Lees in elk geval de gebruiksaanwijzing voor u het toestel opstelt installeert en in gebruik neemt.
Zo zorgt u voor uw veiligheid en
vermijdt u schade aan uw toestel.
De verpakking behoedt het toestel voor
transportschade. Er werd materiaal ge
kozen dat door het milieu wordt verdra
gen en opnieuw kan worden benut.
Door de verpakking weer in kringloop
te brengen, wordt er grondstof ge
spaard en verkleint de afvalberg. Geef
deze stoffen dus niet met het gewone
vuilnis mee. Breng ze liever naar het
dichtstbijzijnde gemeentelijk container
park. Waar u dat vindt, komt u zeker bij
uw gemeentebestuur aan de weet.
-
Berging van uw oud toestel
Bij de aankoop van uw nieuw toestel
heeft u een bijdrage betaald. Die wordt
volledig gebruikt voor de toekomstige
recyclage van dat toestel. Dat bevat
trouwens nog waardevol materiaal.
Door te recycleren wordt er dan ook
minder verspild en vervuild.
Als u vragen heeft omtrent het af
danken van uw oud toestel, neem dan
contact op met
-
de handelaar bij wie u het kocht
–
of
– de firma Recupel,
telefoon 02 706 86 10,
website: www.recupel.be
of
– uw gemeentebestuur als u uw toestel
naar een containerpark brengt.
Zorg ervoor dat de buisleidingen van
de compressor geen schade oplopen
voordat het toestel terdege wordt
geborgen. Zo vermijdt u dat er koelmid
del uit het koelcircuit of olie uit de com
pressor in het milieu terechtkomt.
-
-
-
Zorg er ook voor dat het toestel kinder
veilig wordt bewaard voor u het laat
wegbrengen.
Hou bij het afdanken van uw oud toe
stel ook rekening met de gelijknamige
rubriek in de "Opmerkingen omtrent uw
veiligheid".
-
-
5
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Technische veiligheid
Dit toestel voldoet aan de voorge
schreven veiligheidsvoorschriften.
Bij ondeskundig gebruik kan de ge
bruiker gevaar lopen en het toestel
beschadigd worden.
Lees aandachtig uw gebruiksaanwij
zing voor u het toestel in gebruik
neemt. U vindt er belangrijke opmer
kingen omtrent het inbouwen, de
veiligheid, het gebruik en het onder
houd van het toestel. Zo beschermt
u zichzelf en vermijdt u schade aan
het apparaat.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing
zorgvuldig. Geef ze door aan wie
het toestel achteraf gebruikt.
Het toestel juist gebruiken
Gebruik dit toestel uitsluitend in het
huishouden. Het dient enkel om
diepvriesproducten te bewaren, verse
levensmiddelen in te vriezen en consumptie-ijs te bereiden.
Alle andere toepassingen zijn ongeoor
loofd en misschien ook wel gevaarlijk.
De fabrikant kan niet aansprakelijk zijn
voor schade die werd veroorzaakt door
dat het toestel niet correct gebruikt of
verkeerd bediend werd.
-
-
-
-
-
-
-
Dit toestel bevat het koelmiddel
isobutaan R600a. Dat is een na
tuurlijk gas dat heel weinig milieubelas
tend is. Het is evenwel brandbaar. Het
brengt echter geen schade toe aan de
ozonlaag. Het vergroot evenmin het
broeikaseffect.
Door dit milieuvriendelijk koelmiddel toe
te passen maakt het toestel wel iets
meer lawaai. Naast het geluid dat de
compressor maakt, kan er in heel het
koelcircuit lawaai optreden. Deze ge
volgen zijn jammer genoeg niet te ver
mijden. Ze beïnvloeden echter niet het
vermogen van het toestel.
Bij het transport en opstellen van het
toestel dient u ervoor te zorgen dat er
geen onderdelen van het koelmiddelcircuit worden beschadigd. Wegspattend
koelmiddel kan oogletsels veroorzaken!
Is er toch schade opgetreden,
- vermijd dan open vuur of vonken,
- trek de stekker uit het stopcontact,
- laat het vertrek waar het toestel staat,
enkele minuten doorluchten
- en verwittig de Technische Dienst.
Hoe meer koelmiddel het toestel
bevat, hoe groter het vertrek moet
zijn, waar het opgesteld wordt. Treedt
er eventueel een lek op, dan kan er in
te kleine vertrekken een brandbaar
gas-luchtmengsel worden gevormd.
Per 8 g koelmiddel dient het vertrek
minstens 1 m
koelmiddel het toestel bevat, vindt u op
het typeplaatje aan de binnenzijde.
3
ruim te zijn. Hoeveel
-
-
-
-
6
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Vergelijk voor het aansluiten van
het toestel beslist de aansluitgege
vens op het typeplaatje met de gege
vens van uw huisinstallatie. Het gaat
hier over de spanning en de frequentie.
Deze gegevens moeten absoluut over
eenstemmen om schade aan uw toestel
te vermijden. Vraag bij twijfel inlich
tingen aan uw installateur.
De elektrische veiligheid van dit
toestel wordt enkel gewaarborgd
indien het op een aardsysteem is aan
gesloten, dat volgens de voorschriften
werd geïnstalleerd. Het is heel belang
rijk dat deze fundamentele veiligheidsvoorziening voorhanden is. Laat uw installatie bij twijfel door een vakman
nakijken.
De fabrikant kan niet aansprakelijk zijn
voor schade die werd veroorzaakt doordat de aardleiding onderbroken was of
gewoon ontbrak. Er zijn dan ook elektrische schokken mogelijk.
Het toestel kan enkel veilig werken
indien u het volgens de gebruiks
aanwijzing monteert en aansluit.
-
-
-
-
-
-
Installatiewerk en herstellingen
-
mag u enkel door erkende vak
mensen laten uitvoeren.
Door ondeskundige installaties of repa
raties kunnen er niet te onderschatten
risico’s opduiken voor wie het toestel
gebruikt. Daarvoor is de fabrikant niet
aansprakelijk.
Het toestel is pas stroomloos in
dien aan een van de volgende
voorwaarden is voldaan:
u hebt de stekker van het toestel uit
–
het stopcontact getrokken.
Trek niet aan het snoer, wel aan de
stekker om het toestel stroomloos te
maken.
– u hebt de smeltveiligheden van de
huisinstallatie uitgeschakeld.
