Liebherr GP 1213-20 User manual

Gebruiksaanwijzing
Tafelmodel diepvrieskast
260617
G(P)(sl)(be)12../GX823 ... 3
7081998 - 03
Het apparaat in vogelvlucht
Inhoudsopgave
1 Het apparaat in vogelvlucht.................................. 2
1.1 Apparaten- en uitrustingsoverzicht........................... 2
1.3 Conformiteit.............................................................. 3
1.4 Opstelafmetingen..................................................... 3
1.5 Energie sparen......................................................... 3
2 Algemene veiligheidsvoorschriften..................... 3
3 Bedienings- en controle-elementen..................... 4
3.1 Bedienings- en controle-elementen.......................... 4
4 In gebruik nemen................................................... 5
4.2 Apparaat opstellen................................................... 5
4.3 Scharnierpunt deur omwisselen............................... 5
4.4 Inbouw in het keukenblok......................................... 6
4.5 Afvalverwerking van de verpakking.......................... 6
4.6 Apparaat aansluiten................................................. 7
4.7 Apparaat inschakelen............................................... 7
5.3 Temperatuuralarm.................................................... 8
5.4 Levensmiddelen invriezen........................................ 8
5.5 Bewaartijden............................................................ 8
5.9 Laden....................................................................... 9
5.10 Plateaus................................................................... 9
5.11 VarioSpace............................................................... 9
6 Onderhoud.............................................................. 9
6.1 handmatig ontdooien................................................ 9
6.3 Technische Dienst.................................................... 10
7 Storingen................................................................ 10
8 Uitzetten.................................................................. 11
9 Apparaat afdanken................................................ 11
De fabrikant werkt voortdurend aan de verdere ontwikkeling van alle typen en modellen. Daarom vragen wij om uw begrip voor het feit dat wij wijzigingen in vorm, uitvoering en techniek moeten voorbehouden.
Om alle voordelen van uw nieuwe apparaat te leren kennen, de instructies in deze handleiding aandachtig doorlezen a.u.b.
De handleiding geldt voor meerdere modellen, afwijkingen zijn mogelijk. Paragrafen die alleen voor bepaalde apparaten van toepassing zijn, zijn gekenmerkt met een sterretje (*).
Gebruiksaanwijzingen zijn gekenmerkt met een , gebruiksresultaten met een
.

1 Het apparaat in vogelvlucht

1.1 Apparaten- en uitrustingsoverzicht

Aanwijzing
Plateaus, schuifladen of manden zijn in de geleverde
u
toestand voor een optimale energie-efficiëntie ingedeeld.
Fig. 1
(1) Bedienings- en
controle-elementen
(2) VarioSpace* (5) Verstelbare poten (3) Lade
(4) Typeplaatje
1.2 Toepassingsgebied van het appa­raat
Gebruik volgens de voorschriften
Het apparaat is uitsluitend geschikt voor het koelen van levensmiddelen in een huishoude­lijke of vergelijkbare omgeving. Daartoe wordt bijv. het gebruik gerekend
-
in privékeukens, ontbijtgelegenheden,
-
door gasten in landhuizen, hotels, motels en andere accommodaties,
-
bij catering en vergelijkbare service in de groothandel.
Alle andere toepassingen zijn niet toegestaan.
Voorzienbaar verkeerd gebruik
De volgende toepassingen zijn uitdrukkelijk verboden:
-
Opslag en koeling van medicijnen, bloed­plasma, laboratoriumpreparaten of vergelijk­bare, overeenkomstig de Europese richtlijn 2007/47/EG medische hulpmiddelen, ten grondslag liggende stoffen en producten
-
Gebruik in explosiegevaarlijke gebieden
Verkeerd gebruik van het apparaat kan tot beschadigingen van de opgeslagen goederen of het bederf hiervan leiden.
Klimaatklassen
Het apparaat kan afhankelijk van de klimaat­klasse, bij begrensde omgevingstemperaturen, worden gebruikt. De voor uw apparaat betref­fende klimaatklasse staat op het typeplaatje vermeld.
2 * afhankelijk van model en uitvoering

Algemene veiligheidsvoorschriften

Aanwijzing
Om een probleemloze werking te waar-
u
borgen, moet de aangegeven omgevingstem­peratuur worden aangehouden.
Klimaat­klasse
SN, N t/m 32 °C
ST t/m 38 °C
T t/m 43 °C
voor omgevingstemperaturen
Een probleemloze werking van het apparaat is gewaarborgd tot een omgevingstemperatuur van -15 °C.

1.3 Conformiteit

Het koudemiddelcircuit is gecontroleerd op dichtheid. Het apparaat voldoet aan de desbetreffende veiligheidsvoor­schriften alsmede de richtlijnen 2014/35/EU, 2014/30/EU, 2009/125/EG, 2011/65/EU en 2010/30/EU.

