De verpakking behoedt het toestel voor
transportschade. Er werd materiaal gekozen, dat het milieu verdraagt en dus
opnieuw kan worden benut.
Door de verpakking weer in kringloop
te brengen, wordt er grondstof gespaard en verkleint de afvalberg. Geef
deze stoffen dus niet gewoon met het
vuilnis mee. Breng ze liever naar het
dichtstbijzijnde verzamel- en sorteerterrein. Waar u dat vindt, komt u zeker bij
uw gemeentebestuur aan de weet.
Berging van uw oud toestel
Oude toestellen bevatten nog waardevol materiaal. Geef uw oud toestel dus
niet gewoon met het grof huisvuil mee.
Vraag liever inlichtingen aan uw
gemeentebestuur of aan het dichtstbijzijnde autowrak- of schrootverwerkend
bedrijf omtrent de mogelijkheden om
die stoffen opnieuw te gebruiken.
Zorg er ook voor dat het toestel intussen kinderveilig wordt bewaard. Hou
dus rekening met de gelijknamige rubriek in de "Opmerkingen omtrent uw
veiligheid".
3
Page 4
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Dit toestel voldoet aan de voorgeschreven veiligheidsvoorschriften.
Bij ondeskundig gebruik kan er
schade optreden aan het toestel en
kan de gebruiker gevaar lopen.
Lees aandachtig uw gebruiksaanwijzing voor u uw toestel in gebruik
neemt. U vindt er belangrijke wenken omtrent veiligheid, montage,
gebruik en onderhoud. Zo beschermt u zichzelf en vermijdt u
schade aan het apparaat.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing
zorgvuldig. Geef ze door aan wie
het toestel eventueel na u gebruikt.
Deskundig gebruik
Dit toestel is enkel voor huishoude-
lijk gebruik bestemd.
De fabrikant is niet aansprakelijk voor
schade die werd veroorzaakt doordat
het toestel niet volgens de voorschriften gebruikt of verkeerd bediend werd.
Technisch veilig
Vergelijk eerst de aansluitgege-
vens (spanning en frequentie) op
het typeplaatje met die van uw huisinstallatie. Sluit dan pas uw toestel aan.
Deze gegevens dienen absoluut overeen te stemmen. Anders treedt er
schade op aan uw toestel. Vraag in
geval van twijfel inlichtingen aan uw
installateur.
De elektrische veiligheid van dit
toestel wordt enkel gewaarborgd
indien u het op een aardsysteem aansluit, dat volgens de voorschriften werd
geïnstalleerd. Het is heel belangrijk dat
deze fundamentele veiligheidsvoorziening voorhanden is. Laat uw installatie
bij twijfel door een vakman nakijken. De
fabrikant is niet aansprakelijk voor schade die werd veroorzaakt doordat de
aardleiding onderbroken was of gewoon ontbrak. Er zijn elektrische schokken mogelijk.
Door ondeskundige installatie- of
reparatiewerkzaamheden kunnen
er niet te onderschatten risico’s opduiken voor wie het toestel gebruikt.
Laat de installatie en de herstelling van
uw elektrische toestellen dus enkel
door een erkend vakman uitvoeren.
Indien u dit toestel niet op een vas-
te plaats inbouwt en monteert, bv.
op een schip, laat dit karwei dan enkel
uitvoeren door vakmensen. Die moeten
ervoor zorgen dat u het toestel veilig
kan gebruiken.
4
Page 5
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Het toestel is pas stroomloos indien aan een van deze voorwaar-
den werd voldaan:
– het snoer is van het elektrisch net los-
gekoppeld;
trek daarbij niet aan het snoer, wel
aan de stekker.
– de smeltstoppen van uw installatie
zijn uitgeschakeld.
Gebruik uit veiligheidsoverwegin-
gen geen verlengsnoeren om het
toestel aan te sluiten.
Die bieden niet voldoende veiligheidsgaranties. Er bestaat onder meer gevaar voor oververhitting.
Gebruik
Maak onder de wasemkap nooit
iets klaar met open vlam. Grilleren
met open vlam alsook flamberen zijn uit
den boze.
De ingeschakelde wasemkap zuigt de
vlammen in de vetfilter. Door het opgezogen kookvet bestaat er brandgevaar!
Gebruikt u de wasemkap boven
een gaskookvlak? Zet dan steeds
een kookpan op de brander die in gebruik is.
Door de te sterke hitte van de vlammen
kan de wasemkap schade oplopen.
Schakel uw wasemkap telkens in
wanneer er een kookplaat of -zone
in gebruik is.
Is de wasemkap niet ingeschakeld,
dan kan er zich condenswater vormen.
Dan kan het toestel corrosie oplopen.
Indien u met olie of vet kookt, dient
u uw kookpan of frituurstel voortdurend in het oog te houden. Dat geldt
ook voor elektrische grillapparaten.
Door oververhitting kunnen olie en vet
in brand geraken en de wasemkap
vlam doen vatten.
Gebruik de wasemkap nooit zon-
der vetfilters.
Zo vermijdt u dat er zich vet en vuil
afzet in het toestel. Daardoor komt de
goede werking immers in het gedrang.
De filters dient u geregeld schoon
te maken. Door erg vette filters bestaat er brandgevaar!
Gebruik om de wasemkap schoon
te maken in geen geval een toestel
dat met stoom onder druk werkt.
De stoom kan onderdelen van het toestel aanraken, die onder spanning
staan. Zo kan er kortsluiting optreden.
5
Page 6
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Montage
Hou tussen het kookvlak en de
wasemkap ter wille van de veilig-
heid een minimumafstand van:
– 45 cm boven een elektrisch kookvlak,
– 65 cm boven een gaskookvlak,
– 65 cm boven een elektrogrill.
