Basiswagen anesthesie-instrumentarium E 501
Geleverd:
Basiswagen E 501 voorzien van:
6 inspuiters E 466 voor ademzakken
–
10 inspuiters E 496, bijvoorbeeld voor keelpijpjes of endotracheaaltubes
–
Los bijgevoegd:
1 inspuiter E 431 voor balg-element
–
1 inzet E 507 (zeefinzet) voor kleine onderdelen
–
8 inspuiters (kort) voor larynxmaskers
–
Bij te bestellen accessoires
Magneetstrip ML/2 voor automatische wagenherkenning
–
(alleen G 7835 en PG 8535)
Module E 502 voor 6 beademingsslangen
–
Module E 505 voor intubatiemateriaal
–
Houdt u zich aan de veiligheidsinstructies en waarschuwingen uit de gebruiksaanwijzing van de reinigings-/desinfectieautomaat. Behandel alleen
,
instrumenten/medische producten die volgens de fabrikant van die producten geschikt zijn voor machinale behandeling. Houdt u zich aan de specifieke
behandelingsvoorschriften van de fabrikant. Het te gebruiken programma, met bij voorkeur thermische desinfectie, moet indien nodig op het materiaal van de
producten worden afgestemd.
Bij gebruik van de automatische wagenherkenning moet de codering worden aangepast!
Toepassing:
De basiswagen is toepasbaar in de reinigings- en desinfectieautomaten G 7892,
G 7882 CD, G 7835 en PG 8535. In de wagen kunt u holle instrumenten en materialen uit de anesthesie reinigen, desinfecteren en drogen.
Speciale houders en inspuiters dienen voor de aansluiting van ademzakken,
keelpijpjes, endotracheaaltubes, larynxmaskers en eventueel balgen.
,
Om te kunnen waarborgen dat alle spoelsystemen over voldoende (gestandaardiseerde) spoeldruk beschikken, moet u op alle schroefaansluitingen inspuiters, adapters, spoelhulzen of blindschroeven plaatsen.
Gebruik geen beschadigde spoelsystemen zoals inspuiters, adapters en spoel
hulzen.
Spoelsystemen die u niet voor spoelgoed gebruikt, hoeft u niet door blind
schroeven te vervangen.
-
-
Om holle instrumenten van binnen goed te kunnen reinigen en desinfecte-
,
ren, moeten deze met de betreffende houders c.q. inspuiters op de injectorwagen worden aangesloten. De verbindingen mogen tijdens het programmaverloop niet losraken! Holle instrumenten die tijdens de behandeling losgeraakt
zijn, moeten opnieuw worden behandeld.
,
Neem de toegestane droogtemperatuur in acht om te voorkomen dat het
materiaal te snel slijt.
Bij ademzakken en -maskers van sommige elastomeerkwaliteiten ligt deze
waarde onder 85 °C.
Na afloop van het reinigingsprogramma moet u het droogresultaat beslist
controleren.
Eventueel moet de droogtijd van het reinigingsprogramma worden aangepast.
^
Plaats de ademzakken op de betref
fende inspuiters.
^
Sluit de opening van de ademzak
goed af met de kunststof conus.
Zo is een goede binnenreiniging
gewaarborgd en voorkomt u dat de
ademzakken tijdens het reinigen en
drogen vastplakken.
De ademzak is goed aangesloten als
de kunststof conus niet vanzelf uit de
opening van de ademzak schiet.
Miele Professional, Postbus 166, 4130 ED Vianen, Telefoon (03 47) 37 88 84, Fax (03 47) 37 84 29,
Internet: http://www.miele-professional.nl / ! 0297 Wijzigingen voorbehouden / productiedatum 2015-11-01
-
^
Trek bij beademingsmaskers met af
sluitbaar luchtkussen de stop eruit.
Verwijder de lucht zoveel mogelijk en
plaats de stop terug.
^
Plaats meerdere beademingsmas
kers op één inspuiter voor ademzak
ken.
-
Voor de behandeling van balg-ele
menten moet u een inspuiter E 466
vervangen door een speciale inspuiter
E 431 (met een grotere ring).
-
Ga als volgt te werk:
-
^
Draai een inspuiter E 466 met een
sleutel 7 los.
^
Schroef de inspuiter E 431 in de vrije
aansluiting. Draai de inspuiter met de
sleutel vast.
-
^
Plaats de balg op de inspuiter E 431.
M.-Nr. 10 338 810 / 00 nl
Plaats de keelpijpjes op een inspuiter
^
met klemveer.
Verwijder de lucht uit het ballontoe
^
voerslangetje.
Plaats een endotracheaaltube op een
^
inspuiter. Bevestig de tube met de
klemveer aan de inspuiter.
Leg het ballontoevoerslangetje met
^
het ventiel achter de klemveer (zie af
beelding).
Voor het reinigen van larynxmaskers
met toevoerleiding moet een speciale
inspuitercombinatie van E 464 en E 454
worden gebruikt (niet bijgeleverd).
Verwijder de veer voor de hoogte-in
^
stelling van de inspuiter E 454.
-
Schroef de inspuiter E 454 op de
^
E 464.
Schroef deze combinatie in plaats
^
van een inspuiter E 466 in de
schroefkoppeling en draai het geheel
met een sleutel 7 vast.
Haal zoveel mogelijk lucht uit het
^
luchtkussen van het larynxmasker en
het ballontoevoerslangetje.
Plaats het larynxmasker op de in
^
-
spuitercombinatie.
Fixeer het ballontoevoerslangetje
^
met het ventiel in de klemveer (zie af
beelding).
Controleer of de luchtkussens
,
van de behandelde medische pro
ducten na de behandeling onbe
schadigd zijn en correct functione
ren.
-
-
-
-
-
Voor het reinigen van larynxmaskers
met twee toevoerslangen moet een
inspuiter met klemveer worden vervangen door een korte inspuiter (los
bijgevoegd). Ga als volgt te werk:
^
Schroef de inspuiter met klemveer
met een sleutel 9 los en verwijder de
inspuiter.
^
Schroef de korte inspuiter in de
schroefkoppeling en zet de inspuiter
met de sleutel vast.
Uitvoeringen:
^ Verschuif de kegel en de klemveer
op de lange inspuiter naar boven,
zodat het langere toevoerslangetje
van het larynxmasker op de korte
inspuiter niet knikt.
^
Haal zoveel mogelijk lucht uit het
luchtkussen van het larynxmasker en
het ballontoevoerslangetje.
^
Plaats het larynxmasker op de beide
inspuiters.
^
Fixeer de vertakking van de slang
met het ventiel in de klemveer (zie
afbeelding).
^ Plaats kleine onderdelen, zoals
Y-stukken, koppelingen en aansluitingen, in inzet E 507.
^ Zorg dat licht spoelgoed goed blijft
liggen, zodat het de sproeiarm niet
kan blokkeren en niet door de mag
netische strip van de automatische
wagenherkenning kan worden aan
getrokken.
-
-
Basiswagen E 501 met module E 502 voor beademingsslangen Basiswagen E 501 met module E 505 voor intubatiemateriaal