Magellan MERIDIAN User Manual [nl]

Gebruikershandleiding
Meridian serie GPS-
ontvangers
WAARSCHUWINGEN
OM VEILIGHEIDSREDENEN WORDT AANGERADEN DAT BESTUURDERS DIT
APPARAAT NIET GEBRUIKEN ALS HULP BIJ DE NAVIGATIE IN EEN VOERTUIG
TERWIJL DIT IN BEWEGING IS.
Probeer de instellingen van de Meridian niet te wijzigen terwijl u rijdt. Zet de auto aan de kant van de weg of laat een van de passagiers de wijzigen aanbrengen. Het is gevaarlijk om uw ogen van de weg te halen. Dit kan leiden tot een ongeluk waarbij u en/of anderen
gewond kunnen raken.
GEBRUIK UW GEZOND VERSTAND
Dit product is een geweldig navigatiehulpmiddel maar is niet bedoeld als vervanging van
een zorgvuldige oriëntatie en gezond verstand. Vertrouw nooit op slechts één apparaat
om de weg of uw positie te bepalen.
WEES VOORZICHTIG
Het GPS-systeem (Global Positioning System) wordt beheerd door de overheid van de
Verenigde Staten, die als enige verantwoordelijk is voor de nauwkeurigheid en het
onderhoud ervan.
De nauwkeurigheid van de positievaststelling is afhankelijk van periodieke aanpassingen
van GPS-satellieten door de overheid van de Verenigde Staten en kan variëren in
wijzigingen in het beleid voor burgergebruikers van het Department of Defense (het
Amerikaanse ministerie van Defensie) of het Federal Radionavigation Plan (het federale
plan voor radionavigatie). De nauwkeurigheid kan ook negatief worden beïnvloed door
slechte configuratie van satellieten.
GEBRUIK DE JUISTE ACCESSOIRES
Gebruik alleen kabels en antennes van Magellan; als u kabels en antennes van andere
leveranciers gebruikt, kunnen de prestaties van de ontvanger ernstig afnemen en kan het
apparaat beschadigd raken. Bovendien vervalt hierdoor de garantie.
GEBRUIKSRECHTOVEREENKOMST
Thales Navigation verleent u, de koper, het recht de software te gebruiken die wordt meegeleverd in en bij GPS-producten van Thales Navigation (de “SOFTWARE”) voor de normale werking van het apparaat. Het is alleen toegestaan om kopieën te maken voor eigen gebruik en voor gebruik binnen uw organisatie.
De SOFTWARE is eigendom van Thales Navigation en/of zijn leveranciers en valt onder auteursrechtwetgeving van de Verenigde Staten en bepalingen van internationale verdragen; deze SOFTWARE moet daarom worden behandeld als elk ander materiaal waarop auteursrecht rust.
Het is niet toegestaan deze SOFTWARE te gebruiken, kopiëren, reverse te engineeren of over te dragen, behalve op de wijze die uitdrukkelijk in deze overeenkomst wordt beschreven. Alle rechten die niet uitdrukkelijk worden verleend, zijn voorbehouden aan Thales Navigation en/of zijn leveranciers.
* * *
Het is zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Thales Navigation niet toegestaan enig gedeelte van deze handleiding in enige vorm of op enigerlei wijze te reproduceren of over te dragen, hetzij elektronisch of mechanisch, met inbegrip van fotokopieën en opname, voor enig ander doel dan het persoonlijk gebruik van de koper.
© 2001 Thales Navigation. Alle rechten voorbehouden.
Magellan™ en Meridian™ zijn handelsmerken van Thales Navigation.
Inhoudsopgave
Inleiding ............................................................................... 1
Deze gebruikershandleiding .................................................................... 1
De Meridian instellen ........................................................... 3
Batterijen plaatsen................................................................................... 3
Initialisatie voor het eerste gebruik ..........................................................4
Algemene werking ................................................................ 8
Meridian GPS-ontvanger ........................................................................8
Voeding in-/uitschakelen................................................................................9
Displaylampje in-/uitschakelen ......................................................................9
Contrast bijstellen........................................................................................ 10
Positie vaststellen ......................................................................................... 10
Navigatieschermen................................................................................ 10
Kaartscherm.................................................................................................11
Kompasscherm ............................................................................................ 11
Groot gegevensscherm ................................................................................. 11
Positieschermen ........................................................................................... 12
Wegscherm .................................................................................................. 12
Gegevensscherm .......................................................................................... 12
Snelheidsmeterscherm..................................................................................12
Satellietstatusscherm .................................................................................... 12
Toegang tot de navigatieschermen......................................................... 13
Waypoints opslaan ................................................................................ 13
GOTO-routes gebruiken ...................................................................... 16
GOTO-routes maken .................................................................................. 16
Navigeren op een GOTO-route ................................................................... 19
Naslag................................................................................. 20
Voeding/displaylampje/contrast ............................................................ 20
De Meridian aanzetten................................................................................. 20
Magellan Meridian GPS-ontvanger i
De Meridian uitzetten.................................................................................. 20
Het displaylampje gebruiken........................................................................ 21
Het contrast van de display bijstellen ........................................................... 21
Navigatieschermen................................................................................ 22
Navigatieschermen selecteren....................................................................... 22
Teruggaan naar het laatst bekeken navigatiescherm ...................................... 22
Kaartscherm.......................................................................................... 22
Kaartdetail instellen ..................................................................................... 22
De Kaartweergave aanpasen ......................................................................... 26
Kaartitems selecteren ................................................................................... 26
Weergave van waypoints in-/uitschakelen............................................... 26
Track lijnen in-/uitschakelen.................................................................. 26
Topografische lijnen in-/uitschakelen..................................................... 26
Weergave van POI’s in-/uitschakelen...................................................... 27
Alle kaartitems in-/uitschakelen ............................................................. 27
Kaartgegevensvelden instellen ...................................................................... 27
Gegevensvelden in-/uitschakelen............................................................ 28
Gegevensvelden selecteren...................................................................... 28
Twee gegevensvelden.......................................................................... 28
Gegevensvelden wijzigen................................................................ 28
Straatinformatie ................................................................................. 31
Horizontaal profiel............................................................................. 31
Terreinprojectie.................................................................................. 32
Oriëntatie van de kaart wijzigen................................................................... 32
Primair gebruik selecteren............................................................................ 33
Wegmodus selecteren ................................................................................... 33
Auto of Auto Detailed............................................................................ 34
Kompasscherm...................................................................................... 34
Gegevensvelden aanpassen ........................................................................... 34
Groot gegevensscherm........................................................................... 36
Gegevensvelden aanpassen ........................................................................... 36
Positiescherm ........................................................................................ 37
GPS-statusberichten .................................................................................... 38
Het positiescherm selecteren ........................................................................ 38
ii Magellan Meridian GPS-ontvanger
De tripteller op nul zetten............................................................................ 39
Gegevensvelden aanpassen ........................................................................... 39
Coördinatensysteem, kaartdatum en elevatiemodus selecteren ..................... 39
Gegevensvelden aanpassen ........................................................................... 39
Wegscherm ........................................................................................... 40
Gegevensvelden aanpassen ........................................................................... 40
Gegevensscherm.................................................................................... 41
Gegevensvelden aanpassen ........................................................................... 41
Snelheidsmeterscherm........................................................................... 42
Gegevensvelden aanpassen ........................................................................... 42
Satellietstatusscherm ............................................................................. 43
Waypoints / database............................................................................. 44
Toegang tot waypoints in de database .......................................................... 44
Gebruikerswaypoints selecteren (Alfabetisch)............................................... 46
Preloaded waypoints selecteren (Alfabetisch)................................................ 46
Uploaded waypoints selecteren (Alfabetisch)................................................ 46
Gebruikerswaypoints selecteren (Dichtbij Positie) ........................................ 46
