Metabo KGS 216 M, KGS 254 M User guide [ml]

0 (0)
<![if ! IE]>

<![endif]>115 173 5564 / 4210 - 3.0

KGS 216 M

KGS 254 M

Originele handleiding afkorten verstekzaag . . . . . . . . .

. 3

Manual de instrucciones de la sierra con eje

 

de articulación para cortes de inglete . . . . . . . . . . . . . . .

19

Manual de serviços original da serra circulante

 

oscilante e serra para meia esquadria . . . . . . . . . . . . . .

35

SLO Izvirna navodila za uporabo. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

51

 

 

 

 

 

! "#$" %& "' ( )) ( ) ) *$(+ " , " (-$ ($,

& # "& ( %$+ )$3)$) / "4 "& " "& ) 3$(+%" %$,3 ) # "& "&-$ $#

./ )" ,,"0 , 1 ( 2 )" ,,+ ( %&" 00

)" ( ()0 %%$( % # "& "& + "$)$-"& + ( , "$( ( %" 5 )00

 

 

6

 

 

 

!

$+) (7%$)' )$+)$" ) + )3$) / "7' 8+ % 3$(+ " )" %$ -$, "7 5 % )

9 5 ) 5 "#$$( 9 ' ( " ( " 3$(+%"$5 )" ,, ) , " ( 5$ (

$, )$+ ($%+, ")$, "-) )+ 5 ")0 5 "+ ( ) ( )3$) "$) ( ) ( %" 5 ) 00

$, 0 %$ -$, ( / 3 5 ( %&" 9 00

 

 

 

 

* :

; <

 

$( %& ,$)$""$ $)" )% +) 5 )3$) / "= %& 3 ) " 3$($""$> %$ -$,

% ,$) / 9$+ )" @% +) 5 )3$) / ( (' 8+ 3 ) " 3$(+%"$%+,3 %$)

) + "$, 0 %$ -$, "= %$( )3$) ?$($, " 5 00

) + " )$, )0 ( %+ ($ $( )3+ )"$) ( %" % )00

 

 

* A

 

!

6B

C C!

% ,$) )$/$)) )3$) / ( ( 8+ )" 3$(+"$)"D ( %$($%$, ) ) + " )

!-E ) 3F " )5 "" ( 3$(+ " E5 ))" ,, , (-E 9 ( )" ( ( 0 "

$, )0 ( %$($%$, ) ( %" ? ) ($) + , "$) 00

/ )" ,, ) ( " 5 00

 

 

 

 

 

! !

! G

! ++" ,, ' "" " , "+$" 5 )" ) + 5$, 9 0$( " 5 , 4)" ,+ 00

! H + ( " )5 " ( "" 3$(+ " ) ,)5 , (-I ($, 0 & &$( "

 

 

/ )" ,, ) ( " 500

 

 

 

 

*

!

J ; ; J

, ( H 5 3F " )5 ' " ( "" 3$(+ " )" ,,$5 ) (-I ( )" ( ( 0

K# (%? ,4 ? 3 L M$(3$# (?$K% M' N 9)?4 3$(+ "$(3$# ( #4,$ $,

&" / )" ,, ) ( " 5 00

)"O3+9M%4%&$,0 # (L+ +)" P #4"4%? 4%& 00

 

 

QRRSTUVWX

 

 

YZ[\]Z ^_`a]`bacQa^]

;d e ;

YSRfTghij ij Uklm jhnoTS pqU qg rsgtpT mhqp mTqUuqgUvjl uqUX mVpRghnjX rsgkUmwsmxWX0

?D | $)-}))7 . "+( "D/ ? ?$9+ ' &$ 4 ? " ,7 7 ~" ? D//

uoixyTm ij qUX kUmqz{jUX qyT gkSwUfT00

)? /5D 4$/-" " "" E5 " ,7 4 "0 , -? D// D 4 5 }~ D) 00

 

 

•€•‚ƒ„…†‡

 

)$5 ˆ

‰Š†•ƒ„ƒ‹‡Œ •ƒ…€Ž••Š•…••‡Š

 

$ -$, 7 3 & D)

… ‘€•’ƒŽ•‚Ž•Ž„’Ž…• ‰Š†•ƒ„‡„ƒ“Š' ”Š •Ž•‡ ‘„Ž‰•†• …€Ž••Š•…••ƒ’ƒ

* & )+9 , ) 3$+ ?$(3$5 ($)"$+' ? " "$5–$/$9 5 ?&$( ) ) ($5 –,$, , 0

…•Š‰’‡•Š ’Ž„“ƒ•‡•’‡ ‰Ž†•“Š’•‡0 …€‚•ƒ…’Ž ‡•‡…†•ƒ’‡Œ•ƒ’ƒ

3$( +)"$5 ~ ), ~% 00

‰‡„Š†•‡•‡•Š00

 

 

 

— ˜"

 

$,™ š

;› !

‰Š†•ƒ„ƒ‹‡Œ •ƒ…€Ž••Š•…••‡Š

3$ $ $( $5$ $)"9$?9 5 9 ,$' ( )$)"$9 ?( ? +3$˜" 5 9+ )" ( ($50 ?

’œ• ž•Ÿ ¡¢œ¢¡£• ¤¡¥¦§¥¨©•¤¡ ¦¨ª¦©¦¢¤¦¥¨' «• ¨¦¬œ-¢¦ž®Ÿ¨ • ©¥¯¦¨©•¨¥¨©œ•¥¯¥ ¥ •ž¤œ¨•

+3$˜" 5 9 , + " 5$5 5 ( & 5 " 5&00

¤¦¢£œ0¥¯ª ¡¥¤¦-¢•ž-œ¥¡¤œ°¨¡ ¤¡ žœ¢•Ÿ¨œ©œ00

 

 

)"

 

"5 ˜+

! !

+( ,+,$" )

)$5 ( , " + ( 5 )"+"+) ' " ) "$$($5 )" 5+) ) 9 , )"

) 5 3+) ˜ "+$9 , ' ( ˜ ) 3$(+ " ) " " ) ˆ +) )" ( "+)0 3 ± , +

)" ( ( " 0 5 )" 5 " , " "+( ( " 5 ( )00

, , ) +$)" " )00

 

 

$5 )

 

$,™ š

;› !

% " ( %$ -$, " "

3$ $ $( $5$ $)"9$?9 5 9 ,$' ( )$)"$9 ?( ? +3$˜" 5 9+ )" ( ($50

% , 3 3$3 )3+ ( % % )" 3$(+) %$)3+ ( + , "$ $ $, 0' %$ -$,

? +3$˜" 5 9 , + " 5$5 5 ( & 5 " 5&00

( )3$? "$( %" 5$00

Kapp-, Gehrungszugkreissäge/ Sliding Mitre Saw

KGS 216 -/ KGS 254 -

*EN 61029-1, EN 61029-2-9, EN 60825-1, DIN EN 61000-3-2, DIN EN 61000-3-3, DIN EN 55014-1, DIN EN 55014-2

**98/37/EG (--> 28.12.2009), 2006/42/EG (29.12.2009 --> ), 2004/108/EG

Volker Siegle

Director Innovation, Research and Development

Dokumentationsbevollmächtigter/ responsible person for documentation/ Chargé de la documentation

Metabowerke GmbH

Metabo-Allee 1

D - 72622 Nürtingen

Nürtingen, 1 .10.20

Metabo KGS 216 M, KGS 254 M User guide

NEDERLANDS

1.Overzicht van de zaag (levering)

26

25

24

23

22

21

20

19

18

17

16

1

2

3

4

5

6

7

8

9 10

11

12 13

14

15

27

29

28

1

Zaaggreep

12

Snijzoneverlichting

24

Zaagbladblokkering

2

Handgreep

13

Grendelhefboom voor inclinatie-

25

Veiligheidsvergrendeling

3

Koolborstels

 

instelling

26

Aan-/uit-schakelaar van de zaag

4

Motor

14

Werkstukaanslag

27

Zaagkop

5

Spanenzak

15

Tafelverbreding + Handgreep

28

Zwenkbare beschermkap

6

Afzuigadapter

16

Blokkeerhefboom tafelverbreding

29

Snijdieptebegrenzing

7

Transport-vergrendeling

17

Vastzetgreep voor draaitafel

 

 

8

Haak voor kabeltrommel

18

Pal voor rustpositie

Gereedschap

9

Opbergvak voor inbussleutel

19

Tafelinlegprofiel

Inbussleutel (6 mm)

 

6 mm

20

Tafel

Apparaatdocumenten

10

Geleidestangen voor trekinrich-

21

Draaitafel

Gebruiksaanwijzing

 

ting

22

Werkstukspanvoorziening

Lijst van reserveonderdelen

11

Stelschroef voor trekinrichting

23

Laseruittrede

 

 

3

NEDERLANDS

Inhould

1.Overzicht van de zaag

(levering)...................................

