LIEBHERR KTPES1740, KTP1740 User Manual [fr]

KTP 17../18..
7081 868-00
4505
Gebruikshandleiding voor tafelkoelkast
20
Het apparaat in volgelvlucht
* naargelang model en uitrusting
Binnenverlichting
Verplaatsbare draagvlakken
Dauwwaterafloop Laden voor groenten, sla, fruit
Bergvak voor hoge flessen
Typeplaatje
Stelvoeten voor, transportrollen achter
Apparaat en uitrustingsoverzicht, Afb. A
Verplaatsbare deurvakken
W Alle deurvakken zijn voor het reinigen uitneembaar, afb. A2: Het bergvak
omhoog schuiven, en naar voren eruit tillen.
W De schappen* kunnen naargelang de hoogte van de te koelen producten
worden verzet, afb. A3.
- Til het draagvlak op, trek het naar voren en zwenk het weg.
- Schuif de draagvlakken altijd met de aanslagrand achter naar boven wijzend terug, daar de levensmiddelen anders aan de achterwand vast kunnen vriezen.
W Afb. A4: Indien u plaats nodig heeft voor hoge flessen en vaatwerk, dan
de voorste halve glasplaat 1gewoon naar achter schuiven. Voor het reinigen kunnen de houders 2 voor de halve glasplaten worden afge­nomen. Denk er om de rechter en de linker houder daarna aan de juiste zijde terug te plaatsen.
Koudste zone van de koelruimte, voor gevoelige en licht bederfbare levens­middelen
Bedienings- en controle-elementen
Bedienings- en controle-elementen, Afb. A1
1 Hoofd-aan/uit regelaar voor het hele apparaat (koel- en vriesdeel*) 2 SuperFrost-toets* met lichtdiode-aanwijzing (LED) voor ingeschakelde
functie - voor het snelle doorvriezen van verse levensmiddelen
3 SuperCool-toets* met lichtdiode-aanwijzing (LED) voor ingeschakelde
functie - voor het snelle afkoelen van verse levensmiddelen
4 Temperatuur-instelaanwijzing voor de koeltemperatuur
Aanbevolen temperatuurinstelling:
- Koeldeel:
Temperatuur-instelaanwijzing 4: 5 °C
Verschuifbare flessen- en blikhouder
W Door het verschuiven van de flessen- en blikhouder kunt u flessen be-
schermen tegen omvallen bij het openen en sluiten van de deuren. Voor het reinigen kan de houder worden afgenomen: Bij uitvoering
- volgens afb. A2: de voorste rand van de houder omhoog schuiven en losklikken.
Vriesvak*
Eiervakje*
21
We feliciteren u met uw nieuwe apparaat. U koos met uw aankoop voor alle voordelen van de modernste koeltechniek, die u een hoogwaardi­ge kwaliteit, een lange levensduur en een hoge betrouw­baarheid garandeert. De uitrusting van uw apparaat biedt u dagelijks het aller­hoogste bedieningscomfort. Met dit apparaat, gefabriceerd op een milieuvriendelijke manier en onder gebruik van recycleerbare materialen, leveren we samen een actieve bijdrage tot het behoud van het milieu. Leest u om alle voordelen van uw nieuwe apparaat te leren kennen de aanwijzingen in deze gebruikshandleiding aandachtig door. We wensen u veel plezier met uw nieuwe apparaat.
Bewaar de gebruiksaanwijzing zorgvuldig, en geef ze eventueel door aan een volgende eigenaar. De gebruiksaanwijzing is geldig voor meerdere modellen; afwijkingen zijn dus mogelijk.
Inhoud Pagina
Gebruiksaanwijzing
Het apparaat in volgelvlucht ................................................... 20
Inhoud .......................................................................... 21
Indelingsvoorbeeld voor levensmiddelen ............................
21
Bestemmingen ...............................................................
21
Tips voor energiebesparing ..............................................
21
Veiligheids- en waarschuwingsaanwijzingen ............................. 22
Afvoer ...........................................................................
22
Technische veiligheid ......................................................
22
Veiligheid bij het gebruik ..................................................
22
Opstelaanwijzingen .........................................................
22
Aansluiten .....................................................................
22
In bedrijf nemen .................................................................. 23
In- en uitschakelen ..........................................................
23
Temperatuur regelen .......................................................
23
Temperatuureinstel-aanwijzing ..........................................