Preloaded waypoints selecteren (Dichtbij Positie)......................................... 46
Uploaded waypoints selecteren (Dichtbij Positie)......................................... 47
Waypoints selecteren(Dichtbij Andere Categorieën)..................................... 47
De huidige positie opslaan als waypoint....................................................... 48
Handmatig nieuwe waypoints maken .......................................................... 48
Nieuwe waypoints maken met de kaartcursor .............................................. 49
Gebruikerswaypoints verwijderen ................................................................ 49
Gebruikerswaypoints bewerken.................................................................... 49
Kaartobjecten op de kaart bekijken .............................................................. 50
Gebruikerswaypoints op de kaart bekijken................................................... 50
Kaartobjecten opslaan als gebruikerswaypoints ............................................ 50
Zoeken naar een adres.................................................................................. 51
Routes................................................................................................... 52
GOTO-routes maken .................................................................................. 52
Weg-terugroutes maken ............................................................................... 52
Magellan Meridian GPS-ontvanger iii
Routes met meer etappes maken .................................................................. 53
Routes activeren/deactiveren........................................................................ 54
Routes weergeven......................................................................................... 55
Routes bewerken.......................................................................................... 55
Etappes invoegen ..................................................................................... 55
Etappes verwijderen ................................................................................. 56
Etappes vervangen ................................................................................... 56
Etappes toevoegen.................................................................................... 56
Nieuwe waypoints toevoegen aan een route ................................................. 56
Routes omkeren........................................................................................... 57
Routes verwijderen ...................................................................................... 57
Routes weergeven in het kaartscherm........................................................... 57
Routes maken op basis van weggeschiedenis ................................................ 57
Verticaal profiel............................................................................................ 58
Verticaal profiel selecteren...................................................................... 58
Weggeschiedenis .................................................................................... 59
Verticaal profiel - Route ......................................................................... 59
Verticaal profiel - Gemarkeerde weg....................................................... 59
Path Check ............................................................................................ 59
Setup .................................................................................................... 60
De Meridian initialiseren ............................................................................. 60
Navigatieschermen in-/uitschakelen............................................................. 60
Het coördinatensysteem selecteren............................................................... 61
Een kaartdatum selecteren ........................................................................... 61
De elevatiemodus selecteren......................................................................... 62
Het tijdformaat selecteren............................................................................ 62
Navigatie-eenheden selecteren...................................................................... 62
De noordreferentie selecteren....................................................................... 63
Zomertijd selecteren .................................................................................... 63
Timer Uitschakelen...................................................................................... 64
De timer van het displaylampje instellen...................................................... 64
De bieper in-/uitschakelen ........................................................................... 65
NMEA-bericht selecteren............................................................................. 65
Baudsnelheid selecteren ............................................................................... 65
De Instellingen Aan/Uit-toets wijzigen ........................................................ 66
Andere taal kiezen........................................................................................ 66
Geheugen wissen................................................................................... 67
iv Magellan Meridian GPS-ontvanger
Weggeschiedenis wissen ........................................................................... 67
Waypoints/routes wissen .......................................................................... 67
Alle routes wissen..................................................................................... 67
De Meridian instellen op standaardwaarden............................................. 67
Het hele geheugen van de Meridian wissen .............................................. 67
Weergave van zon/maan........................................................................ 68
Toegang tot het zon/maanscherm................................................................. 68
De zon/maandatum wijzigen ....................................................................... 68
De zon/maanpositie wijzigen ....................................................................... 68
Weergave van tijden voor vissen/jagen................................................... 69
Toegang tot het vissen/jagenscherm ............................................................. 69
De datum voor vissen/jagen wijzigen ........................................................... 69
De positie voor vissen/jagen wijzigen ........................................................... 69
Alarmsignalen ....................................................................................... 70
Het aankomstalarm instellen........................................................................ 70
Het ankeralarm instellen .............................................................................. 70
Het XTE-alarm instellen.............................................................................. 70
Het GPS-fixalarm instellen .......................................................................... 70
Simulator gebruiken.............................................................................. 71
De simulator aanzetten - automatisch modus............................................... 71
De simulator aanzetten - gebruikersmodus................................................... 71
De simulator uitzetten ................................................................................. 71
De Kaarthulpprogramma’s .................................................................... 72
Waypoints en routes de Gehergenkaart opslaan............................................ 72
Weg opslaan................................................................................................. 72
Waypoints en routes van de Geheugenkaart laden........................................ 72
Wegen van de Geheugenkaart laden............................................................. 73
Wegen van de Geheugenkaart laden............................................................. 73
De Geheugenkaat testen .............................................................................. 73
De Gedetailleerde kaart wijzigen.................................................................. 74
De Geheugenkaart formatteren.................................................................... 74
Over...................................................................................................... 75
Help...................................................................................................... 75
Magellan Meridian GPS-ontvanger v
Veelgestelde vragen ............................................................. 76
Appendix ............................................................................ 80
Problemen oplossen .............................................................................. 80
Pictogrammen van waypoints................................................................ 81
Contact opnemen met Magellan ........................................................... 82
Uw Meridian updaten........................................................................... 83
Specificaties........................................................................................... 84
Accessoires ............................................................................................ 85
MapSend Streets ™.............................................................................. 86
Mapsend gebruiken............................................................................... 87
Geheugenkaarten installeren ................................................................. 90
Aansluiten op externe apparaten............................................................ 91
WAAS................................................................................................... 93
Verklarende woordenlijst....................................................................... 94
vi Magellan Meridian GPS-ontvanger
Inleiding
Hartelijk dank dat u de Magellan Meridian GPS-ontvanger hebt gekocht. De Meridian beschikt over alle eigenschappen die zeelui, vissers, bergwandelaars, jagers en anderen die houden van buitensporten, verwachten van een Magellan GPS-ontvanger. Naast deze functies biedt de Meridian de mogelijkheid uw locatie weer te geven op een gedetailleerde stadsplattegrond, zodat u de beschikking hebt over een veelzijdig navigatiehulpmiddel waarvan u jarenlang plezier kunt hebben.
Sinds de introductie in 1989 van ‘s werelds eerste handzame GPS-ontvanger voor de “gewone” gebruiker is Magellan toonaangevend op het gebied van handzame GPS-systemen. Sinds die tijd is Magellan blijven werken om de “buitenwerker” en de consument te voorzien van navigatie-ontvangers, van de eerste GPS­ontvanger van minder dan $100 tot ontvangers voor auto’s met mogelijkheden om precies aan te geven welke straat u moet nemen.