Gebruik om het toestel op het
stroomnet aan te sluiten, geen verlengsnoeren. Die waarborgen niet de
nodige veiligheid. Er is risico op oververhitting.
-
-
-
Indien u dit toestel niet op een vas
te plaats inbouwt en monteert, bv.
op een schip, laat dit karwei dan enkel
uitvoeren door vakmensen. Die moeten
ervoor zorgen dat u het toestel veilig
kan gebruiken.
-
7
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Gebruik
Raak de diepvrieswaar niet met
natte handen aan. Uw handen kun
nen eraan vastvriezen. U kan kwetsuren
oplopen!
Gebruik geen elektrische appara
ten in het toestel (bijvoorbeeld een
ijsmachine).
Er kunnen vonken optreden.
Explosiegevaar !
Steek ijsblokjes en frisco’s, vooral
ijslolly’s, nooit meteen in de mond
nadat u die uit de diepvriezer hebt ge
nomen. Door de zeer lage temperatuur
kunnen uw lippen of uw tong vastvriezen. U kan letsels oplopen!
Vries gedeeltelijk of volledig ont-
dooide levensmiddelen niet terug
in. Verbruik die zo vlug mogelijk.
Die levensmiddelen boeten immers aan
voedingswaarde in en bederven. Zo u
ze kookt of braadt, kan u die levensmiddelen wel opnieuw invriezen.
Bewaar in uw toestel geen explo
sieve stoffen noch producten met
brandbaar drijfgas (bv. spraybussen).
Zodra de thermostaat inschakelt, kun
nen er dan vonken ontstaan. Die kun
nen bepaalde vonkgevoelige menge
lingen doen ontploffen.
Bewaar in uw diepvriezer geen
blikjes of flessen met koolzuurhou
dende drank of met vloeistof die kan
bevriezen. De blikjes of flessen kunnen
stukspringen. U kan letsels oplopen en
er is risico op schade!
-
-
-
-
-
-
-
Neem flessen die u in de diepvrie
zer legt om snel te koelen, uiterlijk
na een uur weer uit. De flessen kunnen
stukspringen. Er is risico op lichamelijk
letsel en op schade!
Zo u te lang bewaarde levensmid
delen eet, loopt u het risico van
voedselvergiftiging.
De bewaarduur hangt van heel wat fac
toren af. Onder meer van de mate
waarin de levensmiddelen vers en de
gelijk zijn, maar ook van de bewaartem
peratuur. Hou de bewaartips en de op
gegeven bewaarduur van de voedsel
fabrikanten in acht!
Gebruik geen spitse noch scherpe
voorwerpen om
– rijm- en ijslagen te verwijderen,
– aangevroren ijsblokjesschalen en
diepvrieswaar los te maken.
Zo beschadigt u de vriesplaten en raakt
het toestel volledig defect.
Zet nooit elektrische verwarmings
apparaten en kaarsen in het toe
stel.
Anders loopt de kunststof schade op.
Gebruik nooit ontdooisprays of
ijsverwijderende middelen.
Die kunnen explosieve gassen vormen,
die oplosmiddel of drijfgas bevatten of
uw gezondheid kunnen schaden.
Behandel de deurdichting nooit
met olie of vet.
Anders wordt die op de duur poreus.
-
-
-
-
-
-
-
-
-
8
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Dek de ventilatieroosters van het
toestel niet af.
Anders is er geen onberispelijke lucht
toevoer meer gewaarborgd. Het
stroomverbruik stijgt en er kan schade
optreden aan bepaalde onderdelen.
Dit toestel is geschikt voor een be
paalde klimaatklasse of categorie
van omgevingstemperatuur. Die tempe
ratuur dient binnen zekere grenzen te
blijven. De klimaatklasse vindt u terug
op het typeplaatje binnen in het toestel.
Door te lage kamertemperaturen blijft
de compressor te lang stilstaan. Daar
door kan het toestel de noodzakelijke
temperatuur niet bieden.
Gebruik om uw toestel te ontdooien
en schoon te maken in geen geval
hogedrukreinigers.
De vloeistof kan onderdelen aanraken,
die onder spanning staan. Zo kan er
kortsluiting optreden.
-
Uw oud toestel afdanken
-
-
-
Verniel het slot van uw oude koel
kast of diepvriezer wanneer u die
buiten gebruik stelt. Zo vermijdt u dat
spelende kinderen zich in het toestel
opsluiten en in levensgevaar komen.
Maak oude toestellen onbruikbaar.
Trek de stekker uit het stopcontact
en knip het aansluitsnoer door.
Zorg dat u geen onderdelen van
het koelcircuit beschadigt, b.v.
door:
de koelmiddelkanaaltjes van de ver
–
damper open te steken,
– de buisleidingen af te knikken of
– oppervlakbekledingen af te krabben.
Wegspuitend koelmiddel kan oogletsels
tot gevolg hebben.
De fabrikant is niet aansprakelijk
voor schade die werd veroorzaakt
doordat de veiligheidsbepalingen en
waarschuwingen niet in acht werden
genomen.
-
-
9
Hoe spaart u stroom?
normaal stroomverbruikhoger stroomverbruik
Opstellenin een geventileerd vertrekin een gesloten, niet geventileerd
niet rechtstreeks door de zon
beschenen
niet naast een warmtebron (radia
tor, fornuis)
bij een ideale omgevingstempera
tuur van ca. 20 °C
Temperatuurinstelling
thermostaat met getallen
(regeling in stappen)
Temperatuurinstelling
thermostaat "tot op de
graad nauwkeurig"
(digitale aanduiding)
Gebruikdoe de toesteldeur enkel even
Ontdooienlaat het vriesvak ontdooien als de
bij een gemiddelde stand van de
knop van 2 tot 3.
keldervak van 8 tot 12 °C
koelvak van 4 tot 5 °C
PerfectFresh-zone om en bij de 0
°C
vriesvak -18 °C
open als dat nodig is
de levensmiddelen goed sorteren
voor u ze in het toestel plaatst
warme spijs en drank eerst buiten
het toestel laten afkoelen
zet de levensmiddelen degelijk
verpakt of goed afgedekt in het
toestel
leg diepvrieswaar om te ontdooien
in de koelruimte
leg of zet niet te veel levensmid
delen in de zones of vakken; zo
kan de lucht circuleren
ijslaag een paar centimeter dik is
geworden
vertrek
wel rechtstreeks door de zon
beschenen
wel naast een warmtebron (radia
tor, fornuis)
bij een hoge omgevingstempera
tuur
bij een hoge stand van de knop:
hoe lager de temperatuur in het
toestel, hoe hoger het stroomver
bruik!
