
Opstellen In een verluchte ruimte. In een gesloten, niet verluchte ruimte.
Beschermd tegen rechtstreekse zonnestralen.
Niet naast een warmtebron (verwar mingselement, fornuis).
Bij een ideale kamertemperatuur van ongeveer 20 °C.
Dek de ventilatieopeningen niet af. Verwijder regelmatig het stof van de ventilatieopeningen.
Temperatuurinstelling Thermostaat op basis van "circa-getallen" (regeling in niveaus)
Temperatuurinstelling Thermostaat op basis van graden (digitaal display)
Gebruik Laat de schuifladen, legplaten en
Ontdooien Ontdooi de vrieszone bij een ijslaag
Bij een gemiddelde instelling van 2 tot 3.
Bewaarzone van 8 tot 12 °C
Koelzone 4 tot 5 °C
PerfectFresch-zone ongeveer 0 °C
Vrieszone -18 °C
Wijnbewaarzone van 10 tot 12 °C
rekken zoals ze waren toen het toe­stel werd geleverd.
Open de deur altijd zo kort mogelijk. De deur vaak en langdurig openen
Schik de levensmiddelen in het toe stel.
Laat warme gerechten en dranken eerst buiten het toestel afkoelen.
Plaats levensmiddelen goed verpakt of goed afgedekt in het toestel.
Leg ingevroren producten in de koelzone om ze te ontdooien.
Doe de vakken niet te vol zodat de lucht kan circuleren.
van 0,5 cm.
Bij rechtstreekse zonnestralen.
Naast een warmtebron
­(verwarmingselement, fornuis).
Bij een hogere omgevingstempera tuur.
Bij een hoge instelling: Hoe lager de temperatuur in de zone, hoe hoger het energiever bruik!
Bij toestellen met een winterschake­ling moet u erop letten dat die scha­kelaar bij omgevingstemperaturen boven 16 °C of 18 °C uitgeschakeld is!
= koudeverlies
-
Als u lang moet zoeken, blijft de deur lang openstaan.
Warme gerechten doen de com pressor langdurig werken (het toe stel probeert te koelen).
Wanneer vloeistoffen in de koelzone verdampen en condenseren, leidt dat tot verlies van het koelvermo gen.
Een ijslaag vermindert de over dracht van de koude aan de in te vriezen levensmiddelen en doet het energieverbruik stijgen!
-
-
-
-
-
-
11
Toestel in- en uitschakelen
Vóór het eerste gebruik
Reinigen
Reinig de binnenruimte en het toebe
^
horen. Gebruik daarvoor lauw water. Wrijf daarna alles droog met een doek.
Toestel inschakelen
^ Druk op de aan-uittoets.
Op de temperatuurindicator ziet u streepjes en de vrieszone begint te koelen.
Om zeker te zijn dat de temperatuur laag genoeg is, dient u het toestel en­kele uren te laten voorkoelen voordat u voor het eerst levensmiddelen in het toestel plaatst.
Koudeaccu
Plaats de koelaccu in de bovenste schuiflade of op het vriestablet (om plaats te besparen). Na ca. 24 uur kan
­de koelaccu zijn maximaal koelvermo gen leveren.
Toestel uitschakelen
Druk op de aan-uittoets tot de tempe
^
ratuurindicator uitgaat.
De koeling is uitgeschakeld. (Als dit niet het geval is, is de vergrendeling ingeschakeld!)
-
-
12
Toestel in- en uitschakelen
Vergrendeling
Met de vergrendeling kunt u het toestel beveiligen, zodat het niet ongewenst wordt uitgeschakeld.
Vergrendeling in-/uitschakelen
Hou de toets voor "Superfrost" gedu
^
rende ca. 5 seconden ingedrukt.
Het controlelampje van de toets voor "Superfrost" knippert en op de tempera­tuurindicator knippert
^ Druk nogmaals op de toets voor "Su-
perfrost".
Op de temperatuurindicator ziet u
;.
;.
Doet u dat niet, dan schakelt de elek tronische besturing na ca. 2 minuten automatisch over op de normale modus.
Bij langdurige afwezigheid
Als u het toestel gedurende lange tijd niet gebruikt, gaat u als volgt te werk:
schakel het toestel uit,
^
trek de stekker uit of schakel de des
^
­betreffende zekering in uw
zekeringenkast uit.
^ ontdooi en reinig het toestel en ^ laat de toesteldeur op een kier staan
om geurvorming te vermijden.
Als het toestel bij langdurige afwe­zigheid wordt uitgeschakeld maar niet gereinigd, bestaat er gevaar voor schimmelvorming als de deur gesloten blijft.
-
-
^
Door op de insteltoetsen voor de temperatuur te drukken, kunt u nu kiezen tussen
0: de vergrendeling is uitgeschakeld, 1: de vergrendeling is ingeschakeld.
^
Druk op de toets voor "Superfrost" om de instelling op te slaan.
Als de vergrendeling ingeschakeld is, brandt het controlelampje van de ver grendeling
^
Druk op de aan-uittoets om de instelmodus af te sluiten.
; 0 en ; 1:
X.
-
13
De juiste temperatuur
Bij het bewaren van levensmiddelen is de juiste temperatuurinstelling zeer be langrijk. Levensmiddelen bederven snel ten gevolge van micro-organismen, wat door de juiste bewaartemperatuur kan worden verhinderd of vertraagd. De temperatuur beïnvloedt de groeisnelheid van de micro-organis men. Hoe lager de temperatuur, hoe langzamer dit proces verloopt.
