Miele DWW 756-4, DWW 756-4 EX, DWW 750-4, DWW 956-4, DWW 956-4 EX User Manual [nl]

...
Page 1
Montage- en gebruiksaanwijzing
..............................................................................................................................
Wasemkappen
DWW 756-4 DWW 756-4 EX DWW 750-4 DWW 956-4 DWW 956-4 EX DWW 950-4 DWW 1256-4 DWW 1256-4 EX DWW 1250-4
*
Page 2
Inhoud
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3
Opmerkingen omtrent uw veiligheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
Beschrijving van de toestellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8
Hoe werkt uw toestel? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
Bediening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
Reiniging en onderhoud
Ommanteling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
Vetfilters . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
Reukfilters monteren / vervangen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
Halogeenlampen vervangen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19
Afmetingen van de toestellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20
Montage
Montagemateriaal . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
Steunplaten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
Luifel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26
Motor . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27
Besturingsmodule . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28
Elektrische aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28
Werking met luchtafvoer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29
Werking met circulatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30
Telescopisch deel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30
Schouw . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32
Luchtafvoerleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34
Condenswaterstop. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35
Elektrische aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 36
Elders geplaatste ventilatoren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37
Technische dienst . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 39
Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 40
Page 3
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu
Recycleerbare verpakking
De verpakking behoedt het toestel voor transportschade. Er werd materiaal ge­kozen, dat het milieu verdraagt en dus opnieuw kan worden benut.
Door de verpakking weer in kringloop te brengen, wordt er grondstof ge­spaard en verkleint de afvalberg. Geef deze stoffen dus niet gewoon met het vuilnis mee. Breng ze liever naar het dichtstbijzijnde verzamel- en sorteerter­rein. Waar u dat vindt, komt u zeker bij uw gemeentebestuur aan de weet.
Berging van uw oud toestel
Oude toestellen bevatten nog waarde­vol materiaal. Geef uw oud toestel dus niet gewoon met het grof huisvuil mee. Vraag liever inlichtingen aan uw gemeentebestuur of aan het dichtstbij­zijnde autowrak- of schrootverwerkend bedrijf omtrent de mogelijkheden om die stoffen opnieuw te gebruiken.
Zorg er ook voor dat het toestel intus­sen kinderveilig wordt bewaard. Hou dus rekening met de gelijknamige ru­briek in de "Opmerkingen omtrent uw veiligheid".
3
Page 4
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Dit toestel voldoet aan de voorge­schreven veiligheidsvoorschriften. Bij ondeskundig gebruik kan er schade optreden aan het toestel en kan de gebruiker gevaar lopen.
Lees aandachtig uw gebruiksaanwij­zing voor u uw toestel in gebruik neemt. U vindt er belangrijke wen­ken omtrent veiligheid, montage, gebruik en onderhoud. Zo be­schermt u zichzelf en vermijdt u schade aan het apparaat.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig. Geef ze door aan wie het toestel eventueel na u gebruikt.
Deskundig gebruik
Dit toestel is enkel voor huishoude-
lijk gebruik bestemd. De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade die werd veroorzaakt doordat het toestel niet volgens de voorschrif­ten gebruikt of verkeerd bediend werd.
Technisch veilig
Vergelijk eerst de aansluitgege-
vens (spanning en frequentie) op het typeplaatje met die van uw huisin­stallatie. Sluit dan pas uw toestel aan. Deze gegevens dienen absoluut over­een te stemmen. Anders treedt er schade op aan uw toestel. Vraag in geval van twijfel inlichtingen aan uw installateur.
De elektrische veiligheid van dit
toestel wordt enkel gewaarborgd indien u het op een aardsysteem aan­sluit, dat volgens de voorschriften werd geïnstalleerd. Het is heel belangrijk dat deze fundamentele veiligheidsvoorzie­ning voorhanden is. Laat uw installatie bij twijfel door een vakman nakijken. De fabrikant is niet aansprakelijk voor scha­de die werd veroorzaakt doordat de aardleiding onderbroken was of ge­woon ontbrak. Er zijn elektrische schok­ken mogelijk.
Door ondeskundige installatie- of
reparatiewerkzaamheden kunnen er niet te onderschatten risico’s opdui­ken voor wie het toestel gebruikt. Laat de installatie en de herstelling van uw elektrische toestellen dus enkel door een erkend vakman uitvoeren.
Indien u dit toestel niet op een vas-
te plaats inbouwt en monteert, bv. op een schip, laat dit karwei dan enkel uitvoeren door vakmensen. Die moeten ervoor zorgen dat u het toestel veilig kan gebruiken.
4
Page 5
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Het toestel is pas stroomloos in­dien aan een van deze voorwaar-
den werd voldaan: – het snoer is van het elektrisch net los-
gekoppeld; trek daarbij niet aan het snoer, wel aan de stekker.
– de smeltstoppen van uw installatie
zijn uitgeschakeld.
Gebruik uit veiligheidsoverwegin-
gen geen verlengsnoeren om het toestel aan te sluiten. Die bieden niet voldoende veiligheids­garanties. Er bestaat onder meer ge­vaar voor oververhitting.
Gebruik
Maak onder de wasemkap nooit
iets klaar met open vlam. Grilleren met open vlam alsook flamberen zijn uit den boze. De ingeschakelde wasemkap zuigt de vlammen in de vetfilter. Door het opge­zogen kookvet bestaat er brandgevaar!
Gebruikt u de wasemkap boven
een gaskookvlak? Zet dan steeds een kookpan op de brander die in ge­bruik is. Door de te sterke hitte van de vlammen kan de wasemkap schade oplopen.
Schakel uw wasemkap telkens in
wanneer er een kookplaat of -zone in gebruik is. Is de wasemkap niet ingeschakeld, dan kan er zich condenswater vormen. Dan kan het toestel corrosie oplopen.
Indien u met olie of vet kookt, dient
u uw kookpan of frituurstel voortdu­rend in het oog te houden. Dat geldt ook voor elektrische grillapparaten. Door oververhitting kunnen olie en vet in brand geraken en de wasemkap vlam doen vatten.
Gebruik de wasemkap nooit zon-
der vetfilters. Zo vermijdt u dat er zich vet en vuil afzet in het toestel. Daardoor komt de goede werking immers in het gedrang.