23
Koeldeel ................................................................................... 23
SuperCool ....................................................................
23
De binnenverlichting .......................................................
23
Aanwijzingen voor het koelen ............................................
23
Vriesvak ............................................................................. 24
SuperFrost ....................................................................
24
Invriezen met SuperFrost .................................................
24
Aanwijzingen voor het invriezen en bewaren ........................
24
IJsblokjes maken ...........................................................
24
Ontdooien, reinigen ............................................................. 24
Storingen - problemen? ........................................................ 25
Klantendienst en typeplaatje .............................................
25
Opstel-/Ombouwaanwijzing
Opstelmaten .................................................................. 25
Deuraanslag verwisselen .................................................
25
Bestemmingen
W Hert apparaat is geschikt voor het koelen, het invriezen en
het bewaren van levensmiddelen en voor het bereiden van ijs. Het is bedacht voor gebruik thuis. Bij een andere toepassing kan een probleemloze werking niet worden gegarandeerd.
W Het apparaat is naar gelang de klimaatklasse voor de werking
bij beperkte omgevingstemperaturen bedoeld. Deze mogen niet worden onder- of overschreden! De voor uw apparaat geldige klimaatklasse is op het typeplaatje aangegeven. Het betekent:
Klimaatklasse ontworpen voor omgevingtemperaturen van
SN +10 °C tot +32 °C N +16 °C tot +32 °C ST +18 °C tot +38 °C T +18 °C tot +43 °C
- Het koelmiddelcircuit is gecontroleerd op dichtheid.
- Het apparaat voldoet aan de betrokken veiligheidsbepalingen en
de EG-richtlijnen 73/23/EWG en
89/336/EWG.
Tips voor energiebesparing
W Houd de ventilatieopeningen vrij. W Open de deur van het apparaat niet langer dan nodig. W Rangschik de levensmiddelen gesorteerd. De aangegeven levens-
duur niet overschrijden. W Alle levensmiddelen goed verpakt en afgedekt bewaren. Rijmvorming wordt vermeden. W Warme spijzen eerst laten afkoelen op kamertemperatuur, voor u
ze in het apparaat plaatst.
W Laat diepgevroren waren ontdooien in de koelruimte. W Ontdooi het vriesvak* zodra er een dikkere rijmlaag ontstaat. Hier-
door verbetert de koelovergang, en neemt het energieverbruik af. W Hou de deur van het apparaat bij een storing dicht. Hierdoor wordt
het koudeverlies vertraagd.
§
Rangschikkingsvoorbeeld van de levensmiddelen, Afb. A
1 Boter, kaas 2 Eieren 3 Flessen en conserven 4 in het vriesvak*: Diepvriesvoeding, IJsblokjes 5 Conserven, bakwaar 6 Zuivelproducten 7 Vlees-, vis-, worstwaren, bereide gerechten 8 Groenten, sla, fruit
22
Veiligheids- en waarschuwingsaanwijzingen
Afvoer
De verpakking is als bescherming tijdens het transport en
voor afzonderlijke onderdelen is vervaardigd uit recycleer­baar materiaal.
- Golfkarton/Karton
- Voorgevormde delen uit PS (geschuimd, cfk-vrij polystyreen)
- Folies en plastic zakken van PE (polyetheen)
- Spanbanden van PP (polypropeen) W Verpakkingsmateriaal is geen speelgoed voor kinderen - verstik-
kingsgevaar door folies!
W Breng a.u.b. het verpakkingsmateriaal naar het dichtstbijzijnde of-
ficiële inzamelpunt zodat de verschillende materialen hergebruikt resp. verwerkt kunnen worden.
Het afgedankte apparaat: bevat nog waardevolle materialen en moet geschei­den van het ongesorteerde afval worden afgevoerd. W Afgedankte apparaten onmiddellijk onbruikbaar
maken, stekker uit het stopcontact trekken en aansluitkabel doorknippen.
Verwijder een ev. snap- of grendelslot, zodat
spelende kinderen zich niet zelf kunnen ops­luiten - ze stikken.
W Let erop dat het koelmiddelcircuit van het afgedankte apparaat
voor afhaling of afgifte bij de door de gemeenten ingerichte depots niet beschadigd wordt. Op deze wijze is gewaarborgd dat het koelmiddel in het circuit of olie niet ongecontroleerd ontsnapt.