Controleer voor u begint of de doos alle items bevat die worden vermeld op de binnenkant van de doos. Als een van deze items ontbreekt of beschadigd is, neemt u contact op met Magellan voor vervangende items. Magellan is een handelsmerk vanThales Navigation.
Deze gebruikershandleiding
Deze gebruikershandleiding bestaat uit zes hoofdstukken: Inleiding, De Meridian instellen, Algemene werking, Naslag, Veelgestelde vragen en Appendix. Elk van deze
hoofdstukken wordt kort beschreven zodat u direct naar het juiste hoofdstuk kunt gaan. De appendix bevat een verklarende woordenlijst en een index.
De Meridian instellen: Dit hoofdstuk toont u hoe u de Meridian klaar maakt
voor gebruik. De instructies omvatten hoe de batterijen te installeren en hoe de Meridian klaar te maken voor het eerste gebruik.
Algemene werking: Dit hoofdstuk geeft u stapsgewijze instructies voor het gebruik
van de basisfuncties van de Meridian. U leest hoe u een positie vaststelt, het kaartscherm weergeeft, waypoints opslaat en een GOTO-route gebruikt. Met deze vier basisvaardigheden kunt u de Meridian gebruiken voor de meeste doeleinden die handig zijn voor
Magellan Meridian GPS-ontvanger 1
u.
Naslag: In dit hoofdstuk vindt u stapsgewijze instructies voor alle functies van
de Meridian. Het hoofdstuk is zo ingedeeld dat u snel en gemakkelijk de functie kunt vinden die u zoekt.
Veelgestelde vragen: Dit hoofdstuk is bedoeld om enkele veelvoorkomende
vragen over de Meridian, het GPS (Global Positioning System) en het optimale gebruik van de Meridian te beantwoorden. Ervaren GPS­gebruikers lezen hier waarschijnlijk niet veel nieuws, maar nieuwe gebruikers kunnen hier veel antwoorden op hun vragen vinden.
Appendix: Secties met informatie over het aansluiten van de Meridian op
externe apparaten, accessoires, problemen oplossen en specificaties vindt u in de appendix.
Verklarende woordenlijst: Deze handleiding bevat een verklarende woordenlijst
met enkele termen, begrippen en afkortingen die u tegenkomt in de Meridian en in deze handleiding die niet alle gebruikers zullen kennen.
U kunt nu aan de slag met de Meridian. Deze handleiding lijkt erg dik. We hebben geprobeerd zo veel mogelijk informatie aan te bieden voor beginners; maar ook voor ervaren gebruikers bevat deze handleiding nuttige informatie zoals specificaties en functies die zij mogelijk willen gebruiken.
Wij vinden het belangrijk dat u tevreden bent met de Meridian en de bijbehorende documentatie. Als u ideeën, suggesties of klachten hebt, horen wij die graag van u via onze website (www.magellangps.com) of per e-mail.
2 Magellan Meridian GPS-ontvanger
De Meridian instellen
U stelt de Meridian in drie eenvoudige stappen in: u plaatst de batterijen, selecteert de taal die u wilt gebruiken en initialiseert de Meridian.
Batterijen plaatsen
De Magellan Meridian maakt gebruik van twee AA-batterijen die aan de achterzijde van het apparaat worden geplaatst via het klepje van de batterijhouder. Twee AA-batterijen gaan ongeveer 14 uur mee als u het displaylampje niet gebruikt. Het gebruik van het displaylampje verkort de levensduur van de batterij aanzienlijk. Als het displaylampje voortdurend ingeschakeld is, kunt u verwachten ongeveer 6 uur gebruik uit twee AA-batterijen te halen.
U verwijdert het klepje van de batterijhouder door de twee knoppen op het klepje helemaal naar links te drukken en het klepje vervolgens te verwijderen. Plaats de nieuwe batterijen zoals weergegeven in de afbeelding. Let er hierbij op dat u de batterijen plaatst met de juiste polen aan de juiste kant.
Plaats het klepje van de batterijhouder terug en duw de twee knoppen helemaal naar rechts. Controleer of het klepje vergrendeld is.
Hoe lang heb ik om de batterijen te vervangen? Alle waypoints of routes die u hebt gemaakt, worden opgeslagen in het permanente geheugen als de batterijen zijn verwijderd. De huidige positie en tijdsgegevens worden niet opgeslagen in het permanente geheugen, maar blijven zonder batterijen gedurende ten minste 12 uur bewaard.
Zet de Meridian altijd uit voordat u de batterijen verwijdert of de externe voeding uitschakelt. Als u dit niet doet, kunnen gegevens verloren gaan of beschadigd raken.
Magellan Meridian GPS-ontvanger 3
Initialisatie voor het eerste gebruik
De Meridian leidt u door het proces om de ontvanger in te stellen voor het eerste gebruik. Deze procedure noemt men het “Initialiseren van de Ontvanger”. Het doel van deze initialisatie is de Meridian te voorzien van algemene informatie over zijn geschatte locatie.
Dit kan op het eerste gezicht verwarrend lijken, want waarom moet een toestel dat gebruikt wordt om zijn positie te berekenen weten waar het gelokaliseerd is? De Meridian gebruikt informatie van de GPS-satellieten die rond de aarde draaien en als de Meridian een geschat idee van zijn locatie heeft, zal hij verwijzen naar de almanak in zijn geheugen om te selecteren welke satellieten zich erboven bevinden. Vanuit deze informatie kan de Meridian vervolgens de satellieten selecteren die hem de beste informatie zullen verschaffen voor de berekening van zijn locatie. Bij normaal gebruik zal de Meridian de laatste positie die hij berekende opslaan en deze positie gebruiken de volgende keer hij ingeschakeld wordt. Als de Meridian echter nieuw is (of als het geheugen volledig gewist werd), heeft de Meridian geen informatie over de laatste positie. Hij kan dan ofwel de satellieten ondervragen om te zien welke zich boven u bevinden of u kunt het toestel uw geschatte locatie verschaffen zodat de Meridian de initiële positie kan berekenen die bekend staat als de “eerste positievaststelling”.
Opmerking: U kunt het initialisatieproces overslagen door op de toets
[NAV] te drukken nadat u de taal geselecteerd hebt voor gebruik door de Meridian en u akkoord hebt verklaard met de Waarschuwingspagina. Als de Meridian satellietgegevens kan verzamelen (d.w.z. een duidelijk zicht van de hemel heeft), zal het toestel zichzelf beginnen te initialiseren. Het kan 3 tot 8 minuten duren voor het toestel zijn initiële positie berekend heeft.
Volg de volgende instructies om de Meridian te initialiseren.
Stap 1: Schakel de Meridian in
Druk op [PWR]
De Meridian wordt ingeschakeld en geeft het opstartscherm weer, gevolgd door het scherm voor de taalselectie.