1.4 Opstelafmetingen

Fig. 2
h a g e e' d c c'
G1223 851 553 611 624 653 1129 563 592
Gsl1223 851 553 611 624 653 1129 563 594
G(be)1213 851 553 611 624 — 1129 563 —
GP1213 851 553
GX823 631 553 611 624 653 1129 563 592
x
Bij apparaten met meegeleverde wandafstandhouders wordt
de afmeting 35 mm groter. (zie 4.2) .
611x624x653x1129
x
563 592

1.5 Energie sparen

Let altijd op de be- en ontluchting. Dek de ventilatieope-
-
ningen resp. -roosters niet af. Plaats het apparaat niet naast een fornuis, verwarming of
-
dergelijke, en stel het apparaat niet bloot aan direct zonlicht. Het energieverbruik is afhankelijk van de plaatsingscondities
-
zoals bijv. de omgevingstemperatuur (zie 1.2) . Bij een van
de normtemperatuur afwijkende omgevingstemperatuur van 25° C kan het energieverbruik veranderen. Open het apparaat, indien mogelijk zo kort mogelijk.
-
Hoe lager de temperatuur wordt ingesteld, hoe hoger het
-
energieverbruik. Alle levensmiddelen goed verpakt en afgedekt bewaren.
-
Rijpvorming wordt voorkomen. Als in het apparaat een dikke ijsaanslag aanwezig is: Appa-
-
raat ontdooien.
Stof verhoogt het energieverbruik:
De koelmachine met warmtewisselaar -
-
metalen roosters aan de achterkant van het apparaat - eenmaal jaarlijks afstoffen.
2 Algemene veiligheidsvoor­schriften
Gevaren voor de gebruiker:
-
Dit apparaat kan door kinderen alsmede door personen met verminderde psychische, sensorische of mentale bekwaamheden of een gebrek aan ervaring en kennis worden gebruikt onder toezicht van een derde of met betrekking tot het veilige gebruik van het apparaat zijn onderwezen en de gevaren kennen en begrijpen. Kinderen mogen niet met het apparaat spelen. De reiniging en het onderhoud mag niet door kinderen zonder toezicht worden uitgevoerd. Kinderen van 3-8 jaar mogen het apparaat inladen en uitladen. Kinderen jonger dan 3 jaar dienen uit de buurt van het apparaat te worden gehouden, als het apparaat niet continu onder toezicht staat.
-
Als u het stroomsnoer van het apparaat uit het stopcontact trekt, altijd bij de stekker nemen. Niet aan het snoer trekken.
-
Trek, in geval van een storing, de stekker uit het stopcontact of schakel de beveiliging uit.
-
Beschadig het netsnoer niet. Gebruik het apparaat niet wanneer het netsnoer defect is.
-
Reparaties, aanpassingen aan het apparaat en het vervangen van het netsnoer alleen laten uitvoeren door de Technische Dienst of ander daarvoor opgeleid vakpersoneel.
-
Het apparaat alleen conform de beschrijving in de handleiding monteren, aansluiten en afvoeren.
-
Bewaar deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig en geef hem eventueel aan de volgende eige­naar door.
Brandgevaar:
-
Het gebruikte koelmiddel R 600a is milieu­vriendelijk, maar brandbaar. Ontsnappend koelmiddel kan vlam vatten.
De buisleidingen van het koelmiddelcircuit niet beschadigen.
* afhankelijk van model en uitvoering 3

Bedienings- en controle-elementen

Binnenin het apparaat geen open vuur of ontstekingsbronnen gebruiken.
Binnenin het apparaat geen elektrische apparaten gebruiken (b.v. stoomreinigers, verwarmingsapparatuur, ijsmachines enz.).
Wanneer er koelmiddel weglekt: Zorg dat zich geen open vuur of ontstekingsbronnen in de buurt van de lekkage bevinden. Ruimte goed ventileren. Contact opnemen met de Technische Dienst.
-
Geen explosieve stoffen of spuitbussen met brandbare drijfgassen, zoals b.v. butaan, propaan, pentaan enz. in het apparaat bewaren. Zulke spuitbussen zijn herkenbaar aan de op de verpakking vermelde inhouds­stoffen of een vlammensymbool. Eventueel ontsnappende gassen kunnen door elektri­sche componenten vlam vatten.
-
Houd brandende kaarsen, lampen en andere voorwerpen met open vlammen uit de buurt van het apparaat, zodat ze geen brand veroorzaken.
-
Alkoholische dranken of andere verpakkingen die alcohol bevatten, mogen uitsluitend goed afgesloten worden bewaard. Eventueel uittre­dende alcohol kan door elektrische compo­nenten vlam vatten.
Gevaar voor vallen en omkiepen:
-
Plint, laden, deuren enz. niet als voetensteun of om te leunen misbruiken. Dit geldt in het bijzonder voor kinderen.
Gevaar voor voedselvergiftiging:
-
Te lang opgeslagen levensmiddelen niet meer nuttigen.
Gevaar voor bevriezingen, gevoelloosheid en pijn:
-
Langdurig huidcontact met koude opper­vlakken en gekoelde of ingevroren levensmid­delen vermijden of veiligheidsmaatregelen treffen, b.v. handschoenen dragen. Consumptie-ijs, met name waterijs of ijsblokjes niet onmiddellijk en niet te koud consumeren.
Gevaar voor verwonding en beschadiging:
-
Hete stoom kan letsel tot gevolg hebben. Voor het ontdooien geen elektrische kachel­tjes of stoomreinigers, open vuur of ontdoois­pray gebruiken.
-
IJs niet met scherpe voorwerpen verwijderen.
Klemgevaar:
-
Bij het openen en sluiten van de deur niet in het scharnier grijpen. Vingers kunnen inge­klemd raken.
Symbolen op het apparaat:
Het symbool kan zich op de compressor bevinden. Het heeft betrekking op de olie in de compressor en wijst op het volgende gevaar: Kan bij het inslikken en indringen in de luchtwegen dodelijk zijn. Deze aanwijzing is alleen voor het recyclingproces van belang. In de normale modus bestaat er geen gevaar.
Neem de specifieke aanwijzingen in de overige hoofdstukken in acht:
GEVAAR duidt een direct gevaar aan, die de
dood of ernstig lichamelijk letsel tot gevolg kan hebben wanneer dit gevaar niet vermeden wordt.
WAAR­SCHUWING
VOORZICH TIG
LET OP duidt een gevaarlijke situatie aan,
Aanwijzing geeft aan dat praktische aanwij-
duidt een gevaarlijke situatie aan, die de dood of ernstig lichamelijk letsel tot gevolg kan hebben wanneer dit gevaar niet vermeden wordt.
duidt een gevaarlijke situatie aan, die lichamelijk letsel tot gevolg kan hebben wanneer dit gevaar niet vermeden wordt.
die materiële schade tot gevolg kan hebben wanneer dit gevaar niet vermeden wordt.
zingen en tips gegeven worden.
3 Bedienings- en controle­elementen

