Miele F 9052 i-1, F 9252 i-1, F 9552 i-1, F 9052 i, F 9252 i, F 9552 i User Manual [nl]
Montage- en gebruiksaanwijzing
Diepvrieskast
F 9052 i (-1)
F 9252 i (-1)
F 9552 i (-1)
Lees in elk geval de gebruiksaanwijzing voor u het toestel opstelt,
installeert en in gebruik neemt.
Dat is veiliger voor uzelf
u vermijdt schade aan het toestel.
nl-BE
M.-Nr. 09 290 220
Inhoud
Beschrijving van het toestel .........................................4
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu ...........................5
Opmerkingen omtrent uw veiligheid ..................................6
Hoe kunt u energie besparen? ......................................11
Toestel in- en uitschakelen .........................................12
Het toestel inbouwen..............................................41
Gewicht van de meubeldeur .........................................41
Inbouw in een scheidingswand .......................................41
De meubeldeur monteren ...........................................45
Beschrijving van het toestel
a Controlelampje van de vergrendeling
b Toets aan/uit
c Temperatuurindicator
d Toetsen voor het instellen van de
temperatuur (+ voor warmer; - voor
kouder)
e Superfrost-toets en controlelampje
f Uitschakeltoets voor het waarschu
wingssignaal
-
a Vriesladen met
vrieskalender
4
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu
Recycleerbare verpakking
De verpakking behoedt het toestel voor
transportschade. Er werd materiaal ge
kozen dat door het milieu wordt verdra
gen en opnieuw kan worden benut.
Door de verpakking weer in kringloop
te brengen, wordt er grondstof ge
spaard en verkleint de afvalberg. Geef
deze stoffen dus niet met het gewone
vuilnis mee. Breng ze liever naar het
dichtstbijzijnde gemeentelijk container
park. Waar u dat vindt, komt u zeker bij
uw gemeentebestuur aan de weet.
-
-
-
Als u vragen heeft omtrent het af
danken van uw oud toestel, neem dan
contact op met
de handelaar bij wie u het kocht
–
of
-
Het afdanken van het apparaat
Oude elektrische en elektronische apparaten bevatten vaak nog waardevolle
materialen. Ze bevatten echter ook
schadelijke stoffen die voor het functioneren en de veiligheid van het apparaat
nodig waren. Als u het apparaat bij het
gewone afval doet of bij verkeerde behandeling kunnen deze stoffen schadelijk zijn voor de gezondheid en het
milieu. Verwijder het afgedankte appa
raat dan ook nooit met het gewone af
val.
Bij de aankoop van uw nieuw toestel
heeft u een bijdrage betaald. Die wordt
volledig gebruikt voor de toekomstige
recyclage van dat toestel. Dat bevat
trouwens nog waardevol materiaal.
Door te recycleren wordt er dan ook
minder verspild en vervuild.
-
-
– de firma Recupel,
telefoon 02 706 86 10,
website: www.recupel.be
of
– uw gemeentebestuur als u uw toestel
naar een containerpark brengt.
Zorg er ook voor dat het toestel intussen kindveilig wordt bewaard voor u het
laat wegbrengen.
5
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Gebruik voor andere doeleinden is niet
Dit toestel voldoet aan de voorge
schreven veiligheidsvoorschriften.
Door ondeskundig gebruik kunnen
gebruikers echter letsel oplopen en
kan er schade optreden aan het toe
stel.
Voor u het toestel in gebruik neemt,
moet u de gebruiksaanwijzing aan
dachtig lezen. U vindt er belangrijke
opmerkingen omtrent uw veiligheid,
de installatie, het gebruik en het on
derhoud van uw toestel. Dat is vei
liger voor uzelf en u voorkomt scha
de aan het toestel.
Bewaar de gebruiksaanwijzing en
geef ze door aan wie het toestel
eventueel na u gebruikt.
Juist gebruik
Het toestel is uitsluitend bedoeld
~
voor gebruik in het huishouden en
gelijkaardige omgevingen zoals
–
in winkels, kantoren en gelijkaardige
werkomgevingen,
–
op boerderijen,
–
door klanten in hotels, motels,
bed-and-breakfasts en andere
typische woonomgevingen.
-
-
toegelaten en kan gevaarlijk zijn. De fa
brikant is niet aansprakelijk voor scha
de die werd veroorzaakt doordat het
toestel voor andere doeleinden werd
-
gebruikt of verkeerd werd bediend.