3

2.Lees deze tekst voor u

 

begint!.......................................

4

3.

Veiligheid..................................

4

3.1Voorgeschreven gebruik

van het systeem.........................

4

3.2Algemene

 

veiligheidsvoorschriften .............

4

3.3

Symbolen op het apparaat.........

6

3.4

Veiligheidsvoorzieningen ...........

7

4.

Plaatsing en transport.............

7

5.Bijzondere

 

productkenmerken ..................

8

6.

Het apparaat in detail ..............

8

7.

Ingebruikneming......................

9

7.1

Zaagselopvangzak monteren ....

9

7.2Werkstukspaninrichting

 

monteren....................................

9

7.3

Netaansluiting ..........................

10

8.

Bediening ...............................

10

8.1

Rechte sneden.........................

10

8.2

Zagen van kleine sneden.........

10

8.3

Versteksneden.........................

11

8.4

Schuine sneden .......................

11

8.5

Dubbele versteksneden ...........

12

8.6

Groeven zagen ........................

12

9.

Service en onderhoud ...........

13

9.1

Zaagblad vervangen ................

13

9.2

Inlegprofiel vervangen .............

14

9.3Regel de werkstukaanslag bij .. 14

9.4 Snijlaser instellen.....................

14

9.5Koolborstels controleren en

 

vervangen ................................

14

9.6

Apparaat reinigen ....................

15

9.7

De werktafel opbergen.............

15

9.8

Onderhoud...............................

15

10.

Tips en trucs ..........................

15

11.Beschikbare accessoires .. 15/66

12.

Reparatie ................................

16

13.

Milieubescherming ................

16

14.

Problemen en storingen........

16

15.

Technische gegevens ...........

17

16.

Leverbare zaagbladen ...........

18

2.Lees deze tekst voor u begint!

Deze handleiding is zo opgesteld dat u snel en veilig met uw werktafel kunt werken. Hieronder vindt u een korte uit-

leg over hoe u de handleiding moet lezen:

Lees de handleiding volledig door, voordat u het apparaat in gebruik neemt, Vooral het hoofdstuk „Veiligheidsvoorschriften“ verdient uw aandacht.

Deze handleiding is gericht tot personen met technische basiskennis en ervaring in de omgang met machines van het hier beschreven type. Als u geen ervaring hebt met zulke machines, moet u de hulp inroepen van ervaren personen.

Bewaar alle met dit apparaat geleverde documentatie, zodat u zich indien nodig kan informeren. Bewaar het aankoopbewijs voor eventuele garantieclaims.

Als u het apparaat uitleent of doorverkoopt, moet u alle meegeleverde documentatie van het apparaat meegeven.

De fabrikant wijst alle verantwoordelijkheid af voor schade die ontstaat door niet-inachtneming van deze handleiding.

De informatie in deze gebruiksaanwijzing wordt als volgt aangegeven:

AGevaar!

Waarschuwing voor lichamelijk letsel of milieuschade.

BGevaar voor elektrische schok!

Waarschuwing voor lichamelijke letsels door elektrische schok.

cIntrekrisico!

Waarschuwing voor lichamelijk letsel door meetrekken van lichaamsdelen of kledingstukken.

A Attentie!

Materiële schade.

3Opmerking:

Aanvullende informatie.

Cijfers op afbeeldingen (1, 2, 3, ...)

benoemen de verschillende onderdelen;

zijn doorlopend genummerd;

hebben betrekking op de overeenkomstige cijfers tussen haakjes (1), (2), (3) ... in de bijbehorende tekst.

Bij procedures die een bepaalde volgorde vereisen zijn de verschillende stappen genummerd.

Instructies voor handelingen met willekeurige volgorde hebben een punt als opsommingsteken.

Lijsten zijn gekenmerkt met een streep.

3.Veiligheid

3.1Voorgeschreven gebruik van het systeem

Het apparaat is geschikt voor langsen dwarssneden, schuine sneden, versteksneden en dubbelversteksneden. Bovendien kunnen er groeven worden gemaakt.

Er mogen enkel materialen worden bewerkt, waarvoor het betreffende zaagblad is geschikt (toegelaten zaagbladen zie Technische gegevens).

De toegelaten afmetingen van de werkstukken mogen niet overschreden worden (zie hoofdstuk "Bediening").

Werkstukken met ronde of onregelmatige doorsnede zoals brandhout mogen niet worden gezaagd, omdat ze tijdens het zagen niet veilig kunnen worden vastgezet. Bij het smalkantzagen van vlakke werkstukken moet een geschikte aanslaghulp gebruikt worden om een veilige geleiding te garanderen.

Dit apparaat mag voor geen enkel ander doel gebruikt worden. Wordt het apparaat voor andere doelen gebruikt, worden veranderingen aan het apparaat aangebracht of worden onderdelen gebruikt, die niet door de fabrikant getest en vrijgegeven zijn, dan kan schade ontstaan, die niet te voorzien is!

3.2Algemene veiligheidsvoorschriften

Houdt u zich bij gebruik van deze machine aan de volgende veiligheidsvoorschriften om gevaar voor personen of materiële schade te voorkomen.

4

Houd u aan de bijzondere veiligheidsvoorschriften in de betreffende hoofdstukken.

Houdt u zich eventueel aan de wettelijke richtlijnen of ongevalpreventievoorschriften inzake de omgang met afkortzagen.

AAlgemeen gevaar!

Houd uw werkplek op orde – een onordelijke werkplek kan ongevallen tot gevolg hebben.

Wees aandachtig. Let op wat u doet. Ga verstandig te werk. Gebruik de machine niet wanneer u niet geconcentreerd bent.

Houd rekening met omgevingsinvloeden. Zorg voor goede verlichting.

Zorg voor een goede lichaamshouding. Zorg ervoor dat u op een stevige ondergrond staat en let vooral op een goed evenwicht.

Gebruik het apparaat niet in de nabijheid van ontvlambare vloeistoffen of gassen.

Het apparaat mag alleen ingeschakeld en gebruikt worden door personen die vertrouwd zijn met afkortzagen en de gevaren bij de omgang ermee.

Personen beneden de 18 jaar mogen deze machine alleen bedienen in het kader van een beroepsopleiding en onder het voortdurend toezicht van een ervaren leraar.

Let erop dat er zich geen onbevoegde personen, voornamelijk kinderen, in de gevarenzone begeven. Zorg ervoor dat geen andere personen het apparaat of het snoer kunnen aanraken.

Vermijd overbelasting – belast de werktafel niet zwaarder dan in de technische gegevens is aangegeven.

AGevaar door elektrische stroom!

Stel het apparaat niet bloot aan regen.

Gebruik dit apparaat niet in een vochtige of natte omgeving. Voorkom dat u tijdens werkzaamheden met dit apparaat in contact komt met geaarde elementen zoals radiatoren, buizen, ovens, koelkasten.

Gebruik het snoer niet voor doeleinden waarvoor het niet bedoeld is.

AVerwondingsgevaar aan bewegende delen!

Neem dit apparaat nooit in gebruik zonder gemonteerde veiligheidsvoorzieningen.

Houd steeds voldoende afstand van het zaagblad. Gebruik desnoods geschikte hulpmiddelen voor de materiaaltoevoer. Houd tijdens het gebruik voldoende afstand van aangedreven onderdelen.

Wacht tot het zaagblad stilstaat vooraleer u kleine werkstukdelen, houtresten enz. verwijdert uit het werkbereik.

Zaag alleen werkstukken die groot genoeg zijn, zodat ze bij het zagen veilig vastgeklemd kunnen worden.

Rem het uitlopende zaagblad niet af door er aan de zijkant tegenaan te drukken.

Controleer of het apparaat gescheiden is van het stroomnet alvorens onderhoudswerkzaamheden uit te voeren.

Zorg dat er zich bij het inschakelen (bijvoorbeeld na onderhoudswerkzaamheden) geen montagegereedschap of losse onderdelen meer in het apparaat bevinden.

Trek de netstekker uit, wanneer u het apparaat niet gebruikt.