3.1 Bedienings- en controle-elementen

Fig. 3
(1) Toets On/Off (6) Symbool menu (2) Insteltoets (7) Symbol alarm (3) Temperatuurdisplay (8) Symbool helderheid (4) Toets SuperFrost (9) Symbool kinderbeveiliging (5) Symbool SuperFrost

3.2 Temperatuurweergave

In de normale modus worden:
de ingestelde vriestemperatuur
-
De temperatuurweergave knippert:
de temperatuurinstelling wordt veranderd;
-
na het inschakelen is de temperatuur nog niet koud genoeg;
-
de temperatuur is met meerdere graden gestegen.
-
4 * afhankelijk van model en uitvoering

4 In gebruik nemen

4.1 Apparaat transporteren

Gevaar voor verwonding en beschadiging door verkeerd trans­port!
u u u

4.2 Apparaat opstellen

Brandgevaar door vocht! Wanneer stroomgeleidende delen of de stroomaansluiting vochtig worden, kan dat leiden tot kortsluiting.
u
Brandgevaar door kortsluiting! Wanneer netsnoer/stekker van het apparaat of een ander apparaat en de achterzijde van het apparaat tegen elkaar liggen, kunnen netsnoer/stekker door trillen van het apparaat worden beschadigd, wat tot kortsluiting kan leiden.
u
u
Brandgevaar door koelmiddel! Het gebruikte koelmiddel R 600a is milieuvriendelijk, maar brandbaar. Ontsnappend koelmiddel kan vlam vatten.
u
VOORZICHTIG
Het apparaat verpakt transporteren. Het apparaat rechtop transporteren. Het apparaat niet alleen transporteren.
WAARSCHUWING
Het apparaat is ontworpen voor gebruik in een gesloten ruimte. Het apparaat niet buiten, in een vochtige omgeving of binnen bereik van spatwater plaatsen.
WAARSCHUWING
Apparaat zo opstellen, dat stekker of netsnoer niet tegen het apparaat liggen. Stopcontacten die zich aan de achterzijde van het apparaat bevinden niet gebruiken om het apparaat of andere appa­raten aan te sluiten.
WAARSCHUWING
De buisleidingen van het koelmiddelcircuit niet bescha­digen.
In gebruik nemen
Het apparaat met de achterkant en indien gewenst inclusief
q
de meegeleverde wandafstandhouders (zie beneden) direct tegen de muur plaatsen. Het apparaat mag alleen in onbeladen toestand worden
q
verschoven. De ondergrond van het apparaat moet dezelfde hoogte
q
hebben als de omgeven bodem. Stel het apparaat niet op zonder hulp.
q
Hoe meer koelmiddel R 600a er in het apparaat is, des te
q
groter moet de ruimte zijn, waarin het apparaat staat. In te kleine ruimtes kan bij een lek een brandbaar mengsel van gas en lucht ontstaan. Volgens de norm EN 378 moet per 11 g koelmiddel R 600a de plaatsingsruimte ten minste 1 m groot zijn. De hoeveelheid koelmiddel van uw apparaat staat op het typeplaatje aan de binnenkant van het apparaat.
Haal het aansluitsnoer van de achterzijde van het apparaat.
u
Verwijder hierbij de snoerhouder, anders kunnen trillingsge­luiden ontstaan! Verwijder alle transportbeveiligingsonderdelen.
u
Om ervoor te zorgen dat het opgegeven energieverbruik wordt bereikt, moeten de afstandhouders worden gebruikt die bij sommige apparaten zijn gevoegd. Hierdoor wordt de apparaat­diepte ca. 35 mmgroter. Het apparaat functioneert zonder gebruik van de afstandhouders goed en volledig, maar heeft een iets hoger energieverbruik.
Bij een apparaat met meegele-
u
verde wandafstandhouders deze wandafstandhouders links en rechts boven aan de achterkant van het apparaat monteren.
Voer de verpakking af (zie 4.5) .
u
Stel het apparaat met de
u
meegeleverde steeksleutel en met behulp van de stelpootjes (A) en een waterpas stevig en vlak op.
3
Gevaar voor brand en beschadiging!
Plaats geen warmte afgevende apparaten, bijv. magnetron,
u
toaster enz. op het apparaat!
WAARSCHUWING
Gevaar voor brand en beschadiging door verstopte ventilatie­openingen!
De ventilatieopeningen regelmatig schoonmaken. Zorg altijd
u
voor een goede luchttoevoer en -afvoer!
Neem bij beschadiging van het apparaat onmiddellijk - nog
q
voor het aansluiten - contact op met de leverancier. De vloer waar het apparaat komt te staan moet waterpas en
q
vlak zijn. Stel het apparaat niet op in direct zonlicht en ook niet naast
q
een fornuis, verwarming of dergelijke. Optimale standplaats is een droge en goed geventileerde
q
ruimte.
Aanwijzing
Apparaat reinigen (zie 6.2) .
u
Als het apparaat in een erg vochtige omgeving staat, kan er condens worden gevormd op de buitenkant van het apparaat.
Zorg altijd goed voor een goede ventilatie van de plaatsings-
u
ruimte.