Bij andere toestellen dient u de afstand
in acht te nemen, die in de bijgeleverde
handleiding wordt vermeld.
Gebruikt u verschillende kooktoestellen
onder de wasemkap en is de veiligheidsafstand telkens anders, kies dan
de grootst opgegeven afstand.
Boven ovens of fornuizen die met
vaste brandstof worden verwarmd,
mag u geen wasemkap monteren.
Gebruik voor de luchtafvoerleiding
enkel buizen of slangen van
onbrandbaar materiaal. Die zijn bij uw
handelaar of in de Technische Dienst
verkrijgbaar.
De luchtafvoer van de wasemkap
mag u niet aansluiten op een
schoorsteen die in gebruik is, noch op
een schacht die stookplaatsen ontlucht.
Zo de afvoer in een niet meer ge-
bruikte afvoerschouw moet worden
geleid, hou dan rekening met de plaatselijk geldige voorschriften.
6
Page 7
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Wees voorzichtig als u de wasem-
kap tegelijk gebruikt met andere
verwarmingstoestellen die lucht uit het
vertrek nodig hebben. Bv. verwarmingstoestellen met gas, stookolie of steenkool, doorstroomverwarmers, boilers,
gaskookvlakken en -ovens. De wasemkap zuigt uit het vertrek waar hij geïn-
stalleerd is, immers lucht weg, die voor
de verbranding in het verwarmingstoestel bestemd is.
Bovendien kunnen door het zuigeffect
van de wasemkap uitlaatgassen uit de
schouw terugstromen. De werking van
verwarmingsinstallaties met schouwaansluiting komt in het gedrang.
U vermijdt risico’s als er bij gelijktijdig
gebruik van de wasemkap en van een
verwarmingstoestel waarvoor lucht uit
het vertrek is vereist, een onderdruk
wordt bereikt van maximum 4 Pa
(0,04 mbar). Hierdoor verhindert u namelijk dat er uitlaatgassen uit het verwarmingstoestel worden teruggezogen.
U kan daarvoor zorgen door lucht voor
de verbranding aan te voeren via nietafsluitbare openingen. Dat kunnen zijn:
openingen in deuren, vensters, luchttoevoer - en afvoerconstructies en technische maatregelen als onderlinge vergrendeling e.d.
Enkel bij toestellen met elders
geplaatste ventilator
Bij toestellen met een elders ge-
plaatste ventilator sluit u beide
elementen via de verbindingsleiding
met stekkers op elkaar aan. Let erop
dat u de juiste toestellen combineert.
Uw oud toestel afdanken
Bij oude, niet meer gebruikte toe-
stellen trekt u de stekker uit het
stopcontact. Maak daarna snoer en
stekker onbruikbaar.
Zo vermijdt u dat uw toestel voor verkeerde doeleinden wordt gebruikt.
De fabrikant is niet aansprakelijk
voor schade die ontstaan is doordat
deze veiligheidsrichtlijnen niet in
acht werden genomen.
Opmerking: bij de beoordeling moet u
steeds rekening houden met de globale ventilatietoestand van de woning.
In geval van twijfel neemt u het best
contact op met een beëdigd schoorsteenveger.
Gebruikt u de wasemkap met luchtcirculatie, dan gelden deze opmerkingen
niet.
7
Page 8
Beschrijving van de toestellen
Beschrijving van de toestellen
8
Page 9
Beschrijving van de toestellen
Telescopisch deel
b
Rooster voor circulatie
c
(enkel met een mits toeslag verkrijgbare set voor luchtcirculatie)
Schouw
d
e Luifel
f Vetfilters
g Verlichting
h Bediening
i Hoofdschakelaar
j Toets om het toestel te
laten nawerken
Hiermee kan u de wasemkap na het
kookproces nog laten draaien. U kan
het toestel na 5 of 15 minuten zich vanzelf laten uitschakelen.
k Toets voor de vetfilters
Het lampje bij de vetfiltertoets gaat aan
zodra de vetfilters moeten gereinigd
worden.
De aangezogen lucht wordt door de
vetfilter gereinigd en naar buiten afgevoerd.
Het toestel is uitgerust met een terug-slagklep.
Als de wasemkap niet werkt, is deze
klep gesloten. Er kan geen buitenlucht
naar binnen noch binnenlucht naar
buiten stromen. Zodra u het toestel inschakelt, gaat de klep open. Zo kan de
keukendamp ongehinderd naar buiten.
. . . met circulatie:
(met een mits toeslag verkrijgbare set
voor luchtcirculatie)
De aangezogen lucht wordt door de
vetfilters en ook nog door reukfilters
gereinigd. Via openingen in het telescopisch deel van het toestel komt de
lucht weer in de keuken terecht.
Zie na of de reukfilters gemonteerd
zijn voor u de wasemkap voor het
eerst gebruikt. Zie rubriek "Reiniging en onderhoud".
. . . met een elders geplaatste
ventilator:
(Toestellen uit de reeks ...EX)
Bij wasemkappen die geschikt zijn om
te werken met een buiten de keuken
geplaatste ventilator, wordt de afzuigventilator in een vertrek naar uw keuze
gemonteerd.
10
Zo’n buiten-de-keuken-ventilator wordt
door een besturingsleiding met de
wasemkap verbonden. U kan hem via
het bedieningspaneeltje van de wasemkap bedienen.
Page 11
Bediening
Bediening
Hoofdschakelaar
De ventilator en de verlichting werken
enkel als u de hoofdschakelaar op "I" inschakelt.