4 Magellan Meridian GPS-ontvanger
Stap 2: Selecteer de taal
Gebruik de pijltoetsen Omhoog/Omlaag om de taal te markeren waarin u de schermen wilt weergeven. Als de gewenste taal gemarkeerd is, drukt u op [ENTER].
Stap 3: Aanvaard de Waarschuwingen en begin de initialisatie
Het Waarschuwingsscherm wordt weergegeven. Het scherm zal gedurende 10 seconden weergegeven worden en als de ENTER-toets niet ingedrukt werd, schakelt de Meridian zichzelf uit.
Als u de weergegeven waarschuwing begrijpt en er akkoord mee gaat, drukt u op [ENTER].
De Meridian geeft een bericht weer met de melding dat de ontvanger geïnitialiseerd moet worden.
Druk op [ENTER]
Stap 4: Selecteer uw Regio en Gebied
Gebruik de pijltoetsen op het apparaat om de regio te markeren.
Druk op [ENTER]
Gebruik de pijltoetsen op het apparaat om het gebied te markeren waar u zich bevindt.
Druk op [ENTER]
Magellan Meridian GPS-ontvanger 5
Stap 5: Voer de Tijd en Datum in
Gegevens invoeren Als u gegevens in de Meridian invoert, moet u soms de pijltoetsen gebruiken om de waarden in te voeren. Het volgende diagram legt uit hoe de pijltoetsen gebruikt worden.
Bewerken
hiermee verplaatst u de cursor naar links of rechts.
Als u drukt op de pijl
Rechts, heeft dit het
volgende resultaat:
hiermee verhoogt of verlaagt u de waarde.
Als u drukt op de pijl
Omhoog, heeft dit het
volgende resultaat:
Voer de Plaatselijke tijd in. De cursor wordt weergegeven in het tijdveld waar u de lokale tijd moet invoeren. Stel de lokale tijd in met de pijltoetsen. Zorg ervoor dat u de indicatie AM/PM instelt.
Wanneer de tijd klopt, drukt u op [ENTER].
Gegevens invoeren Nu is alleen nog de datum nodig. Gebruik de pijltoetsen om de datum van vandaag in te voeren.
Druk op [ENTER].
Alle informatie die nodig is om de positieberekening te versnellen is nu ingevoerd en de knop Klaar is gemarkeerd.
Druk op [ENTER] om de initialisatie te voltooien.
6 Magellan Meridian GPS-ontvanger
Stap 6: Eerste positievaststelling berekenen
Het satellietstatusscherm wordt weergegeven en er wordt een begin gemaakt met het opvragen van gegevens bij satellieten. U kunt de Meridian beginnen te gebruiken aan de hand van de algemene werking die in het volgende hoofdstuk wordt beschreven. U kunt de Meridian ook uitzetten. Als u de Meridian uitzet, worden alle gegevens die u zojuist hebt
Optionele Instellingsfuncties
Er zijn twee bijkomende opties die u mogelijk wilt instellen voor u uw Meridian GPS-ontvanger gebruikt: Contrast NAV Units.
Contrast. Om het contrast in te stellen, drukt u op [MENU]. Gebruik de pijltoetsen Omhoog/Omlaag om “Contrast” te markeren en druk op [ENTER].
Gebruik de pijlen Links/Rechts om het contrast te wijzigen naar een niveau dat de beste weergave van de vier balken geeft die onder de schuifbalk weergegeven worden. Als u tevreden bent over het contrast, drukt u op [ESC].
NAV Units. U kunt de meeteenheden selecteren die de Meridian zal gebruiken; Mijlen/Yards/MPU, Mijlen/Voet/MPU (standaard), Nautische Mijlen/Voet/Knopen of Kilometers/Kilometers per uur.
Om de NAV-meeteenheden te wijzigen, druk op [MENU] Gebruik de pijltjestoetsen Omhoog/Omlaag om “Setup” te markeren en druk op [ENTER]. Gebruik de pijltoetsen Omhoog/Omlaag om “NAV Units” te markeren en druk op [ENTER].
Gebruik de pijltoetsen Omhoog/Omlaag om de gewenste meeteenheid te markeren en druk op [ENTER].
Druk op [ESC] om naar het vorige scherm terug te gaan.
Dit vervolledigt de instelling voor uw Meridian GPS-ontvanger. Het volgende hoofdstuk beschrijft de basiswerking en het gebruik van de Meridian als een navigatiehulpmiddel.
Magellan Meridian GPS-ontvanger 7
Algemene werking
Voor velen is dit de eerste introductie van het gebruik van een GPS­ontvanger als navigatiehulpmiddel. Met al zijn kenmerken en functies kan de Meridian aanvankelijk enigszins intimiderend zijn. Dit is echter niet nodig. U hoeft maar een paar dingen te weten om de Meridian te kunnen gebruiken. In dit hoofdstuk worden deze uitgebreid beschreven. Andere kenmerken en functies worden beschreven in het gedeelte Naslag van deze gebruikershandleiding.
Meridian GPS-ontvanger
Quadrifilar antenne
IN - Hiermee zoomt u in op de kaart in het kaartscherm. (Druk eenmaal om één stap in te zoomen, houd deze knop ingedrukt als u snel door de zoomniveaus
wilt lopen.)
ESC - Hiermee annuleert u de bewerking van de laatst ingedrukte knop. U kunt hiermee ook in omgekeerde volgorde door de
navigatieschermen lopen.
NAV - Hiermee gaat u naar de diverse
navigatieschermen.
GOTO (toets met twee functies) - GOTO wor dt gebruikt om een rechtstreekse route te maken naar een willekeurig waypoint dat in het geheugen is opgeslagen. U kunt deze toets ook gebruiken om een positie te markeren.
PWR - Hiermee zet u de Meridian aan en uit. Deze knop wordt ook gebruikt om het displaylampje in
en uit te schakelen.
OUT - Hiermee zoomt u uit op de kaart in het kaartscherm. (Druk eenmaal om één stap uit te zoomen, houd deze knop ingedrukt als u snel door de zoomniveaus wilt
lopen.)
ENTER ­Hiermee bevestigt u de invoer van gegevens of de selectie in een
menu.
MENU ­Hiermee opent u de menu’s voor het weergegeven scherm. Met deze knop hebt u ook toegang tot functies voor waypoints, routes
en setup.
8 Magellan Meridian GPS-ontvanger
Voeding in- en uitschakelen
De Meridian aanzetten
PWR
ENTER
U hebt 10 seconden de tijd om op ENTER te drukken en de waarschuwing te accepteren. Als u niet binnen 10 seconden op ENTER drukt, wordt de Meridian uitgeschakeld.
Het laatste navigatiescherm dat u hebt bekeken, wordt weergegeven. Als het laatste navigatiescherm het kaartscherm was, wordt de laatste zoominstelling gebruikt.
De Meridian uitzetten
PWR
Als u op de knop PWR drukt, wordt de meridian onmiddellijk uitgeschakeld.
Als u op ESC drukt, wordt het afsluiten van de voeding geannuleerd.
Displaylampje in- en uitschakelen
U kunt het displaylampje instellen op drie standen: zwak, sterk of uit.
