De verpakking bestaat uit recycleerbaar materiaal.
- golfkarton / karton
- gevormde delen van geschuimd polystyreen
- folies van polyetheen
- spanbanden van polypropeen
• Verpakkingsmateriaal is geen speelgoed voor kinderen -
verstikkingsgevaar door folies!
• Gelieve het verpakkingsmateriaal naar een openbare inzamel
plaats te brengen.
Het afgedankte apparaat bevat nog waardevolle
materialen en moet gescheiden van het ongesorteerde
afval worden afgevoerd.
• Maak een afgedankt apparaat onbruikbaar: trek de
stekker uit het stopcontact, snijd het netsnoer door
en zet de sluiting buiten werking zodat kinderen zich
niet kunnen opsluiten.
• Let erop dat het koelmiddelcircuit van het afgedankte apparaat
voor afhaling of afgifte bij de door de gemeenten ingerichte
depots niet beschadigd wordt.
• Nadere informatie over het gebruikte koelmiddel vindt u op het
typeplaatje.
• Informatie over ophaaldata of inzamelpunten is de plaatselijke
stadsreiniging of bij de gemeentelijke verkrijgbaar.
Klimaatklasse
Het apparaat is ontworpen voor een bepaalde klimaatklasse d.w.z.
een maximale temperatuur waarboven het apparaat niet gebruikt
mag worden. U vindt de klimaatklasse van het apparaat op het
typeplaatje. Hierbij worden de volgende afkortingen gebruikt:
Klimaatklasse Omgevingstemperaturen
SN + 10° tot + 32 °C
N + 16° tot + 32 °C
ST + 18° tot + 38 °C
T + 18° tot + 43 °C
Bedienings- en
controleelementen
Boter- en kaasvak
Flessenvakrooster
Verplaatsbare
opbergvakken
Verplaatsbare plateaus
Typeplaatje
Groentelade
Veiligheidsaanwijzingen en waarschuwingen
• Voorkom blessures en beschadigingen: pak het apparaat altijd
met twee personen uit en stel hem samen op.
• Neem bij beschadiging van het apparaat onmiddellijk - nog vóór
het aansluiten - contact op met de leverancier.
• Stel het apparaat volgens de aanwijzingen in deze gebruiksaan
wijzing op en houd u aan de aansluitvoorschriften om zeker te zijn
van een goede werking.
• Koppel het apparaat bij storingen los van de netspanning: trek de
-
stekker uit het stopcontact of draai de zekering in de meterkast
eruit.
• Trek de stekker niet aan het netsnoer uit het stopcontact maar
pak de stekker vast.
• Laat reparaties en ingrepen aan het apparaat uitsluitend door de
technische dienst of een installateur uitvoeren, aangezien anders
grote gevaren voor uzelf en anderen kunnen ontstaan. Hetzelfde
geldt voor het vervangen van het netsnoer.
• Gebruik in het apparaat nooit open vuur of ontstekingsbronnen.
Let er daarom tijdens het vervoeren en reinigen van het apparaat
goed op dat het koelcircuit niet wordt beschadigd. Mocht het
koelcircuit desondanks beschadigd raken, houd het apparaat
dan uit de buurt van open vuur. Zorg voor goede ventilatie in het
vertrek.
• Ga nooit op de sokkel, laden, deur enz. staan of leunen om ergens
bij te kunnen.
• Dit apparaat is niet bedoeld voor personen (ook kinderen) met
fysieke, sensorische of mentale gebreken of personen, die niet
over voldoende ervaring en kennis beschikken, tenzij zij door
een persoon, die voor hun veiligheid verantwoordelijk is, in het
gebruik van het apparaat worden onderwezen of die aanvankelijk
toezicht uitoefent. Kinderen mogen niet zonder toezicht ach
terblijven om te voorkomen dat ze met het apparaat spelen.
• Voorkom voortdurend huidcontact met koude oppervlakken of te
koelen/te bevriezen levensmiddelen want dat kan een pijnlijk of
dof gevoel en bevriezing veroorzaken. Bij langdurig huidcontact
veiligheidsmaatregelen treffen, bijv. handschoenen dragen.
