LIEBHERR ICS3113 User Manual [fr]

ICS..3er 0507
7082 536-00
Gebruiksaanwijzing en inbouwvoorschrift
voor koel-vries-combinatie, sleepdeur
NL
32 * afhankelijk van model en uitvoering
Typeplaatje, Afb. A2
Bedienings- en controle-elementen, Afb. A1
Het apparaat in vogelvlucht
Typeplaatje
Overzicht apparaat en uitrusting, Afb. A1
Bedienings- en controle-elementen Boter- en kaasvak*, eiervak*
Conservenopbergvak, verstelbaar
Dooiwaterafvoer
Invriesblad*
VarioSpace door vergroting van vakken*,
Ventilator*
Bergvak voor hoge flessen en dranken
LED-verlichting*
1 2 3 4 5 6 7 8 9 bl bm
bn bo bp bq br
Deelbare en onderschuifbare* schap
Koudeaccu*
Eiervak*
Verplaatsbare schappen
Groentevak
1 2 3 4 5 6
Uit-regelaar, temperatuurreglaar koelgedeelte
SuperFrost-toets
Temperatuurdisplay vriesgedeelte
Toets temperatuuralarm*
Vriesgedeelte
Temperatuurdisplay koelgedeelte
Hoofd aan/uit-regelaar, temperatuurregelaar vriesgedeelte
Schuiflade met info-systeem*
33
NL
* afhankelijk van model en uitvoering
Bewaar de gebruiksaanwijzing zorgvuldig en geef deze eventueel door aan de volgende eigenaar. De gebruiksaanwijzing is geldig voor meerdere modellen, afwij­kingen zijn dus mogelijk.
Bestemmingen
• Het apparaat is bestemd voor het koelen, invriezen en be­waren van levensmiddelen en voor het maken van ijs. Het apparaat is ontworpen voor huishoudelijk gebruik. Bij een andere toepassing kan een probleemloze werking niet worden gegarandeerd.
• Het apparaat is, afhankelijk van de klimaatklasse, geschikt voor het gebruik binnen gelimiteerde omgevingstemperaturen. Deze mogen niet worden onder- of overschreden! De voor uw apparaat geldende klimaatklasse is op het typeplaatje aangegeven. Het betekent:
Klimaatklasse voor omgevingstemperaturen van SN +10 °C tot +32 °C N +16 °C tot +32 °C ST +18 °C tot +38 °C T +18 °C tot +43 °C
Het koudemiddelcircuit is gecontroleerd op lekkages.
- Het apparaat voldoet in ingebouwde toestand aan de van toepassing zijnde veiligheidsvoorschriften en de EG-richtlijnen 73/23/EWG en 89/336/EWG.
Inhoudsopgave
Het apparaat in vogelvlucht ..............................................32
Bestemmingen ..................................................................33
Veiligheidsvoorschriften en waarschuwingen ....................33
Afvalverwerking/Recycling ................................................ 33
Technische veiligheid ........................................................33
Veiligheid tijdens het gebruik ............................................33
Inbouw- en ventilatievoorschriften .....................................34
Aansluiten .........................................................................34
Tips voor het besparen van energie .................................34
In gebruik nemen en controle-elementen .......................... 34
In- en uitschakelen ...........................................................34
De temperatuur instellen ..................................................34
Temperatuurdisplay .......................................................... 35
Alarm - waarschuwingssignaal .........................................35
Koelen met ventilator .......................................................35
Koelgedeelte .....................................................................35
Indelen van de levensmiddelen .........................................35
Aanwijzingen voor het koelen ...........................................35
Uitrusting veranderen ........................................................35
Vriesgedeelte .................................................................... 36
SuperFrost ........................................................................36
Invriezen met SuperFrost ..................................................36
Aanwijzingen voor het invriezen en het bewaren ............... 36
Het Info-System* ...............................................................36
Het invriesblad ..................................................................36
De koudeaccu’s ...............................................................37
VarioSpace* ...................................................................... 37
Ontdooien, reinigen ..........................................................37
Aanwijzingen voor het ontdooien ...................................... 37
Reinigen ...........................................................................37
Storingen - problemen? ....................................................38
Binnenverlichting ..............................................................38
Klantendienst en typeplaatje ............................................. 38
Inbouwvoorschriften .........................................................39
Deurdraairichting veranderen ...........................................39
Bevestiging in het keukenmeubel ...................................... 40
Veiligheidsvoorschriften en waarschuwingen
Afvalverwerking/Recycling
De verpakking is samengesteld uit herbruikbare mate­rialen.