Personen die door hun fysieke,
~
zintuiglijke of geestelijke mogelijkheden
of hun onervarenheid of gebrek aan
kennis niet in staat zijn om het toestel
veilig te bedienen, mogen dit toestel al
leen onder het toezicht of de
begeleiding van een verantwoordelijk
iemand gebruiken.
-
Kinderen in het huishouden
Kinderen vanaf acht jaar mogen het
~
toestel zonder toezicht gebruiken, maar
alleen wanneer hun de bediening ervan
zo uitgelegd is dat ze het veilig kunnen
bedienen. Kinderen moeten de eventuele risico's van een foutieve bediening
kunnen beseffen.
Kinderen jonger dan acht jaar moe-
~
ten uit de buurt van het toestel worden
gehouden, tenzij ze constant in het oog
worden gehouden.
Hou kinderen die in de buurt van het
~
toestel komen in het oog. Laat kinderen
niet met het toestel spelen.
-
-
-
Het toestel is niet bestemd voor gebruik
buiten.
Gebruik het toestel uitsluitend in huis
houdelijke context voor het bewaren
van diepvriesproducten, het invriezen
van verse levensmiddelen en het ma
ken van ijsblokjes.
6
-
-
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Technische veiligheid
Controleer vóórdat het toestel wordt
~
geplaatst, of het zichtbaar beschadigd
is. Is dat het geval, neem het dan in
geen geval in gebruik.
Een beschadigd toestel kan uw veilig
heid in gevaar brengen!
Is de aansluitkabel beschadigd, laat
~
deze dan vervangen door een vakman
of vakvrouw die door Miele erkend is.
Zo vermijdt u risico's voor wie het toe
stel gebruikt.
Dit toestel bevat het koelmiddel iso
~
butaan (R600a), een natuurlijk gas dat
het milieu weinig belast, maar wel
brandbaar is. Het is niet schadelijk voor
de ozonlaag en draagt niet bij tot het
broeikaseffect. Het gebruik van dit milieuvriendelijke koelmiddel veroorzaakt
wel een lichte verhoging van het
werkingsgeluid. Naast
werkingsgeluiden van de compressor
kunnen er ook stromingsgeluiden te horen zijn die afkomstig zijn van het
koelcircuit. Dat is jammer genoeg niet
te vermijden, maar heeft geen invloed
op de prestaties van het toestel.
Let er bij het transporteren en het op
stellen van het toestel op dat geen en
kel onderdeel van het koelcircuit be
schadigd raakt. Wegspattend koelmid
del kan tot oogletsels leiden!
Bij beschadiging:
-
-
-
-
-
Hoe meer koelmiddel er in een toe
~
stel zit, hoe groter de ruimte moet zijn
waarin het toestel wordt opgesteld. Bij
een eventueel lek kan er in een te
kleine ruimte een brandbaar mengsel
van gas en lucht ontstaan.
Per 8 g koelmiddel moet het vertrek
minstens 1 m
heid koelmiddel is aangegeven op het
typeplaatje in het toestel.
Een veilige werking van het toestel
~
is alleen dan gewaarborgd als het toe
stel overeenkomstig de gebruiksaanwij
-
zing gemonteerd en aangesloten werd.
Voordat u het toestel aansluit, dient
~
u eerst de aansluitgegevens (spanning
en frequentie) op het typeplaatje met
die van het elektriciteitsnet te vergelijken.
Deze gegevens dienen absoluut overeen te stemmen. Anders treedt er schade op aan uw toestel. Vraag bij twijfel
inlichtingen aan een elektricien.
Gebruik uit veiligheidsoverwegingen
~
geen verlengkabels of
stopcontactenblokken om het toestel
aan te sluiten. Die bieden niet voldoen
de veiligheidsgaranties. Er bestaat on
der andere gevaar voor oververhitting.
-
3
groot zijn. De hoeveel
-
-
-
-
-
-
–
vermijd open vuur of vonken,
–
trek de stekker uit het stopcontact,
–
verlucht het vertrek waarin het toestel
staat gedurende enkele minuten, en
–
neem contact op met de dienst Her
stellingen aan huis van Miele.
-
7
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
De elektrische veiligheid van het
~
toestel is alleen gewaarborgd als het
wordt aangesloten op een volgens de
voorschriften geïnstalleerd aardsys
teem. Het is heel belangrijk dat aan
deze fundamentele veiligheidsvoor
waarde is voldaan. Laat de elektrische
installatie in uw woning bij twijfel door
een elektricien controleren.
