LIEBHERR SBSbs 7353-21 User Manual [nl]

Page 1
Gebruiksaanwijzing
BioFresh-vriescombinatie
221116
7086078 - 00
SBNbs ... 6
Page 2
Het apparaat in vogelvlucht
Inhoudsopgave
1.1 Overzicht apparaat en uitrusting............................... 2
1.2 Toepassingsgebied van het apparaat....................... 2
1.3 Conformiteit.............................................................. 3
1.4 Opstelafmetingen..................................................... 3
1.5 Energie sparen......................................................... 3
1.6 HomeDialog............................................................. 3
2 Algemene veiligheidsvoorschriften..................... 3
3 Bedienings- en controle-elementen..................... 5
3.1 Bedienings- en controle-elementen.......................... 5
3.2 Temperatuurweergave.............................................. 5
4 In gebruik nemen................................................... 5
4.1 Apparaat transporteren............................................ 5
4.2 Apparaat opstellen................................................... 5
4.3 Draairichting deur veranderen.................................. 6
4.4 Wateraansluiting....................................................... 8
4.5 Inbouw in het keukenblok......................................... 9
4.6 Afvalverwerking van de verpakking.......................... 9
4.7 Apparaat aansluiten................................................. 9
4.8 Apparaat inschakelen............................................... 9
5 Bediening................................................................ 10
5.1 Helderheid van het temperatuurdisplay.................... 10
5.2 Kinderbeveiliging...................................................... 10
5.3 Deuralarm................................................................. 10
5.4 Temperatuuralarm.................................................... 10
5.5 Koelgedeelte ........................................................... 10
5.6 BioFresh-gedeelte.................................................... 11
5.7 Vriesgedeelte........................................................... 12
6 Onderhoud.............................................................. 14
6.1 Ontdooien met NoFrost............................................ 14
6.2 Apparaat reinigen..................................................... 14
6.3 IceMaker reinigen..................................................... 15
6.4 Technische Dienst.................................................... 15
7 Storingen................................................................ 15
8 Uitzetten.................................................................. 16
8.1 Apparaat uitschakelen.............................................. 16
8.2 Buiten werking stellen............................................... 17
9 Apparaat afdanken................................................ 17
De fabrikant werkt voortdurend aan de verdere ontwikkeling van alle typen en modellen. Daarom vragen wij om uw begrip voor het feit dat wij wijzigingen in vorm, uitvoering en techniek moeten voorbehouden.
Om alle voordelen van uw nieuwe apparaat te leren kennen, de instructies in deze handleiding aandachtig doorlezen a.u.b.
De handleiding geldt voor meerdere modellen, afwijkingen zijn mogelijk. Paragrafen die alleen voor bepaalde apparaten van toepassing zijn, zijn gekenmerkt met een sterretje (*).
Gebruiksaanwijzingen zijn gekenmerkt met een , gebruiksresultaten met een
.

1 Het apparaat in vogelvlucht

1.1 Overzicht apparaat en uitrusting

Aanwijzing
Plateaus, schuifladen of manden zijn in de geleverde
u
toestand voor een optimale energie-efficiëntie ingedeeld.
Fig. 1
(1) Transportgreep achter (10) Uitloopopening (2) Bedienings- en contro-
lepaneel
(3) Binnenverlichting (12) Koudeaccu (4) Flessenrek* (13) VarioSpace (5) Draagplateau, deelbaar (14) Info-systeem (6) Draagplateau (15) Lades (7) Zone relatief droge
bewaarklimaten
(8) BioFresh regelaar (17) Stelpoten, transport-
(9) HydroSafe
1.2 Toepassingsgebied van het appa­raat
Gebruik volgens de voorschriften
Het apparaat is uitsluitend geschikt voor het koelen van levensmiddelen in een huishoude­lijke of vergelijkbare omgeving. Daartoe wordt bijv. het gebruik gerekend
-
in privékeukens, ontbijtgelegenheden,
-
door gasten in landhuizen, hotels, motels en andere accommodaties,
-
bij catering en vergelijkbare service in de groothandel.
Alle andere toepassingen zijn niet toegestaan.
Voorzienbaar verkeerd gebruik
(11) IceMaker
(16) Typeplaatje
grepen voor, transport­wieltjes achter
2 * afhankelijk van model en uitvoering
Page 3
De volgende toepassingen zijn uitdrukkelijk
verboden:
-
Opslag en koeling van medicijnen, bloed­plasma, laboratoriumpreparaten of vergelijk­bare, overeenkomstig de Europese richtlijn 2007/47/EG medische hulpmiddelen, ten grondslag liggende stoffen en producten
-
Gebruik in explosiegevaarlijke gebieden
Verkeerd gebruik van het apparaat kan tot beschadigingen van de opgeslagen goederen of het bederf hiervan leiden.
Klimaatklassen
Het apparaat kan afhankelijk van de klimaat­klasse, bij begrensde omgevingstemperaturen, worden gebruikt. De voor uw apparaat betref­fende klimaatklasse staat op het typeplaatje vermeld.
Aanwijzing
Om een probleemloze werking te waar-
u
borgen, moet de aangegeven omgevingstem­peratuur worden aangehouden.
Klimaat­klasse
SN 10 °C t/m 32 °C
N 16 °C t/m 32 °C
ST 16 °C t/m 38 °C
T 16 °C t/m 43 °C
voor omgevingstemperaturen van

1.3 Conformiteit

Het koudemiddelcircuit is gecontroleerd op dichtheid. Het apparaat voldoet aan de desbetreffende veiligheidsvoor­schriften alsmede de richtlijnen 2014/35/EU, 2014/30/EU, 2009/125/EG, 2011/65/EU en 2010/30/EU.
De BioFresh-lade voldoet aan de eisen van een koelvak conform DIN EN 62552.

1.4 Opstelafmetingen

Fig. 2

Algemene veiligheidsvoorschriften

x
Bij apparaten met meegeleverde wandafstandhouders wordt
de afmeting 35 mm (zie 4.2) .

1.5 Energie sparen

Let altijd op de be- en ontluchting. Dek de ventilatieope-
-
ningen resp. -roosters niet af. Houd de ventilatieluchtopeningen altijd vrij.
-
Plaats het apparaat niet naast een fornuis, verwarming of
-
dergelijke, en stel het apparaat niet bloot aan direct zonlicht. Het energieverbruik is afhankelijk van de plaatsingscondities
-
zoals bijv. de omgevingstemperatuur (zie 1.2) . Bij een van de normtemperatuur afwijkende omgevingstemperatuur van 25° C kan het energieverbruik veranderen. Open het apparaat, indien mogelijk zo kort mogelijk.
-
Hoe lager de temperatuur wordt ingesteld, hoe hoger het
-
energieverbruik. Sorteer de levensmiddelen (zie Het apparaat in vogelvlucht).
-
Alle levensmiddelen goed verpakt en afgedekt bewaren.
-
Rijpvorming wordt voorkomen. Levensmiddelen zolang als nodig eruit halen, zodat ze niet
-
te warm worden. Warme gerechten in het apparaat plaatsen: eerst op kamer-
-
temperatuur laten afkoelen.
Stof verhoogt het energieverbruik:
De koelmachine met warmtewisselaar -
-
metalen roosters aan de achterkant van het apparaat - eenmaal jaarlijks afstoffen.

1.6 HomeDialog

Afhankelijk van model en uitrusting kunnen met het HomeDialog System meerdere Liebherr­apparaten (b.v. in de kelder) aan een hoofdappa­raat (b.v. in de keuken) worden gekoppeld en vanuit deze worden bediend. Nadere informatie over de voordelen, voorwaarden en het functie­principe vindt u op internet onder www. liebherr.com.
2 Algemene veiligheidsvoor­schriften
Gevaren voor de gebruiker:
-
Dit apparaat kan door kinderen vanaf 8 jaar en ouder alsmede door personen met verminderde psychische, sensorische of mentale bekwaamheden of een gebrek aan ervaring en kennis worden gebruikt onder toezicht van een derde of met betrekking tot het veilige gebruik van het apparaat zijn onderwezen en de gevaren kennen en begrijpen. Kinderen mogen niet met het apparaat spelen. De reiniging en het onder­houd mag niet door kinderen zonder toezicht worden uitgevoerd. Kinderen van 3-8 jaar mogen het apparaat inladen en uitladen. Kinderen jonger dan 3 jaar dienen uit de buurt van het apparaat te worden gehouden, als het apparaat niet continu onder toezicht staat.
* afhankelijk van model en uitvoering 3
Page 4
Algemene veiligheidsvoorschriften
-
Als u het stroomsnoer van het apparaat uit het stopcontact trekt, altijd bij de stekker nemen. Niet aan het snoer trekken.
-
Trek, in geval van een storing, de stekker uit het stopcontact of schakel de beveiliging uit.
-
Beschadig het netsnoer niet. Gebruik het apparaat niet wanneer het netsnoer defect is.
-
Reparaties, aanpassingen aan het apparaat en het vervangen van het netsnoer alleen laten uitvoeren door de Technische Dienst of ander daarvoor opgeleid vakpersoneel.
-
Het apparaat alleen conform de beschrijving in de handleiding monteren, aansluiten en afvoeren.
-
Bewaar deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig en geef hem eventueel aan de volgende eige­naar door.
-
Alle reparaties resp. aanpassingen aan de IceMaker alleen laten uitvoeren door de Tech­nische Dienst of ander daarvoor opgeleid vakpersoneel.
-
De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade die door een verkeerde aansluiting aan de watervoorziening is ontstaan.
-
De lampen voor speciale doeleinden (gloei­lampen, led, TL-lampen) in het apparaat zijn bedoeld om de binnenruimte te verlichten en niet geschikt als kamerverlichting.
Brandgevaar:
-
Het gebruikte koelmiddel R 600a is milieu­vriendelijk, maar brandbaar. Ontsnappend koelmiddel kan vlam vatten.
De buisleidingen van het koelmiddelcircuit niet beschadigen.
Binnenin het apparaat geen open vuur of ontstekingsbronnen gebruiken.
Binnenin het apparaat geen elektrische apparaten gebruiken (b.v. stoomreinigers, verwarmingsapparatuur, ijsmachines enz.).
Wanneer er koelmiddel weglekt: Zorg dat zich geen open vuur of ontstekingsbronnen in de buurt van de lekkage bevinden. Ruimte goed ventileren. Contact opnemen met de Technische Dienst.
-
Geen explosieve stoffen of spuitbussen met brandbare drijfgassen, zoals b.v. butaan, propaan, pentaan enz. in het apparaat bewaren. Zulke spuitbussen zijn herkenbaar aan de op de verpakking vermelde inhouds­stoffen of een vlammensymbool. Eventueel ontsnappende gassen kunnen door elektri­sche componenten vlam vatten.
-
Houd brandende kaarsen, lampen en andere voorwerpen met open vlammen uit de buurt van het apparaat, zodat ze geen brand veroorzaken.
-
Alkoholische dranken of andere verpakkingen die alcohol bevatten, mogen uitsluitend goed afgesloten worden bewaard. Eventueel uittre­dende alcohol kan door elektrische compo­nenten vlam vatten.
Gevaar voor vallen en omkiepen:
-
Plint, laden, deuren enz. niet als voetensteun of om te leunen misbruiken. Dit geldt in het bijzonder voor kinderen.
Gevaar voor voedselvergiftiging:
-
Te lang opgeslagen levensmiddelen niet meer nuttigen.
Gevaar voor bevriezingen, gevoelloosheid en pijn:
-
Langdurig huidcontact met koude opper­vlakken en gekoelde of ingevroren levensmid­delen vermijden of veiligheidsmaatregelen treffen, b.v. handschoenen dragen. Consumptie-ijs, met name waterijs of ijsblokjes niet onmiddellijk en niet te koud consumeren.
Gevaar voor verwonding en beschadiging:
-
Hete stoom kan letsel tot gevolg hebben. Voor het ontdooien geen elektrische kachel­tjes of stoomreinigers, open vuur of ontdoois­pray gebruiken.
-
IJs niet met scherpe voorwerpen verwijderen.
Klemgevaar:
-
Bij het openen en sluiten van de deur niet in het scharnier grijpen. Vingers kunnen inge­klemd raken.
Symbolen op het apparaat:
Het symbool kan zich op de compressor bevinden. Het heeft betrekking op de olie in de compressor en wijst op het volgende gevaar: Kan bij het inslikken en indringen in de luchtwegen dodelijk zijn. Deze aanwijzing is alleen voor het recyclingproces van belang. In de normale modus bestaat er geen gevaar.
Neem de specifieke aanwijzingen in de overige hoofdstukken in acht:
GEVAAR duidt een direct gevaar aan, die de
dood of ernstig lichamelijk letsel tot gevolg kan hebben wanneer dit gevaar niet vermeden wordt.
WAAR­SCHUWING
VOORZICH TIG
duidt een gevaarlijke situatie aan, die de dood of ernstig lichamelijk letsel tot gevolg kan hebben wanneer dit gevaar niet vermeden wordt.
duidt een gevaarlijke situatie aan, die lichamelijk letsel tot gevolg kan hebben wanneer dit gevaar niet vermeden wordt.
4 * afhankelijk van model en uitvoering
Page 5

Bedienings- en controle-elementen

LET OP duidt een gevaarlijke situatie aan,
die materiële schade tot gevolg kan hebben wanneer dit gevaar niet vermeden wordt.
Aanwijzing geeft aan dat praktische aanwij-
zingen en tips gegeven worden.
3 Bedienings- en controle­elementen

3.1 Bedienings- en controle-elementen

Fig. 3
(1) Toets BioCool (11) Toets SuperFrost (2) Toets On/Off BioFresh-
gedeelte
(3) Insteltoets Up BioFresh-
gedeelte
(4) Insteltoets Down
BioFresh-gedeelte
(5) Symbool BioCool (15) Symbool Menu (6) Temperatuurdisplay
BioFresh-gedeelte
(7) Symbool IceMaker (17) Temperatuurdisplay vries-
(8) Insteltoets Up vriesge-
deelte
(9) Insteltoets Down vries-
gedeelte
(10) Toets On/Off vriesge-
deelte

3.2 Temperatuurweergave

In de normale modus worden:
de warmste vriestemperatuur
-
de gemiddelde BioFresh-temperatuur
-
De temperatuurweergave van het vriesgedeelte knippert:
de temperatuurinstelling wordt veranderd;
-
na het inschakelen is de temperatuur nog niet koud genoeg;
-
de temperatuur is met meerdere graden gestegen.
-
In de weergave knipperen strepen:
de vriestemperatuur is boven de 0 °C.
-
De volgende weergaven wijzen op een storing. De mogelijke oorzaken en maatregelen voor het oplossen: (zie Storingen).
-
F0 tot F9
-
FE
-
De LED van het symbool stroomuitval
(12) Toets Alarm
(13) Symbool Stroomuitval
(14) Symbool Kinderbeveili-
ging
(16) Symbool HomeDialog
gedeelte
(18) Symbool Alarm
(19) Symbool SuperFrost
knippert