Let op! Bij toestellen met winter
schakeling zet u de schakelaar bij
omgevingstemperaturen hoger
dan 16 °C uit!
als u de toesteldeur vaak en lang
openzet = koudeverlies
wanorde = lang zoeken zodat de
toesteldeur lang open blijft
warme spijzen in het toestel doen
de compressor langer draaien om
de temperatuur te doen zakken
als vloeistof in de koelruimte ver
dampt en condenseert, veroor
zaakt dat koudeverlies
-
door een ijslaag wordt de koude
slechter aan de levensmiddelen
afgegeven en stijgt het stroomver
bruik
-
-
-
-
-
-
-
10
Toestel in- en uitschakelen
Voor het eerste gebruik
Reinig het inwendige van de kast en
^
het toebehoren. Gebruik daartoe
lauwwarm water, droog daarna alles
met een doek.
Laat het toestel na het transport ca.
1/2 tot 1 uur staan voor u het aan
sluit. Dit is zeer belangrijk voor de
latere werking!
Het toestel inschakelen
^ Draai de temperatuurregelaar met
een muntstuk naar rechts vanuit de
stand "0".
De temperatuurregelaar niet voorbij
de aanslag draaien, anders raakt hij
beschadigd.
Koelaccu
Plaats de koelaccu in de bovenste lade
of plaatsbesparend op het vriestablet.
Na ca. 24 uur kan de koelaccu zijn
maximaal koelvermogen leveren.
Toestel uitschakelen
Draai de temperatuurregelaar met
^
een muntstuk naar links naar de stan
d "0".
Alle controlelampjes gaan uit en de
koeling is uitgeschakeld.
-
Bij langdurige afwezigheid
Als u het toestel gedurende lange tijd
niet gebruikt:
^ schakel het toestel uit,
^ trek de stekker uit het stopcontact,
^ ontdooi en reinig het toestel en
^ laat de toesteldeur op een kier staan
om geurvorming te vermijden.
Het toestelcontrolelampje brandt en het
toestel begint te koelen.
Het alarmcontrolelampje blijft branden
tot het in de vrieszone koud genoeg is.
Om zeker te zijn dat de temperatuur
laag genoeg is, dient u het toestel en
kele uren te laten voorkoelen voor u
voor het eerst levensmiddelen in het
toestel plaatst.
-
Als het toestel bij langdurige afwe
zigheid wordt uitgeschakeld maar
niet gereinigd, bestaat er gevaar
voor schimmelvorming als de deur
gesloten blijft.
-
11
De juiste temperatuur
Voor het bewaren van levensmiddelen
is het van groot belang de juiste tempe
ratuur in te stellen. Door micro-organis
men bederft eetwaar namelijk gauw.
Door een juiste bewaartemperatuur kan
dat proces evenwel worden vermeden
of vertraagd. De temperatuur heeft een
invloed op de snelheid waarmee micro
organismen aangroeien. Hoe lager de
temperatuur, hoe trager dat proces.
Om verse levensmiddelen in te vriezen
en eetwaar lange tijd te bewaren, is er
een temperatuur van -18 °C nodig. Bij
deze temperatuur wordt de aangroei
van micro-organismen verregaand
stopgezet. Zodra de temperatuur boven de -10 °C stijgt, wordt de diepvrieswaar door de micro-organismen aangetast en kan die niet meer zo lang worden bewaard. Daarom mag u gedeeltelijk of volledig ontdooide spijzen pas
weer invriezen nadat u ze gekookt of
gebraden hebt. Door de hoge temperatuur worden de meeste micro-organismen immers vernietigd.
De temperatuur in het toestel loopt op
naarmate
–
u de toesteldeur vaker opent en
langer laat openstaan,
–
u meer eetwaar in het toestel be
waart,
-
de omgevingstemperatuur hoger ligt.
–
Dit toestel is geschikt voor een be
paalde klimaatklasse of categorie
van omgevingstemperatuur. Die tem
peratuur dient binnen zekere gren
zen te blijven.
-
De temperatuur instellen
De temperatuur stelt u in met de tempe
ratuurregelknop.
^ Draai de temperatuurregelknop met
een geldstuk naar rechts in een bepaalde stand.
Draai deze knop enkel tot aan de
aanslag. Draai vandaar weer terug.
Anders maakt u de knop stuk.
Hoe hoger de stand van de knop, hoe
lager de temperatuur in het toestel.
Ligt er een gemiddelde hoeveelheid
diepvrieswaar in het toestel, dan ver
dient het aanbeveling ergens een stand
in het midden te kiezen. Controleer ge
regeld de temperatuur in het toestel.
-
-
-
-
-
-
–
u meer verse levensmiddelen in
vriest,
12
-
Waarschuwing bij te hoge temperatuur
Dit toestel is uitgerust met een waar
schuwingssysteem. Daarmee kan de
temperatuur in de diepvriezer niet on
gemerkt stijgen. Wordt het in het toestel
te warm, dan gaat het alarmcontrole
lampje aan. Wanneer het toestel een
temperatuur als te warm "aanvoelt",
hangt af van de temperatuur die u met
de temperatuurkiezer hebt ingesteld.
Dit verklikkerlichtje reageert telkens als
u de diepvriezer inschakelt.
–
er te veel warme lucht in het toestel
–
geraakt, bv. als u er diepvrieswaar
inlegt, verplaatst of uitneemt.
– u een grote hoeveelheid levensmid-
delen ineens invriest.
– de stroom langere tijd onderbroken
was.
-
-
-
Het waarschuwingssysteem
inschakelen
Het waarschuwingssysteem is steeds
automatisch klaar om te werken. U
hoeft het niet extra in te schakelen.
13
Superfrost gebruiken
Wat gebeurt er als verse
levensmiddelen worden
ingevroren?
Verse levensmiddelen moeten zo snel
mogelijk volledig worden doorvroren,
zodat de voedingswaarde, de
vitamines, het uitzicht en de smaak be
houden blijven.
Hoe langzamer de levensmiddelen wor
den doorvroren, des te meer vloeistof er
uit elke cel naar de tussenruimten loopt.
De cellen krimpen.
Tijdens het ontdooien kan slechts een
deel van de voordien vrijgekomen vloeistof teruglopen naar de cellen.