4.3 Scharnierpunt deur omwisselen*

Indien nodig is kan het scharnierpunt worden verwisseld.
Zorg ervoor dat het volgende gereedschap klaarligt:
Torx® 25
q
Torx® 15
q
meegeleverde steeksleutel
q
evt. tweede persoon voor de montage
q
* afhankelijk van model en uitvoering 5
WAARSCHUWING
In gebruik nemen
Gevaar voor verwonding wanneer de deur eruit valt!
u u
VOORZICHTIG
Deur goed vasthouden. Deur voorzichtig neerzetten.
Fig. 4 bij apparaten met handgreep

4.4 Inbouw in het keukenblok

Fig. 6
(1) Opbouwkast (3) Keukenkast (2) Apparaat (4) Wand
x
Bij apparaten met meegeleverde wandafstandhouders wordt
de afmeting 35 mm groter. (zie 4.2) . Het apparaat kan in keukenkasten worden ingebouwd. Om het
apparaat passen, kan boven het apparaat een opzetkast worden aangebracht.*
Bij een ombouw met keukenkasten (diepte max. 580 mm) kan het apparaat direct naast de keukenkast geplaatst. Het apparaat steekt aan de zijkant 34 mmx en in het midden 50 mmx uit ten opzichte van het keukenkastfront.*
Ventilatie-eisen:
-
-
-
Plaatst u het apparaat met de scharnierkant naast een muur
Fig. 6 (4)
minstens 40 mm bedragen. Dit in verband met het uitsteken van de deurgreep bij een geopende deur.
Fig. 6 (2)
aan de hoogte van het keukenblok aan te
Fig. 6 (1)
Fig. 6 (3)
Houd achter de gehele breedte van de opbouwkast een ruimte van minstens 50 mm diepte vrij voor luchtafvoer. De ontluchtingsdoorsnede onder het plafond moet minimaal 300 cm2 bedragen. Hoe groter de ventilatieruimte, hoe energiezuiniger het apparaat werkt.
, dan moet de afstand tussen apparaat en muur
worden

4.5 Afvalverwerking van de verpakking

Gevaar voor verstikking door verpakkingsmateriaal en folie!
u
Fig. 5 bij apparaten zonder handgreep
Ga te werk in de volgorde van de nummering in de afbeel-
u
ding.
De verpakking bestaat uit recyclebaar materiaal:
-
-
-
Gevaar voor verwonding door eruit vallende deur!
WAARSCHUWING
Als de lageronderdelen niet goed zijn vastgeschroefd, kan de deur eruit vallen. Dit kan zwaar letsel tot gevolg hebben. Bovendien sluit de deur evt. niet, zodat het apparaat niet goed koelt.
De lagerbussen/lagerbouten goed (met 4 Nm) vast-
u
schroeven. Alle schroeven controleren en evt. aandraaien.
u
-
-
u
6 * afhankelijk van model en uitvoering
WAARSCHUWING
Kinderen niet met het verpakkingsmateriaal laten spelen.
Golfkarton/karton Onderdelen uit geschuimd polystyreen Folies en zakken uit polyetheen Spanbanden uit polypropeen Vastgespijkerd houten raam afgewerkt met polyethy-
leen* Breng het verpakkingsmateriaal naar een officieel inzamel­punt.
Bediening

4.6 Apparaat aansluiten

LET OP
Verkeerd aansluiten! Beschadiging van de elektronica.
Geen omvormer gebruiken.
u
Geen energiespaarstekker gebruiken.
u
WAARSCHUWING
Verkeerd aansluiten! Brandgevaar.
Geen verlengkabel gebruiken.
u
Geen verdeeldozen gebruiken.
u
Stroomsoort (wisselstroom) en spanning op de plaats van bestemming moeten met de informaties op het typeplaatje (zie Het apparaat in vogelvlucht) overeenstemmen.
Het stopcontact moet volgens de voorschriften zijn geaard en een elektrische beveiliging bevatten. De afschakelstroom van de zekering moet liggen tussen 10 A en 16 A.
Het stopcontact moet gemakkelijk toegankelijk zijn, zodat de stroomvoorziening van het apparaat in geval van nood snel kan worden onderbroken. Het mag zich niet achter het apparaat bevinden.
Elektrische aansluiting controleren.
u
Steek de stekker in het stopcontact.
u

4.7 Apparaat inschakelen

Toets On/Off
u
Het apparaat is ingeschakeld. Het temperatuurdisplay en
w
het symbool Alarm koud genoeg is. Wanneer op het display „DEMO” wordt aangegeven, is de
w
demonstratiemodus geactiveerd. U kunt contact opnemen met de Technische Dienst.
Fig. 3 (1)
Fig. 3 (7)
indrukken.
knipperen tot de temperatuur

5 Bediening

Met de insteltoets
u
helderheid kiezen. Hoe meer velden van het temperatuur­display oplichten, hoe feller de verlichting. Geen enkel veld verlicht betekent "uit". Bevestigen: toets SuperFrost
u
Het symbool Helderheid
w
De helderheid is op de nieuwe waarde ingesteld.
w
Instelmodus deactiveren: toets On/Off
u
-of-
5 min. wachten.
u
Het symbool Helderheid
w
Fig. 3 (6)
Op het temperatuurdisplay wordt weer de temperatuur
w
aangegeven.
gaan uit.
Fig. 3 (2)
Fig. 3 (8)
Fig. 3 (8)
uitschakelen of de gewenste
Fig. 3 (4)
indrukken.
knippert.
Fig. 3 (1)
en het symbool Menu
indrukken.

