Miele DA 6890 Operating instructions [nl]

Montage- en gebruiksaanwijzing Downdraft
Lees absoluut de gebruiks- en montagehandleiding voordat u uw toe­stel installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voor­komt schade aan uw toestel.
nl-BE M.-Nr. 10 749 321
Inhoud
Hoe werkt uw toestel? ........................................................................................ 13
De dampkap in één oogopslag ..........................................................................14
Bediening .............................................................................................................16
Dampkap in-/uitschuiven, afzuiging in-/uitschakelen ........................................... 16
Afzuigvermogen kiezen ......................................................................................... 16
Nalooptijdfunctie inschakelen ............................................................................... 17
Kookplaatverlichting in- en uitschakelen............................................................... 17
Tips om energie te besparen.............................................................................. 18
Reiniging en onderhoud...................................................................................... 19
Behuizing............................................................................................................... 19
Vetfilter en paneel voor randafzuiging ................................................................... 20
Actievekoolstoffilter............................................................................................... 22
Anti-geurfilters weggooien ...............................................................................22
Montage ...............................................................................................................23
Voor de montage................................................................................................... 23
Montagemateriaal.................................................................................................. 23
Toestelafmetingen ................................................................................................. 24
Luchtafvoer ........................................................................................................... 30
Luchtcirculatie ....................................................................................................... 30
Luchtafvoerleiding............................................................................................... 31
Elektrische aansluiting........................................................................................ 32
Technische Dienst van Miele en garantie.......................................................... 33
Positie van het typeplaatje .................................................................................... 33
Technische gegevens ......................................................................................... 34
2

Een bijdrage aan de bescherming van het milieu

Recycleerbare verpakking

De verpakking behoedt het toestel voor transportschade. Er werd milieuvriende­lijk en recycleerbaar verpakkingsmateri­aal gekozen.
Door hergebruik van verpakkingsmateri­aal wordt er op grondstoffen bespaard en wordt er minder afval geproduceerd. Uw vakhandelaar neemt de verpakking in het algemeen terug.

Uw toestel afdanken

Oude elektrische en elektronische toe­stellen bevatten meestal nog waarde­volle materialen. Ze bevatten echter ook stoffen, mengsels en onderdelen die nodig zijn geweest om de toestellen goed en veilig te laten functioneren. Wanneer u uw oude toestel bij het ge­wone afval doet of er op een andere manier niet goed mee omgaat, kunnen deze stoffen schadelijk zijn voor de ge­zondheid en het milieu. Doe uw oude toestel daarom nooit bij het gewone huisafval.
Lever het in bij een gemeentelijk inza­meldepot voor elektrische en elektro­nische apparatuur, bij uw vakhandelaar of bij Miele. U bent wettelijk zelf verant­woordelijk voor het wissen van eventue­le persoonlijke gegevens op het af te danken toestel.
Bij de aankoop van uw nieuw toestel heeft u een bijdrage betaald. Die wordt volledig gebruikt voor de toekomstige recyclage van dat toestel. Dat bevat trouwens nog waardevol materiaal. Door te recycleren wordt er dan ook
minder verspild en vervuild.
Als u vragen heeft omtrent het afdanken van uw oud toestel, neem dan contact op met
– de handelaar bij wie u het kocht
of
– de firma Recupel,
telefoon 02 706 86 10, website: www.recupel.be of
– uw gemeentebestuur als u uw toestel
naar een containerpark brengt.
Zorg er ook voor dat het toestel intus­sen kindveilig wordt bewaard voor u het laat wegbrengen.
3

Opmerkingen omtrent uw veiligheid

Deze dampkap voldoet aan de voorgeschreven veiligheidsvoor­schriften. Door ondeskundig gebruik kunnen gebruikers echter let­sel oplopen en kan er schade optreden aan het toestel.
Lees daarom de gebruiks- en montagehandleiding aandachtig door, voordat u de dampkap in gebruik neemt. Daarin vindt u be­langrijke instructies met betrekking tot de montage, de veiligheid, het gebruik en het onderhoud. Dit is in het belang van uw veilig­heid en voorkomt schade aan de dampkap. Wanneer deze niet worden opgevolgd, kan Miele niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die daarvan het gevolg is.
Bewaar de gebruiks- en montageaanwijzing en geef ze door aan wie het toestel eventueel na u gebruikt.

Juist gebruik

Deze dampkap is bedoeld voor gebruik in het huishouden en in
gelijkaardige omgevingen.
Deze dampkap is niet bestemd voor gebruik buiten.Gebruik de dampkap uitsluitend in huishoudelijke context voor het
wegzuigen van kookdampen die ontstaan bij het bereiding van ge­rechten. Gebruik voor andere doeleinden is niet toegelaten.
Personen die op grond van hun fysieke of psychische gesteldheid,
hun onervarenheid of gebrek aan kennis van de dampkap niet in staat zijn om deze veilig te bedienen, mogen de dampkap alleen on­der toezicht gebruiken. Deze personen mogen de dampkap alleen zonder toezicht gebruiken als ze weten hoe ze het toestel veilig moeten bedienen. Ze moeten de eventuele risico's van een foutieve bediening kunnen inzien en begrijpen.
4
Opmerkingen omtrent uw veiligheid