• Eet consumptieijs, met name waterijsjes of ijsblokjes, niet direct op
nadat u het uit het apparaat genomen hebt. Extreem lage tempera
turen kunnen blaren aan uw handen of in uw mond veroorzaken.
• Consumeer geen levensmiddelen die al over de verbruiksdatum
heen zijn of te lang in het apparaat liggen aangezien u hierdoor
een voedselvergiftiging kunt oplopen.
• De koel-vriescombinatie is bedoeld voor het koelen, invriezen
en bewaren van levensmiddelen evenals het maken van ijs. Het
apparaat werd ontworpen voor huishoudelijk gebruik. Bij profes
sioneel gebruik (in de horeca, detailhandel enz.) moeten de op de
betreffende bedrijfstak van toepassing zijnde voorschriften worden
opgevolgd.
• Bewaar geen explosieve stoffen of spuitbussen met brandbare drijf
gassen (bijv. butaan, propaan, pentaan) in het apparaat. Eventueel
vrijkomend gas kan door de elektrische componenten ontstoken
worden. U herkent dergelijke spuitbussen aan het waarschuwings
symbool bestaande uit enkele vlammen met eronder de tekst „Licht
ontvlambaar“ dan wel aan de tekst op de spuitbus.
• Geen elektrische apparaten binnen het apparaat gebruiken.
Deze gebruiksaanwijzing is voor verscheidene modellen geldig,
afwijkingen zijn daarom mogelijk.
-
-
-
-
-
-
10
IJsmaker voor
IJsblokjes
Diepvriesladen
Diepvriesplan
Tips om energie te besparen
• Laat de deur niet onnodig lang open staan.
• Laat warme gerechten eerst tot kamertemperatuur afkoelen
voordat u ze in in het apparaat plaatst.
Page 3
Opstellen
• Plaats het apparaat bij voorkeur niet in direct zonlicht, naast het
fornuis, een radiator enz.
• De ondergrond moet vlak en waterpas zijn.
• Dek de ventilatieopeningen nooit af. Zorg altijd voor een goede
luchttoevoer en -afvoer!
• De plaatsingsruimte van uw apparaat moet volgens de norm
EN 378 pro 8g koelmiddelmassa R 600a 1 kubieke m bezitten
zodat er in geval van een lekkage in het koelmiddelcircuit geen
ontvlambare gas-lucht-mengeling in de plaat-singsruimte van
het apparaat kan ontstaan. Informatie over de hoeveelheid
koelmiddel vindt u op het typeplaatje aan de binnenkant van
het apparaat.
Kinderbeveiliging
Met de kinderbeveiliging beschermt u het apparaat tegen ongewenst uitschakelen.
Kinderbeveiliging inschakelen: Druk op de
Alarm-toets, houd de toets ingedrukt en druk op
> + >
3 sec.
Een dubbele pieptoon geeft aan dat de kinderbeveiliging is inge
schakeld. De indicator licht op.
Uitschakelen: Druk de toetsencombinatie nogmaals in; de indicator gaat uit.
de Superfrost-toets. Houd beide tiptoetsen ca.
3 sec. ingedrukt.
NL
-
Aansluiten
De stroom (wisselstroom) en spanning op de opstelplaats moeten
overeenkomen met de gegevens op het typeplaatje. Het typeplaatje
bevindt zich aan de linker binnenkant, naast de groenteladen.
Het stopcontact moet d.m.v. een zekering van 10 A of zwaarder
beveiligd zijn, buiten de achterzijde van het apparaat liggen en
goed toegankelijk zijn.
Het apparaat alleen via een correct geïnstalleerd randaarde
stopcontact aansluiten.
In- en uitschakelen
Wij adviseren u om het apparaat te reinigen voordat u het in gebruik
neemt (zie verder onder
Schakel het apparaat ca. 2 uur voordat u de eerste levensmid
delen erin plaatst in. Koel- en vriesgedeelte
van elkaar gebruikt worden.