4 In gebruik nemen

4.1 Apparaat transporteren

Gevaar voor verwonding en beschadiging door verkeerd trans­port!
u u u

4.2 Apparaat opstellen

Brandgevaar door vocht! Wanneer stroomgeleidende delen of de stroomaansluiting vochtig worden, kan dat leiden tot kortsluiting.
u
Brandgevaar door kortsluiting! Wanneer netsnoer/stekker van het apparaat of een ander apparaat en de achterzijde van het apparaat tegen elkaar liggen, kunnen netsnoer/stekker door trillen van het apparaat worden beschadigd, wat tot kortsluiting kan leiden.
u
u
Brandgevaar door koelmiddel! Het gebruikte koelmiddel R 600a is milieuvriendelijk, maar brandbaar. Ontsnappend koelmiddel kan vlam vatten.
u
Gevaar voor brand en beschadiging!
u
LET OP
Gevaar voor beschadiging door condenswater! Wanneer uw apparaat geen Side-by-Side (SBS) model is:
u
q
q
q
q
q
VOORZICHTIG
Het apparaat verpakt transporteren. Het apparaat rechtop transporteren. Het apparaat niet alleen transporteren.
WAARSCHUWING
Het apparaat is ontworpen voor gebruik in een gesloten ruimte. Het apparaat niet buiten, in een vochtige omgeving of binnen bereik van spatwater plaatsen.
WAARSCHUWING
Apparaat zo opstellen, dat stekker of netsnoer niet tegen het apparaat liggen. Stopcontacten die zich aan de achterzijde van het apparaat bevinden niet gebruiken om het apparaat of andere appa­raten aan te sluiten.
WAARSCHUWING
De buisleidingen van het koelmiddelcircuit niet bescha­digen.
WAARSCHUWING
Plaats geen warmte afgevende apparaten, bijv. magnetron, toaster enz. op het apparaat!
het apparaat niet strak naast een ander koel-/vriesapparaat zetten.
Neem bij beschadiging van het apparaat onmiddellijk - nog voor het aansluiten - contact op met de leverancier. De vloer waar het apparaat komt te staan moet waterpas en vlak zijn. Stel het apparaat niet op in direct zonlicht en ook niet naast een fornuis, verwarming of dergelijke. Het apparaat met de achterkant en indien gewenst inclusief de meegeleverde wandafstandhouders (zie beneden) direct tegen de muur plaatsen. Het apparaat mag alleen in onbeladen toestand worden verschoven.
* afhankelijk van model en uitvoering 5
Page 6
In gebruik nemen
De ondergrond van het apparaat moet dezelfde hoogte
q
hebben als de omgeven bodem. Stel het apparaat niet op zonder hulp.
q
Hoe meer koelmiddel R 600a er in het apparaat is, des te
q
groter moet de ruimte zijn, waarin het apparaat staat. In te kleine ruimtes kan bij een lek een brandbaar mengsel van gas en lucht ontstaan. Volgens de norm EN 378 moet per 11 g koelmiddel R 600a de plaatsingsruimte ten minste 1 m groot zijn. De hoeveelheid koelmiddel van uw apparaat staat op het typeplaatje aan de binnenkant van het apparaat.
Haal het aansluitsnoer van de achterzijde van het apparaat.
u
Verwijder hierbij de snoerhouder, anders kunnen trillingsge­luiden ontstaan! Haal de beschermfolie van de buitenzijde van het apparaat.
u
LET OP
Gevaar voor beschadiging door onderhoudsmiddel voor roest­vrij staal! De roestvrijstalen deuren en roestvrijstalen zijwanden zijn behandeld met een hoogwaardige oppervlaktecoating. Onderhoudsmiddel voor roestvrij staal tast de oppervlakken
aan.
Veeg de gecoate deuroppervlakken en zijwanden uitslui-
u
tend af met een zachte, schone doek.

4.3 Draairichting deur veranderen

Indien nodig kunt u de draairichting van de deur veranderen:
LET OP
Gevaar voor beschadigingen aan Side-by-Side apparaten door condenswater!
3
Wanneer een Side-by-Side apparaat (S…) samen met een tweede apparaat wordt gemonteerd (als SBS-combinatie) moet de scharnierkant blijven zoals hij werd aangeleverd.
Wissel de scharnierkant niet.
u
Controleer of volgend gereedschap klaar ligt:
Torx® 25
q
Torx® 15
q
schroevendraaier
q
eventueel accuschroevendraaier
q
eventueel een tweede persoon voor de montage
q
meegeleverde inbussleutel SW 2
q

4.3.1 Sluitdemper-eenheid afnemen

Verwijder alle transportbeveiligingsonderdelen.
u
Om ervoor te zorgen dat het opgegeven energieverbruik wordt bereikt, moeten de afstandhouders worden gebruikt die bij sommige apparaten zijn gevoegd. Hierdoor wordt de apparaat­diepte ca. 35 mmgroter. Het apparaat functioneert zonder gebruik van de afstandhouders goed en volledig, maar heeft een iets hoger energieverbruik.
Bij een apparaat met meegele-
u
verde wandafstandhouders deze wandafstandhouders links en rechts boven aan de achterkant van het apparaat monteren.
Voer de verpakking af (zie 4.6) .
u
Stel het apparaat met de
u
meegeleverde steeksleutel en met behulp van de stelpootjes (A) en een waterpas stevig en vlak op. Vervolgens de deur onder-
u
steunen: stelvoet bij lagerbus (B) uitdraaien tot deze op de vloer komt, daarna 90° verder draaien.
Fig. 4
Deuren openen.
u
LET OP
Gevaar voor beschadiging! Wanneer de deurdichting wordt beschadigd sluit de deur evt. niet goed en is de koeling niet voldoende.
Beschadig de deur niet met de schroevendraaier!
u
Afdekplaat
u
en verwijderen. De afdekplaat hangt over de demperbeugel.
w
Fig. 4 (1)
met gleufschroevendraaier uitklikken
Wanneer een Side-by-Side apparaat (S…) samen met een tweede apparaat wordt gemonteerd (als SBS-combinatie): Volg de montagehandleiding van de Side-by-Side combi-
u
natie. (Toebehorenzak van het SBS-vriesapparaat resp. van het apparaat met vriesgedeelte)
Aanwijzing
Apparaat reinigen (zie 6.2) .
u
Als het apparaat in een erg vochtige omgeving staat, kan er condens worden gevormd op de buitenkant van het apparaat.
Zorg altijd goed voor een goede ventilatie van de plaatsings-
u
ruimte.
Fig. 5
Schuif de afdekplaat naar voren, over de demperbeugel
u
Fig. 5 (5)
Beveiliging
u
Door de beveiliging kan het scharnier niet dichtklappen.
w
Afdekking
u
buitenkant optillen en naar buiten afnemen. Kantel het apparaat indien nodig met behulp van een
u
tweede persoon naar achteren. Bout
u
Demperbeugel
u
Afdekplaat
u
in de richting van het apparaat.
Fig. 5 (3)
Fig. 5 (2)
Fig. 5 (4)
Fig. 5 (1)
in het langsgat vastklikken.
met een schroevendraaier vanaf de
van onderaf uitdrukken.
Fig. 5 (5)
in de richting van de deur drukken.
afnemen.
6 * afhankelijk van model en uitvoering
Page 7
In gebruik nemen
Volledige sluitdemper-eenheid afschroeven (2 maal Torx®
u
15)
Fig. 5 (6)
Trek de sluitdemper-eenheid iets naar buiten, schuif hem
u
vervolgens in de richting van de greepzijde en draai hem uit. Leg de sluitdemper-eenheid opzij.
u
.

4.3.2 Deur afnemen

Fig. 6
Sluit de deur.
u
Afdekking
u
Afdekking
u
Fig. 6 (10) Fig. 6 (11)
naar voren en boven wegtrekken. eraf nemen.
VOORZICHTIG
Gevaar voor verwonding wanneer de deur eruit valt!
Deur goed vasthouden.
u
Deur voorzichtig neerzetten.
u
Bovenste lagerbus
u
25)
Fig. 6 (13)
Deur naar boven optillen en opzij leggen.
u
Fig. 6 (12)
en naar boven wegtrekken.
losschroeven (2 maal Torx®

4.3.3 Lagerdelen omplaatsen

Afdekking aan de greepzijde
u
en op de tegenoverliggende zijde plaatsen. Lagerbus
u
behulp van een accuschroevendraaier weer goed (met 4 Nm) vastschroeven.
Lagerbout
u
weer aanbrengen. Borgpen
u
Fig. 7 (25)
Fig. 7 (22)
Fig. 7 (40)
aan de nieuwe scharnierzijde evt. met
vastdraaien.
Fig. 7 (27)
compleet met schijfje en stelpootje
voorzichtig optillen

4.3.4 Greep omzetten

Fig. 8
Til de stop
u
Deurgreep
u
Fig. 8 (34)
Bij het monteren van de drukplaatjes aan de andere kant
u
erop letten dat ze vastklikken.*
Fig. 8 (30)
Fig. 8 (32)
verwijderen en aan de andere kant aanbrengen.
uit de deurlagerbus en plaats hem om.
, stoppen
Fig. 8 (33)
en drukplaatjes*

4.3.5 Deur monteren

Plaats de deur van boven op de lagerbout beneden
u
Fig. 7 (22)
Sluit de deur.
u
Plaats de bovenste lagerbus
u
scharnierkant in de deur. Bovenste lagerbus
u
schroeven (2 maal Torx® 25) gaten indien nodig voor of gebruik de accuschroeven­draaier. Afdekking
u
tegenoverliggende zijde vastklikken.
.
Fig. 6 (12)
Fig. 6 (10)
Fig. 6 (12)
goed (met 4 Nm) vast-
Fig. 6 (13)
en afdekking
aan de nieuwe
. Steek de schroef-
Fig. 6 (11)
elk op de

4.3.6 Sluitdemper-eenheid monteren

Fig. 7
Borgpen
u
omwenteling uitdraaien. Lagerbout
u
stelpootje Stop
u
Lagerbus
u
Borgpen
u
liggende zijde in de lagerbus draaien, tot de pen op één lijn met de lagerbus ligt. Lagerdeel
u
gedraaid weer goed vastschroeven Stop
u
* afhankelijk van model en uitvoering 7
Fig. 7 (40)
Fig. 7 (22)
Fig. 7 (24)
Fig. 7 (21)
Fig. 7 (25)
Fig. 7 (40)
Fig. 7 (28)
Fig. 7 (21)
met de meegeleverde inbussleutel ca. 1
compleet met schijfje
naar boven eruit draaien.
eraf halen.
losschroeven
geheel uitdraaien en aan de tegenover-
losschroeven en van binnen 180°
Fig. 7 (26)
Fig. 7 (29)
weer in het andere gat aanbrengen.
Fig. 7 (23)
.
.
en
Fig. 9
Afdekking
u
aan de andere kant weer inzetten. Sluitdemper-eenheid met scharnier naar de scharnierzijde
u
gericht inhaken (A) en indraaien (B). De schroefgaten links en rechts moeten precies boven
w
elkaar liggen.
Fig. 9 (7)
uit de afdekplaat
Fig. 9 (1)
nemen en
Page 8
In gebruik nemen
Sluitdemper-eenheid vastschroeven (2 maal Torx® 15)
u
Fig. 9 (6)
.
Fig. 10
Afdekplaat
u
de sluithaken naar voren wijzen en de voorkant naar het apparaat. Demperbeugel
u
Fig. 10 (26)
weer insteken zodat het vierkant in de uitsparing zit. Afdekking
u
Let erop dat de afdekking goed zit, zodat de deur probleem-
w
loos sluit en de bout beveiligd is. Beveiliging
u
Afdekplaat
u
Sluit de deur.
u
Fig. 10 (1)
op de demperbeugel inhangen zodat
Fig. 10 (5)
toe trekken en de bout
Fig. 10 (2)
Fig. 10 (3) Fig. 10 (1)
plaatsen en vastklikken.
draaien om te verwijderen. aan de deur vast laten klikken.
naar het lagergedeelte
Fig. 10 (4)
van boven

4.3.7 Deur uitlijnen

De deur eventueel via de beide langsgaten in de onderste
u
lagerbus Daartoe middelste schroef uitdraaien.
Gevaar voor verwonding door eruit vallende deur! Als de lageronderdelen niet goed zijn vastgeschroefd, kan de deur eruit vallen. Dit kan zwaar letsel tot gevolg hebben. Bovendien sluit de deur evt. niet, zodat het apparaat niet goed koelt.
De lagerbussen met 4 Nm goed vastschroeven.
u
Alle schroeven controleren en evt. aandraaien.
u
Fig. 7 (25)
ten opzichte van de kast uitlijnen.
WAARSCHUWING
Fig. 11
- De waterdruk moet tussen 0.15 MPa en 0.6 MPa (1,5 bar - 6 bar) liggen.
- De watertoevoer naar het apparaat toe moet via de koudwa­terleiding gebeuren, die geschikt is voor de bedrijfsdruk en aan de hygiënevoorschriften voldoet. Gebruik de bijgesloten rvs-slang (lengte 1,5 m). Gebruik oude slangen niet nog een keer. Een slang van 3 m is verkrijgbaar bij de Technische Dienst. Deze moet door een deskundig vakman gemonteerd worden. In het aansluitstuk van de slang bevindt zich een opvangzeef met dichting.
- Tussen de slangleiding en de wateraansluiting van het huis moet een afsluitkraan aanwezig zijn om de watertoevoer indien noodzakelijk te kunnen onderbreken.
- Alle apparaten en voorzieningen die voor de toevoer van het water worden gebruikt, moeten aan de geldige voorschriften van het betreffende land voldoen.
- De watertoevoerleiding mag bij de montage niet beschadigd of geknikt worden.

4.4 Wateraansluiting

Gevaar voor elektrische schokken!
u
u
u
Vergiftigingsgevaar!
u
u
u
8 * afhankelijk van model en uitvoering
WAARSCHUWING
Trek de stekker uit het stopcontact, voordat u de waterlei­ding aansluit. Sluit de watervoorziening af, voordat u de watertoevoerlei­dingen voor de ijsblokjesmaker aansluit. De aansluiting aan het drinkwaternet uitsluitend door een gekwalificeerde gas- en waterinstallateur laten uitvoeren.
WAARSCHUWING
De waterkwaliteit moet voldoen aan de drinkwatervoor­schriften van het betreffende land (b.v. 98/83/EU) , waar het apparaat wordt in bedrijf wordt genomen. Sluit het apparaat uitsluitend aan op de drinkwatervoorzie­ning. De IceMaker is uitsluitend bedoeld voor het maken van ijsblokjes voor privé-huishoudens en moet worden voorzien van daarvoor geschikt water.
Fig. 12
Sluit het rechte stuk van de meegeleverde rvs slang aan.
u
De magneetklep bevindt zich onder aan de achterkant van het apparaat. De klep heeft een R3/4 metrische aansluitschroef­draad.
Sluit het hoekstuk van de rvs slang aan de magneetklep
u
aan. Open de afsluitkraan van de watertoevoer en
u
controleer of het watersysteem niet lekt. Vóór de eerste inbedrijfstelling: De waterleiding door een deskundig vakman
u
laten ontluchten.
Page 9

4.5 Inbouw in het keukenblok

In gebruik nemen
Folies en zakken uit polyetheen
-
Spanbanden uit polypropeen
-
Vastgespijkerd houten raam afgewerkt met polyethy-
-
leen* Breng het verpakkingsmateriaal naar een officieel inzamel-
u
punt.