5.2 Kinderbeveiliging

Met de kinderbeveiliging zorgt u ervoor dat kinderen bij het spelen het apparaat niet onbedoeld uitscha­kelen.

5.2.1 Kinderbeveiliging inschakelen

Instelmodus activeren: toets SuperFrost
u
indrukken. Het symbool Menu
w
Kinderbeveiliging De toets SuperFrost
u
Kinderbeveiliging op te roepen. Het symbool Kinderbeveiliging
w
het temperatuurdisplay zijn de LED's -15 °C en
-21 °C verlicht.
De toets SuperFrost
u
beveiliging in te schakelen. Het symbool Kinderbeveiliging
w
-15 °C en -21 °C gaan uit. Instelmodus deactiveren: toets On/Off
u
-of-
5 min. wachten.
u
Het symbool Menu
w
display wordt de temperatuur weer aangeven. Het symbool Kinderbeveiliging
Fig. 3 (6)
Fig. 3 (9)
Fig. 3 (4)
Fig. 3 (4)
Fig. 3 (6)
Fig. 3 (9)
is verlicht en het symbool
knippert.
kort indrukken om de functie
Fig. 3 (9)
kort indrukken om de kinder-
Fig. 3 (9)
gaat uit en in het temperatuur-
brandt.
Fig. 3 (4)
brandt. In
knippert. De LED's
Fig. 3 (1)
ca. 5 s
indrukken.
5.1 Helderheid van het temperatuurdis­play
U kunt de helderheid van het temperatuurdisplay aanpassen aan het omgevingslicht.

5.1.1 Helderheid instellen

De achtergrondverlichting kan worden uitgeschakeld of op een van de 5 lichtsterktes worden ingesteld. Bij levering is de achtergrondverlichting uitgeschakeld.
Instelmodus activeren: toets SuperFrost
u
indrukken. Het symbool Menu
w
Kinderbeveiliging Insteltoets
u
te roepen. Het symbool Kinderbeveiliging
w
symbool Helderheid Bevestigen: toets SuperFrost
u
Het symbool Helderheid
w
Fig. 3 (2)
Fig. 3 (6)
Fig. 3 (9)
indrukken om de helderheidsfunctie op
is verlicht en het symbool
knippert.
Fig. 3 (9)
Fig. 3 (8)
knippert.
Fig. 3 (4)
Fig. 3 (8)
Fig. 3 (4)
kort indrukken.
is verlicht.
ca. 5 s
gaat uit en het

5.2.2 Kinderbeveiliging uitschakelen

Instelmodus activeren: toets SuperFrost
u
indrukken. Het symbool Menu
w
Kinderbeveiliging De toets SuperFrost
u
Kinderbeveiliging op te roepen. Het symbool Kinderbeveiliging
w
het temperatuurdisplay is de LED -18 °C verlicht.
De toets SuperFrost
u
beveiliging uit te schakelen. Het symbool Kinderbeveiliging
w
Instelmodus deactiveren: toets On/Off
u
-of-
5 min. wachten.
u
Het symbool Menu
w
display wordt de temperatuur weer aangeven. Het symbool Kinderbeveiliging
Fig. 3 (6)
Fig. 3 (9)
Fig. 3 (4)
Fig. 3 (4)
Fig. 3 (6)
Fig. 3 (9)
is verlicht en het symbool
knippert.
kort indrukken om de functie
Fig. 3 (9)
kort indrukken om de kinder-
Fig. 3 (9)
gaat uit en in het temperatuur-
is niet meer verlicht.
Fig. 3 (4)
brandt. In
knippert.
Fig. 3 (1)
ca. 5 s
indrukken.
* afhankelijk van model en uitvoering 7
Bediening

5.3 Temperatuuralarm

Tegelijkertijd knipperen de temperatuurdisplay en het symbool Alarm
Fig. 3 (7)
.
Neem alleen zoveel levensmiddelen als u nodig heeft.
u
Ontdooide levensmiddelen zo snel mogelijk verwerken. Ontdooide levensmiddelen alleen bij wijze van uitzondering
u
weer invriezen.

5.7 Temperatuur instellen

De oorzaak voor een te hoge temperatuur kan zijn:
warme nieuwe levensmiddelen werden in de diepvriezer
-
gelegd bij het sorteren en uitnemen van de levensmiddelen is teveel
-
warme lucht binnengekomen de stroom is voor langere tijd uitgevallen
-
het apparaat is defect
-
Het Symbool alarm stopt met knipperen, zodra de temperatuur weer voldoende laag is.
Fig. 3 (7)
dooft en de temperatuurindicator