Inschakelen: Druk op de Aan/Uit-tiptoetsen (links voor
koelgedeelte, rechts voor vriesgedeelte); de tempera
tuurdisplays lichten op/knipperen.
- Koelgedeelte: de binnenverlichting brandt wanneer de deur
geopend is.
- Vriesgedeelte: het alarm wordt altijd geactiveerd wanneer het
apparaat voor de eerste maal wordt ingeschakeld en de bin
nentemperatuur te hoog is.
Druk op de Alarm-toets om het alarm uit te schakelen. Nadere
informatie vindt u onder „Alarm - geluidssignaal“.
Uitschakelen: Druk op de Aan/Uit-tiptoets; de verlichte temperatuurdisplays gaan uit.
„Reinigen“).
kunnen onafhankelijk
Temperatuur instellen
Het apparaat is standaard ingesteld voor normaal bedrijf. Voor het
koelgedeelte adviseren wij +5 °C, voor het vriesgedeelte -18 °C.
Temperatuur verlagen/kouder:
Druk op de onderste tiptoets, links voor het koelgedeelte, rechts voor het vriesgedeelte.
Temperatuur verhogen/warmer:
Druk in beide gevallen op de bovenste tiptoets.
- Tijdens het instellen knippert de ingestelde temperatuur op het
temperatuurdisplay.
- De eerste keer dat u op een temperatuur-tiptoets drukt toont
het temperatuurdisplay de laatst ingestelde temperatuur van
het vries- of koelgedeelte.
- Door meermaals kort op een tiptoets te drukken, laat u de
ingestelde temperatuur in stapjes van 1 °C verspringen. Houdt
u de tiptoets langer ingedrukt dan verandert de temperatuur
doorlopend.
- Ongeveer 5 seconden nadat u de tiptoetsen hebt losgelaten
schakelt het temperatuurdisplay automatisch over op de wer
kelijke vries- of koeltemperatuur.
- De temperatuur is instelbaar:
in het koelgedeelte tussen 11 °C en 2 °C,
in het vriesgedeelte tussen -14 °C en -28 °C.
Temperatuurdisplays
Direct nadat het apparaat in bedrijf
werd gesteld en wanneer het apparaat
warm is, staan er streepjes op het tem
peratuurdisplay totdat de temperatuur
ver genoeg gedaald is (tussen 19 °C
- 0 °C in het koelgedeelte, onder de
0 °C in het vriesgedeelte).
-
Het temperatuurdisplay knippert wanneer u
- de ingestelde temperatuur verandert en wanneer
- de temperatuur enkele graden gestegen is. Hierdoor wordt u
erop geattendeerd dat de temperatuur is opgelopen. Dit kan
gebeuren wanneer u verse levensmiddelen op kamertempera
tuur in het apparaat gelegd hebt of wanneer u het apparat lang
open liet staan en er warme lucht in kon stromen.
Verschijnt op het temperatuurdisplay een foutmelding
dan is sprake van een storing. Neem in dit geval contact op met
de technische dienst van de leverancier van het apparaat.
-
Waarschuwingszoemer
- De zoemer wordt ingeschakeld wanneer het in het vriesgedeelte
niet koud genoeg is. Tegelijkertijd knippert het temperatuurdis
play;
- te veel warme lucht in het apparaat gestroomd is tijdens het
plaatsen / verplaatsen van levensmiddelen in het apparaat, het
-
verwijderen van levensmiddelen uit het apparaat.
Het alarm stopt wanner u op de
temperatuurdisplay blijft knipperen totdat de alarmsituatie
beëindigd is.
-
„ALARM“ toets drukt. Het
Indicatie bij stroomuitval „Frost-control“melding
Staat op het display nA, dan betenket dit: De temperatuur van
de ingevroren levensmiddelen is door een stroomuitval, door
een netspanningsonderbreking in de afgelopen uren of dagen te
veropgelopen.