AGevaar voor snijwonden, ook bij rechtopstaand snijwerktuig!

Trek veiligheidshandschoenen aan als u snijwerktuigen moet vervangen.

Bewaar de zaagbladen zo dat niemand zich eraan kan verwonden.

AGevaar door terugslaan van de zaagkop (zaagblad blijft in het werkstuk hangen en de zaagkop schiet plots omhoog)!

Let erop dat het gebruikte zaagblad geschikt is voor het materiaal van het werkstuk.

Houd de handgreep stevig vast. Op het moment dat het zaagblad in het

NEDERLANDS

werkstuk dringt, is het terugslaggevaar bijzonder groot.

Gebruik voor het zagen van dunne werkstukken of werkstukken met dunne wanden uitsluitend zaagbladen met fijne tanding.

Zorg ervoor dat de zaagbladen steeds scherp zijn. Zorg dat stompe zaagbladen onmiddellijk worden vervangen. Er bestaat verhoogd terugslaggevaar, wanneer een stompe zaagtand in het oppervlak van het werkstuk blijft hangen.

Zet het werkstuk nooit "op z’n smalle kant" (tijdens het schaven).

Tijdens het zagen van gleuven, moet u zijdelingse druk op het zaagblad vermijden – gebruik een kleminrichting.

Controleer in geval van twijfel de werkstukken op vreemde voorwerpen (bijvoorbeeld spijkers of schroeven).

Zaag nooit verschillende stukken – ook geen bundels met verschillende aparte stukken tegelijk. Er is gevaar voor lichamelijk letsel als aparte stukken zonder steun door het zaagblad worden gegrepen.

cIntrekrisico!

Let erop dat tijdens het bedrijf geen lichaamsdelen of kledingstukken door roterende onderdelen kunnen worden vastgegrepen en ingetrokken (geen dassen, geen handschoenen, geen kledingsstukken met wijde mouwen dragen; bij lange haren in ieder geval een haarnet gebruiken).

Zaag nooit werkstukken waaraan zich

touwen

snoeren

riemen

kabels of

draden bevinden of die dergelijke materialen bevatten.

AGevaar door onvoldoende persoonlijke veiligheidsuitrusting!

Draag oordoppen.

Draag een veiligheidsbril.

Draag een stofmasker.

5

NEDERLANDS

Draag aangepaste werkkledij.

Draag antislipschoenen.

AGevaar door zaagsel!

Het stof van enkele houtsoorten (bijv. van eik, beuk en es) kan bij het inademen kankerverwekkend zijn. Werk uitsluitend met aangesloten afzuiginstallatie. De afzuiginstallatie moet voldoen aan de in de technische gegevens vermelde waarden.

Let erop, dat bij het werken zo weinig mogelijk houtstof in de omgeving terechtkomt:

Verwijder afgezet houtstof in het werkbereik (niet wegblazen!);

Herstel ondichte plaatsen in de afzuiginstallatie;

Zorg voor een goede verluchting.

AGevaar door technische wijzigingen aan de machine of het gebruik van onderdelen die niet door de fabrikant goedgekeurd zijn, kunnen onvoorspelbaar persoonlijk letsel veroorzaken!

Monteer deze werktafel zoals aangegeven in de gebruiksaanwijzing.

Gebruik hiervoor uitsluitend onderdelen die door de fabrikant vrijgegeven werden. Dat geldt in het bijzonder voor:

zaagbladen (bestelnummers zie "Technische gegevens");

veiligheidsinrichtingen (bestelnummers zie onderdelenlijst).

Breng aan deze onderdelen geen wijzigingen aan.

Neem het op het zaagblad aangegeven maximumtoerental in acht.

AGevaar door gebreken aan het apparaat!

Zorg dat werktafel en accessoires goed worden onderhouden. Neem hierbij de onderhoudsvoorschriften in acht.

Controleer de machine voor het inschakelen telkens op eventuele beschadigingen: voor elk gebruik moet de goede werking van de veiligheidsinrichtingen en van licht beschadigde

onderdelen zorgvuldig gecontroleerd worden. Controleer of de scharnierende onderdelen correct functioneren en niet klemmen. Alle onderdelen moeten correct gemonteerd zijn en aan alle voorwaarden voldoen om een feilloze bediening van het apparaat te garanderen.

Gebruik geen beschadigde of vervormde zaagbladen.

Laat beschadigde beveiligingen of onderdelen deskundig en door een gekwalificeerde vakman herstellen of vervangen. Laat beschadigde schakelaars door een erkende servicedienst vervangen. Gebruik dit apparaat niet, wanneer u de schakelaar niet kan inen uitschakelen.

Zorg ervoor dat er zich geen oliën of vetten op de handgrepen bevinden en dat deze droog blijven.

AGevaar door lawaai!

Draag oordoppen.

Let er om geluidsreducerende redenen op dat het zaagblad niet is kromgetrokken. Een kromgetrokken zaagblad zorgt voor aanzienlijk meer trillingen. Dit betekent lawaai.

AGevaar door laserstraling!

Laserstralen kunnen zware verwondingen aan het oog veroorzaken.

Kijk nooit in de laseruittreding.

AGevaar door blokkerende werkstukken of werkstukdelen!

Als er een blokkering optreedt:

1.Apparaat uitschakelen.

2.Stekker uit het stopcontact trekken.

3.Handschoenen dragen.

4.Blokkering met geschikt gereedschap verwijderen.

3.3Symbolen op het apparaat

AGevaar!

Het negeren van de volgende waarschuwingen kan zware verwondingen en materiële schade tot gevolg hebben.

Symbolen op het apparaat

30

31

32

33

34

35

36

30Waarschuwing voor laserstraling Laserklasse 2: niet in de straal kijken!

31Gecontroleerde veiligheid, TÜV

32Waarschuwing voor een risicopunt

33Niet naar het zaagblad grijpen

34Gebruik het apparaat niet in een vochtige of natte omgeving.

35Handleiding lezen

36Draag veiligheidsbril en oordoppen.

Gegevens op het typeplaatje:

37

38

39

40

42 43 41 44

37Fabrikant

38Artikelnummer en serienummer

39Apparaatbenaming

40Motorgegevens (zie ook "Technische gegevens")

41Bouwjaar

42CE-kenmerk – Dit apparaat beantwoordt aan de EU-richtlijnen overeenkomstig de conformiteitsverklaring

43Verwijderingssymbool – Apparaat kan via de fabrikant worden verwijderd

44Afmetingen van toegelaten zaagbladen

6

3.4Veiligheidsvoorzieningen

Zwenkende beschermkap (45)

De zwenkende beschermkap beschermt tegen onvrijwillig contact met het zaagblad en tegen rondvliegende spaanders.

45

Veiligheidsvergrendeling(46)

De veiligheidsvergrendeling blokkeert de beweeglijke zaagbladafdekking: het zaagblad blijft afgedekt en de kapzaag kan niet worden gedaald, zo lang de veiligheidsvergrendeling niet naar opzij is gezwenkt.

46

Werkstukaanslag(47)

De werkstukaanslag voorkomt dat een werkstuk bij het zagen kan worden bewogen. .

47

Het extra profiel (48) aan de werkstukaanslag kan verschoven worden voor het zagen van lange werkstukken na het losmaken van de blokkeerschroef

(49):

48 49

4.Plaatsing en transport

Transportgreep monteren

Schroef de transportgreep aan de zaagkop. Zorg ervoor dat de neus van de greep in de uitsparing (50) van de zaagkop grijpt.

50

Tafelverbreding monteren

1.Neem de rechter en de linker tafelverbreding uit de transportverpakking.

2.Draai de schroeven (53) aan de geleiderails van de rechter en linker tafelverbreding eruit.

3.Schuif de geleiderails van de tafelverbredingen helemaal in de opnamen (hierna getoond: rechter tafelverbreding).

3Aanwijzing

Denk eraan dat de lengteaanslag (51) aan de tafelverbreding zoals afgebeeld omhoog kan worden geklapt.

NEDERLANDS

52

51

4.Apparaat aan de voorste benen optillen, voorzichtig naar achteren kantelen en op een stabiele plek neerzetten.

53

5.Draai de schroeven (53) aan de geleiderails weer vast.

6.Apparaat aan de voorste benen vastnemen, naar voren kantelen en neerzetten.

7.Stel de gewenste tafelbreedte in en zet de tafelverbreding vast met de blokkeerhefboom (52).