In de praktijk betekent dit dat de
levensmiddelen heel veel vocht verliezen. Dit kunt u zelf vaststellen, doordat
er zich tijdens het ontdooien een grote
waterplas rond het levensmiddel vormt.
Als het levensmiddel snel werd
doorvroren, heeft de celvloeistof minder
tijd om uit de cellen naar de tussen
ruimten te lopen. De cellen krimpen
veel minder.
Tijdens het ontdooien kan de slechts
geringe hoeveelheid vloeistof die naar
de tussenruimten was gelopen,
terugkeren naar de cellen, zodat het
vochtverlies zeer gering is. Er vormt
zich slechts een kleine waterplas!
-
Functie Superfrost
Om levensmiddelen optimaal in te vrie
zen, dient u voor het invriezen van ver
se levensmiddelen de functie Super
frost in te schakelen.
Uitzonderingen:
Als u reeds ingevroren levensmid
–
delen plaatst.
Als u dagelijks slechts maximaal 1 kg
–
levensmiddelen plaatst.
Superfrost inschakelen
De functie Superfrost dient u 6 uur
voor het plaatsen van de in te vriezen
levensmiddelen in te schakelen. Als u
het maximale invriesvermogen wenst
te gebruiken, dient u 24 uur vooraf de
functie Superfrost in te schakelen!
^
Druk op de Superfrost-toets, zodat
het Superfrost-controlelampje brandt.
De koudste waarde brandt op het be
dieningspaneel, en de temperatuur in
het toestel daalt omdat het toestel
met het hoogst mogelijke koelvermo
gen werkt.
-
-
-
-
-
-
14
Superfrost uitschakelen
Superfrost gebruiken
De functie Superfrost wordt automa
tisch na ca. 65 uur uitgeschakeld. Het
controlelampje gaat uit en het toestel
werkt weer met normaal koelvermogen.
Om energie te sparen, kunt u de functie
Superfrost zelf uitschakelen zodra er
een constante temperatuur van min
stens -18 °C in de vrieszone bereikt is.
Controleer de temperatuur in het toe
stel.
Druk op de Superfrost-toets, zodat
^
het Superfrost-controlelampje uitgaat.
De koeling van het toestel werkt weer
met normaal vermogen.
-
-
-
15
Invriezen en bewaren
Maximaal invriesvermogen
Om de levensmiddelen zo snel mogelijk
tot in de kern in te vriezen, mag het
maximale invriesvermogen niet worden
overschreden. Het maximale invriesver
mogen binnen 24 uur is vermeld op het
typeplaatje "Invriesvermogen ...kg/24
u".
Diepgevroren voedsel bewaren
Als u diepgevroren voedsel wenst te
bewaren, controleert u tijdens de aan
koop in de winkel
– de verpakking op beschadiging,
– de houdbaarheidsdatum en
– de koelruimtetemperatuur van de
winkeldiepvries. Als de koelruimtetemperatuur warmer is dan -18 °C,
wordt de houdbaarheid van het diepgevroren voedsel korter.
^ Koop diepgevroren voedsel pas op
het einde van het winkelen, en transporteer het in krantenpapier of in een
koelzak.
^
Plaats het diepgevroren voedsel on
middellijk in het toestel.
Gedeeltelijk of volledig ontdooid
voedsel niet opnieuw invriezen. Pas
nadat u de levensmiddelen heeft
verwerkt (koken of braden), kunt u
ze opnieuw invriezen.
-
-
Zelf levensmiddelen invriezen
Gebruik om in te vriezen enkel verse le
vensmiddelen die in perfecte staat
verkeren!
-
Hou hiermee rekening voor het
invriezen
Volgende levensmiddelen zijn ge
–
schikt om in te vriezen:
vers vlees, gevogelte, wild, vis,
groenten, kruiden, onbewerkt fruit,
zuivelproducten, bakkerijproducten,
voedselresten, eigeel, eiwit en talrijke
kant-en-klaar gerechten.
– Volgende levensmiddelen zijn niet
geschikt om in te vriezen:
wijndruiven, bladsalade, radijsjes,
ramenas, zure room, mayonaise, volledige eieren in de schaal, uien, volledige onbewerkte appelen en peren.
– Om de kleur, de smaak, het aroma
en de vitamine C te behouden, moeten groenten voor het invriezen wor
den geblancheerd. Doe de groenten
in porties gedurende 2 - 3 minuten in
kokend water. Daarna de groenten
uitnemen en snel in koud water af
koelen. De groeten laten uitdruppen.
–
Mager vlees is beter geschikt om in
te vriezen dan vet vlees en kan veel
langer worden bewaard.
–
Plaats telkens een folie uit kunststof
tussen koteletten, steaks, schnitzels
enz. Zo vermijdt u dat ze tot één blok
samen vriezen.
-
-
-
-
16
Onbewerkte levensmiddelen en ge
–
blancheerde groenten voor het in
vriezen niet kruiden en zouten, scho
tels slechts lichtjes kruiden en
zouten. Sommige kruiden verande
ren hun smaakintensiteit tijdens het
invriezen.
Warme schotels of dranken eerst bui
–
ten het toestel laten afkoelen, om te
voorkomen dat reeds bevroren le
vensmiddelen gedeeltelijk ontdooien
en dat het stroomverbruik stijgt.
Invriezen en bewaren
Noteer de inhoud en de invriesdatum
^
-
-
-
-
op de verpakking.
-
Voor de levensmiddelen in het toestel
worden geplaatst
Als u meer dan 1 kg verse levens
^
middelen dient in te vriezen, dient u
-
enige tijd vooraf de functie Superfrost
in te schakelen (zie "Superfrost ge
bruiken").
Plaatsen
-
-
Verpakken
^ Vries per portie in.
Geschikte verpakking
- Kunststoffolie
- Buisfolie uit polyethyleen
- Aluminiumfolie
- Diepvriesdozen
Ongeschikte verpakking
- Pakpapier
- Perkamentpapier
- Cellofaan
- Vuilniszakjes
- Gebruikte winkelzakjes
^
Druk de lucht goed uit de verpak
king.
^
Sluit de verpakking dicht af met
- elastiekjes
- kunststofclips
- touw of
- koudebestendige kleefband.
U kunt de levensmiddelen overal in de
vrieszone invriezen. U kunt ook de
vriesladen uitnemen en de levensmiddelen rechtstreeks op de roosters leggen.
Elke vrieslade en elk rooster kan met
maximaal 25 kg worden belast!
