Miele DDG 102, ABLG 202, DDF 125, DDF 150 User Manual [nl]

Gebruiks- en montagehandleiding
Externe wasemkapventilatoren AWG 102 MG 100 DDG 102 ABLG 202
Dakafvoerset DDF 125/150
nl-BE
M.-Nr. 09 240 370
Inhoud
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu ...........................3
Opmerkingen omtrent uw veiligheid ..................................4
Montage .........................................................8
AWG102.........................................................8
MG100 .........................................................11
DDG102 ........................................................13
ABLG 202 .......................................................17
DDF 125/150 .....................................................19
Elektrische aansluiting ............................................20
Luchtafvoerleiding................................................21
Geluidsdemper ...................................................22
Technische dienst ................................................23
Technische gegevens .............................................24
2
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu
Recycleerbare verpakking
De verpakking behoedt het toestel voor transportschade. Er werd materiaal ge kozen, dat door het milieu wordt verdra gen en opnieuw kan worden benut.
Door de verpakking weer in kringloop te brengen, wordt er grondstof ge spaard en verkleint de afvalberg. Geef deze stoffen dus niet met het gewone vuilnis mee. Breng ze liever naar het dichtstbijzijnde gemeentelijk container park. Waar u dat vindt, komt u zeker bij uw gemeentebestuur aan de weet.
Delen van de verpakking als bv. folie of piepschuim kunnen voor kinderen ge­varen inhouden. Er bestaat risico van verstikking! Bewaar deze delen buiten hun bereik en ruim de verpakking zo vlug mogelijk op.
Het afdanken van het apparaat
Oude elektrische en elektronische ap­paraten bevatten vaak nog waardevolle materialen. Ze bevatten echter ook schadelijke stoffen die voor het functio neren en de veiligheid van het apparaat nodig waren. Als u het apparaat bij het gewone afval doet of bij verkeerde be handeling kunnen deze stoffen schade lijk zijn voor de gezondheid en het milieu. Verwijder het afgedankte appa raat dan ook nooit met het gewone af val.
-
-
-
-
-
-
Bij de aankoop van uw nieuw toestel heeft u een bijdrage betaald. Die wordt volledig gebruikt voor de toekomstige
-
recyclage van dat toestel. Dat bevat trouwens nog waardevol materiaal. Door te recycleren wordt er dan ook minder verspild en vervuild.
Als u vragen heeft omtrent het af­danken van uw oud toestel, neem dan contact op met
– de handelaar bij wie u het kocht
of
– de firma Recupel,
telefoon 02 706 86 10, website: www.recupel.be
of
­–
uw gemeentebestuur als u uw toestel naar een containerpark brengt.
Zorg er ook voor dat het toestel intus
­sen kindveilig wordt bewaard voor u het
laat wegbrengen.
-
3
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Technische veiligheid
Deze externe ventilator voldoet aan de voorgeschreven veiligheidsvoor schriften. Door ondeskundig gebruik kunnen gebruikers echter letsel op lopen en kan er schade optreden aan het toestel.
Lees deze gebruiksaanwijzing daar om eerst door voordat u deze venti lator in gebruik neemt. U vindt er be langrijke opmerkingen omtrent uw veiligheid, de montage, het gebruik en het onderhoud. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan het toestel.
Bewaar de gebruiksaanwijzing en geef ze door aan wie het toestel eventueel na u gebruikt.
-
-
-
Juist gebruik
Dit toestel is enkel voor huishoude-
~
lijk gebruik bestemd.
Gebruik de externe ventilator uitslui
~
tend in huishoudelijke context voor het wegzuigen van kookdampen die ont staan bij het bereiden van gerechten.
De externe ventilator mag alleen in
~
combinatie met een Miele-dampkap van de reeks "...EXT" worden gebruikt.
Gebruik voor andere doeleinden is niet toegelaten. Miele is niet verantwoorde lijk voor schade die wordt veroorzaakt door een ander gebruik dan wat hier wordt vermeld of door foutieve bedie ning.