Opstelling

Voor een veilig werken moet het apparaat op een stabiele ondergrond worden bevestigd.

Als ondergrond kan of een vast gemonteerde werkplaat of een werkbank dienen.

De ideale hoogte van de ondergrond bedraagt 800 mm.

De stabiliteit van het apparaat moet ook tijdens het bewerken van grotere werkstukken gegarandeerd zijn.

Lange werkstukken moeten d.m.v. geschikt accessoires extra worden ondersteund.

3Aanwijzing

voor mobiele inzet kan het apparaat op een spaanderhoutof meubelplaat (500 mm x 500 mm, ten minste 19 mm sterk) worden. Bij de inzet moet de

7

NEDERLANDS

plaat met klemmen op een werkbak worden bevestigd .

1.Apparaat op de ondergrond vastschroeven.

2.Maak de transportbeveiliging los: druk de zaagkop een beetje omlaag en houd deze vast.

Trek de transportbeveiliging (55) uit de diepere inkerving (54), draai deze 90° en klik ze in de plattere inkerving (56).

54 55

56

3. .

4.Verpakking voor latere doeleinden bewaren of milieuvriendelijk afvoeren.

Transport

1.Deactiveer indien nodig de snijdieptebeperking (57).

57

2.Zwenk de zaagkop omlaaag en klik de transportbeveiliging (55) in de diepere inkerving (56).

3.Demonteer de aanbouwdelen die boven het apparaat uitsteken.

4.Apparaat aan de handgreep optillen.

5.Bijzondere productkenmerken

45 Snijhoekbereik voor naar links geneigde sneden.

94 Snijhoekbereik voor versteksneden (47 links tot 47 rechts) met negen rustposities.

Geïntegreede snijdieptebeperking voor het vervaardigen van groeven.

Precieze en robuuste gietaluminiumconstructie.

Hardmetaalzaagblad.

Problemloze vervanging van het zaagblad door zaagbladblokkering en zonder demontage van de zelfstellende beschermkap.

Trekinrichting voor het zagen van brede werkstukken.

Tafelverbreding met lengteaanslag voor het veilig werken met langere werkstukken.

Werkstukspanvoorziening voor het veilig houden van werkstukken.

Spanenzak voor het eenvoudig en effectief opvangen van de spanen.

Snijdlaser voor het exact uitrichten van voortekening en zaaglijn.

Snijzoneverlichting.

6.Het apparaat in detail

Aan/Uit-schakelaar motor (58)

Motor inschakelen:

Druk op de Aan/Uit-schakelaar en houd de schakelaar ingedrukt.

Motor uitschakelen:

Laat de Aan/Uit-schakelaar los.

Aan/Uit-schakelaar snijzoneverlichting (59)

Verlichting van de snijzone inen uitschakelen.

Aan/Uit-schakelaar snijdlaser (60)

Snijdlaser inen uitschakelen.

58 59 60

Inclinatie-instelling

Na losmaken van de vastzethefboom (61)aan de achterkant kan de zaag traploos tussen 0° en 45° naar de loodlijn worden geneigd.

61

A Opgelet!

Opdat zich de hellingshoek bij het zagen niet kan veranderen, moet de vastzethendel van de kiparm worden vastgetrokken.

Draaitafel

Voor versteksneden kan de draaitafel na het losmaken van de vastzetgreep (63) en de pal (62) 47° naar links of 47° naar rechts gedraaid worden. Na ieder kant is een hoek tot

8

62 63

De draaitafel klikt vast in de hoekstanden 0°, 15°, 22,5°, 30° en 45°.

A Attentie!

Om ervoor te zorgen dat de verstekhoek bij het zagen niet verandert, moet de vastzetgreep (63) van de draaitafel (ook op de grendelpunten!) vastgedraaid worden.

Trekinrichting.

Met de trekinrichting kunnen ook werkstukken met een grotere doorsnede worden gezaagd. De trekinrichting kan gebruikt worden voor alle soorten sneden (rechte zaagsneden, versteksneden, schuine zaagsneden, dubbelverstekzaagsneden en groefzagen).

De volgende afbeelding toont de trekinrichting op de voorste positie.

64

Als de trekinrichting niet benodigd is, wordt deze met de vastzetschroef (64) gefixeerd op de achterste positie.

Snijdieptebegrenzing

De combinatie van de snijdieptebegrenzing (65) en de trekinrichting maakt het zagen van gleuven mogelijk.

65

7.Ingebruikneming

7.1Zaagselopvangzak monteren

AGevaar!

Het stof van enkele houtsoorten (bijv. van eik, beuk en es) kan bij het inademen kankerverwekkend zijn.

Werk alleen met de gemonteerde zaagselopvangzak of met een geschikte zaagselafzuiginstallatie.

Maak aanvullend gebruik van een stofveiligheidsmasker, omdat niet alle spanenstof wordt opgevangen respectievelijke wordt afgezogen.

Maak de zaagselopvangzak geregeld leeg. .

Als u het apparaat met de meegeleverde zaagselopvangzak in bedrijf neemt:

steekt u de zaagselopvangzak (68) op de zaagselafzuigtuit (66). Let erop dat de ritssluiting (67) van de zaagselafzuigzak gesloten is.

66

67

68

Wanneer u het apparaat aan een zaagselafzuiginstallatie aansluit:

NEDERLANDS

gebruik voor de aansluiting aan het spanenafzuigstuk een geschikte adapter.

Zorg ervoor dat de zaagselafzuiginstallatie voldoet aan de eisen die vermeld staan in het hoofdstuk "Technische gegevens".

Let ook op de gebruiksaanwijzing van de zaagselafzuiginstallatie!

7.2Werkstukspaninrichting monteren

De werkstukspanvoorziening kan in twee posities worden gemonteerd:

Voor brede werkstukken:

duw de werkstukspaninrichting in de achterste boring (70) van de tafel en fixeer deze met de vastzetschroef

(71):

69

70

71

Voor smalle werkstukken:

maak de vastzetschroef (69) los en duw het voorste deel van de werkstukspaninrichting in de voorste boring (72) van de tafel:

72

9

NEDERLANDS

7.3Netaansluiting

BGevaar! Elektrische spanning

Gebruik het apparaat uitsluitend in een droge omgeving.

Exploiteer het apparaat slechts aan een stroombron die aan de volgende eisen beantwoord (zie ook "Technische gegevens"):

netspanning en -frequentie moeten overeenstemmen met de waarden op het typeplaatje van de machine;

De groep moet beveiligd zijn door een aardlekschakelaar met een lekstroom van 30 mA;

De stopcontacten moeten reglementair geïnstalleerd zijn en een goedgekeurde aarding hebben.

Het snoer moet zo gelegd worden dat de zaagwerkzaamheden niet bemoeilijkt worden, en dat het snoer niet kan worden beschadigd.

Het snoer moet beschermd worden tegen hitte en bijtende scheikundige vloeistoffen. Zorg dat het snoer niet beschadigd kan worden door scherpe voorwerpen.

Gebruik als verlengsnoer alleen

rubberkabels met voldoende doorsnede (3 × 1,5 mm2).

Trek de stekker niet aan het snoer uit het stopcontact.

8.Bediening

Controleer de veiligheidsinrichtingen, alvorens met de zaagwerkzaamheden te beginnen:

Zorg ervoor dat u zichzelf ook beschermt.

Let steeds op een juiste houding en plaats tijdens het zagen:

neem plaats aan de voorkant van de afkortzaag;

tegenover het zaagblad;

parallel t.o.v. het zaagblad.

AGevaar!

Bij het zagen moet het werkstuk altijd vastgeklemd worden met de werkstukspaninrichting.

Zaag nooit werkstukken die niet gespannen kunnen worden in de werkstukspaninrichting.

AKlemgevaar!

Grijp bij het neigen of zwenken van de zaagkop niet in het scharnierbereik of onder het apparaat!

Houd de zaagkop bij het kantelen vast.

Gebruik bij het werken:

een werkstuksteun – voor lange werkstukken, wanneer ze na het doorzagen van de tafel zouden vallen;

zaagselopvangzak of zaagselafzuiginstallatie.

Zaag alleen werkstukken die groot genoeg zijn, zodat ze bij het zagen veilig vastgeklemd kunnen worden.

Druk het werkstuk tijdens het zagen steeds op de tafel en plaats het nooit op zijn smalle kant. Probeer het zaagblad ook nooit af te remmen door er van opzij (met een voorwerp) tegenaan te drukken. Er bestaat gevaar voor ongevallen, wanneer het zaagblad wordt geblokkeerd.

