Lees absoluut uw gebruiksaanwijzing
voor u dit toestel installeert en in gebruik neemt.
Daardoor zorgt u voor uw eigen veiligheid
en vermijdt u schade aan uw apparaat.M.-Nr. 05 401 150
Lees uw gebruiksaanwijzing voor u
uw droogautomaat in gebruik
neemt. U vindt er belangrijke opmerkingen omtrent uw veiligheid, het
gebruik en het onderhoud van het
toestel. U zorgt zo voor uw eigen
veiligheid en vermijdt schade aan
uw apparaat.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing en
geef ze door aan wie het toestel
eventueel na u gebruikt.
Juist gebruik
Uw droogautomaat is uitsluitend
bestemd om in water gewassen
textiel te drogen. Droog enkel wasgoed
dat volgens het onderhoudsetiket voor
de droogautomaat geschikt is.
Andere toepassingen zijn misschien gevaarlijk. De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade veroorzaakt door onjuiste bediening of verkeerd gebruik.
Technische veiligheid
Zie na of het toestel geen uiterlijk
zichtbare schade vertoont voordat
u het opstelt.
Beschadigde toestellen mag u nooit opstellen noch in gebruik nemen.
Vergelijk de gegevens omtrent de
aansluiting (smeltveiligheden,
spanning en frequentie) op het typeplaatje met die van het elektriciteitsnet
bij u ter plaatse voordat u het toestel
aansluit. Vraag eventueel uitleg aan
een elektricien indien u niet zeker bent.
De elektrische veiligheid van dit
toestel is enkel gewaarborgd zo
het op een volgens de voorschriften
geïnstalleerd aardingssysteem is aangesloten. Het is heel belangrijk dat
deze fundamentele veiligheidsvoorziening voorhanden is. In geval van twijfel
dient u uw installatie door een vakman
te laten nakijken. De fabrikant kan niet
aansprakelijk worden gesteld voor
schade die werd veroorzaakt doordat
de aardingsleiding onderbroken was of
gewoon ontbrak.
Gebruik om veiligheidsredenen
geen verlengsnoeren. Er bestaat
risico op oververhitting.
Dit toestel beantwoordt aan de voor-
geschreven beveiligingsbepalingen.
Door ondeskundige reparaties kunnen er
onvoorziene risico’s opduiken voor wie
het toestel gebruikt. Daarvoor kan de
fabrikant niet aansprakelijk worden gesteld. Herstellingen mag u uitsluitend
laten uitvoeren door vaklui die door de
firma Miele erkend zijn.
Defecte onderdelen mogen enkel
worden vervangen door originele
Miele-vervangstukken. Enkel daardoor
bent u zeker dat ze ten volle voldoen aan
de eisen die Miele op het stuk van veiligheid stelt.
Is de elektrische aansluitleiding
beschadigd, laat die dan enkel
door een speciale Miele-aansluitleiding
vervangen.
4
Opmerkingen omtrent uw veiligheid, waarschuwingen
O
Bij storingen of bij reiniging en onderhoud is uw toestel pas van het
stroomnet losgekoppeld indien
– u de stekker uit het stopcontact haalt
of
– de smeltstoppen van uw installatie
uitschakelt.
Gebruik
Gebruik uw droogautomaat niet
zonder pluizenzeven noch met be-
schadigde pluizenzeven.
Gebruik uw droogautomaat nooit
zonder warmtewisselaar.
Stel uw droogautomaat niet op in
een vertrek waar het kan vriezen.
Temperaturen rond of onder het vriespunt brengen de goede werking van
het toestel in het gedrang. Bevroren
condenswater in pomp, afvoerslang en
condenswaterbak kan schade veroorzaken.
Wanneer u de afvoerslang voor het
condenswater aansluit:
maak de slang vast indien u die in een
wasbak hangt. Anders kan de slang
wegglijden en het weglopende water
schade veroorzaken.
Condenswater is geen drinkwater.
Het kan de gezondheid van mens
en dier schade toebrengen.
Sluit de deur na elk gebruik. Zo
voorkomt u dat kinderen
– op de deur leunen en het toestel
doen kantelen,
– in het toestel proberen te kruipen of
er voorwerpen in verstoppen.
Hou de omgeving van het toestel
steeds vrij van stof en pluizen.
5
Opmerkingen omtrent uw veiligheid, waarschuwingen
OOpmerkingen omtrent uw veiligheid, waarschuwingen
Er bestaat brandgevaar bij textiel
dat
– schuimrubber of overwegend rubber-
achtig materiaal bevat,
– textiel dat met brandbaar reinigings-
middel werd behandeld,
– met haarspray, nagellak-oplosmid-
del e.d. in aanraking is gekomen.
– opgevuld is en waarvan het opvulsel
beschadigd is, bv. bij kussens of jassen. De losgekomen voering kan
brand veroorzaken.
– met olie of vet besmeurd is.
Het toebehoren gebruiken
Toebehoren mag enkel worden
ingebouwd indien dat door Miele is
goedgekeurd.
Worden er andere onderdelen gemonteerd of ingebouwd, dan vervalt elke
waarborg of productaansprakelijkheid.
Uw oud toestel afdanken
Trek de stekker uit het stopcon-
tact. Maak stekker en snoer onbruikbaar. Zo vermijdt u dat het toestel
verkeerd wordt gebruikt.
6
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu
De verpakking en uw oud toestel recycleren
De verpakking recycleren
De verpakking behoedt het toestel voor
transportschade. Er werd materiaal gekozen, dat het milieu verdraagt en dus opnieuw kan worden benut.
Door de verpakking weer in kringloop
te brengen, wordt er grondstof gespaard en verkleint de afvalberg. Geef
deze stoffen dus niet gewoon met het
vuilnis mee. Breng ze liever naar het
dichtstbijzijnde verzamel- en sorteerterrein. Waar u dat vindt, komt u zeker bij
uw gemeentebestuur aan de weet.
Uw oud toestel recycleren
Oude toestellen bevatten nog waardevol materiaal. Geef uw oud toestel dus
niet gewoon met het grof huisvuil mee.
