Injectorwagen E 493 voor microtiterplaten
Geleverd:
Basiswagen (afmetingen H 510 x B 538 x L 515 mm) met vier niveaus,
geschikt voor 8 inzetten voor microtiterplaten/bloedanalyseplaten (afmetingen
H12xB92xL129mm).
Speciale sproeiarm voor de watervoorziening van het tweede niveau van de
injectorwagen.
Accessoires:
Inzet E 494 voor microtiterplaten
Houdt u zich aan de veiligheidsinstructies en waarschuwingen uit de
,
gebruiksaanwijzing van de reinigings- en desinfectieautomaat. Behandel alleen
microtiterplaten/bloedanalyseplaten die volgens de fabrikant van die producten
geschikt zijn voor machinale behandeling. Houdt u zich aan de specifieke be
handelingsvoorschriften van de fabrikant. Het te gebruiken programma moet op
het materiaal van de microtiterplaten/bloedanalyseplaten worden afgestemd.
Gebruik voor het laatste spoelen bij voorkeur gedemineraliseerd water.
-
Toepassing:
Met de injectorwagen E 493 in combinatie met inzet E 494 kunnen microtiterpla
ten/bloedanalyseplaten machinaal worden gereinigd en eventueel gedesinfecteerd
in de reinigings- en desinfectieautomaten G 7836 en PG 8536.
Voor de watervoorziening van de injectorwagen moet de onderste sproeiarm
van de reinigings- en desinfectieautomaat door een speciale sproeiarm worden
vervangen.
Aanwijzingen bij gebruik van kunststof microtiterplaten/bloedanalyseplaten:
Bij microtiterplaten/bloedanalyseplaten van kunststoffen als polycarbonaat,
polyacrylaat, polystyrol, etc. moet het volgende in acht worden genomen:
Gebruik een reinigingsmiddel met oxiderende werking op basis van
–
hypochloride of waterstofperoxide.
Gebruik geen reinigingsmiddelen en ontschuimers die tensiden en/of
,
siliconenolie bevatten.
– Gebruik een neutralisatiemiddel op citroenzuurbasis.
– Gebruik een reinigingsprogramma met 1-2 koude voorspoelingen.
– Bij de programmablokken "Reinigen" en "Spoelen" mag de temperatuur niet
hoger zijn dan 55 °C.
– Schud handmatig eventuele waterresten die na het naspoelen zijn achter-
gebleven uit de caviteiten c.q. wells. Droog de platen pas daarna.
–
Bij droging in de reinigingsautomaat met een apart droogprogramma mag de
temperatuur maximaal 65 °C zijn.
–
Bij droging in een droogkast mag de temperatuur maximaal op 55 °C zijn
ingesteld.
-
E 493
Plaats 2 inzetten E 494 per niveau in de injectorwagen.
^
Microtiterplaten in E 494 inruimen:
^
Schuif de microtiterplaten met de openingen naar
beneden in de houders van de inzet.
Speciale sproeiarm voor E 493 monteren:
Voor de watervoorziening van de injectorwagen
moet de onderste sproeiarm van de reinigings- en
desinfectieautomaat door een speciale sproeiarm
worden vervangen. Ga als volgt te werk:
^
Schroef de speciale sproeiarm in de reinigingsen desinfectieautomaat.
^
Draai het kartelmoertje A in het midden van de
sproeiarm los.
^
Verwijder de sproeiarm B.
^
Schroef de toevoerbuis C los.
Miele Professional, Postbus 166, 4130 ED Vianen, Telefoon (03 47) 37 88 83, Fax (03 47) 37 84 29,
Internet: http://www.miele-professional.nl / Wijzigingen voorbehouden / 1809
M.-Nr. 06 231 551 / 00 nl