Wanneer u tijdens de meling
ziet u op het display hoe ver de temperatuur gedurende de
stroomonderbreking is opgelopen. Controleer, afhankelijk van de
temperatuurstijging of zelfs ontdooiing, of de levensmiddelen nog
geschikt zijn voor consumptie!
De hoogste temperatuur tijdens de stroomonderbreking is ca. 1
min. zichtbaar. Daarna toont het display weer de temperatuur die
de levensmiddelen op dat moment hebben. Druk meermaals op
de
„ALARM“ toets om de weergave van de hoogste temperatuur
voortijdig af te breken.
nA op de „ALARM“ toets drukt,
Supercool
Met de functie „Supercool“ schakelt u het koelgedeelte over op
maximale koeling. Supercool verdient met name aanbeveling
wanneer u grote hoeveelheden net erin gelegde levensmiddelen
of dranken, zo snel mogelijk wilt afkoelen.
Inschakelen: Druk kort op de Supercool-toets; het controlelampje licht op. De koeltemperatuur daalt tot op de
-
koudste waarde.
Opmerking: „Supercool“ verbruikt iets meer stroom. Na ca. 6
uur schakelt de elektronica echter weer automatisch naar de
energiebesparende stand terug.
Uitschakelen: Druk nogmaals kort op de Supercool-toets; het
controlelampje gaat uit.
-
F1 tot F5
-
11
Page 4
Uitvoering
Desgewenst kunt u de plateaus verplaat-
sen. Til de plateaus van voren op, trek ze
er half uit en kantel ze omhoog/omlaag om
ze eruit te halen.
Bij het terugzetten moet de opstaande
rand achter omhoog wijzen aangezien er
anders levensmiddelen aan de achterwand
kunnen vastvriezen.
Opbergvakken in de deur verplaatsen
Druk het opbergvak omhoog en neem het
naar voren weg. Zet het in de omgekeerde
volgorde op de gewenste hoogte terug.
Desgewenst kunt u de flessenhouder
schuiven om te voorkomen dat de flessen
bij het openen/sluiten van de deur
kantelen.
Hebt u ruimte voor grote flessen nodig dan
kunt u een half glasplaat eenvoudig naar
achteren schuiven.
Flessenvakrooster
Met het flessenvakrooster creëert
u extra ruimte voor het koelen van
dranken.
ver-
De binnenverlichting
wordt automatisch uitgeschakeld wanneer het apparaat langer
dan ca. 15 minuten open staat. De verlichting bevindt zich achter
een afdekking bovenaan in de binnenruimte en bestaat uit twee
gloeilampen. Neem de volgende punten bij een defecte lamp in
acht.
Type gloeilamp: max. 25 W, de
stroom en spanning moeten over
eenkomen met de gegevens op het
typeplaatje, E14-fitting.
Vervangen van de gloeilamp:
• Trek de stekker uit het stopcon
tact of schakel de zekering in
de meterkast uit.
• Houderlijst ➊ afschroeven en in de
richting van de pijl wegnemen.
• Glasplaat ➋ verwijderen.
• Defecte lamp vervangen. Let er
tijdens het indraaien van de nieuwe lamp
op dat de afdichting
in de lampfitting zit.
• Bewaar vloeistoffen en levensmiddelen die snel geur of smaak
afgeven of aannemen altijd in een
gesloten koelkastdoos of afge
dekt. Bewaar sterke alcoholica
uitsluitend in een goed gesloten,
rechtop staande fles.
-
Invriezen
De verse levensmiddelen moeten zo
snel mogelijk door en door bevroren
worden en reeds opgeslagen pro
dukten moeten een `koudereserve´
krijgen. Hiervoor kunt u de Super
frost-functie gebruiken.
Op het typeplaatje (zie onder `In
vriescapaciteit´ ➍) vindt u hoeveel
kilo verse levensmiddelen u binnen 24 uur mag invriezen.
Invriezen met Superfrost
Druk kort op de Superfrost-toets; het controlelampje licht
op. De temperatuur daalt; het apparaat werkt met maxi
male koeling.