Vraag liever inlichtingen aan uw gemeentebestuur of aan het dichtstbijzijnde autowrak- of schrootverwerkend bedrijf omtrent de mogelijkheden om die
stoffen opnieuw te gebruiken. Hou tevens rekening met de gelijknamige rubriek in de ’Opmerkingen omtrent uw
veiligheid, waarschuwingen’.
Stroom sparen
Laat het wasgoed in de wasautomaat tegen het hoogste toerental
centrifugeren.
Zo spaart u bij het drogen ca. 30 %
stroom en tijd als u bv. bij 1600 t.p.m.
in de plaats van bij 800 t.p.m. laat
centrifugeren.
Gebruik tijdens elk droogprogramma
de volledige trommellading. Zie rubriek ‘Programmaoverzicht’.
Dan is het stroomverbruik voor de
hele lading het gunstigst.
Zo vermijdt u dat de droogtijd onnodig langer duurt en er meer stroom
wordt verbruikt:
– Zorg voor een degelijke ventilatie
van het vertrek waar het toestel moet
werken.
– Maak na elke droogbeurt absoluut
de pluizenzeven schoon.
7
Opmerkingen omtrent het wasgoed
Opmerkingen omtrent het wasgoed
Algemene regel
Wit en bont alsook kreukherstellend
wasgoed kan u met de overeenstemmende droogtegraad laten drogen.
Laat
delicaat wasgoed, voorzien van
onderhoudssymbool r, in het pro-
het
gramma ’Kreukherstellend’ drogen.
Kies daarbij ook de bijkomende functie
’Temperatuur laag’.
Overlaad de trommel nooit! Hou
steeds rekening met de maximumlading die in de rubriek ‘Programmaoverzicht’ wordt opgegeven.
Anders wordt de was niet zo
behoedzaam behandeld. Het droogresultaat komt dan eveneens in het
gedrang. Er kunnen ook meer kreuken optreden.
Onderhoudssymbolen op het
etiket
Zie goed na welk droogsymbool er
op het etiket van het textiel staat
voordat u gaat drogen.
kan het wel drogen in het speciaal programma ’Ontkreuken’.
Zuiver linnen weefsels: droog die enkel
machinaal zo de fabrikant dat in het
onderhoudsetiket vermeldt. Anders kan
het weefsel ‘ruig‘ worden. Deze weefsels kunnen wel drogen in het speciaal
programma ’Ontkreuken’.
Gebreide textielsoorten (bv. t-shirts,
truitjes) neigen bij de eerste wasbeurt
te krimpen. Laat dit wasgoed niet te
lang drogen. Daarmee vermijdt u dat
het verder krimpt. Koop gebreid textiel
eventueel een of twee maten groter.
Hoe meer
in de trommel doet, hoe groter de kans
op
kreuken. Dat geldt vooral voor heel
delicaat weefsel, bv. overhemden en
bloezen.
Verminder de lading of kies het aparte
programma ‘Kreukherstellend, strijkvochtig’.
Gesteven wasgoed kan in de droogautomaat worden gedroogd. Om het gewone glanseffect te verkrijgen, dient u
wel de dosis stijfsel te verdubbelen.
kreukherstellend wasgoed u
q = drogen bij normale temperatuur
r = drogen bij lagere temperatuur
s = niet machinaal te drogen
Tips om wasgoed te drogen:
en gemengde weefsels die wol be-
Wol
vatten, vertonen de neiging te vilten of
te krimpen. U kan ze wel drogen in het
speciaal programma ’Finish wol’.
Met
dons gevuld textiel:
Naar gelang van de kwaliteit neigt het
fijne weefsel binnenin te krimpen. U
8
Nieuw donker textiel mag u niet samen
met licht gekleurd wasgoed laten drogen. Anders loopt u het risico dat de
kleur afgeeft. Er kunnen zich daar ook
pluizen van een andere kleur op afzetten.
Programmaoverzicht
Programmaoverzicht
ProgrammaSoort wasgoedOpmerkingen
Droogtegraad
WIT EN BONT
Kastdroog +
Textiel met een laag of
verschillende lagen,
alsook verscheidene
katoensoorten (badhand-
doeken of breigoed).
Maximumlading: 5 kg
–
(1)
Kastdroog
(2)
Gelijksoortig textiel van
katoen
(breigoed, molton, badstof).
Kastdroog,
temperatuur laag
Delicaat wasgoed met
het onderhoudssymbool
r (bv. van acryl)
Strijkvochtig
(2)
Mangelvochtig
(1)
Gewicht van droog wasgoed
(2)
Opmerking voor testinstituten:
programma-instelling voor tests volgens de norm EN 61121
Opmerking voor testinstituten:
programma-instelling voor tests volgens de norm EN 61121
Laat de was minstens
30 seconden
centrifugeren.
Om behoedzaam te
drogen bij lagere
temperatuur. Laat de
was minstens
30 seconden
centrifugeren.
Laat de was minstens
30 seconden
centrifugeren.
Verminder bij
kreukgevoelig textiel
de lading wasgoed.
Zie ook ‘Aparte
programma’s’.
10
Programmaoverzicht
ProgrammaSoort wasgoedOpmerkingen
TIJDKEUS
Warme lucht
Aparte stukken wasgoed
(bv. badhanddoek, badpak,
Nadrogen van textiel met meer
dan een laag, dat wegens de
samenstelling verschillende
droogeigenschappen vertoont.
Koude lucht
Aparte programma’s
Kreuk-
herstellend,
strijkvochtig
Textiel van katoen of gemengd
weefsel (bv. overhemden,
Finish-wol
Ontkreuken
Katoenen of linnen weefsels.
Kreukherstellend textiel van
katoenen broeken, anoraks,
vaatdoek).
Om wasgoed enkel te
ventileren.
bloezen)
Wolgoed.Wolgoed wordt even luchtig
katoen, gemengd of
synthetisch weefsel, bv.
overhemden.
Maximumlading: 5 kg
–
–
Maximumlading: 1 kg
Het textiel wordt - naar gelang
van de textielsoort - vrijwel
kreukloos gedroogd.