-
-
-
-
-
-
Controleer vóórdat het toestel wordt
~
gemonteerd, of het aan de buitenkant zichtbaar beschadigd is. Is dat het ge val, neem het dan in geen geval in ge bruik. Een beschadigd toestel kan uw veiligheid in gevaar brengen! Voordat u het toestel aansluit dient u altijd de aan sluitgegevens (spanning en frequentie) op het typeplaatje met die van het elek triciteitsnet te vergelijken (zie "Elek trische aansluiting" en "Technische ge gevens"). Sluit daarna pas uw toestel aan. Deze gegevens dienen overeen te stemmen. Anders treedt er schade op aan uw toestel. Vraag bij twijfel inlich­tingen aan uw installateur.
De elektrische veiligheid van de ex-
~
terne ventilator is alleen gewaarborgd als deze wordt aangesloten op een vol­gens de voorschriften geïnstalleerd aardsysteem. Het is heel belangrijk dat aan deze fundamentele veiligheids­voorwaarde is voldaan. Laat de elek trische installatie in uw woning bij twijfel door een elektricien controleren. De fa brikant kan niet aansprakelijk gesteld worden voor schade die werd veroor zaakt doordat de aardleiding onderbro ken was of gewoon ontbrak. Er bestaat in dat geval onder andere gevaar voor elektrische schokken.
Gebruik uw externe ventilator enkel
~
in gemonteerde toestand. Enkel dan is een veilige werking gewaarborgd.
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
4
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Open de ommanteling alleen voor
~
zover de montage- en reinigingsaanwijzingen dit voorschrijven. Maak andere onderdelen van de ommanteling in geen geval open. Wanneer u aansluitingen onder span ning aanraakt of de elektrische en me chanische constructie wijzigt, kan dat voor u gevaar opleveren. Het kan ook tot storingen in de werking van de ex terne ventilator leiden.
Installatie-, onderhouds- en
~
herstellingswerken mogen alleen wor den uitgevoerd door vakmensen die door de fabrikant erkend zijn. Door ondeskundig uitgevoerde installatie-, onderhouds- of herstellingswerken kunnen er voor de gebruiker aanzienlijke risico's ontstaan waarvoor de fabrikant niet aansprakelijk kan worden gesteld.
Als u het toestel niet op een vaste
~
plaats installeert, bijv. op een schip, laat dit karwei dan enkel uitvoeren door vakmensen. Die moeten ervoor zorgen dat u het toestel veilig kunt gebruiken.
-
-
-
-
Tijdens installatie-, onderhouds- en
~
herstellingswerken moet de externe ventilator van het elektriciteitsnet losge koppeld zijn. Het toestel is pas stroom loos als aan een van deze voorwaarden is voldaan:
De kabel van de externe ventilator is
van het elektrisch net losgekoppeld; trek hierbij niet aan de kabel, maar aan de stekker.
De besturingsleiding naar de externe
ventilator is losgekoppeld.
De desbetreffende zekering in de
zekeringenkast is uitgeschakeld.
– De desbetreffende schroefzekering
in de zekeringenkast is helemaal uit­gedraaid.
-
-
Defecte onderdelen mogen enkel
~
worden vervangen door originele Miele-wisselstukken. Enkel dan bent u zeker dat ze ten volle voldoen aan de eisen die Miele qua veiligheid stelt.
5
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Gelijktijdig gebruik van de dampkap en verwarmingstoestellen die lucht uit hetzelfde vertrek nodig hebben
Let op: er bestaat risico op vergifti ging!
Wees uiterst voorzichtig als u de
~
dampkap gelijktijdig met verwarmings­toestellen gebruikt die lucht uit hetzelf­de vertrek nodig hebben. Voorbeelden zijn verwarmingstoestellen op gas, stookolie, hout of steenkool, doorstroomtoestellen, boilers, gaskook­vlakken en -ovens. In de afvoermodus onttrekt de externe ventilator lucht aan de keuken en de naburige kamers. Zonder voldoende luchttoevoer ontstaat er onderdruk. Het vuur krijgt daardoor te weinig verbrandingslucht. En de ver branding zal daar nadeel van ondervinden.
