De verpakking behoedt het toestel voor
transportschade. Er werd materiaal gekozen, dat door het milieu wordt verdragen en opnieuw kan worden benut.
Door de verpakking weer in kringloop
te brengen, wordt er grondstof gespaard en verkleint de afvalberg. Geef
deze stoffen dus niet met het gewone
vuilnis mee. Breng ze liever naar het
dichtstbijzijnde gemeentelijk containerpark. Waar u dat vindt, komt u zeker bij
uw gemeentebestuur aan de weet.
Berging van uw oud toestel
Bij de aankoop van uw nieuw toestel
heeft u een bijdrage betaald. Die wordt
volledig gebruikt voor de toekomstige
recyclage van dat toestel. Dat bevat
trouwens nog waardevol materiaal.
Door te recycleren wordt er dan ook
minder verspild en vervuild.
Als u vragen heeft omtrent het afdanken van uw oud toestel, neem dan contact op met
– de handelaar bij wie u het kocht
of
– de firma Recupel,
telefoon 02 706 86 10,
website: www.recupel.be
of
– uw gemeentebestuur als u uw toe-
stel naar een containerpark brengt.
Zorg er ook voor dat het toestel intus-
sen kinderveilig wordt bewaard voor u
het laat wegbrengen. Hou dus rekening met de gelijknamige rubriek in de
"Opmerkingen omtrent uw veiligheid".
3
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Dit toestel voldoet aan de voorgeschreven veiligheidsvoorschriften.
Bij ondeskundig gebruik kan er
schade optreden aan het toestel en
kan de gebruiker gevaar lopen.
Lees aandachtig uw gebruiksaanwijzing voor u uw toestel in gebruik
neemt. U vindt er belangrijke wenken omtrent veiligheid, montage,
gebruik en onderhoud. Zo beschermt u zichzelf en vermijdt u
schade aan het apparaat.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing
zorgvuldig. Geef ze door aan wie
het toestel eventueel na u gebruikt.
Deskundig gebruik
Dit toestel is enkel voor huishoude-
lijk gebruik bestemd.
De fabrikant is niet aansprakelijk voor
schade die werd veroorzaakt doordat
het toestel niet volgens de voorschriften gebruikt of verkeerd bediend werd.
Technisch veilig
Vergelijk eerst de aansluitgege-
vens (spanning en frequentie) op
het typeplaatje met die van uw huisinstallatie. Sluit dan pas uw toestel aan.
Deze gegevens dienen absoluut overeen te stemmen. Anders treedt er
schade op aan uw toestel. Vraag in
geval van twijfel inlichtingen aan uw
installateur.
De elektrische veiligheid van dit
toestel wordt enkel gewaarborgd
indien u het op een aardsysteem aansluit, dat volgens de voorschriften werd
geïnstalleerd. Het is heel belangrijk dat
deze fundamentele veiligheidsvoorziening voorhanden is. Laat uw installatie
bij twijfel door een vakman nakijken. De
fabrikant is niet aansprakelijk voor schade die werd veroorzaakt doordat de
aardleiding onderbroken was of gewoon ontbrak. Er zijn elektrische schokken mogelijk.
Door ondeskundige installatie- of
reparatiewerkzaamheden kunnen
er niet te onderschatten risico’s opduiken voor wie het toestel gebruikt.
Laat de installatie en de herstelling van
uw elektrische toestellen dus enkel
door een erkend vakman uitvoeren.
Indien u dit toestel niet op een vas-
te plaats inbouwt en monteert, bv.
op een schip, laat dit karwei dan enkel
uitvoeren door vakmensen. Die moeten
ervoor zorgen dat u het toestel veilig
kan gebruiken.
4
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Het toestel is pas stroomloos indien aan een van deze voorwaar-
den werd voldaan:
– het snoer is van het elektrisch net los-
gekoppeld;
trek daarbij niet aan het snoer, wel
aan de stekker.
– de smeltstoppen van uw installatie
zijn uitgeschakeld.