^ Plaats de levensmiddelen naast el-
kaar op de bodem van de vriesladen
of op de koelgenerator, zodat de levensmiddelen zo snel mogelijk tot in
de kern worden ingevroren.
^
Leg de pakken droog in het toestel
om te vermijden dat ze aan elkaar of
-
aan het toestel vastvriezen.
In te vriezen levensmiddelen mogen
niet in aanraking komen met reeds
ingevroren levensmiddelen, zodat
deze niet ontdooien.
Zakjes en buisfolie uit polyethyleen
kunt u ook met een folielasapparaat
dichtlassen.
17
Invriezen en bewaren
Ingevroren voedsel ontdooien
Ingevroren voedsel kunt u op verschil
lende manieren ontdooien
in de microgolfoven,
–
in de gewone oven met de werkwijze
–
"hete lucht" of "ontdooien",
bij kamertemperatuur,
–
in de koelkast (de afgegeven koude
–
van de geplaatste levensmiddelen
wordt gebruikt om de levensmid
delen te koelen),
in de stoomoven.
–
Platte stukken vlees en vis kunnen
ontdooid in een hete pan worden gelegd.
Fruit kan bij kamertemperatuur in de
verpakking of in een afgedekte schotel
worden ontdooid.
Groenten kunnen algemeen in bevroren toestand in het kokende water worden gedaan of in heet vet worden gestoofd. Wegens de gewijzigde
celstructuur is de bereidingstijd iets
korter dan bij verse groenten.
Gedeeltelijk of volledig ontdooid
voedsel niet opnieuw invriezen. Pas
nadat u de levensmiddelen heeft
verwerkt (koken of braden), kunt u
ze opnieuw invriezen.
-
IJsblokjes bereiden
(afhankelijk van het model met sluiting)
-
Duw de sluiting omlaag en vul de ijs
^
blokjesschaal met water. Overtollig
water loopt weg via de afvoerope
ning.
^ Duw de sluiting omhoog om de ijs-
blokjesschaal te sluiten, en plaats de
schaal op de bodem van een vrieslade.
^ Gebruik een stomp voorwerp, bijv.
een lepelsteel, om een vastgevroren
ijsblokjesschaal los te maken.
^ De ijsblokjes komen gemakkelijk los
uit de schaal als u ze kort onder stromend water houdt.
Dranken snel koelen
Als u flessen in de vrieszone plaatst om
ze snel te koelen, dient u de flessen uiterlijk na één uur weer uit te nemen,
anders zullen de flessen ontploffen!
-
-
-
18
Invriezen en bewaren
Vriestablet gebruiken
Op het vriestablet kunt u bessen,
kruiden, groenten en ander klein mate
riaal voorzichtig invriezen. De levens
middelen blijven hun vorm grotendeels
behouden en de verschillende stukken
vriezen niet aan elkaar vast.
^ Plaats het in te vriezen materiaal los
op het vriestablet.
^ Haak het vriestablet in een van de
bovenste vriesladen.
Laat de levensmiddelen gedurende 10
tot 12 uur grondig invriezen. Plaats de
levensmiddelen dan in een diepvrieszakje of doos en leg ze zo in de vriesladen.
-
Koelaccu gebruiken
In geval van een stroomonderbreking
voorkomt de koelaccu dat de tempera
tuur in de vrieszone te snel stijgt.
Plaats de koelaccu in de bovenste
vrieslade direct op de levensmiddelen
of plaatsbesparend op het vriestablet.
Na ca. 24 uur kan de koelaccu zijn
maximaal koelvermogen leveren.
In geval van een stroomonderbreking
legt u de koelaccu rechtstreeks op het
ingevroren voedsel in de bovenste
lade, om een zo groot mogelijke be
waartijd te verzekeren.
Als u verse levensmiddelen in het toestel wenst te plaatsen, gebruikt u de
koel-accu als scheiding tussen de
reeds ingevroren levensmiddelen en de
verse levensmiddelen, zodat de reeds
ingevroren levensmiddelen niet ontdooien.
U kunt de koelaccu ook gebruiken om
voedsel of dranken gedurende korte
tijd in een koelbox te koelen.
-
-
19
Ontdooien
Door het normale gebruik ontstaat er op
de duur rijm en ijs op de vriesplaten.
Daardoor verslecht de koude-afgifte en
verhoogt het stroomverbruik.
Krab de rijm- of ijslaag niet weg. U
kan anders de vriesplaten bescha
digen. Dan werkt uw toestel niet
meer.
Ontdooi het toestel zo nu en dan. Zo er
reeds een ca. 1 cm dikke ijslaag werd
gevormd, dient u dat zeker te doen.
Kies een tijdstip waarop er weinig of
geen diepvrieswaar in het toestel ligt.
Voor u het toestel ontdooit
^ Schakel ca. 1 dag voor het ondooien
de functie Superfrost in. Zo krijgt de
diepvrieswaar wat koudereserve en
kan die wat langer op kamertemperatuur worden bewaard.
^ Neem de diepvrieswaar uit en leg de
koudeaccu erop. Wikkel de diepvrieswaar in verschillende lagen
krantenpapier of dekens. Bewaar ze
op een koele plaats tot het toestel
weer klaar is voor gebruik.
-
Om te ontdooien
Ga bij het ontdooien vlug te werk.
Hoe langer de diepvrieswaar op ka
mertemperatuur blijft liggen, hoe
korter de bewaarduur ervan wordt.
Schakel het toestel met de tempera
^
tuurregelknop uit. Trek de stekker uit
het stopcontact.
Laat de toesteldeur openstaan.
^
^ Klap het afloopplaatje open zodat het
dooiwater kan wegvloeien.
-
-
^
Neem alle vriesladen uit het toestel.
20
^
Zet een schaal of kom voor het toe
stel. Laat het dooiwater daarin lopen.
Let erop dat de recipiënt niet over
loopt.
Om het ontdooien te versnellen: zet
twee kommetjes heet (geen kokend)
water op een onderzetter in het toestel.
-
-
Zet nooit elektrische verwarmings
apparaten noch kaarsen in het toe
stel. Anders wordt de kunststof be
schadigd.
Gebruik geen ontdooisprays noch
ijsverwijderende middelen. Die kun
nen explosieve gassen vormen,
maar ook oplosmiddel of drijfgas be
vatten, dat de kunststof aantast of
schadelijk is voor de gezondheid.
-
-
Na het ontdooien
Giet het dooiwater uit de schaal.