De fabrikant kan niet aansprakelijk ge
steld worden voor schade die werd ver
oorzaakt doordat de aardleiding onder
broken was of gewoon ontbrak. Er be
staat in dat geval onder andere gevaar
voor elektrische schokken.
Installatie-, onderhouds- en
~
herstellingswerken mogen alleen worden uitgevoerd door vakmensen die
door de fabrikant erkend zijn.
Door ondeskundig uitgevoerde
installatie-, onderhouds- of
herstellingswerken kunnen er voor de
gebruiker aanzienlijke risico's ontstaan
waarvoor de fabrikant niet aansprakelijk
kan worden gesteld.
-
-
-
-
Tijdens installatie-, onderhouds- en
~
herstellingswerken moet het toestel van
het elektriciteitsnet losgekoppeld zijn.
Het toestel is pas stroomloos indien aan
een van deze voorwaarden werd vol
daan:
De stekker van het toestel is uitge
–
trokken.
Trek daarbij niet aan de kabel, wel
aan de stekker.
De desbetreffende zekering in de
–
zekeringenkast is uitgeschakeld.
Laat defecte onderdelen enkel
~
vervangen door originele
Miele-wisselstukken. Enkel dan bent u
zeker dat ze ten volle voldoen aan de
eisen die Miele qua veiligheid stelt.
Het toestel mag niet op niet-vaste
~
plaatsen (bijv. op een schip) worden
gebruikt.
-
-
Laat u het toestel tijdens de ga
~
rantieperiode herstellen, dan mag dat
enkel gebeuren door een technicus die
door de fabrikant erkend is. Anders is
er bij schade achteraf geen aanspraak
meer op garantie.
8
-
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Veilig gebruik
Raak bevroren levensmiddelen niet
~
met natte handen aan. Uw handen zou
den kunnen vastvriezen. U kunt zich
verwonden!
Steek nooit ijsblokjes en ijslolly's,
~
met name waterijsjes, in de mond wan
neer u ze net uit de diepvraskast hebt
gehaald.
Door de zeer lage temperatuur van de
bevroren levensmiddelen kunnen uw
lippen of tong vastvriezen. U kunt zich
verwonden!
Gedeeltelijk of volledig ontdooide le-
~
vensmiddelen mogen niet opnieuw worden ingevroren.
Verbruik deze levensmiddelen zo snel
mogelijk, want de levensmiddelen verliezen hun voedingswaarde en bederven. Ontdooide levensmiddelen kunt u
opnieuw invriezen nadat u ze hebt gekookt of gebraden.
Als u levensmiddelen eet die te lang
~
bewaard werden, bestaat er gevaar
voor voedselvergiftiging.
De bewaarduur is afhankelijk van di
verse factoren, zoals de versheid en
kwaliteit van de levensmiddelen en de
temperatuur waarop ze worden be
waard. Hou rekening met de
bewaarinstructies en de
verbruikstermijnen van de fabrikant van
de levensmiddelen.
-
-
Gebruik geen elektrische toestellen
~
in het toestel (bijv. om softijs te ma
ken). Er kunnen vonken ontstaan. Ont
-
ploffingsgevaar!
Bewaar geen blikjes en flessen met
~
koolzuurhoudende dranken of met
vloeistoffen die kunnen bevriezen in de
vrieszone. De blikjes of flessen kunnen
uit elkaar springen.
U kunt zich verwonden en er kan scha
de ontstaan.
Als u flessen snel in de
~
diepvrieskast wenst te koelen, moet u
ze uiterlijk na één uur weer uit het toe
stel halen. De flessen kunnen ontploffen. U kunt zich verwonden en er kan
schade ontstaan.
Gebruik geen voorwerpen met een
~
scherpe punt of rand om
– rijm- en ijslagen te verwijderen,
– vastgevroren bakjes voor ijsblokjes
en levensmiddelen los te wrikken.
Als u dat doet, beschadigt u de
koelelementen en functioneert het toe
stel niet meer correct.
Behandel de deurdichting niet met
~
olie of vet.
Daardoor wordt de deurdichting na ver
loop van tijd poreus.
-
-
-
-
-
-
Bewaar geen explosieve stoffen of
~
producten met brandbare drijfgassen
(bijv. spuitbussen) in het toestel. Als de
thermostaat wordt ingeschakeld, kun
nen er vonken ontstaan. Die kunnen
ontvlambare mengsels tot ontploffing
brengen.