Gebruik uit veiligheidsoverwegin-
gen geen verlengsnoeren om het
toestel aan te sluiten.
Die bieden niet voldoende veiligheidsgaranties. Er bestaat onder meer gevaar voor oververhitting.
Gebruik
Maak onder de wasemkap nooit
iets klaar met open vlam. Grilleren
met open vlam alsook flamberen zijn uit
den boze.
De ingeschakelde wasemkap zuigt de
vlammen in de vetfilter. Door het opgezogen kookvet bestaat er brandgevaar!
Gebruikt u de wasemkap boven
een gaskookvlak? Zet dan steeds
een kookpan op de brander die in gebruik is.
Door de te sterke hitte van de vlammen
kan de wasemkap schade oplopen.
Schakel uw wasemkap telkens in
wanneer er een kookplaat of -zone
in gebruik is.
Is de wasemkap niet ingeschakeld,
dan kan er zich condenswater vormen.
Dan kan het toestel corrosie oplopen.
Indien u met olie of vet kookt, dient
u uw kookpan of frituurstel voortdurend in het oog te houden. Dat geldt
ook voor elektrische grillapparaten.
Door oververhitting kunnen olie en vet
in brand geraken en de wasemkap
vlam doen vatten.
Gebruik de wasemkap nooit zon-
der vetfilters.
Zo vermijdt u dat er zich vet en vuil
afzet in het toestel. Daardoor komt de
goede werking immers in het gedrang.
De filters dient u geregeld schoon
te maken. Door erg vette filters bestaat er brandgevaar!
Gebruik om de wasemkap schoon
te maken in geen geval een toestel
dat met stoom onder druk werkt.
De stoom kan onderdelen van het toestel aanraken, die onder spanning
staan. Zo kan er kortsluiting optreden.
5
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Montage
Hou tussen het kookvlak en de
wasemkap ter wille van de veilig-
heid een minimumafstand van:
– 45 cm boven een elektrisch kookvlak,
– 65 cm boven een gaskookvlak,
– 65 cm boven een elektrogrill.
Bij andere toestellen dient u de afstand
in acht te nemen, die in de bijgeleverde
handleiding wordt vermeld.
Gebruikt u verschillende kooktoestellen
onder de wasemkap en is de veiligheidsafstand telkens anders, kies dan
de grootst opgegeven afstand.
Boven ovens of fornuizen die met
vaste brandstof worden verwarmd,
mag u geen wasemkap monteren.
Gebruik voor de luchtafvoerleiding
enkel buizen of slangen van
onbrandbaar materiaal. Die zijn bij uw
handelaar of in de Technische Dienst
verkrijgbaar.
De luchtafvoer van de wasemkap
mag u niet aansluiten op een
schoorsteen die in gebruik is, noch op
een schacht die stookplaatsen ontlucht.
Zo de afvoer in een niet meer ge-
bruikte afvoerschouw moet worden
geleid, hou dan rekening met de plaatselijk geldige voorschriften.
6
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Wees voorzichtig als u de wasem-
kap tegelijk gebruikt met andere
verwarmingstoestellen die lucht uit het
vertrek nodig hebben. Bv. verwarmingstoestellen met gas, stookolie of steenkool, doorstroomverwarmers, boilers,
gaskookvlakken en -ovens. De wasemkap zuigt uit het vertrek waar hij geïn-
stalleerd is, immers lucht weg, die voor
de verbranding in het verwarmingstoestel bestemd is.
Bovendien kunnen door het zuigeffect
van de wasemkap uitlaatgassen uit de
schouw terugstromen. De werking van
verwarmingsinstallaties met schouwaansluiting komt in het gedrang.
U vermijdt risico’s als er bij gelijktijdig
gebruik van de wasemkap en van een
verwarmingstoestel waarvoor lucht uit
het vertrek is vereist, een onderdruk
wordt bereikt van maximum 4 Pa
(0,04 mbar). Hierdoor verhindert u namelijk dat er uitlaatgassen uit het verwarmingstoestel worden teruggezogen.