4.7 Apparaat aansluiten

LET OP
Verkeerd aansluiten! Beschadiging van de elektronica.
Geen omvormer gebruiken.
u
Geen energiespaarstekker gebruiken.
u
Fig. 13
(1) Opbouwkast (3) Keukenkast
() Apparaat (4) Wand
x
Bij apparaten met meegeleverde wandafstandhouders wordt
de afmeting 35 mm groter. (zie 4.2) . Het apparaat kan in keukenkasten worden ingebouwd. Om het
apparaat passen, kan boven het apparaat een opzetkast worden aangebracht.
Bij een ombouw met keukenkasten (diepte max. 580 mm) kan het apparaat direct naast de keukenkast geplaatst. Het apparaat steekt aan de zijkant 34 mmx en in het midden 50 mmx uit ten opzichte van het keukenkastfront.
Ventilatie-eisen:
-
-
-
Plaatst u het apparaat met de scharnierkant naast een muur
Fig. 13 (4)
minstens 40 mm bedragen. Dit in verband met het uitsteken van de deurgreep bij een geopende deur.
Fig. 13 (2)
aan de hoogte van het keukenblok aan te
Fig. 13 (1)
Fig. 13 (3)
Houd achter de gehele breedte van de opbouwkast een ruimte van minstens 50 mm diepte vrij voor luchtafvoer. De ontluchtingsdoorsnede onder het plafond moet minimaal 300 cm2 bedragen. Hoe groter de ventilatieruimte, hoe energiezuiniger het apparaat werkt.
, dan moet de afstand tussen apparaat en muur
worden

4.6 Afvalverwerking van de verpakking

Gevaar voor verstikking door verpakkingsmateriaal en folie!
u
WAARSCHUWING
Kinderen niet met het verpakkingsmateriaal laten spelen.
Verkeerd aansluiten! Brand.
Geen verlengkabel gebruiken.
u
Geen verdeeldozen gebruiken.
u
Stroomsoort (wisselstroom) en spanning op de plaats van bestemming moeten met de informaties op het typeplaatje (zie Het apparaat in vogelvlucht) overeenstemmen.
Het stopcontact moet volgens de voorschriften zijn geaard en een elektrische beveiliging bevatten. De afschakelstroom van de zekering moet liggen tussen 10 A en 16 A.
Het stopcontact moet gemakkelijk toegankelijk zijn, zodat de stroomvoorziening van het apparaat in geval van nood snel kan worden onderbroken. Het mag zich niet achter het apparaat bevinden.
Elektrische aansluiting controleren.
u
Steek de stekker in het stopcontact.
u

4.8 Apparaat inschakelen

Aanwijzing
De fabrikant adviseert:
Diepvriesproducten bij -18 °C of kouder in het apparaat
u
leggen.
Apparaat ca. 2 uur vóór de eerste lading inschakelen.

4.8.1 Volledig apparaat via het vriesgedeelte inschakelen

WAARSCHUWING
Toets On/Off vriesgedeelte
u
Het temperatuurdisplay BioFresh-gedeelte geeft de huidige
w
temperatuur in de binnenruimte aan. Het temperatuurdisplay vriesgedeelte en het symbool Alarm
w
knipperen tot de temperatuur voldoende koud is. Als de temperatuur boven 0 °C is knipperen streepjes, is de tempe­ratuur lager dan knippert de huidige temperatuur. Wanneer op het display „DEMO” wordt aangegeven, is de
w
demonstratiemodus geactiveerd. U kunt contact opnemen met de Technische Dienst.

4.8.2 BioFresh-gedeelte inschakelen

Toets On/Off BioFresh-gedeelte
u
Het temperatuurdisplay brandt.
w
De binnenverlichting brandt wanneer de deur open is.
w
Fig. 3 (10)
Fig. 3 (2)
indrukken.
indrukken.
De verpakking bestaat uit recyclebaar materiaal:
Golfkarton/karton
-
Onderdelen uit geschuimd polystyreen
-
* afhankelijk van model en uitvoering 9
Page 10
Bediening

5 Bediening

5.1 Helderheid van het temperatuurdis­play
U kunt de helderheid van het temperatuurdisplay aanpassen aan het omgevingslicht.
De functie wordt bij een gesloten deur geactiveerd en is niet relevant voor apparaten met een bedekt beeldscherm.

5.1.1 Helderheid instellen

De helderheid is instelbaar tussen h0 (geen verlichting) en h5 (maximale lichtsterkte).
Instelmodus activeren: toets SuperFrost
u
rende ca. 5 sec. indrukken.
w
Op het display wordt c aangegeven. Het symbool Menu
w
Met insteltoets Up vriesgedeelte
u
Down vriesgedeelte Bevestigen: toets SuperFrost
u
Display lichter instellen: insteltoets Up vriesge-
u
deelte
Fig. 3 (8)
Display donkerder instellen: insteltoets Down
u
vriesgedeelte Bevestigen: toets SuperFrost
u
indrukken. De helderheid is op de nieuwe waarde ingesteld.
w
Instelmodus deactiveren: toets On/Off vriesgedeelte
u
Fig. 3 (10)
-of-
5 min. wachten.
u
Op het temperatuurdisplay wordt weer de temperatuur
w
aangegeven.
indrukken.
Fig. 3 (15)
Fig. 3 (9)
indrukken.
Fig. 3 (9)
licht op.
h kiezen.
Fig. 3 (11)
indrukken.
Fig. 3 (11)

5.2 Kinderbeveiliging

Met de kinderbeveiliging zorgt u ervoor dat kinderen bij het spelen het apparaat niet onbedoeld uitscha­kelen.

5.2.1 Kinderbeveiliging instellen

Instelmodus activeren: toets SuperFrost
u
indrukken.
w
Op de display knippert c. Het symbool Menu
w
Druk kort op de toets SuperFrost
u
tigen. Als in de display om de kinderbeveiliging in te schakelen, drukt u
u
kort op de toets SuperFrost
De LED van het symbool Kinderbeveiliging
w
brandt. Op de display knippert c. Als in de display c0 wordt aangegeven:
om de kinderbeveiliging uit te schakelen, drukt u kort op de
u
toets SuperFrost De LED van het symbool Kinderbeveiliging
w
uit. In de display knippert c. Instelmodus deactiveren: toets On/Off vriesgedeelte
u
Fig. 3 (10)
-of-
5 min. wachten.
u
Op de temperatuurdisplay wordt opnieuw de temperatuur
w
weergegeven.
indrukken.
Fig. 3 (15)
is verlicht.
c1 wordt aangegeven:
Fig. 3 (11)
Fig. 3 (11)
.
Fig. 3 (11)
Fig. 3 (8)
even indrukken.
Fig. 3 (11)
Fig. 3 (11)
.
Fig. 3 (14)
gedu-
of insteltoets
ca. 5 s
om te beves-
Fig. 3 (14)
gaat

5.3 Deuralarm

Voor koel- / BioFresh-gedeelte en vriesgedeelte Als de deur langer dan 60 seconden open staat, klinkt er een geluidssignaal.
Het geluidssignaal dooft automatisch, als de deur wordt gesloten.

5.3.1 Deuralarm deactiveren

Het akoestisch alarm kan bij geopende deur worden uitgescha­keld. Het deactiveren werkt zolang de deur open staat.
Toets Alarm
u
Het akoestisch alarm gaat uit.
w
Fig. 3 (12)
indrukken.

5.4 Temperatuuralarm

Wanneer de vriestemperatuur niet laag genoeg is, gaat het akoestisch alarm af.
Tegelijkertijd knippert de temperatuurdisplay en de LED van het symbool Alarm
De oorzaak voor een te hoge temperatuur kan zijn:
warme nieuwe levensmiddelen werden in de diepvriezer
-
gelegd bij het herindelen en verwijderen van levensmiddelen is
-
teveel warme kamerlucht naar binnen gestroomd. de stroom is voor langere tijd uitgevallen
-
het apparaat is defect
-
Het akoestisch alarm stopt automatisch, het symbool Alarm
Fig. 3 (18)
knipperen, wanneer de temperatuur weer laag genoeg is. Wanneer het alarm niet uitgaat: (zie Storingen).
Aanwijzing
Wanneer de temperatuur niet laag genoeg is, kunnen levens­middelen bederven.
De kwaliteit van de levensmiddelen controleren. Bedorven
u
levensmiddelen niet meer nuttigen.
gaat uit en de temperatuurdisplay houdt op met
Fig. 3 (18)
.

5.4.1 Temperatuuralarm deactiveren

Het akoestisch alarm kan worden gedeactiveerd. Wanneer de temperatuur weer laag genoeg is, is de alarmfunctie weer actief.
Toets Alarm
u
Het akoestisch alarm is gedeactiveerd.
w
Fig. 3 (12)
indrukken.

5.5 Koelgedeelte

Door de natuurlijke luchtcirculatie in het koelgedeelte ontstaan er verschillende temperatuurbereiken. Direct boven de afschei­ding tussen de BioFresh zone en de achterzijde is het het koudste. Voorin aan de bovenkant en in de deur is het het warmste.

5.5.1 Draagplateaus

Plateaus verplaatsen of uitnemen
Fig. 14
Til het plateau op en trek het een stuk naar voren.
u
10 * afhankelijk van model en uitvoering
Page 11
Verstel het plateau in de hoogte. Verschuif daarvoor de
u
uitsparingen langs de geleiders. Om het plateau helemaal uit te nemen, moet het schuin
u
worden gezet en er naar voren toe uit worden getrokken. Plateaus op gewenste hoogte terugschuiven. De uittrek-
u
stops moeten naar beneden wijzen en achter de voorste steunrib liggen.
Draagplateaus demonteren

5.5.2 Deelbare draagplateau gebruiken

Deelbaar draagplateau
u
volgens de afbeelding onderschuiven.

5.6 BioFresh-gedeelte

In het BioFresh-gedeelte unnen sommige levensmiddelen tot drie maal langer worden bewaard dan bij traditioneel koelen en blijft de kwaliteit behouden.
Voor levensmiddelen met een vervaldatum geldt altijd de datum vermeld op de verpakking.

5.6.1 HydroSafe

De HydroSafe is bij een instelling op hoge luchtvochtigheid geschikt voor het bewaren van onverpakte sla, groenten en fruit die zelf veel vocht bevatten. Bij een goed gevulde schuiflade ontstaat een dauwfris klimaat met een luchtvochtigheid tot maximaal 90 %. De luchtvochtigheid in het vak hangt af van het vochtgehalte van de ingelegde producten en van hoe vaak het vak wordt geopend. U kunt de vochtigheid zelf instellen.

5.6.2 Levensmiddelen bewaren

Aanwijzing
Niet in het BioFresh-gedeelte horen koudegevoelige
u
groenten als komkommers, aubergines, halfrijpe tomaten, courgettes en alle koudegevoelige zuidvruchten.
Zorg ervoor dat levensmiddelen niet bederven door overge-
u
dragen bacteriën: bewaar onverpakte dierlijke en plantaar­dige levensmiddelen gescheiden van elkaar in de laden. Dat geldt ook voor verschillende soorten vlees. Als u levensmiddelen omwille van plaatsgebrek samen moet bewaren: de levensmiddelen verpakken.
u

5.6.3 Bewaartijden

Richtwaarden voor de bewaartijd bij lage luchtvochtig-
heid
Boter tot 90 dagen
Harde kazen tot 110 dagen
Melk tot 12 dagen
Vleeswaren, beleg tot 9 dagen
Gevogelte tot 6 dagen
Varkensvlees tot 7 dagen
Rundsvlees tot 7 dagen
Bediening
Richtwaarden voor de bewaartijd bij lage luchtvochtig-
heid
Wild tot 7 dagen
Aanwijzing
Denk erom dat eitwitrijke levensmiddelen sneller bederven.
u
D.w.z. schaal- en schelpdieren bederven sneller dan vis, vis sneller dan vlees.
Richtwaarden voor de bewaartijd bij hoge luchtvochtig-
heid
Groenten, salades
Artisjokken tot 14 dagen
Selderij tot 28 dagen
Bloemkool tot 21 dagen
Broccoli tot 13 dagen
Witlof tot 27 dagen
Veldsla tot 19 dagen
Erwten tot 14 dagen
Groene kool tot 14 dagen
Wortelen tot 80 dagen
Knoflook tot 160 dagen
Koolrabi tot 55 dagen
Kropsla tot 13 dagen
Kruiden tot 13 dagen
Prei tot 29 dagen
Champignons tot 7 dagen
Radijsjes tot 10 dagen
Spruitjes tot 20 dagen
Asperges tot 18 dagen
Spinazie tot 13 dagen
Savooikool tot 20 dagen
Fruit
Abrikozen tot 13 dagen
Appels tot 80 dagen
Peren tot 55 dagen
Braambessen tot 3 dagen
Dadels tot 180 dagen
Aardbeien tot 7 dagen
Vijgen tot 7 dagen
Bosbessen tot 9 dagen
Frambozen tot 3 dagen
Aalbessen tot 7 dagen
Kersen, zoet tot 14 dagen
Kiwi's tot 80 dagen
Perziken tot 13 dagen
Pruimen tot 20 dagen
Vossenbessen tot 60 dagen
* afhankelijk van model en uitvoering 11
Page 12
Bediening
Richtwaarden voor de bewaartijd bij hoge luchtvochtig-
heid
Rabarber tot 13 dagen
Kruisbessen tot 13 dagen
Druiven tot 29 dagen

5.6.4 Temperatuur instellen

In het BioFresh-gedeelte wordt de temperatuur automatisch net boven 0 °C gehouden.
U kunt de temperatuur een beetje kouder of warmer instellen. De temperatuur is instelbaar van b1 (koudste temperatuur) tot
b9 (warmste temperatuur). Standaard is de waarde b5 inge-
steld. Bij de waarden b1 t/m b4 kan de temperatuur onder de 0 ° C zakken, zodat de levensmiddelen kunnen aanvriezen.
Temperatuur hoger instellen: druk op deinsteltoets Up
u
BioFresh-gedeelte Temperatuur lager instellen: druk op deinsteltoets Down
u
BioFresh-gedeelte Wanneer u de eerst keer drukt, verschijnt op de BioFresh
w
temperatuurdisplay de temperatuur van dat ogenblik. Temperatuur stapsgewijs wijzigen: kort op de toets drukken.
u
-of-
Temperatuur doorlopend wijzigen: houd de toets ingedrukt.
u
w
Tijdens het instellen worden de waarden b1 tot b9 weerge­geven.
Ca. 5 sec. nadat u het laatst op de toets heeft gedrukt, wordt
w
de werkelijke temperatuur weergegeven. De temperatuur past zich langzaam aan de nieuwe instelling aan.

5.6.5 BioCool

Met BioCool schakelt u over op het hoogste koelvermogen. Gebruik BioCool om grote hoeveelheden levensmiddelen snel te koelen.
BioCool verbruikt iets meer energie.
BioCool inschakelen
Druk kort op de toets BioCool
u
De LED van het symbool BioCool
w
BioCool uitschakelen
Druk kort op de toets BioCool
u
De LED van het symbool BioCool
w

5.6.6 De vochtigheid instellen in de HydroSafe

u
u
hoge luchtvochtigheid: schuifre-
gelaar naar rechts schuiven.

5.6.7 Schuifladen

Fig. 3 (3)
Fig. 3 (4)
.
.
Fig. 3 (1)
Fig. 3 (5)
Fig. 3 (1)
Fig. 3 (5)
.
brandt.
.
gaat uit.
Fig. 16
Rails uitschuiven.
u
Schuiflade op de rails plaatsen en inschuiven tot deze aan
u
de achterkant hoorbaar vastklikt.