Zet het toestel uit door op "0" te drukken als het lange tijd niet moet werken,
bv. ’s nachts of tijdens uw vakantie.
Als u het daarna weer inschakelt, begint het te werken in de stand die u het
laatst had gekozen.
De ventilator inschakelen
Druk op de toets aan/uit.
De ventilator wordt ingeschakeld op
stand "II". Het controlelampje gaat aan.
Bij een normaal kookproces horen,
naar gelang van de intensiteit van de
kookdamp, de standen van "I" tot "III"
(groene controlelampjes).
Intensieve stand
Schakel bij het begin van een braadproces of bij een kookproces met sterke reukontwikkeling even de intensieve
stand in (geel controlelampje).
De wasemkap laten nawerken
Hangt er na het kookproces nog damp
in de keuken? Laat uw wasemkap dan
even nawerken.
Het toestel wordt vanzelf uitgeschakeld; u kan kiezen uit 5 of 15 minuten.
Druk, terwijl de ventilator draait, op
de toets om het toestel te laten
nawerken.
Een ventilatievermogen kiezen
Kies met de toetsen – /+ het gewenste afzuigvermogen.
Toets + = hoger vermogen
Toets – = lager vermogen
1 x drukken = de ventilator wordt na
5 minuten uitgeschakeld
(linker lampje)
2 x drukken = de ventilator wordt na
15 minuten uitgeschakeld
(rechter lampje)
Druk nog eens op deze toets om deze
functie uit te schakelen.
11
Page 12
Bediening
De ventilator uitschakelen
Druk op de toets aan/uit.
De ventilator wordt uitgeschakeld en
het controlelampje gaat uit.
De verlichting inschakelen
De verlichting kan u in- of uitschakelen
al dan niet met werkende ventilator.
Druk even op de toets voor de verlichting.
Het controlelampje gaat aan. Het licht
wordt op zijn helderst ingeschakeld.
De verlichting dimmen
U kan de helderheid van het licht traploos laten variëren.
Schakel het licht in en hou de toets
voor het licht ingedrukt. Het licht verzwakt geleidelijk aan tot u de toets
loslaat.
Als u de toets opnieuw ingedrukt
houdt, wordt het licht weer helderder
tot u de toets loslaat.
Houdt u de toets ingedrukt, dan wordt
er voortdurend afgewisseld tussen helder en donker.
De verlichting uitschakelen
Druk even op de toets voor de verlichting om het licht weer uit te doen.
Het controlelampje gaat uit.
Automatisch uitschakelen met het
oog op de veiligheid
Bedient u de ingeschakelde wasemkap
10 uur lang niet, dan schakelt de ventilator zichzelf uit. Het licht blijft wel aan.
12
Om de ventilator weer aan te zetten
drukt u op de toets aan/uit.
Page 13
Bediening
Bedrijfsurenteller
De tijd dat de wasemkap werkt, wordt
in het geheugen van het toestel opgeslagen.
Na 30 uur werking gaat het controlelampje bij de vetfiltertoets aan. Dan
moeten de vetfilters worden gereinigd.
De bedrijfsurenteller dient u nadien
weer in zijn beginstand te plaatsen.
Hou daartoe de vetfiltertoets zowat
3 seconden ingedrukt.
Het controlelampje bij de toets gaat uit.
Bij werking met luchtcirculatie:
De bedrijfsurenteller opvragen
Voordat de ingestelde tijd verstreken is,
kan u aflezen hoeveel procent van de
werkingsduur reeds afgelopen is.
Schakel de ventilator in met de toets
aan/uit.
Druk op de vetfilter- of op de reukfiltertoets.
Bij de toets – /+ knipperen een of meer
controlelampjes.
De bedrijfsurenteller voor de reukfilters
kan u volgens uw eigen behoeften instellen. Na het ingestelde aantal uren
gaat het controlelampje bij de reukfiltertoets aan. De reukfilters moeten dan
worden vervangen.
Zet de teller daarna terug.
Hou de reukfiltertoets zowat 3 seconden lang ingedrukt.
Het controlelampje bij de toets gaat uit.
Het aantal knipperende controlelampjes stemt overeen met het percentage
verstreken bedrijfsuren:
Bij het uitschakelen van de wasemkap
of na een stroomonderbreking blijven
de afgelopen bedrijfsuren in het geheugen opgeslagen.
13
Page 14
Bediening
De bedrijfsurenteller wijzigen
Het maximum aantal bedrijfsuren kan u
aan uw kookgewoontes aanpassen.
– Kies een korte tijd indien u dikwijls
braadt of vaak een friteuse gebruikt.
– Zo u vaak erg vetarm kookt, kan u
een lange werkingsduur instellen.
– Als u enkel af en toe kookt, is het
toch zinvol een korte werkingsduur
te kiezen. Het verzamelde vet wordt
na langere tijd hard. De vetfilters zijn
dan minder vlot schoon te krijgen.
De bedrijfsurenteller voor de vetfilters wijzigen
Deze bedrijfsurenteller is op 30 uur ingesteld. U kan die tijd aanpassen. U
heeft de keus uit 20, 30, 40 of 50 uur.
Schakel de ventilator uit met de toets
aan/uit.
De controlelampjes bij de vetfiltertoets
en die bij de toets – /+ knipperen.
De controlelampjes bij de toetsen – /+
duiden de ingestelde duur aan:
1ste lampje van links = 20 uur
2de lampje van links = 30 uur
3de lampje van links = 40 uur
4de lampje van links = 50 uur
Kies met de toets – /+ de gewenste
tijd.
Bevestig uw keus met de vetfiltertoets.
Bevestigt u niet binnen de 4 minuten na het instellen, dan neemt het
toestel de "oude" gegevens over.