U kan daarvoor zorgen door lucht voor
de verbranding aan te voeren via nietafsluitbare openingen. Dat kunnen zijn:
openingen in deuren, vensters, luchttoevoer- en afvoerconstructies en technische maatregelen als onderlinge vergrendeling e.d.
Enkel bij toestellen met elders
geplaatste ventilator
Bij toestellen met een elders ge-
plaatste ventilator sluit u beide
elementen via de verbindingsleiding
met stekkers op elkaar aan. Let erop
dat u de juiste toestellen combineert.
Uw oud toestel afdanken
Bij oude, niet meer gebruikte toe-
stellen trekt u de stekker uit het
stopcontact. Maak daarna snoer en
stekker onbruikbaar.
Zo vermijdt u dat uw toestel voor verkeerde doeleinden wordt gebruikt.
De fabrikant is niet aansprakelijk
voor schade die ontstaan is doordat
deze veiligheidsrichtlijnen niet in
acht werden genomen.
Opmerking: bij de beoordeling moet u
steeds rekening houden met de globale ventilatietoestand van de woning.
In geval van twijfel neemt u het best
contact op met een beëdigd schoorsteenveger.
7
Beschrijving van de toestellen
Beschrijving van de toestellen
8
Telescopisch deel
b
Schouw
c
Luifel
d
e Bediening
f Vetfilters
g Hoofdschakelaar
h Verlichting
i Toets aan/uit voor de
ventilator
j Toetsen om het ventilatie-
vermogen in te stellen
Beschrijving van de toestellen
k Toets voor de verlichting
9
Hoe werkt uw toestel?
Hoe werkt uw toestel?
Uw wasemkap werkt
. . . met afvoer naar buiten:
De aangezogen lucht wordt door de
vetfilter gereinigd en naar buiten afgevoerd.
Het toestel is uitgerust met een terug-slagklep.
Als de wasemkap niet werkt, is deze
klep gesloten. Er kan geen buitenlucht
naar binnen noch binnenlucht naar buiten stromen. Zodra u het toestel inschakelt, gaat de klep open. Zo kan de keukendamp ongehinderd naar buiten.
. . . met een elders geplaatste
ventilator:
Bij wasemkappen die geschikt zijn om
te werken met een buiten de keuken
geplaatste ventilator, wordt de afzuigventilator in een vertrek naar uw keuze
gemonteerd.
Zo’n buiten-de-keuken-ventilator wordt
door een besturingsleiding met de
wasemkap verbonden. U kan hem via
het bedieningspaneeltje van de wasemkap bedienen.
10
Bediening
Hoofdschakelaar
Bediening
Bij een normaal kookproces horen,
naar gelang van de intensiteit van de
kookdamp, de standen van "I" tot "III"
(groene controlelampjes).
De ventilator en de verlichting werken
enkel als u de hoofdschakelaar op "I" inschakelt.
Schakel de wasemkap met de hoofdschakelaar uit - in de "0"-stand - als het
toestel lange tijd niet hoeft te werken,
bv. ’s nachts of tijdens uw vakantie.
De ventilator inschakelen
Druk op de toets aan/uit.
De ventilator wordt ingeschakeld op
stand "II". Het controlelampje gaat aan.
Een ventilatievermogen kiezen
Kies met de toetsen – /+ het gewenste afzuigvermogen.
Intensieve stand
Schakel bij het begin van een braadproces of bij een kookproces met sterke reukontwikkeling even de intensieve
stand in (geel controlelampje).
De ventilator uitschakelen
Druk op de toets aan/uit.
De ventilator wordt uitgeschakeld en
het controlelampje gaat uit.
De verlichting in- / uitschakelen
De verlichting kan u in- en uitschakelen
al dan niet met werkende ventilator.
Druk op de toets voor de verlichting.