De filters dient u geregeld schoon
te maken. Door erg vette filters be­staat er brandgevaar!
Gebruik om de wasemkap schoon
te maken in geen geval een toestel dat met stoom onder druk werkt. De stoom kan onderdelen van het toe­stel aanraken, die onder spanning staan. Zo kan er kortsluiting optreden.
5
Page 6
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Montage
Hou tussen het kookvlak en de wasemkap ter wille van de veilig-
heid een minimumafstand van:
45 cm boven een elektrisch kookvlak,65 cm boven een gaskookvlak,65 cm boven een elektrogrill.
Bij andere toestellen dient u de afstand in acht te nemen, die in de bijgeleverde handleiding wordt vermeld. Gebruikt u verschillende kooktoestellen onder de wasemkap en is de veilig­heidsafstand telkens anders, kies dan de grootst opgegeven afstand.
Boven ovens of fornuizen die met vaste brandstof worden verwarmd,
mag u geen wasemkap monteren.
Gebruik voor de luchtafvoerleiding
enkel buizen of slangen van onbrandbaar materiaal. Die zijn bij uw handelaar of in de Technische Dienst verkrijgbaar.
De luchtafvoer van de wasemkap
mag u niet aansluiten op een schoorsteen die in gebruik is, noch op een schacht die stookplaatsen ontlucht.
Zo de afvoer in een niet meer ge-
bruikte afvoerschouw moet worden geleid, hou dan rekening met de plaat­selijk geldige voorschriften.
6
Page 7
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Wees voorzichtig als u de wasem-
kap tegelijk gebruikt met andere verwarmingstoestellen die lucht uit het vertrek nodig hebben. Bv. verwarmings­toestellen met gas, stookolie of steen­kool, doorstroomverwarmers, boilers, gaskookvlakken en -ovens. De wasem­kap zuigt uit het vertrek waar hij geïn- stalleerd is, immers lucht weg, die voor de verbranding in het verwarmingstoe­stel bestemd is. Bovendien kunnen door het zuigeffect van de wasemkap uitlaatgassen uit de schouw terugstromen. De werking van verwarmingsinstallaties met schouw­aansluiting komt in het gedrang.
U vermijdt risicos als er bij gelijktijdig gebruik van de wasemkap en van een verwarmingstoestel waarvoor lucht uit het vertrek is vereist, een onderdruk wordt bereikt van maximum 4 Pa (0,04 mbar). Hierdoor verhindert u na­melijk dat er uitlaatgassen uit het ver­warmingstoestel worden teruggezogen. U kan daarvoor zorgen door lucht voor de verbranding aan te voeren via niet­afsluitbare openingen. Dat kunnen zijn: openingen in deuren, vensters, lucht­toevoer - en afvoerconstructies en tech­nische maatregelen als onderlinge ver­grendeling e.d.
Enkel bij toestellen met elders geplaatste ventilator
Bij toestellen met een elders ge-
plaatste ventilator sluit u beide elementen via de verbindingsleiding met stekkers op elkaar aan. Let erop dat u de juiste toestellen combineert.
Uw oud toestel afdanken
Bij oude, niet meer gebruikte toe-
stellen trekt u de stekker uit het stopcontact. Maak daarna snoer en stekker onbruikbaar. Zo vermijdt u dat uw toestel voor ver­keerde doeleinden wordt gebruikt.
De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade die ontstaan is doordat deze veiligheidsrichtlijnen niet in acht werden genomen.
Opmerking: bij de beoordeling moet u steeds rekening houden met de globa­le ventilatietoestand van de woning. In geval van twijfel neemt u het best contact op met een beëdigd schoor­steenveger.
Gebruikt u de wasemkap met luchtcir­culatie, dan gelden deze opmerkingen niet.
7
Page 8
Beschrijving van de toestellen
Beschrijving van de toestellen
8
Page 9
Beschrijving van de toestellen
Telescopisch deel
b
Schouw
c
Luifel
d
e Bediening
f Hoofdschakelaar
g Rooster voor circulatie
h Verlichting
i Vetfilters
j Toets voor de verlichting
Met deze toets kan u de verlichting in­en uitschakelen en de helderheid ervan aanpassen.
k Toets aan/uit voor de
ventilator
n Toets voor de vetfilters
Het lampje bij de vetfiltertoets gaat aan zodra de vetfilters moeten gereinigd worden.
Met deze toets kan u – de bedrijfsurenteller na het reinigen
van de vetfilters weer in zijn begin­stand zetten; zie "Reiniging en onder­houd".
– de afgelopen tijd van de bedrijfsuren-
teller laten aanduiden; zie rubriek "Bediening / Bedrijfsurenteller".
– het aantal uren voor de bedrijfsurentel-
ler wijzigen; zie rubriek "Bediening / Bedrijfsurenteller wijzigen".
o Toets voor de reukfilters
Het lampje bij de reukfiltertoets gaat aan als de reukfilters, die bij werking met circulatie worden gemonteerd, aan vervanging toe zijn.
Met deze toets kan u
l Toetsen om het ventilatie-
vermogen in te stellen
m Toets om het toestel te
laten nawerken
Hiermee kan u de wasemkap na het kookproces nog laten draaien. U kan het toestel na 5 of 15 minuten zich van­zelf laten uitschakelen.
– de bedrijfsurenteller na het vervan-
gen van de reukfilters weer in zijn beginstand zetten; zie "Reiniging en onderhoud".
– de afgelopen tijd van de bedrijfsuren-
teller laten aanduiden; zie rubriek "Bediening / Bedrijfsurenteller".
– het aantal uren voor de bedrijfsurentel-
ler wijzigen; zie rubriek "Bediening / Bedrijfsurenteller wijzigen".
9
Page 10
Hoe werkt uw toestel?
Hoe werkt uw toestel?
Uw wasemkap werkt
. . . met afvoer naar buiten:
De aangezogen lucht wordt door de vetfilter gereinigd en naar buiten afge­voerd.
Het toestel is uitgerust met een terug- slagklep. Als de wasemkap niet werkt, is deze klep gesloten. Er kan geen buitenlucht naar binnen noch binnenlucht naar buiten stromen. Zodra u het toestel in­schakelt, gaat de klep open. Zo kan de keukendamp ongehinderd naar buiten.