-
-
9
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Het toestel is geconstrueerd voor
~
een bepaalde klimaatklasse (bereik van
de kamertemperatuur) waarvan de
onder- en bovengrens moeten worden
gerespecteerd. De klimaatklasse is ver
meld op het typeplaatje aan de binnen
zijde van het toestel.
Een te lage kamertemperatuur heeft tot
gevolg dat de compressor gedurende
een lange tijd stilstaat, zodat het toestel
de vereiste temperatuur niet kan aan
houden.
Plaats nooit elektrische verwar
~
mingstoestellen of kaarsen in het toe
stel om het te ontdooien.
De kunststof zou beschadigd raken.
Gebruik geen ontdooisprays of -
~
producten om ijs te verwijderen.
Die kunnen immers explosieve gassen
vormen en kunnen oplosmiddelen of
drijfgassen bevatten die de kunststof
aantasten. Ook zijn ze mogelijk schadelijk voor de gezondheid.
-
-
-
Uw toestel afdanken
Vernietig het knip- of vergrendelslot
~
van uw oude diepvrieskast als u die af
dankt.
Op die manier voorkomt u dat spelende
kinderen zich in het toestel opsluiten,
wat levensgevaarlijk kan zijn.
Beschadig geen onderdelen van het
~
koelcircuit, bijv. door
koelmiddelkanalen van het
–
verdampsysteem open te prikken,
buizen te knikken,
–
– oppervlaktecoatings weg te krassen.
Als er koelmiddel uit spuit, kan dat
oogletsels veroorzaken.
De fabrikant is niet aansprakelijk
voor schade die ontstaan is doordat
deze veiligheidsrichtlijnen niet in
acht werden genomen.
-
Dek de opening voor luchttoevoer in
~
de sokkel en de opening voor luchtaf
voer boven in de ombouwkast niet af.
Als deze openingen afgedekt zijn, kan
er geen goede luchtcirculatie plaatsvin
den. Het stroomverbruik stijgt en scha
de aan onderdelen kan niet worden uit
gesloten.
Gebruik voor het ontdooien en reini
~
gen van het toestel in geen geval een
stoomreiniger.
Stoom kan in aanraking komen met on
derdelen van het toestel die onder
spanning staan en zo een kortsluiting
veroorzaken.
10
-
-
-
-
-
-
Hoe kunt u energie besparen?
Normaal energieverbruikVerhoogd energieverbruik
OpstellenIn een verluchte ruimte.In een gesloten, niet verluchte ruimte.
Beschermd tegen rechtstreekse
zonnestralen.
Niet naast een warmtebron (verwar
mingselement, fornuis).
Bij een ideale kamertemperatuur van
ongeveer 20 °C.
Dek de ventilatieopeningen niet af.
Verwijder regelmatig het stof van de
ventilatieopeningen.
Temperatuurinstelling
Thermostaat op basis
van "circa-getallen"
(regeling in niveaus)
Temperatuurinstelling
Thermostaat op basis
van graden
(digitaal display)
GebruikLaat de schuifladen, legplaten en
OntdooienOntdooi de vrieszone bij een ijslaag
Bij een gemiddelde instelling
van 2 tot 3.
Bewaarzone van 8 tot 12 °C
Koelzone 4 tot 5 °C
PerfectFresch-zone ongeveer 0 °C
Vrieszone -18 °C
Wijnbewaarzone van 10 tot 12 °C
rekken zoals ze waren toen het toestel werd geleverd.
Open de deur altijd zo kort mogelijk. De deur vaak en langdurig openen
Schik de levensmiddelen in het toe
stel.
Laat warme gerechten en dranken
eerst buiten het toestel afkoelen.
Plaats levensmiddelen goed verpakt
of goed afgedekt in het toestel.
Leg ingevroren producten in de
koelzone om ze te ontdooien.
Doe de vakken niet te vol zodat de
lucht kan circuleren.
van 0,5 cm.
Bij rechtstreekse zonnestralen.
Naast een warmtebron
(verwarmingselement, fornuis).
Bij een hogere omgevingstempera
tuur.
Bij een hoge instelling:
Hoe lager de temperatuur in de
zone, hoe hoger het energiever
bruik!
Bij toestellen met een winterschakeling moet u erop letten dat die schakelaar bij omgevingstemperaturen
boven 16 °C of 18 °C uitgeschakeld
is!