Toets + = hoger vermogen
Toets – = lager vermogen
11
Reiniging en onderhoud
Reiniging en onderhoud
Maak de wasemkap voor elke
onderhoudsbeurt stroomloos!
Daartoe
– de smeltstoppen van uw huisinstallatie uitschakelen of
– de stekker uit het stopcontact
verwijderen.
Ommanteling
Het oppervlak is gevoelig aan krassen en kerven. Hou dus de volgende tips in acht.
Maak alle oppervlakken alsook de
bedieningselementen enkel schoon
met een vaatdoekje, afwasmiddel en
warm water.
Wrijf het oppervlak vervolgens met
een zachte doek droog.
Gebruik rond de bedieningselementen niet te veel water om te vermijden dat er vocht in de elektronische
bediening indringt.
Vermijd
– reinigingsmiddel dat soda, zuur of
chloriden bevat,
– schurend reinigingsmiddel als bv.
schuurpoeder of -crème, schuursponsjes of gebruikte sponsen
waarin restjes schuurmiddel zitten.
Roestvrijstalen oppervlakken
Om r.v.s. oppervlakken te reinigen is
bovendien niet-schurend reinigingsmiddel voor roestvrij staal geschikt.
Om te vermijden dat de oppervlakken
weer gauw vuil worden, kan u ook
onderhoudsmiddel voor roestvrij staal
toepassen. Dat is in de Technische
Dienst verkrijgbaar.
Breng dit middel met een zachte doek
gelijkmatig en spaarzaam aan.
Vetfilters
De vetfilters in het toestel nemen de
vaste bestanddelen van de kookdampen op (vet, stof e.d.). Ze verhinderen
daardoor dat het toestel vuil wordt. Er
zijn opnieuw te gebruiken metalen vetfilters ingebouwd.
Maak de vetfilters in elk geval schoon
zodra ze er vuil uitzien of het filtereffect
verzwakt.
Het verdient aanbeveling de vetfilters
om de 3 à 4 weken schoon te maken.
Zo vermijdt u dat het vet vastkoekt.
Door erg verzadigde vetfilters vergroot het brandrisico!
12
Duw de vetfiltervergrendeling naar
het midden toe om de vetfilters uit te
nemen.
Neem de vetfilters uit en maak ze
schoon:
– met de hand: met een afwasborstel
in warm water met afwasmiddel voor
manuele afwas erin.
Reiniging en onderhoud
Leg de filters na het schoonmaken
nog op een vochtopnemend voorwerp te drogen.
Wanneer de filters uitgenomen zijn,
kan u de bereikbare onderdelen van
de behuizing van vet ontdoen. Daardoor vermijdt u brandgevaar.
Let er bij het monteren van de filters op
dat de vergrendeling naar het kookvlak
toe wijst.
Als er eens een filter verkeerd zit, ontgrendel die dan langs de uitsparingen
met behulp van een kleine schroevendraaier.
– in de afwasautomaat: zet de filters
verticaal in de onderste korf.
Als u de vetfilters in de afwasautomaat laat afwassen, kan het filteroppervlak naar gelang van het
gebruikte afwasmiddel op de duur
verkleuren.
Dit schaadt de werking van de vetfilters echter niet.
13
Reiniging en onderhoud
Reiniging en onderhoud
Halogeenlampen vervangen
Maak de wasemkap stroomloos.
Daartoe
– de smeltstoppen van uw huisinstallatie uitschakelen of
– de stekker uit het stopcontact
trekken.
Halogeenlampjes worden tijdens de
werking erg heet. Ook geruime tijd
na het uitschakelen bestaat er nog
gevaar dat u er zich aan verbrandt.
Neem halogeenlampjes niet direct
bij het glas vast. Anders kunnen die
schade oplopen. Hou rekening met
de wenken van de fabrikant.
Trek het lampdeksel b af om het
halogeenlampje te vervangen.
Trek het halogeenlampje c uit de
fitting en steek er een nieuw in.