Druk tegelijk op de toets om het toestel te laten nawerken en op die van
de vetfilters.
14
Page 15
Bediening
De bedrijfsurenteller van de reukfilter instellen/wijzigen
(bij werking met circulatie)
Reukfilters zijn vereist bij werking met
circulatie.
In de bedrijfsurenteller voor de reukfil-
ter werd vooraf geen tijd ingevoerd.
Het aantal bedrijfsuren kan u aan uw
kookgewoontes aanpassen:
Schakel de ventilator uit met de toets
aan/uit.
Druk tegelijk op de toets om het toestel te laten nawerken en op die van
de reukfilters.
De controlelampjes bij de reukfiltertoets
en die bij de toets – /+ knipperen.
De controlelampjes bij de toetsen – /+
duiden de ingestelde duur aan:
1ste lampje van links = 120 uur
2de lampje van links = 180 uur
3de lampje van links = 240 uur
4de lampje van links = oneindig
Kies met de toets – /+ de gewenste
tijd.
Bevestig uw keus met de reukfiltertoets.
Bevestigt u niet binnen de 4 minuten na het instellen, dan neemt het
toestel de "oude" gegevens over.
15
Page 16
Reiniging en onderhoud
Reiniging en onderhoud
Maak de wasemkap voor elke
onderhoudsbeurt stroomloos!
Daartoe
– de smeltstoppen van uw huisinstallatie uitschakelen of
– de stekker uit het stopcontact
verwijderen.
Ommanteling
Het oppervlak en de bedieningselementen zijn gevoelig aan krassen
en kerven. Hou dus de volgende
tips in acht.
Maak alle oppervlakken alsook de
bedieningselementen enkel schoon
met een vaatdoekje, afwasmiddel en
warm water.
Wrijf het oppervlak vervolgens met
een zachte doek droog.
Gebruik rond de bedieningselementen niet te veel water om te vermijden dat er vocht in de elektronische
bediening indringt.
Gebruik voor de glazen oppervlakken een courant reinigingsmiddel
voor glas.
Vermijd
– reinigingsmiddel dat soda, zuur of
chloriden bevat,
– schurend reinigingsmiddel als bv.
schuurpoeder of -crème, schuursponsjes of gebruikte sponsen
waarin restjes schuurmiddel zitten.
Roestvrijstalen oppervlakken
Om r.v.s. oppervlakken te reinigen is
bovendien niet-schurend reinigingsmiddel voor roestvrij staal geschikt.
Om te vermijden dat de oppervlakken
weer gauw vuil worden, kan u ook
onderhoudsmiddel voor roestvrij staal
toepassen. Dat is in de Technische
Dienst verkrijgbaar.
Breng dit middel met een zachte doek
gelijkmatig en spaarzaam aan.
Bedieningselementen met roestvrijstalen uitzicht
Deze bedieningselementen kunnen
verkleuren of veranderen indien vuil
er lang op inwerkt. Verwijder vuil
dus meteen.
Gebruik geen reinigingsmiddel voor
roestvrij staal om deze bedieningselementen schoon te maken.
16
Page 17
Reiniging en onderhoud
Vetfilters
De vetfilters in het toestel nemen de
vaste bestanddelen van de kookdampen op (vet, stof e.d.). Ze verhinderen
daardoor dat het toestel vuil wordt. Er
zijn opnieuw te gebruiken metalen vetfilters ingebouwd.
Maak de vetfilters in elk geval schoon
zodra ze er vuil uitzien of het filtereffect
verzwakt.
Het verdient aanbeveling de vetfilters
om de 3 à 4 weken schoon te maken.
Zo vermijdt u dat het vet gaat vastkoeken.
Door erg verzadigde vetfilters vergroot het brandrisico!
Maak ze schoon
– met de hand: met een afwasborstel
in warm water met afwasmiddel voor
manuele afwas erin.
– in de afwasautomaat: zet de filters
verticaal in de onderste korf.
Als u de vetfilters in de afwasautomaat laat afwassen, kan het filteroppervlak naar gelang van het gebruikte afwasmiddel op de duur
verkleuren.
Dit schaadt de werking van de vetfilters echter niet.
Leg de filters na het schoonmaken
nog op een vochtopnemend voorwerp te drogen.
Wanneer de filters uitgenomen zijn,
kan u de bereikbare onderdelen van
de behuizing van vet ontdoen.
Druk na het reinigen ca. 3 seconden
op de vetfiltertoets. Daarmee zet u
de bedrijfsurenteller terug in zijn beginstand.
Het controlelampje bij de toets gaat
dan uit.
Trek aan de snelvergrendeling om
de vetfilters uit te nemen.
Neem de vetfilters langs onder uit.
Reinigt u de vetfilter voor de bedrijfsuren afgelopen zijn, zet dan de bedrijfsurenteller in zijn beginstand
door ca. 6 seconden lang op de vetfiltertoets te drukken.
17
Page 18
Reiniging en onderhoud
Reukfilters
(enkel bij werking met luchtcirculatie)
Bij werking met circulatie dient u niet
enkel de vetfilters maar ook twee reukfilters te monteren. Deze houden de reukstoffen die tijdens het koken opduiken,
tegen.
Het type en de aanduiding van de
reukfilters vindt u in de rubriek "Technische gegevens".
Om de reukfilters te monteren of te
vervangen, moet u eerst de vetfilters
uitnemen zoals tevoren beschreven.
Hou bij het monteren rekening met de
montagehandleiding die bij de reukfilters wordt bijgeleverd.