. . . met circulatie:
De aangezogen lucht wordt door de vetfilters en ook nog door reukfilters gereinigd. Via openingen in het teles­copisch deel van het toestel komt de lucht weer in de keuken terecht.
Zie na of de reukfilters gemonteerd zijn voor u de wasemkap voor het eerst gebruikt. Zie rubriek "Reini­ging en onderhoud".
. . . met een elders geplaatste ventilator:
Bij wasemkappen die geschikt zijn om te werken met een buiten de keuken geplaatste ventilator, wordt de afzuig­ventilator in een vertrek naar uw keuze gemonteerd.
10
Zon buiten-de-keuken-ventilator wordt door een besturingsleiding met de wasemkap verbonden. U kan hem via het bedieningspaneeltje van de wasem­kap bedienen.
Page 11
Bediening
Bediening
Hoofdschakelaar
De ventilator en de verlichting werken enkel als u de hoofdschakelaar op "I" in­schakelt.
Zet het toestel uit door op "0" te druk­ken als het lange tijd niet moet werken, bv. s nachts of tijdens uw vakantie.
Als u het daarna weer inschakelt, be­gint het te werken in de stand die u het laatst had gekozen.
De ventilator inschakelen
Druk op de toets aan/uit.
De ventilator wordt ingeschakeld op stand "II". Het controlelampje gaat aan.
Bij een normaal kookproces horen, naar gelang van de intensiteit van de kookdamp, de standen van "I" tot "III" (groene controlelampjes).
Intensieve stand
Schakel bij het begin van een braad­proces of bij een kookproces met ster­ke reukontwikkeling even de intensieve stand in (geel controlelampje).
De wasemkap laten nawerken
Hangt er na het kookproces nog damp in de keuken? Laat uw wasemkap dan even nawerken. Het toestel wordt vanzelf uitgescha­keld; u kan kiezen uit 5 of 15 minuten.
Druk, terwijl de ventilator draait, op de toets om het toestel te laten nawerken.
Een ventilatievermogen kiezen
Kies met de toetsen – /+ het gewens­te afzuigvermogen.
Toets + = hoger vermogen Toets – = lager vermogen
1 x drukken = de ventilator wordt na
5 minuten uitgeschakeld (linker lampje)
2 x drukken = de ventilator wordt na
15 minuten uitgeschakeld (rechter lampje)
Druk nog eens op deze toets om deze functie uit te schakelen.
11
Page 12
Bediening
De ventilator uitschakelen
Druk op de toets aan/uit.
De ventilator wordt uitgeschakeld en het controlelampje gaat uit.
De verlichting inschakelen
De verlichting kan u in- of uitschakelen al dan niet met werkende ventilator.
Druk even op de toets voor de ver­lichting.
Het controlelampje gaat aan. Het licht wordt op zijn helderst ingeschakeld.
De verlichting dimmen
U kan de helderheid van het licht trap­loos laten variëren.
Schakel het licht in en hou de toets voor het licht ingedrukt. Het licht ver­zwakt geleidelijk aan tot u de toets loslaat.
Als u de toets opnieuw ingedrukt houdt, wordt het licht weer helderder tot u de toets loslaat.
Houdt u de toets ingedrukt, dan wordt er voortdurend afgewisseld tussen hel­der en donker.
De verlichting uitschakelen
Druk even op de toets voor de ver­lichting om het licht weer uit te doen.
Het controlelampje gaat uit.
Automatisch uitschakelen met het oog op de veiligheid
Bedient u de ingeschakelde wasemkap 10 uur lang niet, dan schakelt de venti­lator zichzelf uit. Het licht blijft wel aan.
12
Om de ventilator weer aan te zetten drukt u op de toets aan/uit.
Page 13
Bediening
Bedrijfsurenteller
De tijd dat de wasemkap werkt, wordt in het geheugen van het toestel opge­slagen.
Na 30 uur werking gaat het controle­lampje bij de vetfiltertoets aan. Dan moeten de vetfilters worden gereinigd.
De bedrijfsurenteller dient u nadien weer in zijn beginstand te plaatsen.
Hou daartoe de vetfiltertoets zowat 3 seconden ingedrukt.
Het controlelampje bij de toets gaat uit.
Bij werking met luchtcirculatie:
De bedrijfsurenteller opvragen
Voordat de ingestelde tijd verstreken is, kan u aflezen hoeveel procent van de werkingsduur reeds afgelopen is.
Schakel de ventilator in met de toets aan/uit.
Druk op de vetfilter- of op de reukfil­tertoets.
Bij de toets – /+ knipperen een of meer controlelampjes.
De bedrijfsurenteller voor de reukfilters kan u volgens uw eigen behoeften in­stellen. Na het ingestelde aantal uren gaat het controlelampje bij de reukfilter­toets aan. De reukfilters moeten dan worden vervangen.
Zet de teller daarna terug.
Hou de reukfiltertoets zowat 3 secon­den lang ingedrukt.
Het controlelampje bij de toets gaat uit.
Het aantal knipperende controlelamp­jes stemt overeen met het percentage verstreken bedrijfsuren:
1 controlelampje = 25 % 2 controlelampjes = 50 % 3 controlelampjes = 75 % 4 controlelampjes = 100 %
Bij het uitschakelen van de wasemkap of na een stroomonderbreking blijven de afgelopen bedrijfsuren in het geheu­gen opgeslagen.
13
Page 14
Bediening
De bedrijfsurenteller wijzigen
Het maximum aantal bedrijfsuren kan u aan uw kookgewoontes aanpassen.
– Kies een korte tijd indien u dikwijls
braadt of vaak een friteuse gebruikt.
– Zo u vaak erg vetarm kookt, kan u
een lange werkingsduur instellen.
– Als u enkel af en toe kookt, is het
toch zinvol een korte werkingsduur te kiezen. Het verzamelde vet wordt na langere tijd hard. De vetfilters zijn dan minder vlot schoon te krijgen.
De bedrijfsurenteller voor de vetfil­ters wijzigen
Deze bedrijfsurenteller is op 30 uur in­gesteld. U kan die tijd aanpassen. U heeft de keus uit 20, 30, 40 of 50 uur.
Schakel de ventilator uit met de toets aan/uit.