5.6.8 Vochtreguleringsplaat

Fig. 17
Vochtreguleringsplaat verwijderen: plaat bij verwijderde
u
schuifladen voorzichtig naar voren trekken en naar beneden eruit lichten. Vochtreguleringsplaat terugplaatsen: dekselranden van de
u
plaat van onder in de achterste houder en aan de voorkant in de houder

5.7 Vriesgedeelte

In het vriesgedeelte kunt u diepvriesproducten of ingevroren levensmiddelen bewaren, ijsblokjes maken en verse levens­middelen invriezen.

5.7.1 Levensmiddelen invriezen

U kunt maximaal zo veel kilo verse levensmiddelen binnen 24 uur invriezen, als op het typeplaatje (zie Het apparaat in vogelvlucht) onder „Invriescapaciteit ... kg/24h” is aangegeven.
De laden kunnen elk met max. 25 kg diepvriesproducten, de plateaus elk met max. 35 kg worden belast.
Gevaar voor verwonding door glasscherven! Flessen en blikjes drinken kunnen bij het invriezen springen. Dit geldt met name voor koolzuurhoudend drinken.
u
Om de levenmiddelen snel door en door te laten bevriezen, mag u de volgende hoeveelheden per verpakking niet over­schrijden:
- fruit, groente max. 1 kg
- vlees max. 2,5 kg
u

5.7.2 Levensmiddelen ontdooien

- in het koelgedeelte
- in een magnetron
- in een oven/heteluchtoven
- bij kamertemperatuur
u
VOORZICHTIG
Flessen en blikjes met drinken niet invriezen!
Verdeel de levensmiddelen in porties en doe ze in diepvries­zakjes of in herbruikbare bakjes van kunststof, metaal of aluminium.
Ontdooide levensmiddelen alleen bij wijze van uitzondering weer invriezen.
Fig. 17 (1)
Fig. 17 (2)
plaatsen
vastklikken.
Fig. 15
Schuiflade uittrekken, achterkant optillen en naar voren eruit
u
lichten. Geleiders weer erin schuiven.
u
12 * afhankelijk van model en uitvoering
deelte
Het apparaat is standaard ingesteld voor een normale werking. De temperatuur is instelbaar tussen -16 °C en -26 °C, aanbe-
volen wordt -18 °C.
5.7.3 Temperatuur instellen in het vriesge-
Page 13
Temperatuur hoger instellen: insteltoets Up vriesgedeelte
u
Fig. 3 (8)
Temperatuur lager instellen: insteltoets Down vriesgedeelte
u
Fig. 3 (9)
De eerste keer dat u drukt toont het temperatuurdisplay
w
vriesgedeelte de huidige waarde. Temperatuur laten verspringen in stapjes van 1 °C: toets kort
u
indrukken.
-of-
Temperatuur doorlopend veranderen: toets ingedrukt
u
houden.
Tijdens het instellen knippert de waarde.
w
Ca. 5 seconden nadat de toets voor de laatste keer werd
w
ingedrukt, wordt de daadwerkelijke temperatuur aange­geven. De temperatuur past zich langzaam aan de nieuwe instelling aan.
indrukken.
indrukken.

5.7.4 SuperFrost

Met deze functie kunt u nieuwe levensmiddelen snel tot op de kern invriezen. Het apparaat werkt met maximaal koelvermogen, daardoor kunnen geluiden van het koelaggregaat tijdelijk luider zijn.
U kunt maximaal zoveel nieuwe levensmiddelen binnen 24 h invriezen, als op het typeplaatje onder „invriescapaciteit ... kg/ 24h” is aangegeven. De invriescapaciteit is afhankelijk van het model en de klimaatklasse van het apparaat.
Afhankelijk van de hoeveel nieuwe levensmiddelen die worden ingevroren, moet SuperFrost bijtijds worden ingeschakeld: bij een kleine hoeveelheid in te vriezen levensmiddelen ca. 6h, bij de maximale hoeveelheid in te vriezen levensmiddelen 24h voordat u de levensmiddelen in de vriezer legt.
Verpak de levensmiddelen en leg ze zo breed mogelijk uit. In te vriezen levensmiddelen niet met reeds ingevroren producten in contact brengen om ontdooien van deze producten te voor­komen.
SuperFrost hoeft u in de volgende gevallen niet in te schakelen:
wanneer u reeds ingevroren waren in de diepvriezer legt
-
bij het invriezen van max. ca. 2 kg nieuwe levensmiddelen
-
per dag
Met SuperFrost invriezen
Toets SuperFrost
u
De led van het symbool SuperFrost
w
De temperatuur daalt, het apparaat werkt met maximale
w
koeling. Bij een kleine hoeveelheid in te vriezen levensmiddelen: Ca. 6 u wachten.
u
Verpakte levensmiddelen in de bovenste laden leggen.
u
Bij de maximale hoeveelheid in te vriezen levensmiddelen: Ca. 24 u wachten.
u
SuperFrost schakelt automatisch uit. Naargelang hoeveel-
w
heid nieuwe levensmiddelen op zijn vroegst na 30 h uiterlijk na 65 h. De led van het symbool SuperFrost
w
wanneer het invriezen is afgesloten. Levensmiddelen in de laden legen en deze weer inschuiven.
u
Het apparaat werkt in de energiebesparende normale
w
modus verder.
Fig. 3 (11)
eenmaal kort indrukken.
Fig. 3 (19)
brandt.
Fig. 3 (19)
gaat uit,

5.7.5 Laden

Aanwijzing
Het energieverbruik stijgt en de koelprestatie vermindert bij onvoldoende ventilatie. Bij apparaten met NoFrost:
Laat de onderste schuiflade in het apparaat zitten!
u
Houd de luchtspleet binnen aan de achterkant steeds vrij!
u
Bediening
Om diepvriesproducten direct op de draagplateaus te
u
bewaren: trek de schuiflade naar voren en haal de lade uit.

5.7.6 Plateaus

Plateau uitnemen: vooraan optillen en
u
uittrekken. Plateau terugplaatsen: tot aanslag
u
inschuiven.

5.7.7 VarioSpace

Naast de schuifladen kunt u tevens de plateaus verwijderen. Zo creëert u plaats voor levens­middelen van groot formaat. Gevogelte, vlees, groot wild en hoog gebak kunnen geheel en al worden ingevroren en later verder verwerkt.
De laden kunnen elk met
u
max. 25 kg diepvriespro­ducten, de plateaus elk met max. 35 kg worden belast.

5.7.8 Info-systeem

Fig. 18
(1) Kant-en-klare
gerechten, ijs
(2) Varkensvlees, vis (5) Wild, paddestoelen (3) Fruit, groenten (6) Gevogelte, rund-/kalfs-
De getallen geven telkens voor meerdere soorten ingevroren levensmiddelen de bewaartijd in maanden aan. De vermelde bewaartijden zijn richtwaarden.

5.7.9 Koudeaccu's

De koudeaccu's verhinderen bij stroomuitval, dat de tempera­tuur te snel stijgt.
Koudeaccu's gebruiken
De koudeaccu's ruimtebespa-
u
rend in het bovenste vriesvak leggen. De bevroren koudeaccu's boven
u
in het voorste vriesgedeelte op de ingevroren levensmiddelen leggen.

5.7.10 IceMaker

De IceMaker zit in de bovenste schuiflade van het vriesge­deelte. Op de schuiflade staat het opschrift „IceMaker”.
Controleer of aan volgende voorwaarden is voldaan:
(4) Vleeswaren, brood
vlees
* afhankelijk van model en uitvoering 13
Page 14
Onderhoud
het apparaat staat waterpas.
-
het apparaat is ingeschakeld.
-
het vriesgedeelte is ingeschakeld.
-
de IceMaker is aangesloten op de waterleiding.
-
IceMaker inschakelen
Fig. 19
Schuiflade uittrekken.
u
Druk op de toets On/Off
u
Fig. 19 (2)
Schuiflade weer inschuiven.
u
De LED van het symbool IceMaker
w
Aanwijzing
De IceMaker maakt alleen ijsblokjes als de schuiflade hele-
u
maal dicht is.
IJsblokjes maken
De productiecapaciteit hangt af van de vriestemperatuur. Hoe lager de temperatuur, hoe meer ijsblokjes er in een bepaalde tijd worden gemaakt.
De ijsblokjes vallen uit de IceMaker in de schuiflade. Bij het bereiken van een bepaalde vulhoogte, worden geen ijsblokjes meer gemaakt. De IceMaker vult de lade niet tot de rand.
Als u een grote hoeveelheid ijsblokjes nodig heeft, kunt u de volledige IceMaker schuiflade verwisselen voor de schuiflade ernaast. Als u de schuiflade sluit, schakelt de IceMaker vanzelf opnieuw in.
Wanneer u de IceMaker voor het eerst inschakelt, kan het tot 24 u duren voor de eerste ijsblokjes worden gemaakt.
branden.
Fig. 19 (1)
Fig. 3 (7)
, zodat de LEDs
brandt.
IceMaker uitschakelen
Als u geen ijsblokjes nodig heeft, kunt u de IceMaker onafhan­kelijk van het vriesgedeelte uitschakelen.
Wanneer de IceMaker uitgeschakeld is, kan de schuiflade van de IceMaker worden gebruikt om levensmiddelen in te vriezen of te bewaren.
Druk gedurende ca. 1 seconde op de toets On/Off, tot de
u
LED brandt. De LED van het symbool IceMaker
w
De IceMaker reinigen.
u
Zo zorgt u ervoor, dat er geen water of ijs in de IceMaker
w
achterblijft.
Fig. 3 (7)
gaat uit.

6 Onderhoud

6.1 Ontdooien met NoFrost

Het NoFrost-systeem ontdooit het apparaat automatisch.
BioFresh-gedeelte:
Het dooiwater verdampt door de warmte van de compressor.
Afvoeropening regelmatig reinigen, zodat het dooiwater kan
u
weglopen (zie 6.2) .
Vriesgedeelte:
Het vocht slaat neer op de verdamper, wordt regelmatig ontdooid en verdampt dan.
U hoeft het apparaat niet handmatig te ontdooien.
u

6.2 Apparaat reinigen

Gevaar voor verwonding en beschadiging door hete stoom! Hete stoom kan brandwonden veroorzaken en de opper­vlakken beschadigen.
u
WAARSCHUWING
Gebruik geen stoomreinigers!
Aanwijzing
Wanneer het apparaat voor het eerst wordt gebruikt of lang niet gebruikt is, kunnen zich in de IceMaker resp. de waterleiding deeltjes verzamelen.
Daarom mag u de ijsblokjes die gedurende de eerste 24 uur
u
worden geproduceerd, niet gebruiken of verbruiken.
Duur watertoevoer instellen
De openingstijd van het ventiel aan de IceMaker kan ingesteld worden, wanneer b.v. de waterdruk in de leiding te laag of te hoog is.
De watertoevoertijd kan in trappen van E1 (korte toevoertijd) tot
E8 (lange toevoertijd) worden ingesteld. Vooraf ingesteld is de
waarde E3.
Instelmodus activeren: druk gedurende ca. 5 sec. op de
u
toets SuperFrost
w
Op de display wordt c aangegeven. Het symbool menu
w
Met insteltoets Up vriesgedeelte
u
Down vriesgedeelte Bevestigen: druk kort op de toets SuperFrost
u
Toevoertijd water verlengen: druk op de insteltoets
u
Up vriesgedeelte Toevoertijd water verkorten: druk op de insteltoets
u
Down vriesgedeelte Bevestigen: druk op de toets SuperFrost
u
Instelmodus deactiveren: druk op de toets On/Off vriesge-
u
deelte
Fig. 3 (10)
-of-
5 min. wachten.
u
Fig. 3 (11)
Fig. 3 (15)
Fig. 3 (9)
Fig. 3 (8)
Fig. 3 (9)
.
.
brandt.
E kiezen.
.
.
Fig. 3 (8)
Fig. 3 (11)
en insteltoets
Fig. 3 (11)
.
.
LET OP
Verkeerd reinigen kan het apparaat beschadigen!
Gebruik reinigingsmiddelen niet in geconcentreerde vorm.
u
Gebruik geen schurende of krassende sponsjes of staalwol.
u
Geen scherpe, schurende, zand-, chloor- of zuurhoudende
u
schoonmaakmiddelen gebruiken. Gebruik geen chemische oplosmiddelen.
u
Beschadig of verwijder het typeplaatje aan de binnenkant
u
van het apparaat niet. Dit is belangrijk voor de Technische Dienst. Kabels of andere onderdelen niet afbreken, knikken of
u
beschadigen. Laat geen reinigingswater in de afvoergoot, de ventilatie-
u
roosters en elektrische delen terecht komen. Gebruik zachte poetsdoeken en een allesreiniger met een
u
neutrale pH-waarde. Gebruik in de binnenruimte van het apparaat alleen levens-
u
middelenvriendelijke reinigings- en onderhoudsproducten.
Apparaat uitruimen.
u
Trek de stekker uit.
u
Uit- en inwendige oppervlaktes van kunststof met lauw-
u
warm water en een beetje afwasmiddel met de hand reinigen.
14 * afhankelijk van model en uitvoering
Page 15
Storingen
LET OP
Gevaar voor beschadiging door onderhoudsmiddel voor roest­vrij staal! De roestvrijstalen deuren en roestvrijstalen zijwanden zijn behandeld met een hoogwaardige oppervlaktecoating. Onderhoudsmiddel voor roestvrij staal tast de oppervlakken
aan.
Veeg de gecoate deuroppervlakken en zijwanden uitslui-
u
tend af met een zachte, schone doek. Gebruik bij hard­nekkig vuil wat water of een neutraal schoonmaakmiddel. Eventueel kan ook een microvezeldoek worden gebruikt.
Afvoeropening reinigen: afzettingen
u
met een dun hulpmiddel, bijv. een wattenstaafje verwijderen.
Onderdelen met lauwwarm water en een beetje afwas-
u
middel met de hand reinigen. Telescooprails alleen met een vochtige doek reinigen. Het
u
vet in de geleiders dient ter smering en mag niet worden verwijderd.
Na het reinigen:
Apparaat en onderdelen droogwrijven.
u
Apparaat weer aansluiten en inschakelen.
u
SuperFrost inschakelen (zie 5.7.4) .
u
Wanneer de temperatuur voldoende koud is: de levensmiddelen er weer in leggen.
u

6.3 IceMaker reinigen

De schuiflade van de IceMaker moet leeg en dicht zijn.
Instelmodus activeren: druk gedurende ca. 5 sec. op de
u
toets SuperFrost
w
Op de display wordt c aangegeven. Het symbool menu
w
Met insteltoets Up vriesgedeelte
u
vriesgedeelte Bevestigen: druk op de toets SuperFrost
u
Met insteltoets Up vriesgedeelte
u
toets Down vriesgedeelte Bevestigen: druk op de toets SuperFrost
u
Fig. 3 (11)
De IceMaker draait in reinigingsstand en schakelt vanzelf uit.
w
Instelmodus deactiveren: druk op de toets On/Off vriesge-
u
deelte
Fig. 3 (10)
-of-
2 min. wachten.
u
Op de temperatuurdisplay wordt weer de temperatuur
w
aangegeven. Neem de schuiflade uit.
u
Ijsblokjeshouder en schuiflade met warm water reinigen.
u
Gebruik indien nodig een mild afwasmiddel. Daarna uitspoelen. Schuiflade opnieuw inschuiven.
u
De IceMaker in deze stand uitgeschakeld laten.
u
-of-
LET OP
Spoelmiddelresten in ijsschaal en schuiflade. Misselijkheid of geïrriteerdheid van de slijmvlies.
Spoelmiddelresten verwijderen: Eerst drie ladingen
u
ijsblokjes weggooien.
IceMaker inschakelen (zie 5.7.10) .
u
Fig. 3 (9)
.
Fig. 3 (11)
Fig. 3 (15)
I kiezen.
Fig. 3 (9)
.
.
brandt.
Fig. 3 (8)
Fig. 3 (11)
Fig. 3 (8)
Ic kiezen.
/ insteltoets Down
.
/ instel-

6.4 Technische Dienst

Probeer eerst of u de storing zelf kunt verhelpen (zie Storingen). Mocht dit niet het geval zijn, neem dan contact op met de Technische Dienst. Het adres vindt u in het bijgevoegd overzicht.
WAARSCHUWING
Gevaar voor verwonding door onvakkundige reparatie!
Reparaties en ingrepen aan het apparaat en de stroomaan-
u
sluiting die niet uitdrukkelijk genoemd worden (zie Onder­houd), uitsluitend door de Technische Dienst laten uitvoeren.
Apparaataanduiding
u
Fig. 20 (1) Fig. 20 (2) Fig. 20 (3)
typeplaatje aflezen. Het typeplaatje bevindt zich aan de linkerkant binnen in het apparaat.
, service-nr.
en serie-nr.
van het
Fig. 20
Contact opnemen met de Technische Dienst en het
u
probleem, apparaataanduiding
Fig. 20 (2)
Dit maakt een snelle en doelgerichte service mogelijk.
w
Het apparaat gesloten laten, totdat de Technische Dienst
u
komt. De levensmiddelen blijven langer koel.
w
Trek de stekker uit het stopcontact (daarbij niet aan het
u
snoer trekken) of de draai de zekering uit.
en serie-nr.
Fig. 20 (3)
Fig. 20 (1)
mededelen.
, service-nr.