8.1Rechte sneden

Maximale afmeting van het werkstuk (gegevens in mm):

 

KGS 216 M

KGS 254 M

 

 

 

Breedte ca.

305

305

 

 

 

Hoogte ca.

65

90

 

 

 

Uitgangspositie:

Transportvergrendeling uitgetrokken.

De zaagkop is naar boven gezwenkt.

Snijdieptebeperking gedeactiveerd.

De draaitafel staat op de 0°-stand, de vastzetgreep voor de draaitafel is aangetrokken.

De inclinatie van de kantelarm ten opzichte van de loodlijn bedraagt 0°, de grendelhefboom voor de instelling van de inclinatie is vastgezet.

Trekinrichting helemaal achteraan.

De stelschroef van de trekinrichting is losgedraaid.

Een werkstuk zagen:

1.Druk het werkstuk tegen de werkstukaanslag en klem het vast met de werkstukspaninrichting.

2.Trek bij bredere werkstukken de zaagkop tijdens het zagen naar voor (naar de gebruiker toe).

3.Veiligheidsvergrendeling (73) bedienen en Aan/Uit-schakelaar (74) ingedrukt houden.

73 74

4.Zaagkop aan de handgrendel langzaam geheel naar beneden dalen en evt. naar achteren (van de gebruiker weg) schuiven. Druk de zaagkop tijdens het zagen niet te hard op het werkstuk, het motortoerental mag niet te sterk dalen.

5.Zaag het werkstuk in één beweging door.

6.Laat de Aan/Uit-schakelaar los en laat de zaagkop langzaam in de bovenste uitgangspositie terugzwenken.

8.2Zagen van kleine sneden

Bij het zagen van kleine sneden met de trekvoorziening kan het gebeuren, dat de pendelbeschermkap zich bij het terugschuiven aan het werkstuk kantelt.

10

Laat dan de in-/uitschakelaar los en zwenk de zaagkop langzaam in de bovenste uitgangspositie terug.

Het kantelen in de pendelbeschermkap met het werkstuk komt slechts in weinige gevallen voor, bijvoorbeeld:

bij het zagen van kleine sneden, die wegens hun breedte met de trekfunctie moeten worden doorgezaagd;

bij dubbele versteksneden naar de linkerkant.

Ga in deze gevallen op de volgende manier te werk:

Alle instellingen van de zaag (posite van de draaitafel en helling van de zaagkop) blijven voor de gewenste snede bewaard.

Verandert wordt de zaagrichting bij het zagen van het werkstuk.

1.Druk het werkstuk tegen de aanslag en beveilig het met de werkstukspaninrichting.

2.Schuif de zaagkop geheel naar achteren (van de gebruiker weg).

3.Veiligheidsvergrendeling (73) bedienen en Aan/Uit-schakelaar (74) ingedrukt houden.

75 76

4.Zaagkop langzaam geheel naar beneden laten dalen, daarbij de handgreep met beide handen vast houden. Druk de zaagkop tijdens het zagen niet te hard op het werkstuk, het motortoerental mag niet te sterk dalen.

5.Trek de zaagkop naar voren (in richting gebruiker).

6.Zaag het werkstuk in één beweging door.

7.Laat de Aan/Uit-schakelaar los en laat de zaagkop langzaam in de bovenste uitgangspositie terugzwenken.

8.3Versteksneden

3Opmerking:

Bij het verstekzagen wordt het werkstuk gezaagd in een hoek ten opzichte van de achterste aanlegrand.

Maximale afmeting van het werkstuk (gegevens in mm):

 

 

Breedte

Hoogte ca.

<![if ! IE]>

<![endif]>draaitafel

 

ca.

 

 

 

 

 

 

 

 

KGS

KGS

 

 

216 M

254 M

15°

295

65

90

<![if ! IE]>

<![endif]>Stand

 

 

 

 

22,5°

280

65

90

 

 

 

 

30°

260

65

90

 

 

 

 

 

 

 

45°

215

65

90

 

 

 

 

 

Uitgangspositie:

Transportvergrendeling uitgetrokken.

De zaagkop is naar boven gezwenkt.

Snijdieptebeperking gedeactiveerd.

De inclinatie van de kantelarm ten opzichte van de loodlijn bedraagt 0, de grendelhefboom voor de instelling van de inclinatie is vastgezet.

Trekinrichting helemaal achteraan.

NEDERLANDS

De stelschroef van de trekinrichting is losgedraaid.

Een werkstuk zagen:

1.Draai de vastzetgreep (79) van de draaitafel (78) los en maak de pal

(77) los.

77 78

79

2. Stel de gewenste hoek in.

3Opmerking:

De draaitafel klikt vast in de hoekstanden 0°, 15°, 22,5°, 30° en 45°.

3.Draai de vastzetgreep van de draaitafel vast.

4.Zaag het werkstuk zoals beschreven onder „Rechte sneden“.

8.4Schuine sneden

3Opmerking:

Bij het schuin zagen wordt het werkstuk gezaagd in een hoek ten opzichte van de loodlijn.

Maximale afmeting van het werkstuk (gegevens in mm) bij een hellingshoek van 45:

 

KGS 216 M

KGS 254 M

 

 

 

Breedte ca.

305

305

 

 

 

Hoogte ca.

36

47

 

 

 

11

NEDERLANDS

Uitgangspositie:

Transportvergrendeling uitgetrokken.

De zaagkop is naar boven gezwenkt.

Snijdieptebeperking gedeactiveerd.

De draaitafel staat op de 0°-stand, de vastzetgreep voor de draaitafel is aangetrokken.

Trekinrichting helemaal achteraan.

De stelschroef van de trekinrichting is losgedraaid.

Werkstuk zagen:

1.Maak de grendelhefboom (80) voor inclinatie aan de achterkant van de zaag los.

80

2.Kantel de kantelarm langzaam in de gewenste stand.

3.Zet de hefboom voor instelling van de inclinatie vast.

4.Zaag het werkstuk zoals beschreven onder "Rechte zaagsneden".

8.5Dubbele versteksneden

3Opmerking:

De dubbele versteksnede is een combinatie van versteksnede en schuine snede. Dat wil zeggen dat het werkstuk schuin t.o.v. de achterste aanlegrand en schuin t.o.v. van de bovenkant gezaagd wordt.

AGevaar!

Bij de dubbele versteksnede is het zaagblad door de sterke inclinatie makkelijker toegankelijk - hierdoor neemt het gevaar voor verwondingen toe. Houd voldoende afstand van het zaagblad!

Maximale afmeting van het werkstuk (gegevens in mm) bij een hellingshoek van 45:

 

 

Breedte

Hoogte ca.

<![if ! IE]>

<![endif]>draaitafel

 

ca.

 

 

 

 

 

 

 

 

KGS

KGS

 

 

216 M

254 M

 

 

 

 

15°

295

36

47

<![if ! IE]>

<![endif]>Stand

 

 

 

 

22,5°

280

36

47

 

 

 

 

30°

260

36

47

 

 

 

 

 

 

 

45°

215

36

47

 

 

 

 

 

Uitgangspositie:

Transportvergrendeling uitgetrokken.

De zaagkop is naar boven gezwenkt.

Snijdieptebeperking gedeactiveerd.

De draaitafel is geblokkeerd in de gewenste positie.

De kantelarm is geblokkeerd in de gewenste hellingshoek t.o.v. het werkstukoppervlak.

De stelschroef van de trekinrichting is losgedraaid.

Trekinrichting helemaal achteraan.

Een werkstuk zagen:

Zaag het werkstuk zoals beschreven onder "Rechte zaagsneden".

8.6Groeven zagen

3Opmerking:

De combinatie van de snijdieptebegrenzing en de trekinrichting maakt het zagen van gleuven mogelijk. Hierbij wordt niet volledig doorgezaagd, maar wordt in het werkstuk slechts tot een bepaalde diepte gezaagd.

A Terugslaggevaar!

Bij het zagen van gleuven is het bijzonder belangrijk dat er geen zijdelingse druk op het zaagblad wordt uitgeoefend. Anders kan de zaagkop plots omhoogslaan! Maak gebruik van een kleminrichting bij het zagen van gleuven. Vermijd zijdelingse druk op de zaagkop.

Uitgangspositie:

Transportvergrendeling uitgetrokken.

De zaagkop is naar boven gezwenkt.