- Nadere informatie over het gebruikte koelmiddel vindt u op het typeplaatje. De warmte-isolatiestof is PU met pentaan.
- Informatie over ophaaldata of inzamelpunten is de plaatselijke stadsreiniging of bij de gemeente verkrijgbaar.
Technische veiligheid
W Om persoonlijk letsel en materiële schade te voorkomen,
het apparaat alleen verpakt transporteren en met twee personen neerzetten.
W Het gebruikte koelmiddel R 600a is milieuvriendelijk,
maar brandbaar.
W Leidingen van het koelmiddelcircuit niet beschadigen. Eruit spui-
tend koelmiddel kan oogletsel veroorzaken of ontbranden.
W
Wanneer koelmiddel vrijkomt, dan open vuur of ontstekingsbron­nen in de nabijheid van het lekpunt verwijderen, stekker uit het stopcontact trekken en de ruimte goed ventileren.
W
Bij schade aan het apparaat onmiddellijk - voor het aansluiten - bij de leverancier reclameren.
W Om een veilig gebruik te waarborgen het apparaat alleen volgens
de informatie in de gebruiksaanwijzing monteren en aansluiten.
W In geval van fouten dient het apparaat van het net te worden ge-
scheiden: netstekker uittrekken (hierbij niet aan het aansluitings­kabel trekken) of zekering activeren resp. uitdraaien.
W Reparaties en ingrepen aan het apparaat alleen door de
technische dienst laten uitvoeren, daar anders aanzienlijke gevaren voor de gebruiker ontstaan. de technische dienst laten uitvoeren, daar anders aanzienlijke gevaren voor de gebruiker ontstaan. Hetzelfde geldt voor het vervangen van het
netsnoer.
Veiligheid bij het gebruik
W Bewaar geen explosieve stoffen of spuitbussen met
brandbare drijfgassen, zoals butaan, propaan, pentaan enz., in het apparaat. Eventueel vrijkomende gassen zouden door elektrische onderdelen kunnen worden ontstoken. U herkent dergelijke spuitbussen aan de erop gedrukte inhoudsver­melding of aan een vlamsymbool.
W Producten met een hoog percentage alcohol alleen goed afgeslo-
ten en staande bewaren.
W In het inwendige van het apparaat geen open vuur of ontstekings-
bronnen gebruiken.
W Geen elektrische apparaten binnen het apparaat gebruiken
(bijv. stoomreinigingsapparatuur, verwarmingsapparatuur, ijsma­kers enz.).
W Plint, laden, deuren enz. niet als voetensteun of om te leunen
misbruiken.
W Dit apparaat is niet bedoeld voor personen (ook kinderen) met
fysieke, sensorische of mentale gebreken of personen, die niet over voldoende ervaring en kennis beschikken, tenzij zij door een persoon, die voor hun veiligheid verantwoordelijk is, in het gebruik van het apparaat worden onderwezen of die aanvankelijk toezicht uitoefent. Kinderen mogen niet zonder toezicht achterblijven om te voorkomen dat ze met het apparaat spelen.
W Voorkom voortdurend huidcontact met koude oppervlakken of te
koelen/te bevriezen levensmiddelen. Dit kan leiden tot een pijnlijk of dof gevoel en bevriezing. Bij langdurig huidcontact veiligheids­maatregelen treffen, bijv. handschoenen dragen.
W Consumeer geen levensmiddelen die over de datum zijn, ze kun-
nen een voedselvergiftiging veroorzaken.
Opstelaanwijzingen
W Let er bij het opstellen/inbouwen op dat er geen leidingen van het
koelsysteem beschadigd raken.
W Schuif het apparaat in de nis. Verdraai de stelpoten met
een steeksleutel 10 om het apparaat stevig en water­pas op te stellen.
W Vermijd standplaatsen direct in het zonlicht, naast het
fornuis, de radiator en dergelijke, evenals in vochtige omgevingen met spatwater.
W De plaatsingsruimte van uw apparaat moet volgens de norm EN
378 pro 8 g koelmiddelmassa R 600a 1 m3 hebben, zodat er in geval van een lekkage in het koelmiddelcircuit geen ontvlambaar gas-luchtmengsel in de opstellingsruimte van het apparaat kan ontstaan. Informatie over de hoeveelheid koelmiddel vindt u op het typeplaatje aan de binnenkant van het apparaat.