Kinderen in het huishouden

Kinderen jonger dan acht jaar moeten uit de buurt van het toestel
worden gehouden - tenzij ze constant in het oog worden gehouden.
Kinderen vanaf acht jaar mogen de dampkap alleen maar ge-
bruiken wanneer hun de bediening ervan zo uitgelegd is dat ze de dampkap veilig kunnen bedienen. Kinderen moeten de eventuele ri­sico's van een foutieve bediening kunnen beseffen.
Kinderen mogen de dampkap niet zonder toezicht reinigen of on-
derhouden.
Houd kinderen in de gaten wanneer zij zich in de buurt van de
dampkap bevinden. Laat kinderen nooit met de dampkap spelen.
Verstikkingsgevaar! Spelende kinderen kunnen zich wikkelen in
verpakkingsmateriaal (bijv. folies) of het over hun hoofd trekken en daardoor verstikken. Houd verpakkingsmateriaal zoals plastic buiten het bereik van kinderen.
5
Opmerkingen omtrent uw veiligheid

Technische veiligheid

Door ondeskundig uitgevoerde installaties, onderhoudswerken of
herstellingen kunnen er niet te onderschatten risico's ontstaan voor de gebruiker. Installatie-, onderhouds- of herstellingswerken mogen alleen door vakmensen worden uitgevoerd die door Miele erkend zijn.
Schade aan de dampkap kan uw veiligheid in gevaar brengen.
Controleer de dampkap op zichtbare schade. Gebruik nooit een be­schadigde dampkap.
De elektrische veiligheid van de dampkap is uitsluitend gegaran-
deerd, als deze wordt aangesloten op een aardingssysteem dat vol­gens de geldende voorschriften is geïnstalleerd. Aan deze funda­mentele veiligheidsvoorwaarde moet worden voldaan. Laat de elek­trische installatie bij twijfel door een elektricien inspecteren.
De dampkap kan alleen betrouwbaar en veilig functioneren, als zij
op het openbare elektriciteitsnet is aangesloten.
De aansluitgegevens (frequentie en spanning) op het typeplaatje
van de dampkap moeten beslist met de waarden van het elektrici­teitsnet overeenkomen om beschadiging van de dampkap te voorko­men. Vergelijk deze aansluitgegevens voordat u het toestel aansluit. Raad­pleeg bij twijfel een elektricien.
Deze dampkap mag niet op het elektriciteitsnet worden aangeslo-
ten via meervoudige stopcontacten of verlengsnoeren die daarvoor niet geschikt zijn. Dit in verband met gevaar voor oververhitting.
6
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Gebruik uw dampkap enkel in geïnstalleerde toestand. Enkel dan
is een veilige werking gewaarborgd.
Deze dampkap mag niet op niet-vaste plaatsen (bijv. op een
schip) worden gebruikt.
Raak geen onderdelen aan die onder spanning staan. Verander
niets aan de elektrische en mechanische opbouw van het toestel. Open de ommanteling van de dampkap slechts zo ver als in het ka­der van de montage en de reiniging is toegestaan. Open in geen ge­val overige delen van de ommanteling. Worden deze instructies niet opgevolgd, dan kunnen gebruikers een elektrische schok krijgen en is het mogelijk dat het toestel niet meer goed functioneert.
Het recht op garantie vervalt wanneer de dampkap door een tech-
nische dienst wordt hersteld die niet door Miele is erkend.
Defecte onderdelen mogen alleen door originele Miele-onderdelen
worden vervangen. Alleen van deze Miele onderdelen kunnen wij ga­randeren, dat zij volledig aan onze veiligheidseisen voldoen.
Wanneer de aansluitkabel is beschadigd, moet deze door een er-
kend vakman/vakvrouw worden vervangen.
Bij installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden mag er
geen elektrische spanning op de dampkap staan. Dat is het geval als aan één van de volgende voorwaarden is voldaan:
– de zekeringen van de elektrische installatie zijn uitgeschakeld of
– de schroefzekeringen van de elektrische aansluiting zijn er geheel
uitgedraaid of
– de stekker (indien aanwezig) is uit de contactdoos getrokken. Trek
daarbij aan de stekker en niet aan de aansluitkabel.
7
Opmerkingen omtrent uw veiligheid