Maximumlading: 2 kg
gemaakt zodat het donzig
aanvoelt.
Neem het wolgoed meteen na
het programma uit de trommel.
Wol wordt in dit programma
niet volkomen droog.
Maximumlading: 2,5 kg
Kreuken uit de voorafgegane
centrifugeerbeurt worden
beperkt.
Neem de was meteen na het
programma uit de trommel en
hang het aan de lijn of op
kleerhangers te drogen.
(1)
(1)
(1)
(1)
(1)
Gewicht van droog wasgoed
11
Zo droogt u juist
Zo droogt u juist
1 De was sorteren
Sorteer het textiel zoveel mogelijk volgens
– de vezel- en weefselsoort,
– de gewenste droogtegraad,
– het formaat
– de restvochtigheid na het
centrifugeren.
Zo verkrijgt u een gelijkmatig droogresultaat.
Dekbedovertrekken en kussenslopen
dichtknopen. Zo komen er geen kleinere stukken wasgoed in terecht.
Ritsen, haken en ogen sluiten.
Rok-, broeksriemen en schortbanden
samenknopen.
Geloste bh-beugels vastnaaien of ver-
wijderen.
Verwijder wasmiddelkorfjes, doseerbekers e.d. uit het wasgoed.
Deze objecten kunnen tijdens het
drogen smelten en schade teweegbrengen aan toestel en wasgoed.
2 De was in de trommel doen
Overlaad de trommel nooit. De was
wordt dan niet zo behoedzaam
behandeld. Het droogresultaat komt
dan eveneens in het gedrang.
De maximumladingen vindt u in de
rubriek ‘Programmaoverzicht’.
Kijk na of de pluizenzeef goed ingeschoven zit voor u de deur sluit.
Zorg ervoor dat er bij het sluiten
geen stukken wasgoed tussen de
toesteldeur geklemd zitten. Anders
loopt het textiel schade op.
Zwaai de deur zachtjes dicht. U kan
de deur ook dichtduwen.
Druk op de toets ‘Deur’ en maak de
toesteldeur open.
Leg het wasgoed losjes in de trommel.
12
Zo droogt u juist
3 Het toestel inschakelen
Druk op de toets ’I-aan/0-uit’.
4 Een programma kiezen
Draai de programmakiezer naar links
of rechts.
De programmaduur kan u vinden in het
hoofdstuk ‘Verbruik’.
Kies, om delicaat textiel met het
onderhoudssymbool
het programma ‘Kreukherstellend,
temperatuur laag’.
Let wel:
Door de temperatuurverlaging duurt
het programma wel wat langer.
r te drogen,
5 Het programma starten
Het controlelampje ‘START’ knippert
zodra u een programma kan starten.
Na de start blijft het branden.
Druk op de toets ‘START’.
De verwarmingsfase gaat van start.
Het controlelampje van de bereikte
droogtegraad gaat aan. Na de verwarmingsfase koelt een koude luchtstroom
het wasgoed af. Dan is de gewenste
droogtegraad bereikt.
Omtrent de programmeerfuncties
Hiermee kan u het toestel aan uw individuele droogbehoeften aanpassen.
Raadpleeg daartoe het gelijknamige
hoofdstuk.
13
Zo droogt u juist
Van programma veranderen
Een programma onderbreken
Druk op de toets ’I-aan/0-uit’ om het
toestel uit te schakelen.
Om verder te drogen:
Druk op de toets ’I-aan/0-uit’ om het
toestel in te schakelen.
In de programma’s Wit en Bont en
Kreukherstellend wordt het programma
voortgezet zolang de fase ‘Koude
lucht’ niet werd bereikt.
Andere programma’s:
Druk op de toets ‘START’.
Een programma afbreken en een
nieuw programma kiezen
Draai de programmakiezer op
’Einde’.
Indien enkel nog het lampje ‘kreuk-
beveiliging / einde’ brandt, is het programma afgebroken.
6 Einde van het programma
Op het einde van het programma gaat
het controlelampje ‘Kreukbeveiliging /
einde’ aan.
De trommel draait bij tussenpozen zo u
de was er niet meteen uit haalt. Dit is
de kreukbeveiligingsfase.
Druk op de toets ‘Deur’ en maak de
deur open.
Als de toesteldeur openstaat, wordt de
trommel verlicht. Het licht gaat wel uit
indien de toesteldeur langere tijd open
blijft. Dat spaart stroom.
Neem de was uit de trommel.
Kijk goed na of de trommel wel leeg
is. Was die er achterblijft, kan bij het
volgende programma schade oplopen doordat die overmatig droogt.
Draai de programmakiezer op het
gewenste programma en druk op de
toets ’START’.
Wasgoed erbij leggen of uitnemen
Maak de toesteldeur open.
Nu kan u bv. wasgoed toevoegen of
voortijdig uitnemen.
Verder drogen:
Doe de toesteldeur dicht en druk op
de toets ‘START’.
Het programma wordt voortgezet.
14
Maak na elke droogbeurt het reservoir van het condenswater leeg. Zo
het controlelampje ‘Reservoir’ aangaat, dient u dat beslist te doen.
Maak de pluizenzeven schoon.
Kijk geregeld de warmtewisselaar na.
Doe de toesteldeur dicht.
Druk op de toets ’I-aan/0-uit’ om het
toestel uit te schakelen.
Programmeerfuncties
Programmeerfuncties
’Hogere droogtegraad’ in het
programma WIT en BONT
Het Sensitiv-systeem is berekend op
energiebesparing bij het drogen.
Maar misschien wenst u dat de was
iets droger uit een programma ‘Wit
en Bont’ komt. Met deze programmeerfunctie is dat mogelijk.
Deze functie werd in de fabriek niet
geactiveerd. U kan ze instellen.
Instellen en opslaan
1 Voorwaarden:
– Het toestel is uitgeschakeld.
– De toesteldeur is dicht.
– De programmakiezer staat in de
stand ’einde’.
2 Hou de toets ‘START’ tot bij punt 4
ingedrukt en ...