- Golfkarton/Karton
- Gevormde delen van geschuimd polystyreen
- Folies uit polyetheen
- Spanbanden uit polypropeen
Verpakkingsmateriaal is geen speelgoed voor kinde-
ren - verstikkingsgevaar door folie!
Breng het verpakkingsmateriaal naar een officieel inzamel-
punt.
Het afgedankte apparaat: bevat nog waardevolle
materialen en moet gescheiden van het huishoudelijk afval worden afgevoerd naar een recyclingbedrijf.
Maak een afgedankt apparaat onbruikbaar. Trek
de stekker uit het stopcontact, snijd het netsnoer door en maak de deursluiting onbruikbaar, zodat kinderen zich niet kunnen insluiten.
Let er op dat het koelcircuit van het afgedankte apparaat
tijdens het transport niet wordt beschadigd.
Nadere informatie over het gebruikte koudemiddel vindt u op
het typeplaatje.
De afvalverwerking/recycling van afgedankte apparaten moet
vakkundig en volgens de lokaal geldende voorschriften en wetgeving plaatsvinden.
Technische veiligheid
• Om persoonlijk letsel en materiële schade te voor­komen, het apparaat alleen verpakt transporteren en met twee personen plaatsen.
• Het gebruikte koudemiddel R 600a is milieuvriendelijk, maar brandbaar.
• Leidingen van het koelcircuit niet beschadigen. Eruit spuitend koudemiddel kan oogletsel veroorzaken of ontbranden.
• Wanneer er koudemiddel vrijkomt, open vuur of ontstekings­bronnen in de nabijheid van het lekpunt verwijderen, stekker uit het stopcontact trekken en de ruimte goed ventileren.
• Neem bij beschadiging van het apparaat onmiddellijk - vóór het aansluiten - contact op met de leverancier.
• Om een veilig gebruik te waarborgen, het apparaat alleen volgens de informatie in de gebruiksaanwijzing monteren en aansluiten.
• Koppel het apparaat bij een storing los van de netspanning. Netstekker uit het stopcontact trekken (hierbij niet aan het netsnoer trekken) of zekering uitschakelen resp. uitdraaien.
Reparaties en ingrepen aan het apparaat alleen door de
klantendienst laten uitvoeren, anders kunnen er aanzien­lijke gevaren voor de gebruiker ontstaan. Dit geldt eveneens
voor het vervangen van het netsnoer.
Veiligheid tijdens het gebruik
• Bewaar geen explosieve stoffen of spuitbussen met brandbare drijfgassen, zoals butaan, propaan, pentaan enz., in het apparaat. Eventueel vrijkomende gassen kunnen door elektrische onderdelen worden ontsto­ken. U herkent dergelijke spuitbussen aan de opgedrukte vermelding van de inhoud of aan een vlamsymbool.
• Producten met een hoog alcoholpercentage alleen goed afgesloten en rechtop bewaren.
• Gebruik binnenin het apparaat nooit open vuur of ontstekings­bronnen.
• Geen elektrische apparaten binnenin het apparaat gebruiken (bijv. stoomreiniger, verwarmingsapparatuur).
• Plint, schuifladen, deuren enz. niet misbruiken als opstap of om op te leunen.