W Dek de ventilatieopeningen nooit af. Zorg altijd
voor een goede luchttoevoer en -afvoer! Lees de
informatie in de opstel- en ombouwaanwijzingen.
W Plaats geen apparaten die warmte afgeven op de koel-
of diepvrieskast, bijv. magnetron, broodrooster enz.
Aansluiten
Stroomsoort (wisselstroom) en spanning
op de opstelplaats moeten overeenkomen met de gegevens op het typeplaatje. Het typeplaatje be­vindt zich aan de linker binnenkant, naast de groenteladen.
W Het apparaat alleen via een correct geïnstalleerd
randaardestopcontact aansluiten.
W Het stopcontact moet d.m.v. een zekering van 10 A of
zwaarder beveiligd zijn, buiten de achterzijde van het apparaat liggen en goed toegankelijk zijn.
W Het apparaat niet samen met de andere apparaten aansluiten via
een verlengsnoer - Gevaar op oververhitting.
W Bij het loshalen van het netsnoer van de achterzijde van het
apparaat de kabelhouder verwijderen, om trillingsgeluiden te voorkomen!
23
* Verschillend naargelang model en uitrusting
Het is aanbevolen het apparaat voor het in bedrijf nemen te reinigen, zie daartoe het hoofdstuk “Reinigen”.
In- en uitschakelen
- Afb. A1: Met de hoofd-aan-/uit-regelaar 1 schakelt u steeds
het volledige apparaat in of uit, zowel het vriesvak als het koeldeel.
W Inschakelen: Aan-/uit-regelaar 1 met een muntstuk verdraaien,
zodat de temperatuur-instelweergave 4oplicht.
- Het apparaat is ingeschakeld, van zodra de temperatuur-instel
-
weergave 4 oplicht en de binnenverlichting brandt.
W Uitschakelen van het volledige apparaat: de gleuf van de hoofd-
aan-/uit-regeling 1 met een muntstuk tot tegen de aanslag in de stand “0” terugdraaien, zodat de temperatuur-instelweergave dooft. Koeldeel en vriesvak zijn uitgeschakeld.
Temperatuur regelen
W Afb. A1: De temperatuurregelaar 1 met een muntstuk verdraaien
tot de gewenste temperatuur op het display 4 oplicht. De ver­schillende standen van de gleuf hebben de volgende betekenis:
1. punt = warmste temperatuur
,
kleinste koelcapaciteit
max. = koudste temperatuur
,
grootste koelcapaciteit
W
Aanbevolen temperatuurinstelling:
- Voor het
koeldeel: 5 °C Tijdens het instellen knippert de LED van de ingestelde temperatuur. Bij apparaten met een vriesvak* geldt:
- Bij het bewaren van diepvriesvoeding, en indien de lage tempe­raturen moeten worden gewaarborgd, dan is het instellen van de temperatuurregeling op max. aanbevolen.
- Bij omgevingstemperaturen beneden 18 °C wordt de winterverwar­ming van het apparaat automatisch ingeschakeld.
Aanwijzing: Denk er om, dat de temperatuur in de koele ruimte wor­den beïnvloed door de frequentie waarmee de deur wordt geopend, de schikking, en de temperatuur in de ruimte waarin het apparaat staat. Naargelang de gewenste temperatuur de regelaar bijregelen.
SuperCool*, Afb. A1/3
SuperCool is bijzonder aanbevolen, indien een grote hoeveelheden verselevensmiddelen of dranken zo snel mogelijk wilt gaan afkoelen. De koeltemperatuur daalt daarbij tot de laagst mogelijke waarde. W In-/uitschakelen: Kort op de SuperCool-toets 3drukken, zodat
de bijhorende LED oplicht (donker = uit). Aanwijzing: SuperCool verbruikt meer energie. Na ong. 6 uren schakelt de elektronica echter automatisch terug
naar de energiesparende normale modus.
In bedrijf nemen
De binnenverlichting
wordt na ong. 15 minuten geopende deur automatisch uit. Indien ze bij een kort geopende deur niet oplicht, maar de temperatuurinstel-weer­gave wel, dan is het gloeilampje waarschijnlijk defect.
Vervangen van het gloeilampje:
W Gegevens gloeilampje: max. 15 W, de stroomsoort en de span-
ning moeten overeenkomen met de informatie op het typeplaatje.
Alleen gloeilampjes gebruiken met dezelfde afmetingen, fitting: E
14.