De controlelampjes bij de vetfiltertoets en die bij de toets – /+ knipperen.
De controlelampjes bij de toetsen – /+ duiden de ingestelde duur aan: 1ste lampje van links = 20 uur 2de lampje van links = 30 uur 3de lampje van links = 40 uur 4de lampje van links = 50 uur
Kies met de toets – /+ de gewenste tijd.
Bevestig uw keus met de vetfilter­toets.
Bevestigt u niet binnen de 4 minu­ten na het instellen, dan neemt het toestel de "oude" gegevens over.
Druk tegelijk op de toets om het toe­stel te laten nawerken en op die van de vetfilters.
14
Page 15
Bediening
De bedrijfsurenteller van de reukfil­ter instellen/wijzigen
(bij werking met circulatie) Reukfilters zijn vereist bij werking met
circulatie. In de bedrijfsurenteller voor de reukfil-
ter werd vooraf geen tijd ingevoerd. Het aantal bedrijfsuren kan u aan uw
kookgewoontes aanpassen:
Schakel de ventilator uit met de toets aan/uit.
Druk tegelijk op de toets om het toe­stel te laten nawerken en op die van de reukfilters.
De controlelampjes bij de reukfiltertoets en die bij de toets – /+ knipperen.
De controlelampjes bij de toetsen – /+ duiden de ingestelde duur aan: 1ste lampje van links = 120 uur 2de lampje van links = 180 uur 3de lampje van links = 240 uur 4de lampje van links = oneindig
Kies met de toets – /+ de gewenste tijd.
Bevestig uw keus met de reukfilter­toets.
Bevestigt u niet binnen de 4 minu­ten na het instellen, dan neemt het toestel de "oude" gegevens over.
15
Page 16
Reiniging en onderhoud
Reiniging en onderhoud
Maak de wasemkap voor elke onderhoudsbeurt stroomloos! Daartoe – de smeltstoppen van uw huis­installatie uitschakelen of – de stekker uit het stopcontact verwijderen.
Ommanteling
Roestvrijstalen oppervlakken
Om r.v.s. oppervlakken te reinigen is bovendien niet-schurend reinigingsmid­del voor roestvrij staal geschikt.
Om te vermijden dat de oppervlakken weer gauw vuil worden, kan u ook onderhoudsmiddel voor roestvrij staal toepassen. Dat is in de Technische Dienst verkrijgbaar.
Het oppervlak en de bedieningsele­menten zijn gevoelig aan krassen en kerven. Hou dus de volgende tips in acht.
Maak alle oppervlakken alsook de bedieningselementen enkel schoon met een vaatdoekje, afwasmiddel en warm water.
Wrijf het oppervlak vervolgens met een zachte doek droog.
Gebruik rond de bedieningselemen­ten niet te veel water om te vermij­den dat er vocht in de elektronische bediening indringt.
Vermijd – reinigingsmiddel dat soda, zuur of
chloriden bevat,
– schurend reinigingsmiddel als bv.
schuurpoeder of -crème, schuur­sponsjes of gebruikte sponsen waarin restjes schuurmiddel zitten.
Breng dit middel met een zachte doek gelijkmatig en spaarzaam aan.
Bedieningselementen met r.v.s. uit­zicht
Deze bedieningselementen kunnen verkleuren of veranderen indien het vuil er langere tijd op inwerkt. Verwij­der het vuil dus meteen.
Gebruik geen reinigingsmiddel voor roestvrij staal om de bedieningsele­menten schoon te maken.
16
Page 17
Reiniging en onderhoud
Vetfilters
De vetfilters in het toestel nemen de vaste bestanddelen van de kookdam­pen op (vet, stof e.d.). Ze verhinderen daardoor dat het toestel vuil wordt. Er zijn opnieuw te gebruiken metalen vetfil­ters ingebouwd.
Maak de vetfilters in elk geval schoon zodra ze er vuil uitzien of het filtereffect verzwakt.
Het verdient aanbeveling de vetfilters om de 3 à 4 weken schoon te maken. Zo vermijdt u dat het vet gaat vastkoe­ken.
Door erg verzadigde vetfilters ver­groot het brandrisico!
Neem de vetfilters uit en maak ze schoon:
met de hand: met een afwasborstel
in warm water met afwasmiddel voor manuele afwas erin.
in de afwasautomaat: zet de filters
verticaal in de onderste korf.
Als u de vetfilters in de afwasauto­maat laat afwassen, kan het filter­oppervlak naar gelang van het gebruikte afwasmiddel op de duur verkleuren. Dit schaadt de werking van de vet­filters echter niet.
Leg de filters na het schoonmaken nog op een vochtopnemend voor­werp te drogen.
Wanneer de filters uitgenomen zijn, kan u de bereikbare onderdelen van de behuizing van vet ontdoen. Daar­door vermijdt u brandgevaar.
Duw de vetfiltervergrendeling naar het midden toe om de vetfilters uit te nemen.
Let er bij het monteren van de filters op dat de vergrendeling naar het kookvlak toe wijst. Als er eens een filter verkeerd zit, ont­grendel die dan langs de uitsparingen met behulp van een kleine schroeven­draaier.
Druk na het reinigen ca. 3 seconden op de vetfiltertoets. Daarmee zet u de bedrijfsurenteller terug in zijn beginstand. Het controlelampje bij de toets gaat dan uit.
Reinigt u de vetfilters voor de be­drijfsuren afgelopen zijn, dan kan u de bedrijfsurenteller terug in zijn be­ginstand zetten door ca. 6 seconden lang op de vetfiltertoets te drukken.
17
Page 18
Reiniging en onderhoud
Reukfilters monteren / vervangen
Bij werking met circulatie dient u niet enkel de vetfilters maar ook twee reukfil­ters te monteren. Deze houden de reuk­stoffen die tijdens het koken opduiken, tegen. Ze worden in de luifel boven de vetfil­ters geplaatst.
Reukfilters zijn bij uw handelaar of in de Technische Dienst verkrijgbaar. Het type en de aanduiding vindt u in de rubriek "Technische gegevens".
Vervang de reukfilters telkens als het controlelampje bij de reukfiltertoets aan­gaat of de reukstoffen niet meer vol­doende worden tegengehouden. U doet er goed aan ze uiterlijk om de 6 maand te vervangen.