Door de zuigkracht van de dampkap kunnen er giftige uitlaatgassen van het verwarmingstoestel uit de schoorsteen terugstromen in de woning. Dit is le vensgevaarlijk!
-
-
U vermijdt risico's als er bij gelijktijdig gebruik van de dampkap en van een verwarmingstoestel waarvoor lucht uit hetzelfde vertrek is vereist een onder druk wordt bereikt van maximaal 4 Pa (0,04 mbar). Hierdoor verhindert u na melijk dat er uitlaatgassen uit het ver warmingstoestel worden teruggezogen.
U kunt daarvoor zorgen door lucht voor de verbranding aan te voeren via niet-
-afsluitbare openingen, bijv. in deuren en vensters. Let erop dat de diameter van de lucht toevoeropening voldoende groot is. Luchttoevoer- en afvoerkastjes alleen waarborgen gewoonlijk nog geen af doende luchttoevoer.
-
,
Bij de beoordeling moet u steeds rekening houden met de globale ventilatietoestand van de woning. In geval van twijfel neemt u het best contact op met een er kende schoorsteenveger.
-
-
-
-
-
-
6
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Montage
Als de besturingsleiding nog moet
~
worden verlengd, dient de externe ven tilator op een potentiaalcompensatiesysteem te wor den aangesloten. Op de externe venti lator is een aansluiting - aanwezig.
Gebruik voor de luchtafvoerleiding
~
enkel buizen of slangen van onbrand baar materiaal. Die zijn bij uw Miele
-handelaar of via de Service After Sales van Miele verkrijgbaar.
De lucht mag niet worden afgevoerd
~
via een in gebruik zijnde schoorsteen voor rook of uitlaatgassen. Laat de lucht ook niet afvoeren in een kanaal dat dient om vertrekken te verluchten waar verwarmingstoestellen opgesteld staan.
Alleen voor de AWG 102:
~
Deze ventilator mag u enkel verticaal tegen een buitenmuur monteren. De luchtafvoeruitgang moet naar onderen wijzen.
-
-
Wanneer u een plaats kiest om de
~
ventilator te monteren, hou er dan re kening mee dat die vlot toegankelijk
­dient te zijn. U dient hem zonder risico
te kunnen hanteren.
­Het kan immers voorkomen dat uw ven
­tilator aan onderhoud toe is of moet
worden hersteld.
Uw toestel afdanken
Bij oude, niet meer gebruikte toe
~
stellen koppelt u de besturingsleiding naar de dampkap los en trekt u de stekker van de ventilator uit het stop contact. Maak daarna de kabel en stek­ker onbruikbaar. Zo vermijdt u dat het toestel verkeerd wordt gebruikt.
De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade die ontstaan is doordat deze veiligheidsrichtlijnen niet in acht werden genomen.
-
-
-
-
Alleen voor de ABLG 202:
~
Als de lucht moet worden afgevoerd via een niet meer in gebruik zijnde schoor steen, hou dan rekening met de plaatselijk geldende voorschriften.
Alleen voor de DDG 102,
~
DDF 125/150:
Deze ventilator/dakafvoerset wordt op minstens 22° schuin aflopende daken met pannen, leien of dakspanen ge monteerd. Deze modellen kunnen niet op vlakke daken worden geplaatst. De montage mag enkel door een dakdekker worden uitgevoerd.
-
-
7
Montage
AWG 102
De ventilator AWG 102 is uitgerust om buitenshuis te worden gemonteerd.
Deze ventilator mag u enkel verti­caal tegen een buitenmuur mon­teren. De luchtafvoer moet naar on­der wijzen.
^ Draai de 2 bevestigingsschroeven op
de onderzijde van het toestel uit en neem de ventilator van de steunplaat.