W Apparaat uitschakelen. De netstekker uit het stopcontact trek-
ken resp. de zekering uitschakelen of uitschroeven.
W De lampafdekking volgens afb. F1 losklikken 1 en daarna naar
achter uitnemen 2.
W De gloeilamp volgens afb. F2 vervangen. W De afdekking terug naar achter inhangen en opzij inklikken.
Aanwijzingen voor het koelen
W Door de natuurlijke luchtcirculatie ontstat verschillende temperatu-
urbereiken, die gunstig zijn voor het bewaren van de verschillende
levensmiddelen.
- Onmiddellijk boven de groentelades en tegen de rugzijde is het
het koudst (gunstig voor bijv. worst- en vleeswaren);
- Vooraan boven, en in de deur is het het warmst (gunstig voor
smeerbare boter en kaas). Daarom de levensmiddelen bewaren
zoals aangegeven in het voorbeeld.
W Levensmiddelen zo opslaan, dat de lucht nog goed kan circule-
ren; niet te dicht stapelen dus. W Levensmiddelen, die gemakkelijk geurtjes of smaken afgeven of
opnemen, zoals vloeistoffen, steeds in gesloten kommen of afge-
dekt bewaren; alcohol met een hoog percentage alleen afgeslo-
ten en stand bewaren. W Als verpakkingsmateriaal zijn herbruikbare bakjes uit kunststof,
metaal, aluminium en glas geschikt, en vershoudfolies. W Sterk ethyleengas afgevende en -gevoelige levensmiddelen, zoals
groenten, fruit en sla, steeds scheiden of verpakken, zodat de be-
waarduur niet wordt ingekort. Bijvoorbeeld tomaten nooit samen
met kiwi’s of kool bewaren.
Koeldeel
Temperatuur-instelweergave, Afb. A1/4
- Het oplichten van de temperatuur-instelweergave wijst er op dat het apparaat is ingeschakeld.
- Aan de afzonderlijke displays zijn temperatuurbereiken toegewe
-
zen. Ze geven de gekozen instelwaarde van de koeltemperatuur.
24
Vriesvak*
In het vriesvak*
kunt u bij een bewaartemperatuur van -18 °C en lager (vanaf de tem­peratuurregeling in het midden) diepvriesvoeding en bevroren waren meerdere maanden bewaren, ijsblokjes bereiden en bovendien nog verse levensmiddelen invriezen.
Aanwijzing: De luchttemperatuur in het vak, gemeten met een ther­mometer of andere meetapparaten kan wisselen. Nochtans heeft dit als het vak gevuld is weinig invloed op de bevroren producten. De kerntemperatuur van de bevroren producten behoudt het gemiddelde van deze schommelingen.
SuperFrost
De verse levensmiddelen moeten zo snel mogelijk tot in het centrum worden diepgevroren en al bewaarde bevroren producten een “kou­dereserve” krijgen. Dit is mogelijk met de SuperFrost-voorziening. Hierdoor blijven de voedingswaarde, het uitzicht en de smaak van de ingevroren levensmiddelen het best behouden. W U kunt maximaal zoveel kg verse levensmiddelen binnen 24
uren invriezen, als op het typeplaatje onder “Invriescapaciteit ... kg/24h” 4is aangegeven. De maximale hoeveelheid verschilt naargelang het model en de klimaatklasse.
Invriezen met SuperFrost
Afb. A1/2
W Kort op de SuperFrost-toets 2 drukken, zodat de LED oplicht.
- De invriestemperatuur daalt, het apparaat werkt met de grootste koudecapaciteit.
W Daarna de verse levensmiddelen invoeren.
- SuperFrost wordt
na in het totaal ong.65 uren automatisch uit-
geschakeld. Het invriesproces is afgesloten,
- de
SuperFrost- LED dooft. Het apparaat werkt verder in de
energiesparende normale modus van de laatste instelwaarde.
Aanwijzing: SuperFrost moet u niet inschakelen:
- bij het invoeren van al bevroren waren.
Aanwijzingen voor het invriezen en bewaren
W Bevroren producten (al ingevroren voedingswaren) kunnen me-
teen in het koude vak worden ondergebracht.
W Indien mogelijk geen kleine flessen in het vak leggen om ze snel
af te koelen. Indien dat toch gebeurt ze ten laatste na een uur uitnemen, omdat ze anders uit elkaar kunnen spatten!