Druk na het vervangen ca. 3 secon­den lang op de reukfiltertoets. Daar­mee zet u de bedrijfsurenteller weer in zijn beginstand. Het controlelamp­je bij de toets gaat dan uit.
Vervangt u de reukfilters voor de be­drijfsuren afgelopen zijn, dan kan u de bedrijfsurenteller terug in zijn be­ginstand zetten door ca. 6 seconden lang op de reukfiltertoets te drukken.
Om de reukfilters te monteren of te vervangen, moet u eerst de vetfilters uitnemen zoals tevoren beschreven.
Hou bij het monteren rekening met de montagehandleiding die bij de reukfil­ters wordt bijgeleverd.
Als u de reukfilters voor het eerst mon­teert:
Stel de bedrijfsurenteller in volgens uw kookgewoontes; zie rubriek "Be­diening".
18
Page 19
Reiniging en onderhoud
Halogeenlampen vervangen
Maak de wasemkap stroomloos. Daartoe – de smeltstoppen van uw huis­installatie uitschakelen of – de stekker uit het stopcontact trekken.
Reiniging en onderhoud
Halogeenlampjes worden tijdens de werking erg heet. Ook geruime tijd na het uitschakelen bestaat er nog gevaar dat u er zich aan verbrandt.
Neem halogeenlampjes niet direct bij het glas vast. Anders kunnen die schade oplopen. Hou rekening met de wenken van de fabrikant.
Trek het lampdeksel b af om het halogeenlampje te vervangen.
Trek het halogeenlampje c uit de fitting en steek er een nieuw in.
Zet het lampdeksel b erop en duw het voorzichtig terug op zijn plaats.
Gebruik de verlichting nooit zonder het lampdeksel namelijk een filter die u beschermt tegen schadelijke straling.
. Dit deksel bevat
b
19
Page 20
Afmetingen van de toestellen
Afmetingen van de toestellen
Ruimte in de wand resp. in het pla-
fond om de afvoerleiding en de verbindingskabel naar de externe venti­lator door te voeren en het stopcontact te monteren. Bij werking met circulatie kan het stop­contact enkel op de wand worden ge­plaatst.
De diameter van de luchtafvoeraan- sluiting bedraagt 150 mm, met ver­loopmof 125 mm.
Om de schouw te kunnen monteren, moet maat A tussen de bovenkant van de schouw en het plafond minstens 20 mm bedragen
Toestelhoogte H
Bij werking met circulatie: H = 820 - 1110 mm
Bij werking met afvoer:
20
H = 800 - 1020 mm met luchtafvoerleiding door de wand
H = 730 - 1020 mm met luchtafvoerleiding door het plafond
Page 21
Afstand S boven het kookvlak
Laat tussen kookvlak en wasemkap ter wille van de veiligheid een af­stand S van minstens: – 450 mm boven elektrische kook­vlakken – 650 mm boven gaskookvlakken en een elektrogrill.
Meer details vindt u in de rubriek "Opmerkingen omtrent uw veilig­heid".
Neem bij het bepalen van maat S ook het volgende in acht:
– Ook boven elektrische kookvlakken
verdient het aanbeveling een af­stand S van minstens 650 mm te laten om vlot onder de wasemkap te kunnen werken.
Afmetingen van de toestellen
– Bij de montage van een imperial-rug-
wandpaneel is maat S 700 mm.
Zorg er ook voor dat de dikte van
het kookvlak + S + H, bij een monta-
ge die tegen het plafond aansluit, niet meer bedraagt dan de beschik­bare ruimte in het vertrek.
21
Page 22
Montage
Montage
Montagemateriaal
22
Page 23
2 roosters voor werking met circu-
b
latie (enkel bij werking met circulatie)
2 vel montagebeveiliging
c
voor de montage van de schouw
1 afbuigtuit
d
(enkel voor werking met circulatie)
1 aluminium slang om de afbuigtuit
e
op de luchtuitlaattuit van de motor aan te sluiten (niet bij EX-uitvoering)
2 slangklemmen om de luchtafvoer-
f
leiding te bevestigen
1 verloopmof voor een luchtafvoer-
g
leiding van ø 125 mm (niet bij EX-uitvoe­ring)
1 terugslagklep om in de luchtuit-
h
laattuit van de motor in te bouwen (enkel bij werking met luchtafvoer; niet bij EX-uitvoering)
1 luchtafvoertuit om in de luifel te
i
monteren (enkel bij EX-uitvoering)
Bovenste wandsteunplaat B om
j
het telescopische deel te bevestigen
Montage
12 schroeven 5 x 40 mm met grote
kop en 12 pluggen S 8 om de steunplaten en de luifel te bevestigen
2 kartelmoeren M 6 om de motor / de besturingsmodule te bevestigen
4 schroeven 3,9 x 7,5 mm om de schouw en het telescopisch deel te bevestigen
4 schroeven 4,2 x 13 mm om de lucht­afvoertuit in de luifel te bevestigen (en­kel bij EX-uitvoering)
Middelste wandsteunplaat C om
k
de schouw meer stabiliteit te verlenen
Onderste wandsteunplaat A om er
l
de luifel en de motor / de besturings­module op te bevestigen
23
Page 24
Montage
Raadpleeg eerst de rubriek "Opmer­kingen omtrent uw veiligheid" en "Af­metingen van de toestellen" voor u gaat monteren.
Steunplaten
Voor u gaat monteren, trekt u op de wand een verticale streep in het mid­den boven het kookvlak.
Bepaal vanop het kookvlak maat S. Dit is de afstand tussen het kookvlak en de onderkant van de wasemkap. Zie "Afmetingen van de toestellen".
Met de steunplaten A, B en C wordt de wasemkap tegen de wand bevestigd.
Eerst boort u de gaatjes om steun­plaat A te monteren.
24
Steunplaat A
Boor op 100 en op 425 mm vanuit maat S op de middellijn naar boven toe twee gaatjes van ø 8 mm voor de steunplaat. Duw er pluggen S8 in.
Page 25
Montage
Steunplaat B
Hou steunplaat B tegen de wand en schuif die tot onder het plafond. Hang de plaat met behulp van de in­kervingen en de middellijn waterpas. Markeer de 2 te boren gaatjes op de wand.