• Bij een geringe hoeveelheid in te vriezen levensmiddelen ca. 6
uur voorvriezen - gewoonlijk is dit lang genoeg. Wacht bij de
maximale hoeveelheid levensmiddelen, zie het typeplaatje onder
„Invriescapaciteit“, ca. 24 uur.
• Daarna de verse levensmiddelen erin leggen.
- Superfrost wordt automatisch uitgeschakeld, afhankelijk van
de ingevroren hoeveelheid (variërend van 30 tot 60 uur).
Schakel Superfrost niet in
- wanneer u reeds ingevroren diepvriesproducten in het apparaat
legt;
- bij het invriezen van minder dan 2 kg verse levensmiddelen per
dag.
Het diepvriesplan
Het diepvriesplan geeft de
houdbaarheid in maanden
voor enkele symbolisch weer
gegeven produkten.
De werkelijke houdbaarheid
d.w.z. of de kortste of de lang
ste bewaartijd van toepassing
is hangt af van de kwaliteit
van de levensmiddelen, de
behandeling vóór het invrie
zen, en de kwaliteit die u na
het ontdooien wenst. Voor de
wat vettere levensmiddelen
geldt steeds de kortste bewaartijd.
-
-
-
-
-
-
-
12
De koudeaccu‘s
Bij stroomuitval voorkomen de bijgevoegde
koudeaccu‘s dat de temperatuur in het
apparaat te snel oploopt – de kwaliteit
van de levensmiddelen blijft langer
bewaard.
Page 5
Aanwijzingen voor het invriezen en bewaren
• Leg de levensmiddelen altijd soort bij soort.
• De volgende levensmiddelen kunt u invriezen: vlees, wild,
gevogelte, verse vis, groente, fruit, zuivelprodukten, brood,
bakkerijprodukten, kant-en-klare maaltijden. Ongeschikt zijn:
kropsla, rammenas, druiven, hele appels en peren, vet vlees.
• Verpak levensmiddelen die u zelf invriest altijd in afgemeten
porties. Om deze porties meteen door en door te laten bevriezen,
doet u er goed aan de volgende maximale hoeveelheden per
portie aan te houden:
fruit, groente: max. 1 kg, vlees: max. 2,5 kg.
• Blancheer groenten na het wassen en afmeten van de porties
door ze 2-3 minuten in kokend water onder te dompelen en
vervolgens snel onder koud water af te spoelen.
• Voeg geen zout of specerijen toe aan verse levensmiddelen en
geblancheerde groenten voordat u ze invriest. Voeg aan overige
levensmiddelen slechts weinig zout en specerijen toe. Verschil
lende specerijen veranderen van smaak door het invriezen.
• Als verpakkingsmateriaal zijn geschikt: diepvrieszakjes, voor
hergebruik geschikte koelkastdozen van kunststof of metaal
(bijv. aluminium).
• Breng in te vriezen levensmiddelen niet in contact met reeds
ingevroren produkten. Leg uitsluitend droge verpakkingen in het
apparaat zodat ze niet aan elkaar kunnen vastvriezen.
• Noteer altijd datum en inhoud op de verpakkingen. Houd u aan
de maximale houdbaarheid.
• Vries geen flessen en pakken met koolzuurhoudende dranken
in aangezien deze kunnen exploderen.
• Ontdooien: Haal steeds slechts zoveel levensmiddelen uit het
apparaat als u direct nodig hebt. Verwerk eenmaal ontdooide
levensmiddelen zo snel mogelijk tot een gerecht.
Ingevroren levensmiddelen kunt u als volgt ontdooien:
– in de hete-luchtoven
– in de magnetron
– bij kamertemperatuur
– in de koelkast: de warmte die voor het ontdooien nodig is, wordt
aan de overige produkten in de koelkast onttrokken.
Reeds enigszins ontdooide platte porties vlees en vis kunnen
heet bereid worden. Groenten kunt u direct bereiden, zonder dat
u ze ontdooit (in de helft van de tijd die normaal nodig is om gaar
te worden).