7 Storingen

Uw apparaat is zo ontworpen en gebouwd, dat een veilige werking en lange levensduur gegarandeerd zijn. Mocht er desondanks een storing optreden, dan svp eerst controleren of de storing door een bedieningsfout werd veroorzaakt. In dit geval moeten wij de ontstane kosten ook in de garantieperiode in rekening brengen. Volgende storingen kunt u zelf verhelpen:
Het apparaat functioneert niet.
Het apparaat is niet ingeschakeld.
Apparaat inschakelen.
u
De stekker zit niet goed in het stopcontact.
Stekker controleren.
u
De zekering van het stopcontact is niet in orde.
Zekering controleren.
u
De compressor blijft lopen.
De compressor schakelt bij een verminderde koudebe-
hoefte over op een lager toerental. Hoewel de looptijd daar­door langer is, wordt energie bespaard. Dat is bij energiebesparende modellen normaal.
u
SuperFrost is ingeschakeld.
Om de levensmiddelen snel af te koelen, draait de
u
compressor langer. Dit is normaal. BioCool is ingeschakeld.
Om de levensmiddelen snel af te koelen, draait de
u
compressor langer. Dit is normaal.
Een led aan de onderachterkant van het apparaat (bij de compressor) knippert regelmatig om de 15 seconden*.
De inverter is met een foutdiagnose led uitgevoerd.
Het knipperen is normaal.
u
* afhankelijk van model en uitvoering 15
Page 16
Uitzetten
Geluiden zijn te luid.
Toerentalgeregelde* compressoren kunnen naar aanleiding
van de verschillende draaisnelheden verschillende geluiden veroorzaken. Het geluid is normaal.
u
Een borrelen en klateren
Dit geluid komt van het koelmiddel, dat door het koelcircuit
stroomt. Het geluid is normaal.
u
Een zacht klikken
Het geluid ontstaat bij het automatisch in- en uitschakelen
van het koelaggregaat (de motor). Het geluid is normaal.
u
Een brommend geluid. Kan voor korte tijd iets luider zijn, wanneer het koelaggregaat (de motor) inschakelt.
Bij ingeschakelde SuperFrost, nieuw opgeslagen levens-
middelen of na lang geopende deur wordt het koelver­mogen automatisch verhoogd. Het geluid is normaal.
u
Bij ingeschakelde BioCool, nieuw opgeslagen levensmid-
delen of na lang geopende deur wordt het koelvermogen automatisch verhoogd. Het geluid is normaal.
u
De omgevingstemperatuur is te hoog.
Oplossing: (zie 1.2)
u
Vibratiegeluiden.
Het apparaat staat niet stabiel op de grond. Door het draai-
ende koelaggregaat beginnen aangrenzende meubels en voorwerpen te trillen.
Stel het apparaat af m.b.v. de stelpootjes.
u
Flessen en containers uit elkaar zetten.
u
In de temperatuurdisplay wordt aangegeven: F0 tot F9
Het betreft een storing.
Neem contact op met de Technische Dienst (zie Onder-
u
houd).
Op de temperatuurdisplay wordt aangegeven: FE
Het betreft een storing.
Neem contact op met de Technische Dienst (zie Onder-
u
houd).
Op het temperatuurdisplay knippert stroomuitval het temperatuurdisplay wordt de warmste temperatuur weergegeven, die tijdens de stroomuitval werd bereikt.
De vriestemperatuur was door stroomuitval of een stroom-
onderbreking in de afgelopen uren of dagen te hoog. Zodra de stroomonderbreking voorbij is, werkt het apparaat weer verder met de laatste temperatuurinstelling.
Aanduiding van de warmste temperatuur wissen: toets
u
Alarm
Fig. 3 (12)
De kwaliteit van de levensmiddelen controleren. Bedorven
u
levensmiddelen niet meer nuttigen. Ontdooide levensmid­delen niet meer opnieuw invriezen.
In de temperatuurdisplay brandt DEMO.
De demonstratie-modus is geactiveerd.
Neem contact op met de Technische Dienst (zie Onder-
u
houd).
Het apparaat is aan de buitenkant warm*.
De warmte van het koelmiddelcircuit wordt gebruikt om
condenswater te voorkomen. Dit is normaal.
u
U kunt de IceMaker niet aanzetten.
Het apparaat en dus ook de IceMaker zijn niet aangesloten.
Apparaat aansluiten (zie In gebruik nemen).
u
De IceMaker maakt geen ijsblokjes.
De IceMaker is niet ingeschakeld.
IceMaker inschakelen.
u
De schuiflade van de IceMaker is niet goed dicht.
indrukken.
. Op
Schuiflade correct inschuiven.
u
De watertoevoer is niet open.
Watertoevoer openen.
u
De watertoevoer naar de IceMaker is onderbroken.
Controleer de wateraansluiting (zie In gebruik nemen).
u
Controleer de slangen (zie In gebruik nemen).
u
De zeef in het eindstuk van de watertoevoerslang of de zeef
in het aansluitstuk op het apparaat zijn verstopt. Maak de zeven schoon.
u
Temperatuur is niet laag genoeg.
De deur is niet goed gesloten.
Deur van het apparaat sluiten.
u
Niet voldoende be- en ontluchting.
Ventilatieroosters vrijmaken en reinigen.
u
De omgevingstemperatuur is te hoog.
Oplossing: (zie 1.2) .
u
Het apparaat werd te vaak of te lang geopend.
Afwachten of de benodigde temperatuur weer vanzelf wordt
u
bereikt. Zo niet, contact opnemen met de Technische Dienst (zie Onderhoud). U heeft teveel nieuwe levensmiddelen zonder SuperFrost
opgeslagen. Oplossing: (zie 5.7.4)
u
De temperatuur is verkeerd ingesteld.
Stel de temperatuur lager in en controleer deze na 24 uur.
u
Het apparaat staat te dicht bij een warmtebron (fornuis,
verwarming enz.). Verander de standplaats van het apparaat of van de warm-
u
tebron.
De binnenverlichting brandt niet.
Het apparaat is niet ingeschakeld.
Apparaat inschakelen.
u
De deur was langer dan 15 min. open.
De binnenverlichting schakelt bij geopende deur na
u
ca. 15 min. automatisch uit. De LED-verlichting is defect of de afdekkap is beschadigd:
WAARSCHUWING
Gevaar voor verwonding door een elektrische schok! Onder de afdekking bevinden zich stroomgeleidende delen.
LED-binnenverlichting uitsluitend door de Technische Dienst
u
of daarvoor geschoold personeel laten vervangen of repa­reren.
WAARSCHUWING
Risico op letsel door LED-lamp! De lichtintensiteit van de LED-verlichting komt overeen met laserklasse 1/1M. Als de afdekkap defect is:
Niet met optische lensen uit directe nabijheid direct in de
u
verlichting kijken. Hierdoor kan oogletsel ontstaan.

8 Uitzetten

8.1 Apparaat uitschakelen

8.1.1 Volledige apparaat via het vriesgedeelte
uitschakelen
Toets On/Off van het vriesgedeelte
u
ca. 2 seconden indrukken. De temperatuurdisplays zijn uit. Het apparaat is uitgescha-
w
keld.
Fig. 3 (10)
16 * afhankelijk van model en uitvoering
Page 17

8.1.2 BioFresh-gedeelte uitschakelen

Toets On/Off van het BioFresh-gedeelte
u
ca. 2 seconden indrukken. Het temperatuurdisplay BioFresh-gedeelte
w
Het BioFresh-gedeelte is uitgeschakeld.
Fig. 3 (2)
Fig. 3 (6)

8.2 Buiten werking stellen

Apparaat leegmaken.
u
IceMaker in reinigingsstand zetten (zie Onderhoud).
u
Apparaat uitschakelen (zie Uitzetten).
u
Netstekker eruit halen.
u
Apparaat reinigen (zie 6.2) .
u
Laat de deuren een stukje open staan zodat er geen onaan-
u
gename geuren kunnen ontstaan.