3 ... zet het toestel aan met de toets
’I-aan/0-uit’.
4 Laat de toets ‘START’ los zodra het
controlelampje ‘START’ aangaat.
5 Draai de programmakiezer op:
– WIT en BONT, kastdroog +.
6 Drukt u op de toets ’START’, dan
schakelt u de programmeerfunctie in
of uit.
Het controlelampje ‘Drogen’
knippert = hogere droogtegraad
ingeschakeld,is uit = hogere droogtegraad
uitgeschakeld.
Door nog eens op de toets ‘START’
te drukken, schakelt u de hogere
droogtegraad uit ... in ... .
De programmering is nu opgeslagen.
7 Schakel het toestel uit met de toets
’I-aan/0-uit’.
Nazien of de programmeerfunctie is
ingeschakeld :
Voer de punten 1 tot 5 uit.
Het controlelampje ‘Drogen’
knippert = hogere droogtegraad
ingeschakeld,is uit = hogere droogtegraad
uitgeschakeld.
Schakel het toestel uit.
De controle is afgelopen.
15
Programmeerfuncties
‘Hogere droogtegraad’ in het programma KREUKHERSTELLEND
Het Sensitiv-systeem is berekend op
energiebesparing bij het drogen.
Maar misschien wenst u dat de was
iets droger uit een programma
‘Kreukherstellend’ komt. Met deze
programmeerfunctie is dat mogelijk.
Deze functie werd in de fabriek niet
geactiveerd. U kan ze instellen.
Instellen en opslaan
1 Voorwaarden:
– Het toestel is uitgeschakeld.
– De toesteldeur is dicht.
– De programmakiezer staat in de
stand ’einde’.
2 Hou de toets ‘START’ tot bij punt 4
ingedrukt en ...
3 ... zet het toestel aan met de toets
’I-aan/0-uit’.
4 Laat de toets ‘START’ los zodra het
controlelampje ‘START’ aangaat.
5 Draai de programmakiezer op
– WIT en BONT, kastdroog.
6 Drukt u op de toets ’START’, dan
schakelt u de programmeerfunctie in
of uit.
Het controlelampje ‘Drogen’
knippert = hogere droogtegraad
ingeschakeld,is uit = hogere droogtegraad
uitgeschakeld.
Door nog eens op de toets ‘START’
te drukken, schakelt u de hogere
droogtegraad uit ... in ... .
De programmering is nu opgeslagen.
7 Schakel het toestel uit met de toets
’I-aan/0-uit’.
Nazien of de programmeerfunctie is
ingeschakeld :
Voer de punten 1 tot 5 uit.
Het controlelampje ‘Drogen’
knippert = hogere droogtegraad
ingeschakeld,is uit = hogere droogtegraad
uitgeschakeld.
Schakel het toestel uit.
De controle is afgelopen.
16
Programmeerfuncties
‘Zoemer’
Na afloop van het programma weerklinkt er een signaal.
Deze programmeerfunctie werd in de
fabriek geactiveerd. U kan ze evenwel
uitschakelen.
Instellen en opslaan
1 Voorwaarden:
– Het toestel is uitgeschakeld.
– De toesteldeur is dicht.
– De programmakiezer staat in de
stand ’einde’.
2 Hou de toets ‘START’ tot bij punt 4
ingedrukt en ...
3 ... zet het toestel aan met de toets
’I-aan/0-uit’.
4 Laat de toets ‘START’ los zodra het
controlelampje ‘START’ aangaat.
5 Draai de programmakiezer op
– WIT en BONT, temperatuur laag.
6 Drukt u op de toets ’START’, dan
schakelt u de programmeerfunctie in
of uit.
Het controlelampje ‘Drogen’knippert = zoemer ingeschakeld,
is uit = zoemer uitgeschakeld.
Door nog eens op de toets ‘START’
te drukken, schakelt u de zoemer
uit ... in ... .
De programmering is nu opgeslagen.
7 Schakel het toestel uit met de toets
’I-aan/0-uit’.
Nazien of de programmeerfunctie is
ingeschakeld :
Voer de punten 1 tot 5 uit.
Het controlelampje ‘Drogen’knippert = zoemer ingeschakeld,
is uit = zoemer uitgeschakeld.
Schakel het toestel uit.
De controle is afgelopen.
17
Reiniging en onderhoud van het toestel
Reiniging en onderhoud van het toestel
De condenswaterbak leegmaken
Zo er geen condenswaterafvoer aangesloten is, wordt het water dat tijdens de
droogbeurt ontstaat, in de condenswaterbak opgevangen.
Giet de condenswaterbak na elk
droogprogramma leeg! Ten laatste
wanneer het controlelampje
‘Reservoir’ aangaat.
Is de maximumstand van het condenswater in de bak bereikt, dan wordt het
programma afgebroken. Dan brandt
ook het controlelampje ’Reservoir’. De
zoemer weerklinkt.
Schuif de sluitklep open en giet de
bak leeg.
Zet het lege reservoir weer lichtjes
schuin terug; net als bij het uittrekken. Schuif het met soepele hand tot
aan de aanslag naar binnen.
Voor u een nieuw programma start,
dient u de droogautomaat eerst uit
en daarna weer in te schakelen. Dan
gaat het controlelampje ‘Reservoir’
uit.
Trek het reservoir - als op de afbeelding - uit en neem het dan ietwat
schuin naar rechts toe uit het toestel.
Hou het reservoir bij het dragen waterpas. Neem het aan het handvat
en aan het uiteinde vast.
18
Condenswater mag niet gedronken
worden. Dat kan schade toebrengen
aan de gezondheid van mens en dier.
Gebruik dit water gerust in het huishouden, bv. voor uw stoomstrijkijzer of
luchtbevochtiger.
Hou hiermee rekening:
Giet het condenswater, bij wijze van
voorzorg, door een fijne zeef of een
koffiefilter. Zo verwijdert u heel kleine
pluisjes uit het water, die anders
eventueel schade aanrichten.
Reiniging en onderhoud van het toestel
Reiniging en onderhoud van het toestel
Pluizenzeven
Pluisjes komen in de pluizenzeven in
de deur en in de deuropening terecht.