• Dit apparaat is niet bedoeld voor personen (ook kinderen) met fysieke, sensorische of mentale gebreken of personen, die niet over voldoende ervaring en kennis beschikken, tenzij
34 * afhankelijk van model en uitvoering
Aansluiten
Stroomsoort (wisselstroom) en spanning
op de plaatsingslocatie moeten overeenkomen met de gegevens op het typeplaatje. Deze bevindt zich op de linker binnenwand van het apparaat, afb. A.
Het apparaat alleen op een volgens de voorschrif-
ten geïnstalleerd randaardestopcontact aansluiten.
• Het stopcontact moet d.m.v. een zekering van 10 A of zwaarder beveiligd zijn, buiten de achterzijde van het apparaat liggen en goed toegankelijk zijn.
• Het apparaat niet
- aansluiten op spanningsomvormers,
- in combinatie met zogenaamde energiebesparingsstekkers gebruiken - hierdoor kan de elektronica worden bescha­digd,
- samen met andere apparaten aansluiten op een verlengsnoer
- gevaar voor oververhitting.
• Bij het losnemen van het netsnoer van de achterzijde van het apparaat de kabelhouder verwijderen - anders ontstaan er trillingsgeluiden!
In gebruik nemen en controle-elementen
zij door een persoon die voor hun veiligheid verantwoordelijk is, in het gebruik van het apparaat worden geïnstrueerd of die aanvankelijk toezicht uitoefent. Kinderen mogen niet zonder toezicht achterblijven om te voorkomen dat ze met het apparaat spelen.
• Voorkom langdurig huidcontact met koude oppervlakken of de te koelen/in te vriezen levensmiddelen. Dit kan leiden tot pijn, een verdooft gevoel en bevriezingen. Bij langdurig huidcon­tact beschermingsmaatregelen treffen, bijv. handschoenen dragen.
• Consumptieijs, vooral waterijsjes of ijsblokjes, niet direct na het uit het apparaat nemen en te koud consumeren. Door de lage temperaturen bestaat er “verbrandingsgevaar”.
• Consumeer geen levensmiddelen die over de houdbaar­heidsdatum heen zijn, u kunt hierdoor een voedselvergiftiging oplopen.
Inbouw- en ventilatievoorschriften
• Let er bij het plaatsen/inbouwen op dat de leidingen van het koelcircuit niet beschadigd worden.
De oppervlaktematen van de ventilatieopenin-
gen mogen niet worden gewijzigd. Zorg altijd voor een goede aan- en afvoer van ventilatie­lucht!
• Binnen de ruimte waarin uw apparaat moet worden geplaatst moet volgens de norm EN 378 per 8 g koudemiddel­massa R 600a een volume van 1 m3 beschikbaar zijn, zodat er in geval van een lekkage in het koelcircuit geen ontvlambaar gas-luchtmengsel in de plaatsingsruimte van het apparaat kan ontstaan. De opgave van de hoeveelheid koudemiddel vindt u op het typeplaatje binnenin het apparaat.
• Volg de aanwijzingen uit de inbouwvoorschriften op.
• Na de inbouw: alle transportbeveiligingsonderdelen verwij­deren,
- Plakband en afstandshouders* van de schappen trekken en deze op de gewenste inschuifhoogten plaatsen.
- Alle beschermfolie wegtrekken: van de sierstrips en schuifla­denfronten.
Het wordt aanbevolen het apparaat vóór het in gebruik nemen te reinigen, zie daarvoor het hoofdstuk “Reinigen”. Neem het apparaat ca. 4 uur vóór de eerste vulling met diepvries­producten in gebruik. Plaats de diepvriesproducten pas nadat het rode lampje is uitgegaan.
In- en uitschakelen
- Met de hoofd-aan-/uit-regelaar 1 schakelt u altijd het
volledige apparaat in of uit, zowel het vriesgedeelte als het koelgedeelte.