5.4 Levensmiddelen invriezen

U kunt maximaal zo veel kilo verse levensmiddelen binnen 24 uur invriezen, als op het typeplaatje (zie Het apparaat in vogelvlucht) onder „Invriescapaciteit ... kg/24h” is aangegeven.
De laden kunnen elk met max. 25 kg diepvriesproducten, de plateaus elk met max. 35 kg worden belast.
Gevaar voor verwonding door glasscherven! Flessen en blikjes drinken kunnen bij het invriezen springen. Dit geldt met name voor koolzuurhoudend drinken.
u
Om de levenmiddelen snel door en door te laten bevriezen, mag u de volgende hoeveelheden per verpakking niet over­schrijden:
- fruit, groente max. 1 kg
- vlees max. 2,5 kg
u
VOORZICHTIG
Flessen en blikjes met drinken niet invriezen!
Verdeel de levensmiddelen in porties en doe ze in diepvries­zakjes of in herbruikbare bakjes van kunststof, metaal of aluminium.
Aanbevolen temperatuurinstelling: -18 °C U kunt de temperatuur doorlopend veranderen. Is de instelling
-32 °C bereikt dan wordt opnieuw bij -15 °C begonnen. Temperatuurverstelling oproepen: druk eenmaal op de
u
insteltoets In het temperatuurdisplay knippert de LED van de huidige
w
temperatuur. Druk net zo vaak op de insteltoets
u
gewenste temperatuur aangeven.
Aanwijzing
Door de insteltoets lang in te drukken wordt binnen een
u
kleine temperatuurzone (b.v.: tussen -15 °C en -18 °C) een iets koudere waarde ingesteld. In het temperatuurdisplay is dan de LED van de eerstvolgende lagere temperatuurzone verlicht.
Fig. 3 (2)
.
Fig. 3 (2)
tot de LEDs de

5.8 SuperFrost

Bovendien bouwen reeds ingevroren levensmiddelen zo een „koudereserve op”. Daardoor blijven de levensmiddelen langer bevroren, wanneer u het apparaat ontdooit.
U kunt maximaal zoveel nieuwe levensmiddelen binnen 24 h invriezen, als op het typeplaatje onder „invriescapaciteit ... kg/ 24h” is aangegeven. De invriescapaciteit is afhankelijk van het model en de klimaatklasse van het apparaat.
Afhankelijk van de hoeveel nieuwe levensmiddelen die worden ingevroren, moet SuperFrost bijtijds worden ingeschakeld: bij een kleine hoeveelheid in te vriezen levensmiddelen ca. 6h, bij de maximale hoeveelheid in te vriezen levensmiddelen 24h voordat u de levensmiddelen in de vriezer legt.
SuperFrost hoeft u in de volgende gevallen niet in te schakelen:
wanneer u reeds ingevroren waren in de diepvriezer legt
-
bij het invriezen van max. ca. 1 kg nieuwe levensmiddelen
-
per dag

5.5 Bewaartijden

Richtwaardes voor de opslagduur van de verschillende
levensmiddelen:
Consumptie-ijs 2 tot 6 maanden
Worst, ham 2 tot 6 maanden
Brood en banket 2 tot 6 maanden
Wild, varkensvlees 6 tot 10 maanden
Vis, vet 2 tot 6 maanden
Vis, mager 6 tot 12 maanden
Kaas 2 tot 6 maanden
Gevogelte, rundvlees 6 tot 12 maanden
Groente, fruit 6 tot 12 maanden
De aangegeven bewaartijden zijn richtwaardes.

5.6 Levensmiddelen ontdooien

- in het koelgedeelte
- in een magnetron
- in een oven/heteluchtoven
- bij kamertemperatuur

5.8.1 Met SuperFrost invriezen

Toets SuperFrost
u
Het symbool SuperFrost
w
De temperatuur daalt; het apparaat werkt met maximale
w
koeling.
Aanwijzing
Bij het indrukken van de toets SuperFrost kan de inge-
u
bouwde inschakelvertraging ervoor zorgen dat het inscha­kelen van de compressor maximaal 8 minuten vertraagd wordt. Deze vertraging verhoogt de levensduur van de compressor.
Bij een kleine hoeveelheid in te vriezen levensmiddelen: Ca. 6 u wachten.
u
Verpakte levensmiddelen in de onderste laden leggen.
u
Bij de maximale hoeveelheid in te vriezen levensmiddelen (zie typeplaatje): ca. 24 u wachten.
u
Onderste lade uitschuiven en de levensmiddelen direct in
u
het apparaat leggen, zodat ze contact met de bodem of de zijwanden hebben. SuperFrost schakelt na ca. 65 u automatisch uit.
w
Het symbool SuperFrost
w
invriezen is afgesloten. In de temperatuurdisplay is het temperatuurbereik verlicht,
w
dat is ingesteld voor normaal bedrijf. Levensmiddelen in de lade leggen en deze weer inschuiven.
u
Fig. 3 (4)
Fig. 3 (5)
kort indrukken.
is verlicht.
Fig. 3 (5)
gaat uit, wanneer het
8 * afhankelijk van model en uitvoering
Het apparaat werkt in de energiebesparende normale
w
modus verder.
Om energie te besparen kan SuperFrost, ook voordat de volle­dige 65 uur invriestijd is verstreken, door het opnieuw indrukken van de toets SuperFrost worden. SuperFrost alleen uitschakelen als de temperatuur
-18 °C of lager is.
Fig. 3 (4)
uitgeschakeld

5.9 Laden

Om diepvriesproducten direct op de draagplateaus te
u
bewaren: trek de schuiflade naar voren en haal de lade uit.

5.10 Plateaus

Plateau uitnemen: vooraan optillen en
u
uittrekken. Plateau terugplaatsen: tot aanslag
u
inschuiven.