^ De ventilator wordt geleverd met een
aanzuigtuit met 125 mm diameter. Voor een luchtafvoerleiding met C 150 mm dient u de voorste ring van de tuit met een mes langs de af­breekkant af te snijden.
De ventilator wordt via een besturings leiding elektrisch met de wasemkap verbonden. Ook de bediening gebeurt via de bedieningselementen van de wasemkap.
Neem bij het aansluiten van de ven tilator en bij het monteren van de luchtafvoerleiding ook de opmer kingen in de gebruiksaanwijzing voor de wasemkap in acht.
8
-
-
-
Maak in de buitenmuur een gat van
^
C 185 mm.
Schuif de muurbuis door de muur
^
opening. Dankzij deze muurbuis kan u de be­sturingsleiding en de luchtafvoer­slang achteraf vlotter door de muur voeren.
Montage
Steek de 3 montagevoetjes door de
^
passende gaten van de steunplaat.
-
^
Leg de steunplaat voor de ventilator tegen de buitenmuur. De aansluiting van de besturingsleiding bevindt zich onderaan.
^
Markeer de 3 te boren gaten.
^
Boor de 3 gaten van C 8mmen steek er S8-pluggen in.
^
Til de steunplaat op tot tegen de bui tenmuur. Steek de besturingsleiding met de zespolige stekker door de muurbuis naar binnen.
^
Moet er een potentieelcompensatie systeem worden aangesloten, trek dan de daartoe voorbereide kabel door de gepaste opening.
Er is een potentieelcompensatiesys teem vereist indien de besturingslei ding nog langer moet zijn dan de bijgevoegde verlenging. Zie de ru briek "Elektrische aansluiting".
-
-
-
-
-
9
Montage
Steek de luchtafvoerslang door de
^
muurbuis. Bevestig die met een slangklem op de aanzuigtuit van de steunplaat.
Bevestig de steunplaat met 3 schroe
^
ven tegen de buitenmuur.
^ Duw vanaf de binnenmuur tegen de
luchtafvoerslang. Stop de spleet tus­sen slang en muurbuis met dichtings­kit dicht.
Verbind de steekaansluiting van de
^
besturingsleiding.
Gebruik om de leiding te verlengen
^
-
de bijgeleverde verbindingskabel.
^ Zo deze verlenging nog niet volstaat,
neem dan de opmerkingen in de ru­briek "Elektrische aansluiting" in acht.
^
Zet de ventilator weer op de steun plaat en schroef hem vast.
10
-
MG 100
Montage
*uitschuifbaar van 280 tot 390 mm
a Aansluiting voor equipotentiële leiding
De muurventilator MG 100 is voorzien voor montage in een buitenmuur.
Deze ventilator wordt via een bestu ringskabel elektrisch verbonden met de wasemkap. Hij wordt via de bedie ningselementen van de wasemkap bestuurd.
Hou bij het aansluiten van de venti lator en bij het plaatsen van de luchtafvoerleiding ook rekening met de opmerkingen in de gebruiksaan wijzing van de wasemkap.
-
-
-
-
^ Maak de opening in de muur:
280 x 240 mm.
^ Vergroot de opening langs de
buitenzijde van de muur naar onde­ren toe tot 365 mm. Maak ze ca. 150 mm diep.
^
Verwijder de schroeven op het dek sel A van de ommanteling met een kruiskopschroevendraaier. Neem het deksel weg.
^
Schroef de bijgevoegde bevesti gingsstrips B met de geplooide zijde naar achteren op het raam van de ommanteling.
^
Markeer de te boren gaatjes voor de bevestigingsstrips B op de muur.
-
-
11
Montage
Boor op de aangeduide punten de 4
^
gaatjes vanØ6mmen30mmdiep.
Duw de S 6-pluggen in de gaatjes tot
^
ze gelijk komen met de muur.
Schuif de ommanteling van de venti
^
lator in de muur. Zet de schroeven vast.
Plaats het binnenste telescopische
^
deel D zo dat het ca. 50 mm uit de muur naar binnen toe uitsteekt.