Maak deze zeven na elke droogbeurt
schoon.
Open de deur en trek de zeef eruit.
Neem ze ook weg uit de holle ruimte
in de deur. In de Technische Dienst
van Miele is daartoe een borstel verkrijgbaar.
U kan daartoe ook een stofzuiger gebruiken.
Schuif de zeef weer tot aan de aanslag in de toesteldeur.
Verwijder de pluizen met uw vingers
van de zeef.
Verwijder de pluizen met uw vingers
van de pluizenzeven in de deuropening.
Doe de toesteldeur weer dicht.
19
Reiniging en onderhoud van het toestel
Zo de pluizenzeef erg plakkerig of
verstopt is, kan u die onder stromend heet water schoonmaken.
Trek de pluizenzeef uit de toesteldeur.
Zie vorige bladzijde.
Beide zeven in de deuropening hoeft u
enkel uit te nemen om ze
schoon te maken.
Pak het staafje van de zeef vast en
schuif de zeef er naar boven toe uit
(zie pijl). Ga ook zo te werk voor de
tweede zeef.
vochtig
De droogautomaat zelf
Maak het toestel eerst stroomloos.
Reinig. . .
. . . ommanteling en bedieningspaneel: met een zacht sopje;
. . . trommel en andere roestvrijstalen
onderdelen: met een geschikt reini-
gingsmiddel voor roestvrijstaal.
Gebruik geen schuur- noch oplosmiddel. Reinigingsmiddel voor glas
of voor universeel gebruik is ook af
te raden. Dit kan schade toebrengen aan kunststof oppervlakken of
andere onderdelen.
Wrijf alle onderdelen met een zachte
doek droog.
Schud de pluizenzeven na de vochtige reiniging goed uit tot er geen
druppel meer te zien is.
Droog de zeven voorzichtig en grondig af.
Schuif de grote pluizenzeef tot aan
de aanslag in de toesteldeur.
Plaats beide zeven in de deuropening terug. Zie afbeelding hierboven.
20
Reiniging en onderhoud van het toestel
Reiniging en onderhoud van het toestel
Warmtewisselaar
De warmtewisselaar koelt de vochtige
lucht uit het droogproces af. Het condenswater dat daar ontstaat, wordt via
een pomp naar het condenswaterreservoir of via een afvoerslang afgevoerd.
Kijk de warmtewisselaar minstens 2
keer per jaar na. Droogt u vaker, kijk
hem dan na ca. 100 droogbeurten
na. Maak hem zonodig schoon.
Maak het toestel stroomloos.
Nu ziet u een deksel dat moet worden
verwijderd:
Draai de knop van het deksel verticaal naar onderen.
Klap het deksel naar voren en neem
het schuin naar boven toe weg.
Let er achteraf bij het monteren op
dat het dichtingsrubber naar behoren in de groef is gedrukt.
Duw tegelijk tegen beide onderste
hoeken tot het luikje opengaat.
Dankzij de zijdelingste steunhaakjes
valt het luikje er niet uit.
Neem het luikje naar boven toe weg
en leg het opzij.
Zet de knop aan de warmtewisselaar
naar boven.
21
Reiniging en onderhoud van het toestel
Trek de warmtewisselaar aan het
oogje uit.
Maak de warmtewisselaar aan beide
langse zijden schoon.
Wis de dichtingsrubbers aan vooren achterzijde voorzichtig maar grondig af.
Neem ze niet weg. Zorg er eveneens
voor dat ze geen knik vertonen!
Maak de warmtewisselaar aan de
voor- en achterzijde schoon.
Schud de warmtewisselaar uit tot er
van binnen geen waterdruppels
meer te zien zijn. Zet hem daarna
met de langse zijde op een handdoek.
Schuif de warmtewisselaar, met het
oogje naar boven, weer in het toestel.
Zet de knop horizontaal. Enkel als
het haakje aan de knop duidelijk in
de uitsparing valt, zit de warmtewisselaar goed op zijn plaats.
Zet het deksel er met de steunhaken
onderaan in (intussen houdt u het
deksel schuin en duwt u het lichtjes
naar beneden). Duw het dan bovenaan dicht en vergrendel het. De
knop moet horizontaal staan.
Enkel indien de warmtewisselaar en
het deksel juist geplaatst en vergrendeld zijn, is het condenssysteem keurig dicht!
22
Zet het luikje onderaan in en duw het
bovenaan dicht tot u een klik hoort.
Wat gedaan als . . . ?
Wat gedaan als . . . ?
De meeste storingen kan u zelf verhelpen. In heel wat gevallen bespaart u tijd en
kosten, omdat u dan geen beroep hoeft te doen op de Technische Dienst.
De volgende tabellen kunnen een leidraad zijn om de oorzaken voor een bepaalde storing te vinden en uit de weg te ruimen. Hou wel het volgende in acht:
Herstellingen aan elektrische toestellen mag u enkel en alleen door een erkend
vakman laten uitvoeren. Door ondeskundige reparaties kunnen er niet te onderschatten risico’s opduiken voor wie het toestel gebruikt.
Wat gedaan als . . . ?
Wat gedaan als . . . Oorzaak . . . Oplossing . . .
. . . de trommel na het in-
schakelen niet begint te
draaien?
. . . wasgoed van synthetische vezels na het drogen
statisch geladen is?
De oorzaak is
niet zo meteen
te achterhalen.
– Herhaal het inschakelen. Zie
rubriek ’Zo droogt u juist’.
– Zit de stekker wel in het
stopcontact?
– Is de deur juist gesloten?
– Zijn de smeltstoppen van de
huisinstallatie wel in orde?
Voeg bij de laatste spoelbeurt in de wasautomaat
wasverzachter toe. Zo neemt
de statische lading af.
23
Wat gedaan als . . . ?
Wat gedaan als . . . ?Oorzaak . . . Oplossing . . .
. . . er pluizen worden
gevormd?
. . . het wasgoed niet
voldoende droog werd?