W Inschakelen: Sleuf van de regelaar 1 voor vriesgedeelte
en 6 voor koelgedeelte met een munt verdraaien, zodat de
temperatuurinsteldisplay 3 en 4 knipperen/branden.
- Het koelgedeelte is ingeschakeld, van zodra de tempera-
tuurinsteldisplay 4 brandt en de binnenverlichting aan is.
- Het vriesgedeelte is ingeschakeld, als de temperatuurin-
steldisplay 3 brandt.
- De alarm-toets 5 brandt rood tot de vriestemperatuur laag
genoeg is, dan gaat deze uit. Meer informatie hierover kunt u vinden in de paragraaf “alarm - waarschuwingssignaal, rode waarschuwingslampje”.
W Uitschakelen van het volledige apparaat: De gleuf in de
hoofd-aan-/uit-regelaar 1 met een muntstuk tot de aanslag in de stand “0” terugdraaien, zodat de temperatuurinsteldisplay uit gaat. Koelgedeelte en vriesgedeelte zijn uitgeschakeld.
W Wilt u alleen het koelgedeelte uitschakelen (vriesgedeelte blijft
ingeschakeld - geschikt voor bijv. vakantietijd), dan moet u de aan/uit-regelaar 6 naar “0” terugdraaien, zodat de tempera­tuurdisplay van het koelgedeelte 4 en de binnenverlichting uit zijn. De temperatuurdisplay van het vriesgedeelte 3 moet
branden.
De temperatuur instellen
W De temperatuurregelaar 1 en 6 met een munt verdraaien tot
de gewenste temperatuur op het display 3 und 4 verschijnt. De verschillende standen van de sleuf hebben de volgende betekenis:
1e Punt = warmste temperatuur, kleinste koelcapaciteit max. = koudste temperatuur, grootste koelcapaciteit W Aanbevolen temperatuurinstelling:
- Voor het koeldeel: 5 °C
- Voor het koelgedeelte: -18 °C Tijdens het instellen knippert het lampje van de ingestelde tem­peratuur. Opmerking: Let er op, dat de temperatuur in de koelruimte af­hankelijk is van het aantal keren dat de deur wordt geopend, de vulling en de ruimtetemperatuur op de plaatsingslocatie. Afhankelijk van de gewenste temperatuur de regelaar bijstellen.
SuperFrost 2
De verse Levensmiddelen moeten zo snel mogelijk tot in de kern worden diepgevroren en al bewaarde bevroren producten een “koudereserve” krijgen. Hierdoor blijven de voedingswaarde, het uiterlijk en de smaak van de ingevroren levensmiddelen het best behouden. W U kunt maximaal zoveel kg verse levensmiddelen binnen 24
uren invriezen, als op het typeplaatje onder “Invriescapaciteit ... kg/24h” is aangegeven. De maximale hoeveelheid diepvries­producten verschilt afhankelijk van het model en de klimaat­klasse.
max.
0
SuperFrost
max.
0
Alarm
°C
9 7 5 3 1
-15
-18
-21
-25
-32
Tips voor het besparen van energie
• Zorg ervoor dat de ventilatieopeningen volledig vrij blijven.
• Open de deur van het apparaat zo kort mogelijk.
• Leg de levensmiddelen gesorteerd in het apparaat. De aan­gegeven bewaarduur niet overschrijden.
• Alle levensmiddelen goed verpakt en afgedekt bewaren; rijpvorming wordt zo voorkomen.
• Laat warme gerechten eerst tot kamertemperatuur afkoelen, voordat u deze in het apparaat legt.
• Laat diepvriesproducten ontdooien in de koelruimte.
• Houd de deur van het apparaat bij een storing gesloten. Hierdoor wordt het koudeverlies vertraagd. De kwaliteit van de diepvriesproducten blijft zo langer bewaard.
Loading...
+ 8 hidden pages