^
Neem het resterende dooiwater in het
^
toestel meermaals met een doek of
spons op.
Maak het toestel schoon en droog.
^
Klap het afloopplaatje weer dicht.
^
Sluit de toesteldeur, steek de stekker
^
weer in het stopcontact en schakel
het toestel in.
Schakel Superfrost in opdat het vlug
^
koud wordt in het toestel.
Het controlelampje gaat aan.
^ Schuif de vriesladen met de diep-
vrieswaar erin weer in het toestel.
Wacht tot de temperatuur in het toestel laag genoeg gezakt is.
^ Zodra er een constante vriestempe-
ratuur van minstens -18 °C is bereikt,
schakelt u de functie Superfrost weer
uit door op de toets Superfrost te
drukken.
Het controlelampje gaat uit.
Ontdooien
21
Schoonmaken
Gebruik nooit reinigingsmiddel met
zand, schurend middel, soda of
zuur, noch chemisch oplosmiddel.
Ongeschikt zijn ook zogenaamde
"schuurmiddelvrije" schuurmiddelen.
Die doen matte plekken opduiken.
Let erop dat er geen water terecht
komt in de elektronische bediening
noch in de ventilatieroosters.
Gebruik nooit hogedrukreinigers. De
vloeistof kan toestelonderdelen aan
raken, die onder spanning staan. Er
kan dan kortsluiting optreden.
Ventilatieroosters
Maak de ventilatieroosters geregeld
^
met een kwast of stofzuiger schoon.
Hoe meer stof erop ligt, hoe meer
stroom het toestel verbruikt.
Deurdichting
-
-
Behandel de deurdichting nooit met
olie of vet. Die wordt anders na ver
loop van tijd poreus.
Maak de deurdichting geregeld met
^
helder water schoon. Wrijf ze nadien
met een doek goed droog.
-
Het typeplaatje binnen in het toestel
mag u niet verwijderen. Bij een
eventuele storing heeft de Technische Dienst dat nodig!
^ Maak het toestel meteen na het ont-
dooien schoon.
Het toestel is nu uitgeschakeld, de
diepvrieswaar ligt op een koele plaats
en de vriesladen zijn uitgenomen.
Buitenwanden, binnenruimte,
toebehoren
Om die schoon te maken gebruikt u het
best lauw water met wat afwasmiddel.
Was alle delen met de hand af, niet in
de vaatwasser.
^
Spoel de buitenwanden, de binnen
ruimte en het toebehoren na het reini
gen met helder water af. Wrijf alles
met een doek droog. Laat de toestel
deur even openstaan.
-
Handvat
Aluminium is een levendig materiaal.
Door gezichtshoek, lichtinval en omgeving wordt het weerkaatsend effect bepaald en meteen ook de esthetiek.
Het handvat met aluminium uitzicht
kan verkleuren of veranderen indien
vuil er lang op inwerkt. Verwijder vuil
dus meteen.
Het handvat is gevoelig aan krassen en
kerven.
-
-
22
Schoonmaken
Behalve de hierboven vermelde reini
gingsmiddelen dient u ook nog te ver
mijden
reinigingsmiddel voor roestvrij staal,
–
kalkoplossend reinigingsmiddel,
–
reinigingsmiddel dat chloride bevat,
–
schurend reinigingsmiddel als bv.
–
schuurpoeder of -crème,
schuursponsjes of gebruikte
–
sponsen waarin restjes schuurmiddel
zitten,
reinigingsmiddel voor vaatwassers.
–
-
-
Achterzijde - metalen rooster
^ Stof het metalen rooster op de rugzij-
de van het toestel (warmtewisselaar)
minstens eens per jaar af. Hoe meer
stof, hoe hoger het stroomverbruik!
Zorg er bij het schoonmaken van het
metalen rooster voor dat u geen
snoeren of andere onderdelen aftrekt, knikt of beschadigt.
Na het schoonmaken
Sluit de toesteldeur en zet het toestel
^
aan.
Schakel Superfrost in. Zo wordt het
^
toestel gauw koud. Het controlelamp
je gaat aan.
Schuif de vriesladen met de diep
^
vrieswaar in het toestel. Wacht tot de
temperatuur in het toestel laag ge
noeg gezakt is.
Schakel Superfrost uit. Het controle
^
lampje gaat uit.
-
-
-
-
23
Wat gedaan als ...?
Herstellingen aan elektrische toe
stellen mogen enkel en alleen door
een vakman worden uitgevoerd.
Door ondeskundige reparaties kun
nen er ernstige risico’s opduiken
voor wie het toestel gebruikt.
Volgende storingen kunt u echter zelf
verhelpen:
-
. . . het toestel niet koelt?
Zie na of de temperatuurregelknop
^
op een andere stand staat als "0".
-
Zit de stekker van het toestel wel ste
^
vig in het stopcontact?
Zijn de smeltstoppen van uw huisin
^
stallatie niet uitgevallen? Zo dat het
geval is, doe dan een beroep op de
Technische Dienst van Miele.
-
-
Wat gedaan als . . .
. . . er na het inschakelen van het toe
stel, vooral na het eerste gebruik,on
gewone geluiden waar te nemen
zijn?
Schakel het toestel eerst uit om na te
gaan wat volgt:
^ Staat het toestel stevig en waterpas ?
^ Kunnen alle onderdelen aan de ach-
terzijde van het toestel vrij bewegen?
^ Hebt u de snoerhouder van de rugzij-
de verwijderd? Die kan trilgeluid ver
oorzaken.
^
Zitten de uitneembare onderdelen
juist in het toestel?
Schakel het toestel daarna in om na te
gaan wat volgt:
^
Gaan de meubels naast het toestel
niet trillen als de compressor draait?
Bedenk wel dat motor- en stromingsla
waai in het koudecircuit niet te ver
mijden valt.
-
-
...u de toesteldeur niet vaker na
mekaar kan openen?
-
-
Dit is geen storing. Door het zuigeffect
kan u de deur pas na enige tijd zonder
moeite openmaken.
. . . de temperatuur in het toestel te
laag is?
^ Stel de temperatuurregelknop op een
kleinere stand in.
^ U vergat Superfrost uit te schakelen.
Het controlelampje is aan.
-
. . . de compressor vaker en langer in
geschakeld wordt?
^
Zijn de ventilatieroosters niet geblok
keerd of zitten ze niet onder het stof?
^
Zit het metalen rooster (warmtewisse
laar) op de rugzijde van het toestel
niet onder het stof?