9 Apparaat afdanken

Het apparaat bevat nog waardevolle materialen en mag niet met het gewoon huis- of grofvuil worden meegegeven. Het recyclen van afgedankte appa­raten moet vakkundig gebeuren overeenkomstig de plaatselijk geldende voorschriften en wetten.
Apparaat afdanken
is uit.
Let erop dat bij het afvoeren van het afgedankte apparaat het koelmiddelcircuit niet wordt beschadigd, zodat het koelmiddel (informatie op het typeplaatje) of de olie erin niet ongewild vrij­komen.
Apparaat onbruikbaar maken.
u
Trek de stekker uit.
u
Snijd het aansluitsnoer door.
u
* afhankelijk van model en uitvoering 17
Page 18
Liebherr-Hausgeräte Ochsenhausen GmbH
Memminger Straße 77-79 88416 Ochsenhausen Deutschland
home.liebherr.com
Page 19
Gebruiks- en montagehandleiding
Vrijstaande koelkast
221116
7086080 - 00
SKbs ... 6
Page 20
Het apparaat in vogelvlucht
Inhoudsopgave
1.1 Overzicht apparaat en uitrusting............................... 2
1.2 Toepassingsgebied van het apparaat....................... 2
1.3 Conformiteit.............................................................. 3
1.4 Opstelafmetingen..................................................... 3
1.5 Energie sparen......................................................... 3
1.6 HomeDialog............................................................. 4
2 Algemene veiligheidsvoorschriften..................... 4
3 Bedienings- en controle-elementen..................... 5
3.1 Bedienings- en controlepaneel................................. 5
3.2 Temperatuurweergave.............................................. 5
4 In gebruik nemen................................................... 5
4.1 Apparaat transporteren............................................ 5
4.2 Apparaat opstellen................................................... 5
4.3 Draairichting deur veranderen.................................. 6
4.4 Inbouw in het keukenblok......................................... 8
4.5 Afvalverwerking van de verpakking.......................... 9
4.6 Apparaat aansluiten................................................. 9
4.7 Apparaat inschakelen............................................... 9
5 Bediening................................................................ 9
5.1 Helderheid van het temperatuurdisplay.................... 9
5.2 Kinderbeveiliging...................................................... 9
5.3 Deuralarm................................................................. 9
5.4 Levensmiddelen koelen............................................ 10
5.5 Temperatuur instellen............................................... 10
5.6 SuperCool................................................................ 10
5.7 Ventilator.................................................................. 10
5.8 Draagplateaus.......................................................... 10
5.9 Deelbare draagplateau gebruiken............................ 11
5.10 Opbergvakken.......................................................... 11
5.11 Flessenhouder uitnemen.......................................... 11
5.12 Groentelade............................................................. 11
6 Onderhoud.............................................................. 11
6.1 Apparaat reinigen..................................................... 11
6.2 Technische Dienst.................................................... 12
7 Storingen................................................................ 12
8 Uitzetten.................................................................. 13
8.1 Apparaat uitschakelen.............................................. 13
8.2 Buiten werking stellen............................................... 13
9 Apparaat afdanken................................................ 13
De fabrikant werkt voortdurend aan de verdere ontwikkeling van alle typen en modellen. Daarom vragen wij om uw begrip voor het feit dat wij wijzigingen in vorm, uitvoering en techniek moeten voorbehouden.
Om alle voordelen van uw nieuwe apparaat te leren kennen, de instructies in deze handleiding aandachtig doorlezen a.u.b.
De handleiding geldt voor meerdere modellen, afwijkingen zijn mogelijk. Paragrafen die alleen voor bepaalde apparaten van toepassing zijn, zijn gekenmerkt met een sterretje (*).
Gebruiksaanwijzingen zijn gekenmerkt met een , gebruiksresultaten met een
.
1 Het apparaat in vogelvlucht
1.1 Overzicht apparaat en uitrusting
Aanwijzing
Levensmiddelen zoals in de afbeelding getoond sorteren.
u
Zo werkt het apparaat energiebesparend. Plateaus, schuifladen of manden zijn in de geleverde
u
toestand voor een optimale energie-efficiëntie ingedeeld.
Fig. 1
(1) Bedieningspaneel (9) Flessenplank* (2) Plafondverlichting (10)Dooiwaterafvoer (3) Ventilator (11) Glasplaat (4) Dozenrekje, uitneem-
baar
(5) Glasplaten, verplaats-
baar
(6) Deurvak blikjes,
verplaatsbaar
(7) Glasplaat, gedeeld,
verplaatsbaar
(8) Deurvak flessen,
verplaatsbaar
1.2 Toepassingsgebied van het appa-
raat
Gebruik volgens de voorschriften
Het apparaat is uitsluitend geschikt voor het koelen van levensmiddelen in een huishoude­lijke of vergelijkbare omgeving. Daartoe wordt bijv. het gebruik gerekend
-
in privékeukens, ontbijtgelegenheden,
-
door gasten in landhuizen, hotels, motels en andere accommodaties,
-
bij catering en vergelijkbare service in de groothandel.
Alle andere toepassingen zijn niet toegestaan.
(12) Typeplaatje
(13) Koudste zone
(14) Groentevak
(15) Stelvoet, hoogteverstel-
baar*
2 * afhankelijk van model en uitvoering
Page 21
Het apparaat in vogelvlucht
Voorzienbaar verkeerd gebruik
De volgende toepassingen zijn uitdrukkelijk verboden:
-
Opslag en koeling van medicijnen, bloed­plasma, laboratoriumpreparaten of vergelijk­bare, overeenkomstig de Europese richtlijn 2007/47/EG medische hulpmiddelen, ten grondslag liggende stoffen en producten
-
Gebruik in explosiegevaarlijke gebieden
Verkeerd gebruik van het apparaat kan tot beschadigingen van de opgeslagen goederen of het bederf hiervan leiden.
Klimaatklassen
Het apparaat kan afhankelijk van de klimaat­klasse, bij begrensde omgevingstemperaturen, worden gebruikt. De voor uw apparaat betref­fende klimaatklasse staat op het typeplaatje vermeld.
Aanwijzing
Om een probleemloze werking te waar-
u
borgen, moet de aangegeven omgevingstem­peratuur worden aangehouden.
Klimaat­klasse
SN 10 °C t/m 32 °C
N 16 °C t/m 32 °C
ST 16 °C t/m 38 °C
T 16 °C t/m 43 °C
voor omgevingstemperaturen van
1.4 Opstelafmetingen
Fig. 2
Beschrijving H (mm)
K(bs) 42.., SK(bs) 42.. 1852
x
Bij apparaten met meegeleverde wandafstandhouders wordt
de afmeting 35 mm (zie 4.2) groter.
1.5 Energie sparen
1.3 Conformiteit
Het koudemiddelcircuit is gecontroleerd op dichtheid. Het apparaat voldoet aan de desbetreffende veiligheidsvoor­schriften alsmede de richtlijnen 2014/35/EU, 2014/30/EU, 2009/125/EG, 2011/65/EU en 2010/30/EU.
Let altijd op de be- en ontluchting. Dek de ventilatieope-
-
ningen resp. -roosters niet af. Houd de ventilatieluchtopeningen altijd vrij.
-
Plaats het apparaat niet naast een fornuis, verwarming of
-
dergelijke, en stel het apparaat niet bloot aan direct zonlicht. Het energieverbruik is afhankelijk van de plaatsingscondities
-
zoals bijv. de omgevingstemperatuur (zie 1.2) . Bij een van de normtemperatuur afwijkende omgevingstemperatuur van 25° C kan het energieverbruik veranderen. Open het apparaat, indien mogelijk zo kort mogelijk.
-
Hoe lager de temperatuur wordt ingesteld, hoe hoger het
-
energieverbruik. Sorteer de levensmiddelen (zie Het apparaat in vogelvlucht).
-
Alle levensmiddelen goed verpakt en afgedekt bewaren.
-
Rijpvorming wordt voorkomen. Levensmiddelen zolang als nodig eruit halen, zodat ze niet
-
te warm worden. Warme gerechten in het apparaat plaatsen: eerst op kamer-
-
temperatuur laten afkoelen.
Stof verhoogt het energieverbruik:
De koelmachine met warmtewisselaar -
-
metalen roosters aan de achterkant van het apparaat - eenmaal jaarlijks afstoffen.
* afhankelijk van model en uitvoering 3
Page 22
Algemene veiligheidsvoorschriften
1.6 HomeDialog
Afhankelijk van model en uitrusting kunnen met het HomeDialog System meerdere Liebherr­apparaten (b.v. in de kelder) aan een hoofdap­paraat (b.v. in de keuken) worden gekoppeld en vanuit deze worden bediend. Nadere informatie over de voordelen, voorwaarden en het functie­principe vindt u op internet onder www. liebherr.com.
2 Algemene veiligheidsvoor­schriften
Gevaren voor de gebruiker:
-
Dit apparaat kan door kinderen vanaf 8 jaar en ouder alsmede door personen met verminderde psychische, sensorische of mentale bekwaamheden of een gebrek aan ervaring en kennis worden gebruikt onder toezicht van een derde of met betrekking tot het veilige gebruik van het apparaat zijn onderwezen en de gevaren kennen en begrijpen. Kinderen mogen niet met het apparaat spelen. De reiniging en het onder­houd mag niet door kinderen zonder toezicht worden uitgevoerd. Kinderen van 3-8 jaar mogen het apparaat inladen en uitladen. Kinderen jonger dan 3 jaar dienen uit de buurt van het apparaat te worden gehouden, als het apparaat niet continu onder toezicht staat.
-
Als u het stroomsnoer van het apparaat uit het stopcontact trekt, altijd bij de stekker nemen. Niet aan het snoer trekken.
-
Trek, in geval van een storing, de stekker uit het stopcontact of schakel de beveiliging uit.
-
Beschadig het netsnoer niet. Gebruik het apparaat niet wanneer het netsnoer defect is.
-
Reparaties, aanpassingen aan het apparaat en het vervangen van het netsnoer alleen laten uitvoeren door de Technische Dienst of ander daarvoor opgeleid vakpersoneel.
-
Het apparaat alleen conform de beschrijving in de handleiding monteren, aansluiten en afvoeren.
-
Bewaar deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig en geef hem eventueel aan de volgende eige­naar door.
-
De lampen voor speciale doeleinden (gloei­lampen, led, TL-lampen) in het apparaat zijn bedoeld om de binnenruimte te verlichten en niet geschikt als kamerverlichting.
Brandgevaar:
-
Het gebruikte koelmiddel R 600a is milieu­vriendelijk, maar brandbaar. Ontsnappend koelmiddel kan vlam vatten.
De buisleidingen van het koelmiddelcircuit niet beschadigen.
Binnenin het apparaat geen open vuur of ontstekingsbronnen gebruiken.
Binnenin het apparaat geen elektrische apparaten gebruiken (b.v. stoomreinigers, verwarmingsapparatuur, ijsmachines enz.).
Wanneer er koelmiddel weglekt: Zorg dat zich geen open vuur of ontstekingsbronnen in de buurt van de lekkage bevinden. Ruimte goed ventileren. Contact opnemen met de Technische Dienst.
-
Geen explosieve stoffen of spuitbussen met brandbare drijfgassen, zoals b.v. butaan, propaan, pentaan enz. in het apparaat bewaren. Zulke spuitbussen zijn herkenbaar aan de op de verpakking vermelde inhouds­stoffen of een vlammensymbool. Eventueel ontsnappende gassen kunnen door elektri­sche componenten vlam vatten.
-
Houd brandende kaarsen, lampen en andere voorwerpen met open vlammen uit de buurt van het apparaat, zodat ze geen brand veroorzaken.
-
Alkoholische dranken of andere verpakkingen die alcohol bevatten, mogen uitsluitend goed afgesloten worden bewaard. Eventueel uittre­dende alcohol kan door elektrische compo­nenten vlam vatten.
Gevaar voor vallen en omkiepen:
-
Plint, laden, deuren enz. niet als voetensteun of om te leunen misbruiken. Dit geldt in het bijzonder voor kinderen.
Gevaar voor voedselvergiftiging:
-
Te lang opgeslagen levensmiddelen niet meer nuttigen.
Gevaar voor bevriezingen, gevoelloosheid en pijn:
-
Langdurig huidcontact met koude opper­vlakken en gekoelde of ingevroren levensmid­delen vermijden of veiligheidsmaatregelen treffen, b.v. handschoenen dragen. Consumptie-ijs, met name waterijs of ijsblokjes niet onmiddellijk en niet te koud consumeren.
Gevaar voor verwonding en beschadiging:
-
Hete stoom kan letsel tot gevolg hebben. Voor het ontdooien geen elektrische kachel­tjes of stoomreinigers, open vuur of ontdoois­pray gebruiken.
-
IJs niet met scherpe voorwerpen verwijderen.
Klemgevaar:
4 * afhankelijk van model en uitvoering
Page 23
-
Bij het openen en sluiten van de deur niet in het scharnier grijpen. Vingers kunnen inge­klemd raken.
Symbolen op het apparaat:
Bedienings- en controle-elementen
4 In gebruik nemen
4.1 Apparaat transporteren
Het symbool kan zich op de compressor bevinden. Het heeft betrekking op de olie in de compressor en wijst op het volgende gevaar: Kan bij het inslikken en indringen in de luchtwegen dodelijk zijn. Deze aanwijzing is alleen voor het recyclingproces van belang. In de normale modus bestaat er geen gevaar.
Neem de specifieke aanwijzingen in de overige hoofdstukken in acht:
GEVAAR duidt een direct gevaar aan, die de
dood of ernstig lichamelijk letsel tot gevolg kan hebben wanneer dit gevaar niet vermeden wordt.
WAAR­SCHUWING
VOORZICH TIG
LET OP duidt een gevaarlijke situatie aan,
Aanwijzing geeft aan dat praktische aanwij-
duidt een gevaarlijke situatie aan, die de dood of ernstig lichamelijk letsel tot gevolg kan hebben wanneer dit gevaar niet vermeden wordt.
duidt een gevaarlijke situatie aan, die lichamelijk letsel tot gevolg kan hebben wanneer dit gevaar niet vermeden wordt.
die materiële schade tot gevolg kan hebben wanneer dit gevaar niet vermeden wordt.
zingen en tips gegeven worden.
Gevaar voor verwonding en beschadiging door verkeerd trans­port!
Het apparaat verpakt transporteren.
u
Het apparaat rechtop transporteren.
u
Het apparaat niet alleen transporteren.
u
4.2 Apparaat opstellen
VOORZICHTIG
Brandgevaar door vocht! Wanneer stroomgeleidende delen of de stroomaansluiting vochtig worden, kan dat leiden tot kortsluiting.
u
Brandgevaar door kortsluiting! Wanneer netsnoer/stekker van het apparaat of een ander apparaat en de achterzijde van het apparaat tegen elkaar liggen, kunnen netsnoer/stekker door trillen van het apparaat worden beschadigd, wat tot kortsluiting kan leiden.
u
u
WAARSCHUWING
Het apparaat is ontworpen voor gebruik in een gesloten ruimte. Het apparaat niet buiten, in een vochtige omgeving of binnen bereik van spatwater plaatsen.
WAARSCHUWING
Apparaat zo opstellen, dat stekker of netsnoer niet tegen het apparaat liggen. Stopcontacten die zich aan de achterzijde van het apparaat bevinden niet gebruiken om het apparaat of andere appa­raten aan te sluiten.
3 Bedienings- en controle­elementen
3.1 Bedienings- en controlepaneel
Fig. 3
(1) Toets alarm (7) Insteltoets Up (2) Toets SuperCool (8) Toets ventilatie (3) Toets On/Off (9) Aanduiding temperatuur (4) Symbool alarm (10) Symbool ventilatie (5) Symbool menu (11) Symbool kinderbeveiliging (6) Insteltoets Down (12) Symbool SuperCool