Houd deze knop
2 seconden
ingedrukt
PWR
displaylampje brandt (zwak)
Het
Houd deze knop
2 seconden
ingedrukt
PWR PWR
Het
displaylampje
brandt
(sterjk)
Houd deze knop
2 seconden
ingedrukt
displaylampje
Het
gaat uit
Het lampje verbruikt veel energie. Om te voorkomen dat u het lampje per ongeluk aanzet en aan laat, wordt het lampje
automatisch uitgeschakeld wanneer u vier minuten lang niet op een knop hebt gedrukt. Zodra u op een knop drukt, gaat het lampje weer aan. U kunt de tijd waarna het lampje wordt uitgeschakeld instellen in Setup.
Magellan Meridian GPS-ontvanger 9
Contrast bijstellen
Gebruik in elk
willekeurig
scherm
MENU
de pijltoetsen
om Contrast te markeren
Het menu kan
enigszins verschillen
per scherm.
Gebruik de
pijtoetsen
Links/rechts om
het contrast bij te
stellen.
ENTER
Positie vaststellen
Aangezien de Meridian de benodigde informatie opvraagt bij satellieten die om de aarde draaien, moet de antenne een redelijk vrij “beeld” van de hemel hebben. Zo kan de Meridian een keuze maken uit de satellieten die momenteel beschikbaar zijn.
Als er obstakels zijn in de vorm van grote rotsen of gebouwen, dicht gebladerte of andere obstructies, kunnen de satellietsignalen geblokkeerd worden en duurt het langer voordat een positie kan worden berekend.
U ziet de sterkte van het signaal en de naam van de satellieten die worden gebruikt in het satellietstatusscherm dat wordt beschreven in het volgende gedeelte.
De Meridian vasthouden De ontvanger is
ontworpen om gemakkelijk in de hand te houden.
Houd de Meridian in de palm van uw hand met de
antenne in de richting van de hemel.
Navigatieschermen
De Meridian beschikt over acht navigatieschermen: kaartscherm, kompasscherm, groot gegevensscherm, positiescherm, wegscherm, gegevensscherm, snelheidsmeterscherm en satellietstatusscherm. Deze schermen worden hier in het kort beschreven. Meer informatie over de verschillende schermen vindt u in het hoofdstuk Naslag van deze gebruikershandleiding.
10 Magellan Meridian GPS-ontvanger
Kaartscherm Het kaartscherm kent twee modi: positie of cursor. In de positiemodus wordt uw huidige positie aangegeven met een grote pijl in het midden van het scherm. Als u zich verplaatst, wijst de pijl in de richting waarin u beweegt. Onder in het scherm ziet u de schaal van de kaart die wordt weergegeven en twee gegevensvelden die u naar behoefte kunt aanpassen of uitschakelen.
In de cursormodus hebt u de beschikking over een cursor die u over de kaart kunt verplaatsen. Onder in het scherm ziet u informatie over de positie van de cursor in relatie tot uw huidige positie. U ziet ook interessante punten waar de cursor op staat.
U kunt de cursormodus activeren door op een willekeurige pijltoets te drukken. U ziet een kruisje dat u met de pijltoetsen kunt verplaatsen.
Als u terug wilt naar de positiemodus, drukt u op [ESC]. De cursor verdwijnt en de aanduiding van de huidige positie wordt weergegeven op het midden van de kaart.
Kompasscherm. Dit is een handig scherm om bij de hand te hebben terwijl u navigeert. U kunt het volledig aan uw wensen aanpassen zodat u de informatie ziet die u nodig hebt. Het onderste gedeelte van het kompasscherm bevat niet alleen een grafische weergave van de richting die u opgaat, maar ook de relatie van de zon en de maan en uw bestemming (als u via een route navigeert) tot de richting die u opgaat.
Groot gegevensscherm. Het grote gegevensscherm lijkt op het kompasscherm, maar het kompas is verwijderd, zodat er meer ruimte is voor de navigatiegegevens. Dit is ideaal wanneer u de Meridian op het dashboard van een boot hebt bevestigd met behulp van de optionele draaibeugel. De informatie is zelfs van een afstand gemakkelijk leesbaar.
Magellan Meridian GPS-ontvanger 11
Positieschermen. Het positiescherm 1 en 2 geven uw huidige positie weer met behulp van het coördinatensysteem dat u hebt geselecteerd in Setup. In dit scherm ziet u alle basisgegevens over de positie, tijd en satellieten. Daarnaast worden actuele navigatiegegevens weergegeven in de onderste helft van het scherm.
Wegscherm. In het wegscherm ziet u de route alsof u op een weg rijdt. Wanneer u moet afslaan, ziet u de afslag en de richting grafisch op de weg. Pictogrammen van waypoints en bestemmingen worden weergegeven in relatie tot uw positie zodra deze in zicht komen. Boven de weg ziet u een kompas dat de richting aangeeft waarin u rijdt en daarboven ziet u vier gegevensvelden die u kunt aanpassen.
Gegevensscherm. Wanneer u veel informatie nodig hebt in één scherm, is het gegevensscherm de aangewezen keuze. Dit scherm bevat zes gegevensvelden en een actief kompas. Dit is hetzelfde kompas als in het wegscherm. U kunt dit scherm aanpassen door zelf te selecteren welke gegevens worden weergegeven in de bovenste zes velden.
Snelheidsmeterscherm. In het snelheidsmeterscherm ziet u uw snelheid in een vertrouwde grafische weergave. Er bevinden zich vier extra gegevensvelden boven in het scherm die u kunt aanpassen zodat deze de gegevens weergeven die u nodig hebt. Onder in het scherm ziet u een tripteller die de afstand bijhoudt die u hebt afgelegd sinds de laatste keer dat u de teller op nul hebt gezet.
Satellietstatusscherm. Het satellietstatusscherm bevat een grafische weergave van de satellieten die bereikbaar zijn en geeft aan welke satellieten worden gebruikt om de navigatiegegevens te berekenen. In de staafdiagram ziet u de relatieve sterkte van het signaal dat van elke satelliet wordt ontvangen. Onder in het scherm bevindt zich een indicatie van de resterende spanning in de batterijen. Als u
een externe voedingsbron gebruikt, wordt dit ook hier aangegeven.
12 Magellan Meridian GPS-ontvanger
Toegang tot de navigatieschermen
De NAV-toets en de ESC-toets worden gebruikt om door de verschillende navigatieschermen te bladeren. Als u in één van de navigatieschermen bent, kunt u door op NAV te drukken naar het volgende navigatiescherm in de lijst gaan en door te drukken op ESC gaat u naar het vorige navigatiescherm. Als u niet in één van de navigatieschermen bent, gaat u door te drukken op NAV terug naar het vorige navigatiescherm dat u hebt bekeken.
OPMERKING: Als u gegevens invoert, gaat u terug naar het laatste navigatiescherm door op NAV te drukken, maar uw invoer wordt niet opgeslagen.