. . . er zich waterdruppels aan de bovenste
rand van de vulopening
gevormd hebben?
Bij het drogen komen er
pluizen vrij, die zich
vooral door slijtage bij het
dragen en wassen op het
textiel hebben gevormd.
In de droogautomaat is
die slijtage gering.
Machinaal drogen heeft
dus eigenlijk geen
invloed op de levensduur
van uw textiel. Dit werd
door wetenschappelijk
onderzoek uitgemaakt.
De lading bestond uit
verschillende weefsels.
Het dubbel filtreersysteem met dubbele
dichting verhindert in
ruime mate dat er zich
storende pluizen in de
warmtewisselaar
afzetten. Door die
dichting kan er zich soms
wel condenswater
vormen.
De pluizen die tijdens het
drogen worden gevormd,
worden door pluizenzeven opgevangen. Die
kan u vlot verwijderen.
Zie rubriek ‘Reiniging en
onderhoud van het
toestel’.
Kies bij de volgende
droogbeurt een geschikt
programma. Zie rubriek
‘Programmaoverzicht’.
Wasgoed dat bij het
uitnemen met deze
waterdruppels in
aanraking komt, is na
enkele minuten weer
droog.
24
Wat gedaan als . . . ?
Wat gedaan als . . . ?Oorzaak . . . Oplossing . . .
. . . het droogproces erg
lang duurt of zelfs afgebroken wordt?
Belangrijk: om aan een van volgende fouten te
verhelpen, schakelt u het toestel uit en weer in om het
programma opnieuw te starten.
De ventilatie is ontoereikend (bv. in een klein
vertrek).
Daardoor kan de temperatuur in het vertrek erg opgelopen zijn.
De ventilatiespleten
onder de toesteldeur
zitten dicht.
De pluizenzeven en/of de
warmtewisselaar zijn
verstopt.
Het wasgoed werd niet
genoeg uitgecentrifugeerd.
De droogautomaat is
overladen.
Door metalen ritssluitingen werd de vochtigheidsgraad van de was
niet juist berekend.
Zet tijdens het drogen
een deur en / of venster
open. Zo stroomt er meer
lucht naar binnen.
Verwijder storende
objecten.
Maak deze onderdelen
schoon.
Laat uw wasgoed in uw
wasautomaat tegen het
hoogste toerental centrifugeren.
Hou de maximumhoeveelheid wasgoed
voor het droogprogramma in acht.
Kies om na te drogen het
programma TIJDKEUS,
warme lucht.
25
Wat gedaan als . . . ?
Wat gedaan als . . . ?Oorzaak . . . Oplossing . . .
. . . de trommelverlich-
ting niet aangaat?
. . . er na het schoonmaken van de warmtewisselaar water uit het
toestel loopt?
. . . het buitenste luik
voor de warmtewisselaar nicht dicht kan?
Storingen en te verrichten controles die via controlelampjes worden aangeduid:
Wat gedaan als . . . ?Oorzaak . . . Oplossing . . .
. . . het controlelampje
‘Reservoir’ brandt?
. . . het programma afgebroken werd, het lampje
‘Mangelvochtig’ of ‘Strijkvochtig’ knippert en de
zoemer weerklinkt?
Dit is geen storing.Die gaat enkel aan als
het toestel ingeschakeld
en de toesteldeur open
is. Na enige tijd gaat het
licht uit als de deur openblijft. Dat spaart stroom.
Eventueel is het
gloeilampje defect.
Het binnenste deksel
voor de warmtewisselaar
en / of de warmtewisselaar zijn niet juist geplaatst en vergrendeld.
De condenswaterbak is
vol.
De oorzaak is niet zo
meteen te achterhalen.
Het gloeilampje vervangen. Zie tekst op het
einde van deze rubriek.
– Zie na of het binnenste
deksel en de warmtewisselaar stevig en
degelijk op hun plaats
zitten.
– Kijk ook de dichtings-
rubbers van deze
onderdelen na.
– Giet het water uit.
– Zet het toestel eerst uit
en dan aan voor u een
nieuw programma start.
– Schakel de
droogautomaat uit.
– Schakel het toestel in
en start het programma
opnieuw.
Wordt het programma
weer afgebroken en
knippert er opnieuw een
controlelampje, dan gaat
het om een defect. Doe
een beroep op de
Technische Dienst van
Miele.
26
Wat gedaan als . . . ?
Storingen en te verrichten controles die via controlelampjes worden aangeduid:
Wat gedaan als . . . ?Oorzaak . . . Oplossing . . .
. . . het programma afge-
broken werd en het controlelampje ‘Kreukbeveiliging / Einde’ aangaat.
Dit is geen storing. Ligt er na de start van een
programma ‘Wit en Bont’ of ‘Kreukherstellend’ geen
was in de trommel, dan wordt dat door de
elektronische besturing herkend. Het programma
wordt dan afgebroken. Dat gebeurt ook indien u een
programma start met droog wasgoed of met een
enkel stuk textiel. Aparte stukken wasgoed droogt u
met het programma met tijdkeus (met warme lucht).
27
Wat gedaan als . . . ?
... u het lampje moet vervangen?
Maak het toestel stroomloos.
Doe de toesteldeur open.
Bovenaan in de vulopening vindt u een
opklapbaar dekseltje voor de lamp.
Plaats de bijgeleverde opener opzij
onder de dekselrand.
Klap het dekseltje naar boven. Duw
het links en rechts stevig dicht tot u
een klik hoort.
Let erop dat het deksel stevig op
zijn plaats zit. Zo vermijdt u dat er
vocht indringt, wat kortsluiting kan
veroorzaken.
Klap het dekseltje met een draaibeweging van uw pols naar onder.
Deze hittebestendige lamp schaft u
zich het best enkel aan bij uw Mielehandelaar of in de Technische Dienst
van Miele.
Deze gloeilamp dient van hetzelfde
type te zijn als die welke u vervangt.
Het vermogen mag niet hoger liggen dan wat op het typeplaatje en
het lampendeksel is aangegeven.
Vervang de gloeilamp.
28
Technische dienst
Wat gedaan als . . . ?