Als u de reukfilters voor het eerst monteert:
Stel de bedrijfsurenteller voor de
reukfilters in volgens uw kookgewoontes; zie rubriek "Bediening".
Vervang de reukfilters telkens als het
controlelampje bij de reukfiltertoets aangaat of de reukstoffen niet meer voldoende worden tegengehouden.
U doet er goed aan ze uiterlijk om de
6 maand te vervangen.
Druk na het vervangen ca. 3 seconden lang op de reukfiltertoets. Daarmee zet u de bedrijfsurenteller weer
in zijn beginstand. Het controlelampje bij de toets gaat dan uit.
Vervangt u de reukfilters voor de bedrijfsuren afgelopen zijn, dan kan u
de bedrijfsurenteller terug in zijn beginstand zetten door ca. 6 seconden
lang op de reukfiltertoets te drukken.
18
Page 19
Reiniging en onderhoud
De halogeenlampen vervangen
Maak de wasemkap stroomloos.
Daartoe
– de smeltstoppen van uw huisinstallatie uitschakelen of
– de stekker uit het stopcontact verwijderen.
Halogeenlampjes worden tijdens de
werking erg heet. Ook geruime tijd
na het uitschakelen bestaat er nog
gevaar dat u er zich aan verbrandt.
Nieuwe halogeenlampen mag u bij
het inzetten niet direct bij het glas
vastnemen. Anders kan u dat beschadigen. Hou rekening met de
wenken van de fabrikant.
Reiniging en onderhoud
Trek de ring b af om de halogeenlamp te vervangen.
Maak de sluitring c los.
Zorg ervoor dat het lampdeksel
intussen niet valt.
Trek de halogeenlamp e uit de fitting en steek er een nieuwe lamp in.
Leg het lampdeksel d weer op zijn
plaats en duw de sluitring
zichtig in zijn houder.
d
c voor-
Zet de ring b nu weer op zijn plaats.
Gebruik de verlichting nooit zonder
lampdeksel
namelijk een filter die u beschermt
tegen schadelijke straling.
d. Dit deksel bevat
19
Page 20
Technische dienst
Technische dienst
Neem bij storingen die u niet zelf kan
oplossen, contact op
– met uw imperial-handelaar
of
– met de Technische Dienst van
imperial.
Het adres en telefoonnummer van onze
technische dienst vindt u op de rugzijde van deze gebruiksaanwijzing.
Wanneer u daar een beroep op doet,
geef dan a.u.b. altijd het machinetype
en -nummer op.
Beide gegevens vindt u op het typeplaatje. Dat wordt zichtbaar nadat u de
vetfilters hebt weggenomen.
20
Page 21
Elektrische aansluiting
Elektrische aansluiting
De aansluiting van uw apparaat op
het stroomnet kan u het best aan
een bevoegd elektricien toevertrouwen. Die dient de plaatselijke reglementering te kennen en nauwgezet
te volgen.
Door ondeskundige installatie- of
reparatiewerkzaamheden kunnen er
niet te onderschatten risico’s opduiken voor wie het toestel gebruikt.
Daarvoor kan de fabrikant niet aansprakelijk worden gesteld.
Deze wasemkap mag u enkel aansluiten op een degelijk geïnstalleerd en geaard stopcontact van AC 230V ~ 50 Hz.
Om de veiligheid te verhogen, verdient
het aanbeveling een verliesstroomschakelaar met een uitschakelstroom van
30 mA voor het toestel te schakelen.
Voer de aansluiting bij voorkeur via een
stopcontact uit. Dit vergemakkelijkt immers eventuele tussenkomsten van de
technische dienst. Het stopcontact
moet nog toegankelijk zijn als het toestel ingebouwd is.
De vereiste gegevens over de aansluiting staan op het typeplaatje. Dat vindt
u als de vetfilters uitgenomen zijn.
Ga na of deze gegevens overeenstemmen met de spanning en de frequentie
van het net.
Is het stopcontact voor de gebruiker na
het inbouwen niet meer toegankelijk of
is er een vaste aansluiting voorzien,
dan moet die voor elke fase met een
stroomonderbreker uitgerust zijn. Als
stroomonderbrekers kunnen er schakelaars worden gebruikt met een contactopening van meer dan 3 mm. Bijvoorbeeld automatische schakelaars,
smeltstoppen en contactsluiters.
21
Page 22
Afmetingen van de toestellen
Afmetingen van de toestellen
De diameter van de luchtafvoeraan-sluiting bedraagt 150 mm, met verloopmof 125 mm.
Om de schouw te kunnen monteren,
moet maat A tussen de bovenkant van
de schouw en het plafond minstens
20 mm bedragen.
Toestelhoogte H
Bij werking met circulatie:
H = 820 - 1090 mm
Bij werking met afvoer:
H = 825 - 1000 mm
met luchtafvoerleiding door de wand
H = 770 - 1000 mm
met luchtafvoerleiding door het plafond
Ruimte in de wand resp. in het pla-
fond om de afvoerleiding en de
verbindingskabel naar de externe ventilator door te voeren en het stopcontact
te monteren.
Bij werking met circulatie kan het stopcontact enkel op de wand worden geplaatst.
22
Page 23
Afstand S boven het kookvlak
Laat tussen kookvlak en wasemkap
ter wille van de veiligheid een afstand S van minstens:
– 450 mm boven elektrische kookvlakken
– 650 mm boven gaskookvlakken
en een elektrogrill.
Meer details vindt u in de rubriek
"Opmerkingen omtrent uw veiligheid".
Neem bij het bepalen van maat S ook
het volgende in acht:
– Ook boven elektrische kookvlakken
verdient het aanbeveling een afstand S van minstens 650 mm te
laten om vlot onder de wasemkap te
kunnen werken.