Gelijktijdig gebruik met een toestel dat lucht uit dezelfde ruimte verbruikt

Dit kan levensgevaarlijk zijn! Wees heel voorzichtig als u de dampkap tegelijk gebruikt met ver­brandingssystemen die lucht uit dezelfde ruimte gebruiken of ge­bruikmaken van dezelfde afvoerinstallatie. Dergelijke verbrandingssystemen halen de lucht die nodig is voor de verbranding uit de ruimte waar het systeem zich bevindt en voeren de rookgassen af via een afvoerkanaal (bijvoorbeeld via een schoorsteen). Dit kunnen bijvoorbeeld gas-, olie-, hout- of kolenkachels zijn, maar ook gasboilers, warmwaterketels op gas, gaskookplaten en gasovens.
De dampkap zuigt lucht uit de keuken en de aangrenzende ruim­ten. Dit geldt bij:
- luchtafvoer,
-luchtafvoer met externe ventilator en bij
- luchtcirculatie met een buiten de ruimte geplaatste luchtcircula­tiebox. Als de luchtaanvoer niet voldoende is, ontstaat er onderdruk. Het verbrandingssysteem krijgt te weinig lucht. De verbranding wordt negatief beïnvloed. Giftige verbrandingsgassen kunnen uit de schoorsteen of een an­der luchtafvoerkanaal naar de woonruimten geleid worden. Levensgevaarlijk!
8
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Het gelijktijdige gebruik van de dampkap en een verbrandingssys­teem in dezelfde ruimte is ongevaarlijk als de onderdruk niet groter is dan 4Pa (0,04mbar). In dat geval is er geen gevaar dat verbran­dingsgassen worden teruggezogen.
Er zullen geen onderdrukproblemen ontstaan als door niet-afsluit­bare openingen bijvoorbeeld in deuren of ramen voldoende lucht in de ruimte kan komen. De diameter van de opening waardoor de lucht naar binnen stroomt, moet dan wel groot genoeg zijn. Alleen een muurkast voor luchttoevoer/luchtafvoer is meestal niet toerei­kend.
Bij de beoordeling van een en ander dient men altijd rekening te houden met de totale ventilatie van de woning. Raadpleeg in ieder geval een vakman.
Wanneer de dampkap met luchtcirculatie wordt gebruikt en de lucht wordt teruggevoerd in de ruimte waar het toestel is geplaatst, is gelijktijdig gebruik van een dampkap en een verbrandingstoestel in dezelfde ruimte niet gevaarlijk.
9
Opmerkingen omtrent uw veiligheid

Efficiënt gebruik

Gevaar voor beknelling! Grijp niet in het bewegingsbereik van de
dampkap wanneer deze uit- of inschuift.
Door open vuur bestaat brandgevaar!
Werk met het oog op het risico op brand nooit met open vuur onder de dampkap: zo is flamberen en grilleren met open vuur verboden. Een dampkap die in gebruik is trekt de vlammen in het vetfilter/de vetfilters aan, waardoor het daarin verzamelde vet vlam kan vatten.
Condenswater kan zorgen voor corrosieschade aan de dampkap.
Schakel de dampkap altijd in als u een kookzone gebruikt om opho­ging van condenswater te voorkomen.
Olie en vet kunnen bij oververhitting vanzelf ontbranden en daarbij
de dampkap in brand zetten. Let op potten, pannen en friteuses wanneer u met olie en vet werkt. Ook het grillen op elektrische griltoestellen moet daarom onder con­tinu toezicht plaatsvinden.
Gebruik de dampkap nooit zonder vetfilters om te voorkomen dat
zich vuil en vet in de dampkap afzetten, waardoor deze op den duur niet meer goed zal functioneren.
Er kan brand ontstaan als het toestel niet volgens de aanwijzingen
in deze gebruiksaanwijzing wordt gereinigd.
Hou ermee rekening dat de dampkap bij het koken door de opstij-
gende hitte erg warm kan worden. Raak de ommanteling en de vetfilters pas aan wanneer de dampkap is afgekoeld.
10
Opmerkingen omtrent uw veiligheid

Deskundige montage

Controleer of het gebruik van een dampkap boven uw kooktoestel
volgens de fabrikant van deze apparatuur toegestaan is.
Het is niet toegestaan de dampkap boven stookplaatsen voor
vaste brandstoffen te monteren.
Let op: Deze dampkap kan niet in combinatie met een gaskook­plaat worden gebruikt.
Neem voor het monteren van de dampkap de aanwijzingen in het
hoofdstuk “Montage” in acht.
Gebruik voor de luchtafvoerleiding enkel buizen of slangen van
onbrandbaar materiaal. Die zijn bij uw Miele-handelaar of via de Technische Dienst van Miele verkrijgbaar.
De lucht mag niet worden afgevoerd via een afvoerschoorsteen
die wordt gebruikt voor de afvoer van rook of gas, noch via een schacht die wordt gebruikt voor de ontluchting van ruimten waarin wordt gestookt.
Wanneer de lucht moet worden afgevoerd via een schoorsteen die
niet meer in gebruik is, dan dient u eerst de officiële voorschriften te raadplegen.
11
Opmerkingen omtrent uw veiligheid

Reiniging en onderhoud

De stoom van een stoomreiniger kan terechtkomen op onderdelen
die onder spanning staan en een kortsluiting veroorzaken. Gebruik voor het reinigen van de dampkap nooit een stoomreiniger.

Accessoires

Gebruik uitsluitend Miele-accessoires om te voorkomen dat ga-
rantieaanspraken vervallen. Worden er andere onderdelen gemon­teerd of ingebouwd, dan vervalt het recht op waarborg en/of pro­ductaansprakelijkheid.
12
De dampkap kan op de volgende ma­nieren worden gebruikt:

Werking met luchtafvoer

De dampkap zuigt de kookdampen aan. De lucht wordt hierbij via het paneel voor randafzuiging door de vetfilters ge­voerd en gezuiverd. Vervolgens wordt de lucht naar buiten geleid.