Herstellingen
Neem bij storingen die u zelf niet kan
verhelpen, contact op
– met uw Miele-handelaar
of
– met de Technische Dienst van Miele.
Het adres en de telefoonnummers van
onze technische dienst vindt u op de
rugzijde van deze gebruiksaanwijzing.
Wanneer u op onze technische dienst
een beroep doet, geef dan altijd het
machinetype en -nummer op. Beide
gegevens staan vermeld op het typeplaatje. Dat vindt u rechts onder de
vulopening.
Controlelampje ‘PC’
(contactpunt voor Technische Dienst)
Het controlelampje met de markering
‘PC’ op het bedieningspaneel dient
onze technici als controle- en contactpunt bij herstelwerkzaamheden.
29
Opstellen en aansluiten
Opstellen en aansluiten
Vooraanzicht
1 Aansluitsnoer
2 Condenswaterreservoir
3 Bedieningspaneel
4 Deur
5 Luikje voor de warmtewisselaar
6 Vier in de hoogte verstelbare voetjes
Als alternatief voor het condenswaterreservoir:
7 Afvoer van het condenswater via een afvoerslang
(bv. in een wasbak, wasbaksifon, afvoerputje)
30
Opstellen
De droogautomaat stellen
Het toestel naar de plaats van opstelling dragen
Aan de achterste dekseloverstek zijn er
greepopeningen om het toestel te dragen.
Om het toestel uit de verpakkingssokkel te tillen, neemt u het bij voorkeur
vast aan de voorste voetjes en aan de
achterste dekseloverstek.
Opstellen en aansluiten
Het toestel waterpas zetten
Om een perfecte werking te waarborgen, dient u het toestel waterpas op te
stellen.
Oneffenheden in de vloer werkt u
weg door aan de voetjes te draaien.
Blokkeer nooit het ventilatierooster
in de sokkel van het toestel.
Anders is er geen voldoende toevoer van koele lucht gewaarborgd!
Voordat u het toestel transporteert
(bv. bij een verhuizing)
Na elke droogbeurt zit er wat condenswater rond de pomp. Dat kan bij het
kantelen van het toestel uitlopen. Daarom verdient het aanbeveling ca. 1 minuut lang het programma ‘Koude lucht’
te laten aflopen
porteert. De rest van het condenswater
wordt dan in de condenswaterbak of
via de afvoerslang afgevoerd.
voor u het toestel trans-
31
Opstellen en aansluiten
Plaats van opstelling
Laat de afdekplaat en de tussenset
enkel door een door Miele erkende
vakman monteren.
Inbouw onder een doorlopend werkblad
– Er is een inbouwset* vereist.
Het deksel van de machine dient te
worden vervangen door een afdek-
plaat*. Deze plaat is er absoluut
nodig met het oog op de elektrische
veiligheid.
– Bij 90/91 cm hoge werkbladen is er
een sokkel* vereist.
– Laat de elektrische aansluiting in de
omgeving van de droogautomaat in-
stalleren. Die dient vlot toegankelijk
te zijn.
Bij de inbouwset is een montagehand-
leiding gevoegd.
Was- en droogzuil
U kan deze droogautomaat met een
Miele- wasautomaat tot een was- en
droogzuil combineren. Daartoe is een
tussenset* (WTV) vereist.
Al de onderdelen met een * zijn in de
Technische Dienst van Miele en bij uw
Miele-handelaar verkrijgbaar.
Door de inbouw kunnen de programma’s langer uitvallen.
Het deksel opnieuw monteren
Had u het deksel afgenomen om het
toestel in te bouwen? Let erop, als u
het terug monteert, dat het stevig op
de achterste steunen zit. Enkel dan is
een veilig transport gewaarborgd.
32
Opstellen en aansluiten
Condenswaterafvoer aansluiten
Zo u dat wenst, kan het condenswater
rechtstreeks via een afvoerslang worden weggepompt. Dan hoeft u het condenswaterreservoir niet meer leeg te
gieten.
Ter plaatse moet er dan wel een afvoermogelijkheid zijn, bv. een wasbak, een
wasbaksifon of een afvoerputje.
Maximum afvoerlengte: 3 meter
Maximum opvoerhoogte: 1 meter
Al het toebehoren waarmee u de
condenswaterafvoer kan aansluiten,
is bijgeleverd.
Ga als volgt te werk:
1. Afvoerslang op droogautomaat aan-
sluiten.
2. Toevoer naar condenswaterreservoir
afsluiten.
3. Afvoerslang aansluiten op de sifon
van de wasbak (indien mogelijk)
1.Afvoerslang op droogautomaat aansluiten
Onderaan op de rugzijde van het toestel bevindt zich de afvoerinrichting.
Daarin wordt achteraf de afvoerkraan
gestoken, waarop de afvoerslang
wordt aangesloten.
of
condenswater via een ander systeem laten afvoeren (zie tekening
‘Vooraanzicht’).
Zorg ervoor dat de afvoerslang niet
wegglijdt als u hem inhaakt. Anders
kan het weglopende condenswater
schade veroorzaken.
Druk met uw duim de stop naar onder en weer naar boven tot u hem
kan verwijderen. Deze stop hebt u
niet meer nodig.
33
Opstellen en aansluiten
Steek de dichting met de gladde zijde naar voren in de afvoerinrichting.
De afvoerkraan kan u naar keus zo
monteren dat die horizontaal naar
– links of
– rechts wijst.
Afvoerkraan naar links (stand ‘9 uur’)
Afvoerkraan naar rechts (stand ‘3 uur’)
Steek de afvoerkraan in de afvoerinrichting en draai hem in de richting
van de pijl tot hij duidelijk vastzit.
De afvoerslang aansluiten
Steek de afvoerkraan in de afvoerinrichting en draai hem in de richting
van de pijl tot hij duidelijk vastzit.
34
1.
Bevestig de afvoerslang met een
slangklem op de afvoerkraan.
Opstellen en aansluiten
De afvoerslang bevestigt u ook met
een slangklem op de condensdroger.