Afmetingen van de toestellen
– Bij de montage van een imperial-rug-
wandpaneel is maat S 700 mm.
– Zorg er ook voor dat de dikte van
het kookvlak + S + H, bij een monta-
ge die tegen het plafond aansluit,
niet meer bedraagt dan de beschikbare ruimte in het vertrek.
23
Page 24
Montage
Montage
Montagemateriaal
8 schroeven 5 x 40 mm met grote kop
en 8 pluggen S 8 om de steunplaten te
bevestigen
2 schroeven 5 x 60 mm en
2 pluggen S 8 R 60 om de luifel te be-
vestigen
2 schroeven 3,5 x 9,5 mm om de motor te bevestigen
4 schroeven 3,9 x 7,5 mm om de
schouw en het telescopisch deel te
bevestigen
2 schroeven 5 x 40 mm met kleine
kop en 2 pluggen S 8 en 2 sluitdopjes
om de luifel meer stevigheid te verlenen
2 slangklemmen om de afvoerleidingen aan te sluiten
2 vel montagebeveiliging voor het
telescopische deel, 455 x 210 mm
24
Page 25
Steunplaten
Met de steunplaten A, B en C wordt de
wasemkap tegen de wand bevestigd.
Voor u gaat monteren, trekt u op de
wand een verticale streep in het midden boven het kookvlak.
Montage
Duid vanop het kookvlak maat S
aan. Dit is de afstand tussen het
kookvlak en de onderkant van de wasemkap.
Boor 4 gaatjes van ø 8 mm door de
wand - zie afb. - en steek daar pluggen S8 in.
Eerst boort u de gaatjes om de luifel te
bevestigen en steunplaat A te monteren.
Schroef steunplaat A er met twee
schroeven 5 x 40 mm (met grote
kop) losjes op. Hang ze met behulp
van beide inkervingen op de middellijn keurig recht.
25
Page 26
Montage
Steunplaat B
Boor nog eens 4 gaatjes van ø 8 mm
door de gemonteerde steunplaat A.
Duw 2 pluggen S8 in de twee bovenste gaatjes en steekt daar schroeven
5 x 40 mm (met grote kop) in.
Steek pluggen S8 R 60 en schroeven 5 x 60 mm in beide onderste
gaatjes. Schroef de onderste schroeven er maar losjes in. Hou een ruimte van 3 à 5 mm over. Achteraf dient
daar namelijk ook de luifel mee te
worden bevestigd.
Hou steunplaat B tegen de wand en
schuif die tot onder het plafond.
Hang de plaat met behulp van de inkervingen en de middellijn waterpas.
Markeer de 2 te boren gaatjes op de
wand.
Boor de 2 gaatjes van ø 8 mm in de
wand. Duw er de pluggen S8 in.
Schroef de steunplaat met 2 schroeven 5 x 40 mm (met grote kop) vast.
Steunplaat C
Steunplaat C hoeft u enkel te monteren
als de afstand Y groter is dan 400 mm.
De plaat is bedoeld als bijkomende versteviging van het telescopische deel.
Hou steunplaat C op max. 400 mm
van het plafond. Hang de plaat gelijk
met behulp van beide inkervingen
op de middellijn. Markeer de twee te
boren gaatjes.
26
Page 27
Boor de 2 gaatjes van ø 8 mm in de
wand. Duw er de pluggen S8 in.
Schroef steunplaat C met 2 schroeven 5 x 40 mm (met grote kop) vast.
Luifel
Voor u de luifel monteert, dient u de
vetfilters uit te nemen. Zie rubriek
"Reiniging en onderhoud".
Montage
Draai beide schroeven aan.
Schroef ook nog 2 schroeven
5 x 60 mm (met kleine kop) aan de
binnenkant van de luifel in de voorziene gaatjes.
Hang de luifel op achter de hoekplaatjes en de beide schroeven van
steunplaat A.
Sluit de gaatjes in de luifel met de bijgeleverde dopjes af.
27
Page 28
Montage
Motor
(niet bij werking met een elders geplaatste ventilator)
Bij werking met luchtafvoer:
Plaats de bijgeleverde terugslag-klep in de luchtafvoertuit van de motor indien uw luchtafvoersysteem niet
met een terugsklagklep is uitgerust.
De kleppen moeten naar boven kunnen opengaan.
De wasemkap is voorzien voor een
luchtafvoerleiding van ø 150 mm.
Wenst u een leiding van ø 125 mm te
plaatsen, monteer dan de bijgeleverde verloopmof op de luchtafvoertuit
van de motor. Lees daartoe ook de
rubriek "Luchtafvoerleiding".
Bij werking met luchtcirculatie:
Monteer de verloopmof op de luchtafvoertuit. Er wordt geen terugslagklep gemonteerd.
Hang de motor in de haakjes van
steunplaat A.
Schroef de motor aan beide kanten
aan de zijplaatjes van de steunplaat
vast; schroeven: 3,5 x 9,5 mm.
28
Page 29
Montage
Besturingsmodule
(enkel bij werking met een elders geplaatste ventilator)
Bij werking met een elders geplaatste
ventilator wordt in plaats van de motor
de besturingsmodule gemonteerd.
Voor een luchtafvoerleiding van ø
150 mm snijdt u de luchtafvoertuit
aan de versmalling met een scherp
mes door. Voor een luchtafvoerleiding van ø 125 mm laat u de tuit
ongewijzigd.
Elektrische aansluiting
Verbind de aansluitkabel van de luifel met behulp van de overeenkomstige koppelingen links en rechts met
de motor / besturingsmodule.