Werking met luchtcirculatie

(enkel met ombouwset en actievekool­stoffilter als mits toeslag verkrijgbaar toebehoren; zie “Technische gegevens”)
De aangezogen lucht wordt door het paneel voor randafzuiging en de vetfil­ters en bovendien door een actieve­koolstoffilter gereinigd en wordt daarna weer in de keuken geleid.

Externe afzuiginstallatie

(met ombouwset DEXT 6890 als bij te bestellen accessoire)

Hoe werkt uw toestel?

De afzuiginstallatie van de Downdraft kan met de opbouwset op een plaats naar keuze gemonteerd worden (enkel binnenshuis). De afzuiginstallatie wordt door een aansluitkabel met de damp­kap verbonden en via de bedieningsele­menten van de afzuigkap aangestuurd.
13

De dampkap in één oogopslag

14
De dampkap in één oogopslag
a
Bedieningselementen
b
Uitschuifbare dampkap
c
Kookvlakverlichting
d
Paneel voor randafzuiging
e
Vetfilters
f
Actievekoolstoffilter Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren bij werking met luchtcirculatie
g
Ventilator
h
Luchtafvoertuit
i
Aan/uit-knop voor de uitschuifbare dampkap en de ventilator
j
Toets voor de kookvlakverlichting
k
Toetsen voor het instellen van het ventilatievermogen
l
Toets voor de nawerkfunctie
m
Bedrijfsurentoets
15

Bediening

Dampkap in-/uitschuiven, af­zuiging in-/uitschakelen
Gevaar voor beknelling! Grijp niet in het bewegingsbereik van
de dampkap wanneer deze uit- of in­schuift.
Schakel de afzuiging in, zodra u begint met koken. Hierdoor worden kook­dampen vanaf het eerste moment afge­zogen.
Druk op de Aan/Uit-knop totdat al-
le symbolen oplichten.
De dampkap wordt gestart. De afzui­ging wordt op stand 2 ingeschakeld, de kookplaatverlichting wordt ingescha­keld op 70% lichtsterkte.
Door kort op de Aan/Uit-knop te
drukken, wordt de afzuiging uitge­schakeld.
Door kort op een van de afzuigstan-
den te drukken, wordt de afzuiging opnieuw ingeschakeld.

Afzuigvermogen kiezen

Voor lichte tot zware kookdampen en geuren kunt u kiezen tussen de vermo­gensstanden 1 tot en met 3.
Wanneer u aanbraadt waarbij veel damp en geur vrijkomt, raden wij u aan om stand B, de “boosterstand”, te ge­bruiken.
Kies de gewenste vermogensstand
door op de knoppen 1 tot B te druk­ken.
De boosterstand terugschake­len
De afzuiging schakelt na 5 minuten au­tomatisch terug naar stand 3
Druk op de Aan/Uit-knop totdat al-
le symbolen oplichten om de damp­kap in te schuiven.
De dampkap schuift naar binnen. Alle symbolen doven.
16

Nalooptijdfunctie inschakelen

Het valt aan te bevelen om de afzuiging na het koken nog enkele minuten te la­ten draaien. Op die manier wordt de keukenlucht gezuiverd en worden reste­rende dampen en geuren verwijderd. De uitlooptijd biedt de mogelijkheid om de afzuiging na 15 minuten automatisch uit te schakelen.
Druk na het koken op de toets van de
nalooptijd 15 terwijl de afzuiging draait.
De afzuiging wordt na 15 minuten uitge­schakeld. De dampkap blijft uitgescho­ven.
Als u opnieuw op de toets van de na-
looptijd 15 drukt, blijft de afzuiging ingeschakeld.
Kookplaatverlichting in- en uit­schakelen
De kookplaatverlichting wordt in- en
uitgeschakeld als de dampkap in- en uitgeschoven wordt. De kookplaatverlichting wordt inge­schakeld op 70% sterkte.
Bediening
Door op de verlichtingsknop te
drukken, wordt de verlichting op 100% sterkte ingesteld.
De verlichting wordt uitgeschakeld
door nog eens op de knop te druk­ken.
17

Tips om energie te besparen

Deze dampkap werkt zeer efficiënt en energiebesparend. Volgende maatre­gelen ondersteunen u bij het spaarzame gebruik:
– Zorg bij het koken voor een goede
ventilatie van de keuken. Stroomt bij luchtafvoer niet voldoende lucht, dan werkt de dampkap niet efficiënt en zijn er verhoogde werkingsgeluiden.
– Kook op een zo laag mogelijke kook-
stand. Weinig kookdampen beteke­nen een lage vermogensstand aan de dampkap en hierdoor ook minder stroomverbruik.
– Controleer de gekozen vermogens-
stand op de dampkap. Meestal is een lage vermogensstand voldoende. Ge­bruik de boosterstand alleen als dat nodig is.
– Schakel bij sterke kookdampen al
vroeg op een hoge stand. Dat is effi­ciënter dan de kookdampen nadien proberen op te vangen.
– Let erop om de dampkap na het ko-
ken weer uit te schakelen.
– Maak de filters geregeld schoon of
vervang ze. Door erg vette filters wordt het vermogen verlaagd en de bestaat er brandgevaar. Voorts be­staat dan een risico voor het hygiëne.
18

Reiniging en onderhoud

Behuizing

Algemeen

Het oppervlak en de bedienings-
elementen zijn krasgevoelig. Neem daarom de volgende reini-
gingstips in acht.
Reinig oppervlak en bedieningsele-
menten alleen met een doek, wat rei­nigingsmiddel en wat warm water.
Let erop dat er geen water in de
dampkap komt. Reinig vooral het gedeelte met de
bedieningselementen alleen met een iets vochtige doek.
Wrijf alles daarna met een zachte
doek droog.
Gebruik geen:
– zuur-, soda-, chloride- of oplosmid-
delhoudende reinigingsmiddelen,
Tips voor het reinigen van roestvrij­stalen oppervlakken
Om de roestvrijstalen oppervlakken te
reinigen is niet-schurend reinigings­middel voor roestvrij staal geschikt.
Gebruik ook een middel voor het on-
derhoud van roestvrij staal en breng dit middel met een zachte doek ge­lijkmatig en in kleine dosering aan. Dit middel is verkrijgbaar bij de afde­ling Onderdelen van Miele België.

Bijzondere opmerkingen voor glazen oppervlakken

Neem hiervoor de algemene regels in
acht. Gebruik daarnaast een reini­gingsmiddel dat speciaal geschikt is voor glas.
– schurende reinigingsmiddelen zoals
schuurpoeder en ook geen schuur­sponsjes of sponsjes waar nog resten van schuurmiddelen in zitten.
19
Reiniging en onderhoud
Vetfilter en paneel voor randaf­zuiging
Het paneel van de randafzuiging en de recycleerbare metalen vetfilters in het toestel nemen de vaste deeltjes uit de keukendampen op (vet, stof, etc.) en voorkomen zo dat de dampkap vuil wordt.
De vetfilters en het paneel moeten re­gelmatig gereinigd worden.
Sterk vervuilde vetfilters verminderen het afzuigvermogen en zorgen voor meer vervuiling van de dampkap en de keuken.
Brandgevaar!
Verzadigde vetfilters zijn brandbaar. Reinig de vetfilters regelmatig.

Reinigingsinterval

Het is aan te raden om het paneel voor randafzuiging en de vetfilters om de 3-4 weken te reinigen. Het verzamelde vet wordt na langere tijd hard. De vetfilters en het paneel voor randafzuiging kun­nen dan minder vlot worden schoonge­maakt.

Paneel en vetfilters uitnemen

Bovenaan wordt het paneel door
magneten gehouden. Om het paneel te verwijderen moet u het aan de bo­venkant naar voren trekken en onder­aan loshaken.
Na 30 bedrijfsuren en bij uitgeschoven dampkap meldt de bedrijfsurenteller door middel van het oplichten van het vetfiltersymbool wanneer het paneel voor randafzuiging en de vetfilters moe­ten worden gereinigd.
20
Open de vergrendeling van de vetfil-
ter en neem de vetfilter langs onderen uit.
Wanneer op de achterzijde van de
vetfilters actievekoolstoffilters ge­monteerd zijn, moeten deze voor de reiniging worden verwijderd (zie “Ac­tievekoolstoffilters”).
Reiniging en onderhoud

Reiniging van het paneel

Neem de aanwijzingen onder “Om-
manteling” in acht.
Het paneel is niet geschikt voor reini­ging in de afwasautomaat.

De vetfilters met de hand reinigen

Reinig de vetfilters in warm water met
een afwasborstel en een zacht hand­afwasmiddel. Gebruik het handaf­wasmiddel niet geconcentreerd.

Ongeschikte reinigingsmiddelen

Vetfilters kunnen beschadigd raken door reinigingsmiddelen die daarvoor niet geschikt zijn. De volgende reinigingsmiddelen mogen niet worden gebruikt:
– kalkoplossende reinigingsmiddelen
– schuurpoeder of schuurcrème
– agressieve allesreinigers en vetoplos-
sprays
– ovenspray
Vetfilters reinigen in de afwasauto­maat
Plaats de vetfilters verticaal of schuin
in het onderrek. Let erop dat de sproeiarm vrij kan bewegen.
Bij reiniging van de vetfilters in de af­wasautomaat kunnen sommige reini­gingsmiddelen blijvende verkleuringen veroorzaken op de filteroppervlakken. Deze verkleuringen hebben geen na­delig effect op de werking van de vet­filters.

Na het reinigen

Leg de vetfilters na het schoonmaken
nog op een vochtopnemend voor­werp te drogen.
Wanneer het paneel en de vetfilters
uitgenomen zijn, kan u de bereikbare onderdelen van de behuizing van vet ontdoen. Op die manier voorkomt u brandgevaar.