= koudeverlies
-
Als u lang moet zoeken, blijft de
deur lang openstaan.
Warme gerechten doen de com
pressor langdurig werken (het toe
stel probeert te koelen).
Wanneer vloeistoffen in de koelzone
verdampen en condenseren, leidt
dat tot verlies van het koelvermo
gen.
Een ijslaag vermindert de over
dracht van de koude aan de in te
vriezen levensmiddelen en doet het
energieverbruik stijgen!
-
-
-
-
-
-
11
Toestel in- en uitschakelen
Vóór het eerste gebruik
Reinigen
Reinig de binnenruimte en het toebe
^
horen. Gebruik daarvoor lauw water.
Wrijf daarna alles droog met een
doek.
Toestel inschakelen
^ Druk op de aan-uittoets.
Op de temperatuurindicator ziet u
streepjes en de vrieszone begint te
koelen.
Om zeker te zijn dat de temperatuur
laag genoeg is, dient u het toestel enkele uren te laten voorkoelen voordat u
voor het eerst levensmiddelen in het
toestel plaatst.
Koudeaccu
Plaats de koelaccu in de bovenste
schuiflade of op het vriestablet (om
plaats te besparen). Na ca. 24 uur kan
de koelaccu zijn maximaal koelvermo
gen leveren.
Toestel uitschakelen
Druk op de aan-uittoets tot de tempe
^
ratuurindicator uitgaat.
De koeling is uitgeschakeld. (Als dit
niet het geval is, is de vergrendeling
ingeschakeld!)
-
-
12
Toestel in- en uitschakelen
Vergrendeling
Met de vergrendeling kunt u het toestel
beveiligen, zodat het niet ongewenst
wordt uitgeschakeld.
Vergrendeling in-/uitschakelen
Hou de toets voor "Superfrost" gedu
^
rende ca. 5 seconden ingedrukt.
Het controlelampje van de toets voor
"Superfrost" knippert en op de temperatuurindicator knippert
^ Druk nogmaals op de toets voor "Su-
perfrost".
Op de temperatuurindicator ziet u
;.
;.
Doet u dat niet, dan schakelt de elek
tronische besturing na ca. 2 minuten
automatisch over op de normale
modus.
Bij langdurige afwezigheid
Als u het toestel gedurende lange tijd
niet gebruikt, gaat u als volgt te werk:
schakel het toestel uit,
^
trek de stekker uit of schakel de des
^
betreffende zekering in uw
zekeringenkast uit.
^ ontdooi en reinig het toestel en
^ laat de toesteldeur op een kier staan
om geurvorming te vermijden.
Als het toestel bij langdurige afwezigheid wordt uitgeschakeld maar
niet gereinigd, bestaat er gevaar
voor schimmelvorming als de deur
gesloten blijft.
-
-
^
Door op de insteltoetsen voor de
temperatuur te drukken, kunt u nu
kiezen tussen
0: de vergrendeling is uitgeschakeld,
1: de vergrendeling is ingeschakeld.
^
Druk op de toets voor "Superfrost" om
de instelling op te slaan.
Als de vergrendeling ingeschakeld is,
brandt het controlelampje van de ver
grendeling
^
Druk op de aan-uittoets om de
instelmodus af te sluiten.
; 0 en ; 1:
X.
-
13
De juiste temperatuur
Bij het bewaren van levensmiddelen is
de juiste temperatuurinstelling zeer be
langrijk. Levensmiddelen bederven snel
ten gevolge van micro-organismen, wat
door de juiste bewaartemperatuur kan
worden verhinderd of vertraagd. De
temperatuur beïnvloedt de
groeisnelheid van de micro-organis
men. Hoe lager de temperatuur, hoe
langzamer dit proces verloopt.
Om verse levensmiddelen in te vriezen
en ze langdurig te bewaren, is een tem
peratuur van -18 °C vereist. Bij die tem
peratuur komt de groei van micro-orga
nismen in hoge mate tot stilstand. Zodra de temperatuur boven -10 °C stijgt,
begint de ontbinding door de micro-organismen; de levensmiddelen kunnen
minder lang worden bewaard. Daarom
mogen geheel of gedeeltelijk ontdooide
levensmiddelen pas opnieuw ingevroren worden, nadat ze verwerkt werden
(koken of braden). Door de hoge temperaturen worden de meeste micro-organismen gedood.