Zet het lampdeksel b erop en duw
het voorzichtig terug op zijn plaats.
Gebruik de verlichting nooit zonder
het lampdeksel
namelijk een filter die u beschermt
tegen schadelijke straling.
. Dit deksel bevat
b
14
Technische dienst
Neem bij storingen die u niet zelf kan
oplossen, contact op
– met uw imperial-handelaar
of
– met de Technische Dienst van
imperial.
Het adres en telefoonnummer van onze
technische dienst vindt u op de rugzijde van deze gebruiksaanwijzing.
Wanneer u daar een beroep op doet,
geef dan a.u.b. altijd het machinetype
en -nummer op.
Beide gegevens vindt u op het typeplaatje. Dat wordt zichtbaar nadat u de
vetfilters hebt weggenomen.
Technische dienst
15
Montage
Montage
Afmetingen van de toestellen
Afstand S boven het kookvlak
Laat tussen kookvlak en wasemkap
ter wille van de veiligheid een afstand S van minstens:
– 450 mm boven elektrische kookvlakken
– 650 mm boven gaskookvlakken
en een elektrogrill.
Meer details vindt u in de rubriek
"Opmerkingen omtrent uw veiligheid".
Neem bij het bepalen van maat S ook
het volgende in acht:
– Ook boven elektrische kookvlakken
verdient het aanbeveling een afstand S van minstens 650 mm te
laten om vlot onder de wasemkap te
kunnen werken.
– Bij de montage van een imperial-rug-
wandpaneel is maat S 700 mm.
: ruimte in de wand resp. in het pla-
fond om de luchtafvoerleiding en
de verbindingskabel naar de externe
ventilator door te voeren en het stopcontact te monteren.
H = 650 - 1110 mm
De diameter van de luchtafvoeraan-
sluiting bedraagt 150 mm, met verloopmof 125 mm.
Om de schouw te kunnen monteren,
moet maat A tussen de bovenkant van
de schouw en het plafond minstens
20 mm bedragen.
16
Zorg er ook voor dat de dikte van hetkookvlak + S + H, bij een montage die
tegen het plafond aansluit, niet meer
bedraagt dan de beschikbare ruimte in
het vertrek.
Montagemateriaal
Montage
6 schroeven 5 x 40 mm met grote kop
en 6 pluggen S8 om de onderste
steunplaat vast te zetten en de bovenste te bevestigen.
4 schroeven 5 x 60 mm, 4 moerplaatjes 5,3 mm, 4 pluggen S8R60 om de
onderste steunplaat te bevestigen.
2 kartelmoeren M6 om het toestel te
bevestigen.
4 schroeven 3,9 x 7,5 mm, 4 dopjes
om de schouw en het telescopische
deel te bevestigen.
2 slangklemmen om de luchtafvoerleiding te bevestigen
2 vel montagebeveiliging voor de
montage van het telescopische deel,
455 x 210 mm
Montageschets DIN A3
17
Montage
De montage vindt u op de bijgeleverde montageschets beschreven.
Lees eerst de informatie op de volgende bladzijden alsook de rubriek "Opmerkingen omtrent uw veiligheid" voor
u de wasemkap monteert.
Steunplaten
Met behulp van de steunplaten A, B en
C bevestigt u de wasemkap tegen de
wand.
18
Steunplaat C
Steunplaat C hoeft u enkel te monteren
als de afstand Y groter is dan 400 mm.
De plaat is bedoeld als bijkomende versteviging van het telescopische deel.
Elektrische aansluiting
Elektrische aansluiting
De aansluiting van uw apparaat op
het stroomnet kan u het best aan
een bevoegd elektricien toevertrouwen. Die dient de plaatselijke reglementering te kennen en nauwgezet
te volgen.
Door ondeskundige installatie- of
reparatiewerkzaamheden kunnen er
niet te onderschatten risico’s opduiken voor wie het toestel gebruikt.
Daarvoor kan de fabrikant niet aansprakelijk worden gesteld.