De kantelarm is geblokkeerd in de gewenste hellingshoek t.o.v. het werkstukoppervlak.

De draaitafel is geblokkeerd in de gewenste positie.

De stelschroef van de trekinrichting is losgedraaid.

Trekinrichting helemaal achteraan.

Een werkstuk zagen:

1.Stel de snijdieptebeperking (81) in op de gewenste snijdiepte en fixeer deze met de contramoer (82):

81

82

2.Maak de veiligheidsvergrendeling los en zwenk de zaagkop omlaag om de ingestelde snijdiepte te controleren:

3.Maak een proefsnede.

4.Herhaal eventueel de stappen 1 en 3, tot de gewenste snijdiepte ingesteld is.

5.Zaag het werkstuk zoals beschreven onder "Rechte zaagsneden".

12

9.Service en onderhoud

AGevaar!

Voor alle onderhoudsen reinigingswerkzaamheden moet u het netsnoer uittrekken.

Verdergaande onderhoudsof reparatiewerkzaamheden dan die welke in dit hoofdstuk staan beschreven, mogen uitsluitend door geschoold personeel worden uitgevoerd.

Beschadigde delen, in het bijzonder veiligheidsinrichtingen, alleen vervangen door originele onderdelen. Delen die niet door de fabrikant gecontroleerd en vrijgegeven zijn, kunnen onverwachte beschadigingen veroorzaken.

Na de uitvoering van onderhoudsen reinigingszaamheden moet eerst de goede werking van alle veiligheidsinrichtingen worden gecontroleerd.

9.1Zaagblad vervangen

AGevaar van verbrandingen!

Kort na het zagen kan het zaagblad zeer heet zijn. Laat een heet zaagblad eerst voldoende afkoelen. Reinig een heet zaagblad nooit met brandbare producten.

ASnijgevaar ook aan het staande zaagblad!

Bij het losen vastdraaien van de klemschroef moet de zwenkbare beschermkap over het zaagblad zijn gezwenkt.

Bij het vervangen van een zaagblad moet u veiligheidshandschoenen dragen.

1.Fixeer de zaagkop op de bovenste positie.

2.Om het zaagblad te vergrendelen, de vergrendelknop (83) drukken en hierbij het zaagblad met de andere hand draaien tot de vergrendelknop vastklikt.

8384

3.Maak de spanschroef (85) op de zaagblad as los met de inbussleutel (linkse schroefdraad!).

85

86

87

4.Maak de veiligheidsvergrendeling

(84)los en schuif de beschermkap

(87)omhoog en houd deze vast.

5.Neem de buitenflens (86) en het zaagblad voorzichtig van de zaagbladas en sluit de beschermkap weer.

AGevaar!

Gebruik geen schoonmaakmiddelen (bijvoorbeeld om harsresten te verwijderen) die de lichtmetalen delen van het chassis zouden kunnen beschadigen. De stabiliteit van de afkortzaag zou erdoor kunnen worden aangetast.

6.Reinig de klemvlakken:

Zaagbladas (88),

zaagblad,

buitenste flens (86),

Binnenflens (90).

NEDERLANDS

88

89

90

AGevaar!

Breng de binnenste flens correct aan! Anders kan de zaag blokkeren of het zaagblad kan loskomen! De binnenflens ligt correct, als de ringgroef naar het zaagblaad en de platte zijde naar de motor wijst.

7.Breng de binnenste flens (90) aan.

8.Maak de veiligheidsvergrendeling los en schuif de beschermkap omhoog en houd deze vast.

9.Breng een nieuw zaagblad aan – let op de juiste draairichting: van de linker (geopende) zijde gezien moet de pijl op het zaagblad overeenstemmen met de pijlrichting (89) op de zaagbladafdekking!

AGevaar!

Maak slechts gebruik van geschikte zaagbladen, die voor het maximaal toerental zijn geconstrueerd (zie "Technische gegevens") – bij ongeschikte of beschadigde zaagbladen kunnen door de centrifugaalkracht delen explosieachtig worden weggeslingerd.

Het is verboden om:

zaagbladen uit HSS-staal te monteren,

beschadigde zaagbladen;

slijpschijven te monteren.

AGevaar!

Het zaagblad moet gemonteerd worden met originele fabrieksklemflensen.

13

NEDERLANDS

Gebruik nooit losse klemringen. Het zaagblad zou vanzelf los kunnen komen.

De zaagbladen moeten uitgebalanceerd zijn. Ze mogen niet trillen, anders kunnen ze tijdens het werken vanzelf loskomen.

10.Sluit de beschermkap weer.

11.Schuif de buitenflens erop – De vlakke zijde moet naar de motor wijzen!

12.Spanschroef opschroeven (linker schroefdraad!) en handvast aantrekken.

Om het zaagblad te vergrendelen, de vergrendelingsknop indrukken en hierbij het zaagblad met de andere hand draaien tot de vergrendelingsknop vastklikt.

AGevaar!

U mag de steel van de sleutel niet verlengen om het zaagblad steviger vast te kunnen zetten.

Spanschroef niet door slaggen op de montagesleutel aantrekken.

13.Trek de klemschroef vast aan.

14.Controleer de goede werking. Maak hiervoor de veiligheidsvergrendeling los en klap de afkortzaak omlaag:

De zwenkbare beschermkap moet het zaagblad bij het omlaagzwenken vrijgeven, zonder andere onderdelen te raken.

Bij het omhoog klappen van de zaag in de uitgangspositie moet de beschermkap automatisch het zaagblad afdekken.

Zaagblad met de hand draaien. Het zaagblad moet zich in iedere mogelijke verstelpositie kunnen draaien, zonder andere delen te raken .

9.2Inlegprofiel vervangen

AGevaar!

Als het inlegprofiel beschadigd is, bestaat het risico dat kleine voorwerpen tussen het inlegprofiel en het zaagblad geklemd raken en het zaagblad blokke-

ren. Beschadigde inlegprofielen moeten onmiddellijk vervangen worden!

1.Verwijder de schroeven aan het inlegprofiel (91). Draai evt. de draaitafel en kantel de zaagkop om de schroeven te kunnen bereiken.

91

2.Tafelinlegstuk verwijderen.

3.Nieuw tafelinlegstuk inzetten.

4.Schroeven aan tafelinzetstuk vasttrekken.

9.3Regel de werkstukaanslag bij

1. Inbusbouten (92) losmaken.

92

92

93

2.Werkstukaanslag (91) zo uitrichten, dat hij exact haaks ten opzichte van het zaagblad staat, wanneer de draaitafel in de 0-positie vastklikt.

3.Inbusschroeven (92) vastdraaien.

9.4Snijlaser instellen

1.Schroef de laserafdekking (94) eraf en reinig indien nodig de het glas van de afdekking aan de buitenkant.

94

95

96

97

Laser in een rechte hoek uitrichten:

2.Draai de rechter inbusschroef (97) en/of de linker inbusschroef (95) los of trek deze aan om de laser in een rechte hoek uit te richten.

Laser zijdelings uitrichten:

3.Maak de middelste inbusschroef

(96) los.

4.Verschuif de lasereenheid in het slobgat:

– Naar rechts = tekenlijn wordt van de bediener uit naar rechts verschoven.

– Naar rechts = tekenlijn wordt van de bediener uit naar links verschoven.

5.Trek de middelste inbusschroef weer aan.

6.Schroef de laserafdekking (94) weer vast.

9.5Koolborstels controleren en vervangen

Versleten koolborstels uiten zich door:

stotterende loop van de motor;

storingen bij de ontvangst van radio- en televisieprogramma's terwijl de motor loopt;

blijven staan van de motor.

Voor het controleren of vervangen van de koolborstels:

1.trekt u de stekker uit het stopcontact.

2.sluitstop van de koolborstels aan de motorkast met een geschikte schroevendraaier losschroeven.

De afbeelding toont het vervangen van de voorste koolborstel(98). De tweede koolborstel bevindt zich aan de tegenover liggende kant van de motorbehuizing.

14

98

3.Trek de koolborstel (98) eruit en controleer deze. De slijpkool moet minstens 8 mm lang zijn.

4.Steek de intakte koolborstel in de schacht. De beide lussen van de kleine metalen plaat moeten in de zijdelingse groeven in de schacht grijpen.

5.Draai de sluitstop weer vast.

6.Herhaal de stappen 2 tot 5 om de tweede koolborstel aan de tegenoverliggende zijde van de motor te vervangen.

7.Controleer de werking van de zaag.