W Eens ontdooide levensmiddelen niet opnieuw terug invriezen,
maar gebruiken in een bereiding. De voedingswaarde en de smaak blijven op deze manier het best behouden.
W Als richtwaarde voor de bewaarduur van verschillende levensmid-
delen in het vriesvak geldt:
Gevogelte, rundvlees, lam 6 tot 12 maanden
Vis, varkensvlees 2 tot 6 maanden Wild, konijn, kalfs 4 tot 8 maanden Worst, ham 2 tot 4 maanden Kant-en-klare maaltijden 2 tot 4 maanden Groenten en fruit 6 tot 12 maanden Kaas, brood, bakwaren 2 tot 6 maanden Gistgebak 1 tot 5 maanden IJscr
ème 2 tot 3 maanden
- Welke waarde nu juist geldt, hangt af van de kwaliteit van de levens-
middelen, de voorbehandeling tot het invriezen en de kwaliteitseisen van de gebruiker zelf. Voor eerder vette levensmiddelen gelden steeds de onderste waarden; vetten vertonen de neiging ranzig te worden.
IJsblokjes maken
W De ijsblokjesschaal* voor drie-
kwart met water vullen en laten bevriezen. De ijsblokjes komen los uit de houder door deze te buigen, of wanneer de ijsblokjeshouder kor­te tijd onder stromend water wordt gehouden.
Ontdooien, reinigen
In de koelruimte
Apparaten zonder vriesvak ontdooien automatisch. De op de rugzijde van de koelruimte ontstane water wordt via de afloop naar een verdampingschaal geleid buiten de koelruimte. Het dauwwater verdampt door de warmte van de compressor-waterdruppels aan de rugzijde ontstaan door de werking, en zijn volledig normaal. W Let er op, dat het dauwwater steeds ongehinderd door de af-
loopopening boven de groenteladen naar de rugzijde (pijl in afb. A) kan lopen.
In het vriesvak*
ontstat na enige tijd een dikkere rijm- resp. ijslaag. Het energieverbruik neemt toe. U moet dus regelmatig ontdooien.
Gebruik voor het ontdooi­en geen elektrische ver­warmings- of stoomreini­gingsapparaten, ontdooi­sprays, open vuur of metalen voorwerpen voor het verwijderen van ijs. Gevaar op letsels en beschadigingen!
Voor het versnellen van het ontdooiingsproces een emmer kokend water in het koelvak plaatsen. Voor het ontdooien gaat u tewerk als volgt: W Apparaat uitschakelen: netstekker uit het stopcontact trekken of
- de temperatuurregeling in de stand “0” plaatsen. W Bevroren voeding uitnemen, in krantenpapier of een deken draai-
en en op een koele plaats bewaren.
W Vak- en apparaatdeur tijdens het ontdooien open laten. W Dooiwater met een spons of doek opnemen. Aansluitend het
apparaat reinigen.
Reinigen
W Voor het reinigen in principe het apparaat buiten
bedrijf plaatsen. De netstekker uit het stopcontact trekken, of de zekeringen uitnemen resp. uitscha­kelen.
W De buitenwanden, de binnenruimte en onderdelen van
de uitrusting met lauw water en wat spoelmiddel met de hand reinigen. Geen stoomreinigers gebruiken - ge­vaar op letsels en schade!
Gebruik geen schurende of krassende sponsen, geen geconcen
­treerde reinigingsmiddelen en in geen geval zand-, chloride- of zuurhoudende poets- of chemische oplosmiddelen.
- Aanbevolen zijn zachte poetsdoeken en een allesreiniger met een neutrale pH-waarde. Binnen in het apparaat alleen reinigings- en onderhoudsmiddelen gebruiken, die zonder bezwaar kunnen wor­den gebruikt in combinatie met levensmiddelen.
- Let er op dat er geen reinigingswater terecht komt in de ver
­luchtingsgleuven, de elektrische onderdelen en in de afloopgeul*. Het apparaat droog wrijven.
- Het typeplaatje aan de binnenzijde van het apparaat niet bescha
-
digen of verwijderen - het is belangrijk voor de klantendienst.
W Reinig de afloopopening aan de rugzijde boven de groenteladen
vaker, afb. A, pijl.
Eventueel met een dun hulpmiddel, bijv. een wattenstaafje of
iets dergelijks reinigen.