Waypoints opslaan
Eerst enkele eenvoudige definities. Een waypoint is een positie op de aarde die u in het geheugen hebt opgeslagen. Een waypoint opslaan wordt gewoonlijk “Mark (Markeren)” genoemd. Als er dus verwezen wordt naar het markeren van een waypoint, betekent dit eenvoudigweg een positie op de aarde opslaan in het geheugen.
De Meridian heeft een aantal manieren om dit te doen, maar de meest gebruikelijke is het opslaan van uw huidige positie, de coördinaten van een positie invoeren of de positie van de cursor opslaan terwijl u in het Kaartscherm bent. Deze waypoints kunnen dan later gebruikt worden om routes te creëren of als de bestemming van een GOTO. (Een GOTO is een route van één enkele etappe die gedefinieerd is als een route van uw huidige positie naar een waypoint. Ik ben hier and ik wil daarheen.)
Uw huidige positie opslaan als een Waypoint
Druk in een willekeurig scherm op [GOTO] en houd deze knop 2 seconden ingedrukt. Het markeerscherm wordt weergegeven.
De knop Opslaan is gemarkeerd en u kunt op [ENTER] drukken om het waypoint op te slaan met de standaardnaam en het standaardpictogram.
U kunt later teruggaan en de waypointgegevens bewerken via het menu Database. U kunt de gegevens ook nu bewerken aan de hand van de volgende richtlijnen. (Zie
Waypoints in het gedeelte Naslag van deze gebruikershandleiding.)
Magellan Meridian GPS-ontvanger 13
Uw huidige positie als een Waypoint opslaan met een door de gebruiker gekozen Pictogram en Naam
De methode hierboven is goed als u uw positie snel wilt opslaan, maar het zal later moeilijk zijn om uit te zoeken welk waypoint dit is uit een lijst van waypoints genaamd WPT001, WPT002, enz. Daarom wilt u mogelijk uw standaardnaam wijzing in een naam naar keuze. U kunt een ander pictogram selecteren dat u zal helpen om een waypoint te vinden als u het kaartscherm gebruik
Druk in een willekeurig scherm op [GOTO] en houd deze knop 2 seconden ingedrukt. Gebruik de pijlen OMHOOG/OMLAAG. U ziet dat de markering springt van veld naar veld en weer terug naar de knop Opslaan.
Markeer het veld Pictogram met de pijlen OMHOOG/OMLAAG. Druk op [ENTER].
Het venster waarin u het pictogram kunt selecteren wordt weergegeven. Gebruik de pijltoetsen om naar het gewenste pictogram te gaan. U ziet de naam van het pictogram boven in het venster. Voor uw gemak zijn alle pictogrammen en hun namen opgenomen in een lijst in de appendix van deze handleiding. Wanneer het gewenste pictogram is gemarkeerd, drukt u op [ENTER].
De cursor markeert nu het veld met de naam van het waypoint. Druk terwijl het naamveld gemarkeerd is op [ENTER]. Het invoertoetsenbord wordt weergegeven. Helemaal boven in het toetsenbordvenster ziet u welk veld u bewerkt, in dit geval het naamveld.
U kunt het gewenste teken selecteren met behulp van de pijltoetsen. Druk terwijl het teken is gemarkeerd op [ENTER]. Het teken wordt toegevoegd aan de naam die u invoert en wordt weergegeven in het veld boven de toetsen. (Opmerking: waypointnamen kunnen uit maximaal 8 tekens bestaan.)
Pijltoetsen: Verplaatst de markering van één toets naar de volgende.
Schakelt van hoofdletters naar kleine letters of omgekeerd.
Accepteert de naam en keert terug naar het scherm Mark.
14 Magellan Meridian GPS-ontvanger
Back-toets. Verplaatst de cursor één spatie terug en wist het laatste teken dat
ingevoerd werd.
Wist de volledige naam.
Wanneer u de juiste naam hebt, markeert u de knop OK en drukt u op [ENTER]. U gaat terug naar het markeerscherm waarin de nieuwe naam wordt weergegeven.
Een bericht invoeren
U kunt ook een bericht toevoegen aan waypoints die u aan het creëren bent. Er is echter een geheugenbeperking. U kunt tot 500 waypoints invoeren in uw Meridian, maar slechts 200 hiervan kunnen een bericht eraan toegewezen hebben.
Een bericht toevoegen aan een waypoint kan u helpen bij de identificatie van het waypoint. Als dit een waypoint was voor het huis van een vriend of een zaak, kon u een telefoonnummer of andere nuttige informatie toevoegen.
Om een bericht toe te voegen aan een waypoint dat u aan het creëren bent, markeert u het Berichtveld via de pijltoetsen Omhoog/Omlaag en drukt u op [Enter]. Hetzelfde toetsenbord dat gebruikt werd om een naam in te voeren, wordt u getoond zodat u een bericht kunt invoeren. Gebruik dezelfde techniek, u kunt een bericht tot 30 tekens in lengte invoeren.
Is er een maximumaantal waypoints dat kan worden opgeslagen in de Meridian? Ja, in het geheugen van de Meridian
kunnen maximaal 500 gebruikerswaypoints worden opgeslagen. Als u deze grens bereikt en behoefte hebt aan meer waypoints, moet u waypoints verwijderen die u niet meer nodig hebt om ruimte te maken.
PRAKTIJK
Gebruik de beschreven technieken, ga naar buiten en schakel uw Meridian in. Als de Meridian voordien geïnitialiseerd werd, zult u snel positievaststellingen aan het berekenen zijn. Druk op de toets NAV tot u het Kaartscherm ziet. Als het cursorpictogram wijzigt van een zandloper in een pijl, is de Meridian positievaststellingen aan het berekenen. Als het pictogram wijzigt in een pijl, houdt u de toets [GOTO] ingedrukt tot het Positiescherm wordt weergegeven. Wijzig de waypointnaam in “Thuis” en sla het waypoint op. We zullen dit waypoint gebruiken in de volgende bespreking over GOTO-routes.
Magellan Meridian GPS-ontvanger 15
GOTO-routes gebruiken
Een GOTO-route is gewoon een route met een beginpunt (uw huidige positie) en één enkel bestemmingspunt (een waypoint dat u selecteert). Om een GOTO-route te creëren is enkel vereist dat u het bestemmingswaypoint in het geheugen hebt opgeslagen. Dit waypoint kan er één zijn dat u eerder hebt opgeslagen (dat is opgeslagen in uw Gebruikerswaypointlijst) of één van de oriëntatiepunten die zijn meegeleverd in de ingebouwde database van de Meridian.
In het vorige deel, hebt u een waypoint gemaakt met de naam “Thuis”. Veronderstel nu dat u ergens anders gegaan bent en dat u wilt dat de Meridian u terug gidst. U hoeft dan enkel een GOTO-route te creëren en de Meridian doet de rest.
De toepassingen voor een GOTO-route zijn ontelbaar. U zou de positie van uw kampeerplaats kunnen markeren en steeds uw weg terugvinden. Of u zou de locatie kunnen markeren van een goede plaats om te vissen die u ontdekt hebt en volgend seizoen naar dezelfde plaats kunnen terugkeren. U zou zelfs de locatie van uw auto in een grote parking kunnen markeren en u geen zorgen meer hoeven te maken over het eindeloze rondzwerven om uw auto te vinden.