Bevestig de slangklem (S) met de
afvoerslang naar keus links (L) of
rechts (R).
Sluit de clip op de slangklem.
Bij het bevestigen dient u erop te letten dat u de afvoerkraan door de
slang niet uit haar horizontale stand
draait.
2. Toevoer naar condenswaterreservoir afsluiten.
Om het condenswater niet meer naar
het condenswaterreservoir te laten
pompen, dient u de toevoer af te sluiten. Die bevindt zich bovenaan in de
koker voor het condenswaterreservoir.
Deze opening is met folie afgedekt. Die
kan u opzij schuiven.
Steek eerst het smalle gedeelte met
het kleine dopje vooraan door de
opening.
Laat dat dopje op uw wijsvinger rusten en sluit de toevoer met dit dopje
af.
Verwijder het bekervormige deel van
deze sluitdop niet. Dat kan u achteraf
misschien nog nodig hebben indien u
het condenswater weer via het reservoir wenst af te voeren.
Schuif het condenswaterreservoir
weer naar binnen.
Trek het reservoir ca. 5 cm uit.
De toevoer in de koker kan u afdichten
via een opening in de achterzijde van
de droogautomaat.
35
Opstellen en aansluiten
Opstellen
3. Afvoerslang aansluiten op de
sifon van de wasbak (indien
mogelijk)
Opmerking
Wenst u het condenswater niet meer
via de afvoerslang, maar weer via het
reservoir te laten afvoeren? Dan dient u
de afsluitdop weg te nemen en de afvoerkraan (onderaan op de achterzijde
van het toestel) af te sluiten:
Trek het condenswaterreservoir
ca. 5 cm uit.
Verwijder het afsluitdopje uit de koker voor het reservoir. Dat gebeurt
via de opening in de achterzijde van
de condensdroger. Zie ‘2. Toevoer
naar condenswaterreservoir afsluiten’.
Steek de bijgeleverde tuit (3) in de afvoerslang.
Schroef de afvoerslang met behulp
van de gekartelde moer van de wasbaksifon (2) op die sifon vast.
Draai de slangklem (1) meteen achter de gekartelde moer vast.
Schuif het reservoir er weer in.
1.
Bevestig het bekervormige deel van
de afsluitdop met behulp van een
slangklem op de afvoerkraan.
36
Opstellen en aansluiten
Elektrische aansluiting
Uw droogautomaat is voorzien voor
aansluiting op eenfasige stroom 230 V,
50 Hz. Hij is uitgerust met een geaarde
stekker en een ca. 1,6 m lange kabel.
De aansluiting mag uitsluitend gebeuren op een volgens de voorschriften
geïnstalleerd stopcontact met aarding.
Gebruik om veiligheidsredenen geen
verlengsnoeren. Er bestaat risico op oververhitting.
Om de veiligheid te verhogen, verdient
het aanbeveling een verliesstroomschakelaar met een uitschakelstroom
van 30 mA voor het toestel te schakelen.
Gegevens omtrent aansluitwaarde en
vereiste smeltstoppen vindt u op het
typeplaatje. Vergelijk die zorgvuldig
met de gegevens van uw elektrische
installatie.
37
Verbruik
Verbruik
Programma’sLadingCentrifugeertoerental
kgtoeren per minuutkWhminuten
WIT en BONT wasgoed
Kastdroog +
Kastdroog
Kastdroog
Strijkvochtig
Strijkvochtig
Mangelvochtig
(1)
(1)
5 kg1200 t.p.m.
5 kg800 t.p.m. (70 % restvochtigheid)3,4 kWh92 min.
5 kg1200 t.p.m.
5 kg800 t.p.m. (70 % restvochtigheid)2,75 kWh74 min.
5 kg1200 t.p.m.
5 kg1200 t.p.m.
(in een huishoudelijke
wasautomaat)
1400 t.p.m.
1600 t.p.m.
1400 t.p.m.
1600 t.p.m.
1400 t.p.m.
1600 t.p.m.
1400 t.p.m.
1600 t.p.m.
Stroomverbruik
2,8 kWh
2,65 kWh
2,4 kWh
2,65 kWh
2,55 kWh
2,25 kWh
2 kWh
1,9 kWh
1,6 kWh
1,6 kWh
1,5 kWh
1,2 kWh
Droogtijd
incl. afkoeltijd
75 min.
72 min.
65 min.
72 min.
71 min.
62 min.
54 min.
53 min.
45 min.
45 min.
42 min.
36 min.
KREUKHERSTELLEND wasgoed
Kastdroog
Strijkvochtig
Aparte programma’s
Finish wol
Ontkreuken
Gegevens berekend volgens de norm EN 61121
(1)
Testprogramma volgens EN 61121
(1)
2,5 kg1000 t.p.m. (50 % restvochtigheid)1,25 kWh39 min.
2,5 kg1000 t.p.m.1,1 kWh35 min.
2 kg–0,2 kWh4 min.
2,5 kg–0,3 kWh9 min.
Deze cijfers kunnen wijzigingen ondergaan; onder meer door het verschil in
textielsoort, in het gewicht van het te drogen wasgoed, in de restvochtigheid
na het centrifugeren, door schommelingen in de stroomvoorziening en door
het verschil in de gekozen bijkomende functies.
38
Technische gegevens
Technische gegevens
Hoogte85 cm (verstelbaar +0,7/- 0,7 cm)
Hoogte zonder deksel82 cm
Breedte59,5 cm
Diepte58 cm
Gewicht54 kg
Trommelinhoud100 l
Capaciteit5 kg droog wasgoed
Inhoud condenswaterbakca. 3,5 l
Maximum opvoerhoogte1 m
Maximum afvoerlengte3 m
Aansluitspanningzie typeplaatje
Aansluitwaardezie typeplaatje
Smeltveilighedenzie typeplaatje
Stroomverbruikzie rubriek ‘Verbruik’
Verkregen labelsradio- en TV-ontstoring, CEBEC
39
Wijzigingen voorbehouden/0001100
Dit papier spaart het milieu doordat het uit 100 % chloorvrij gebleekte celstof bestaat.
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.