9.6Apparaat reinigen

Verwijder zaagsel en stof met borstel of stofzuiger van/uit:

verstelinrichtingen;

bedieningselementen;

koelopening van de motor;

ruimte onder het inlegprofiel;

ruimte boven de lasereenheid.

9.7De werktafel opbergen

AGevaar!

Berg apparatuur zo op dat deze niet door onbevoegden in werking kan worden gezet.

Zorg dat niemand er zich aan kan verwonden.

A Opgelet!

De machine mag niet in openlucht of in een vochtige ruimte opgeborgen worden.

Houd rekening met de toegelaten omgevingsomstandigheden (zie Technische gegevens).

9.8Onderhoud

Voor elk gebruik

Zaagsel met een stofzuiger of een kwast verwijderen.

Controleer de stroomkabel en de stekker op beschadigingen en laat ze eventueel vervangen door een elektromonteur.

Controleer of alle bewegende delen over het volledige bewegingsbereik vrij zijn.

Regelmatig afhankelijk van de gebruiksomstandigheden

Controleer alle schroefverbindingen en schroef ze eventueel vast.

Controleer de terugstelfunctie van de zaagkop (de zaagkop moet onder invloed van de veerkracht terugkeren naar zijn bovenste uitgangspositie), eventueel vervangen.

Geleidingselementen licht smeren.

10.Tips en trucs

Bij lange werkstukken, gebruikt u links en rechts van de zaag een geschikte steun.

Bij geneigde sneden werkstuk rechts van het zaagblad vasthouden.

Bij het zagen van kleine gedeeltes een extra aanslag gebruiken (als extra aanslag kan bv een passende houten plank dienen, dat aan de aanslag van het apparaat wordt vastgeschroefd).

Bij het zagen van een gebogen (kromgetrokken) plank, legt u de naar buiten gebogen zijde tegen de werkstukaanslag.

Zaag werkstukken niet langs de smalle kant, maar leg ze vlak op de draaitafel.

Houd het tafeloppervlak schoon – verwijder vooral de harsrestanten met behulp van een hiervoor geschikte reinigingsen onderhoudsspray.

NEDERLANDS

11.Beschikbare accessoires

Voor bijzondere werkzaamheden zijn volgende accessoires verkrijgbaar in de vakhandel – de tekeningen vindt u terug op de omslagzijde achteraan:

AZaagbladdepot

voor het veilig bewaren van zaagbladen en accessoires.

BOnderhoudsen conserveringsspray

om harsresten te verwijderen en metalen oppervlakken te conserveren.

CAfzuigadapter

voor aansluiting van een zaagselafzuiginstallatie aan de zaagselafzuigtuit.

DMachinestandaard Machinestandaard en tafelverbreding in stabiele en robuuste constructie. In de hoogte verstelbaar.

Zaagbladen voor KGS 216 M:

EZaagblad-hardmetaal 216 x 2,4 / 1,8 x 30 24 W

voor langsen dwarssneden in massief hout.

FZaagblad-hardmetaal 216 x 2,4 / 1,8 x 30 48 W

voor langsen dwarssneden in massief hout en spaanplaat.

GZaagblad-hardmetaal 216 x 2,4 / 1,8 x 30 60 FT

voor langsen dwarssneden in gecoate platen en fineerplaten.

Zaagbladen voor KGS 254 M:

HZaagblad-hardmetaal 254 × 2,4 / 1,8 × 30 24 W

voor langsen dwarssneden in hout en niet gecoate spaanplaten.

IZaagblad-hardmetaal 254 × 2,4 / 1,8 × 30 48 W

voor langsen dwarssneden in hout en panelen.

JZaagblad-hardmetaal 254 × 2,4 / 1,8 × 30 60 W

voor langsen dwarssneden in hout, panelen en dikwandige kunststofprofielen.

KZaagblad-hardmetaal 254 × 2,4 / 1,8 × 30 80 FT

voor langsen dwarssneden in hout, panelen, kabelkanalen, hoogwaardige fineerplaten en laminaat.

15

NEDERLANDS

12.Reparatie

AGevaar!

Reparaties aan elektrische werktuigen mogen alleen uitgevoerd worden door elektrotechnici!

U kan elektrische apparatuur voor reparatie naar het servicepunt in uw land zenden. Het adres vindt u bij de lijst met onderdelen.

Geef bij inzending voor reparatie een omschrijving van het vastgestelde defect.

13.Milieubescherming

Het verpakkingsmateriaal van het apparaat kan voor 100% worden gerecycleerd.

Afgedankte elektronische apparatuur en accessoires bevatten grote hoeveelheden waardevolle gronden kunststoffen, die ook gerecycleerd moeten worden.

Deze handleiding werd gedrukt op chloorvrij gebleekt papier.

14.Problemen en storingen

Hieronder worden problemen en storingen beschreven die u zelf mag verhelpen. Indien de hier beschreven maatregelen niet verder helpen, zie "Reparatie".

AGevaar!

Bij het verhelpen van problemen en storingen gebeuren bijzonder veel ongevallen. Let daarom op de volgende punten:

Trek het netsnoer uit het stopcontact, telkens u een storing wenst te verhelpen.

Nadat de storing verholpen is, moet u eerst de goede werking van alle veiligheidsvoorzieningen controleren.

De motor draait niet

Er is geen spanning.

Controleer het snoer, de stekker, en de zekeringen.

Afkortzagen niet mogelijk

Transportvergrendeling ingeschakeld:

Transportvergrendeling eruit trekken.

Veiligheidsvergrendeling ingeschakeld:Veiligheidsvergrendeling losmaken.

Zaagvermogen te gering

Het zaagblad is bot (het zaagblad vertoont eventueel brandvlekken opzij);

Zaagblad voor het materiaal ongeschikt (zie hoofdstuk "Technische gegevens");

Het zaagblad is verbogen:

Zaagblad vervangen (zie hoofdstuk "Onderhoud").

De zaag trilt hevig

Het zaagblad is verbogen:

Zaagblad vervangen (zie hoofdstuk "Onderhoud").

Het zaagblad is niet correct gemonteerd:

Zaagblad correct gemonteerd (zie hoofdstuk "Onderhoud").

De draaitafel beweegt stroef

Zaagsel onder de draaitafel:Verwijder het zaagsel.

16

NEDERLANDS

15. Technische gegevens

 

 

KGS 216 M

KGS 254 M

 

 

 

 

Spanning

V

230(1~50Hz)

230(1~50Hz)

 

 

 

 

Stroomverbruik

A

7

8,7

 

 

 

 

Zekering

A

10 (langzaam)

10 (langzaam)

 

 

 

 

Motorvermogen (S6 20% 5 min.)

kW

1,5

1,8

 

 

 

 

Veiligheidsklasse

IP

20

20

 

 

 

 

Beveiligingsklasse

 

II

II

 

 

 

 

Zaagbladtoerental

min-1

5000

4500

Snijsnelheid

m/s

55

55

 

 

 

 

Doorsnede zaagblad (buiten)

mm

216

254

 

 

 

 

Opnameboring zaagblad (binnen)

mm

30

30

 

 

 

 

Afmetingen

 

 

 

Apparaat volledig met verpakking (lengte / breedte / hoogte)

mm

895 × 475 × 380

895 × 545 × 420

Apparaat bedrijfsklaar, draaitafel op 90° -positie (lengte / breedte /

mm

820 × 543 × 355

850 × 620 × 400

hoogte)

 

 

 

 

 

 

 

Maximale doorsnede van het werkstuk:

 

 

 

Rechte sneden (breedte / hoogte)

mm

305 / 65

305 / 90

Versteksneden (draaitafel 45°) (breedte / hoogte)

mm

205 / 65

205 / 90

Schuine snede (kantelarm 45° links) (breedte / hoogte)

mm

305 / 36

305 / 47

Dubbelversteksneden (draaitafel 45° / kantelarm 45° links) (breedte /

mm

205 / 36

205 / 47

hoogte)

 

 

 

 

 

 

 

Gewicht

 

 

 

Apparaat compleet met verpakking

kg

19

23

Apparaat gebruiksklaar

kg

14

17,5

 

 

 

 

Toegelaten transporten opslagtemperatuur

°C

0 tot +40°

0 tot +40°

 

 

 

 

Geluidsemissie volgens EN 61029-1

 

 

 

Geluidsdrukniveau LWA

dB (A)

86,8

86,8

Geluidsdrukniveau aan het oor van de gebruiker LPA

dB (A)

99,8

99,8

Onzekerheid K

dB (A)

3,0

3,0

 

 

 

 

Effectieve waarde van de geschatte versnelling

m/s2

 

 

(vibratie aan de handgreep) vectorsom ah

< 2,5

< 2,5

Onzekerheid K

 

1,5

1,5

 

 

 

 

Afzuiginstallatie (niet meegeleverd):

 

 

 

Aansluitdoorsnede afzuigstuk op de achterkant

mm

31,6

31,6

Minimaal luchtdebiet

m3/h

460

460

Minimale onderdruk aan afzuigmof

Pa

530

530

Minimale luchtsnelheid aan afzuigmof

m/s

20

20

 

 

 

 

Snijdlaser:

 

 

 

Max. uitgangsvermogen

mW

1,0

1,0

Aslengte

nm

650

650

Laserproductklasse

 

2

2

Laserproductnorm

 

EN 60825-1:

EN 60825-1:

 

 

1994 +A1+A2

1994 +A1+A2

 

 

 

 

17

NEDERLANDS

16.Leverbare zaagbladen

Diameter

Boring

Aantal tanden

Gebruik

Bestelnr.