Steek daartoe de vierpolige stekker
in de achterste en de driepolige in
de voorste aansluiting van de koppeling links op de motor / besturingsmodule.
Hang de besturingsmodule in de
haakjes van steunplaat A. Schroef
de module opzij aan de zijplaatjes
van de steunplaat vast; schroeven:
3,5 x 9,5 mm.
Steek de zespolige stekker in de koppeling rechts op de motor / de besturingsmodule.
Bevestig de kabels op de met pijlen
aangeduide plaatsen (niet bij toestellen uit de reeks ...EX).
29
Page 30
Montage
Bij werking met een elders geplaatste ventilator:
Verbind de besturingsmodule met
de elders geplaatste ventilator met
behulp van de verbindingskabel en
de zespolige stekker.
Sluit het toestel vervolgens aan op
het stroomnet.
Raadpleeg eerst de rubrieken "Opmerkingen omtrent uw veiligheid" en
"Elektrische aansluiting" voor u het
toestel op het net aansluit.
Werking met luchtafvoer
Om de luchtafvoer aan te sluiten bevestigt u een slang of buis met behulp van een slangklem op de uitlaattuit.
De luchtafvoerleiding steekt u door
de opening in de wand of in het plafond naar buiten of naar de elders
geplaatste ventilator toe.
Sluit de luchtafvoer verder aan. Zie
rubriek "Luchtafvoerleiding".
30
Page 31
Werking met circulatie
Is het niet mogelijk een luchtafvoerleiding aan te leggen? Sluit uw toestel
dan aan op werking met circulatie.
Montage
Schuif de afbuigtuit op de bovenste
steunplaat.
Bevestig de bijgeleverde slang met
de slangklemmen op de afbuigtuit
en op de verloopmof van de motor.
Daartoe hebt u het mits toeslag verkrijgbaar toebehoren nodig uit de set voorluchtcirculatie. Het type en de aanduiding vindt u in de rubriek "Technische
gegevens".
b afbuigtuit
c rooster voor circulatie
d slang
e bevestigingsbeugels voor reukfilters
f reukfilters
Monteer de reukfilters en stel de bedrijfsurenteller in. Zie "Reiniging en
onderhoud".
31
Page 32
Montage
Telescopisch deel
Met het telescopische deel kan u de
afstand tussen wasemkap en plafond
laten variëren. Zie rubriek "Afmetingen
van de toestellen".
Dit telescopische deel is opzij van twee
openingen voorzien. Die zijn voor de
luchtgeleiding bedoeld indien het toestel wordt aangesloten op werking met
circulatie (met de set voor circulatie).
Werking met circulatie Werking met luchtafvoer
Buig de bovenste haakjes ca. 45°
naar binnen toe. Zo monteert u het
deel vlotter.
Bij werking met circulatie wordt het telescopische deel met de openingen bovenaan gemonteerd.
Bij werking met luchtafvoer hebben
deze openingen geen functie. In dit geval wordt het aanpasstuk met de openingen onderaan geplaatst. Achteraf
worden ze door de schouw bedekt.
32
Werking met circulatie Werking met luchtafvoer
Trek het telescopische deel ietwat uit
elkaar en schuif het over de bovenste steunplaat.
Let erop dat de openingen in het telescopische deel bij werking met circulatie zich ter hoogte van de uitlaatopeningen van de afbuigtuit bevinden.
Page 33
Bevestig het telescopische deel met
schroeven 3,9 x 7,5 mm aan beide
zijden op de bovenste steunplaat.
Enkel bij werking met circulatie:
Montage
Montage van de schouw
De papieren montagebeveiliging verhindert dat het telescopische deel bij de
montage van de schouw onverhoeds
krassen oploopt. Na de montage wordt
die weer verwijderd.
Vouw het bovenste deel van de montagebeveiliging.
Trek de beschermfolie bij de kleefpunten weg.
Steek het rooster voor circulatie in
het telescopische deel en in de afbuigtuit erachter. De lamellen dienen
naar onderen te wijzen.
Kleef de montagebeveiliging opzij tegen het telescopische deel.
33
Page 34
Montage
Schouw
Bevestig de schouw onderaan aan
beide zijden met 2 schroeven 3,9 x
7,5 mm.
Trek de schouw daarna voorzichtig
ietwat uit elkaar en schuif ze over het
telescopische deel.
Schuif de schouw ca. 1 cm naar onder in de luifel.
Hang de schouw keurig op.
Maak de montagebeveiliging los en
trek ze langs onder weg.
34
Neem voor het eerste gebruik de vetfilters uit het toestel en verwijder de
beschermfolie van het filterraam. Zet
de vetfilters achteraf terug.
Page 35
Luchtafvoerleiding
Luchtafvoerleiding
Risico op vergiftiging!
Hou de rubriek "Opmerkingen
omtrent uw veiligheid" in acht.
– De luchtafvoerleiding dient zo kort
en recht mogelijk te zijn.
– De diameter van de luchtafvoerlei-
ding mag niet kleiner zijn dan
150 mm.
Gebruikt u luchtafvoerleidingen met
een diameter kleiner dan 150 mm of
vlakke afvoerkanalen, dan veroorzaakt de wasemkap meer lawaai en
verzwakt het afzuigvermogen.
Verminder de diameter van de luchtafvoerleiding enkel in het uiterste
geval, bv. indien die leiding reeds
voorhanden is.
– Pas enkel wijde bochten toe. Door
kleine bochten vermindert het luchtafvoervermogen van het toestel.
– Zo u de luchtafvoerleiding horizon-
taal monteert, dient u een minimumverval van 1 cm per meter te voorzien.
Zo kan er geen condenswater in het
toestel lopen.