Vul de ruimte tussen de muur en de
^
ommanteling van de ventilator met isolatiemateriaal op.
^ Bevestig het roestvrijstalen deksel A
met een kruiskopschroevendraaier op de ommanteling.
^ De ventilator wordt geleverd met een
aanzuigtuit met een diameter van 150 mm. Wenst u 125 mm diameter? Gebruik dan het meegeleverde aan­passtuk.
-
Verbind de stekkers van de bestu
^
ringskabel.
Gebruik de meegeleverde verbin
^
dingsleiding om de besturingskabel te verlengen.
^ Volstaat deze verlenging nog niet,
gelieve dan rekening te houden met de opmerkingen in de rubriek "Elek­trische aansluiting".
-
-
^ Schuif de slang op de aanzuigtuit
van de ventilator. Bevestig ze met een slangklem.
12
Montage
DDG 102
De dakventilator is geschikt om de lucht­afvoer door schuin aflopende daken met pannen, leien of dakspanen te leiden. De helling van het dak moet minstens 22° bedragen, zodat er geen regen en sneeuw kan binnendringen.
Voor andere dakbedekking volgt u het best het advies van een dakdekker.
De ventilator wordt via een besturings kabel elektrisch verbonden met de dampkap. Hij wordt via de bedienings elementen van de dampkap bestuurd.
Hou bij het aansluiten van de venti lator en bij het plaatsen van de luchtafvoerleiding ook rekening met de opmerkingen in de rubriek "Luchtafvoerleiding" of "De luchtaf voerleiding".
De ventilator wordt geleverd met een aanzuigtuit met een diameter van 125 mm.
^
Voor een luchtafvoerleiding met een diameter van 150 mm dient u de voorste ring van de aanzuigtuit met een mes langs de afbreekkant af te snijden.
-
-
-
-
Op platte daken kunt u de ventilator niet gebruiken.
De montage mag enkel door een dakdekker worden uitgevoerd.
13
Montage
Draai de twee bevestigingsschroe
^
ven los en verwijder de ventilator van de onderste plaat.
-
Bevestig de onderste plaat op het
^
montageframe met de bijgeleverde schroeven en moeren.
^
Plaats de drie afstandhouders op de onderste plaat.
14
^
Monteer de ventilator terug.
Montage
^ Verwijder de dakbedekking waar u
de ventilator gaat monteren.
^ Buig de bedeklijst a naar boven toe.
^ Zet de ventilator op het dak. Zorg
hierbij dat de luchtuitlaat naar bene­den toe wijst.
^ Bevestig de ventilator met schroeven
en met behulp van de bevestigings­plaat b op de dakonderbouw.
^
Breng de dakbedekking weer aan. Duw de bedeklijst intussen zo aan dat een onberispelijke afdichting ge waarborgd is.
^ Leg het gedeelte van de bedeklijst
dat zich aan de bovenkant van de ventilator bevindt onder de dakbe­dekking. Het gedeelte van de bedeklijst dat zich aan de zijkanten en de onderkant van de ventilator be­vindt legt u op de dakbedekking.
^ Schuif de slang op de aanzuigtuit
van de ventilator. Bevestig ze met een slangklem.
-
15
Montage
Verbind de stekkers van de bestu
^
ringskabel.
Gebruik de meegeleverde verbin
^
dingskabel om de besturingskabel te verlengen.
Volstaat deze verlenging nog niet, dan is er een potentiaalcompensatie vereist (zie "Elektrische aansluiting").
^ Als een potentiaalcompensatie nodig
blijkt, brengt u deze aan op het daar­toe op de ommanteling voorziene aansluitpunt c.
-
-
Opmerking: Let erop dat de dakbedek king weer goed dicht is nadat u de ka bel en de luchtafvoerleiding door de onderbouw van de dakbedekking hebt gevoerd.
16
-
-
ABLG 202
1) Aanvoerzijde
De luchtafvoerventilator ABLG 202 is voorzien voor montage binnenshuis.