GOT O-routes maken
Stap 1: Toegang krijgen tot GOTO.
Druk op GOTO. Het eerste wat moet worden gedaan is het selecteren van het bestemmingswaypoint. Dit doet men door toegang te krijgen tot de waypointdatabase. Het eerste scherm wordt gebruikt om de categorie van de database te selecteren waarin het waypoint zich bevindt en hoe het zal gevonden worden, alfabetisch of dicht bij uw positie, een stad of andere waypoints.
Stap 2: Een categorie van Waypoints selecteren.
Gebruik de pijlen Omhoog/Omlaag om de markering door de lijst van waypointcategorieën te verplaatsen. De eerste categorie in de lijst is “Gebruiker” en dit zijn alle waypoints die u in uw Meridian­ontvanger hebt ingevoerd. De volgende categorieën zijn deze die
16 Magellan Meridian GPS-ontvanger
waypoints bevatten die vooraf in uw Meridian geladen werden en opgeslagen werden in het permanent geheugen. Als u de Meridian Marine bezit, zult u opmerken dat uw lijst aanzienlijk langer is dan deze die hier getoond wordt omdat vooraf bijkomende marine waypoints in uw Meridian geladen werden. (Selecteer voor dit voorbeeld de categorie “Gebruiker”).
Stap 3: Vinden Door selecteren.
Er zijn twee opties van “Vinden Door”: Alfabetisch en Dichtbij. Door Alfabetisch te selecteren worden alle waypoints in de categorie die u selecteert alfabetisch weergegeven. Dichtbij geeft een lijst van 20 waypoints weer, dicht bij uw positie of dicht bij het waypoint dat u selecteert in volgorde van hun afstand. Dit kan gebruikt worden om de waypoints weer te geven die het dichtst bij uw huidige positie zijn of om luchthavens weer te geven die het dichtst bij een stad zijn die u selecteert. Voor het doel van deze basiswerking, wordt enkel Alfabetisch gebruikt. Raadpleeg het hoofdstuk Naslag in de Gebruikershandleiding voor meer details over Dichtbij.
Gebruik de pijl Links/Rechts tot “Alfabetisch” weergegeven wordt in het veld Vinden Door.
Stap 4: Een GOTO-bestemmingswaypoint selecteren uit de categorie
Gebruiker.
Als “Gebruiker” gemarkeerd is en “Alfabetisch” in het veld “Vinden Door” staat, drukt u op [EN­TER]. Een lijst van alle waypoints die u ingevoerd hebt, wordt weergegeven. Gebruik de pijlen Omhoog/Omlaag om de gewenste meeteenheid te markeren en druk op [ENTER].
U keert terug naar het laatste navigatiescherm dat u hebt bekeken met enkele opmerkelijke wijzigingen. Als u een Kaartscherm bekijkt, zult u een dikke lijn opmerken die de grafische voorstelling is van de GOTO die u zojuist gecreëerd hebt. Andere navigatieschermen hebben hun kopbalk gewijzigd om aan te duiden dat u naar een bestemming aan het navigeren bent. Druk op de toets NAV tot u het Kompasscherm ziet. De kopbalk geeft nu weer “Naar: Thuis”. Alle navigatie-informatie die nu weergegeven wordt, dient om u de nodige details te bezorgen om u naar uw bestemming te krijgen, in dit geval “Thuis”
Alternatieve stap 4: GOTO Bestemmingswaypoint selecteren uit
Andere Categorieën.
Zoals reeds eerder vermeld, kan een GOTO elk waypoint zijn in het geheugen, ofwel deze die u gecreëerd hebt of deze die in de Meridian geladen werden. Als u andere waypoints selecteert dan “Gebruiker”,
Magellan Meridian GPS-ontvanger 17
krijgt u eerst een toetsenborddisplay te zien. De reden hiervoor is dat er duizenden waypoints in de lijst kunnen zitten en het gebruikelijke “bladeren” door de lijst kan heel wat tijd in beslag nemen. Door het toetsenbord te gebruiken, kunt u de tijd inkorten door naar een specifiek punt in de lijst te gaan.
(Als u op de toetsen gedrukt hebt terwijl u dit leest, bekijkt u waarschijnlijk momenteel één van de navigatieschermen. In dat geval moet u op [GOTO] drukken om de tekst te kunnen blijven volgen. Het eerste wat u zult opmerken is een bericht met de vraag of u de actieve GOTO wilt wissen. Als “Ja” gemarkeerd is, drukt u op [ENTER] om verder te gaan).
Als “Steden” gemarkeerd is en “Alfabetisch” in het veld Vinden Door staat, drukt u op [ENTER]. Dit is een lichte variatie van het toetsenbord dat u reeds gebruikt heeft. Deze keer werden de toetsen “shift” en “back” vervangen door “<-“ (verplaats cursor links) en “->” (verplaats cursor rechts). U wilt hier de naam van de gewenste stad intypen.
Stel dat u bijvoorbeeld naar Den Haag wilt. Gebruik het toetsenbord om de letter D te markeren en druk op [ENTER]. De naam verandert in de eerste stad in het geheugen van de Meridian die begint met de letter D en de cursor gaat naar de volgende letter in de naam van de stad. (U kunt de cursor terugzetten als u een fout hebt gemaakt door de knop <- op het toetsenbord te markeren en te drukken op [ENTER].)
Aangezien u zoekt naar Den Haag, markeert u de letter E en drukt u op [ENTER]. Markeer vervolgens de letter N en druk op [ENTER].
Als u de spatiebalk markeert en drukt op [ENTER], wordt een spatie toegevoegd. (U kunt ook de knop -> gebruiken om de cursor naar rechts te verplaatsen als u de letter wilt overslaan die de cursor aangeeft.)
U hoeft niet de hele naam te spellen. Het is de bedoeling dat u in de buurt van de naam komt, zodat u niet zo ver hoeft te schuiven tijdens de volgende stap. Meestal zijn de eerste vijf letters van de naam genoeg. Wanneer u de gewenste letters hebt ingevoerd, markeert u de knop OK en drukt u op [ENTER].
Tip: Er is een verborgen snelkoppeling die het markeren van “OK” en het drukken op [ENTER] vervangt. Als u tevreden bent dat u de zoektocht beperkt hebt en naar de lijst wilt gaan, drukt u op de toets [IN.]
De lijst met alle waypoints voor de categorie die u hebt geselecteerd, in dit geval steden, wordt weergegeven. Het waypoint dat eerder is
18 Magellan Meridian GPS-ontvanger
geselecteerd, bevindt zich boven aan de lijst. Gebruik de pijlen OMHOOG/OMLAAG om het gewenste waypoint te selecteren en druk op [ENTER].
In dit voorbeeld markeert u Den Haag en drukt u op [ENTER]. Het kaartscherm wordt weergegeven en alle gegevens die nodig zijn om de bestemming te bereiken, worden berekend.