Om verse levensmiddelen in te vriezen en ze langdurig te bewaren, is een tem peratuur van -18 °C vereist. Bij die tem peratuur komt de groei van micro-orga nismen in hoge mate tot stilstand. Zo­dra de temperatuur boven -10 °C stijgt, begint de ontbinding door de micro-or­ganismen; de levensmiddelen kunnen minder lang worden bewaard. Daarom mogen geheel of gedeeltelijk ontdooide levensmiddelen pas opnieuw ingevro­ren worden, nadat ze verwerkt werden (koken of braden). Door de hoge tem­peraturen worden de meeste micro-or­ganismen gedood.
De temperatuur in het toestel stijgt
als u vaak en gedurende lange tijd de toesteldeur opent,
hoe meer levensmiddelen er worden bewaard,
als de verse levensmiddelen warm zijn,
als de omgevingstemperatuur van het toestel hoog is. Het toestel is geconstrueerd voor een bepaalde klimaatklasse (bereik van de kamertemperatuur) waarvan de onder- en bovengrens gerespecteerd moeten worden.
-
Temperatuur instellen
­De temperatuur in de vrieszone kunt u
instellen met de twee toetsen onder de temperatuurindicator.
Door het indrukken van de
toets + : stijgt de temperatuur toets - : daalt de temperatuur
-
­Tijdens het instellen wordt de
­insteltemperatuur knipperend aangege
ven.
Volgende wijzigingen zijn in de tempe­ratuurindicator merkbaar als u op de toetsen drukt:
– Eén keer drukken: de laatst gekozen
temperatuurwaarde wordt knippe­rend aangegeven.
– Telkens als u nogmaals drukt:
De temperatuurwaarde verandert in stappen van 1 °C.
Toets ingedrukt houden: de tempera tuurwaarde wijzigt ononderbroken.
Ongeveer 5 seconden nadat u de laatste keer op de toets heeft gedrukt, geeft de temperatuurindicator automa tisch de effectieve temperatuurwaarde aan die momenteel in de vrieszone heerst.
-
-
-
14
De juiste temperatuur
Als u de temperatuur heeft gewijzigd, controleert u de temperatuurindicator na
ca. 6 uur als er weinig voedsel in het toestel zit en na ca. 24 uur als het toe stel volledig gevuld is. Pas dan is de
effectieve temperatuur ingesteld. Als de temperatuur na die tijd nog te hoog of te laag is, stelt u de temperatuur opnieuw in.
Mogelijke instelwaarden voor de temperatuur
De temperatuur kan als volgt worden ingesteld: van -14 °C tot -28 °C.
Het bereiken van de laagste tempera­tuur is afhankelijk van de opstelplaats en van de omgevingstemperatuur. Bij een hoge omgevingstemperatuur kan de laagste temperatuur niet altijd wor­den bereikt.
Temperatuurindicator
De temperatuurindicator in het bedie­ningspaneel toont bij een normale wer­king de temperatuur van de warmste plaats in de vrieszone.
Als de temperatuur in het toestel niet binnen het mogelijke temperatuurbereik (onder 0 °C) ligt, branden in de tempe ratuurindicator alleen streepjes.
Een kortstondig koudeverlies vormt geen probleem als dit ontstaat omdat
de deur van het toestel één keer ge
-
durende lange tijd geopend blijft, bijv. om grote hoeveelheden levens middelen in of uit het toestel te halen,
u verse levensmiddelen invriest.
Als de temperatuur in de vrieszone ge durende langere tijd warmer is dan
-18 °C, gaat u na of de ingevroren le vensmiddelen gedeeltelijk of volledig ontdooid zijn. In dit geval dient u deze levensmiddelen zo snel mogelijk te ver bruiken!
Lichtsterkte van de temperatuur­indicator
De lichtsterkte van de temperatuurindi­cator is bij levering van het toestel inge­steld op laag. Zodra de deur wordt ge­opend, een instelling wordt gewijzigd of een alarmtoestand heerst, brandt de temperatuurindicator gedurende ca. 1 minuut met de maximumlichtsterkte.
U kunt de lichtsterkte van de tempera tuurindicator wijzigen:
-
-
-
-
-
-
-
De temperatuurindicator knippert als
een andere temperatuur wordt inge steld,
de temperatuur in het toestel met verschillende graden gestegen is, om koudeverlies aan te geven.
^
Hou de Superfrost-toets gedurende
-
ca. 5 seconden ingedrukt.
Het controlelampje van de Superfrost
-toets knippert en op de temperatuurin dicator knippert
;.
-
-
15
De juiste temperatuur
Druk enkele keren op een van de
^
toetsen voor het instellen van de tem peratuur, tot op de indicator weergegeven.
Druk nogmaals op de Superfrost
^
-toets.
^ wordt
-
-
Op de indicator ziet u
Door op de toetsen voor het instellen
^
van de temperatuur te drukken, kunt u nu de lichtsterkte van de indicator wijzigen. U kunt kiezen uit de stan­den 1 tot 5:
1: minimale lichtsterkte, 5: maximale lichtsterkte.
^ Druk op de Superfrost-toets om de
instelling op te slaan.
^
Beëindig de instelmodus door op de toets aan/uit te drukken.
Na ca. 2 minuten schakelt de elektro nische besturing op de normale wer king over.
^.
-
-
16
Loading...
+ 36 hidden pages