5.11 VarioSpace

Naast de schuifladen kunt u tevens de plateaus verwijderen. Zo creëert u plaats voor levensmiddelen van groot formaat. Gevogelte, vlees, groot wild en hoog gebak kunnen geheel en al worden ingevroren en later verder verwerkt.
De laden kunnen elk met max.
u
25 kg diepvriesproducten, de plateaus elk met max. 35 kg worden belast.
Onderhoud
Gevaar voor verwonding en beschadiging
u
u
u u
u
w u w u u
u
w w u
u u
u

6.2 Apparaat reinigen

Gevaar voor verwonding en beschadiging door hete stoom! Hete stoom kan brandwonden veroorzaken en de opper­vlakken beschadigen.
u
WAARSCHUWING
Geen mechanische hulpmiddelen of andere middelen gebruiken die niet door de fabrikant werden aanbevolen, om het ontdooien te versnellen. Voor het ontdooien geen elektrische kacheltjes of stoomrei­nigers, open vuur of ontdooispray gebruiken. IJs niet met scherpe voorwerpen verwijderen. De buisleidingen van het koudemiddelcircuit niet bescha­digen.
Schakel één dag voor het ontdooien de SuperFrost-functie in. De diepvriesproducten krijgen een „koudereserve”. Schakel het apparaat uit. De temperatuurdisplay gaat uit. Trek de stekker uit of schakel de beveiliging uit. Bewaar de ingevroren levensmiddelen evt. in een diepvries­lade, en in kranten of dekens gewikkeld, op een koele plaats. Plaats een pan met heet, niet kokend water op een plateau in het midden.
Het ontdooien wordt versneld. Dooiwater wordt in de lades opgevangen. Laat tijdens het ontdooien de deur van het apparaat open staan. Losgeraakte ijsstukken uitnemen. Dooiwater evt. meerdere keren met een spons of doek opnemen. Het apparaat reinigen (zie 6.2) .
WAARSCHUWING
Gebruik geen stoomreinigers!

6 Onderhoud

6.1 handmatig ontdooien

De vorming van een rijp- resp. ijslaag wordt in de hand gewerkt door vaak de deur te openen of door warme levensmiddelen in te leggen. Een dikkere ijslaag verhoogt echter het energiever­bruik. Daarom moet u het apparaat regelmatig ontdooien.
IJs tegen bovenwand in het apparaat verwijderen:
In het midden van de bovenwand van het apparaat vormt zich een ijslaag. Dit komt door de fysische omstandigheden in het apparaat. Het ijs regelmatig met een ijskrabber verwijderen. Het appa-
u
raat hoeft daarvoor niet te worden ontdooid.
LET OP
Verkeerd reinigen kan het apparaat beschadigen!
Gebruik reinigingsmiddelen niet in geconcentreerde vorm.
u
Gebruik geen schurende of krassende sponsjes of staalwol.
u
Geen scherpe, schurende, zand-, chloor- of zuurhoudende
u
schoonmaakmiddelen gebruiken. Gebruik geen chemische oplosmiddelen.
u
Beschadig of verwijder het typeplaatje aan de binnenkant
u
van het apparaat niet. Dit is belangrijk voor de Technische Dienst. Kabels of andere onderdelen niet afbreken, knikken of
u
beschadigen. Laat geen reinigingswater in de afvoergoot, de ventilatie-
u
roosters en elektrische delen terecht komen. Gebruik zachte poetsdoeken en een allesreiniger met een
u
neutrale pH-waarde. Gebruik in de binnenruimte van het apparaat alleen levens-
u
middelenvriendelijke reinigings- en onderhoudsproducten.
Apparaat uitruimen.
u
Trek de stekker uit.
u
Uit- en inwendige oppervlaktes van kunststof met lauw-
u
warm water en een beetje afwasmiddel met de hand reinigen.
* afhankelijk van model en uitvoering 9
Storingen
Gelakte zijwanden mogen uitsluitend met een zachte
u
schone doek worden afgeveegd. Bij hardnekkig vuil lauw­warm water met allesreiniger gebruiken. Gelakte deuroppervlakken uitsluitend met een zachte,
u
schone doek afvegen. Bij hardnekkig vuil een beetje water of allesreiniger gebruiken. Naar keuze kan ook een microve­zeldoek worden gebruikt.
Na het reinigen:
Apparaat en onderdelen droogwrijven.
u
Apparaat weer aansluiten en inschakelen.
u

6.3 Technische Dienst

Probeer eerst of u de storing zelf kunt verhelpen (zie Storingen). Mocht dit niet het geval zijn, neem dan contact op met de Technische Dienst. Het adres vindt u in het bijgevoegd overzicht.
WAARSCHUWING
Gevaar voor verwonding door onvakkundige reparatie!
Reparaties en ingrepen aan het apparaat en de stroomaan-
u
sluiting die niet uitdrukkelijk genoemd worden (zie Onder­houd), uitsluitend door de Technische Dienst laten uitvoeren.
Apparaataanduiding
u
Fig. 7 (1) Fig. 7 (2) Fig. 7 (3)
typeplaatje aflezen. Het typeplaatje bevindt zich aan de linkerkant binnen in het apparaat.
, service-nr.
en serie-nr.
van het
Fig. 7
Contact opnemen met de Technische Dienst en het
u
probleem, apparaataanduiding
Fig. 7 (2)
Dit maakt een snelle en doelgerichte service mogelijk.
w
Het apparaat gesloten laten, totdat de Technische Dienst
u
komt. De levensmiddelen blijven langer koel.
w
Trek de stekker uit het stopcontact (daarbij niet aan het
u
snoer trekken) of de draai de zekering uit.
en serie-nr.
Fig. 7 (3)
Fig. 7 (1)
mededelen.
, service-nr.