– Wordt de lucht naar buiten afge-
voerd, dan is een telescopisch muurkastje aan te bevelen.
– Gebruik voor de aansluiting van de
luchtafvoerleiding enkel gladde buizen of soepele slangen van onbrandbaar materiaal.
– Voert u de lucht af in een schouw,
richt de afvoerpijp dan in de richting
waarin de lucht wordt afgevoerd.
35
Page 36
Luchtafvoerleiding
Belangrijk!
Monteert u de luchtafvoerleiding door
koele vertrekken, zolders e.d.? Dan kan
er op bepaalde punten een groot
temperatuurverschil ontstaan. Er kan
dus condenswater worden gevormd. In
zo’n geval dient u de luchtafvoerleiding
voldoende te isoleren.
Condenswaterstop
Het verdient aanbeveling ook een condenswaterstop te installeren. Daarin
wordt het condenswater, dat ondanks
de isolatie van de luchtafvoerleiding
toch ontstaat, opgevangen en verdampt.
Condenswaterstoppen zijn als toebehoren verkrijgbaar.
Installeer de condenswaterstop verticaal en, zo dat enigszins mogelijk
is, direct boven de luchtafvoertuit
van de wasemkap.
36
Page 37
Elders geplaatste ventilatoren
Elders geplaatste ventilatoren
De toesteltypes vindt u in de tabel hieronder. In de planninginformatie voor elders
geplaatste ventilatoren vindt u nog meer wenken.
Type
ventilator:
Dakventilator
Dakventilator
Type:DV 1100DV 1005/1
DV 1005/1G
Buitenmuur-
ventilator
AWG
1005/1
Buitenmuur-
Luchtafvoer-
ventilator
ventilator
AWG 1100ABLG 940/1MG 1100
Muurventilator
AWG
1005/1G
Afmetingen:
Breedte
Diepte
Hoogte
Ø 301 mm
244 mm
380 mm
460 mm
230 mm
380 mm
460 mm
160 mm
Ø 301 mm
124 mm
360 mm
400 mm
245 mm
310 mm
280-390 mm
390 mm
Installatie
op platdak
op hellend
–
–
–
–
–
–
dak
tegen / in
X
X
–
–
–
–
buitenmuur
met vrije
–
–
X
X
–
X
opstelling
–
–
–
–
X
–
Ventilatievermogen
(ongehinderd)
in de
praktijk*
buisaansluiting
3
850 m
/h
3
/h
730 m
Ø 150 mm
3
950 m
/h
3
/h
780 m
Ø 150 mm/
125 mm
3
950 m
/h
3
/h
780 m
Ø 150 mm/
125 mm
850 m3/h
730 m3/h
Ø 150 mm
3
900 m
/h
3
/h
720 m
Ø 150 mm/
125 mm
850 m
730 m
Ø 150 mm
Nominale
spanning:AC 220 /230 V 50 Hz
Motorvermogen:330 W170 W170 W330 W315 W330 W
3
/h
3
/h
* Gemeten in de volgende
inbouwtoestand:
wasemkap, 90°-bocht,
4 m luchtafvoerleiding, elders geplaatste ventilator.
37
Page 38
Elders geplaatste ventilatoren
Montage:
Naar gelang van het type kan u elders
geplaatste ventilatoren tegen of in een
buitenmuur of op een schuin dak monteren. U kan ze ook vrijstaand opstellen.
Type DV 1100
Type DV 1005/1
Type DV 1005/1G
– Deze types installeert u op een
schuin dak. Vraag advies aan een
pannenlegger.
Type AWG 1100
Type AWG 1005/1 - 1005/1G
– Deze types installeert u tegen een
buitenmuur.
Draai eerst de zelftappende schroeven opzij uit en neem de ommanteling af.
Monteer de slang of het luchtafvoerkanaal dan op de aanzuigtuit, voer
de luchtafvoerleiding samen met de
elektrische besturingsleiding door
een geschikte opening in de muur
en verbind de leidingen met de wasemkap.
Daarna kan u de ventilator tegen de
muur bevestigen.
Breng de ommanteling weer aan en
draai er de schroeven weer in.
Type MG 1100
– Dit type installeert u in een buiten-
muur.
Maak een opening in de muur volgens de montagehandleiding voor
de muurventilator.
Draai eerst de 4 bevestigingsschroeven uit en neem het ommantelingsdeksel af. Markeer de te boren
gaatjes voor de bevestigingsschroeven. Boor de gaatjes en steek er de
pluggen in. Bevestig de ommanteling met schroeven. Breng het telescopische binnenste deel op zijn juiste plaats en vul de tussenruimte op
met schuimrubber. Bevestig het
r.v.s. deksel op de ommanteling.
Monteer de luchtafvoerslang en sluit
de besturingskabel op de steekverbindingen aan. Eventueel gebruikt u
de bijgeleverde verbindingsleiding
als verlengkabel.
Type ABLG 940/1
– voor vrije opstelling
Via de vier gaatjes in de onderste
plaat kan u deze ventilator op de gepaste plaats monteren. De verbinding met de wasemkap en de eventueel doorgaande leiding achter de
ventilator voert u eveneens uit met
een luchtafvoerslang of -kanaal.
38
Elektrische aansluiting:
De elektrische verbinding gebeurt via
een besturingskabel die met de wasemkap wordt verbonden. Zo kan de ventilator in 4 standen worden geschakeld.
Page 39
Technische gegevens
Aansluitwaarde
DWF 956-4, 9562-4 G, 9564-4 GR,
DWF 950-4, 956-4, 950-2. . . . . . 280 W
Verlichting . . . . . . . . . . . . . . . 4 x 20 W