Boor de 2 gaatjes van ø 8 mm in de wand. Duw er de pluggen S8 in.
Schroef steunplaat A er met 2 schroeven 5 x 40 mm losjes op. Hang ze met behulp van beide inker­vingen op de middellijn keurig recht.
Boor nog eens 6 gaatjes van ø 8 mm door de gemonteerde steunplaat. Duw pluggen S8 in de gaatjes.
Draai 4 schroeven 5 x 40 mm in de beide bovenste en beide onderste gaatjes.
Schroef de steunplaat met 2 schroe­ven 5 x 40 mm vast.
Steunplaat C
Steunplaat C hoeft u enkel te monteren als de afstand Y groter is dan 415 mm. De plaat is bedoeld als bijkomende ver­steviging van het telescopische deel.
Hou steunplaat C op max. 415 mm van het plafond. Hang de plaat gelijk met behulp van beide inkervingen op de middellijn. Markeer de twee te boren gaatjes.
25
Page 26
Montage
Boor de 2 gaatjes van ø 8 mm in de wand. Duw er de pluggen S8 in.
Schroef steunplaat C met 2 schroe­ven 5 x 40 mm vast.
Luifel
Bevestig de luifel. Draai daartoe de schroeven 5 x 40 mm in de 2 gaatjes.
Hang de luifel op achter de hoek­plaatjes van steunplaat A.
26
Page 27
Motor
(niet bij werking met elders geplaatste ventilator)
Bij werking met luchtafvoer: Beschikt uw luchtafvoersysteem niet over een terugslagklep, plaats dan de bijgeleverde terugslagklep in de luchtafvoertuit van de motor. De klep­pen moeten naar boven toe kunnen openen.
Montage
Draai eerst beide zelfborgende moe­ren losjes op de schroefbouten van steunplaat A. Laat ca. 3 mm afstand tussen moer en plaat om er achteraf de motor in te kunnen haken.
De wasemkap is uitgerust voor een luchtafvoerleiding van ø 150 mm. Om met een afvoerleiding ø 125 mm te werken, dient u bijgeleverde ver- loopmof op de luchtuitlaattuit van de motor te monteren. Lees daartoe de rubriek "Luchtafvoerleiding".
Bij werking met circulatie: Monteer de verloopmof op de lucht­afvoertuit. De terugslagklep wordt niet gemonteerd.
Hang de motor in de haakjes van steunplaat A en laat hem onderaan achter de moeren schuiven.
Draai de moeren aan.
27
Page 28
Montage
Besturingsmodule
(enkel bij werking met een elders ge­plaatste ventilator)
Monteer eerst de bijgeleverde luchtaf­voertuit in de luifel. De terugslagklep is daarin ingebouwd.
Voor een luchtafvoerleiding van ø 150 mm snijdt u de luchtafvoertuit aan de versmalling met een scherp mes door. Voor een luchtafvoerlei­ding van ø 125 mm laat u de tuit on­gewijzigd.
Bevestig de luchtafvoertuit met 4 schroeven 4,2 x 13 mm in de luifel.
Elektrische aansluiting
Verbind de aansluitkabel van de lui­fel met behulp van de overeenkomsti­ge koppelingen links en rechts met de motor / besturingsmodule.
Steek daartoe de vierpolige stekker in de achterste aansluiting van de koppeling links op de motor / de besturingsmodule.
Steek de zespolige stekker in de kop­peling rechts op de motor / de bestu­ringsmodule.
Bij werking met een elders geplaat­ste ventilator monteert u in de plaats van de motor de besturingsmodule. Bevestig die met de kartelmoeren.
28
Bevestig de kabels op de met pijlen aangeduide plaatsen (niet bij EX-uit­voering).
Page 29
Bij werking met een elders geplaat­ste ventilator: Verbind de besturingsmodule met de elders geplaatste ventilator met behulp van de verbindingskabel en de zespolige stekker.
Sluit het toestel vervolgens aan op het stroomnet.
Raadpleeg eerst de rubrieken "Op­merkingen omtrent uw veiligheid" en "Elektrische aansluiting" voor u het toestel op het net aansluit.
Montage
Werking met luchtafvoer
Om de luchtafvoer aan te sluiten be­vestigt u een slang of buis met be­hulp van een slangklem op de uitlaat­tuit.
De luchtafvoerleiding steekt u door de opening in de wand of in het pla­fond naar buiten of naar de elders geplaatste ventilator toe.
Sluit de luchtafvoer verder aan. Zie rubriek "Luchtafvoerleiding".
29
Page 30
Montage
Werking met circulatie
Is het niet mogelijk een luchtafvoerlei­ding aan te leggen? Sluit uw toestel dan aan op werking met circulatie.
Schuif de afbuigtuit op de bovenste steunplaat.
Bevestig de bijgeleverde slang met de slangklemmen op de afbuigtuit en op de verloopmof op de motor.
Telescopisch deel
Met het telescopische deel kan u de afstand tussen wasemkap en plafond laten variëren. Zie rubriek "Afmetingen van de toestellen".
Het telescopische deel heeft twee ope­ningen. Daar dient de lucht doorheen te stromen bij werking met circulatie.
met circulatie met luchtafvoer
Bij werking met circulatie monteert u het telescopische deel met de openin­gen naar boven toe. Bij werking met luchtafvoer zijn deze openingen niet nodig. In dit geval mon­teert u het telescopische deel met de openingen naar onderen. Ze worden achteraf door de schouw bedekt.
Monteer de reukfilters. Zie "Reiniging en onderhoud".
De reukfilters, die voor werking met circulatie nodig zijn, kan u bij uw han­delaar en in de Technische Dienst verkrijgen.
30
Page 31
Trek eerst de beschermfolie weg voor u het telescopische deel plaatst.
Buig de bovenste haakjes ca. 45° naar binnen toe. Zo monteert u het deel vlotter.
Montage
Bevestig het telescopische deel met schroeven 3,9 x 7,5 mm aan beide zijden op de bovenste steunplaat.
met circulatie met luchtafvoer
Trek het telescopische deel ietwat uit elkaar en schuif het over de boven­ste steunplaat.
De openingen in het telescopische deel moeten zich, bij werking met circu­latie, precies ter hoogte van de uitlaat­openingen in de afbuigtuit bevinden.