7 Storingen

Uw apparaat is zo ontworpen en gebouwd, dat een veilige werking en lange levensduur gegarandeerd zijn. Mocht er desondanks een storing optreden, dan svp eerst controleren of de storing door een bedieningsfout werd veroorzaakt. In dit geval moeten wij de ontstane kosten ook in de garantieperiode in rekening brengen. Volgende storingen kunt u zelf verhelpen:
Het apparaat functioneert niet.
Het apparaat is niet ingeschakeld.
Apparaat inschakelen.
u
De stekker zit niet goed in het stopcontact.
Stekker controleren.
u
De zekering van het stopcontact is niet in orde.
Zekering controleren.
u
De compressor blijft lopen.
De compressor schakelt bij een verminderde koudebe-
hoefte over op een lager toerental. Hoewel de looptijd daar­door langer is, wordt energie bespaard. Dat is bij energiebesparende modellen normaal.
u
SuperFrost is ingeschakeld.
Om de levensmiddelen snel af te koelen, draait de
u
compressor langer. Dit is normaal.
Een led aan de onderachterkant van het apparaat (bij de compressor) knippert regelmatig om de 15 seconden*.
De inverter is met een foutdiagnose led uitgevoerd.
Het knipperen is normaal.
u
Geluiden zijn te luid.
Toerentalgeregelde* compressoren kunnen naar aanleiding
van de verschillende draaisnelheden verschillende geluiden veroorzaken. Het geluid is normaal.
u
Een borrelen en klateren
Dit geluid komt van het koelmiddel, dat door het koelcircuit
stroomt. Het geluid is normaal.
u
Een zacht klikken
Het geluid ontstaat bij het automatisch in- en uitschakelen
van het koelaggregaat (de motor). Het geluid is normaal.
u
Een brommend geluid. Kan voor korte tijd iets luider zijn, wanneer het koelaggregaat (de motor) inschakelt.
Bij ingeschakelde SuperFrost, nieuw opgeslagen levens-
middelen of na lang geopende deur wordt het koelver­mogen automatisch verhoogd. Het geluid is normaal.
u
De omgevingstemperatuur is te hoog.
Oplossing: (zie 1.2)
u
Vibratiegeluiden.
Het apparaat staat niet stabiel op de grond. Door het draai-
ende koelaggregaat beginnen aangrenzende meubels en voorwerpen te trillen.
Stel het apparaat af m.b.v. de stelpootjes.
u
Flessen en containers uit elkaar zetten.
u
Het symbool SuperFrost de temperatuurdisplay.
Het betreft een storing.
Neem contact op met de Technische Dienst (zie Onder-
u
houd).
In de temperatuurdisplay brandt DEMO.
De demonstratie-modus is geactiveerd.
Neem contact op met de Technische Dienst (zie Onder-
u
houd).
Het apparaat is aan de buitenkant warm*.
De warmte van het koelmiddelcircuit wordt gebruikt om
condenswater te voorkomen. Dit is normaal.
u
Temperatuur is niet laag genoeg.
De deur is niet goed gesloten.
Deur van het apparaat sluiten.
u
Niet voldoende be- en ontluchting.
Ventilatieroosters vrijmaken en reinigen.
u
De omgevingstemperatuur is te hoog.
Oplossing: (zie 1.2) .
u
Het apparaat werd te vaak of te lang geopend.
Afwachten of de benodigde temperatuur weer vanzelf wordt
u
bereikt. Zo niet, contact opnemen met de Technische Dienst (zie Onderhoud). U heeft teveel nieuwe levensmiddelen zonder SuperFrost
opgeslagen. Oplossing: (zie 5.8)
u
De temperatuur is verkeerd ingesteld.
Stel de temperatuur lager in en controleer deze na 24 uur.
u
Het apparaat staat te dicht bij een warmtebron (fornuis,
verwarming enz.). Verander de standplaats van het apparaat of van de warm-
u
tebron.
Fig. 3 (5)
knippert tegelijkertijd met
10 * afhankelijk van model en uitvoering
Geconcentreerde ijsvorming in het midden van de boven­wand in het apparaat.
Deze ijsvorming is normaal. Op basis van de fysische
omstandigheden vormt het ijs zich geconcentreerd tegen de bovenwand van het apparaat. Het ijs met een ijskrabber verwijderen.
u

8 Uitzetten

8.1 Apparaat uitschakelen

Uitzetten
Toets On/Off
u
wordt. Toets loslaten. Wanneer het apparaat niet kan worden uitgeschakeld, is de
w
kinderbeveiliging actief (zie 5.2) .
Fig. 3 (1)
indrukken, totdat het display donker

8.2 Buiten werking stellen

Apparaat leegmaken.
u
Apparaat uitschakelen (zie Uitzetten).
u
Netstekker eruit halen.
u
Apparaat reinigen (zie 6.2) .
u
Laat de deuren een stukje open staan zodat er geen onaan-
u
gename geuren kunnen ontstaan.

9 Apparaat afdanken

Het apparaat bevat nog waardevolle materialen en mag niet met het gewoon huis- of grofvuil worden meegegeven. Het recyclen van afgedankte appa­raten moet vakkundig gebeuren overeenkomstig de plaatselijk geldende voorschriften en wetten.
Let erop dat bij het afvoeren van het afgedankte apparaat het koelmiddelcircuit niet wordt beschadigd, zodat het koelmiddel (informatie op het typeplaatje) of de olie erin niet ongewild vrij­komen.
Apparaat onbruikbaar maken.
u
Trek de stekker uit.
u
Snijd het aansluitsnoer door.
u
* afhankelijk van model en uitvoering 11
Liebherr-Hausgeräte Marica EOOD
4202 Radinovo Bezirk Plovdiv Bulgarien
home.liebherr.com
Loading...