De temperatuur in het toestel stijgt
–
als u vaak en gedurende lange tijd
de toesteldeur opent,
–
hoe meer levensmiddelen er worden
bewaard,
–
als de verse levensmiddelen warm
zijn,
–
als de omgevingstemperatuur van
het toestel hoog is.
Het toestel is geconstrueerd voor
een bepaalde klimaatklasse (bereik
van de kamertemperatuur) waarvan
de onder- en bovengrens
gerespecteerd moeten worden.
-
Temperatuur instellen
De temperatuur in de vrieszone kunt u
instellen met de twee toetsen onder de
temperatuurindicator.
Door het indrukken van de
toets + : stijgt de temperatuur
toets - :daalt de temperatuur
-
Tijdens het instellen wordt de
insteltemperatuur knipperend aangege
ven.
Volgende wijzigingen zijn in de temperatuurindicator merkbaar als u op de
toetsen drukt:
– Eén keer drukken: de laatst gekozen
temperatuurwaarde wordt knipperend aangegeven.
– Telkens als u nogmaals drukt:
De temperatuurwaarde verandert in
stappen van 1 °C.
–
Toets ingedrukt houden: de tempera
tuurwaarde wijzigt ononderbroken.
Ongeveer 5 seconden nadat u de
laatste keer op de toets heeft gedrukt,
geeft de temperatuurindicator automa
tisch de effectieve temperatuurwaarde
aan die momenteel in de vrieszone
heerst.
-
-
-
14
De juiste temperatuur
Als u de temperatuur heeft gewijzigd,
controleert u de temperatuurindicator na
ca. 6 uur als er weinig voedsel in het
toestel zit en na ca. 24 uur als het toe
stel volledig gevuld is. Pas dan is de
effectieve temperatuur ingesteld. Als de
temperatuur na die tijd nog te hoog of te
laag is, stelt u de temperatuur opnieuw
in.
Mogelijke instelwaarden voor de
temperatuur
De temperatuur kan als volgt worden
ingesteld: van -14 °C tot -28 °C.
Het bereiken van de laagste temperatuur is afhankelijk van de opstelplaats
en van de omgevingstemperatuur. Bij
een hoge omgevingstemperatuur kan
de laagste temperatuur niet altijd worden bereikt.
Temperatuurindicator
De temperatuurindicator in het bedieningspaneel toont bij een normale werking de temperatuur van de warmste
plaats in de vrieszone.
Als de temperatuur in het toestel niet
binnen het mogelijke temperatuurbereik
(onder 0 °C) ligt, branden in de tempe
ratuurindicator alleen streepjes.
Een kortstondig koudeverlies vormt
geen probleem als dit ontstaat omdat
de deur van het toestel één keer ge
–
-
durende lange tijd geopend blijft,
bijv. om grote hoeveelheden levens
middelen in of uit het toestel te halen,
u verse levensmiddelen invriest.
–
Als de temperatuur in de vrieszone ge
durende langere tijd warmer is dan
-18 °C, gaat u na of de ingevroren le
vensmiddelen gedeeltelijk of volledig
ontdooid zijn. In dit geval dient u deze
levensmiddelen zo snel mogelijk te ver
bruiken!
Lichtsterkte van de temperatuurindicator
De lichtsterkte van de temperatuurindicator is bij levering van het toestel ingesteld op laag. Zodra de deur wordt geopend, een instelling wordt gewijzigd of
een alarmtoestand heerst, brandt de
temperatuurindicator gedurende ca. 1
minuut met de maximumlichtsterkte.
U kunt de lichtsterkte van de tempera
tuurindicator wijzigen:
-
-
-
-
-
-
-
De temperatuurindicator knippert als
–
een andere temperatuur wordt inge
steld,
–
de temperatuur in het toestel met
verschillende graden gestegen is,
om koudeverlies aan te geven.
^
Hou de Superfrost-toets gedurende
-
ca. 5 seconden ingedrukt.
Het controlelampje van de Superfrost
-toets knippert en op de temperatuurin
dicator knippert
;.
-
-
15
De juiste temperatuur
Druk enkele keren op een van de
^
toetsen voor het instellen van de tem
peratuur, tot op de indicator
weergegeven.
Druk nogmaals op de Superfrost
^
-toets.
^ wordt
-
-
Op de indicator ziet u
Door op de toetsen voor het instellen
^
van de temperatuur te drukken, kunt
u nu de lichtsterkte van de indicator
wijzigen. U kunt kiezen uit de standen 1 tot 5: