Miele DA 422-4, DA 422-4 EXT User Manual [nl]

Gebruiks- en montagehandleiding
Wasemkap DA 422-4, DA 422-4 EXT
Lees absoluut uw gebruiksaanwijzing voor u het toestel installeert en in gebruik neemt. Zo zorgt u voor uw veiligheid en vermijdt u schade aan uw toestel.
nl-BE
Inhoud
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3
Opmerkingen omtrent uw veiligheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
Beschrijving van het toestel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
Hoe werkt uw toestel? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
Bediening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
De ventilator inschakelen ...........................................13
Een ventilatievermogen kiezen .......................................13
De wasemkap laten nawerken........................................14
De ventilator uitschakelen ...........................................14
De verlichting inschakelen...........................................15
De kookvlakverlichting dimmen.......................................15
De verlichting uitschakelen ..........................................15
Bedrijfsurenteller ..................................................16
Reiniging en onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
Ommanteling .....................................................18
De vetfilters ......................................................19
Halogeenlampjes vervangen.........................................21
Technische dienst . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
Afmetingen van het toestel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23
Afstand tussen kookvlak en wasemkap (S) ...........................23
Montage . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
Montagemateriaal .................................................24
Montagehandleiding ...............................................26
Beschermfolie ....................................................26
Elektrische aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27
Werking met stuurmodule DSM 400. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28
Aansluiting van een venstercontactschakelaar ........................28
Potentiaalvrije aansluiting .........................................28
Aansluiting van een lichtschakelaar .................................29
Luchtafvoerleiding. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30
Condenswaterstop.................................................31
Geluidsdemper ...................................................32
Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33
2
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu
Recycleerbare verpakking
De verpakking behoedt het toestel voor transportschade. Er werd materiaal ge kozen, dat door het milieu wordt verdra gen en opnieuw kan worden benut.
Door de verpakking weer in kringloop te brengen, wordt er grondstof ge spaard en verkleint de afvalberg. Geef deze stoffen dus niet met het gewone vuilnis mee. Breng ze liever naar het dichtstbijzijnde gemeentelijk container park. Waar u dat vindt, komt u zeker bij uw gemeentebestuur aan de weet.
Delen van de verpakking als bv. folie of piepschuim kunnen voor kinderen ge­varen inhouden. Er bestaat risico van verstikking! Bewaar deze delen buiten hun bereik en ruim de verpakking zo vlug mogelijk weg.
Het afdanken van het apparaat
Oude elektrische en elektronische ap­paraten bevatten vaak nog waardevolle materialen. Ze bevatten echter ook schadelijke stoffen die voor het functio neren en de veiligheid van het apparaat nodig waren. Als u het apparaat bij het gewone afval doet of bij verkeerde be handeling kunnen deze stoffen schade lijk zijn voor de gezondheid en het milieu. Verwijder het afgedankte appa raat dan ook nooit met het gewone af val.
-
-
-
-
-
-
Bij de aankoop van uw nieuw toestel heeft u een bijdrage betaald. Die wordt volledig gebruikt voor de toekomstige
-
recyclage van dat toestel. Dat bevat trouwens nog waardevol materiaal. Door te recycleren wordt er dan ook minder verspild en vervuild.
Als u vragen heeft omtrent het af­danken van uw oud toestel, neem dan contact op met
– de handelaar bij wie u het kocht
of
– de firma Recupel,
telefoon 02 706 86 10, website: www.recupel.be
of
­–
uw gemeentebestuur als u uw toestel naar een containerpark brengt.
Zorg er ook voor dat het toestel intus
­sen kindveilig wordt bewaard voor u het
laat wegbrengen.
-
3
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Deze wasemkap voldoet aan de voorgeschreven veiligheidsvoor schriften. Door ondeskundig gebruik kunnen gebruikers echter letsel op lopen en kan er schade optreden aan het toestel.
Lees deze gebruiksaanwijzing daar om eerst door voordat u deze wa semkap in gebruik neemt. U vindt er belangrijke opmerkingen omtrent uw veiligheid, de montage, het gebruik en het onderhoud van de wasem kap. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan het toestel.
Bewaar de gebruiksaanwijzing en geef ze door aan wie het toestel eventueel na u gebruikt.
-
-
-
-
Juist gebruik
Deze dampkap is bedoeld voor ge-
~
bruik in het huishouden en gelijkaardige omgevingen zoals
in winkels, kantoren en gelijkaardige werkomgevingen
op boerderijen
door klanten in hotels, motels, bed-and-breakfasts en andere typische woonomgevingen.
Gebruik de dampkap uitsluitend in
~
huishoudelijke context voor het wegzuigen van kookdampen die ont staan bij het bereiding van gerechten.
-
Dit toestel in niet geschikt voor ge
~
bruik in open lucht.
Gebruik voor andere doeleinden is niet toegelaten. Miele is niet verantwoorde lijk voor schade die wordt veroorzaakt door een ander gebruik dan wat hier wordt vermeld of door foutieve bedie ning.
­Personen die door hun fysieke,
~
zintuiglijke of geestelijke mogelijkheden of hun onervarenheid of gebrek aan kennis niet in staat zijn om deze dampkap veilig te bedienen, mogen deze dampkap alleen onder het toe zicht of de begeleiding van een verant­woordelijk iemand gebruiken.
Kinderen in het huishouden
Let op kinderen die in de buurt van
~
de wasemkap komen. Laat kinderen nooit met het toestel spelen.
Kinderen mogen de wasemkap al-
~
leen maar gebruiken wanneer hen de bediening ervan zo uitgelegd is dat ze de wasemkap veilig kunnen bedienen. Kinderen moeten de eventuele risico's van een foutieve bediening kunnen be seffen.
Bij wasemkappen die uitgerust zijn
~
met halogeenlampen, kunnen de lampen tijdens de werking zeer heet worden; ook na het uitschakelen blijven ze nog enige tijd heet. Hou kinderen op een veilige afstand van de lampen, tot de lampen voldoende afgekoeld zijn en er geen enkel verbrandingsgevaar meer bestaat.
-
-
-
-
-
4
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Technische veiligheid
Controleer vóórdat de wasemkap
~
wordt geïnstalleerd of het toestel zicht baar beschadigd is. Is dat het geval, neem het dan in geen geval in gebruik. Een beschadigd toestel kan uw veilig heid in gevaar brengen!
Vergelijk zeker eerst de aansluitge
~
gevens (spanning en frequentie) op het typeplaatje met die van uw huisinstalla tie. Sluit daarna pas uw toestel aan. Deze gegevens dienen absoluut over een te stemmen. Anders treedt er scha de op aan uw toestel. Vraag bij twijfel inlichtingen aan uw elektricien.
De elektrische veiligheid van dit toe-
~
stel wordt enkel gegarandeerd als u het op een aardsysteem aansluit dat vol­gens de voorschriften geïnstalleerd is. Het is heel belangrijk dat aan deze fun­damentele veiligheidsvoorwaarde is voldaan. Laat de elektrische installatie in uw woning bij twijfel door een elektri­cien controleren. De fabrikant kan niet aansprakelijk gesteld worden voor schade die werd veroorzaakt doordat de aardleiding onderbroken was of ge woon ontbrak (bijv. elektrische schok ken).
Gebruik uw wasemkap enkel in
~
geïnstalleerde toestand. Enkel dan is een veilige werking gewaarborgd.
Open de ommanteling alleen voor
~
zover de montage- en reinigingsaan wijzingen dit voorschrijven. Maak an dere onderdelen van de ommanteling in geen geval open. Wanneer u aansluitingen onder span ning aanraakt of de elektrische en me chanische constructie wijzigt, kan dat
-
-
-
-
-
-
-
-
-
voor u gevaar opleveren. Het kan ook tot storingen in de werking van de wa semkap leiden.
Installatiewerken, onderhouds
~
werken en reparaties mogen alleen worden uitgevoerd door vakmensen die door de fabrikant erkend zijn. Door ondeskundig uitgevoerde instal latie-, onderhouds- of reparatiewerken kunnen er voor de gebruiker aanzien
­lijke risico's ontstaan waarvoor de fabri
kant niet aansprakelijk kan worden ge steld.
­Defecte onderdelen mogen enkel
~
worden vervangen door originele Miele-
-vervangstukken. Enkel dan bent u ze­ker dat ze ten volle voldoen aan de ei­sen die Miele qua veiligheid stelt.
Tijdens installatie-, onderhouds- en
~
reparatiewerken moet de wasemkap van het stroomnet losgekoppeld zijn. Het toestel is pas stroomloos als aan een van deze voorwaarden is voldaan:
de zekeringen op uw elektrische in stallatie zijn uitgeschakeld,
de schroefzekeringen van de huisin
­stallatie zijn helemaal uitgedraaid,
de stekker is uit het stopcontact ge trokken. Bij aansluiting met een stekker: Trek niet aan het snoer maar aan de stek ker om het toestel los te koppelen van het stroomnet.
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
5
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Gebruik uit veiligheidsoverwegingen
~
geen stopcontactenblokken of verleng snoeren om de wasemkap aan te slui ten. Die bieden niet voldoende veilig heidsgaranties. Er bestaat onder meer gevaar voor oververhitting.
Bij toestellen met een externe venti
~
lator (modelreeks ...EXT) sluit u beide elementen via de verbindingsleiding met stekkers op elkaar aan. Deze toestellen mag u enkel verbinden met een externe ventilator van Miele.
Deze dampkap mag niet gebruikt
~
worden op een beweegbare plaats (bv.schip).
-
-
Gelijktijdig gebruik van de wasemkap
-
en verwarmingstoestellen die lucht uit hetzelfde vertrek nodig hebben
Let op: er bestaat risico op vergifti ging!
-
Wees uiterst voorzichtig als u de wa-
~
semkap gelijktijdig met verwarmings­toestellen gebruikt die lucht uit hetzelf­de vertrek nodig hebben. Voorbeelden zijn verwarmingstoestellen op gas, stookolie, hout of steenkool, doorstroomtoestellen, boilers, gaskook­vlakken en -ovens. De wasemkap - als ze met luchtafvoer of met een externe ventilator werkt ­zuigt immers uit de keuken alsook uit de vertrekken ernaast lucht weg. Zonder voldoende luchttoevoer ontstaat er onderdruk. Het vuur krijgt daardoor te weinig verbrandingslucht. En de ver branding zal daar nadeel van ondervinden.
-
-
Door de zuigkracht van de wasemkap kunnen er giftige uitlaatgassen van het verwarmingstoestel uit de schouw te rugstromen in de woning. Dit is levens gevaarlijk!
6
-
-
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
U vermijdt risico's als er bij gelijktijdig gebruik van de wasemkap en van een verwarmingstoestel waarvoor lucht uit hetzelfde vertrek is vereist een onder druk wordt bereikt van maximaal 4 Pa (0,04 mbar). Hierdoor verhindert u na melijk dat er uitlaatgassen uit het ver warmingstoestel worden teruggezogen.
U kan daarvoor zorgen door lucht voor de verbranding aan te voeren via niet­afsluitbare openingen, bijv. in deuren en vensters. Let erop dat de diameter van de lucht toevoeropening voldoende groot is. Luchttoevoer- en afvoerkastjes alleen waarborgen gewoonlijk nog geen af doende luchttoevoer.
-
-
-
-
-
Voor een veilige werking kan het nood zakelijk zijn dat
de wasemkap wordt gecombineerd
met een venstercontactschakelaar, die ervoor zorgt dat de wasemkap enkel kan werken als het raam wijd genoeg openstaat of
er automatisch een luchttoevoerven
tilator wordt ingeschakeld of een mo torgestuurde luchttoevoerklep wordt geopend als de wasemkap wordt in geschakeld of
automatisch verwarmingstoestellen
worden uitgeschakeld die lucht uit het vertrek nodig hebben, als de wa­semkap wordt ingeschakeld.
Met de DSM 400 stuurmodule van Miele kunnen diverse componenten worden gecombineerd met de wasem­kap (zie rubriek "Werking met stuurmodule DSM 400"). Deze module is mits toeslag verkrijg­baar.
Neem in elk geval contact op met een erkende schoorsteenveger.
-
-
-
-
,
Bij de beoordeling moet u steeds rekening houden met de globale ventilatietoestand van de woning. In geval van twijfel neemt u het best contact op met een er kende schoorsteenveger.
-
7
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Efficiënt gebruik
Maak onder de wasemkap nooit iets
~
klaar met open vlam: grilleren met open vlam alsook flamberen is verboden. Een ingeschakelde wasemkap zuigt de vlammen in de filters. Door het opgezo gen kookvet bestaat er brandgevaar!
Bij gebruik van de wasemkap boven
~
een gaskookvlak moet u erop letten dat er altijd kookgerei staat op branders die in gebruik zijn. Schakel het gasfornuis uit telkens als u kookgerei voor korte tijd van het gasfornuis wegneemt. Regel de vlammen zodanig dat ze in geen geval boven het kookgerei uitste­ken. Zorg ervoor dat u het kookgerei niet overmatig verhit (bijv. bij het koken met een wok). Door de te sterke hitte kan de wasem­kap schade oplopen.
Schakel uw wasemkap in telkens als
~
een kookzone in gebruik is. Als de wasemkap niet ingeschakeld is, kan er zich condenswater vormen. Hier door kan het toestel corrosieschade op lopen.
Gebruik de wasemkap nooit zonder
~
vetfilters. Zo vermijdt u dat er zich vet en vuil af zet in het toestel. Hierdoor zou het toe stel na verloop van tijd niet meer goed functioneren.
­De filters dient u geregeld te reini
~
gen of te vervangen. Een verzadigde filter vergroot het brandrisico! Zie "Reiniging en onder houd".
Hou ermee rekening dat de
~
dampkap bij het koken door de opstijgende hitte erg warm kan worden. Raak de ommanteling en de vetfilters pas aan wanneer de dampkap is afge­koeld.
Gebruik in geen geval een stoomrei-
~
niger om de wasemkap te reinigen. De stoom kan op onderdelen van de wasemkap terechtkomen die onder spanning staan en zo een kortsluiting veroorzaken.
-
-
-
-
-
-
Als u met olie of vet kookt, dient u
~
uw kookpan of friteuse voortdurend in het oog te houden. Dat geldt ook voor elektrische grilltoestellen. Door oververhitting kunnen olie en vet ontvlammen en de wasemkap in brand steken.
8
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Deskundige montage
Controleer in de gegevens van de
~
fabrikant van het gebruikte kooktoestel of het gebruik van een wasemkap bo ven het kooktoestel mogelijk is.
Tenzij de fabrikant van het kooktoe
~
stel grotere veiligheidsafstanden heeft voorgeschreven, moeten tussen het kooktoestel en de onderkant van de wasemkap de afstanden in acht wor den genomen die in de rubriek "Afme tingen van de toestellen" worden ver meld.
Gebruikt u verschillende kooktoestellen onder de wasemkap en is de veilig­heidsafstand telkens anders, kies dan de grootst opgegeven afstand.
Boven ovens of fornuizen die met
~
vaste brandstof worden verwarmd, mag u geen wasemkap monteren.
Gebruik voor de luchtafvoerleiding
~
enkel buizen of slangen van onbrand­baar materiaal. Die zijn bij uw Miele-
-handelaar of bij de Technische Dienst van Miele verkrijgbaar.
-
-
-
-
-
Toebehoren
Alleen toebehoren dat Miele uitdruk
~
kelijk heeft goedgekeurd, mag worden gemonteerd of ingebouwd. Worden er andere onderdelen gemonteerd of in gebouwd, dan vervalt het recht op waarborg en/of productaansprakelijk heid.
De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade die ontstaan is doordat deze veiligheidsrichtlijnen niet in acht werden genomen.
-
-
-
De lucht mag niet worden afgevoerd
~
via een in gebruik zijnde schoorsteen voor rook of uitlaatgassen. Laat de lucht ook niet afvoeren in een kanaal dat dient om vertrekken te verluchten waar verwarmingstoestellen opgesteld staan.
Als de lucht moet worden afgevoerd
~
via een niet meer in gebruik zijnde schoorsteen, hou dan rekening met de plaatselijk geldende voorschriften.
9
Beschrijving van het toestel
10
a Telescopisch deel
b Schouw
c Luifel
d Bedieningselementen
e Vetfilters
f Kookvlakverlichting
g Toets voor de kookvlakverlichting
Hiermee kunt u de kookvlakverlichting in- en uitschakelen en dimmen.
h Toets Aan/Uit voor de ventilator
i Toetsen voor het instellen van het
ventilatievermogen
j Toets voor de nawerkfunctie
Hiermee blijft de wasemkap na het kookproces nog even werken. De venti­lator wordt na 5 of 15 minuten automa­tisch uitgeschakeld.
Beschrijving van het toestel
k Vetfiltertoets
Het lampje bij de vetfiltertoets gaat aan wanneer de vetfilters moeten worden gereinigd.
Met deze toets kunt u de bedrijfsuren teller na het reinigen van de vetfilters steeds weer op zijn beginstand terug zetten; zie "Reiniging en onderhoud".
Bovendien kunnen de bedrijfsuren wor den opgevraagd en gewijzigd.
Hoe u de functies bedient, vindt u in de rubriek "Bediening".
-
-
-
11
Hoe werkt uw toestel?
Uw wasemkap werkt
. . . met afvoer naar buiten:
. . . met een elders geplaatste ventilator:
De aangezogen lucht wordt door de vetfilters gereinigd en naar buiten afge voerd.
Is het luchtafvoersysteem ter plaatse niet uitgerust met een terugslagklep? Maak dan gebruik van de bijgeleverde terugslagklep.
Als de wasemkap niet werkt, is deze klep gesloten. Er kan geen buitenlucht naar binnen noch binnenlucht naar bui­ten stromen.
Als u het toestel uitschakelt, is de klep dicht.
Zodra u het toestel inschakelt, gaat de klep open. Zo kan de keukendamp on gehinderd naar buiten.
Bij wasemkappen die geschikt zijn om te werken met een buiten de keuken
-
geplaatste ventilator, wordt de afzuig ventilator in een vertrek naar uw keuze gemonteerd.
Zo’n buiten-de-keuken-ventilator wordt door een besturingsleiding met de wa­semkap verbonden. U kan hem via het bedieningspaneeltje van de wasemkap bedienen.
-
-
12
Bediening
De ventilator inschakelen
Druk op de toets Aan/Uit.
^
De ventilator wordt in stand "II" inge schakeld. Het controlelampje gaat aan.
Als de wasemkap via de Miele stuurmodule DSM 400 verbonden is met een venstercontactschakelaar, kan de ventilator niet worden inge schakeld als het venster gesloten is. Het controlelampje knippert.
-
-
Een ventilatievermogen kiezen
^ Kies met de toetsen "- / +" het ge-
wenste vermogen.
Toets "+" = hoger vermogen Toets "-" = lager vermogen
Automatische uitschakeling van de intensieve stand
U kunt de intensive stand zo instellen dat de ventilator na 10 minuten altijd automatisch terugkeert naar stand "III".
De ventilator en de verlichting van
^
het kookvlak moeten daartoe uitge schakeld zijn.
Druk gedurende ongeveer 10 secon
^
den op de toets voor de nawerkfunctie. Het eerste lampje van de indicator voor de ventilatorstand gaat aan.
^ Druk daarna achtereenvolgens op de
toets voor
de kookvlakverlichting,
-
-
Voor een normaal kookproces gebruikt u, naargelang de intensiteit van de kookdamp, de standen "I" tot "III".
Intensieve stand
Schakel bij het begin van een braad proces of bij een kookproces met sterke geurontwikkeling even de inten sieve stand "IV" in.
-
de toets "-" en opnieuw op
-
de toets voor de kookvlakverlichting.
13
Bediening
Als de automatische uitschakeling niet geactiveerd is, knipperen de controle lampjes van ventilatorstanden "I" en "IV".
Om de automatische uitschakeling te
^
activeren, drukt u op de toets "+". De controlelampjes van de ventilatorstanden "I" en "IV" blijven branden. Om te desactiveren drukt u op de toets "-".
^ Bevestig het proces met de toets
voor de nawerkfunctie.
Bevestigt u niet binnen de 4 minuten na het instellen, dan neemt het toestel de "oude" instelling over.
-
De wasemkap laten nawerken
Het is raadzaam om de ventilator na het koken nog enkele minuten te laten wer ken.
Op die manier wordt de lucht in de keu ken van overgebleven dampen en geurtjes gezuiverd.
Dankzij de nawerkfunctie wordt de ven tilator na een bepaalde tijd automatisch uitgeschakeld.
^ Om het toestel te laten nawerken,
drukt u op de toets voor de nawerkfunctie terwijl de ventilator in werking is:
– 1 x drukken: de ventilator wordt na 5
minuten uitgeschakeld (linker lampje)
– 2 x drukken: de ventilator wordt na
15 minuten uitgeschakeld (rechter lampje)
-
-
-
14
Druk nog eens op de toets voor de nawerkfunctie om de functie uit te scha kelen. De ventilator wordt niet automa tisch uitgeschakeld.
De ventilator uitschakelen
^
Schakel de ventilator uit met de toets Aan/Uit.
Het controlelampje gaat uit.
-
-
Bediening
De verlichting inschakelen
De ventilator hoeft niet aan te zijn om de verlichting in of uit te schakelen.
Druk even op de toets voor de kook
^
vlakverlichting.
Het controlelampje gaat aan.
De verlichting wordt in de helderste stand ingeschakeld.
De kookvlakverlichting dimmen
U kunt de lichtsterkte naar wens instel­len.
^ Schakel daartoe de verlichting in en
hou de rechter toets voor de kook­vlakverlichting ingedrukt. De lichtsterkte neemt langzamerhand af tot u de toets loslaat.
Automatisch uitschakelen met het oog op de veiligheid
Bedient u de ingeschakelde wasemkap 10 uur lang niet, dan wordt de ventilator automatisch uitgeschakeld. De ver lichting blijft wel aan.
-
Om de ventilator weer aan te zetten,
^
drukt u op de toets Aan/Uit.
-
^
Als u de toets opnieuw ingedrukt houdt, neemt de lichtsterkte weer toe tot u de toets loslaat.
Houdt u de toets ingedrukt, dan wordt er voortdurend afgewisseld tussen een hoge en een lage lichtsterkte.
De verlichting uitschakelen
^
Druk even op de toets voor de kook vlakverlichting om de verlichting uit te doen.
Het controlelampje gaat uit.
-
15
Bediening
Bedrijfsurenteller
De tijd dat de wasemkap in werking is wordt in het geheugen van het toestel opgeslagen.
De bedrijfsurenteller geeft aan wanneer de vetfilters gereinigd moeten worden.
De bedrijfsurenteller voor de vetfil ters terug in zijn beginstand brengen
Na het verstrijken van een bedrijfsduur van 30 uur of een vooraf instelde be­drijfsduur gaat het controlelampje bij de vetfiltertoets aan. Dit betekent dat de vetfilters moeten worden schoonge­maakt.
De bedrijfsurenteller dient u nadien weer in zijn beginstand te plaatsen.
-
De bedrijfsuren van de vetfilters op vragen
Voor de ingestelde tijd verstreken is, kunt u aflezen hoeveel procent van de bedrijfsduur al verlopen is.
Schakel de ventilator in met de toets
^
Aan/Uit.
^ Hou de vetfiltertoets ingedrukt.
Bij de toets "- / +" knipperen een of meer controlelampjes.
-
^
Hou daartoe de vetfiltertoets ca. 3 seconden ingedrukt terwijl de ventila tor ingeschakeld is.
Het controlelampje bij de toets gaat uit.
16
Het aantal knipperende controlelamp jes stemt overeen met het percentage verstreken bedrijfsuren.
-
1 controlelampje = 25 % 2 controlelampjes = 50 % 3 controlelampjes = 75 % 4 controlelampjes = 100 %
Bij het uitschakelen van de wasemkap of na een stroomonderbreking blijven de verstreken bedrijfsuren in het ge heugen van het toestel opgeslagen.
-
-
Bediening
De bedrijfsurenteller voor de vetfil ters wijzigen
U kunt de bedrijfsurenteller afstemmen op uw kookgewoontes.
Kies een korte bedrijfsduur als u
dikwijls braadt of vaak de friteuse ge bruikt.
Als u vaak erg vetarm kookt, kunt u
een lange bedrijfsduur instellen.
Als u slechts af en toe kookt, kiest u
het best een korte bedrijfsduur. Het verzamelde vet wordt na langere tijd hard. De vetfilters zijn dan minder vlot worden schoongemaakt.
De bedrijfsurenteller voor de vetfilters is ingesteld op 30 uur. U kunt deze duur wijzigen; u hebt de keuze uit 20, 30, 40 of 50 uur.
-
Het controlelampje van de toets "- / +" duidt de ingestelde duur aan:
-
1ste lampje van links = 20 uur 2de lampje van links = 30 uur 3de lampje van links = 40 uur 4de lampje van links = 50 uur
Kies met de toetsen "- / +"dege
^
wenste duur.
^ Bevestig uw keuze met de vetfilter-
toets.
Nu gaan alle controlelampjes uit.
Bevestigt u niet binnen de 4 minuten na het instellen, dan neemt het toestel de "oude" gegevens over.
-
^
Schakel de ventilator uit met de toets Aan/Uit.
^
Druk tegelijk op de toets voor de nawerkfunctie en op de vetfiltertoets.
Het controlelampje bij de vetfiltertoets en een controlelampje bij de toets "- / +" knipperen.
17
Reiniging en onderhoud
Maak de wasemkap voor elke
,
onderhoudsbeurt stroomloos! Hier toe
- de stekker uit het stopcontact trekken of
- de schroefzekering van de elektrische installatie uitschakelen of
- de schroefzekering van de elektrische installatie volledig uitschroeven.
De halogeenlampjes worden
,
tijdens de werking erg heet. Ook na­dat de verlichting uitgeschakeld is bestaat er nog enige tijd gevaar dat u zich verbrandt als u ze aanraakt! U mag de lampjes niet met water reinigen wanneer ze heet zijn. Hier­door zouden ze beschadigd raken. Nadat u ze hebt uitgeschakeld, wacht u enkele minuten voordat u ze reinigt.
Ommanteling
Algemeen
De oppervlakken en de bedienings elementen zijn gevoelig voor kras sen en kerven. Neem dus de vol gende opmerkingen in acht.
Gebruik rond de bedieningselemen
-
-
-
-
ten niet te veel water om te ver mijden dat er vocht in de elektro nische besturing indringt.
Vermijd
reinigingsmiddelen die soda, zuur,
chloor of oplosmiddelen bevatten,
schurende reinigingsmiddelen zoals
schuurpoeder of schuurcrème, afwasschuursponsjes of gebruikte sponsen waarin restjes schuurmiddel zitten.
Opmerkingen omtrent het reinigen van toestellen met een roestvrijstalen ommanteling
(deze opmerkingen gelden niet voor de bedieningselementen!)
Om de roestvrijstalen oppervlakken te reinigen is een niet-schurend reini­gingsmiddel voor roestvrij staal ge­schikt.
Om te vermijden dat de oppervlakken weer gauw vuil worden, kunt u ook een onderhoudsmiddel voor roestvrij staal aanbrengen, dat bij de Technische Dienst van Miele verkrijgbaar is. Breng dit middel met een zachte doek gelijk matig en spaarzaam aan.
-
-
-
-
^
Reinig alle oppervlakken en bedie ningselementen enkel met een vaatdoekje, afwasmiddel en warm water.
^
Wrijf het oppervlak vervolgens met een zachte doek droog.
18
-
Reiniging en onderhoud
Opmerkingen omtrent het reinigen van toestellen met een gelakte om manteling
(speciale uitvoering)
Bij het schoonmaken is het onvermijdelijk dat er zeer kleine kras sen op het oppervlak ontstaan. Bij don kere lak en in combinatie met halo geenverlichting in de keuken kan dit het uitzicht beïnvloeden.
Speciale tips voor bedieningstoetsen
Bedieningstoetsen kunnen verkleuren of veranderen indien vuil er lang op inwerkt. Verwijder vuil dus meteen.
Hou rekening met de algemene tips omtrent de reiniging in deze rubriek
Gebruik geen reinigingsmiddel voor roestvrij staal om de bedieningstoet­sen schoon te maken.
-
-
-
De vetfilters
De vetfilters in het toestel nemen de vaste bestanddelen van de kook dampen op (vet, stof, e.d.). Ze verhin deren daardoor dat het toestel vuil wordt. De ingebouwde metalen vetfil ters zijn herbruikbaar.
-
-
-
Het is aan te raden de vetfilters om de 3 à 4 weken te reinigen. Zo vermijdt u dat het vet gaat aankoeken.
Erg verzadigde vetfilters vergro
,
ten het brandrisico!
-
^ Open de vergrendeling van de vetfil-
ters, zwenk de vetfilters ca. 45° om­laag, haak ze achteraan los en neem ze uit.
Om beschadiging aan de filters en het kookvlak te vermijden, dient u de vetfilters stevig vast te houden.
De vetfilters met de hand reinigen
^
Reinig de vetfilters in warm water met een afwasborstel en een niet-agres sief handafwasmiddel. Gebruik het handafwasmiddel niet geconcentreerd.
-
-
Reinig de vetfilters uiterlijk wanneer het controlelampje bij de vetfiltertoets aan gaat.
Niet te gebruiken zijn
kalkoplossende reinigingsmiddelen
schuurpoeder, schuurcrème of
-
agressieve reinigingsmiddelen voor universeel gebruik
ovenspray
19
Reiniging en onderhoud
De vetfilters in de afwasautomaat rei nigen
Zet de vetfilters indien mogelijk recht
^
op in de onderste korf. Let erop dat de sproeiarm nog vrij kan ronddraai en.
Reinig de vetfilters in een programma
^
van maximaal 65 °C. Als u een Miele-afwasautomaat hebt, kiest u het Automatic-programma.
Gebruik een zacht afwasmiddel voor
^
afwasautomaten.
Reinigt u de vetfilters in de afwasau­tomaat, dan kan het inwendige filter­oppervlak naargelang het gebruikte afwasmiddel verkleuren. Dit schaadt de werking van de vetfil­ters echter niet.
^ Leg de vetfilters na het reinigen nog
op een vochtopnemend voorwerp te drogen.
Wanneer de filters uitgenomen zijn, kunt u de bereikbare onderdelen van de ommanteling van vet ontdoen. Op die manier voorkomt u brandge vaar.
-
Let er bij het monteren van de filters op
-
dat de vergrendeling naar het kookvlak toe wijst.
-
-
Als de vetfilters verkeerd zitten, ontgrendel die dan langs de uitsparin gen met behulp van een kleine schroe­vendraaier.
^ Druk na het reinigen ca. 3 seconden
op de vetfiltertoets. Daarmee zet u de bedrijfsurenteller terug in zijn begin­stand. Het controlelampje bij de toets gaat uit.
Reinigt u de vetfilters voordat de be­drijfsuren afgelopen zijn, dan kunt u de bedrijfsurenteller terug in zijn begin stand zetten door ca. 6 seconden lang op de vetfiltertoets te drukken.
-
-
20
Halogeenlampjes vervangen
Koppel de wasemkap los van het
^
elektriciteitsnet. Daartoe
de stekker van het toestel uit het
stopkontact uitrekken, of
de zekering van de elektrische
installatie uitschakelen, of
de schroefzekering van de
elektrische installatie volledig uit­schroeven.
De halogeenlampjes worden
,
tijdens de werking erg heet. Ook na dat de verlichting uitgeschakeld is bestaat er nog enige tijd gevaar dat u zich verbrandt als u ze aanraakt. Wacht daarom enkele minuten voor­dat u het halogeenlampje verwijdert.
Reiniging en onderhoud
-
^ Bij het vervangen van een halogeen-
lampje drukt u de lampafdekking lichtjes naar boven. De lampafdek­king gaat open en kan naar onderen toe worden neergeklapt.
^
Trek het halogeenlampje uit de fitting.
^
Neem het nieuwe halogeenlampje (12 V, 20 W, fitting G4) met een doek vast en plaats het in de fitting. Druk het lampje er voorzichtig in. Hou re kening met de opmerkingen van de fabrikant.
^
Klap de lampafdekking weer dicht en duw ze vast.
-
21
Technische dienst
Neem bij storingen die u niet zelf kan oplossen, contact op
met uw Miele-handelaar
of
met de Technische Dienst van Miele.
Het adres en telefoonnummer van onze technische dienst vindt u op de rugzij de van deze gebruiksaanwijzing.
Wanneer u daar een beroep op doet, geef dan a.u.b. altijd het machinetype en -nummer op.
-
Beide gegevens vindt u op het type plaatje. Dat wordt zichtbaar nadat u de vetfilters hebt weggenomen.
-
22
Afmetingen van het toestel
Afstand tussen kookvlak en wasemkap (S)
1) en 2) installatieplaatsen; Plaatsen op muur of plafond voor de openingen van de luchtafvoer naar bui­ten, voor de verbindingskabel naar de externe ventilator en voor de montage van het stopcontact.
Tenzij de fabrikant van het kooktoe stel grotere veiligheidsafstanden heeft voorgeschreven, moeten tus sen het kooktoestel en de onderkant van de wasemkap de volgende mi nimum veiligheidsafstanden in acht worden genomen: Elektrisch kookvlak: 450 mm Gaskookvlak: 650 mm Elektrische grill, friteuse: 650 mm
Zie in dit verband ook de rubriek "Op merkingen omtrent uw veiligheid".
– Het is aan te raden onder de wasem-
kap, zelfs boven elektrische kook­vlakken, een afstand van minimum 650 mm in acht te nemen. Zo werkt u vlotter onder de wasemkap.
– Hou bij de keuze van de
montagehoogte rekening met uw lichaamslengte. U moet vlot aan het kookvlak kunnen werken en de wa semkap perfect kunnen bedienen.
Hou er rekening mee dat hoe groter afstand tussen de wasemkap en de kookplaat is, hoe minder gemakkelijk de kookdampen worden opgeno men.
-
-
-
-
-
-
Als de bovenkant van het telesco pische deel tegen het plafond wordt gemonteerd, dient u bij de keuze van de montagehoogte rekening te hou den met de hoogte van het toestel.
-
-
23
Montage
Montagemateriaal
24
a 3 vel montagebeveiliging
voor de montage van de schouw.
Montage
b 1 luchtafvoertuit voor een luchtaf
voerleiding C 150 mm.
c 1 verloopmof
voor een luchtafvoerleiding van C 125 mm.
d 1 terugslagklep
om in de luchtuitlaattuit van de motor in te bouwen (niet bij werking met luchtcirculatie).
e Telescopische wandsteunplaat
om het toestel aan de wand te be vestigen.
Montagehandleiding
-
8 schroeven5x40mmen 8 pluggen S 8
om de steunplaten tegen de wand te bevestigen.
De schroeven en pluggen zijn
,
geschikt voor massief metselwerk. Gebruik voor andere muurconstruc ties de gepaste bevestigingsmidde len. Zorg ervoor dat de muur draag
-
krachtig genoeg is.
2 gekartelde moeren M 6
om het toestel te bevestigen.
2 schroeven 3,9 x 7,5 mm
om de schouw te bevestigen.
-
-
-
1 hefboompje
om de schouw te demonteren
25
Montage
Lees eerst de informatie op de vol gende bladzijden alsook de ru brieken "Afmetingen van het toestel" en "Opmerkingen omtrent uw veilig heid" voor u de wasemkap monteert. Vooral bij gelijktijdig gebruik van de wasemkap en een verwarmingstoe stel dat lucht uit hetzelfde vertrek nodig heeft, bestaat er soms risico op vergiftiging!
Montagehandleiding
De montage vindt u op de bijgeleverde montageschets beschreven.
Beschermfolie
(bij toestellen in roestvrijstalen uitvoe­ring)
-
-
-
-
De wasemkap demonteren
Zo u het toestel dient te demonteren, ga dan in omgekeerde volgorde te werk als beschreven op de montage schets.
Om het opzetstuk van de schouw vlot ter weg te nemen kan u het bijgele verde hefboompje gebruiken.
-
-
-
Om het toestel tegen transportschade te beschermen zijn de onderdelen van de ommanteling voorzien van be­schermfolie.
Verwijder deze folie voor u deze onder delen monteert. U kan de folie er ge woon zonder hulpmiddel aftrekken.
26
-
^ Eenmaal dat de twee bevestiging-
schroeven van de schouw los zitten kan u het hefboompje tussen het opzetstuk en de telescopische buis schuiven en dan het opzetstuk verwij
­deren.
-
Elektrische aansluiting
De aansluiting van uw apparaat op het stroomnet kan u het best aan een bevoegd elektricien toevertrou wen. Die dient de plaatselijke regle mentering te kennen en nauwgezet te volgen. Door ondeskundige installatie- of re paratiewerkzaamheden kunnen er niet te onderschatten risico’s op duiken voor wie het toestel gebruikt. Daarvoor kan de fabrikant niet aan sprakelijk worden gesteld.
Deze wasemkap mag u enkel aansluiten op een degelijk geïnstalleerd en geaard stopcontact van AC 230V ~ 50 Hz.
Om de veiligheid te verhogen, verdient het aanbeveling een verliesstroomscha­kelaar met een uitschakelstroom van 30 mA voor het toestel te schakelen.
Voer de aansluiting bij voorkeur via een stopcontact uit. Dit vergemakkelijkt im­mers eventuele tussenkomsten van de technische dienst. Het stopcontact moet nog toegankelijk zijn als het toe stel ingebouwd is.
-
-
-
-
-
-
De vereiste gegevens over de aan sluiting staan op het typeplaatje. Dat vindt u als de vetfilters uitgenomen zijn.
Ga na of deze gegevens overeenstem men met de spanning en de frequentie van het net.
-
-
Is het stopcontact voor de gebruiker na het inbouwen niet meer toegankelijk of is er een vaste aansluiting voorzien, dan moet die voor elke fase met een stroomonderbreker uitgerust zijn. Als stroomonderbrekers kunnen er scha kelaars worden gebruikt met een con tactopening van meer dan 3 mm. Bij voorbeeld automatische schakelaars, zekeringen en contactsluiters.
-
-
-
27
Werking met stuurmodule DSM 400
Om de wasemkap met andere compo nenten te combineren, is als toebeho ren een Miele stuurmodule DSM 400 verkrijgbaar.
Deze biedt volgende mogelijkheden:
Aansluiting van een venstercontactschakelaar
Als de wasemkap tegelijk moet werken met een verwarmingstoestel dat lucht uit het vertrek nodig heeft, en als de vereiste toevoer van verse lucht enkel via een geopend venster kan worden verzekerd, biedt de stuurmodule de mogelijkheid om een venstercontact­schakelaar (niet bijgeleverd) aan te sluiten.
Die zorgt ervoor dat de wasemkap en­kel werkt indien het raam ver genoeg openstaat (zie ook de rubriek "Opmer­kingen omtrent uw veiligheid").
Als het venster gesloten is, kan de ven­tilator niet worden ingeschakeld. Het controlelampje in de aan/uitknop van de wasemkap knippert.
Dit heeft geen invloed op de verlichting van de wasemkap.
Ook toestellen uit de modelreeks ...EXT kunnen op die manier worden gecom bineerd met een venstercontactschake laar.
Hou er ook rekening mee dat de lucht toevoer bij een open raam niet in het gedrang komt door bijv. neergelaten rolluiken.
-
-
­Als de stuurmodule wordt verwijderd om de wasemkap weer zonder ven stercontactschakelaar te gebruiken (bijv. na een verhuis), moet ook een reset worden uitgevoerd van de elektronica van de wasemkap. Dit is enkel mogelijk door de Tech nische Dienst.
Potentiaalvrije aansluiting
Dient om een ander toestel te sturen in functie van de schakeltoestand van de ventilator van de wasemkap.
– Als de wasemkap en een verwar-
mingstoestel dat lucht uit het vertrek nodig heeft, tegelijk worden gebruikt, kan - om voldoende toevoer van ver­se lucht te waarborgen - een lucht­toevoerventilator worden ingescha­keld of een motorgestuurde lucht­toevoerklep worden geopend zodra de ventilator van de wasemkap wordt ingeschakeld. In dit geval dient men erop te letten dat de ventilator voldoende vermogen heeft en de diameter van de voedingskabel groot genoeg is.
Als geen voldoende luchttoevoer kan
­worden verzekerd, biedt het poten
tiaalvrij contact de mogelijkheid om
-
een verwarmingstoestel dat lucht uit het vertrek nodig heeft, uit te scha kelen als de wasemkap wordt inge schakeld.
-
-
-
-
-
28
Zie in dit verband ook de rubriek "Op merkingen omtrent uw veiligheid".
-
Werking met stuurmodule DSM 400
Aansluiting van een lichtschakelaar
Met de stuurmodule kunt u de ver lichting van de wasemkap ook inscha kelen en dimmen via een in de huisin stallatie geïntegreerde lichtschakelaar.
Montage
De stuurmodule wordt na de demon­tage van de schouw op de ventilator­eenheid gemonteerd Bij de stuurmo dule vindt u een uitgebreide functiebe schrijving/montagehandleiding.
-
-
-
-
-
29
Luchtafvoerleiding
U dient absoluut de rubriek "Opmer kingen omtrent uw veiligheid" in acht te nemen. Vooral bij het gelijktijdig gebruiken van de dampkap en een verwar mingstoestel dat lucht uit hetzelfde vertrek nodig heeft, bestaat er soms gevaar voor vergiftiging! Neem bij twijfel contact op met een erkende schoorsteenveger en laat hem of haar controleren of de lucht afvoer veilig kan worden gebruikt.
Gebruik voor de aansluiting van de
-
-
-
luchtafvoerleiding enkel gladde bui zen of soepele slangen van onbrand baar materiaal.
Bij werking met een externe ventilator
moet u ervoor zorgen dat de luchtaf voerleiding voldoende stijf is. De ex terne ventilator kan voor een onder druk zorgen, die tot vervorming van de luchtafvoerleiding leidt.
Om ervoor te zorgen dat uw dampkap optimaal werkt en zo weinig mogelijk geluid maakt wanneer deze aanstaat, dient u de volgende punten in acht te nemen:
– De diameter van de luchtafvoerlei-
ding mag niet kleiner zijn dan 150 mm.
– Als platte luchtafvoerbuizen worden
gebruikt, mag de diameter niet kleiner zijn dan de diameter van de luchtafvoertuit.
-
-
-
-
-
30
– De luchtafvoerleiding dient zo kort en
recht mogelijk te zijn.
Gebruik alleen wijde bochten.
De luchtafvoerleiding mag niet wor den geknikt of samengedrukt.
Zorg ervoor dat alle verbindingen vast en dicht zijn.
Als u de luchtafvoerleiding horizon taal aanlegt, moet u zorgen voor een verval van minstens 1 cm per meter. Zo kan er geen condenswater in de dampkap lopen.
-
-
Luchtafvoerleiding
Wordt de lucht naar buiten afge
voerd, dan kunt u het best een teles copisch muurkastje of een dakaf voerset installeren.
Voert u de lucht af via een schoor
steen, richt de luchtafvoerleiding dan in de richting waarin de lucht wordt afgevoerd.
Belangrijk!
Als de luchtafvoerleiding door koele vertrekken, zolders e.d. wordt aange­legd, kan er tussen de afzonderlijke vertrekken een groot temperatuurver­schil ontstaan. Hierdoor kan er con­denswater ontstaan. Als dit het geval is, dient u de luchtafvoerleiding voldoende te isoleren.
-
-
-
Condenswaterstop
­(mits toeslag verkrijgbaar)
Niet alleen zorgt u best voor een aan­gepaste isolatie van de luchtafvoerlei­ding, het is ook raadzaam een con­denswaterstop te installeren. Die vangt het eventuele condenswater op en doet het verdampen. De condenswaterstop is voor luchtafvoerleidingen C 125 mm of C 150 mm verkrijgbaar.
Installeer de condenswaterstop lood recht en, indien mogelijk, zo dicht mo gelijk boven de luchtafvoertuit van de dampkap. De pijl op de buitenkant geeft de luchtafvoerrichting aan.
-
-
Bij dampkappen die bestemd zijn om op een externe ventilator (modellen ...EXT) te worden aangesloten, is de condenswaterstop in het toestel inge bouwd.
-
31
Luchtafvoerleiding
Geluidsdemper
(mits toeslag verkrijgbaar)
In de luchtafvoerleiding kan een geluidsdemper worden gemonteerd. Deze zorgt voor bijkomende geluidsdemping...
...bij werking met luchtafvoer:
De geluidsdemper dempt zowel de ventilatorgeluiden naar buiten toe als de buitengeluiden die via de luchtaf voerleiding in de keuken komen (bijv. straatlawaai). Hiertoe wordt de geluidsdemper zo dicht mogelijk voor de luchtafvoerope ning a gemonteerd.
...bij werking met luchtafvoer via een externe ventilator:
Om ventilatorgeluiden in de keuken te minimaliseren, moet de geluidsdemper indien mogelijk voor de externe ventila­tor worden gemonteerd b, bij een lange luchtafvoerleiding bij de luchtaf­voertuit van de dampkap c.
Als een externe ventilator in het huis is geïnstalleerd, kunt u de ventilator­geluiden naar buiten toe verminderen door een geluidsdemper na de externe ventilator d te monteren.
-
-
32
De werking verbetert wanneer twee geluidsdempers na elkaar worden gemonteerd. Dit geldt voor alle func ties.
-
Totale aansluitwaarde* ........260W
Ventilatormotor* .............200W
Kookvlakverlichting ........3x20W
Netspanning ............. AC230V
Frequentie ..................50Hz
Zekering .....................10A
Snoer-
lengte ......................1,5m
Gewicht
DA 422-4....................23kg
DA 422-4 EXT ................20kg
Ventilatievermogen*
Luchtafvoervermogen volgens EN 61591
Technische gegevens
Luchtafvoersysteem C 150 mm
Stand I .................200m
Stand II.................300m
Stand III ................400m
Intensieve stand..........640m
3
3
3
3
/uur /uur /uur /uur
Luchtafvoersysteem C 125 mm
Stand I .................180m
Stand II.................280m
Stand III ................380m
Intensieve stand..........580m
* De aansluitwaarde en het luchtafvoer
3
3
3
3
/uur /uur /uur /uur
­vermogen van de toestellen van de modelreeks ...EXT zijn afhankelijk van de aangesloten externe ventilator.
Modelreeks ...EXT: Lengte van de verbindingsleiding naar
de externe ventilator ...........1,9m
333435
Wijzigingen voorbehouden / 1111
M.-Nr. 07 769 620 / 01
Loading...