Ontdooien
Het koelgedeelte
Het koelgedeelte ontdooit automatisch.
Het vrijkomende water stroomt via de
dooiwaterafvoer in de achterwand in een
verdampingsschaal buiten het apparaat.
Hier verdampt het water door de vrijko
mende warmte van de compressor. U hoeft
er slechts voor te zorgen dat het dooiwater
ongehinderd door de afvoeropening in de
achterwand kan wegstromen.
-
Storingen
Uw kast is zodanig geconstrueerd en gefabriceerd dat storingen
nagenoeg uitgesloten zijn en een lange levensduur gegarandeerd
is. Doet zich desondanks een storing voor, ga dan a.u.b. na of
deze misschien het gevolg is van een verkeerde bediening. Is dit
het geval dan moeten we helaas ook tijdens de garantietermijn
de reparatiekosten in rekening brengen.
De volgende storingen kunt u zelf opsporen en verhelpen:
Het apparaat werkt niet. Controleer:
– of het apparaat is ingeschakeld;
– of de stekker goed in het stopcontact zit;
– of de zekering in de meterkast nog goed is.
Het apparaat maakt te veel lawaai. Controleer:
– of het apparaat stabiel staat;
– of meubels/voorwerpen naast het apparaat door het draaiende
aggregaat aan het trillen worden gebracht. Bedenk dat een
diepvrieskast nooit helemaal geluidloos kan werken.
De temperatuur is niet laag genoeg. Controleer:
– of u de temperatuur goed hebt ingesteld (zie onder `Temperatuur
instellen´);
– of er te grote hoeveelheden verse levensmiddelen in het apparaat
gelegd werden;
– of de losse thermometer de juiste waarde aangeeft;
– of de ventilatie in orde is;
– of het apparaat te dicht bij een warmtebron staat.
Neem, indien geen van de bovengenoemde oorzaken van toe
passing zijn en u de storing niet
zelf verhelpen kunt, contact op
met de technische dienst van de
leverancier van het apparaat. Zorg
dat u tijdens het gesprek de type
aanduiding ➊, het index- ➋ en ap-
paraatnummer
Het typeplaatje bevindt zich aan de
linker binnenkant (Koelgedeelte).
➌ bij de hand hebt.
-
Buiten werking stellen
Wilt u het apparaat voor langere tijd buiten werking stellen, schakel het dan uit, trek de stekker uit het stopcontact of draai de
zekeringen in de meterkast eruit. Reinig het apparaat en laat het
apparaatdeur open staan om geurvorming te voorkomen.
Het koelmiddelcircuit werd op lekkages gecontroleerd .
Het apparaat is radio- en tv-ontstoord volgens EN 55014 en
voldoet zodoende aan EG-richtlijn 87/308/EEG.
De fabrikant werkt voortdurend aan de verdere ontwikkeling
van alle typen en modellen. Hebt u er daarom a.u.b. begrip voor
dat wij ons wijzigingen in vorm, uitvoering en techniek moeten
voorbehouden.
NL
-
Het vriesgedeelte
Het No-frost systeem zorgt ervoor dat het apparaat automatisch
wordt ontdooit. Het vrijkomende vocht slaat op de verdamper
neer, wordt periodiek ontdooid en verdampt.
Reinigen
Let op! Trek vóór het reinigen altijd de stekker uit het stopcontact. Is dit niet mogelijk, draai dan in de meterkast de zekering
eruit van de groep waarop het apparaat is aangesloten.
Reinig de binnenkant van het apparaat en de accessoires met lauw
water waaraan een beetje afwasmiddel is toegevoegd. Gebruik
in geen geval chemische oplosmiddelen of produkten die zand
of zuren bevatten.
Gebruik geen stoomreinigingsapparaten!
Gevaar voor beschadiging en verwonding.
• Let erop dat er geen water in de elektrische delen of de ventilatierooster dringt.
• Maak alles goed droog met een doek.
• Beschadig of verwijder het typeplaatje aan de binnenkant van het
apparaat nooit: het is belangrijk voor onze technische dienst.
13
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.