25
W Het koelaggregaat met de warmtewisselaar - het metalen rooster
aan de achterzijde van het apparaat
- moet eenmaal per jaar worden gerei­nigd en ontstoft. Stofophopingen verho­gen het energieverbruik.
W Let er op, dat er geen kabels of andere
onderdelen worden afgescheurd, ge­knikt of beschadigd.
W Het apparaat daarna terug aansluiten/
inschakelen.
Indien het apparaat langere tijd buiten bedrijf geplaatst werd, dan het apparaat leeg maken, de netstekker uit het stopcontact trekken, zoals beschreven reinigen en de deur van het apparaat laten open staan, om de vorming van geuren te vermijden.
Storingen - problemen?
Uw apparaat is zo geconstrueerd en gefabriceerd, dat de storingsvri­jheid en een lange levensduur gewaarborgd zijn. Indien er toch tijdens het gebruik een storing zou optreden, gaat u dan na, of de storing ev. tot een bedieningsfout is terug te brengen. In dit geval moeten wij u ook tijdens de garantietijd de hierdoor opge­treden onkosten in factuur brengen. De volgende storingen kunt u door controle van de mogelijke oorza­ken zelf verhelpen:
Storing mogelijke oorzaak en remedie
Apparaat werkt niet, het display blijft donker
- Is het apparaat correct ingeschakeld?
- Zit de stekker goed in het stopcontact?
- Is de zekering in de meterkast in orde?
Binnenverlichting brandt niet
- Is het koelgedeelte ingeschakeld?
- Is het gloeilampje defect? Vervang het lampje als onder “Binnen
-
verlichting” beschreven.
Te harde geluiden
- Staat het apparaat op een stevige ondergrond? Worden meubels/ voorwerpen naast het apparaat door het draaiende aggregaat aan het trillen gebracht?
Schuif het apparaat eventueel iets weg, stel het met de stelpoten
waterpas, zet de flessen en verpakkingen van elkaar af.
- Normaal zijn: stromingsgeluiden, borrelen of ruisen, afkomstig van het koelmid­del, dat door het koelcircuit stroomt.
Een zacht klikken ontstaat telkens, wanneer de compressor (de
motor) automatisch aan- of uitschakelt.
Het brommen van de motor wordt kort iets harder, wanneer
het aggregaat inschakelt. Bij ingeschakelde SuperFrost, vers geplaatste levensmiddelen, of nadat de deur langer open heeft gestaan, wordt het koelvermogen automatisch hoger.
De temperatuur is niet voldoende koud
- Is de temperatuurregelaar correct ingesteld? (ev. kouder instellen)
- Sluit de deur van het apparaat correct?
- Volstaat de be- en verluchting?
Ev. verluchtungsrooster vrijmaken.
- Is de omgevingstemperatuur te hoog? (zie deel “Bestemmingen”)
- Werd het apparaat te vaak of te lang geopend?
- Ev. afwachten, of de vereiste temperatuur zich niet vanzelf her
-
stelt.
Klantendienst en typeplaatje
Indien geen van bovenstaande oorzaken voorkomt, en u de storing niet zelf kan verhelpen of indien meerdere LED’s knipperen, wend u zich dan tot de dichtstbijzijnde klantendienst (zie de lijst in bijlage). Deel de
beschrijving van het apparaat
1,
het service-
2,
het serienummer
3
van het typeplaatje mee (zie afb.), en welke LED’s knipperen. Dit maakt een snelle en doelgerichte herstelling mogelijke. Het type­plaatje bevindt zich aan de binnen in het apparaat links.
Opstel-/Ombouwaanwijzing
Klapt u voor het lezen de flap achteraan met de afbeldingen naar buiten.
De fabrikant werkt voortdurend aan de verdere ontwikkeling van alle types en modellen. Heeft u er begrip voor, dat we veranderingen in de vorm, de uitrusting, en de techniek moeten voorbehouden.
Deuraanslag verwisselen
Afb. T: Desgewenst kan de draairichting worden veranderd. Ga hiervoor volgens afb. T/T1 en in de volgorde van de positienum­mers te werk.
Opstelmaten
De afmetingen van het apparaat staan in de nevenstaande afbeelding S en de volgende tabel.
Model Afmetingen (mm) Nom. breedte
a c c’ d e e’ g h
600 611 640 1175 628 657 610 850
Loading...