3.2 Temperatuurweergave
In de normale modus worden:
de gemiddelde koeltemperatuur
-
De volgende weergaven wijzen op een storing. De mogelijke oorzaken en maatregelen voor het oplossen: (zie Storingen).
-
F0 tot F9
Brandgevaar door koelmiddel! Het gebruikte koelmiddel R 600a is milieuvriendelijk, maar brandbaar. Ontsnappend koelmiddel kan vlam vatten.
De buisleidingen van het koelmiddelcircuit niet bescha-
u
digen.
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
Gevaar voor brand en beschadiging!
Plaats geen warmte afgevende apparaten, bijv. magnetron,
u
toaster enz. op het apparaat!
WAARSCHUWING
Gevaar voor brand en beschadiging door verstopte ventilatie­openingen!
De ventilatieopeningen regelmatig schoonmaken. Zorg altijd
u
voor een goede luchttoevoer en -afvoer!
LET OP
Gevaar voor beschadiging door condenswater! Wanneer uw apparaat geen Side-by-Side (SBS) model is:
het apparaat niet strak naast een ander koel-/vriesapparaat
u
zetten.
Neem bij beschadiging van het apparaat onmiddellijk - nog
q
voor het aansluiten - contact op met de leverancier.
* afhankelijk van model en uitvoering 5
Page 24
In gebruik nemen
De vloer waar het apparaat komt te staan moet waterpas en
q
vlak zijn. Stel het apparaat niet op in direct zonlicht en ook niet naast
q
een fornuis, verwarming of dergelijke. Het apparaat met de achterkant en indien gewenst inclusief
q
de meegeleverde wandafstandhouders (zie beneden) direct tegen de muur plaatsen. Het apparaat mag alleen in onbeladen toestand worden
q
verschoven. De ondergrond van het apparaat moet dezelfde hoogte
q
hebben als de omgeven bodem. Stel het apparaat niet op zonder hulp.
q
Hoe meer koelmiddel R 600a er in het apparaat is, des te
q
groter moet de ruimte zijn, waarin het apparaat staat. In te kleine ruimtes kan bij een lek een brandbaar mengsel van gas en lucht ontstaan. Volgens de norm EN 378 moet per 11 g koelmiddel R 600a de plaatsingsruimte ten minste 1 m groot zijn. De hoeveelheid koelmiddel van uw apparaat staat op het typeplaatje aan de binnenkant van het apparaat.
Haal het aansluitsnoer van de achterzijde van het apparaat.
u
Verwijder hierbij de snoerhouder, anders kunnen trillingsge­luiden ontstaan! Haal de beschermfolie van de buitenzijde van het apparaat.
u
LET OP
Gevaar voor beschadiging door onderhoudsmiddel voor roest­vrij staal! De roestvrijstalen deuren en roestvrijstalen zijwanden zijn behandeld met een hoogwaardige oppervlaktecoating. Onderhoudsmiddel voor roestvrij staal tast de oppervlakken
aan.
Veeg de gecoate deuroppervlakken en zijwanden uitslui-
u
tend af met een zachte, schone doek.
Volg de montagehandleiding van de Side-by-Side combi-
u
natie. (Toebehorenzak van het SBS-vriesapparaat resp. van het apparaat met vriesgedeelte)
Aanwijzing
Apparaat reinigen (zie 6.1) .
u
Als het apparaat in een erg vochtige omgeving staat, kan er condens worden gevormd op de buitenkant van het apparaat.
Zorg altijd goed voor een goede ventilatie van de plaatsings-
u
ruimte.
4.3 Draairichting deur veranderen
Indien nodig kunt u de draairichting van de deur veranderen:
3
LET OP
Gevaar voor beschadigingen aan Side-by-Side apparaten door condenswater! Wanneer een Side-by-Side apparaat (S…) samen met een tweede apparaat wordt gemonteerd (als SBS-combinatie) moet de scharnierkant blijven zoals hij werd aangeleverd.
Wissel de scharnierkant niet.
u
Controleer of volgend gereedschap klaar ligt:
Torx® 25
q
Torx® 15
q
schroevendraaier
q
eventueel accuschroevendraaier
q
eventueel een tweede persoon voor de montage
q
meegeleverde inbussleutel SW 2
q
4.3.1 Sluitdemper-eenheid afnemen
Trek de beschermfolie van de sierlijsten.
u
Verwijder alle transportbeveiligingsonderdelen.
u
Om ervoor te zorgen dat het opgegeven energieverbruik wordt bereikt, moeten de afstandhouders worden gebruikt die bij sommige apparaten zijn gevoegd. Hierdoor wordt de apparaat­diepte ca. 35 mmgroter. Het apparaat functioneert zonder gebruik van de afstandhouders goed en volledig, maar heeft een iets hoger energieverbruik.
Bij een apparaat met meegele-
u
verde wandafstandhouders deze wandafstandhouders links en rechts boven aan de achterkant van het apparaat monteren.
Voer de verpakking af (zie 4.5) .
u
Stel het apparaat met de
u
meegeleverde steeksleutel en met behulp van de stelpootjes (A) en een waterpas stevig en vlak op. Vervolgens de deur onder-
u
steunen: stelvoet bij lagerbus (B) uitdraaien tot deze op de vloer komt, daarna 90° verder draaien.
Fig. 4
Deuren openen.
u
LET OP
Gevaar voor beschadiging! Wanneer de deurdichting wordt beschadigd sluit de deur evt. niet goed en is de koeling niet voldoende.
Beschadig de deur niet met de schroevendraaier!
u
Afdekplaat
u
en verwijderen. De afdekplaat hangt over de demperbeugel.
w
Fig. 4 (1)
met gleufschroevendraaier uitklikken
Wanneer een Side-by-Side apparaat (S…) samen met een tweede apparaat wordt gemonteerd (als SBS-combinatie):
Fig. 5
6 * afhankelijk van model en uitvoering
Page 25
Schuif de afdekplaat naar voren, over de demperbeugel
u
Fig. 5 (5)
Beveiliging
u
Door de beveiliging kan het scharnier niet dichtklappen.
w
Afdekking
u
buitenkant optillen en naar buiten afnemen. Kantel het apparaat indien nodig met behulp van een
u
tweede persoon naar achteren. Bout
u
Demperbeugel
u
Afdekplaat
u
Volledige sluitdemper-eenheid afschroeven (2 maal Torx®
u
15) Trek de sluitdemper-eenheid iets naar buiten, schuif hem
u
vervolgens in de richting van de greepzijde en draai hem uit. Leg de sluitdemper-eenheid opzij.
u
in de richting van het apparaat.
Fig. 5 (3)
Fig. 5 (2)
Fig. 5 (4)
Fig. 5 (1)
Fig. 5 (6)
in het langsgat vastklikken.
met een schroevendraaier vanaf de
van onderaf uitdrukken.
Fig. 5 (5)
.
in de richting van de deur drukken.
afnemen.
4.3.2 Deur afnemen
Aanwijzing
Verwijder levensmiddelen uit de deurvakken voordat de deur
u
wordt afgenomen, zodat er geen levenmiddelen uit vallen.
Fig. 6
Sluit de deur.
u
Afdekking
u
Afdekking
u
Fig. 6 (10) Fig. 6 (11)
naar voren en boven wegtrekken. eraf nemen.
In gebruik nemen
4.3.3 Lagerdelen omplaatsen
Borgpen
u
omwenteling uitdraaien. Lagerbout
u
stelpootje Stop
u
Lagerbus
u
Borgpen
u
liggende zijde in de lagerbus draaien, tot de pen op één lijn met de lagerbus ligt. Lagerdeel
u
gedraaid weer goed vastschroeven Stop
u
Afdekking aan de greepzijde
u
en op de tegenoverliggende zijde plaatsen. Lagerbus
u
behulp van een accuschroevendraaier weer goed (met 4 Nm) vastschroeven.
Lagerbout
u
weer aanbrengen. Borgpen
u
4.3.4 Greep omzetten
Fig. 7 (40)
Fig. 7 (22)
Fig. 7 (24)
Fig. 7 (21)
Fig. 7 (25)
Fig. 7 (40)
Fig. 7 (28)
Fig. 7 (21)
Fig. 7 (25)
Fig. 7 (22)
Fig. 7 (40)
met de meegeleverde inbussleutel ca. 1
compleet met schijfje
naar boven eruit draaien.
eraf halen.
losschroeven
geheel uitdraaien en aan de tegenover-
losschroeven en van binnen 180°
Fig. 7 (26)
Fig. 7 (29)
weer in het andere gat aanbrengen.
Fig. 7 (27)
aan de nieuwe scharnierzijde evt. met
compleet met schijfje en stelpootje
vastdraaien.
Fig. 7 (23)
.
.
voorzichtig optillen
Fig. 7
en
Gevaar voor verwonding wanneer de deur eruit valt!
VOORZICHTIG
Deur goed vasthouden.
u
Deur voorzichtig neerzetten.
u
Bovenste lagerbus
u
25)
Fig. 6 (13)
Deur naar boven optillen en opzij leggen.
u
Fig. 6 (12)
en naar boven wegtrekken.
losschroeven (2 maal Torx®
Fig. 8
Til de stop
u
Deurgreep
u
Fig. 8 (34)
Bij het monteren van de drukplaatjes aan de andere kant
u
erop letten dat ze vastklikken.*
Fig. 8 (30)
Fig. 8 (32)
verwijderen en aan de andere kant aanbrengen.
uit de deurlagerbus en plaats hem om.
, stoppen
Fig. 8 (33)
en drukplaatjes*
4.3.5 Deur monteren
Plaats de deur van boven op de lagerbout beneden
u
Fig. 7 (22)
Sluit de deur.
u
.
* afhankelijk van model en uitvoering 7
Page 26
In gebruik nemen
Plaats de bovenste lagerbus
u
scharnierkant in de deur. Bovenste lagerbus
u
schroeven (2 maal Torx® 25) gaten indien nodig voor of gebruik de accuschroeven­draaier. Afdekking
u
tegenoverliggende zijde vastklikken.
Fig. 6 (10)
Fig. 6 (12)
en afdekking
Fig. 6 (12)
goed (met 4 Nm) vast-
Fig. 6 (13)
aan de nieuwe
. Steek de schroef-
Fig. 6 (11)
elk op de
4.3.6 Sluitdemper-eenheid monteren
Fig. 9
Afdekking
u
aan de andere kant weer inzetten. Sluitdemper-eenheid met scharnier naar de scharnierzijde
u
gericht inhaken (A) en indraaien (B). De schroefgaten links en rechts moeten precies boven
w
elkaar liggen. Sluitdemper-eenheid vastschroeven (2 maal Torx® 15)
u
Fig. 9 (6)
Fig. 9 (7)
.
uit de afdekplaat
Fig. 9 (1)
nemen en
Gevaar voor verwonding door eruit vallende deur! Als de lageronderdelen niet goed zijn vastgeschroefd, kan de deur eruit vallen. Dit kan zwaar letsel tot gevolg hebben. Bovendien sluit de deur evt. niet, zodat het apparaat niet goed koelt.
De lagerbussen met 4 Nm goed vastschroeven.
u
Alle schroeven controleren en evt. aandraaien.
u
4.4 Inbouw in het keukenblok
WAARSCHUWING
Fig. 10
Afdekplaat
u
de sluithaken naar voren wijzen en de voorkant naar het apparaat. Demperbeugel
u
Fig. 10 (26)
weer insteken zodat het vierkant in de uitsparing zit. Afdekking
u
Let erop dat de afdekking goed zit, zodat de deur probleem-
w
loos sluit en de bout beveiligd is. Beveiliging
u
Afdekplaat
u
Sluit de deur.
u
Fig. 10 (1)
op de demperbeugel inhangen zodat
Fig. 10 (5)
toe trekken en de bout
Fig. 10 (2)
Fig. 10 (3) Fig. 10 (1)
plaatsen en vastklikken.
draaien om te verwijderen. aan de deur vast laten klikken.
naar het lagergedeelte
Fig. 10 (4)
van boven
4.3.7 Deur uitlijnen
De deur eventueel via de beide langsgaten in de onderste
u
lagerbus Daartoe middelste schroef uitdraaien.
Fig. 7 (25)
ten opzichte van de kast uitlijnen.
Fig. 11
(1) Opbouwkast (3) Keukenkast (2) Apparaat (4) Wand
x
Bij apparaten met meegeleverde wandafstandhouders wordt
de afmeting 35 mm groter. (zie 4.2) . Het apparaat kan in keukenkasten worden ingebouwd. Om het
apparaat passen, kan boven het apparaat een opzetkast worden aangebracht.
Bij een ombouw met keukenkasten (diepte max. 580 mm) kan het apparaat direct naast de keukenkast geplaatst. Het apparaat steekt aan de zijkant 34 mmx en in het midden 50 mmx uit ten opzichte van het keukenkastfront.
Ventilatie-eisen:
-
-
-
Plaatst u het apparaat met de scharnierkant naast een muur
Fig. 11 (4)
minstens 40 mm bedragen. Dit in verband met het uitsteken van de deurgreep bij een geopende deur.
Fig. 11 (2)
aan de hoogte van het keukenblok aan te
Fig. 11 (1)
Fig. 11 (3)
Houd achter de gehele breedte van de opbouwkast een ruimte van minstens 50 mm diepte vrij voor luchtafvoer. De ontluchtingsdoorsnede onder het plafond moet minimaal 300 cm2 bedragen. Hoe groter de ventilatieruimte, hoe energiezuiniger het apparaat werkt.
, dan moet de afstand tussen apparaat en muur
worden
8 * afhankelijk van model en uitvoering
Page 27
Bediening
4.5 Afvalverwerking van de verpakking
Gevaar voor verstikking door verpakkingsmateriaal en folie!
u
De verpakking bestaat uit recyclebaar materiaal:
-
-
-
-
-
u
WAARSCHUWING
Kinderen niet met het verpakkingsmateriaal laten spelen.
Golfkarton/karton Onderdelen uit geschuimd polystyreen Folies en zakken uit polyetheen Spanbanden uit polypropeen Vastgespijkerd houten raam afgewerkt met polyethy-
leen* Breng het verpakkingsmateriaal naar een officieel inzamel­punt.
4.6 Apparaat aansluiten
LET OP
Verkeerd aansluiten! Beschadiging van de elektronica.
Geen omvormer gebruiken.
u
Geen energiespaarstekker gebruiken.
u
WAARSCHUWING
Verkeerd aansluiten! Brand.
Geen verlengkabel gebruiken.
u
Geen verdeeldozen gebruiken.
u
Stroomsoort (wisselstroom) en spanning op de plaats van bestemming moeten met de informaties op het typeplaatje (zie Het apparaat in vogelvlucht) overeenstemmen.
Het stopcontact moet volgens de voorschriften zijn geaard en een elektrische beveiliging bevatten. De afschakelstroom van de zekering moet liggen tussen 10 A en 16 A.
Het stopcontact moet gemakkelijk toegankelijk zijn, zodat de stroomvoorziening van het apparaat in geval van nood snel kan worden onderbroken. Het mag zich niet achter het apparaat bevinden.
Elektrische aansluiting controleren.
u
Steek de stekker in het stopcontact.
u
4.7 Apparaat inschakelen
Toets On/Off
u
Het temperatuurdisplay geeft de actuele temperatuur weer.
w
De binnenverlichting brandt wanneer de deur open is.
w
Wanneer op het display „DEMO” wordt aangegeven, is de
w
demonstratiemodus geactiveerd. U kunt contact opnemen met de Technische Dienst.
Fig. 3 (3)
indrukken.
5.1.1 Helderheid instellen
De helderheid is instelbaar tussen h0 (geen verlichting) en h5 (maximale lichtsterkte).
Instelmodus activeren: druk gedurende ca. 5 sec. op de
u
toets SuperCool
w
Op de display wordt c aangegeven. Het symbool menu
w u
Met insteltoets Up kiezen.
Bevestigen: druk kort op de toets SuperCool
u
Display helderder instellen: druk op de
u
insteltoets Up Display donkerder instellen: druk op de
u
insteltoets Down Bevestigen: druk op detoets SuperCool
u
Fig. 3 (2)
De helderheid is op de nieuwe waarde ingesteld.
w
Instelmodus deactiveren: druk op de toets On/Off
u
-of-
5 min. wachten.
u
Op de temperatuurdisplay wordt weer de temperatuur
w
aangegeven.
.
Fig. 3 (2)
Fig. 3 (5)
Fig. 3 (7)
Fig. 3 (7)
Fig. 3 (6)
.
brandt. en insteltoets Down
.
.
Fig. 3 (6)
Fig. 3 (2)
Fig. 3 (3)
.
5.2 Kinderbeveiliging
Met de kinderbeveiliging zorgt u ervoor dat kinderen bij het spelen het apparaat niet onbedoeld uitscha­kelen.
5.2.1 Kinderbeveiliging instellen
Instelmodus activeren: toets SuperCool
u
indrukken.
w
Op de display wordt c aangegeven. Het symbool Menu
w
Druk kort op de toets SuperCool
u
Als in de display c1 wordt aangegeven: om de kinderbeveiliging in te schakelen,
u
drukt u kort op de toets SuperCool
Het symbool kinderbeveiliging
w
display knippert c. Als in de display c0 wordt aangegeven:
om de kinderbeveiliging uit te schakelen, drukt u kort op de
u
toets SuperCool Het symbool kinderbeveiliging
w
display knippert c. Instelmodus deactiveren: toets On/Off
u
-of-
5 min. wachten.
u
Op de temperatuurdisplay wordt opnieuw de temperatuur
w
weergegeven.
Fig. 3 (5)
Fig. 3 (2)
is verlicht.
Fig. 3 (2)
Fig. 3 (11)
.
Fig. 3 (11)
Fig. 3 (2)
Fig. 3 (2)
Fig. 3 (3)
ca. 5 s
om te bevestigen.
.
brandt. Op de
dooft. Op de
indrukken.
h
.
5.3 Deuralarm
5 Bediening
5.1 Helderheid van het temperatuurdis­play
U kunt de helderheid van het temperatuurdisplay aanpassen aan het omgevingslicht.
* afhankelijk van model en uitvoering 9
Als de deur langer dan 60 seconden open staat, klinkt er een geluidssignaal.
Het geluidssignaal dooft automatisch, als de deur wordt gesloten.