Bedrijfsurenteller voor de vetfilters terug in zijn beginstand zetten

Na de reiniging moet de urenteller wor­den teruggezet.
Raak met uitgeschoven dampkap ge-
durende ca. 3 seconden de vetfilter­toets aan tot het vetfiltersymbool uitgaat.
Gebruik een reinigingsmiddel dat ge-
schikt is voor huishoudelijk gebruik.
Kies een programma met een tempe-
ratuur tussen de 50°C en 65°C.
21
Reiniging en onderhoud

Actievekoolstoffilter

Voor werking met luchtcirculatie met de ombouwset DUU 2900 worden in de luchtcirculatie-eenheid twee actieve­koolstoffilters gemonteerd. Neem hier­toe de bijbehorende gebruiks- en mon­tageaanwijzing in acht.
Bij werking met luchtcirculatie met de ombouwkit DUU 151 worden op de achterzijde van de vetfilters twee actie­vekoolstoffilters DKF 22-1 gemonteerd. Deze houden de reukstoffen die tijdens het koken opduiken, tegen.
Deze actievekoolstoffilters zijn bij uw Miele-handelaar of bij de Technische Dienst van Miele verkrijgbaar.
Actievekoolstoffilter plaatsen/vervan­gen
Verwijder het paneel en de vetfilters
alvorens de actievekoolstoffilters te plaatsen of te vervangen, zoals hier­boven beschreven.
Haal de actievekoolstoffilter uit de
verpakking.
Bevestig de actievekoolstoffilter met
de meegeleverde beugel aan de ach­terkant van de vetfilters.
Plaats de vetfilters en het paneel
weer op hun plaats.

Vervangingsfrequentie

Vervang de anti-geurfilter altijd zodra
kookluchtjes niet meer voldoende worden opgenomen. In ieder geval om de 6 maanden ver­vangen.

Anti-geurfilters weggooien

Gooi de gebruikte anti-geurfilters bij
het huisvuil.
22

Voor de montage

Neem voordat u met monteren
begint de informatie in dit hoofdstuk en in het hoofdstuk “Opmerkingen omtrent uw veiligheid” in acht.

Montagemateriaal

Montage

12 plaatschroeven 3,5 x 9,5 mm
6 schroeven M4 x 8 mm
Aansluitkabel
2 houders onderaan
2 houders bovenaan
6 schroeven 4 x 15 mm
2 draagijzers worden voor dit toestelty-
pe niet gebruikt.
23
Montage

Toestelafmetingen

24
Montage
a
De afzuiging kan gedraaid worden gemonteerd. Dat betekent dat de lucht naar boven, naar links, naar rechts of naar beneden kan worden afgevoerd. De afzuiging kan in dezelfde positie ook aan de achterkant van het apparaat worden gemonteerd. In dat geval moet een deel van de achterwand van de kast worden uitgesneden en moet achter de kast een deel worden voorbehou­den voor de inbouw van de afzuiging.
b
De elektronica kan naar wens links naast de afzuiging aan de ommanteling of vrij in de kast worden geplaatst.
c
Het is belangrijk dat het materiaal voldoende stabiel is.
d
Getrapte freesrand bij geïntegreerde montage in een werkblad van natuursteen (graniet, marmer)
Luchtafvoeraansluiting 150mm.
Montage in combinatie met een gaskookplaat is niet mogelijk.
Wanneer u een oven of fornuis voor het apparaat wilt plaatsen, respecteer dan de toepasselijke inbouwinstructies en de instructies met betrekking tot de toe­voer van koele lucht.
De plaats van installatie moet zonder problemen te bereiken zijn. Ook voor een eventuele reparatie moet de downdraft vrij toegankelijk en te demonteren zijn.
25
Montage
Plaats de Downdraft voorzichtig in de
voorbereide uitsparing (zie Afme­tingen van het toestel).
26
Bevestig de onderste houders met
elk twee schroeven dusdanig aan de behuizing van de Downdraft, dat de voetjes op de kastbodem staan. Daartoe kunnen de houders ook ge­draaid worden gemonteerd.
2x M4 x 8 mm
2x 4 x 15 mm
Monteer de bovenste houders losjes
op de behuizing van de Downdraft.
Montage
De houders kunnen in de sleuf worden verschoven.
Schuif de houder naar boven en
schroef deze onder het werkblad vast.
Draai de schroeven op de behuizing
vast.
Als alternatief kunnen de houders ook
gedraaid gemonteerd worden om de Downdraft op de zijkant van de kast te bevestigen.
Zet de Downdraft verticaal waterpas
en schroef de houders vast op de kastbodem.
27
Montage
dai3459g
De verbindingskabel uit de Downdraft
naar de ventilator geleiden en daar in­steken.
De kabel leggen en met de bijgele-
verde kabeldoorvoer in de sleuf van de behuizing steken.
Als alternatief kan de ventilator van-
achter op de Downdraft worden ge­monteerd.
– Hiertoe moet het achterste deksel
van de behuizing worden losgemaakt en op de voorzijde worden gemon­teerd.
– De verbindingskabel moet met een
kabeldoorvoer worden uitgerust en dan in de houder van de achterste opening van de behuizing worden aangebracht.
Tip: Met de ombouwset DEXT 6890 kan de afzuiging binnenshuis op een plaats naar keuze gemonteerd worden. De elektrische verbinding wordt via een 7 m lange verbindingskabel gemaakt. De ombouwset is als bij te bestellen ac­cessoire verkrijgbaar. Volg de meegele­verde montagehandleiding voor de montage.
28
Draai de ventilator dusdanig dat de
uitblaastuit in de gewenste richting wijst en bevestig deze aan de Down­draft.
Montage
Steek de bijgeleverde aansluitkabel in
de betreffende aansluiting op de on­derzijde van de aansluitkast.
Steek de drie verbindingskabels die
aan de onderzijde van de Downdraft uit de behuizing worden geleid in de betreffende verbindingen op de on­derzijde van de aansluitkast. Zorg ervoor dat de stekkers vast in­klikken. Sluit de vergrendelingen van de mid­denste stekker.
Bevestig de aansluitkast aan de
Downdraft. Ze kan op de getoonde plaats worden gemonteerd. Als alter­natief kan de aansluitkast ook op de andere zijde van de ventilator, op de achterzijde van de Downdraft of op een meubelwand worden gemon­teerd.
Vocht dat in de kast binnendringt kan tot een elektrische schok leiden.
Vandaar dat de aansluitkast geen contact met de bodem mag hebben.
Zorg ervoor dat de kabels op een ge­schikte plaats worden aangebracht en beveiligd.
29
Montage
Bevestig de luchtafvoertuit op de
luchtafvoerleiding, bijv. een flexibele luchtafvoerslang met een slangklem (mits toeslag verkrijgbaar toebeho­ren).