Enkel bij werking met circulatie: Plaats het rooster in het telescopi­sche deel en in de afbuigtuit erach­ter. De lamellen van het rooster moeten naar onder wijzen.
31
Page 32
Montage
De papieren montagebeveiliging verhin­dert dat het telescopische deel bij de montage van de schouw onverhoeds krassen oploopt. Na de montage wordt het weer verwijderd.
Vouw het bovenste deel van de mon­tagebeveiliging.
Trek de beschermfolie bij de kleef­punten weg.
Kleef de montagebeveiliging opzij en onderaan keurig gelijk tegen het telescopische deel.
Schouw
Verwijder de beschermfolie voor u de schouw monteert.
Trek de schouw voorzichtig ietwat uit elkaar en schuif ze over het telesco­pische deel.
32
Page 33
Schuif de schouw vervolgens ietwat naar onderen in de luifel.
Hang de schouw keurig op haar plaats.
Verwijder de montagebeveiliging.
Bevestig de schouw onderaan aan beide zijden met 2 schroeven 3,9 x 7,5 mm.
Trek de beschermfolie van de luifel.
Montage
Neem voor het eerste gebruik de vet­filters uit het toestel en verwijder de beschermfolie van het filterraam. Zet de vetfilters achteraf terug.
33
Page 34
Luchtafvoerleiding
Luchtafvoerleiding
Risico op vergiftiging! Hou de rubriek "Opmerkingen omtrent uw veiligheid" in acht.
– De luchtafvoerleiding dient zo kort
en recht mogelijk te zijn.
– De diameter van de luchtafvoerlei-
ding mag niet kleiner zijn dan 150 mm.
Gebruikt u luchtafvoerleidingen met een diameter kleiner dan 150 mm of vlakke afvoerkanalen, dan veroor­zaakt de wasemkap meer lawaai en verzwakt het afzuigvermogen.
Verminder de diameter van de luchtaf­voerleiding enkel in het uiterste geval, bv. indien die leiding reeds voorhanden is.
– Pas enkel wijde bochten toe. Door
kleine bochten vermindert het lucht­afvoervermogen van het toestel.
– Zo u de luchtafvoerleiding horizon-
taal monteert, dient u een minimum­verval van 1 cm per meter te voor­zien.
Zo kan er geen condenswater in het toestel lopen.
– Wordt de lucht naar buiten afge-
voerd, dan is een telescopisch muur­kastje aan te bevelen.
– Gebruik voor de aansluiting van de
luchtafvoerleiding enkel gladde bui­zen of soepele slangen van onbrand­baar materiaal.
34
– Voert u de lucht af in een schouw,
richt de afvoerpijp dan in de richting waarin de lucht wordt afgevoerd.
Page 35
Belangrijk!
Monteert u de luchtafvoerleiding door koele vertrekken, zolders e.d.? Dan kan er op bepaalde punten een groot temperatuurverschil ontstaan. Er kan dus condenswater worden gevormd. In zon geval dient u de luchtafvoerleiding voldoende te isoleren.
Condenswaterstop
Het verdient aanbeveling ook een con­denswaterstop te installeren. Daarin wordt het condenswater, dat ondanks de isolatie van de luchtafvoerleiding toch ontstaat, opgevangen en ver­dampt.
Condenswaterstoppen zijn als toebeho­ren verkrijgbaar.
Installeer de condenswaterstop ver­ticaal en, zo dat enigszins mogelijk is, direct boven de luchtafvoertuit van de wasemkap.
Luchtafvoerleiding
35
Page 36
Elektrische aansluiting
Elektrische aansluiting
De aansluiting van uw apparaat op het stroomnet kan u het best aan een bevoegd elektricien toevertrou­wen. Die dient de plaatselijke regle­mentering te kennen en nauwgezet te volgen. Door ondeskundige installatie- of reparatiewerkzaamheden kunnen er niet te onderschatten risicos opdui­ken voor wie het toestel gebruikt. Daarvoor kan de fabrikant niet aan­sprakelijk worden gesteld.
Deze wasemkap mag u enkel aanslui­ten op een degelijk geïnstalleerd en ge­aard stopcontact van AC 230V ~ 50 Hz.
Om de veiligheid te verhogen, verdient het aanbeveling een verliesstroomscha­kelaar met een uitschakelstroom van 30 mA voor het toestel te schakelen.
Voer de aansluiting bij voorkeur via een stopcontact uit. Dit vergemakkelijkt im­mers eventuele tussenkomsten van de technische dienst. Het stopcontact moet nog toegankelijk zijn als het toe­stel ingebouwd is.
De vereiste gegevens over de aanslui­ting staan op het typeplaatje. Dat vindt u als de vetfilters uitgenomen zijn.
Ga na of deze gegevens overeenstem­men met de spanning en de frequentie van het net.
Is het stopcontact voor de gebruiker na het inbouwen niet meer toegankelijk of is er een vaste aansluiting voorzien, dan moet die voor elke fase met een stroomonderbreker uitgerust zijn. Als stroomonderbrekers kunnen er schake­laars worden gebruikt met een contact­opening van meer dan 3 mm. Bijvoor­beeld automatische schakelaars, smeltstoppen en contactsluiters.
36
Page 37
Elders geplaatste ventilatoren
Elders geplaatste ventilatoren
De toesteltypes vindt u in de tabel hieronder. In de planninginformatie voor elders geplaatste ventilatoren vindt u nog meer wenken.