Montage
Hou bij het aansluiten van de venti lator en bij het plaatsen van de luchtafvoerleiding ook rekening met de opmerkingen in de gebruiksaan wijzing van de wasemkap.
Installeer de ventilator op een ge
^
schikte plaats. Hou daarbij rekening met de richting waarlangs de lucht wordt afgevoerd.
Markeer de vier gaatjes van de on
^
derste plaat van de ventilator op het montagevlak.
^ Zet de ventilator terzijde.
-
-
-
-
U kan hem onder meer plaatsen
op zolder of boven een vals plafond,
in een bergruimte,
achter een isolatie in de keuken zelf.
U kan de ventilator zowel verticaal als horizontaal monteren. Hou bij verticale montage rekening met de opmerking op de volgende bladzijde.
Deze ventilator wordt via een bestu ringskabel elektrisch verbonden met de wasemkap. Hij wordt via de bedie ningselementen van de wasemkap bestuurd.
-
-
^
Boor op de aangeduide punten de 4 gaatjes vanØ8mmen40mmdiep voor de bevestigingsschroeven.
^
Duw de S 8-pluggen in de gaatjes tot ze gelijk komen met het montagevlak.
^
Bevestig de montagevoetjes op de onderste plaat van de ventilator.
^
Bevestig de luchtafvoerventilator met de bijgeleverde schroeven.
17
Montage
Schuif de slang die van de wasem
^
kap komt, op de aanzuigtuit van de ventilator. Bevestig de slang met een slangklem.
-
De ventilator is voorzien voor luchtaf voerleidingen met C 150 mm diameter. Op de aanzuigzijde kan u ook leidingen met C 125 mm aansluiten. Daartoe dient u zich wel een verloopmof aan te schaffen. Die is bij uw Miele-handelaar of in de Technische Dienst van Miele te verkrijgen.
Op de afvoerzijde dient u een lucht
^
afvoerleiding met C 150 mm aan te sluiten.
^ Dient de lucht rechtstreeks naar bui-
ten te worden afgevoerd? Dan kan u daarvoor een telescopische muur­buis toepassen. Die is bij uw Miele-
-handelaar en in de Technische Dienst van Miele verkrijgbaar.
-
-
Verbind de stekkers van de bestu
^
ringskabel.
^ Gebruik de meegeleverde verbin-
dingsleiding om de besturingskabel te verlengen.
Volstaat deze verlenging nog niet, dan is er een potentieelcompensa­tiesysteem vereist; zie rubriek "Elek­trische aansluiting".
^ Zo dat nodig blijkt, brengt u het
potentieelcompensatiesysteem aan op het daartoe op de ommanteling voorziene aansluitpunt b.
-
Monteert u de ventilator verticaal en gebeurt de luchtafvoer via het dak? Gebruik dan eventueel de dakafvoer set DDF 125/150 of neem andere maatregelen om te vermijden dat er regenwater in de luchtafvoer geraakt.
18
-
DDF 125/150
Montage
Laat de montage enkel door een daklegger uitvoeren.
Verwijder de dakbedekking waar u
^
de luchtafvoerset gaat monteren.
Buig de loden kraag naar boven toe.
^
Zet de luchtafvoerset op het dak. De
^
luchtuitlaat wijst naar beneden.
Bevestig de luchtafvoerset met
^
schroeven en met behulp van de be vestigingsplaat op de dakonder bouw.
^ Breng de dakbedekking weer aan.
Duw de loden kraag intussen zo aan dat een onberispelijke afdichting ge­waarborgd is. Leg de loden kraag boven de lucht­afvoerset onder de dakbedekking; opzij en onder de luchtafvoerset bo­ven de dakbedekking.
-
-
* loden kraag
De helling van het dak moet min. 22° zijn zodat de regen en de sneeuw niet kan binnendringen. Voor andere dakbedekking volgt u het best het advies van een daklegger.
Op platte daken kan u deze luchtaf voerset niet gebruiken.