^
De toesteldeur werd vaak geopend.
Ofwel werd heel wat verse eetwaar
ingevroren.
-
-
-
24
Wat gedaan als ...?
Kan de toesteldeur goed dicht?
^
Kijk eens na of er op de vriesplaten
^
geen dikke laag rijm zit. Is dat zo,
laat het toestel dan ontdooien.
. . . het alarmcontrolelampje verlicht
is?
Het is in de diepvriezer, naar gelang
van de ingestelde temperatuur, te warm
omdat
de toesteldeur vaak geopend of heel
^
wat verse eetwaar ingevroren werd.
de stroom geruime tijd onderbroken
^
was.
^ de ventilatie-openingen werden afge-
dekt.
Zodra aan deze storingen een einde is
gesteld, gaat het verklikkerlichtje uit.
. . . het controlelampje Superfrost niet
aangaat hoewel de compressor
draait?
. . . er zich op de vriesplaten een dik
ke ijslaag gevormd heeft?
Kan de toesteldeur goed dicht?
^
Ontdooi het toestel en maak het
^
schoon.
Dikke lagen ijs beperken het koelver
mogen. Dan stijgt ook het stroomver
bruik.
Kan u de storing aan de hand van
deze aanwijzingen niet ongedaan
maken? Doe dan een beroep op de
Technische Dienst van Miele.
Maak de toesteldeur bij voorkeur
niet open tot de storing werd verholpen. Zo beperkt u koudeverlies.
-
-
-
Het controlelampje is defect. Doe een
beroep op de Technische Dienst.
. . . de diepvrieswaar vastgevroren
is?
Maak de diepvrieswaar los met een
stomp voorwerp, bv. een lepelsteel.
25
Waar bepaalde geluiden vandaan komen
Heel normale geluidenWaar komen ze vandaan?
Brrrrr...Gebrom komt van de motor (compressor). Dat kan even wat har
der worden terwijl de motor ingeschakeld wordt.
Blubb, blubb....Geborrel, geklots of gezoem komt van het koelmiddel dat door
de buisjes vloeit.
Klik....U hoort een klik telkens als de thermostaat de motor in- of uit
schakelt.
Sssrrrrr....Bij toestellen met verschillende zones of bij No-Frostmodellen
kan u een zacht geruis horen van de luchtstroming in de binnen
ruimte van het toestel.
Bedenk echter dat motor- en stromingsgeluiden in de koelingskringloop niet te
vermijden zijn!
-
-
-
Geluid waaraan u vlot kan
verhelpen
Geklepper, gerammel, gerinkelHet toestel staat niet waterpas: Stel het toestel waterpas.
Waar komt het vandaan en wat kan u ertegen
doen?
Schroef de voetjes in of uit het toestel of leg iets onder het toestel.
Het toestel raakt andere toestellen of meubels aan: Schuif het
toestel van de meubels of andere toestellen weg.
Laden, korven of legplaten trillen of knellen: Controleer de uit
neembare onderdelen en zet ze eventueel opnieuw op hun
plaats.
Flessen of recipiënten raken elkaar: Schuif de flessen of reci
piënten wat uit elkaar.
De snoerhouder hangt nog tegen de achterzijde van het toe
stel: Neem de snoerhouder weg.
-
-
-
26
Neem in geval van storingen die u zelf
niet kan verhelpen, contact op met
uw Miele-handelaar
^
of
de Technische Dienst van Miele.
^
Het adres en de telefoonnummers van
onze Technische Dienst vindt u op de
rugzijde van deze gebruiksaanwijzing.
Wanneer u daar een beroep op doet,
geef dan a.u.b. altijd het type- en het
machinenummer van uw toestel op.
Deze gegevens vindt u op het type
plaatje binnen in het toestel.
-
Technische dienst
27
Elektrische aansluiting
Dit toestel wordt aansluitklaar geleverd,
is dus voorzien van snoer en stekker.
Het apparaat is geschikt om te worden
aangesloten op eenfasige stroom
220 - 240 V, 50 Hz. Dit toestel mag en
kel op een degelijk geaard stopcontact
worden aangesloten.
Om de veiligheid te verhogen, verdient
het aanbeveling een verliesstroomscha
kelaar met een uitschakelstroom van
30 mA voor het toestel te schakelen.
U dient smeltveiligheden van 10 A te
voorzien.
Plaats het stopcontact naast of vlakbij
het toestel. Dat dient vlot toegankelijk te
zijn.
Gebruik geen verlengsnoeren om het
toestel op het stroomnet aan te sluiten.
Die waarborgen niet de nodige veiligheid. Er is risico van oververhitting.
-
-
Sluit uw toestel niet aan op stroomomzetters die bij apart werkende stroomvoorziening worden gebruikt, bv. bij
zonne-energie. Bij het inschakelen van
uw toestel kunnen er anders span
ningspieken optreden waardoor het
voor uw veiligheid wordt uitgeschakeld.
Daardoor kan de elektronische bestu
ring echter schade oplopen!
Gebruik uw toestel ook niet met zoge
heten stroomsparende stekkers.
Daardoor wordt de stroomtoevoer naar
het toestel immers beperkt zodat het
toestel te warm wordt.
Dient het aansluitsnoer te worden
vervangen, dan mag dat enkel worden
uitgevoerd door een erkend elektricien.
28
-
-
-
Plaats geen warmteproducerende
toestellen, zoals een broodrooster of
microgolfoven, op het toestel. Hier
-
door stijgt het energieverbruik!
Deze koelkast/diepvriezer mag niet
onmiddellijk naast ("side-by-side")
een ander model worden opgesteld!
Omdat het toestel niet met een zij
wandverwarming uitgerust is, kan
een opstelling "side-by-side" con
denswater doen ontstaan!
Vraag meer informatie bij uw vak
-
handelaar.
Opstelplaats
Kies geen plaats direct naast een fornuis, een verwarming of in de omgeving van een venster met directe inval
van zonnestralen. Hoe hoger de omgevingstemperatuur, hoe langer de compressor moet werken, waardoor er meer
stroom wordt verbruikt.
Een droge, ventileerbare ruimte is ge
schikt.
Klimaatklasse
-
Opstelinstructies
Een goede werking van het toestel is
gewaarborgd tot een onderste omge
vingstemperatuur van +5 °C.
Luchttoevoer en -afvoer
De lucht aan de achterwand van het
toestel wordt opgewarmd. De ventilatie
roosters mogen daarom niet worden af
gedekt, zodat een goede luchttoevoer
en -afvoer verzekerd is.