5.3.1 Deuralarm deactiveren
Het akoestisch alarm kan bij geopende deur worden uitgescha­keld. Het deactiveren werkt zolang de deur open staat.
Toets Alarm
u
Het akoestisch alarm gaat uit.
w
Fig. 3 (1)
indrukken.
Page 28
Bediening
5.4 Levensmiddelen koelen
Aanwijzing
Het energieverbruik stijgt en de koelprestatie vermindert bij onvoldoende ventilatie.
Ventilatieluchtspleten altijd vrijlaten.
u
Bederfelijke etenswaren, bereide gerechten, vlees en vlees-
u
waren bewaart u in de koudste zone. In het bovengedeelte en in de deur boter en conserven bewaren. (zie Het appa­raat in vogelvlucht) Gebruik om te verpakken herbruikbare dozen van kunststof,
u
metaal, aluminium, glas en vershoudfolie. het gedeelte vooraan op de bodem van het koelgedeelte
u
alleen gebruiken om producten korte tijd neer te zetten, bijv. bij het opruimen of sorteren. Levensmiddelen daar niet laten liggen, ze kunnen bij het sluiten van de deur naar achter worden geschoven of omvallen. Leg de levensmiddelen niet te dicht bij elkaar, zodat de lucht
u
goed kan circuleren. Flessen tegen omvallen beveiligen: de flessenhouder
u
verschuiven.
5.5 Temperatuur instellen
De temperatuur is afhankelijk van de volgende factoren:
hoe vaak de deur wordt geopend
-
de ruimtetemperatuur op de opstellocatie
-
de aard, temperatuur en hoeveelheid levensmiddelen
-
De temperatuur is instelbaar van 9 °C tot 2 °C, aanbevolen wordt 5 °C.
Temperatuur hoger instellen: insteltoets Up
u
indrukken. Temperatuur lager instellen: insteltoets Down
u
indrukken. Bij de eerste keer indrukken geeft de temperatuurdisplay de
w
tot dusver ingestelde waarde knipperend aan. Temperatuur in 1 °C -stappen veranderen: toets kort
u
indrukken. Temperatuur blijvend veranderen: toets ingedrukt houden.
u
Tijdens het instellen wordt de temperatuur knipperend
w
aangegeven. Ca. 5 s na het indrukken van de toets wordt de daadwerke-
w
lijke temperatuur aangegeven. De temperatuur past zich langzaam aan de nieuwe instelling aan.
Fig. 3 (7)
Fig. 3 (6)
Het symbool SuperCool
w
SuperCool is uitgeschakeld.
w
Fig. 3 (12)
in de display gaat uit.
5.7 Ventilator
Met de ventilator kunt u grote hoeveelheden verse levensmiddelen snel afkoelen of een relatief gelijk­matige temperatuurverdeling op alle schappen bereiken.
De circulatiekoeling is aan te bevelen:
bij hoge kamertemperatuur (hoger dan 33 °C )
-
bij hoge luchtvochtigheid
-
De circulatiekoeling heeft een iets hoger energieverbruik. Om energie te besparen, gaat de ventilator bij geopende deur auto­matisch uit.
5.7.1 Ventilator inschakelen
Druk kort op de toets Ventilatie
u
Het symbool Ventilatie
w
De ventilator is actief. Bij sommige apparaten wordt deze
w
pas ingeschakeld, wanneer de compressor draait.
Fig. 3 (10)
Fig. 3 (8)
brandt.
.
5.7.2 Ventilator uitschakelen
Druk kort op de toets Ventilatie
u
Het symbool Ventilatie
w
De ventilator is uitgeschakeld
w
Fig. 3 (10)
Fig. 3 (8)
gaat uit.
.
5.8 Draagplateaus
5.8.1 Plateaus verplaatsen of uitnemen
De plateaus zijn door uittrekstops beveiligd tegen ongewild uittrekken.
5.6 SuperCool
Met SuperCool schakelt u het hoogste afkoelver­mogen in. Daarmee bereikt u lagere koeltempera­turen. Gebruik SuperCool om grote hoeveelheiden levensmiddelen snel af te koelen.
Wanneer SuperCool ingeschakeld is, kan de ventilator* draaien. Het apparaat werkt met maximaal koelvermogen, daardoor kan het geluid van het koelaggregaat tijdelijk luider zijn.
SuperCool heeft een iets hoger energieverbruik.
5.6.1 Met SuperCool koelen
Toets SuperCool
u
Het symbool SuperCool
w
De koeltemperatuur daalt tot op de koudste waarde.
w
SuperCool is ingeschakeld. SuperCool schakelt na 6 tot 12 uur automatisch uit. Het
w
apparaat werkt in de energiebesparende normale modus verder.
Fig. 3 (2)
Fig. 3 (12)
kort indrukken.
is verlicht in de display.
5.6.2 SuperCool voortijdig uitschakelen
Toets SuperCool
u
10 * afhankelijk van model en uitvoering
Fig. 3 (2)
kort indrukken.
Fig. 12
Til het plateau op en trek het een stuk naar voren.
u
Verstel het plateau in de hoogte. Verschuif daarvoor de
u
uitsparingen langs de geleiders. Om het plateau helemaal uit te nemen, moet het schuin
u
worden gezet en er naar voren toe uit worden getrokken. Draagplateau inschuiven, met de aanslagrand aan de
u
achterzijde en naar boven toe wijzend. De levensmiddelen vriezen niet aan de achterwand vast.
w
5.8.2 Draagplateaus demonteren
De plateaus kunnen worden
u
gedemonteerd om te worden gereinigd.
Page 29
5.9 Deelbare draagplateau gebruiken
Fig. 13
De glasplaat met aanslagrand (2) moet achteraan liggen.
u
5.10 Opbergvakken
5.10.1 Opbergvakken in de deur verplaatsen
Vakken uitnemen volgens de afbeel-
u
ding.
Onderhoud
De opbergvakken kunnen worden gedemonteerd om te
u
worden gereinigd.
5.11 Flessenhouder uitnemen
Flessenhouder altijd bij het kunststof
u
gedeelte vastnemen.
5.12 Groentelade
De boxen kunnen worden uitgenomen en zo op tafel worden gezet.
Via de Technische Dienst kunt u drie kleine boxen verkrijgen, in plaats van de standaarduitrusting met één brede en één kleine box.
Men kan zowel slechts één als beide boxen gebruiken. Wanneer er hele hoge flessen moeten worden opgeborgen, moet er slechts één box boven het flessenrek worden opge­hangen.
Boxen omzetten: naar boven
u
uitnemen en op de gewenste plaats terugzetten.
5.10.2 Opbergvakken demonteren
Fig. 15
Groentelade uitnemen:
Trek de groentelade helemaal uit en laat wat naar voren
u
klikken. Bij de onderste schuiflade komt ook de ladevergrendeling
w
los en kunt u de groentelade uitnemen. Schuif de uitstekende telescopische rails weer in.
u
Fig. 16
Groentelade plaatsen:
Plaats de groentelade op de telescopische rails en schuif
u
met een lichte druk naar achteren. Bij de onderste schuiflade klikt ook de ladevergrendeling
w
vast en zit de groentelade vast op de telescopische rails.
6 Onderhoud
6.1 Apparaat reinigen
Gevaar voor verwonding en beschadiging door hete stoom! Hete stoom kan brandwonden veroorzaken en de opper­vlakken beschadigen.
u
WAARSCHUWING
Gebruik geen stoomreinigers!
Fig. 14
* afhankelijk van model en uitvoering 11
Page 30
Storingen
LET OP
Verkeerd reinigen kan het apparaat beschadigen!
Gebruik reinigingsmiddelen niet in geconcentreerde vorm.
u
Gebruik geen schurende of krassende sponsjes of staalwol.
u
Geen scherpe, schurende, zand-, chloor- of zuurhoudende
u
schoonmaakmiddelen gebruiken. Gebruik geen chemische oplosmiddelen.
u
Beschadig of verwijder het typeplaatje aan de binnenkant
u
van het apparaat niet. Dit is belangrijk voor de Technische Dienst. Kabels of andere onderdelen niet afbreken, knikken of
u
beschadigen. Laat geen reinigingswater in de afvoergoot, de ventilatie-
u
roosters en elektrische delen terecht komen. Gebruik zachte poetsdoeken en een allesreiniger met een
u
neutrale pH-waarde. Gebruik in de binnenruimte van het apparaat alleen levens-
u
middelenvriendelijke reinigings- en onderhoudsproducten.
Apparaat uitruimen.
u
Trek de stekker uit.
u
Uit- en inwendige oppervlaktes van kunststof met lauw-
u
warm water en een beetje afwasmiddel met de hand reinigen.
LET OP
Gevaar voor beschadiging door onderhoudsmiddel voor roest­vrij staal! De roestvrijstalen deuren en roestvrijstalen zijwanden zijn behandeld met een hoogwaardige oppervlaktecoating. Onderhoudsmiddel voor roestvrij staal tast de oppervlakken
aan.
Veeg de gecoate deuroppervlakken en zijwanden uitslui-
u
tend af met een zachte, schone doek. Gebruik bij hard­nekkig vuil wat water of een neutraal schoonmaakmiddel. Eventueel kan ook een microvezeldoek worden gebruikt.
Afvoeropening reinigen: afzettingen
u
met een dun hulpmiddel, bijv. een wattenstaafje verwijderen.
De meeste onderdelen kunnen worden gedemonteerd om
u
te worden gereinigd: zie het desbetreffende hoofdstuk. Onderdelen met lauwwarm water en een beetje afwas-
u
middel met de hand reinigen. Telescooprails alleen met een vochtige doek reinigen. Het
u
vet in de geleiders dient ter smering en mag niet worden verwijderd.
Na het reinigen:
Apparaat en onderdelen droogwrijven.
u
Apparaat weer aansluiten en inschakelen.
u
De levensmiddelen weer inleggen.
u
6.2 Technische Dienst
Probeer eerst of u de storing zelf kunt verhelpen (zie Storingen). Mocht dit niet het geval zijn, neem dan contact op met de Technische Dienst. Het adres vindt u in het bijgevoegd overzicht.
Gevaar voor verwonding door onvakkundige reparatie!
u
u
u
w u
w u
7 Storingen
Uw apparaat is zo ontworpen en gebouwd, dat een veilige werking en lange levensduur gegarandeerd zijn. Mocht er desondanks een storing optreden, dan svp eerst controleren of de storing door een bedieningsfout werd veroorzaakt. In dit geval moeten wij de ontstane kosten ook in de garantieperiode in rekening brengen. Volgende storingen kunt u zelf verhelpen:
Het apparaat functioneert niet.
u
u
u
De compressor blijft lopen.
u
u
Een led aan de onderachterkant van het apparaat (bij de compressor) knippert regelmatig om de 15 seconden*.
u
Geluiden zijn te luid.
u
Een borrelen en klateren
u
WAARSCHUWING
Reparaties en ingrepen aan het apparaat en de stroomaan­sluiting die niet uitdrukkelijk genoemd worden (zie Onder­houd), uitsluitend door de Technische Dienst laten uitvoeren.
Apparaataanduiding
Fig. 17 (1) Fig. 17 (2) Fig. 17 (3)
typeplaatje aflezen. Het typeplaatje bevindt zich aan de linkerkant binnen in het apparaat.
, service-nr. en serie-nr.
van het
Fig. 17
Contact opnemen met de Technische Dienst en het probleem, apparaataanduiding
Fig. 17 (2)
Dit maakt een snelle en doelgerichte service mogelijk. Het apparaat gesloten laten, totdat de Technische Dienst komt. De levensmiddelen blijven langer koel. Trek de stekker uit het stopcontact (daarbij niet aan het snoer trekken) of de draai de zekering uit.
Het apparaat is niet ingeschakeld. Apparaat inschakelen. De stekker zit niet goed in het stopcontact. Stekker controleren. De zekering van het stopcontact is niet in orde. Zekering controleren.
De compressor schakelt bij een verminderde koudebe­hoefte over op een lager toerental. Hoewel de looptijd daar­door langer is, wordt energie bespaard. Dat is bij energiebesparende modellen normaal.
SuperCool is ingeschakeld. Om de levensmiddelen snel af te koelen, draait de
compressor langer. Dit is normaal.
De inverter is met een foutdiagnose led uitgevoerd. Het knipperen is normaal.
Toerentalgeregelde* compressoren kunnen naar aanleiding van de verschillende draaisnelheden verschillende geluiden veroorzaken. Het geluid is normaal.
Dit geluid komt van het koelmiddel, dat door het koelcircuit stroomt. Het geluid is normaal.
en serie-nr.
Fig. 17 (3)
Fig. 17 (1)
mededelen.
, service-nr.
12 * afhankelijk van model en uitvoering
Page 31
Een zacht klikken
Het geluid ontstaat bij het automatisch in- en uitschakelen
van het koelaggregaat (de motor). Het geluid is normaal.
u
Een brommend geluid. Kan voor korte tijd iets luider zijn, wanneer het koelaggregaat (de motor) inschakelt.
Bij ingeschakelde SuperCool, nieuw opgeslagen levens-
middelen of na lang geopende deur wordt het koelver­mogen automatisch verhoogd. Het geluid is normaal.
u
De omgevingstemperatuur is te hoog.
Oplossing: (zie 1.2)
u
Een lage bromtoon.
Het geluid ontstaat door luchtstromingsgeluiden van de
ventilator. Het geluid is normaal.
u
Vibratiegeluiden.
Het apparaat staat niet stabiel op de grond. Door het draai-
ende koelaggregaat beginnen aangrenzende meubels en voorwerpen te trillen.
Stel het apparaat af m.b.v. de stelpootjes.
u
Flessen en containers uit elkaar zetten.
u
In de temperatuurdisplay wordt aangegeven: F0 tot F9
Het betreft een storing.
Neem contact op met de Technische Dienst (zie Onder-
u
houd).
In de temperatuurdisplay brandt DEMO.
De demonstratie-modus is geactiveerd.
Neem contact op met de Technische Dienst (zie Onder-
u
houd).
Het apparaat is aan de buitenkant warm*.
De warmte van het koelmiddelcircuit wordt gebruikt om
condenswater te voorkomen. Dit is normaal.
u
Temperatuur is niet laag genoeg.
De deur is niet goed gesloten.
Deur van het apparaat sluiten.
u
Niet voldoende be- en ontluchting.
Ventilatieroosters vrijmaken en reinigen.
u
De omgevingstemperatuur is te hoog.
Oplossing: (zie 1.2) .
u
Het apparaat werd te vaak of te lang geopend.
Afwachten of de benodigde temperatuur weer vanzelf wordt
u
bereikt. Zo niet, contact opnemen met de Technische Dienst (zie Onderhoud). De temperatuur is verkeerd ingesteld.
Stel de temperatuur lager in en controleer deze na 24 uur.
u
Het apparaat staat te dicht bij een warmtebron (fornuis,
verwarming enz.). Verander de standplaats van het apparaat of van de warm-
u
tebron.
De binnenverlichting brandt niet.
Het apparaat is niet ingeschakeld.
Apparaat inschakelen.
u
De deur was langer dan 15 min. open.
De binnenverlichting schakelt bij geopende deur na
u
ca. 15 min. automatisch uit. De LED-verlichting is defect of de afdekkap is beschadigd:
Uitzetten
Risico op letsel door LED-lamp! De lichtintensiteit van de LED-verlichting komt overeen met laserklasse 1/1M. Als de afdekkap defect is:
u
WAARSCHUWING
Niet met optische lensen uit directe nabijheid direct in de verlichting kijken. Hierdoor kan oogletsel ontstaan.
8 Uitzetten
8.1 Apparaat uitschakelen
Druk de On/Off-toets
u
ca. 2 seconden. Het temperatuurdisplay is uit.
w
Wanneer het apparaat niet kan worden uitgeschakeld, is de
w
kinderbeveiliging actief (zie 5.2) .
Fig. 3 (3)
in gedurende
8.2 Buiten werking stellen
Apparaat leegmaken.
u
Apparaat uitschakelen (zie Uitzetten).
u
Netstekker eruit halen.
u
Apparaat reinigen (zie 6.1) .
u
Laat de deuren een stukje open staan zodat er geen onaan-
u
gename geuren kunnen ontstaan.
9 Apparaat afdanken
Het apparaat bevat nog waardevolle materialen en mag niet met het gewoon huis- of grofvuil worden meegegeven. Het recyclen van afgedankte appa­raten moet vakkundig gebeuren overeenkomstig de plaatselijk geldende voorschriften en wetten.
Let erop dat bij het afvoeren van het afgedankte apparaat het koelmiddelcircuit niet wordt beschadigd, zodat het koelmiddel (informatie op het typeplaatje) of de olie erin niet ongewild vrij­komen.
Apparaat onbruikbaar maken.
u
Trek de stekker uit.
u
Snijd het aansluitsnoer door.
u
Gevaar voor verwonding door een elektrische schok! Onder de afdekking bevinden zich stroomgeleidende delen.
LED-binnenverlichting uitsluitend door de Technische Dienst
u
of daarvoor geschoold personeel laten vervangen of repa­reren.
* afhankelijk van model en uitvoering 13
WAARSCHUWING
Page 32
Liebherr-Hausgeräte Ochsenhausen GmbH
Memminger Straße 77-79 88416 Ochsenhausen Deutschland
home.liebherr.com
Loading...