Deze wasemkap mag u enkel aansluiten op een degelijk geïnstalleerd en geaard stopcontact van AC 230V ~ 50 Hz.
Om de veiligheid te verhogen, verdient
het aanbeveling een verliesstroomschakelaar met een uitschakelstroom van
30 mA voor het toestel te schakelen.
Voer de aansluiting bij voorkeur via een
stopcontact uit. Dit vergemakkelijkt immers eventuele tussenkomsten van de
technische dienst. Het stopcontact
moet nog toegankelijk zijn als het toestel ingebouwd is.
De vereiste gegevens over de aansluiting staan op het typeplaatje. Dat vindt
u als de vetfilters uitgenomen zijn.
Ga na of deze gegevens overeenstemmen met de spanning en de frequentie
van het net.
Is het stopcontact voor de gebruiker na
het inbouwen niet meer toegankelijk of
is er een vaste aansluiting voorzien,
dan moet die voor elke fase met een
stroomonderbreker uitgerust zijn. Als
stroomonderbrekers kunnen er schakelaars worden gebruikt met een contactopening van meer dan 3 mm. Bijvoorbeeld automatische schakelaars,
smeltstoppen en contactsluiters.
19
Luchtafvoerleiding
Luchtafvoerleiding
Risico op vergiftiging!
Hou de rubriek "Opmerkingen
omtrent uw veiligheid" in acht.
– De luchtafvoerleiding dient zo kort
en recht mogelijk te zijn.
– De diameter van de luchtafvoerlei-
ding mag niet kleiner zijn dan
150 mm.
Gebruikt u luchtafvoerleidingen met
een diameter kleiner dan 150 mm of
vlakke afvoerkanalen, dan veroorzaakt de wasemkap meer lawaai en
verzwakt het afzuigvermogen.
Verminder de diameter van de luchtafvoerleiding enkel in het uiterste
geval, bv. indien die leiding reeds
voorhanden is.
– Pas enkel wijde bochten toe. Door
kleine bochten vermindert het luchtafvoervermogen van het toestel.
– Zo u de luchtafvoerleiding horizon-
taal monteert, dient u een minimumverval van 1 cm per meter te voorzien.
Zo kan er geen condenswater in het
toestel lopen.
– Wordt de lucht naar buiten afge-
voerd, dan is een telescopisch muurkastje aan te bevelen.
– Gebruik voor de aansluiting van de
luchtafvoerleiding enkel gladde buizen of soepele slangen van onbrandbaar materiaal.
20
– Voert u de lucht af in een schouw,
richt de afvoerpijp dan in de richting
waarin de lucht wordt afgevoerd.
Belangrijk!
Monteert u de luchtafvoerleiding door
koele vertrekken, zolders e.d.? Dan kan
er op bepaalde punten een groot
temperatuurverschil ontstaan. Er kan
dus condenswater worden gevormd. In
zo’n geval dient u de luchtafvoerleiding
voldoende te isoleren.
Condenswaterstop
Het verdient aanbeveling ook een condenswaterstop te installeren. Daarin
wordt het condenswater, dat ondanks
de isolatie van de luchtafvoerleiding
toch ontstaat, opgevangen en verdampt.
Condenswaterstoppen zijn als toebehoren verkrijgbaar.
Installeer de condenswaterstop verticaal en, zo dat enigszins mogelijk
is, direct boven de luchtafvoertuit
van de wasemkap.
Luchtafvoerleiding
21
Elders geplaatste ventilatoren
Elders geplaatste ventilatoren
De toesteltypes vindt u in de tabel hieronder. In de planninginformatie voor elders
geplaatste ventilatoren vindt u nog meer wenken.