Luchtafvoer

Hoe u voor de montage van het
luchtafvoersysteem verder te werk moet gaan, vindt u in het hoofdstuk: “Luchtafvoersysteem”.

Luchtcirculatie

Als de bouwkundige constructie niet toelaat om een luchtafvoersysteem aan te leggen, moet u de Downdraft met luchtcirculatie laten werken. Dat kunt u op verschillende manieren doen:
– Verbind de luchtafvoertuit met de
ombouwset voor de luchtcirculatie DUU 151 . Daarvoor moeten de vetfilters van de downdraft op de ac­tievekoolstoffilters DKF 22-1 beves­tigd worden (zie “Reiniging en onder­houd”).
of
– Verbind de uitblaastuit met de lucht-
circulatiebox DUU 2900 of de luchtcirculatiebox DUU 1000 .
De actievekoolstoffilters zitten in de luchtcirculatiebox. In de downdraft worden er geen actievekoolstoffilters gebruikt.
De ombouwsets DUU 151, DUU 2900 en DUU 1000 zijn verkrijgbaar als ac­cessoire. Om de luchtcirculatiebox DUU 1000 aan te sluiten, heeft u vlakkanalen nodig. Vlakkanalen en accessoires zijn verkrijgbaar in de vakhandel.
Respecteer de montagehandleiding
bij de installatie.
30

Luchtafvoerleiding

Gelijktijdig gebruik van de damp-
kap en een toestel dat lucht in die­zelfde ruimte verbruikt kan gevaarlijk zijn! Er kunnen giftige gassen vrijko­men.
Neem beslist de veiligheidsinstruc­ties en waarschuwingen in het gelijk­namige hoofdstuk in acht.
Laat in ieder geval door de plaatse­lijke schoorsteenveger controleren of een veilig gebruik van de luchtafvoer gewaarborgd is.
Voor de luchtafvoer mogen alleen gladde buizen of flexibele slangen van niet-brandbaar materiaal worden gebruikt.
Voor een zo groot mogelijk afzuigver­mogen en een zo laag mogelijk geluids­niveau moeten de volgende punten in acht worden genomen.
– De luchtafvoer moet een doorsnede
hebben die niet minder is dan 150 mm.
– Wanneer er platte luchtafvoerkanalen
worden gebruikt, mag de doorsnede niet kleiner zijn dan de doorsnede van de luchtafvoertuit.
– De luchtafvoer moet zo kort en recht
mogelijk zijn.
– Alleen bochten met een grote straal
zijn toegestaan.
Iedere barrière in de luchtstroming vermindert de afzuigcapaciteit en verhoogt het geluidsniveau.
Wordt de lucht gewoon naar buiten
afgevoerd, dan kan het beste een dakdoorvoering of een telescopische muurkast worden geïnstalleerd. Deze kunt u nabestellen.
Moet de lucht door een schoorsteen
worden afgevoerd, dan moet de in­voerbuis verticaal worden gebogen.
Wanneer de luchtafvoer horizontaal
wordt aangelegd, moet het verval minstens 1 cm per meter bedragen. Daarmee wordt voorkomen dat er condenswater in de dampkap loopt.
Wanneer de luchtafvoer door koele
ruimten, zolders e.d. wordt aange­legd, kan er binnen de afzonderlijke ruimten een groot temperatuurver­schil ontstaan. Er kan zich dan con­dens vormen. De luchtafvoer moet daarom worden geïsoleerd.
– Er mogen geen knikken in de luchtaf-
voer komen en de luchtafvoer mag niet in elkaar worden gedrukt.
– De verbindingspunten mogen niet
lekken.
31