De luchtafvoerset heeft een diameter van 150 mm. Voor een diameter van 125 mm wordt een verkleinstuk meege leverd.
^
Voor een diameter van 150 mm dient u de voorste ring van de tuit met een mes langs de gemarkeerde breekkant af te snijden.
^
Schuif de slang op de aanzuigtuit van de ventilator. Bevestig de slang
-
met een slangklem.
Er is een terugslagklep ingebouwd.
Let erop dat de dakbedekking weer goed dicht is nadat u de luchtaf voerleiding door de onderbouw van de dakbedekking hebt gevoerd.
-
-
19
Elektrische aansluiting
De externe ventilator wordt via een spe ciale besturingsleiding elektrisch met de wasemkap verbonden. Ook de be diening gebeurt via de bedieningsele menten van de wasemkap.
Deze wasemkap mag u enkel aan sluiten op een degelijk geïnstalleerd en geaard stopcontact van AC 230V ~ 50 Hz.
Om de veiligheid te verhogen, verdient het aanbeveling een verliesstroomscha kelaar met een uitschakelstroom van 30 mA voor het toestel te schakelen.
De vereiste gegevens over de aan­sluiting staan op het typeplaatje. Dat vindt u op de ommanteling van het toe­stel.
Ga na of deze gegevens overeenstem­men met de spanning en de frequentie van het net.
-
-
­Bij de externe ventilator wordt een 5 m lange verlengkabel bijgeleverd.
-
De elektrische installatie van de ka bel dient te gebeuren in overeen stemming met het A.R.E.I. De ver eiste elektrische aansluitwaarde vindt u op het typeplaatje van de ventilator. De ventilator dient ook op een potentieelcompensatiesysteem te
-
worden aangesloten. Aan de externe ventilator is een ­aansluiting voorzien.
Deze externe ventilator mag u enkel comibineren met een Miele-wasemkap die voor deze aansluiting voorzien is.
-
-
-
20
U dient absoluut de rubriek "Opmer kingen omtrent uw veiligheid" in acht te nemen. Vooral bij het gelijktijdig gebruiken van de dampkap en een verwar mingstoestel dat lucht uit hetzelfde vertrek nodig heeft, bestaat er soms gevaar voor vergiftiging! Neem bij twijfel contact op met een erkende schoorsteenveger en laat hem of haar controleren of de lucht afvoer veilig kan worden gebruikt.
Gebruik voor de aansluiting van de
luchtafvoerleiding enkel gladde bui­zen of soepele slangen van onbrand­baar materiaal.
– Bij werking met een externe ventilator
moet u ervoor zorgen dat de luchtaf­voerleiding voldoende stijf is. De ex­terne ventilator kan voor een onder­druk zorgen, die tot vervorming van de luchtafvoerleiding leidt.
Om ervoor te zorgen dat uw dampkap optimaal werkt en zo weinig mogelijk geluid maakt wanneer deze aanstaat, dient u de volgende punten in acht te nemen:
De diameter van de luchtafvoerlei ding mag niet kleiner zijn dan 150 mm.
Als platte luchtafvoerbuizen worden gebruikt, mag de diameter niet kleiner zijn dan de diameter van de luchtafvoertuit.
-
-
-
-
Luchtafvoerleiding
De luchtafvoerleiding mag niet wor
den geknikt of samengedrukt.
Zorg ervoor dat alle verbindingen
vast en dicht zijn.
Als u de luchtafvoerleiding horizon
taal aanlegt, moet u zorgen voor een verval van minstens 1 cm per meter. Zo kan er geen condenswater in de dampkap lopen.
Alleen de ABLG 202: Wordt de lucht
naar buiten afgevoerd, dan kunt u het best een telescopisch muurkastje of een dakdoorvoer (mits toeslag ver krijgbaar toebehoren) installeren.
Voert u de lucht af via een schoor­steen, richt de luchtafvoerleiding dan in de richting waarin de lucht wordt afgevoerd.
Belangrijk!