Type ventilator:
Dak­ventilator
Dak­ventilator
Type: DV 1100 DV 1005/1
DV 1005/1G
Buitenmuur-
ventilator
AWG
1005/1
Buitenmuur-
Lucht­afvoer-
ventilator
ventilator
AWG 1100 ABLG 940/1 MG 1100
Muur­ventilator
AWG
1005/1G
Afmetingen: Breedte Diepte Hoogte
Ø 301 mm
244 mm
380 mm 460 mm 230 mm
380 mm 460 mm 160 mm
Ø 301 mm
124 mm
360 mm 400 mm 245 mm
310 mm
280-390 mm
390 mm
Installatie op platdak op hellend
dak tegen / in
X
X
buitenmuur met vrije
X
X
X
opstelling
X
Ventilatie­vermogen (onge­hinderd) in de praktijk* buis­aansluiting
3
850 m
/h
3
/h
730 m
Ø 150 mm
3
950 m
/h
3
/h
780 m
Ø 150 mm/
125 mm
3
950 m
/h
3
/h
780 m
Ø 150 mm/
125 mm
850 m3/h
730 m3/h
Ø 150 mm
3
900 m
/h
3
/h
720 m
Ø 150 mm/
125 mm
850 m
730 m
Ø 150 mm
Nominale spanning: AC 220 /230 V 50 Hz
Motor­vermogen: 330 W 170 W 170 W 330 W 315 W 330 W
3
/h
3
/h
* Gemeten in de volgende
inbouwtoestand: wasemkap, 90°-bocht, 4 m luchtafvoerleiding, elders geplaatste ventilator.
37
Page 38
Elders geplaatste ventilatoren
Montage:
Naar gelang van het type kan u elders geplaatste ventilatoren tegen of in een buitenmuur of op een schuin dak mon­teren. U kan ze ook vrijstaand opstellen.
Type DV 1100 Type DV 1005/1 Type DV 1005/1G
– Deze types installeert u op een
schuin dak. Vraag advies aan een pannenlegger.
Type AWG 1100 Type AWG 1005/1 - 1005/1G
– Deze types installeert u tegen een
buitenmuur.
Draai eerst de zelftappende schroe­ven opzij uit en neem de ommante­ling af. Monteer de slang of het luchtafvoer­kanaal dan op de aanzuigtuit, voer de luchtafvoerleiding samen met de elektrische besturingsleiding door een geschikte opening in de muur en verbind de leidingen met de wa­semkap. Daarna kan u de ventilator tegen de muur bevestigen. Breng de ommanteling weer aan en draai er de schroeven weer in.
Type MG 1100
– Dit type installeert u in een buiten-
muur.
Maak een opening in de muur vol­gens de montagehandleiding voor de muurventilator. Draai eerst de 4 bevestigingsschroe­ven uit en neem het ommantelings­deksel af. Markeer de te boren gaatjes voor de bevestigingsschroe­ven. Boor de gaatjes en steek er de pluggen in. Bevestig de ommante­ling met schroeven. Breng het tele­scopische binnenste deel op zijn juis­te plaats en vul de tussenruimte op met schuimrubber. Bevestig het r.v.s. deksel op de ommanteling. Monteer de luchtafvoerslang en sluit de besturingskabel op de steekver­bindingen aan. Eventueel gebruikt u de bijgeleverde verbindingsleiding als verlengkabel.
Type ABLG 940/1
– voor vrije opstelling
Via de vier gaatjes in de onderste plaat kan u deze ventilator op de ge­paste plaats monteren. De verbin­ding met de wasemkap en de even­tueel doorgaande leiding achter de ventilator voert u eveneens uit met een luchtafvoerslang of -kanaal.
38
Elektrische aansluiting:
De elektrische verbinding gebeurt via een besturingskabel die met de wasem­kap wordt verbonden. Zo kan de venti­lator in 4 standen worden geschakeld.
Page 39
Technische dienst
Neem bij storingen die u niet zelf kan oplossen, contact op
– met uw imperial-handelaar of – met de Technische Dienst van
imperial.
Het adres en telefoonnummer van onze technische dienst vindt u op de rugzij­de van deze gebruiksaanwijzing.
Wanneer u daar een beroep op doet, geef dan a.u.b. altijd het machinetype en -nummer op.
Beide gegevens vindt u op het type­plaatje. Dat wordt zichtbaar nadat u de vetfilters hebt weggenomen.
Technische dienst
39
Page 40
Technische gegevens
Technische gegevens
Aansluitwaarde
DWW 756-4, 750-4. . . . . . . . . . . 240 W
DWW 956-4, 950-4,
DWW 1256-4,1250-4 . . . . . . . . . 260 W
Verlichting DWW 756-4, 756-4 EX, 750-4 2 x 20 W DWW 956-4, 956-4 EX, 950-4, 1256-4,1256-4 EX, 1250-4 . . . 3 x 20 W
Spanning . . . . . . . . . . . . . . . . AC 230 V
Frequentie . . . . . . . . . . . . . . . . ~ 50 Hz
Smeltstoppen . . . . . . . . . . . . . . . . . 10 A
Ventilatievermogen
Luchtafvoervermogen volgens EN 61591
Luchtafvoersysteem ø 150 mm:
Stand I . . . . . . . . . . . . . . . . . 220 m
Stand II. . . . . . . . . . . . . . . . . 335 m
Stand III . . . . . . . . . . . . . . . . 440 m
Intensieve stand. . . . . . . . . . 640 m
Ongehinderde luchtafvoer . . 690 m Luchtafvoersysteem ø 125 mm:
Stand I . . . . . . . . . . . . . . . . . 210 m
Stand II. . . . . . . . . . . . . . . . . 305 m
Stand III . . . . . . . . . . . . . . . . 405 m
Intensieve stand. . . . . . . . . . 590 m
Circulatievermogen met reukfilter:
Stand I . . . . . . . . . . . . . . . . . 180 m
Stand II. . . . . . . . . . . . . . . . . 290 m
Stand III . . . . . . . . . . . . . . . . 390 m
Intensieve stand. . . . . . . . . . 485 m
3
/uur
3
/uur
3
/uur
3
/uur
3
/uur
3
/uur
3
/uur
3
/uur
3
/uur
3
/uur
3
/uur
3
/uur
3
/uur
Reukfilter: imperial microfilter voor luchtcirculatie Dumpf 1
De aansluitwaarde en het luchtafvoer­vermogen van de toestellen van de reeks ... EX hangen af van de aangeslo­ten elders geplaatste ventilator.
40
Page 41
Page 42
Page 43
Page 44
imperial Division of Miele Industriezone Asse 5, n°22.1 Hof te Bollebeeklaan 9 B 1730 Mollem Tel. / Tél. 02/451.15.23 Fax. 02/451.14.18 Tel. T.D. / Tél. S.T. 02/451.16.26 e-mail: direct@imperial.de Internet: www.imperial.de
M-No. 8 260 590 / 00- 3101 Wijzigingen voorbehouden
+
Loading...