Bovendien moet het stof regelmatig van
de ventilatieroosters worden verwijderd.
Toestel opstellen
^ Verwijder eerst de kabelhouder aan
de achterzijde van het toestel.
^ Ga na of alle onderdelen aan de ach-
terwand van het toestel vrij zijn. Buig
eventueel vastzittende onderdelen
voorzichtig weg.
^ Schuif het toestel voorzichtig op de
daartoe voorziene plaats. Het toestel
kan met de achterzijde rechtstreeks
tegen de muur worden geplaatst.
Toestel nivelleren
-
-
-
Het toestel is voorzien voor een be
-
paalde klimaatklasse (kamertempera
tuurbereik), waarvan de grenswaarden
moeten worden nageleefd. De klimaat
klasse is vermeld op het typeplaatje
aan de binnenzijde van het toestel.
KlimaatklasseKamertemperatuur
SN
N
ST
T
+10 °C tot +32 °C
+16 °C tot +32 °C
+18 °C tot +38 °C
+18 °C tot +43 °C
-
-
^
Nivelleer het toestel met de
regelvoetjes en de bijbehorende
steeksleutel.
29
Deurscharnier veranderen
Het toestel wordt geleverd met de
scharnier aan de rechterzijde. Als de
scharnier links vereist is, moet de deur
scharnier worden verplaatst.
Deurgrepen afnemen:
Eerst dient u de zijdelingse
greeponderdelen van de deurgrepen
los te maken:
^ Als u aan de deurgreep a trekt,
schuift het zijdelingse greepstuk b
naar achteren, zodat er een spleet d
ontstaat tussen het greepstuk b en
de bevestigingsplaat c van de
greep.
^
Klem een geschikt stomp voorwerp
(bijv. een lepelsteel) in de spleet d
en duw de greep langzaam weer in
de richting van de deur.
Draai nu de vier schroeven (Torx 15)
^
in de bevestigingsplaat los en neem
de greep af.
Maak de afdekplaten aan de tegen
^
overliggende zijde los en plaats ze
op de vrijgekomen gaten.
Toesteldeur verplaatsen:
^ Neem de afdekplaat a af.
^ Schroef de onderste scharnierhoek
b af terwijl de toesteldeur gesloten
is, en neem de toesteldeur langs onderen af.
^
Plaats de afdekplaat d op de tegen
overliggende zijde.
^
Neem de scharnieronderdelen c uit
de scharnierhoek b en plaats ze in
het tweede gat van de scharnier
hoek.
-
-
-
Let erop dat u met het voorwerp niet
wegglijdt en het toestel beschadigt.
Het zijdelingse greepstuk b komt los.
^
Trek het greepstuk b uit de ge
leiding.
30
-
Neem de afdekkingen e en f af en
^
plaats de bout g op de tegenoverlig
gende zijde.
^ Monteer beide afdekkingen, e en f,
op de tegenoverliggende zijde.
^ Neem de stop uit de deurlagerbus
bovenaan in de toesteldeur en plaats
de stop aan de andere zijde.
Deurscharnier veranderen
Steek de onderste scharnierhoek b
^
in de deurlagerbus van de toestel
deur en schroef hem vast op de be
huizing.
^ Plaats de afdekking a.
-
-
^ Hang de toesteldeur in de bout g en
sluit de toesteldeur.
31
Deurscharnier veranderen
Deurgrepen opnieuw monteren:
Hou in elk geval rekening met vol
gende aanwijzingen voor de beves
tiging van de deurgreep, want bij
foutieve montage raakt de deurdich
ting beschadigd.
^ Schroef de deurgreep met de twee
voorste schroeven b eerst losjes op
de tegenoverliggende zijde.
-
-
Let er in elk geval op dat het zijde
lingse greepstuk d tijdens het ope
nen van de deur niet in aanraking
komt met de deurdichting. De deur
-
dichting zou na verloop van tijd be
schadigd raken!
Mocht dit het geval zijn,
lijn de bevestigingsplaat c nogmaals
^
uit met de stifttappen a tot de be
vestigingsplaat en het zijdelingse
greepstuk d de gewenste hoek heb
ben en de dichting tijdens het ope
nen van de deur niet meer wordt geraakt.
-
-
-
-
-
-
-
De bevestigingsplaat c moet zo op de
deurbehuizing liggen, dat in gesloten
toestand van de deur de bevestigings
plaat gelijk komt met de buitenwand
van het toestel.
Als dit niet het geval is,
^
draait u de twee vooraf gemonteerde
stifttappen a met een zeskantsleutel
in tot de bevestigingsplaat c de ge
wenste hoek heeft.
^
Draai de 4 schroeven b goed vast.
^
Schuif het zijdelingse greepstuk d
langs de zijkant van het toestel op de
geleiding van de bevestigingsplaat
tot het greepstuk duidelijk
vergrendelt.
32
-
-
Het toestel inbouwen
600 mm brede toestellen kan u in elke
rij keukenkasten inbouwen. Om het toestel aan de hoogte van de keukenrij
aan te passen, kan u boven het toestel
een gepaste opzetkast a aanbrengen.
Blokkeer nooit de ventilatieope
ningen. Maak ze geregeld stofvrij.
In geval van montage tussen stan
daard-keukenkasten van maximum
580 mm diep kan u het toestel vlak
naast die keukenkasten opstellen. Zo
kan de toesteldeur makkelijk open en
dicht. De toesteldeur b komt opzij
34 mm en in het midden 51 mm naar
voren ten opzichte van de voorzijde van
de keukenkasten.
Stelt u het toestel langs de scharnier
zijde naast een wand op c, hou dan
tussen die wand c en het toestel b
een afstand van ca. 36 mm. Zo kan u
de deur met het handvat volledig
openzetten.
-
-
-
Voor de ventilatie voorziet u aan de
achterzijde van het toestel een min
stens 50 mm diep luchtkanaal over de
volledige breedte van de opzetkast.
Laat tussen het toestel of de kast ener
zijds en het plafond anderzijds een
spleet van minstens 40 mm. Zo kan de
warme lucht ongehinderd wegtrekken.
Anders moet de compressor meer
draaien en verhoogt het stroomver
bruik.
-
-
-
333435
Wijzigingen voorbehouden / 2306
F 4442 S
M.-Nr. 06 904 410 / 00
nl-BE
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.