Als de luchtafvoerleiding door koele vertrekken, zolders e.d. wordt aange legd, kan er tussen de afzonderlijke vertrekken een groot temperatuurver schil ontstaan. Hierdoor kan er con denswater ontstaan. Als dit het geval is, dient u de luchtafvoerleiding voldoende te isoleren.
-
-
-
-
-
-
De luchtafvoerleiding dient zo kort en recht mogelijk te zijn.
Gebruik alleen wijde bochten.
21
Luchtafvoerleiding
Geluidsdemper
(mits toeslag verkrijgbaar)
In de luchtafvoerleiding kan een geluidsdemper worden gemonteerd.
Om ventilatorgeluiden in de keuken te minimaliseren, moet de geluidsdemper indien mogelijk voor de externe ventila­tor worden gemonteerd a, bij een lange luchtafvoerleiding bij de luchtaf voertuit van de dampkap b.
-
22
Als een externe ventilator in het huis is geïnstalleerd (ABLG 202), kunt u de ventilatorgeluiden naar buiten toe ver minderen door een geluidsdemper na de externe ventilator c te monteren.
De werking verbetert wanneer twee geluidsdempers na elkaar worden gemonteerd. Dit geldt voor alle func ties.
-
-
Neem bij storingen die u niet zelf kan oplossen, contact op
met uw Miele-handelaar of
met de Technische Dienst van Miele.
Het adres en telefoonnummer van onze technische dienst vindt u op de rugzij de van deze gebruiksaanwijzing.
Wanneer u daar een beroep op doet, geef dan a.u.b. altijd het machinetype en -nummer op. Beide gegevens vindt u op het typeplaatje. Dat zich op het toestel bevindt.
Duur en voorwaarden van de ga­rantie
De duur van de garantie bedraagt 2 jaar.
Meer informatie over de garantievoor­waarden vindt u op de garantie kaart.
Technische dienst
-
23
Technische gegevens
AWG 102
Aansluitwaarde.............165W
Netspanning ............AC230V
Frequentie .................50Hz
Zekering ...................10A
Lengte besturingsleiding.....0,75 m
Lengte verbindingskabel .......5m
Bedrijfstemperatuur.......tot-20°C
Luchtafvoervermogen*
Stand I................320m
Stand II ...............460m
Stand III...............580m
Intensieve stand ........760m
3
/uur
3
/uur
3
/uur
3
/uur
ABLG 202
Aansluitwaarde.............290W
Netspanning ............AC230V
Frequentie .................50Hz
MG 100
Aansluitwaarde ..............330W
Netspanning ..............AC230V
Frequentie ..................50Hz
Zekering .....................10A
Lengte besturingsleiding ......0,75 m
Lengte verbindingskabel.........5m
Bedrijfstemperatuur ........tot-20°C
Luchtafvoervermogen*
Stand I .................140m
Stand II.................270m
Stand III ................450m
Intensieve stand..........640m
3
/uur
3
/uur
3
/uur
3
/uur
DDG 102
Aansluitwaarde ..............165W
Netspanning ..............AC230V
Frequentie ..................50Hz
Zekering ...................10A
Lengte verbindingskabel .......5m
Bedrijfstemperatuur.......tot-20°C
Luchtafvoervermogen*
Stand I................300m
Stand II ...............460m
Stand III...............600m
Intensieve stand ........780m
3
/uur
3
/uur
3
/uur
3
/uur
Zekering .....................10A
Lengte besturingsleiding ......0,75 m
Lengte verbindingskabel.........5m
Bedrijfstemperatuur ........tot-20°C
Luchtafvoervermogen*
Stand I .................320m
Stand II.................460m
Stand III ................580m
Intensieve stand..........760m
*Bijvoorbeeld in combinatie met de dampkap DA 420-4 EXT met een luchtafvoerleiding C 150 mm, en dit in overeenstemming met EN 61591
242526
3
/uur
3
/uur
3
/uur
3
/uur
27
Wijzigingen voorbehouden / 3412
M.-Nr. 09 240 370 / 01
Loading...