3
/h
3
/h
Muurventilator
310 mm
280-390 mm
390 mm
–
–
X
–
3
850 m
/h
3
/h
730 m
Ø 150 mm
Type
ventilator:
Dakventilator
Dakventilator
Buitenmuurventilator
Buitenmuurventilator
Luchtafvoerventilator
Type:DV 1100DV 1005/1
DV 1005/1G
AWG
1005/1
AWG 1100ABLG 940/1MG 1100
AWG
1005/1G
Afmetingen:
Breedte
Diepte
Hoogte
Ø 301 mm
244 mm
380 mm
460 mm
230 mm
380 mm
460 mm
160 mm
Ø 301 mm
124 mm
360 mm
400 mm
245 mm
Installatie
op platdak
–
–
–
–
–
op hellend
dak
X
X
–
–
–
tegen / in
buitenmuur
–
–
X
X
–
met vrije
opstelling
–
–
–
–
X
Ventilatievermogen
(ongehinderd)
in de
praktijk*
buisaansluiting
3
850 m
/h
3
/h
730 m
Ø 150 mm
3
950 m
/h
3
/h
780 m
Ø 150 mm/
125 mm
3
950 m
/h
3
/h
780 m
Ø 150 mm/
125 mm
850 m3/h
730 m3/h
Ø 150 mm
900 m
720 m
Ø 150 mm/
125 mm
Nominale
spanning:AC 220 /230 V 50 Hz
Motorvermogen:330 W170 W170 W330 W315 W330 W
* Gemeten in de volgende
inbouwtoestand:
wasemkap, 90°-bocht,
4 m luchtafvoerleiding, elders geplaatste ventilator.
22
Elders geplaatste ventilatoren
Montage:
Naar gelang van het type kan u elders
geplaatste ventilatoren tegen of in een
buitenmuur of op een schuin dak monteren. U kan ze ook vrijstaand opstellen.
Type DV 1100
Type DV 1005/1
Type DV 1005/1G
– Deze types installeert u op een
schuin dak. Vraag advies aan een
pannenlegger.
Type AWG 1100
Type AWG 1005/1 - 1005/1G
– Deze types installeert u tegen een
buitenmuur.
Draai eerst de zelftappende schroeven opzij uit en neem de ommanteling af.
Monteer de slang of het luchtafvoerkanaal dan op de aanzuigtuit, voer
de luchtafvoerleiding samen met de
elektrische besturingsleiding door
een geschikte opening in de muur
en verbind de leidingen met de wasemkap.
Daarna kan u de ventilator tegen de
muur bevestigen.
Breng de ommanteling weer aan en
draai er de schroeven weer in.
Type MG 1100
– Dit type installeert u in een buiten-
muur.
Maak een opening in de muur volgens de montagehandleiding voor
de muurventilator.
Draai eerst de 4 bevestigingsschroeven uit en neem het ommantelingsdeksel af. Markeer de te boren
gaatjes voor de bevestigingsschroeven. Boor de gaatjes en steek er de
pluggen in. Bevestig de ommanteling met schroeven. Breng het telescopische binnenste deel op zijn juiste plaats en vul de tussenruimte op
met schuimrubber. Bevestig het
r.v.s. deksel op de ommanteling.
Monteer de luchtafvoerslang en sluit
de besturingskabel op de steekverbindingen aan. Eventueel gebruikt u
de bijgeleverde verbindingsleiding
als verlengkabel.
Type ABLG 940/1
– voor vrije opstelling
Via de vier gaatjes in de onderste
plaat kan u deze ventilator op de gepaste plaats monteren. De verbinding met de wasemkap en de eventueel doorgaande leiding achter de
ventilator voert u eveneens uit met
een luchtafvoerslang of -kanaal.
Elektrische aansluiting:
De elektrische verbinding gebeurt via
een besturingskabel die met de wasemkap wordt verbonden. Zo kan de ventilator in 4 standen worden geschakeld.
23
Technische gegevens
Technische gegevens
Aansluitwaarde
DWY 956, 950 . . . . . . . . . . . . . . 260 W
Motor
DWY 956, 950 . . . . . . . . . . . . . . 200 W
Verlichting . . . . . . . . . . . . . . . 3 x 20 W