Navigeren op een GOTO-route
De Meridian biedt u de hulpmiddelen die u nodig hebt om op de plaats van bestemming te komen. U hebt de keuze uit drie schermen die u kunt aanpassen. In deze schermen wordt de benodigde informatie weergegeven op de manier die u het prettigst vindt. Voor bergwandelaars is het kompasscherm perfect terwijl zeilers wellicht de voorkeur geven aan het grote gegevensscherm of kaartscherm. Voor u bevat het kaartscherm mogelijk alle informatie die u nodig hebt.
Druk op [NAV] totdat het gewenste navigatiescherm wordt weergegeven.
Als u het kaartscherm selecteert, ziet u de aanduiding van uw positie in het midden van het scherm en een lijn op de kaart die de GOTO-route voorstelt.
Deze route is hemelsbreed. Dit wordt ook wel LOS (line of sight) genoemd. De Meridian berekent de route niet met behulp van straten en snelwegen waarbij alle afslagen worden aangegeven. U zult al snel merken dat u de wegen en snelwegen kunt gebruiken die worden weergegeven in het kaartscherm. U kunt deze vergelijken met de weergegeven route en zo uw bestemming snel en eenvoudig bereiken.
GOTO-routes worden NIET in het geheugen opgeslagen als de Meridian wordt uitgezet. Als u reist op een GOTO­route en de Meridian moet uitzetten, moet u de GOTO­route opnieuw opzetten. Routes worden echter wel in het geheugen opgeslagen. Als u een GOTO-route moet maken,
maar verwacht dat u de Meridian moet uitzetten voordat u op de plaats van bestemming bent, kunt u overwegen om een route te maken die uit één etappe bestaat via het menu Route.
Magellan Meridian GPS-ontvanger 19
Naslag
Voeding/Displaylampje/Contrast
De Meridian aanzetten — U voorziet de Meridian van voeding en het
laatst bekeken navigatiescherm wordt weergegeven. Tijdens het opstarten ziet u op het eerste scherm de versie van de software en de kaartendatabase die momenteel zijn geladen in de Meridian. Het tweede scherm bevat een waarschuwing die u moet lezen. Nadat u de waarschuwing hebt gelezen, drukt u op ENTER om door te gaan. (Als u niet op ENTER drukt, wordt de Meridian na 10 seconden
uitgeschakeld.)
PWR
ENTER
U hebt 10 seconden de tijd om op ENTER te drukken en de waarschuwing te accepteren. Als u niet binnen 10 seconden op ENTER drukt, wordt de Meridian uitgeschakeld.
De Meridian uitzetten — U schakelt de Meridian uit.
PWR
Druk binnen vijf seconden op de toets ESC als u de bewerking wilt annuleren.
Als u binnen vijf seconden nogmaals op [PWR] drukt, wordt de Meridian onmiddellijk uitgeschakeld.
Alternatief In/Uitschakelen — Als u de Meridian in uw zak of in een
andere plaats hebt waar de knop [PWR] per ongeluk ingedrukt kan worden, wilt u het toestel mogelijk in de Alternatieve In/ Uitschakelmodus plaatsen.
De Meridian Inschakelen (Alternatief) – U moet de knop [PWR] ingedrukt houden tot het eerste opstartscherm wordt weergegeven. Nadat het scherm weergegeven wordt, werkt de Meridian normaal.
De Meridian uitschakelen (Alternatief) – Druk op [PWR] om de Meridian uit te schakelen. De aftelsequentie begint en u moet op [ENTER] drukken voor de sequentie eindigt. Als u niet op [ENTER] drukt voor de sequentie eindigt, keert de Meridian terug naar het laatst weergegeven scherm.
20 Magellan Meridian GPS-ontvanger
Alternatief In-/Uitschakelen kiezen
Druk in een
willekeurig
scherm op
MENU
Markeer
Setup
Gebruik de
pijlen O/O om
"No Protection" of
"On/Off protected" te
selecteren
ENTER ENTER
ENTER
Markeer
Power key
Het displaylampje gebruiken — Het displaylampje verlicht de display
zodat u dit gemakkelijker kunt lezen in het donker. Gebruik het lampje alleen als het echt nodig is, aangezien het veel stroom verbruikt waardoor de batterijen sneller leeg raken. Een automatische timer schakelt het lampje uit als u gedurende een bepaalde tijd niet op een knop hebt gedrukt. (Zie het hoofdstuk De Meridian instellen voor informatie over
het wijzigen van de instellingen voor de automatische timer).
PWR
Houd deze knop 2
seconden ingedrukt
1 keer drukken Lampje aan (zwak)
2 keer drukken Lampje aan (sterk)
3 keer drukken Lampje uit
Knopvolgorde
Het contrast van de display bijstellen — U kunt het contrast van de
display instellen zodat dit beter leesbaar is in lichte omgevingen.
Druk in een
willekeurig scherm op
MENU
Markeer
Contrast
ENTER ENTER
Stel het
contrastniveau bij
Magellan Meridian GPS-ontvanger 21
Navigatieschermen
Navigatieschermen selecteren — De knop NAV is een van de manieren
om de navigatieschermen te openen. (Opmerking: de weergegeven volgorde geldt wanneer alle acht de navigatieschermen zijn ingeschakeld. Schermen die u hebt uitgeschakeld in Setup worden niet weergegeven.)
Navigation Screen Sequence
NAV
Teruggaan naar het laatst bekeken navigatiescherm — Als u drukt op de
knop NAV gaat u terug naar het laatste navigatiescherm dat u hebt bekeken.
NAV
(Opmerking: Als u op [NAV] drukt in een scherm waarin u gegevens invoert, worden de gegevens niet opgeslagen.)
Kaartscherm
Kaartscherm
Kompasscherm
Groot gegevensscherm
Positiescherm
Wegscherm
Gegevensscherm
Snelheidsmeterscherm
Satellietstatusscherm
ESC
Het kaartscherm is het zenuwcentrum van de Meridian. Het kaartscherm beschikt over twee modi: Positie en Cursor.
In positiemodus wordt uw huidige positie aangegeven met een pijlcursor in het midden van de kaart die wijst in de richting die u opgaat. Onder in het scherm worden twee gegevensvelden weergegeven die u kunt aanpassen. Als u een groter stuk van de kaart wilt zien, kunt u deze gegevensvelden ook uitschakelen. Na deze korte beschrijving van het kaartscherm leest u hoe u dit scherm kunt aanpassen.
In de cursormodus hebt u de beschikking over een cursor die u over de kaart kunt verplaatsen. Onder in het scherm ziet u informatie over de positie van de cursor in relatie tot uw huidige positie. U ziet ook interessante punten waar de cursor op staat.
U kunt de cursormodus activeren door op een willekeurige pijltoets te drukken. U ziet een kruisje dat u met de pijltoetsen kunt verplaatsen.
Als u terug wilt naar de positiemodus, drukt u op [ESC]. De cursor verdwijnt en de aanduiding van de huidige positie wordt weergegeven op het midden van de kaart.
22 Magellan Meridian GPS-ontvanger
Loading...
+ 74 hidden pages