Elektrische aansluiting

De dampkap mag alleen aangesloten worden op een AC230V ~ 50Hz stop­contact dat volgens de voorschriften geaard en geïnstalleerd is. De elektrische installatie moet volgens VDE0100 uitgevoerd zijn!
Om de veiligheid te verhogen, is het raadzaam een verliesstroomschakelaar met een uitschakelstroom van 30mA (DINVDE0664) voor het toestel te schakelen (VDE in de richtlijn DINVDE0100 deel 739).
Voer de aansluiting bij voorkeur via een stopcontact uit. Dit vergemakkelijkt im­mers eventuele tussenkomsten van de Technische Dienst. Het stopcontact moet nog toegankelijk zijn als het toe­stel ingebouwd is.
Als het stopcontact na de inbouw niet meer toegankelijk is, moet in de instal­latie een scheidingsinrichting voor elke pool voorhanden zijn. Als stroomonder­brekers kunnen er schakelaars worden gebruikt met een contactopening van meer dan 3mm. Bijvoorbeeld automatische schakelaars, smeltstoppen en contactsluiters (EN60335).
De vereiste aansluitgegevens vindt u op het typeplaatje (zie hoofdstuk “Tech­nische Dienst van Miele en garantie”). Ga na of deze gegevens overeenstem­men met de spanning en de frequentie van het net.
32

Technische Dienst van Miele en garantie

Voor storingen die u niet zelf kunt ver­helpen, waarschuwt u uw Miele-vak­handelaar of Miele.
Het adres, het telefoonnummer en de website van Miele vindt u achter in deze gebruiksaanwijzing.
Voor een goede en vlotte afhandeling moet de afdeling Consumentenbelan­gen weten welk type toestel u heeft en welk serienummer het heeft. Beide gegevens vindt u op het typepla­tje.

Positie van het typeplaatje

Het typeplaatje is zichtbaar nadat u (af­hankelijk van het model) het vetfilter of de vetfilters heeft verwijderd.

Duur en voorwaarden van de garantie

De duur van de garantie bedraagt 2jaar.
Meer informatie vindt u in de meegele­verde garantievoorwaarden.
33

Technische gegevens

Ventilatormotor 275 W
Kookvlakverlichting 7 W
Totale aansluitwaarde 282 W
Netspanning, frequentie AC 230 V, 50 Hz
Zekeringen 10 A
Lengte van de aansluitkabel 1,5 m
Gewicht 37 kg
34
Technische gegevens

Productkaart voor huishoudelijke afzuigkappen

volgens gedelegeerde verordening (EU) Nr. 65/2014 en verordening (EU) Nr. 66/2014
MIELE
Identificatie van het model DA 6890
Jaarlijks energieverbruik (AEC
Energie-efficiëntieklasse C
Energie-efficiëntie-index (EEI
Hydrodynamische efficiëntie (FDE
Hydrodynamische-efficiëntieklasse
A (meest efficiënt) tot G (minst efficiënt) C
Verlichtingsefficiëntie (LE
afzuigkap
Verlichtingsefficiëntieklasse
A (meest efficiënt) tot G (minst efficiënt) A
Vetfilteringsefficiëntie 71,6%
Vetfilteringsefficiëntieklasse
A (meest efficiënt) tot G (minst efficiënt) D
Gemeten luchtdebiet op het beste-efficiëntiepunt
Luchtstroom (minimumsnelheid)
Luchtstroom (maximumsnelheid)
Luchtstroom (intensieve of boostmodus)
Max. luchtstroom (Q
max
)
Gemeten luchtdruk op het beste-efficiëntiepunt 361 Pa
A-gewogen geluidsemissie (minimumsnelheid) 47 dB
A-gewogen geluidsemissie (maximumsnelheid) 60 dB
A-gewogen geluidsemissie in de intensieve of boostmodus 69 dB
Gemeten elektrisch opgenomen vermogen op het beste-efficiëntiepunt 216,0 W
Elektriciteitsverbruik in de uit-stand (Po) W
Elektriciteitsverbruik in de stand-by-stand (Ps) 0,45 W
Nominaal vermogen van het verlichtingssysteem 7,0 W
Gemiddelde verlichting van het verlichtingssysteem op het kookopper­vlak
Tijdstoenamefactor 1,3
) 109,9 kWh/jaar
afzuigkap
) 79,7
afzuigkap
) 18,6
afzuigkap
) 42,9 lx/W
400,8 m3/h
220 m3/h
450 m3/h
710 m3/h
710 m3/h
300 Ix
35
Herstellingen aan huis en andere inlichtingen: 02/451.16.16
nv Miele België
Z.5 Mollem 480 1730 Mollem (Asse)
E-mail: info@miele.be Internet: www.miele.be
Duitsland Miele & Cie. KG
Carl-Miele-Straße 29 33332 Gütersloh
DA 6890
M.-Nr. 10 749 321 / 00nl-BE
Loading...