 

 

 

 

 

216 mm

30 mm

24, wisseltand

Hout

628 009 000

 

 

 

 

 

216 mm

30 mm

48, wisseltand

Hout, niet-gecoate spaanplaten

628 041 000

 

 

 

 

 

216 mm

30 mm

60, vlakke trapeziumtand

Hout, gecoate platen, fineerplaten

628 083 000

 

 

 

 

 

254 mm

30 mm

24, wisseltand

Hout, niet-gecoate spaanplaten

628 220 000

 

 

 

 

 

254 mm

30 mm

48, wisseltand

Hout, panelen

628 221 000

 

 

 

 

 

254 mm

30 mm

60, wisseltand

Hout, panelen, dikwandige kunststofprofielen

628 222 000

 

 

 

 

 

254 mm

30 mm

80, vlakke trapeziumtand

Hout, panelen, kabelkanalen, hoogwaardige fineerpla-

628 223 000

 

 

 

ten, laminaat

 

 

 

 

 

 

18

1.Vista general del aparato (volumen de suministro)

26

25

24

23

22

21

20

19

18

17

16

1Empuñadura

2Empuñadura de transporte

3Escobilla de carbón

4Motor

5Bolsa para virutas

6Adaptador de aspiración

7Enclavamiento de transporte

8Gancho para enrollar el cable

9Compartimento para llave Allen 6 mm

10Barras guía para dispositivo de tracción

11Tornillo de retención para dispositivo de tracción

12Luz del área de corte

29

13Palanca de retención para el ajuste de la inclinación

14Tope de la pieza de trabajo

15Extensión de la mesa + Empuñadura de transporte

16Palanca bloqueadora para la extensión de la mesa

17Mango de retención para la mesa giratoria

18Trinquete para posiciones de enclavamiento

19Pieza suplementaria de la mesa

20Mesa

21Mesa giratoria

22Dispositivo de sujeción para la pieza de trabajo

ESPAÑOL

1

2

3

4

5 6 7

8

9 10 11 12 13 14

15

27

28

23Salida del láser

24Bloqueo de la hoja de sierra

25Bloqueo de seguridad

26Interruptor de encendido y apagado de la sierra

27Cabezal de sierra

28Cubierta de protección pendular

29Límite de profundidad de corte

Herramienta

Llave Allen (6 mm)

Documentación de la máquina:

Manual de instrucciones

Lista de piezas de recambio

19

ESPAÑOL

Índice

1.Vista general del aparato

(volumen de suministro) .......

19

2.¡Lea este manual

 

en primer lugar! .....................

20

3.

Seguridad ...............................

20

3.1

Uso previsto.............................

20

3.2Recomendaciones generales

 

de seguridad ............................

20

3.3

Símbolos en la máquina ..........

22

3.4

Dispositivos de seguridad........

23

4.

Instalación y transporte ........

23

5.Características específicas

 

del producto ...........................

24

6.

El aparato en detalle..............

24

7.

Puesta en servicio .................

25

7.1

Montar la bolsa para virutas ....

25

7.2Montar el dispositivo de

 

sujeción para la pieza

 

 

de trabajo.................................

26

7.3

Conexión a la red.....................

26

8.

Manejo ....................................

26

8.1

Cortes rectos ...........................

26

8.2

Serrar cortes pequeños ...........

27

8.3

Cortes de inglete......................

27

8.4

Cortes inclinados .....................

28

8.5

Cortes de inglete dobles ..........

28

8.6

Aserrado de ranuras ................

28

9.

Mantenimiento

 

 

y conservación.......................

29

9.1

Cambiar la hoja de sierra.........

29

9.2

Cambiar la pieza

 

 

suplementaria de la mesa........

30

9.3Ajustar el tope de pieza

de trabajo.................................

30

9.4 Ajuste del láser de corte ..........

30

9.5Comprobar y cambiar las

 

escobillas de carbón ................

31

9.6

Limpieza del aparato ...............

31

9.7

Almacenamiento del aparato ... 31

9.8

Mantenimiento .........................

31

10.

Consejos y trucos..................

31

11.

Accesorios disponibles ...

32/66

12.

Reparación .............................

32

13.Protección del medio

 

ambiente .................................

32

14.

Problemas y averías ..............

32

15.

Especificaciones técnicas ....

33

16.Hojas de sierra disponibles .. 34

2.¡Lea este manual en primer lugar!

Este manual de instrucciones se ha realizado de forma que usted pueda

empezar a trabajar rápidamente y con total seguridad con su equipo. A continuación le indicamos algunas pautas sobre la utilización del manual de instrucciones:

Antes de poner en servicio el equipo, lea todo el manual de instrucciones. Observe especialmente las instrucciones de seguridad.

Este manual de instrucciones está dirigido a personal con conocimientos técnicos sobre máquinas como la que aquí se describe. En caso de no poseer ningún tipo de experiencia con este tipo de máquinas, debería solicitar en primer lugar la ayuda de personal cualificado.

Guarde en un lugar seguro todos los documentos suministrados con la máquina para así poderlos consultar en caso de necesidad. Guarde el comprobante de compra para un posible caso de solicitud de garantía.

En caso de que preste o venda la máquina, adjunte toda la documentación suministrada.

En caso de que se produzca algún daño derivado de la no observación de este manual de instrucciones, el fabricante no asumirá ningún tipo de responsabilidad.

La información de este manual de instrucciones se indica según sigue:

A¡Peligro!

Advertencia de daños personales o medioambientales.

B¡Peligro de descarga eléctrica!

Advertencia de daños personales debidos a la electricidad.

c¡Peligro de arrastre!

Advertencia sobre posibles daños personales al engancharse partes del cuerpo o ropa.

A ¡Atención!

Advertencia de daños materiales.

3Nota:

Información adicional.

Números en las ilustraciones (1, 2, 3, ...)

se refieren a piezas individuales;

están numerados correlativamente;

se refieren a los respectivos números entre paréntesis (1), (2),

(3)... que aparecen en el texto adyacente.

Las instrucciones de uso en las que se debe tener en cuenta el orden están numeradas.

Las instrucciones de uso con una secuencia arbitral se indican con un punto.

Los listados se indican con una raya.

3.Seguridad

3.1Uso previsto

La máquina es apropida para cortes longitudinales, cortes transversales, cortes oblicuos, cortes de inglete y cortes de inglete doble. Además también se pueden hacer ranuras.

Sólo deben trabajarse aquellos materiales para los que es apta la hoja de sierra (para hojas de sierra homologadas, véanse las "Especificaciones técnicas").

Tenga en cuenta las dimensiones admisibles de las piezas de trabajo (véase el capítulo "Instrucciones de uso").

No deben serrarse las piezas de trabajo con corte transversal o irregular (como por ejemplo, leña), ya que no pueden sujetarse durante el aserrado. Al cortar de canto piezas de trabajo planas, para mayor seguridad, deberá utilizarse un tope auxiliar adecuado.

Cualquier uso distinto se considerará como uso no previsto. ¡El uso no previsto, las modificaciones de la máquina y la utilización de piezas no comprobadas o autorizadas por el fabricante pueden provocar daños imprevisibles!

3.2Recomendaciones generales de seguridad

Al utilizar este aparato deben respetarse las siguientes instrucciones de

20

Loading...
+ 46 hidden pages